OPA BOL VAN DE IJZEREN KNOL.
AATSTE RUS
^Rechtszaken
Seuilletm
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
DE
CECIL FREEMAN CREGG.
TWEEDE BLAD
DOOR DE STOOMTRAM GEGREPPN.
Maandagavond heeft op den Groenen
Hilled ijk te Rotterdam een ernstig ongeval
plaats gehad, waarvan de 63-jarige man
A. L. van Eyk het slachtoffer is geworden.
De man wilde de tramrails oversteken en
schijnt daarbij niet voldoende acht te heb
ben gegeven op den naderenden stoomtram
der R. T. M. Hoewel de machinist op het
laatste oogenblik door krachtig remmen
trachtte een aanrijding te voorkomen, werd
de voetganger door de locomotief gegre
pen en naast de rails neergesmakt, waar
hij inbewusteloozen toestand bleef liggen
Het slachtoffer is naar het Zuiderzieken-
hüis overgebracht, waar bleek dat de man
een schedelfciasisfractuur en eenige hoofd
wonden had opgeloopen.
EEN ONBEKEND VOORDEEL VAN DEN
„ZOMERTIJD".
Over de voordeelei. van den zoogenaam-
den „zomertijd" is reeds heel wat geschre
ven. Kunstlicht (brandstof!) wordt be
spaard. De „lange" avonden brengen den
stadsmensch dichter bij de natuur; de
sportbeoefening neemt toe; het meerdere
zonnelicht is een hygiënisch voordeel.
Deze voordeelen zijn overbekend. De
buitengewone omstandigheden hebben
daar nog een zeer belangrijk voordeel aan
toegevoegd: hinder en overlast van de
„verduistering" worden veel geringer. Het
aantal verkeersongelukken tengevolge van
de verduistering is, dank zij den zomertijd,
sterk gedaald.
Daarnaast is de aandacht te vestigen op
een zeer belangrijk voordeel van den
zomertijd, dat minder bekend is.
Ik heb het oog op het dalen van de tem
peratuur van den arbeidsdag, zoo wordt
in de N. R. Ct. geschreven. Dit voordeel is
vooral van beteekenis geworden, nu we
niet een zomertijd van 1 uur, maar bijna
een dubbele, n.l. één van 1 uur en 40 mi
nuten hebben. Deze daling vertoont zich
uiteraard niet in de agrarische bedrijven
en evenmin in de continubedrijven. Maar
dit neemt niet weg, dat voor een zeer groot
aantal onzer hoofd- en handarbeiders de
temperatuur van den arbeidsdag veel gun
stiger is geworden, dan zij vroeger was.
In de in aanmerking komende maanden
(Mei-September) bedraagt hier ie lande
de gemiddelde dagtemperatuur (ruw)
ongeveer 17 gr. Celsius. Het dagelijksch
maximum, dat te 15 uur zonnetijd valt,
ligt ongeveer 4 gr. boven dit gemiddelde;
het dagelijksch minimum (te 5 uur zonne
tijd) ligt ongeveer 4 gr. er onder.
Wat is nu het gevolg van een en ander
bij den „dubbelen" zomertijd van thans?
Voor den gemiddelden hoofd- en handar
beider beteekent de „dubbele" zomertijd,
dat de zonne-uren van 68 aan zijn ar
beidsdag worden toegevoegd,, terwijl
zonne-uren van 1517 wegvallen.
PLUNDERAARS STALEN JUWEELEN
UIT EEN BRANDKAST.
De rechtbank te Rotterdam heeft giste
ren uitspraak gedaan in de zaak tegen
een drietal plunderaars, die op 19 Mei j.l.
bij het puinruimen op de Schiekade op een
brandkast van den heer Kok waren ge
stuit, waarin zich voor ongeveer 16000
aan goud- en juweelen sieraden bevonden.
