OPA BOL VAN DE IJZEREN KNOL. AATSTE RUS ^Rechtszaken Seuilletm Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. DE CECIL FREEMAN CREGG. TWEEDE BLAD DOOR DE STOOMTRAM GEGREPPN. Maandagavond heeft op den Groenen Hilled ijk te Rotterdam een ernstig ongeval plaats gehad, waarvan de 63-jarige man A. L. van Eyk het slachtoffer is geworden. De man wilde de tramrails oversteken en schijnt daarbij niet voldoende acht te heb ben gegeven op den naderenden stoomtram der R. T. M. Hoewel de machinist op het laatste oogenblik door krachtig remmen trachtte een aanrijding te voorkomen, werd de voetganger door de locomotief gegre pen en naast de rails neergesmakt, waar hij inbewusteloozen toestand bleef liggen Het slachtoffer is naar het Zuiderzieken- hüis overgebracht, waar bleek dat de man een schedelfciasisfractuur en eenige hoofd wonden had opgeloopen. EEN ONBEKEND VOORDEEL VAN DEN „ZOMERTIJD". Over de voordeelei. van den zoogenaam- den „zomertijd" is reeds heel wat geschre ven. Kunstlicht (brandstof!) wordt be spaard. De „lange" avonden brengen den stadsmensch dichter bij de natuur; de sportbeoefening neemt toe; het meerdere zonnelicht is een hygiënisch voordeel. Deze voordeelen zijn overbekend. De buitengewone omstandigheden hebben daar nog een zeer belangrijk voordeel aan toegevoegd: hinder en overlast van de „verduistering" worden veel geringer. Het aantal verkeersongelukken tengevolge van de verduistering is, dank zij den zomertijd, sterk gedaald. Daarnaast is de aandacht te vestigen op een zeer belangrijk voordeel van den zomertijd, dat minder bekend is. Ik heb het oog op het dalen van de tem peratuur van den arbeidsdag, zoo wordt in de N. R. Ct. geschreven. Dit voordeel is vooral van beteekenis geworden, nu we niet een zomertijd van 1 uur, maar bijna een dubbele, n.l. één van 1 uur en 40 mi nuten hebben. Deze daling vertoont zich uiteraard niet in de agrarische bedrijven en evenmin in de continubedrijven. Maar dit neemt niet weg, dat voor een zeer groot aantal onzer hoofd- en handarbeiders de temperatuur van den arbeidsdag veel gun stiger is geworden, dan zij vroeger was. In de in aanmerking komende maanden (Mei-September) bedraagt hier ie lande de gemiddelde dagtemperatuur (ruw) ongeveer 17 gr. Celsius. Het dagelijksch maximum, dat te 15 uur zonnetijd valt, ligt ongeveer 4 gr. boven dit gemiddelde; het dagelijksch minimum (te 5 uur zonne tijd) ligt ongeveer 4 gr. er onder. Wat is nu het gevolg van een en ander bij den „dubbelen" zomertijd van thans? Voor den gemiddelden hoofd- en handar beider beteekent de „dubbele" zomertijd, dat de zonne-uren van 68 aan zijn ar beidsdag worden toegevoegd,, terwijl zonne-uren van 1517 wegvallen. PLUNDERAARS STALEN JUWEELEN UIT EEN BRANDKAST. De rechtbank te Rotterdam heeft giste ren uitspraak gedaan in de zaak tegen een drietal plunderaars, die op 19 Mei j.l. bij het puinruimen op de Schiekade op een brandkast van den heer Kok waren ge stuit, waarin zich voor ongeveer 16000 aan goud- en juweelen sieraden bevonden. Toen rechercheurs, die door den eigenaar gewaarschuwd waren, dat zijn brandkast onder het puin lag ter plaatse verschenen, hadden de mannen reeds een belangrijk deel van de sieraden bij zich gestoken. De officier van justitie had tegen de plunde raars, den 28-jarigen loswerkman A. K., den 36-jarigen grondwerker P. v. d. G. en den 44-jarigen expeditieknecht H. v. d. L., elk twee jaar gevangenisstraf gerequi- reerd. De rechtbank veroordeelde hen ieder tot anderhalf jaar gevangenisstraf. BAKKER DEED VOOR ZIJN BROER EXAMEN. Het bedrog kwam uit. Voor de Utrechtsche rechtbank hadden zich gister de 22-jarige J. F. en zijn 26- jarige broef A. F. te verantwoorden voor het feit, dat de jongste van de twee, nadat de oudste reeds tweemaal voor het examen middenstandsdiploma