JULI HING DT oon rstoffen riKELEH. i en /AGENS Coupons in al onze IE en DE VEEVOEDERVOORZIENING EN ONZE VEESTAPEL. irlNT ONZE >eilijke tijds- brengen wij enz. irijzen 1 beschadigde prijzen. kGES LI. TEL. 4170. keuze BOMMEN OP ALMELO. Landmijn ontploft aan Belgische grens. Felle brand te Pijnacker. Gebruik van hagelgeweren. jen we, dat het Zo- lan Zondagmiddag :lf betreft, naast de e noemen o.a. Rie cordhoudster, Frans ruus de Rover, Ad. :isjes Kliinnen, enz.) ers van de aange- n den start, zooals udster Tini Burg- lslagzwemmer Guus en. Verder wijzen tie schoonspringen, :ste Nederlandsche rit Eindhoven, aan 5bel van Nereus een al vinden. strijd, gespeeld zal genlijk niet vermeld ontbreekt nimmer ma. imma is veel belo- log méér aantrekke- >stharmonie nog con- ïze Post zwijgen we n behoeft immers idag rekenen op re en record aantal be- Hulpcomité zal er 4EUBELEN, TWEEDE BLAD. ALKMAARSCHE COURANT VAN VRIJDAG 12 JULI 1940. LAT 24 en BOSCHSTRAAT. okken, Vier personen werden gedood. Het A. N. P. meldt: Gisteren was de stad Almelo het slachtoffer van het luk raak werpen van Engelsche bommen op ons land. Drie En- gelsche vliegtuigen hebben hier een viertal bommen geworpen. Er werden vier menschen gedood, n.l. een echtpaar, dat een wandeling deed en twee kinderen. Er zijn verscheidene gewonden. De huizen in de omgeving werden ernstig bescha digd. Militaire objecten zijn er niet in de buurt. Drie Belgen op slag gedood. Gistermiddag waren bij de Neder- landschBelgische grens in de nabij heid van Philipine Belgische arbei ders en militairen, onder leiding van Duitsche militairen, bezig met het opruimen van landmijnen. Tijdens de werkzaamheden is een dezer mijnen ontploft. Drie Belgen, een korporaal, een gendarme en een arbeider werden gedood. Een Duitsche onderofficier en drie Belgische arbeiders werden gekwetst, een van hen levensgevaar lijk. Kapitale boerderij geheel afgebrand. 'Gisteravond brak brand uit in de kapi tale bóerderij „Uilenburg" van den land bouwer N. Duindam aan den Noorderweg te Delfgauw (Z.-H.) Het vuur ontstond door wegstuivende vonken van een aard- appelstoominstallatie, waardoor een hooi berg in vlam raakte. De brand breidde zich zeer snel uit en tastte weldra de geheele boerderij aan. Ook een aan de overzijde van den weg staande hooiberg van den landbouwer Verbeek werd een prooi der vlammen. De brandweer van Pijnacker bestreed het vuur met een brandspuit, een baby spuit en een motorspuit, geassisteerd door de Delftsche brandweer, die met twee motorspuiten en de babyspuit van den luchtbeschermingsdienst naar het terrein van den brand kwam. In totaal werd met twaalf stralen water gegeven. De boerderij van Duindam ging geheel vérloren, die van Verbeek kon behouden blijven. Eerst na drie uur was men den brand meester. 2. 3. Hoe een vergunning is te verkrijgen. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van landbouw en visscherij brengt ter kennis van belang hebbenden, dat: 1. tot zijn departement gerichte aanvra gen van een verzoek om formulieren tot het aanvragen van vergunningen tot het met behulp van geweren, t. w. die, waarmee slechts met hagel wordt geschoten (z.g. hagelgeweren) dooden of verjagen van niet beschermde vo gels in den zin der Vogelwet 1936 zijn vervallen. Zij, die vergunningen wenschen aan te vragen (of deze reeds bij het de partement hebben aangevraagd) tot het met behulp van geweren, t. w. die, waarmede slechts met hagel wordt geschoten (z.g. hagelgeweren) dooden of verjagen van niet beschermde vo gels in den zin der Vogelwet 1936, zich tot en met 30 September 1940 zullen moeten richten tot de hoofden van de plaatselijke politie, de aanvragen om vergunningen in artikel 60 der Jachtwet 1923, waarbij het gebruik van een geweer is geoor loofd, welke zijn ingediend vóór 1 Juli 1940, zijn vervallen. Dergelijke aan vragen zullen opnieuw op de gebrui kelijke wijze bij het hoofd van plaat selijke politie zijn in te dienen. OPROEP VAN AMSTERDAMS BURGEMEESTER. De burgemeester van Amsterdam heeft de volgende oproep tot de burgerij gericht: „Amsterdam is een bezette stad. Dit feit brengt voor ons allen verplichtingen mede, zoowel voor u, als voor mij. Toch heb ik den indruk, dat niet ieder een van den ernst van den toestand vol doende doordrongen is. Sommigen gedra gen zich ten minste niet op een wijze, welke aan de werkelijkheid beantwoordt. Ik denk aan de herhaalde waarschu wingen aan wielrijders, de verkeersregels