Toen rechercheurs, die door den eigenaar
gewaarschuwd waren, dat zijn brandkast
onder het puin lag ter plaatse verschenen,
hadden de mannen reeds een belangrijk
deel van de sieraden bij zich gestoken. De
officier van justitie had tegen de plunde
raars, den 28-jarigen loswerkman A. K.,
den 36-jarigen grondwerker P. v. d. G. en
den 44-jarigen expeditieknecht H. v. d. L.,
elk twee jaar gevangenisstraf gerequi-
reerd.
De rechtbank veroordeelde hen ieder
tot anderhalf jaar gevangenisstraf.
BAKKER DEED VOOR ZIJN
BROER EXAMEN.
Het bedrog kwam uit.
Voor de Utrechtsche rechtbank hadden
zich gister de 22-jarige J. F. en zijn 26-
jarige broef A. F. te verantwoorden voor
het feit, dat de jongste van de twee, nadat
de oudste reeds tweemaal voor het
examen middenstandsdiploma was gezakt,
den derden keer voor zijn oudsten broer
examen had gedaan. Het bedrog kwam
uit doordat het handschrift van het inge
leverde werk niet klopte met een vooraf
klaargemaakte vragenlijst.
De Utrechtsche officier van justitie
eischte een gevangenisstraf van vier maan
den met aftrek van preventief.
De verdediger zeide, dat de oudste
verdachte een goed bakker is, maar een
slecht boekhouder, zijn algemeene han
delskennis was onvoldoende. De jongste
had geen voordeel van zijn daad gehad en
het gedaan in een plotselinge opwelling
om zijn zenuwachtigen ouderen broer te
helpen. Spr. pleitte clementie en vroeg
een voorwaardelijke straf.
zuigelingen zijn aan de toegeschrten hel
pers overgereikt.
De uitspraak is echter nog niet gevallen.
In verband met verschillende tegenstrijdi
ge verklaringen en de bestrijding van het
politierapport door mevrouw van der W.
op enkele punten, meende mr. Rueb, dat
getuigenverhoor en desnoods deskundigen
verhoor meer licht zal moeten verschaffen,
Daarom beval de president den eischer
met getuigen te bewijzen, dat het kindje
dat mevr. van der W. thans bezit, het kind
is van mevrouw Steinmetz. Onverminderd
het recht van partijen om andere getuigen
te doen dagvaarden, bepaalde de president,
dat nog een tiental getuigen zullen wor
den gehoord.
Den datum van de enquête stelde mr.
Rueb vast op Maandag 24 Juni des mid
dags om 2 uur. De verdere uitspraken
hield de president aan.
meer van
1 jaar ge-
V. heden,
de
MUGGENPLAAG OP URK.
Na twee jaar van betrekkelijke rust, is
Urk thans opnieuw aangevallen door ge
weldige zwermen muggen. De eerste aanval
is ingezet door duizendtallen van een heel
klein soort van de Chyronomus, terwijl deze
sinds vandaag worden opgevolgd door mil-
lioenen van een grooter soort.
Zwarte wolken komen uit de boorden
van het IJselmeer op en verspreiden zich
over het dorp. Op sommige plaatsen moet
men zich al slaande en waaiende een weg
banen en is het geraden den mond gesloten
te houden.
Hoewel tot ongerief van de schilders, die
's morgens eerst een mugvrij plekje moe
ten opzoeken om daar te kunnen werken, is
de voedselvoorziening van spinnen, mus-
schen en spreeuwen voorloopig afdoende
verzekerd, zoodat distributie van vogelvoer
niet is te vreezen.
TWEE MOEDERS BETWISTEN
KANDER EEN KIND.
Enquête gelast in kort geding.
De president van de Haa.gsche recht
bank, mr. A. S. Rueb, zou vanmorgen
uitspraak doen in een wel zeer ongewone
kort geding-zaak, die Zaterdagochtend
voor hem had gediend. De familie S. had
1.1. een eisch tot afgifte gesteld van het
kind, dat de familie van der W. thans bezit
en als het hare beschouwt. Mevrouw S. is
echter overtuigd, dat dit kind haar toe
behoort.