was gezakt, den derden keer voor zijn oudsten broer examen had gedaan. Het bedrog kwam uit doordat het handschrift van het inge leverde werk niet klopte met een vooraf klaargemaakte vragenlijst. De Utrechtsche officier van justitie eischte een gevangenisstraf van vier maan den met aftrek van preventief. De verdediger zeide, dat de oudste verdachte een goed bakker is, maar een slecht boekhouder, zijn algemeene han delskennis was onvoldoende. De jongste had geen voordeel van zijn daad gehad en het gedaan in een plotselinge opwelling om zijn zenuwachtigen ouderen broer te helpen. Spr. pleitte clementie en vroeg een voorwaardelijke straf. zuigelingen zijn aan de toegeschrten hel pers overgereikt. De uitspraak is echter nog niet gevallen. In verband met verschillende tegenstrijdi ge verklaringen en de bestrijding van het politierapport door mevrouw van der W. op enkele punten, meende mr. Rueb, dat getuigenverhoor en desnoods deskundigen verhoor meer licht zal moeten verschaffen, Daarom beval de president den eischer met getuigen te bewijzen, dat het kindje dat mevr. van der W. thans bezit, het kind is van mevrouw Steinmetz. Onverminderd het recht van partijen om andere getuigen te doen dagvaarden, bepaalde de president, dat nog een tiental getuigen zullen wor den gehoord. Den datum van de enquête stelde mr. Rueb vast op Maandag 24 Juni des mid dags om 2 uur. De verdere uitspraken hield de president aan. meer van 1 jaar ge- V. heden, de MUGGENPLAAG OP URK. Na twee jaar van betrekkelijke rust, is Urk thans opnieuw aangevallen door ge weldige zwermen muggen. De eerste aanval is ingezet door duizendtallen van een heel klein soort van de Chyronomus, terwijl deze sinds vandaag worden opgevolgd door mil- lioenen van een grooter soort. Zwarte wolken komen uit de boorden van het IJselmeer op en verspreiden zich over het dorp. Op sommige plaatsen moet men zich al slaande en waaiende een weg banen en is het geraden den mond gesloten te houden. Hoewel tot ongerief van de schilders, die 's morgens eerst een mugvrij plekje moe ten opzoeken om daar te kunnen werken, is de voedselvoorziening van spinnen, mus- schen en spreeuwen voorloopig afdoende verzekerd, zoodat distributie van vogelvoer niet is te vreezen. TWEE MOEDERS BETWISTEN KANDER EEN KIND. Enquête gelast in kort geding. De president van de Haa.gsche recht bank, mr. A. S. Rueb, zou vanmorgen uitspraak doen in een wel zeer ongewone kort geding-zaak, die Zaterdagochtend voor hem had gediend. De familie S. had 1.1. een eisch tot afgifte gesteld van het kind, dat de familie van der W. thans bezit en als het hare beschouwt. Mevrouw S. is echter overtuigd, dat dit kind haar toe behoort. De onzekerheid over de afkomst van het kind is een gevolg van de verwarring, die op tien Mei des morgens ontstond, toen in de kraamvrouwenkliniek „Huize Bethle hem" op den hoek van de Casuariestraat en de Princessegracht een bom insloeg. Enkele kinderen in zaal 9, die getroffen werden, zijn daarbij gedood, de overige Op 11 Mei heeft voor de Alkmaarsche rechtbank terecht gestaan de 45-jarige stuca- door V., zonder vaste woonplaats, die van J. L. te Alkmaar een fiets had gehuurd. Die fiets had hij na een paar weken ten eigen bate verkocht. De officier had tegen V., die dergelijke feiten had gepleegd, vangenisstraf gevraagd. De rechtbank veroordeelde Dinsdag, tot 1 jaar gevangenisstraf, De 18-jarige loopjongen J. uit Den Helder heeft terecht gestaan wegens inbraak en straatroof te Den Helder. De officier had tegen den jongeman anderhalf jaar gevange nisstraf gevraagd, door te brengen in de jeugdgevangenis. De rechtbank veroordeelde J. tot 1jaar jeugdgevangenis. De 43-jarige zwerver C. v. d. K. had te Hoorn twee fietsen gestolen. De officier had tegen hem 1 jaar gevangenisstraf gevorderd. De