DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTRI Duitschlands voorwaarden aan de Fransche delegatie medegedeeld. In hetzelfde restauratierijtuig als op 11 November 1918. De rollen waren thans omgekeerd. De ontvangst der Fransche gevolmachtigden. De beoordeeling in Duitschland, tiet Duitsche legerbericht. =s? angenisstraf nis met het er ruzie. Hes aan om zoodat z}j Dit gelukte bedreigde 7 December iuis in de tking was. ten waagde, uipen, waar uchtte naar sed enkele ?as niet ge arresteerd. waard. We nk het weer inde van den zeg, dat je ehoord hebt, If er blij mee akkelijk aan innen? Wan- verander ik een tweede a jaren lange worden door tem dan mijn Higgins onze- cteur, ben ik die him vin- pecteur onge- ander tot een ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. No. 146 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur; C. KRAK. ito Zaterdag 22 Juni 1940 PRIJS DER GEWONE ADVERTENUEN: Van 1 -5 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HLRMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA, 142e Jaargang TJit het bosch van Compiègne werd door het D. N. B. gemeld: De Führer en opperste bevelhebber heeft gister om 15 uur 30, in aanwezigheid van de opperbevelhebbers der weermachtonderdeelen, van den chef van het opperbevel der weermacht, van den rijksminister van buitenlandsche zaken en den plaatsver vanger van den Führer, de Fransche delegatie ontvangen voor de overhandiging der wapenstilstandsvoorwaarden. De Fransche delegatie bestond uit generaal Huntziger, lid van den Franschen Oppersten Oorlogsraad, den generaal van het luchtwapen Bergeret, vice-admiraal Leluc en ambassadeur Noel. De Führer verrichtte de handeling der overhandiging van de voorwaarden in het bosch van Compiègne, in denzelfden salonwagen, waarin maarschalk Foch, op 11 November 1918 onder onteerende omstandigheden den Duitschen onderhande laars den wapenstilstand dicteerde. De gebeurtenis van gister in het bosch van Compiègne heeft gepleegd onrecht tgenover de Duitsche wapenen uitgewischt. De waardigheid der handeling tegen over den in eere verslagen tegenstander stond in tegenstelling tot de eeuwighaat- zaaiende gedenkteekenen van deze plaats, waar eens gallische laagheid het niet over wonnen Duitsche leger smaadde. In opdracht van den Führer las de'chef van het opperbevel der weermacht, generaal-kolonel Keitel de volgende preambule voor de wapenstilstandsvoorwaarden voor: In opdracht van den Führer en opperste bevelhebber van de Duitsche weer macht heb ik u de volgende mededeeling te doen: In vertrouwen op de door den Amerikaanschen president Wilson aan het Duitsche Rijk gegeven en door de geallieerde mogendheden bevestigde toezeggingen heeft de Duitsche weer macht in November 1918 de wapens neergelegd. Daarmede vond een oorlog zijn einde, dien het Duitsche volk en zijn regeering niet hadden gewild en waarin het, ondanks ontzaggelijke overmacht, den tegenstanders niet gelukt was het Duitsche leger, de marine of het Duitsche luchtwapen op eenigerlei wijze be slissend te overwinnen. Reeds op het oogenblik der aankomst van de Duitsche wapenstilstandscom missie echter begon het verbreken der plechtig gegeven belofte. Op 11 November 1918 begon daarmede in dezen trein de lijdenstijd van het Duitsche volk. Wat aan onteering en vernedering, aan menschelijk en materieel leed een volk kon worden toegevoegd, vond hier zijn begin. Woordbreuk en mijneed hadden tegen een volk samengezworen, dat na een ruim vierjarigen heldhaftigen tegenstand slechts vervallen was in de eenige zwakheid van geloof te slaan aan de beloften van de democratische staatslieden. Op 3 September 1939, vijf en twintig jaar na het uitbreken van den wereld oorlog, hebben Engeland en Frankrijk, wederom zonder eenigen grond, Duitsch- land den oorlog verklaard. Thans is de beslissing der wapenen gevallen. Frank rijk is overwonnen. De Fransche regeering heeft de Rijksregeering verzocht haar de Duitsche voorwaarden voor een