De onzekerheid over de afkomst van het
kind is een gevolg van de verwarring, die
op tien Mei des morgens ontstond, toen in
de kraamvrouwenkliniek „Huize Bethle
hem" op den hoek van de Casuariestraat
en de Princessegracht een bom insloeg.
Enkele kinderen in zaal 9, die getroffen
werden, zijn daarbij gedood, de overige
Op 11 Mei heeft voor de Alkmaarsche
rechtbank terecht gestaan de 45-jarige stuca-
door V., zonder vaste woonplaats, die van
J. L. te Alkmaar een fiets had gehuurd. Die
fiets had hij na een paar weken ten eigen
bate verkocht.
De officier had tegen V., die
dergelijke feiten had gepleegd,
vangenisstraf gevraagd.
De rechtbank veroordeelde
Dinsdag, tot 1 jaar gevangenisstraf,
De 18-jarige loopjongen J. uit Den Helder
heeft terecht gestaan wegens inbraak en
straatroof te Den Helder. De officier had
tegen den jongeman anderhalf jaar gevange
nisstraf gevraagd, door te brengen in de
jeugdgevangenis.
De rechtbank veroordeelde J. tot 1jaar
jeugdgevangenis.
De 43-jarige zwerver C. v. d. K. had te
Hoorn twee fietsen gestolen. De officier had
tegen hem 1 jaar gevangenisstraf gevorderd.
De rechtbank, uitspraak doende, veroor
deelde v. d K. tot 9 maanden gevangenis
straf.
Dinsdag kwamen eenige jonge inwoners
van Limmen en een van Akersloot voor de
Alkmaarsche rechtbank in hooger beroep
tegen een veroordeeling door den kanton
rechter. De gebroeders K. uit Limmen
waren veroordeeld tot ieder twee maal 4
of 2 dagen, omdat ze in Februari van dit
jaar uit een bijt te Akersloot met hun han
den bedwelmde visch hadden gehaald en
dat, terwijl ze geen vischacte hadden, noch
een vergunning van den pachter van het
vischwater.
De eerste van de gebroeders, die voor
kwam, ontkende visch uit het water gehaald
te hebben of daartoe het voornemen te heb
ben gehad. Hij was langs de bijt gereden en
had wel gezien, dat er andere menschen bezig
waren de visch buit te maken. Hij had zijn
handen zelfs niet in het water gehad.
De rijksveldwachter die het proces-verbaal
had opgemaakt, wist het als getuige wel
anders te vertellen. Hij had verdachte en
anderen betrapt, toen ze met hun handen
tusschen de paling in zaten en verdachte had
toen op de vraag, wat hij daar deed, ge
antwoord: „O, ik speel maar wat met mijn
handen". De visch was geenszins waarde-
looze buit, zei de veldwachter voorts nog.
De officier geloofde natuurlijk den veld
wachter tien keer eerder dan den verdachte,
die z.i. de rechtbank nutteloos door zijn
hooger beroep aan het werk had gezet. Wat
verdachte had gedaan, was geen halsmis
daad, maar hij moest niet vervelend worden.
De officier vorderde nu 10 of 5 dagen,
twee keer te betalen.
De tweede van het broederschap verging
het 't zelfde. Ook hij kwam met precies het
zelfde verhaal aandragen en over hem zei de
veldwachter hetzelfde, terwijl de officier
tenslotte dezelfde verhoogde straf vorderde.
Toen verdachte bleef volhouden dat hij de
waarheid sprak, zei de president, Mr. Fruin,
tegen hem: het zou er nog op neerkomen,
dat de veldwachter meineed pleegt?
Waarop verdachte zei: Dat doet ie ook.
Toen flikkerde het oog van den president
even gevaarlijk en het bescheid was: Ik zou
maar voorzichtig zijn met dergelijke op
merkingen.
De derde, een inwoner van Akersloot, was
door den kantonrechter tot 2 x f 3 of 2
dagen veroordeeld wegens hetzelfde feit.