stipt in acht te nemen. Wat is het resul taat? Dat er nog steeds tot mijn leedwezen medeburgers zijn, die deze waarschuwin gen in den wind slaan. Het onvermijde lijke gevolg is, dat strenge voorbeelden worden gesteld, die men wellicht niet had verwacht. Ik vertrouw, dat niemand dit zal wenschen. Mij althans zou zulks zeer spijten. Ei is nog iets anders, dat mij met zorg vervult. Het is mij n.l. gebleken, dat niet iedereen zich tegenover de Duitsche be zetting correct en waardig gedraagt. Een dergelijke houding leidt ongetwijfeld tot zeei ernstige moeilijkheden. Men beden ke, dat hiermede de belangen van de ge heele Amsterdamsehe bevolking gemoeid zijn. Hopen wij niet allen, dat de geregelde gang m onze zaken en in onze samenleving zooveel mogelijk gehandhaafd blijft? Wel nu, dit geschiedt niet van zelf, maar is alleen bereikbaar, als wij allen eendrachtig daartoe samenwerken. Ik doe hiertoe een dringend beroep op allen en vertrouw gaarne, dat men dit persoonlijk terdege zal verstaan." HET BEZOEK VAN DEN ITALIAANSCHEN MINISTER VAN BUITENLANDSCHE ZAKEN, CIANO, AAN BERLIJN. Graaf Ciano en de rijksminister van buiten- landsche zaken, von Ribbentrop, tijdens den rit van het Anhalter-station naar het kasteel Bellevue. EEN ENGELSCHE BOM TE ALPHEN AAN DEN RIJN NEERGEKOMEN. heerenhuis werd getroffen. Onze redding booten in oorlogstijd. De Noord-enZuid- Hollandsehe Red ding Maatschappij zet haar mensch- Iievend werk on verdroten voort aan de Nederland sche kusten. Om de reddingbooten goed van andere schepen te onder scheiden, heeft men ze geheel wit geschilderd en van een rood kruis voorzien. De „N'eeltje Jacoba" in de haven van IJmuiden in haar nieuwe gedaante, •gereed om bij het eerste teeken zee te kunnen kiezen. Een HOE BERLIJN DEN FUHRER VERWELKOMDE. Met enorme geestdrift heeft de bevolking van Berlijn Hitier bij zijn terugkeer in de Duitsche hoofdstad begroet, Voor de Rijkskanselarij. Op het balcon de Führer en naast hem generaal-veldimaarschalk Göring. VOOR 15 JULI A.S. zullen de gezanten ons land verlaten hebben. De verhuizers druk bezig bij de Braziliaansche legatie aan het Korte Voorhout in den Haag. Krachtvoerimport ligt vrijwel geheel stil. Rundveestapel ondervindt het minste nadeel. De gewijzigde omstandigheden hebben in ons land tal van vraagstukken doen op komen, welke van zeer grooten invloed kunnen zijn op de positie, waarin de be volking van Nederland in velerlei opzicht zal komen te verkeeren. Een van de vraagstukken, welke hierbij op den voorgrond staat, is de positie welke ons land in neemt ten aanzien van de veevoe der voorziening. Deze zal immers direct van invloed zijn op de sa menstelling van den Nederland- schen veestapel, welke weer ten nauwste verband houdt met de levensmiddelenvoorziening van ons yolk. In verband hiermede heeft het A. N. P. zich gewend tot terzake deskundigen, ten einde een indruk te krijgen van den hui- digen toestand op dit gebied, en hoe deze zich waarschijnlijk in den komenden tijd zal ontwikkelen. Tekort aan krachtvoer. Hierbij bleek, dat reeds lang voor het uitbreken van den oorlog een onderzoek was ingesteld naar de positie, waarin Ne derland zou komen te verkeeren ten aan zien van de voorziening met veevoeder, wanneer de invoer geheel of gedeeltelijk zou vervallen. Dit onderzoek wees uit, dat in deze omstandigheden een groot tekprt zou ontstaan aan krachtvoer voor het vee. Onder krachtvoer moet hierbij hoofdzake lijk worden verstaan: voedergranen, voe derkoeken (bijproducten van de olieberei ding), voedingsmiddelen van dierlijken oorsprong (diermeel, vischmeel en bloed meel). In verband hiermede werden toen specia le maatregelen getroffen om, indien de grenzen eventueel voor den invoer min of meer zouden zijn afgesloten, de beschikking te hebben over een voorraad van deze pro ducten, zoodat de veestapel onder deze omstandigheden zoo weinig mogelijk zou behoeven te worden beperkt. In het afge- loopen seizoen, men rekent hierbij met sei zoenen, d.w.z. van oogst tot oogst, dus on geveer van September tot September, is dit ook over het algemeen zeer goed ge lukt. Dit is mede voor een aanzienlijk deel te danken aan het door het rijksbureau voor voedselvoorziening tot uitvoering ge brachte distributie-systeem, waarbij voor de onderscheiden diergroepen volgens daar toe opgestelde normen krachtvoeder in den vorm van mengvoeder werd toegekend. Onder de huidige omstandighe den is het echter noodzakelijk