DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De wapenstilstandsvoorwaarden van Duitschland en Italië. Woensdag 26 Juni 1940 142e Jaargang De teksten van het Duitsche en van het Itaiiaansche verdrag. Frankrijk wordt verdeeld in een bezet en een onbezet gebied. De Fransche regeering mag haar zetel naar Parijs verleggen. Italië eischt demilitarisatie van Fransch gebied op 50 k.m. der itaiiaansche linies. De Duitsche voorwaarden. Itaiiaansche voorwaarden. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. No. 149 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur: C. KRAK. m PRIJS DER GEWONE ADVERTEN1IEN Van 1 -5 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Zoowel de Duitsche als de Itaiiaansche voorwaarden voor den wapenstilstand zijn thans bekend geworden. Van Duitsche zijde is bepaald, dat Frankrijk verdeeld wordt in een bezet en in een onbezet gebied. De afscheiding wordt gevormd door een lijn, die van de Zwitsersche grens bij Genève Westwaarts loopt tot even ten Z.O. van Tours en daarna Z.W.-waarts naar de Spaansche grens. In de voorwaarden zijn uitvoerige instructies gegeven voor de Fransche oorlogsvloot, de handelsvloot en het luchtwapen. Italië eischt o.a. demilitarisatie van Fransch gebied tot een zóne van 50 k.m. vanaf de eerste Itaiiaansche linies, evenals demilitarisatie in Tunis, Algarije en Somaliland. Het Duitsche wapenstilstandsverdrag be helst de volgende bepalingen: Art. 1. De Fransche regeering beveelt in Frankrijk en zijn bezittingen, koloniën, pro- tectoraatsgebieden en mandaten en ter zee de staking van den strijd tegen Duitschland. De door de Duitsche troepen ingesloten Fransche troepen moeten dadelijk de wa pens neerleggen. Art 2. Ter beveiliging van Duitschland wordt het gebied ten N. en W. van een op de kaart aangegeven lijn door Duitsche troe pen .bpzet. Voor zoover de te bezetten dee- len nog niet in Duitsche handen zijn wordt de bezetting zonder verwijl ten uitvoer ge legd. Art. 3. Duitschland oefent in de bezette deelen alle rechten der bezettende mogend heden uit. De Fransche regeering steunt alle daarvoor te treffen regelingen en helpt ze ten uitvoer te leggen. Zij geeft daarvoor aan autoriteiten en anderen de instructies zoodat op correcte wijze met de Duitsche bevelhebbers wordt samengewerkt. Duitschland zal na de staking der vijan delijkheden met Engeland de bezetting der Westkust tot den onvoorwaardelijk ver- eischten omvang beperken. De Fransche re geering kan desgewenscht haar zetel naar Parijs verplaatsen en de Duitsche regeering zegt iedere faciliteit toe om het bestuur over het bezette en niet-bezette gebied van Pa rijs uit te voeren. Art. 4. De geheele Fransche weermacht moet binnen een nader te bepalen termijn worden gedemobiliseerd en ontwapend, met uitzondering van de eenheden welke nood zakelijk zijn voor het instandhouden van de binnen!andsche orde, waarvan de sterkte door Duitschland en Italië bepaald worden. Eenheden der Fransche weermacht in het bezette gebied worden naar het niet bezette gebied overgebracht en ontslagen nadat zij ontwapend zijn. Art. 5. De ongeschonden uitlevering wordt geëischt van alle wapenen en oorlogsmate- rieel met munitie welke in den strijd tegen Duitschland gebruikt werden en zich thans in het niet te bezetten gebied bevinden. Art. 6. Het overgebleven oorlogsmateriaal -voor zoover niet noodig voor de uitrus ting der veroorloofde Fransche eenheden moeten onder controle veilig gesteld wor den. Er mag in de onbezette gebieden geen nieuw oorlogstuig gemaakt worden. De land- en kustversterkingen. Art. 7. In het bezette gebied moeten alle land- en kustversterkingen ongeschonden overgegeven worden en de plannen wor den uitgeleverd. Alle hindernissen moeten op Duitsch verlangen worden opgeruimd. De vloot. Art. 8. De Fransche oorlogsvloot voor zoover niet vrijgelaten voor de Fransche koloniale belangen moet in iepaalde havens geconcentreerd wor- en en onder controle gesteld De Duitsche regeering verklaart, dat niet voornemens is, deze vloot voor Laar doeleinden te gebruiken, behalve voor het opruimen van mijnen en dat zij geen eisch zal stellen t.o. van deze vloot bij het sluiten van den vrede. Met uitzondering van het voor de koloniale belangen