Deze verdachte gaf echter royaal toe te
hebben gevischt. Hij was in hooger beroep
gekomen om wegens zijn armoede vermin
dering van straf te krijgen.
Daar wilde de officier wel over praten en
die vorderde daarom slechts twee keer 2
of 2 dagen.
De schipper v. d. V. uit Den Haag was op
4 November van het vorig jaar met zijn ge
huurde motorschuit Maria te Broek op
Langendijk tegen een ijzeren rooivlet van B.
aangebotst, met het gevolg, dat de vlet
duchtig werd gedeukt en onmiddellijk zonk.
De Maria lag aan de wal bij de veiling en
de schipper was met zijn knechtje in de
motorkamer beneden bezig den motor op
gang te maken. Toen de motor aansloeg was
het schip plotseling vooruit geschoten naar
den overkant en tegen het vletje gebotst.
Door den kantonrechter was de schipper
wegens zijn onvoorzichtigheid tot 6 of 3
dagen veroordeeld, plus tot een schadever
goeding van 50 ten behoeve van B.
De schipper, die den kantonrechter drie
zittingen lang met de onbelangrijke kwestie
had bezig gehouden, was van dit vonnis in
hooger beroep gekomen. Hij beweerde, dat
hij onschuldig was veroordeeld, omdat hij
aan het ongeval niets kon doen en er niets
van wist. Zijn schuit lag voor en achter vast
aan de wal en volgens hem was de schroef
van het schip bij het op gang brengen van
den motor niet aan de machine gekoppeld.
De touwen moesten vast door iemand zijn
losgemaakt, zonder dat hijzelf het wist en
waarschijnlijk had de wind de Maria tegen
de vlet aangedreven. Hij had van de roei
boot niets gezien en hij had geen botsing
gemerkt en hij had zich, ook later, van het
geheele geval niets aangetrokken, naar uit
zijn verklaringen bleek.
,Wat was het voor wind?" vroeg de presi
dent.
„Wat moet ik zeggen, Zuid-West of zoo
iets", was het zonderlinge antwoord.
De eigenaar van de roeivlet, B., was geen
getuige van het ongeval geweest. Toen hij,
gewaarschuwd, onmiddellijk kwam kijken,
was de schipper al weg. De roeiboot was niet
meer te maken en een nieuwe kost 150.
Omdat het schuitje niet nieuw meer was,
volstond getuige met een schadevergoeding
van 50.
Een zekere D. uit Alkmaar, die met een
schuit vlak tegen de Maria aan had gelegen,
wilde niet zeggen, of de schroef onmiddellijk
na het aanslaan van den motor had gedraaid
of niet. Hij had geen verstand van motoren,
zei hij. Wel wist hij positief te vertellen, dat
de schipper met zijn knechtje beneden was
om den motor aan den gang te maken en dat
de Maria, toen de motor ging werken, plot
seling vooruitschoot tegen de roeiboot aan,
hetgeen een flinke schok gaf. Het touw,
waarmee het schip aan een meerpaal was
vastgemaakt, bleef aan de paal zitten, maar
gleed bij het varen gaan vanzelf van de bol
ders, zoodat het dus niet goed vast had ge
zeten. Er was niemand geweest, die het had
los gemaakt. De schipper had nergens naar
gekeken en getuige erkende, dat de heele
geschiedenis voorkomen had kunnen worden.
De veldwachter-brigadier Leeghwater wist
te vertellen, dat verdachte tegen hem had
gezegd, dat de schroef bij het op gang bren
gen al was gekoppeld aan de machine. De
invloed van wind was uitgesloten, want ver
dachte lag in de luwte en bovendien was de
Maria tegen den wind in tegen de roeiboot
aangevaren.
Verdachte ontkende nu, dat hij den veld
wachter had toegegeven, dat de schroef in
geschakeld was.
De officier constateerde, dat de schipper
erg zorgeloos was geweest en zich niet be
hoorlijk van tevoren had overtuigd, of de
zaken in orde waren voor een op gang bren
gen van de machine. Wat er ook gebeurt: de
schipper is verantwoordelijk.