er rekening mede te houden, dat in den komenden tijd de invoer van krachtvoer uit het buitenland zeer waarschijnlijk niet mogelijk zal zijn. Men staat voor de situatie dat de huidi ge voorraden krachtvoeder nog slechts be trekkelijk gering zijn, terwijl een aanvoer door de afgesloten grenzen niet mogelijk is. Wij zullen den komenden tijd bijna geheel zijn aangewezen op de voortbrengselen van eigen bodem voor voeding van onze vee stapel. Hoe staat het u daarmede? In de eerste plaats kan rekening worden gehou den met de nog aanwezige, hoewel uiter aard zeer geslonken, voorraden, terwijl in de tweede plaats een raming kan worden gemaakt ten aanzien van de opbrengst van de oogst in September as. met dezen tota len voorraad moet onze veestapel dus tot September 1941 worden gevoed, daar, zoo als gezegd, de. mogelijkheid tot verderen invoer, althans van eenigszins belangrijken omvang, gering is. Opgemerkt kan hierbij nog worden dat o.a. voor maïs, dat een der grootste ingevoerde voedermiddelen was, hoofdzakelijk werd geimporteerd uit Ame rika. Inkrimping veestapel. Onder deze omstandigheden ligt het dus voor de hand, dat een in krimping van den Nederlandschen veestapel noodzakelijk is geworden. Bij de beoordeeling van de mate van deze noodzakelijkheid moet rekening worden gehouden met de volgende feiten, ten eer ste de voorziening met broodgraan van de bevolking moet veilig gesteld -worden, ten tweede: voor paarden moet voldoende krachtvoer ter beschikking worden gesteld, zulks met het oog op het groote belang dat hiermede gemoeid is ten opzichte van den bodemproductie, daar paarden noodzake lijk zijn voor de bewerking van den bodem, temeer nu de machinale tractie is beperkt door toewijzing van brandstof daarvoor, en ook het belang van de paarden ten op zichte van het vervoer. Aangezien hierbij meer dan ooit de volle capaciteiten van het paard worden gevraagd, vereiseht de voe dervoorziening van dezen groep ook spe- cialen aandacht. Het overblijvende kan dus worden be steed voor voeder ten behoeve van onzen veestapel, n.l. het rundvee, varkens en pluimvee. Wat zullen nu de gevolgen "zijn van deze verminderde voedertoewijzingen? Bij de beschouwing van deze kwestie springt in het oog, dat de rundveestapel hiervan niet zooveel zal hebben te lijden als dit het geval zal zijn met andere rubrieken. Het rantsoen voor het rundvee bestaat immers voor een overwegend deel uit producten van eigen bodem. Ook in den winter is dit het géval, daar het mogelijk is door hooi, kuilvoer en voe derbieten, dus alles producten van eigen bodem, grootendeels te voorzien in de voe derbehoeften van deze groep. Dat hieraan de volle aandacht wordt besteed, behoeft wel niet speciaal te worden gezegd. Daas echter ook het rundvee in normale omstan digheden gedeeltelijk met krachtvoer werd gevoerd, hetgeen nu natuurlijk ook minder het geval zal zijn, zal de melkproductie wel iets verminderen, doch dit behoeft geen enkele nadeeligen invloed te hebben op da voedselvoorziening van ons volk, daar da melkstroom in de laatste jaren zeer groot was. Anders staat het met de varkens en het pluimvee. Hier zal een in krimping op den duur onvermijde lijk zijn, daar deze groepen in hooge mate voor hun voeding zijn aan gewezen op voedergranen. Hoever deze inkrimping zal moe ten gaan kan momenteel nog niet met zekerheid worden gezegd, doch onrustbarend is ook op dit gebied de toestand niet. Als resultaat kan dus worden gezegd, dat, hoewel ook op dit gebied zorgen bestaan er geen reden is voor ongerustheid met het oog op de voedselvorziening van het Ne derlandsche volk op dit gebied in den ko menden tijd. VLUCHTELINGEN TE BREDA TERUGGEKEERD. Gistermiddag zijn vijf autobussen met Nederlandsche vluchtelingen uit Frank rijk te Breda aangekomen. Zij waren Woensdagochtend uit Parijs vertrokken. De meesten van deze vluchtelingen zijn ingekwartierd geweest in het kasteel Les- sac. Onder de ongeveer honderd terug gekeerden bevonden zich ongeveer dertig Bredanaars, de anderen waren afkomstig uit verschillende plaatsen in Nederland. Onderweg waren nog een aantal Neder landers, die afkomstig waren uit Brussel en Antwerpen, in hun oude woonplaats achtergebleven. De reis van Parijs naar Breda is vlot verloopen. Bij aankomst te Breda werden allen aan een geneeskun dig onderzoek onderworpen, waarbij bleek, dat allen zich in goeden welstand bevonden. A

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 5