rechtbank, uitspraak doende, veroor deelde v. d K. tot 9 maanden gevangenis straf. Dinsdag kwamen eenige jonge inwoners van Limmen en een van Akersloot voor de Alkmaarsche rechtbank in hooger beroep tegen een veroordeeling door den kanton rechter. De gebroeders K. uit Limmen waren veroordeeld tot ieder twee maal 4 of 2 dagen, omdat ze in Februari van dit jaar uit een bijt te Akersloot met hun han den bedwelmde visch hadden gehaald en dat, terwijl ze geen vischacte hadden, noch een vergunning van den pachter van het vischwater. De eerste van de gebroeders, die voor kwam, ontkende visch uit het water gehaald te hebben of daartoe het voornemen te heb ben gehad. Hij was langs de bijt gereden en had wel gezien, dat er andere menschen bezig waren de visch buit te maken. Hij had zijn handen zelfs niet in het water gehad. De rijksveldwachter die het proces-verbaal had opgemaakt, wist het als getuige wel anders te vertellen. Hij had verdachte en anderen betrapt, toen ze met hun handen tusschen de paling in zaten en verdachte had toen op de vraag, wat hij daar deed, ge antwoord: „O, ik speel maar wat met mijn handen". De visch was geenszins waarde- looze buit, zei de veldwachter voorts nog. De officier geloofde natuurlijk den veld wachter tien keer eerder dan den verdachte, die z.i. de rechtbank nutteloos door zijn hooger beroep aan het werk had gezet. Wat verdachte had gedaan, was geen halsmis daad, maar hij moest niet vervelend worden. De officier vorderde nu 10 of 5 dagen, twee keer te betalen. De tweede van het broederschap verging het 't zelfde. Ook hij kwam met precies het zelfde verhaal aandragen en over hem zei de veldwachter hetzelfde, terwijl de officier tenslotte dezelfde verhoogde straf vorderde. Toen verdachte bleef volhouden dat hij de waarheid sprak, zei de president, Mr. Fruin, tegen hem: het zou er nog op neerkomen, dat de veldwachter meineed pleegt? Waarop verdachte zei: Dat doet ie ook. Toen flikkerde het oog van den president even gevaarlijk en het bescheid was: Ik zou maar voorzichtig zijn met dergelijke op merkingen. De derde, een inwoner van Akersloot, was door den kantonrechter tot 2 x f 3 of 2 dagen veroordeeld wegens hetzelfde feit. Deze verdachte gaf echter royaal toe te hebben gevischt. Hij was in hooger beroep gekomen om wegens zijn armoede vermin dering van straf te krijgen. Daar wilde de officier wel over praten en die vorderde daarom slechts twee keer 2 of 2 dagen. De schipper v. d. V. uit Den Haag was op 4 November van het vorig jaar met zijn ge huurde motorschuit Maria te Broek op Langendijk tegen een ijzeren rooivlet van B. aangebotst, met het gevolg, dat de vlet duchtig werd gedeukt en onmiddellijk zonk. De Maria lag aan de wal bij de veiling en de schipper was met zijn knechtje in de motorkamer beneden bezig den motor op gang te maken. Toen de motor aansloeg was het schip plotseling vooruit geschoten naar den overkant en tegen het vletje gebotst. Door den kantonrechter was de schipper wegens zijn onvoorzichtigheid tot 6 of 3 dagen veroordeeld, plus tot een schadever goeding van 50 ten behoeve van B. De schipper, die den kantonrechter drie zittingen lang met de onbelangrijke kwestie had bezig gehouden, was van dit vonnis in hooger beroep gekomen. Hij beweerde, dat hij onschuldig was veroordeeld, omdat hij aan het ongeval niets kon doen en er niets van wist. Zijn schuit lag voor en achter vast aan de wal en volgens hem was de schroef van het schip bij het op gang brengen van den motor niet aan de machine gekoppeld. De touwen moesten vast door iemand zijn losgemaakt, zonder dat hijzelf het wist en waarschijnlijk had de wind de Maria tegen de vlet aangedreven. Hij had van de roei boot niets gezien en hij had geen botsing gemerkt en hij had zich, ook later, van het geheele geval