wapenstilstand bekend te maken. Wanneer voor het in ontvangst nemen van deze voorwaarden het historische Bosch van Compiègne werd aangewezen, dan geschiedde zulks ofm door deze handeling van een weer goedmakende gerechtigheid eens en voor al een herinnering uit te wisschen, die voor Frankrijk geen roemrijk blad in zijn ge schiedenis was, maar die door het Duitsche volk gevoeld werd als de diepste schande van alle tijden.. Frankrijk is na een heroieken tegenstand in één enkele reeks bloedige slagen overwonnen en ineengestort. Duitschland heeft derhalve niet het voornemen, aan de wapenstilstandsonderhandelingen de karaktertrekken te geven van be schimpingen tegenover een zoo dapperen tegenstander. Het doel der Duitsche eischen is: 1. hervatting van den strijd te verhinderen; 2. Duitschland alle waarborgen te bieden voor de hem opgedrongen voort zetting van den oorlog tegen Engeland; 3. de voorwaarden in het leven te roepen voor de vorming van een nieuwen vrede, welks belangrijkste inhoud zal zijn het herstel van het aan het Duitsche Rijk zelf, met geweld aangedane onrecht. Na het voorlezen der preambule verliet de Führer, „Deutschlandlied" de plaats der onderhandelingen. onder de tonen van het Op precies dezelfde plaats en in hetzelfde rijtuig. Op precies dezelfde plaats en in hetzelfde rijtuig, onder veel waardiger uiterlijke om standigheden, welke den verslagen tegen stander niet deemoedigden, hebben de ge volmachtigden van Frankrijk uit den mond van den gevolmachtigde van den oppersten bevelhebber, den chef van het opperbevel der weermacht, generaal kolonel Keitel, de voorwaarden in ontvangst genomen, waar onder Duitschland bereid is een wapenstil stand toe te staan. Aan de aftakking naar het bosch van Compiegne staan posten. Tot op grooten af stand is het gebied afgezet. Rechts van den weg, die leidt naar de plaats der wapen stilstandsonderhandelingen van 1918 en 1940, ligt een ruime tent. Deze is voor de Fransche delegatie bestemd als verblijf plaats voor hun beraadslagingen. De inrich ting is eenvoudig, maar comfortabel. Een staande kalender toont de historische datum van den 21sten Juni 1940. Op een tafel in een hoek staan een karaf water en glazen, schrijfbenoodigdheden, aschbakjes. Het monument van den wapenstilstand van 11 November 1918 is bedekt met de rijksoorlogsvlag. In de korte Allee, die naar de plaats der toenmalige onderhandelingen leidt, staat een eere-compagnie met twee treinen van het leger en een van het lucht wapen opgesteld. Midden over het plein loopen twee rails. Daartusschen ligt, iets hooger, de gedenksteen met het opschrift: hier strandde op 11 November 1918 de mis dadige hoogmoed van het Duitsche keizer rijk, overwonnen door de vrije volken, die het zich aanmatigde te onderwerpen". Vlak boven den steen wappert de standaard van den Führer. Rechts van den steen staat, precies op dezelfde plaats als in 1918 het rijtuig, waarin toen de onderhandelingen werden gevoerd en waar vandaag de ver tegenwoordigers van het overwonnen Frankrijk de voorwaarden voor den wapen stilstand in ontvangst nemen. Het is een normale restauratiewagen van de iijternationale slaapwagenmaatschappij, die volledig onversierd is gebleven. In het midden staat een groote rechthoekige tafel. Daarop staan witte plaatskaarten met het gouden souvereinitietsteeken. Op het tweede spoor geeft een gedenk steen de plaats aan, waar in 1918 het rijtuig der Duitsche gevolmachtigden stond. Aan dezen kant is ook het monument voor Foch opgericht, met het front naar het rij tuig. Op de plaats, waar toen het Duitsche rijtuig stond, hebben de vertegenwoordi gers der binnen- en buitenlandsche pers hun plaats, terwijl vlak voor het rijtuig de generaliteit en admiraliteit en de eeregas- ten van staat en partij op den Führer wach ten. Onder hen ziet men den rijksleider der S. S. Himmler, rijksminister Lammers, rijksperschef, dr. Dietrich, rijksleider Bor- mann, den chef van het weermachtslei- dingsbureau, generaal