noodige gedeelte moeten alle buiten Frankrijk aanwezige oorlogs schepen naar Frankrijk worden terug geroepen. Art. 9. Opgave moet worden gedaan van alle gelegde mijnen en verperringen en over de afweerinstallaties. De Franschen moeten de mijnversperringen desgewenscht opruimen. Art. 10. De overgebleven Fransche weer macht mag geen vijandelijke handelingen meer ondernemen. Leden der weermacht mogen ook niet met oorlogsmateriaal bui tenslands gaan of in dienst treden van sta ten waarmee Duitschland nog in oorlog is De handelsvloot. Art 11. Fransche koopvaardijschepen mo gen voorloopig niet meer uitloopen zonder Duitsche of Itaiiaansche goedkeuring. Fran sche handelsschepen buiten Frankrijk moe ten terugkeeren of naar neutrale havens gaan. Opgebrachte Duitsche handelsschepen moeten ongeschonden teruggegeven wor den. Art. 12. Vliegtuigen mogen niet meer starten en worden als vijandige vliegtuigen behandeld In het onbezette gebied worden vliegtuigen en grondinstallaties bewaakt en desgewenscht onbruikbaar gemaakt. Vreem de vliegtuigen moeten aan de Duitsche weermacht worden gezonden. Art. 13. Alle installaties enz. van de weer macht moeten ongeschonden worden uitge leverd aan de Duitsche troepen. Havens, in stallaties enz. worden in den huidigen toe stand gelaten, evenals verkeersmiddelen en verkeerswegen w.o. ook spoorwegen en scheepvaartwegen, de telefoon en de beba- kening. Frankrijk moet alle vereischte her stelwerkzaamheden verrichten en zorgt voor mannen en materiaal in de bezette ge bieden. Een radio-zendverbod. Art. 14 houdt een onmiddellijk zendver- bod in. Hervatting van het radioverkeer uit het onbezette deel heeft een speciale regeling noodig. Art. 15. Het transitoverkeer tusschen Duitschland en Italië wordt in het onbezette gebied in den geëischten omvang geregeld. Art. 16. Het terugbrengen der bevolking naar de bezette gebieden wordt geregeld, in overleg met de Duitsche instanties. Art. 17. Vervoer van economische waar den en voorraden uit het bezette naar het onbezette gebied is verboden. De Duitsche regeering houdt bij de beschikking over de voorraden in het bezette gebied rekening met de levensbehoeften der bevolking in de onbezette gebieden. Art. 18 bepaalt, dat Frankrijk de kos ten moet betalen van het onderhoud der Duitsche bezettingstroepen. De krijgsgevangenen. Art. 19. Alle krijgsgevangenen en zij, die gearresteerd zijn voor daden ten gunste van Duitschland of daarvoor veroordeeld zijn, moeten uitgeleverd worden en ook de met name genoemden in Fransche koloniale ge- hieden, die met naar het buitenland mogen gebracht worden. Duitschland krijgt controle over de ge vangenen die niet vervoerd kunnen worden of reeds gedeporteerd zijn en heeft het toe zicht op zieke en gewonde Duitsche krijgs gevangenen. Art. 20. De Fransche krijgsgevangenen blijven gevangen tot na het sluiten van den vrede. Art. 21 regelt de beveiliging van alles wat Duitschland zal kunnen opeischen of waar van het vervoer naar het buitenland ver boden is met recht op schadevergoeding voor Duitschland bij vernieling of bescha diging. Art.. 22 bepaalt, dat de uitvoering van het verdrag door een Duitsche wapcnstilstands- commissie gecontroleerd wordt, welke com missie ook overeenstemming brengt met de Italiaansch-Frahsche voorwaaiden. De Fransche regeering krijgt voor het bekend maken van haar wenschen een delegatie bij deze commissie. Art. 23 doet mededeeling van het reeds bekende tijdstip waarop de voorwaarden van kracht worden. Art. 24 bepaalt, dat het wapenstil standsverdrag geldig is tot aan het slui ten van het vredesverdrag en dat het door de Duitsche regeering te allen tijde met onmiddellijk effect kan worden op gezegd, wanneer de Fransche regeering de aanvaarde verplichtingen niet na komt. De tekst van het Fransch-ltanaansche wa penstilstandsverdrag luidt naar door Ste- fani uit Rome wordt gemeld als volgt: Artikel 1. Frankrijk zal de vijandelijkhe den tegen Italië in het grondgebied van het moederland, in Fransch Noord-Afrika, in de koloniën en in de mandaatsgebieden staken en eveneens de vijandelijkheden ter zee en in de lucht. Artikel 2. De Itaiiaansche troepen zullen bij de inwerkingtreding van het verdrag en voor den geheelen duur van