De houding van verdachte vond spr. niet
prettig en daarom meende hij een hoogere
straf te moeten vragen, n.l. 15 of 10 dagen,
plus schadevergoeding.
Op 24 April j.l. reed in de Burgemeester
Lovinkstraat te Anna-Paulowna de 20-jarige
Z., nadat hij in een sigarenwinkel een bood
schap had gedaan, met zijn auto tegen een
paar rechts van den weg wandelende sol
daten aan, met het gevolg, dat de 21-jarige
A. B., afkomstig van Terschelling, een lee-
lijke beenbreuk kreeg en een ander schram
men en een beschadigde bril. De oorzaak
was, dat Z. bij het rijden gaan alleen maar
het parkeerlicht had aangehouden en het
groote licht pas op stak, toen het te laat
was. De weg was zeer donker. Snel had hij
niet gereden. De slachtoffers waren van
achter geraakt.
Z. gaf volmondig zijn schuld toe.
De officier had waardeering voor de royale
houding en vroeg 75 of 30 dagen.
Uitspraken volgende week Dinsdag.
MODERNE MACHINES VOOR
UW DRUKWERK!
ALKMAARSCHE COURANT. TEL. 3320.
Knaapje verdronken. - Gistermiddag
is te Alphen aan den Rijn de tienjarige Theo
van Rijsdam, na het verlaten van de r.k.
school aan de Paradijslaan, in het daarlangs
loopende kanaal achter Alphen geraakt.
Hoewel men den jongen reeds binnen en
kele minuten op het droge had, gaf hij geen
teeken van leven meer.
Wielrijdster ernstig gewond. - Gisteren
is te Amsterdam op den hoek van de Noor
der Amstellaan aan de Scheldestraat een
29-jarige wielrijdster door een auto aange
reden. Zij kreeg verschillende verwondingen
over het geheele lichaam en ernstige inwen
dige kneuzingen.
VIERDAAGSCHE AFSTANDSMARSCHEN
VAN DEN N. B. V. L. O.
De leider der Vierdaagsche afstandsmar-
schen deelt het volgende mede.
Verschillende omstandigheden hebben
het houden der Vierdaagsche afstandsmar-
schen van 23 tot en met 26 Juli a.s. onmo
gelijk gemaakt.
De leiding der marschen is van meening,
dat het niet verantwoord is dit jaar den
30sten marsch te houden.
Zij hoopt dat de trouwe deelnemers
(sters) dit standpunt zullen kunnen billij
ken en ook in de toekomst hun moreelen
steun aan de mooie Vierdaagsche' zullen
blijven geven.
De reeds gestorte nleggelden zullen bin
nenkort den ingeschrevenen worden terug
gezonden.
„Jeugd aan den arbeid". - In de korte
serie vraaggesprekken met jeugdleiders,
welke onder den titel „Jeugd aan den ar
beid" worden gegeven, hoopt de N.C.R.V.
Donderdag 20 Juni te 21.30 uur een inter
view uit te zenden met prof. dr. K. Dijk,
voorzitter van den Nederlandschen bond van
jongelingsvereenigingen op gereformeerden
grondslag.
29. En daar was Top ook. „Lust jij nog een appeltje?"
vroeg Tip. Tik-tak-tok, deed Tippie en daar kwamen de
appeltjes naar beneden gerold. Ze smaakten nog lekker
der dan alle spekpannekoeken van de wereld. Opa Bol
wist zich geen raad. Waar was zijn stok?
30. Hij zocht in alle hoeken en gaten, in laden en kas
ten en huilde tranen van verdriet. Want zijn stokje was
hem liever dan zijn leven. Toen vader Bol op Tip's
kamertje kwam, zag hij het bed leeg. Zijn woede kende
geen grenzen. „Dat heeft die rekel van een jongen ge
daan".
Door
51)
„Zeker, dank u, mijnheer. Ik kwam er
heel goed vandaan, maar...