maj. Jodl, generaal- luitenant Bodenschatz, de persoonlijke en militaire adjudanten van den Führer en generaal Glaise Horstenau. De Führer arriveert. Even voor drie uur marcheert de eere compagnie op. Om kwart over drie arri veerde de Führer per auto op het plein van het gedenkteeken. Hij werd door generaal veldmaarschalk Goering, grootadmiraal Raeder, generaal kolonel von Brauchitsch, generaal kolonel Keitel, den rijksminister van buitenlandsche zaken von Ribbentrop, en den plaatsvervanger van den Führer, Rudolf Hess, ontvangen. Gevolgd door deze persoonlijkheden liep hij langs de eere compagnie. Aangekomen qp het ronde plein, begaf hij zich naar den gedenksteen en stapte daarop met zijn gevolg in het rijtuig iets later, om half vier, verscheen de Fran sche delegatie, die Donderdag de voorste Duitsche linie bij Tours was gepasseerd en die door den opperkwartiermeester van het leger, genaral luitenant von Tippelskirch, naar Compiegne was begeleid. De gevol machtigden van Frankrijk hadden in een hotel in Parijs overnacht. Vanochtend wer den zij naar Compiegne gebracht, waar zij door oberstleutnant Thomas, den comman dant van het hoofdkwartier van den Führer naar het ronde plein werden geleid. Generaal Huntziger bleef een oogenblik nadenkend staan, voor hij om 15 uur 35 in het rijtuig stapte. De ontvangst der Fransche gedelegeerden. In het rijtuig waren de Führer en zijn ge zelschap opgestaan. De Führer begroette elk der Fransche gevolmachtigden' door het op heffen van de rechter hand. Daarop namen de deelnemers hun plaatsen in. De Führer had plaats genomen aan het midden van de tafel, rechts van hem zaten generaal veld maarschalk Göring, groot admiraal Raeder en de rijksminister van buitenladsche za ken, von Ribbentrop, links generaal kolonel Keitel generaal kolonel von Brauchitsch en Rudolf Hess. Aan den anderen kant nam de leider der Fransche delegatie, generaal Huntziger, de middenplaats in. Aan zijn linkerzijde zat vice-admiraal Leluc, aan zijn rechterzijde ambassadeur Noel en ge neraal Bergeret. Toen stond de chef van het opperbevel der weermacht, generaal kolonel Keitel op en las op bevel van den Führer de pream bule voor van de wapenstilstandsvoorwaar den. In aansluiting hierop werd de preambule vertaald door gezant Schmidt. Daarop stonden alle aanwezigen op en de Führer verliet met zijn gezelschap om 15 uur 42 het rijtuig, terwijl generaal kolonel Keitel met de Fransche gevolmachtigden in het rijtuig bleef. Toen de Führer de allee naar het plein voor het monument had bereikt, meldde zich de commandant der eere-compagnie bij hem met de woorden: „Mijn Führer, de grootduitsche weermacht groet haar opper sten bevelhebber". De Führer zeide dank, de volksliederen weerklonken. De histori sche handeling in het bosch van Compiegne was geëindigd. De besprekingen worden voortgezet. Nadat de Führer met zijn staf het bosch van Compiegne had verlaten en de Fran sche onderhandelaars van generaal kolonel Keitel de voorwaarden der capitulatie had den ontvangen, trokken de Fransche ge volmachtigden zich mo 16.25 uur in de voor hen ingerichte speciale tent terug voor in terne bespreking. Vanuit deze tent, hebben zij, een draadlooze- en verreschrijfverbin- ding met hun regeering te Bordeaux. Om 18 uur begaven zij zich wederom in het his torische rijtuig, waar het contact met de gevolmachtigden van den Führer en opper sten bevelhebber generaal kolonel Keitel, werd voortgezet. De besprekingen duuren nog voort. De wagon en het gedenkteeken gaan naar Berlijn. Na de beëindiging van de plechtig heid in Compiegne heeft de Führer de volgende bevelen gegeven: 1. De historische wagen de gedenk steen en het gedenkteeken van de galli sche overwinning moeten naar Berlijn worden overgebracht. 2. Het emplacement van de beide treinen moet vernietigd worden. 