den wapenstil stand, in alle operatiegebieden de voorste linies bezet houden. Demilitarisatie. Artikel 3. In hel gebied van het Fransche moederland zal de zóne, liggende tusschen deze linies en een lijn, die hemelsbreed op 50 km. van deze linies ligt, voor den duur van den wapenstilstand gedemilitariseerd worden. Verder zullen gedemilitariseerd worden tijdens de wapenstilstand in Tunis, de zóne die gelegen is tusschen de tegen woordige Libysch-Tunesische grens, en de lijn, die op een bijgevoegde kaart is aange geven. In Algerije en in de ten Z. daarvan gelegen Fransch-Afrikaansche gebieden, die aan Libye grenzen, een zóne, liggende tus schen de Libysche grens en een daarmede evenwijdig en op een afstand van 200 km. daarvan loopende lijn. Zoolang de vijandelijkheden tusschen Italië en het Britsche rijk duren, en voor den duur van den wapenstilstand, zal het gebied van de Fransche Somaliekust geheel gedemilitariseerd worden. De haven van Djiboeti. Voor den duur van den wapenstilstand zal Italië steeds volkomen het recht hebben, ge bruik te maken van de haven en de haven installaties van Djiboeti, alsmede voor het vervoer van eiken aard van den spoorweg Djiboeti-Addis Abeba, voor wat het Fran sche gedeelte betreft. Artikel 4. De tc demilitariseeren zónes, zooals die in art. 3 aangegeven zijn, zullen binnen tien dagen na de staking der vijan delijkheden door de Fransche troepen ont ruimd worden, met uitzondering van het personeel, dat strikt noodzakelijk is voor de bewaking en het onderhoud van verster- kingswerken, kazer s en militaire magazij nen en gebouwen, en met uitzondering van de troepen voor de handhaving van de bin- nenlandsche orde, welker sterkte alsnog door de Itaiiaansche wapenstilstandscom missie zal worden vastgesteld. Artikel 5. Ongeacht het bepaalde in arti kel 10 moeten alle verplaatsbare wapens en de daarbij behoorende munitie in de te de militariseeren gebieden van het Fransche moederland en van het aan Libye grenzende gebied, alsmede de wapens, welke uitgereikt zijn aan de troepen, die de betrokken ge bieden ontruimen, binnen twee weken op geborgen worden. De vaste wapens van de verdedigingswerken en de daarbij behoo rende munitie moeten binnen den zelfden termijn onbruikbaar worden gemaakt. In het gebied van de Fransche Somalie kust moeten alle verplaatsbare wapens en de daarbij behoorende munitie, benevens die, welke uitgereikt zijn aan de troepen, die dit gebied ontruimen, binnen twee we ken ingeleverd worden op nader door de Itaiiaansche wapenstilstandscommissie aan te wijzen plaatsen. Wat betreft de vaste wapens en de munitie van de verdere ver dedigingswerken in voornoemd gebied, geldt hetzelfde als voor het gebied van het Fran sche moederland en het aan Libye grenzen de gebied. Artikel 6. Zoolang de vij andelij kheden tusschen Italië en het Britsche rijk duren, zullen de militaire en maritieme verdedi gingswerken en de vlootbases van Toulon, Bizerta, Ajaccio en Orano gedemilitariseerd worden tot de staking der vijandelijkheden tegen gènoemd rijk. Deze demilitarisatie moet binnen twee weken geschied zijn. Artikel 7 en 8 hebben betrekking op de modaliteiten van de demilitarisatie der mi litaire en maritieme verdedigingswerken en vlootbases. Artikel 9 bepaalt, dat alle strijdkrachten van het leger, de vloot en de luchtmacht van het Fransche moederland gedemobiliseerd en ontwapend zullen worden binnen een alsnog te bepalen -termijn, met uitzondering van de formaties, die noodig zijn voor de handhaving van de binnenlandsche orde. De sterkte en de bewapening van deze forma ties zullen door Italië en Duitschland vast gesteld worden. Wat betreft de gebieden van Fransch N. Afrika, Syrië en de Fransche Somaliekust, zal de Itaiiaansche wapenstilstandscommis sie bij de vaststelling der modaliteiten van de demobilisatie en ontwapening rekening houden met het bijzonder belang van de handhaving der orde in genoemde gebie den. Garanties. Artikel 10. Italië behoudt zich het recht voor als garantie voor de uitvoering van het wapenstilstandsverdrag de geheele of gedeeltelijke uitlevering te eischen van alle wapens van de infanterie en de artillerie, pantserwagens, tanks, automobielen en door paarden getrokken wagens, alsmede