niets aangetrokken, naar uit zijn verklaringen bleek. ,Wat was het voor wind?" vroeg de presi dent. „Wat moet ik zeggen, Zuid-West of zoo iets", was het zonderlinge antwoord. De eigenaar van de roeivlet, B., was geen getuige van het ongeval geweest. Toen hij, gewaarschuwd, onmiddellijk kwam kijken, was de schipper al weg. De roeiboot was niet meer te maken en een nieuwe kost 150. Omdat het schuitje niet nieuw meer was, volstond getuige met een schadevergoeding van 50. Een zekere D. uit Alkmaar, die met een schuit vlak tegen de Maria aan had gelegen, wilde niet zeggen, of de schroef onmiddellijk na het aanslaan van den motor had gedraaid of niet. Hij had geen verstand van motoren, zei hij. Wel wist hij positief te vertellen, dat de schipper met zijn knechtje beneden was om den motor aan den gang te maken en dat de Maria, toen de motor ging werken, plot seling vooruitschoot tegen de roeiboot aan, hetgeen een flinke schok gaf. Het touw, waarmee het schip aan een meerpaal was vastgemaakt, bleef aan de paal zitten, maar gleed bij het varen gaan vanzelf van de bol ders, zoodat het dus niet goed vast had ge zeten. Er was niemand geweest, die het had los gemaakt. De schipper had nergens naar gekeken en getuige erkende, dat de heele geschiedenis voorkomen had kunnen worden. De veldwachter-brigadier Leeghwater wist te vertellen, dat verdachte tegen hem had gezegd, dat de schroef bij het op gang bren gen al was gekoppeld aan de machine. De invloed van wind was uitgesloten, want ver dachte lag in de luwte en bovendien was de Maria tegen den wind in tegen de roeiboot aangevaren. Verdachte ontkende nu, dat hij den veld wachter had toegegeven, dat de schroef in geschakeld was. De officier constateerde, dat de schipper erg zorgeloos was geweest en zich niet be hoorlijk van tevoren had overtuigd, of de zaken in orde waren voor een op gang bren gen van de machine. Wat er ook gebeurt: de schipper is verantwoordelijk. De houding van verdachte vond spr. niet prettig en daarom meende hij een hoogere straf te moeten vragen, n.l. 15 of 10 dagen, plus schadevergoeding. Op 24 April j.l. reed in de Burgemeester Lovinkstraat te Anna-Paulowna de 20-jarige Z., nadat hij in een sigarenwinkel een bood schap had gedaan, met zijn auto tegen een paar rechts van den weg wandelende sol daten aan, met het gevolg, dat de 21-jarige A. B., afkomstig van Terschelling, een lee- lijke beenbreuk kreeg en een ander schram men en een beschadigde bril. De oorzaak was, dat Z. bij het rijden gaan alleen maar het parkeerlicht had aangehouden en het groote licht pas op stak, toen het te laat was. De weg was zeer donker. Snel had hij niet gereden. De slachtoffers waren van achter geraakt. Z. gaf volmondig zijn schuld toe. De officier had waardeering voor de royale houding en vroeg 75 of 30 dagen. Uitspraken volgende week Dinsdag. MODERNE MACHINES VOOR UW DRUKWERK! ALKMAARSCHE COURANT. TEL. 3320. Knaapje verdronken. - Gistermiddag is te Alphen aan den Rijn de tienjarige Theo van Rijsdam, na het verlaten van de r.k. school aan de Paradijslaan, in het daarlangs loopende kanaal achter Alphen geraakt. Hoewel men den jongen reeds binnen en kele minuten op het droge had, gaf hij geen teeken van leven meer. Wielrijdster ernstig gewond. - Gisteren is te Amsterdam op den hoek van de Noor der Amstellaan aan de Scheldestraat een 29-jarige wielrijdster door een auto aange reden. Zij kreeg verschillende verwondingen over het geheele lichaam en ernstige inwen dige kneuzingen. VIERDAAGSCHE AFSTANDSMARSCHEN VAN DEN N. B. V. L. O. De leider der Vierdaagsche afstandsmar- schen deelt het volgende mede. Verschillende omstandigheden hebben het houden der Vierdaagsche afstandsmar- schen van 23 tot en met 26 Juli a.s. onmo gelijk gemaakt. De leiding der marschen is van