3. Het gedenkteeken voor maarschalk Foch moet ongeschonden behouden blijven. De smaad van 1918 is uitgewischt. De smaad van 1918 in Compiegne uitge wischt. Onder deze en dergelijke opschrif ten vermeldt de geheele. Zaterdagochtend pers in grooten opmaak het overhandigen van de Duitsche wapenstilstandsvoorwaar den. De bladen wijzen op de waardige be handeling van den eervol verslagen vijand alsmede op het feit, dat Hitier de Fransche delegatie ontving. De „Berliner Börsen-Zeitung" wijst op het verschil tusschen Compiegne 1918 en Com piegne 1940. In Compiegne en Versailles heerschte de wil, de atmosfeer tusschen de beide volkeren te verpesten, den vijand machteloos achter te laten en zijn leven voor altijd met kerkermuren te omringen. De handeling van gisteren te Compiegne toont de Duitsche houding in zulk een toestand: De Führer overwint den vijand, neemt op harde wijze het negatieve weg maar zijn handeling is opbouwend. De gedwongen gang naar Compiegne toont den Franschen, dat zij de gevolgen van de oorlogsmisdaad te dragen hebben. Maar uit de formuleering van het doel der Duitsche eischen blijkt, dat de Führer, overeenkomstig zijn manier van denken en handelen, niet het negatieve tot element van de toekomst maakt, maar door het herstel van 't onrecht, door het uitroeien van wat onnatuurlijk is, de voorwaarden schept om iets beters tot stand te brengen. De oude wereld van het onrecht, van de onderdrukking, die zooveel leed over de volkeren gebracht heeft, stort ineen, Een nieuwe ontstaat. De Deutsche Allgemeine Zeitung schrijft: Drie doelen zijn aangegeven voor de Duit sche eischen, die Frankrijk vervullen moet. Elke Franschman zal bij het onderzoeken van deze eischen moeten begrijpen, dat van het moet worden uitgegaan, dat de oorlog tegen Engeland doorgaat. Onze eischen moe ten vooreerst een hervatting van den strijd door Frankrijk verhinderen. Dat is de van zelfsprekende beteekenis van elke wapen stilstands-voorwaarde en alleen dit punt komt op de rekening van Frankrijk alleen. Het tweede punt moet Frankrijk alleen wegens Engeland dragen. Het zijn de bevei ligingen die wij voor de opgedwongen voort zetting van den oorlog tegen Engeland en Frankrijk, al heeft Frankrijk voorloopig alleen deze lasten te dragen. Dit deel van onze eischen moet de voorwaarden voor den nieuwen vrede scheppen, waarvan de essentieele inhoud het herstel van het ons met geweld aangedane onrecht zal zijn. Onze overwinning van Frankrijk, zoo besluit het blad, is met de wapens verkregen, en ook de nederlaag van Engeland zal een over winning van onze wapens zijn. De „Völkischer Beobachter schrijft: Frank rijk is verslagen en moet de geweldigste nederlaag van zijn geheele geschiedenis be leven. Daarmede heeft het Fransche impe rialisme en hebben de mannen, die het Fransche volk in dezen misdadigen oorlog gestort hebben, een doodelijken slag gekre gen. Het lot dat Frankrijk getroffen heeft, is overeenkomstig den1 toestand zooals deze door den strijd der geesten en wereldbe schouwingen sinds 1918 voor Duitschland en heel Europa is ontstaan. Niet alleen Duitschland doch Europa heeft in Com piegne overwonnen. DE ITALIAANSCHE OPERATIES GAAN ONGEWIJZIGD DOOR. Van bevoegde Italiaansche zijde werd onder verwijzing naar de Fransche verzoe ken om wapenstilstand aan Duitschland en Italië, nogmaals erop gewezen, dat deze verzoeken niet beteekenen, dat de vijande lijkheden thans gestaakt worden. Integen deel, de militaire operaties gaan ongewij zigd door en de staking der vijandelijkhe den kan eerst na het sluiten van den wa penstilstand geschieden. Te bevoegder plaatse worden nogmaals alle in het buiten land verspreide combinaties over de wapen stilstandsvoorwaarden als volkomen wille keurige fantasieën afgewezen. Het frontbericht van het D.N.B. luidt als volgt: De gevechtshandelingen in Frankrijk con- centreeren zich steeds duidelijker op den O. vleugel van het geheele operatieterrein. Ter wijl in het W., van de Loire-monding tot aan het Rhonedal de door de pantsertroe pen en gemotoriseerde groepen gewonnen gebieden systematisch worden bezet, zonder dat het