de mu nitie van de eenheden, die voor den strijd tegen de Itaiiaansche troepen zijn gebruikt. Bedoelde wapens en materiaal moeten uitgeleverd worden in den staat, waarin zij zich op het oogenblik van den wapen stilstand. bevinden. I Artikel 11 betreft het Itaiiaansche of Duitsche toezicht op de wapens, munitie en oorlogsmateriaal in de niet bezette Fransche gebieden en de onmiddellijke staking van de vervaardiging van oorlogsmateriaal in deze gebieden. De Fransche marine. Artikel 12 bepaalt, dat de eenheden van de Fransche marine in nader aan te wijzen havens geconcentreerd moeten worden en onder toezicht van Italië of Duitschland ge demobiliseerd en ontwapend zullen worden, met uitzondering van de eenheden, die met toestemming van de Itaiiaansche en Duit sche regeering gebruikt zullen mogen worden voor de bescherming van de koloniale gebieden van Frankrijk. Aan alle oorlog schepen, die zich niet in het Fransche moe derland bevinden, en welke niet noodig geacht worden voor de bescherming van de Fransche koloniale belangen, zal order ge geven worden naar de havens van het Fransche moederland terug te keeren. De Itaiiaansche regeering verklaart, dat zij niet het voornemen heeft de onder haar toe zicht geplaatste eenheden van de Fransche marine gedurende den oorlog te gebruiken en dat zij evenmin voornemens is na het sluiten van den vrede aanspraken op de Fransche vloot te doen gelden. Echter zullen tijdens den wapenstilstand de schepen ge vorderd kunnen worden voor het vegen van mijnen. Artikel 13 betreft het door de zorgen van de Fransche autoriteiten onschadelijk maken van alle mijnen in de gebieden van de mili taire en maritieme verdedigingswerken en vlootbases, welke gedemilitariseerd moeten worden binnen een termijn van tien dagen. Artikel 14 bepaalt, dat de Fransche regee ring, naast de verplichting op welke plaats ook geenerlei daad van vijandigheid jegens Italië te ondernemen, zich verplicht te belet ten, dat de leden van haar weerwacht en de Fransche staatsburgers in het algemeen het nationale grondgebied verlaten om aan de vijandelijkheden tegen Italië deel te nemen. Artikel 15 houdt in, dat de Fransche re geering zich verplicht te beletten, dat oor logsschepen, vliegtuigen, wapens, oorlogs materiaal en munitie van welken aard ook, welke Fransch eigendom zijn, zich op Fransch grondgebied bevinden of onder de controle van Frankrijk staan, naar gebieden van het Britsche rijk of andere vreemde mogendheden worden gezonden. De handelsvloot. Artikel 16 verbiedt, het uitloopen van alle Fransche koopvaardijschepen tot het oogen blik, waarop de Itaiiaansche en de Duitsche regeering de gedeeltelijke of geheele her vatting van het Fransche handelsscheep- vaartverkeer zullen toestaan. De Fransche vrachtschepen die zich op het oogenblik van de wapenstilstand niet in Fransche of onder Fransche controle staande havens bevinden, zullen hetzij naar deze havens teruggeroe pen, hetzij naar neutrale havens gezonden worden. Artikel 17 betreft de teruggave van alle Itaiiaansche vrachtschepen met hun ladin gen alsmede de Itaiiaansche goederen of de voor Italië bestemde goederen, welke aan boord van niet-Italiaansche schepen in be slag genomen zijn. Artikel 18 behelst een onmiddellijk start verbod voor alle vliegtuigen, die zich op Fransch grondgebied of onder Fransche controle staand grondgebied bevinden, en het onder Italiaansch of Duitsch toezicht stellen van alle vliegvelden en grondinstal laties in deze gebieden. Staking radio-verkeer. Artikel 19 bepaalt, dat zoolang de Itaii aansche en de Duitsche regeering niet an ders besloten hebben, alle radiouitzendingen in het Fransche moederland in het algemeen verboden zullen zijn. Bovenstaand kaartje geeft ongeveer de grens aan tusschen het voorloopig door de Duitschers bezette en het niet-bezette gebied. De lijn loopt van de Fransch-Zwitser sche grens bij Genève over Dole, Paray le Monial en Bourges tot 20 K.M. ten O. van Tours en vandaar Z.W. waarts op een afstand van 20 K.M. van de spoorlijn Tours-Angoulême-Libourne en verder over Mont de Marsan en Orthez tot de' Spaan sche grens. Ten Z. en O. van deze lijn blijft het Fransche .gebied onbezet.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 1