meening, dat het niet verantwoord is dit jaar den 30sten marsch te houden. Zij hoopt dat de trouwe deelnemers (sters) dit standpunt zullen kunnen billij ken en ook in de toekomst hun moreelen steun aan de mooie Vierdaagsche' zullen blijven geven. De reeds gestorte nleggelden zullen bin nenkort den ingeschrevenen worden terug gezonden. „Jeugd aan den arbeid". - In de korte serie vraaggesprekken met jeugdleiders, welke onder den titel „Jeugd aan den ar beid" worden gegeven, hoopt de N.C.R.V. Donderdag 20 Juni te 21.30 uur een inter view uit te zenden met prof. dr. K. Dijk, voorzitter van den Nederlandschen bond van jongelingsvereenigingen op gereformeerden grondslag. 29. En daar was Top ook. „Lust jij nog een appeltje?" vroeg Tip. Tik-tak-tok, deed Tippie en daar kwamen de appeltjes naar beneden gerold. Ze smaakten nog lekker der dan alle spekpannekoeken van de wereld. Opa Bol wist zich geen raad. Waar was zijn stok? 30. Hij zocht in alle hoeken en gaten, in laden en kas ten en huilde tranen van verdriet. Want zijn stokje was hem liever dan zijn leven. Toen vader Bol op Tip's kamertje kwam, zag hij het bed leeg. Zijn woede kende geen grenzen. „Dat heeft die rekel van een jongen ge daan". Door 51) „Zeker, dank u, mijnheer. Ik kwam er heel goed vandaan, maar... „Je verdere avonturen interesseeren mij in het geheel niet", zei de inspecteur kwasi verveeld. „Ik wil je alleen maar een paar vragen stellen over oudere gebeurtenissen". Bij deze verklaring scheen Thomas Ham per ongewoon verlicht. „In de eerste plaats, Tommy, is het mijn onaangename plicht je te waarschuwen, dat alles wat je zegt, genoteerd kan wor den en eventueel tegern jezelf kan worden gebruikt". „Maar u beloofde Jilbegon de jongen driftig. „En ik houd mijn beloften altijd", viel Higgins hem in de rede. „Die waarschu wing dient meer om mezelf te bescher men. Laat je er niet al te zeer door af schrikken. En nu een paar vragen". „Goed. Ik zal probeeren ze te beant woorden". „Eerstens omtrent den man, die je in dat leege huis in Horton Road volgde, den avond voordat Jill en ik je daar vonden". „Wat is er met hem?" „Je bent niet erg behulpzaam, Tommy. Zijn naam is Sanderson, zooals je weet. Je volgde hem naar binnen ómdat je meende, dat hij iets uitstaande had met den dood van je vader". „Niet heelemaal, meneer. Ik kende hem als een oude kameraad van mijn vader. Ik had toen nog niets gehoord, dat mij reden gaf te vermoeden, dat de dood van mijn vader aan iets anders dan zelfmoord te wij ten was". „Terwijl je daar was, kreeg je geloof ik een tik om je hoofd. Wie deed dat?" „Ik ben een boon als ik het weet, inspec teur. Het eenige wat ik weet, is, dat het Sanderson niet was". „Ben je daar zeker van?" „Absoluut". „H'm". Kan natuurlijk Mapell zelf ge weest zijn of die Heckenstein. Raymond was vrijwel uitgesloten, want die moest op dat zelfde oogenblik al staan wachten op de bus, waarop hij den dood zou vinden. En de Gladde kwam niet in aanmerking, die miste daarvoor de noodige kalmte. „Mapell misschien?" vroeg hij. „Mogelijkehik weet niet wie u bedoelt." „Schei uit, Tommy", zei Higgins gemoe delijk. „Het zal je misschien gerust stellen te hooren, dat een zekere brief, door wijlen je vader aan jou gezondeneh in onze handen gekomen is". De jongen zweeg even en zei dan: „Drommels, meneer. Ik had den ouden heer niet willen verraden. Als ik niet zoo'n gek was geweest om dien brief te verlie zen „Maak je maar niet ongerust, Tommy. Wij waren de bende al op het spoor. Jij hebt ze niet verraden en je vader evenmin." „Eerlijk waar?" „Natuurlijk." De jongen scheen geweldig opgelucht. „Nu dan, Tommy. Denk nauwkeurig na voordat je mijn volgende vraag beant woordt. Wanneer vertelde je Jill Crawford, dat Raymond ehbij zijn nek gegre pen was?" Het antwoord volgde