daarbij nog tot noemenswaardige gevechtshandelingen komt, bieden de in Elzas Lotharingen ingesloten Fransche troepen op verscheidene plaatsen nog steeds tegenstand. Dat geldt in de eerste plaats van het deel der Maginotlinie, dat aan weerskanten van Diedehofen ligt, evenals van kleinere groepen van den tegenstander, die zich ten zuidoosten van Toul, in het gebied van Hagenau, St. Die en Gerard Mer verdedigen. Overal echter is de ruimte, waarbinnen nog tegenstand kan worden geboden, syste matisch vernauwd, waarbij het luchtwapen door direct ingrijpen in den strijd op den beganen grond beslissend bijdoeg tot het breken van den weerstand van den tegen stander. De verwijzing van het legerbericht van vandaag naar de succesvolle medewerking van het luchtafweergeschut aan belangrijke bewegingsgevechten, verdient in het bijzon der de aandacht. Gebleken is, dat zoowel het lichte als het zware luchtafweergeschut zeer beweeglijk is en dientengevolge met groot profijt ook gebruikt kan worden in den strijd op den beganen grond, zeer in het bijzonder in verband met snelle troepen en gemotoriseerde eenheden. De aanvallen, die Duitsche gevechtsvlieg tuigen en groepen duikbommenwerpers ge richt hebben op scheepsdoelen voor La Rochelle en de monding der Gironde, too- nen aan, dat practisch geheel Z.-Frankrijk thans operatieterrein van het Duitsche luchtwapen is, dat daarmede effectief iedere eventuëele ravitailleering van den tegen stander via Zuid-Fransche havens kan te gengaan. De definitieve getallen over de buit uit den slag om Frankrijk, die op 5 Juni begon, zullen eerst later op te stellen zijn. De troe- pen; die thans midden-Frankrijk tusschen de Rhone en de Loire-monding overal sys tematisch bezetten, vinden in bijna alle plaatsen nog groote hoeveelheden oorlogs materiaal van den meest verschillenden aard. DE VERDEDIGING VAN ENGELAND. De Londensche correspondent van „Da- gens Nyheter" meldt, dat in de geheime zit ting van het Lagerhuis gisteren een herzie ning van het Britsche oorlogsplan, in ver band met de veranderde oorlogsomstandig heden, is behandeld. De militaire voorberei dingen worden in Engeland geheel gericht op de verdediging van eigen bodem. In be voegde kringen is men van meening, dat een algemeene volksbewapening nauwelijks noodig is. Voorstellen als alle families van handgranaten te voorzien en alle inwoners van Engeland met geweren uit te rusten, scheppen meer gevaren voor ongelukken, dan dat de kracht tot verzet daardoor zou worden vergroot. Niettemin moet de bur gerbevolking goed worden geleid, georgani seerd en uitgerust. Men ziet te Londen in, dat het velen autoriteiten, zoowel militai ren als civielen, moeilijk valt zich aan den nieuwen toestand aan te passen. DE STRIJD IN NOORD-AFRIKA. Het Italiaansche blad de Piccolo meldt uit Tripolis, dat pogingen van de Engelschen om aan de Lybische grens, met pantserwa gens en gemotoriseerde troepen door te bre ken, door de Italiaansche troepen, met steun van het luchtwapen, met succes zijn afge weerd. In den nacht van 16 Juni hebben Italiaansche oorlogsschepen het Engelsche vliegtuig- en marinesteunpunt Solloe aan de Egyptisch-Lybische grens beschoten. Ont ploffingen en branden in de nabijheid van de munitie- en oliedepots bewezen, dat deze operaties succes hadden gehad. Ondanks de sterke Engelsche kustverdediging en de aanvallen van Engelsche jachtvliegtuigen zijn de Italiaansche oorlogsschepen, zonder schade te hebben opgeloopen, naar hun basis teruggekeerd. AMÉRIKAANSCHE JOURNALISTEN UIT DUITSCHLAND GEWEZEN. De Amerikaansche journalisten, Ralph Barnes en Russel Hill, vertegenwoordigers van de New-York Herald Tribune moeten binnen 24 uur het rijksgebied verlaten, daar zij zich, naar van bevoegde zijde wordt medegedeeld, herhaaldelijk hebben schuldig gemaakt aan een berichtgeving, die de vriendschappelijke betrekkingen van Duitschland met andere mogendheden kan benadeelen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 1