„Je verdere avonturen interesseeren mij
in het geheel niet", zei de inspecteur kwasi
verveeld. „Ik wil je alleen maar een paar
vragen stellen over oudere gebeurtenissen".
Bij deze verklaring scheen Thomas Ham
per ongewoon verlicht.
„In de eerste plaats, Tommy, is het mijn
onaangename plicht je te waarschuwen,
dat alles wat je zegt, genoteerd kan wor
den en eventueel tegern jezelf kan worden
gebruikt".
„Maar u beloofde Jilbegon de
jongen driftig.
„En ik houd mijn beloften altijd", viel
Higgins hem in de rede. „Die waarschu
wing dient meer om mezelf te bescher
men. Laat je er niet al te zeer door af
schrikken. En nu een paar vragen".
„Goed. Ik zal probeeren ze te beant
woorden".
„Eerstens omtrent den man, die je in dat
leege huis in Horton Road volgde, den
avond voordat Jill en ik je daar vonden".
„Wat is er met hem?"
„Je bent niet erg behulpzaam, Tommy.
Zijn naam is Sanderson, zooals je weet.
Je volgde hem naar binnen ómdat je
meende, dat hij iets uitstaande had met den
dood van je vader".
„Niet heelemaal, meneer. Ik kende hem
als een oude kameraad van mijn vader. Ik
had toen nog niets gehoord, dat mij reden
gaf te vermoeden, dat de dood van mijn
vader aan iets anders dan zelfmoord te wij
ten was".
„Terwijl je daar was, kreeg je geloof ik
een tik om je hoofd. Wie deed dat?"
„Ik ben een boon als ik het weet, inspec
teur. Het eenige wat ik weet, is, dat het
Sanderson niet was".
„Ben je daar zeker van?"
„Absoluut".
„H'm". Kan natuurlijk Mapell zelf ge
weest zijn of die Heckenstein. Raymond was
vrijwel uitgesloten, want die moest op dat
zelfde oogenblik al staan wachten op de
bus, waarop hij den dood zou vinden. En de
Gladde kwam niet in aanmerking, die miste
daarvoor de noodige kalmte.
„Mapell misschien?" vroeg hij.
„Mogelijkehik weet niet wie u
bedoelt."
„Schei uit, Tommy", zei Higgins gemoe
delijk. „Het zal je misschien gerust stellen
te hooren, dat een zekere brief, door wijlen
je vader aan jou gezondeneh in
onze handen gekomen is".
De jongen zweeg even en zei dan:
„Drommels, meneer. Ik had den ouden
heer niet willen verraden. Als ik niet zoo'n
gek was geweest om dien brief te verlie
zen
„Maak je maar niet ongerust, Tommy.
Wij waren de bende al op het spoor. Jij
hebt ze niet verraden en je vader evenmin."
„Eerlijk waar?"
„Natuurlijk."
De jongen scheen geweldig opgelucht.
„Nu dan, Tommy. Denk nauwkeurig na
voordat je mijn volgende vraag beant
woordt. Wanneer vertelde je Jill Crawford,
dat Raymond ehbij zijn nek gegre
pen was?"
Het antwoord volgde spontaan.
„Wel, toen ik haar vroeg naar den brief
van mijn vader te zoeken."
„Juist. Dank je, Tommy, dat is alles wat
ik weten wilde."
De jongen zweeg even, terwijl hij onrus
tig op zijn stoel heen en weer schoof, blijk
baar ten prooi aan de een of andere geheim
zinnige emotie. Eindelijk verbrak hij het
stilzwijgen:
„Er is nog iets anders, dat ik eh
wensch te zeggen, inspecteur. Ik ik
eh
„Ho! Ho! Tommy! Wacht eens even", riep
Higgins schijnbaar geweldig geschrokken
uit. „Je kunt beter voorzichtig zijn met
hetgeen je zegt, nu ik je gewaarschuwd
heb. Dit is geen biecht. Wees niet te over
haast. Je hebt rechtskundigen bijstand noo-
dig. Je...."