spontaan. „Wel, toen ik haar vroeg naar den brief van mijn vader te zoeken." „Juist. Dank je, Tommy, dat is alles wat ik weten wilde." De jongen zweeg even, terwijl hij onrus tig op zijn stoel heen en weer schoof, blijk baar ten prooi aan de een of andere geheim zinnige emotie. Eindelijk verbrak hij het stilzwijgen: „Er is nog iets anders, dat ik eh wensch te zeggen, inspecteur. Ik ik eh „Ho! Ho! Tommy! Wacht eens even", riep Higgins schijnbaar geweldig geschrokken uit. „Je kunt beter voorzichtig zijn met hetgeen je zegt, nu ik je gewaarschuwd heb. Dit is geen biecht. Wees niet te over haast. Je hebt rechtskundigen bijstand noo- dig. Je...." „Ik ken geen enkelen advocaat, meneer. De zaak is deze, dat ,Stop, Tommy, laten wij er een opzoeken. Je kunt nooit voorzichtig genoeg zijn." Higgins praatte vriendelijk door, terwijl hij een rood adresboek naar zich toetrok. „Hier hebben wij het. Wij moeten een ad- vocatenfirma opzoeken, die in de buurt van Scotland Yard woont! Ik vermoed, dat het je niet kan schelen welke. Ze zijn allemaal goed. Hoe vind je dit klinken: Succour en Zoon. Een vriendelijke naam voor een advocaat. Is dat goed? Mooi. Even kijken. Je kunt het beste vragen naar meester Willem Succour. Hij is de jongste firmant, engoedkooper, begrijp je? Ik zal alle kosten betalen. Vertel hem wat je wilt en vraag zijn advies. Wanneer hij je raad geeft moet je eraan denken zijn advies op te volgen. Ik zal een van mijn mannen zeggen je erhe ente brengen". Toen Tommy een paar minuten later met een door Higgins ontboden agent de kamer verliet zonk de inspecteur achterover in zijn stoel, terwijl hij met een zucht zijn zak doek te voorschijn haalde en plechtig zijn voorhoofd afdroogde. Hij trok de telefoon naar zich toe. „Hallo! Hallo! Embankment 18181. Hallo! Hallo! Succour en Zoon? Geef me mijnheer William alsjeblieft. Hallo! Met William Succour? O Bill, hier Higgins. Luister eens, ouwe jongen. Ik heb een jongeman naar je toegezonden, die een heel pak op zijn hart heeftWat? Provisie? Loop rond met je provisie! Hij zal je een onmogelijk verhaal opdisschen en je advies vragen Zeg hem maar, dat hij zijn mond houdt, dan zal het vanzelf wel in orde komen. Wat zeg je? Zou je hem dat waarschijnlijk toch wel aangeraden hebben? Ik weet het niet Hij moet zijn mond houden, dat is de hoofdzaakHoe gaat het met de vrouw? GoedLaat het bier met rust Cheerio!" Higgings belde af. Dat was tenminste dat! Opnieuw veegde inspecteur Higgins zijn voorhoofd af. Tommy! Hij mocht dien jon gen wel! En toch vroeg de jonge Hamper eenvoudig om moeilijkheden, en als hij niet verdraaid voorzichtig was, zou het de taak van den inspecteur zijn om te zorgen, dat hij ze niet kreeg. Aan die toevallige bekentenissen had Higgins het land. Eenmaal geuit, na de officiëele waarschuwing, moest er naar ge handeld worden, ongeacht mogelijke per soonlijke gevoelens. En Plicht (nog altijd met een groote P) was nog altijd een voor naam ding voor Higgins, zelfs alles, hoewel de inspecteur niet graag zou willen, dat Tommy nu iets zou verklaren, waarvan hij gedwongen zou zijn officieel nota te nemen. Zijn gepeins werd onderbroken door het gerinkel van de telefoonbeL Hij greep den hoorn en een stem aan het andere einde van de draad vroeg opgewekt: „Inspecteur Higgins?" „Spreekt u mee". „Mooi. Hier Rutherford van de rivier politie. Ik geloof, dat je naar een oude jonkvrouw zoekt van een jaar of acht en vijftig, is het niet? Grijs haar, armoedig ge kleed, trouwring aan linkerhand „Precies! Genaamd Hick. Heb je haar ge vonden?" „H'm, ja". „Mooi. Er zijn een paar vragen, die ik haar wilde stellen. Ik kom direct". „Niet noodig", klonk het lakoniek door de telefoon. „Ze is dood. We hebben haar juist uit de rivier opgehaald". Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6