„Ik ken geen enkelen advocaat, meneer.
De zaak is deze, dat
,Stop, Tommy, laten wij er een opzoeken.
Je kunt nooit voorzichtig genoeg zijn."
Higgins praatte vriendelijk door, terwijl
hij een rood adresboek naar zich toetrok.
„Hier hebben wij het. Wij moeten een ad-
vocatenfirma opzoeken, die in de buurt van
Scotland Yard woont! Ik vermoed, dat het
je niet kan schelen welke. Ze zijn allemaal
goed. Hoe vind je dit klinken: Succour en
Zoon. Een vriendelijke naam voor een
advocaat. Is dat goed? Mooi. Even kijken.
Je kunt het beste vragen naar meester
Willem Succour. Hij is de jongste firmant,
engoedkooper, begrijp je? Ik zal alle
kosten betalen. Vertel hem wat je wilt en
vraag zijn advies. Wanneer hij je raad geeft
moet je eraan denken zijn advies op te
volgen. Ik zal een van mijn mannen zeggen
je erhe ente brengen".
Toen Tommy een paar minuten later met
een door Higgins ontboden agent de kamer
verliet zonk de inspecteur achterover in
zijn stoel, terwijl hij met een zucht zijn zak
doek te voorschijn haalde en plechtig zijn
voorhoofd afdroogde.
Hij trok de telefoon naar zich toe.
„Hallo! Hallo! Embankment 18181. Hallo!
Hallo! Succour en Zoon? Geef me mijnheer
William alsjeblieft. Hallo! Met William
Succour? O Bill, hier Higgins. Luister eens,
ouwe jongen. Ik heb een jongeman naar je
toegezonden, die een heel pak op zijn hart
heeftWat? Provisie? Loop rond
met je provisie! Hij zal je een onmogelijk
verhaal opdisschen en je advies vragen
Zeg hem maar, dat hij zijn mond houdt, dan
zal het vanzelf wel in orde komen. Wat zeg
je? Zou je hem dat waarschijnlijk toch wel
aangeraden hebben? Ik weet het niet
Hij moet zijn mond houden, dat is de
hoofdzaakHoe gaat het met de vrouw?
GoedLaat het bier met rust
Cheerio!"
Higgings belde af.
Dat was tenminste dat!
Opnieuw veegde inspecteur Higgins zijn
voorhoofd af. Tommy! Hij mocht dien jon
gen wel! En toch vroeg de jonge Hamper
eenvoudig om moeilijkheden, en als hij niet
verdraaid voorzichtig was, zou het de taak
van den inspecteur zijn om te zorgen, dat
hij ze niet kreeg.
Aan die toevallige bekentenissen had
Higgins het land. Eenmaal geuit, na de
officiëele waarschuwing, moest er naar ge
handeld worden, ongeacht mogelijke per
soonlijke gevoelens. En Plicht (nog altijd
met een groote P) was nog altijd een voor
naam ding voor Higgins, zelfs alles, hoewel
de inspecteur niet graag zou willen, dat
Tommy nu iets zou verklaren, waarvan hij
gedwongen zou zijn officieel nota te nemen.
Zijn gepeins werd onderbroken door het
gerinkel van de telefoonbeL Hij greep den
hoorn en een stem aan het andere einde van
de draad vroeg opgewekt:
„Inspecteur Higgins?"
„Spreekt u mee".
„Mooi. Hier Rutherford van de rivier
politie. Ik geloof, dat je naar een oude
jonkvrouw zoekt van een jaar of acht en
vijftig, is het niet? Grijs haar, armoedig ge
kleed, trouwring aan linkerhand
„Precies! Genaamd Hick. Heb je haar ge
vonden?"
„H'm, ja".
„Mooi. Er zijn een paar vragen, die ik haar
wilde stellen. Ik kom direct".
„Niet noodig", klonk het lakoniek door de
telefoon. „Ze is dood. We hebben haar juist
uit de rivier opgehaald".
Wordt vervolgd.