MENSCHEN EN HONDEN, on DEoo5^ Red Een Eerbied van een zoon voor zijn moeder. Üteuilletan VRAAG EN AANBOD Het Onverklaarbare sympathieën en antipathieën tegenover dieren en menschen. - VOOR DE HUISVROUW WOENSDAGS EN ZATERDAGS. 35 cent per vijf regels, Radioprogramma voor Zaterdag. Voor kleine tuinen* J. BECHDOLT. No. 170 TWEEDE BLAD. Onverklaarbare sympathieën en antipathieën heeft de hond zoo goed als de mensch ze heeft. Iedereen, die een hond heeft, kan de ervaring opdoen dat dikwijls die hond te genover onze beste vrienden een bepaald vijandige houding aanneemt en jegens iemand, die voor het eerst over den vloer komt, overvloeit van vriendelijke attenties. Na tuurlijk moeten we hierbij geen allemansvriend in het geding brengen, zoo een knaap, die geen onderscheid weet of ziet tusschen goed en kwaad en zelfs niet blaft als er ie mand het tuinhek binnenkomt, maar al vast bij voorbaat begint te kwispelen. Ik heb er dikwijls over nagedacht, wat toch wel de oorzaak van zulk een anti- of sympathie op het eerste gezicht kan zijn, te meer, daar die zoo menigmaal verschilt van de onze. Wellicht is de verklaring te zoeken in de instelling tegenover het dier van den man of de vrouw in kwestie zelf. Want mijn ervaring is ook, dat de honden zulk een in stelling, hetzij positief dan wel negatief, zeer fijn aanvoelen. Tegenover iemand, die in wezen bang is voor honden, voor dieren überhaupt, gedragen zij zich veel onver schilliger, ja brutaler dikwijls, dan jegens iemand, in wien zij instinctief hun meerdere erkennen, doordat hij gewend is, met dieren om te gaan, althans hunner niet vijandelijk gezind is. BIOGRAFIE VAN D E BUL" Al mijn honden waren zeer gereserveerd in hun optreden tegen een mijner vrienden, die mijn liefhebberij niet en nooit kon be grijpen en zoo dikwijls dat pas gaf, zich te buiten ging aan het rijmpje, dat volgens hem nog van Vader Cats afkomstig moest zijn: Wie den hond haalt in zijn huis Wordt geplaagd door vloo en luis. Kortom, ze moesten geen van allen wat van dezen bewonderaar van Cats hebben en staken dat niet onder stoelen of banken. Maar de oude melkboer, die toch behoorde tot het over het algemeen door honden als vijandig beschouwde genus, dat zoo maar aan de deur komt en de brutaliteit heeft om aan de bel te trekken, eiken dag opnieuw, die oude melkboer kon beslist geen kwaad doen. Ik dien er echter direct bij te voegen, dat die de beleefdheid zoo ver dreef, dat hij mijn oudste teef, waarmee ik de fokkerij be gon, altijd vóór liet gaan op het pad van tuinhek naar de huisdeur, en haar bovendien nog met u aansprak. Dat uw hond ook nooit blaft als de slager aan de deur is, heeft uit den aard der zaak een zeer verklaarbare reden, want ook bij den hond gaat de weg naar het hart via de maag. Zelfs in die mate, dat hij zich dikwijls nog het meeste hecht aan die huisgenoot, die zijn dagelijkschen bak met eten klaar maakt. De algemeene regel is echter wel deze, dat teven zich meer plaatsen achter den heer des huizes, en reuen achter de vrouw, uitzonderingen natuurlijk daarge laten. Voor de bovengenoemde teef bestond er in den grond van de zaak maar één mensch, en dat was de vrouw, terwijl voor haar zoon de baas alles was. Merkwaardig stel overigens, die twee. Mama noemden wij gemeenlijk „ouwe", waarnaar ze prompt luisterde, als ze ten minste luisteren wou in al haar soms grotesk wordende eigen wij zigheid, en zoon lief, voerende een schitterenden stamboek- naam, was in de wandeling „de Bul". Nou, dat was hij, zoowel lichamelijk als geestelijk. Een geweldenaar, die met zeer straffe hand geregeerd moest worden, aangezien er op de wereld nog maar één andere hond behalve hijzelf bestond: Mama. Reeds als pup van nauwelijks acht weken vloog hij een ouden bedaarden New-Foundlander zonder meer naar de keel, waardoor de laatste zoo ge ïntimideerd werd, dat hij huilend naar huis holde. Of nu dit onbezonnen heldenfeit zoodanig zijn gevoel van eigenwaarde stimuleerde, of dat hij meende de volle vier en twintig uur als beschermer van Mama te moeten op treden, ik heb deze slechten karaktertrek nooit kunnen doorgronden. Maar de Bul werd een moordenaar, als zoodanig de schrik van de buurt, en het gevolg was, dat hij nooit anders dan aan de lijn uit mocht. Hij was zoo consequent in zijn woede jegens soortgenooten, dat hij zelfs de ge bruikelijke égards tegenover de andere kunne niet in acht nam, erheen teef, die voorbestemd was om met hem bruiloft te vieren, eerst eens grondig met zijn hoektanden onderhanden nam. Van de bruiloft is toen niets meer gekomen!! Deze woestaard nu, die op een tentoon stelling, in den ring loopende, nog kans zag, zijn voorganger in de achterpooten te bijten, was een en al zorg en oplettendheid voor Mama, voor wie hij een diep respect had, terwijl toch Ma een zeer zacht karakter had. Maar den Bul had zij er volmaakt onder. Als Ma een bak eten kreeg, stond zoonlief er eerbiedig bij te kijken. Weliswaar liep het water hem in letterlijken zin uit den mond, maar hij verstoutte zich niet, ook maar te laten merken, dat hij wel een stukje mee zou willen peuzelen. En als hij al eens de verleiding niet meer kon weerstaan en een stap dichterbij kwam, was het voldoende, dat Mama even, heel eventjes maar, de bo venlip optrok en héél zacht siste tusschen haar tanden. Dan trok de Bul zich weer eer biedig terug. Wij noemden dat lip-optrekken altijd lachen. Maar de Bul vond het allesbehalve leuk en zéker geen lachen. Ze konden alleraardigst spelen op het grasveld voor het huis, die twee. Maar als de Bul in zijn jeugdige onstuimigheid wat al te hardhandig werd en Ma bijvoorbeeld par does van de sokken liep, want ze was al aar dig op leeftijd, dan kon ze hem zoo ongena dig afsnauwen, dat hij als een gestrafte jon gen zijn troost bij mij kwam zoeken. Als ik dan lachte, droop hij heelemaal af, ging hij ergens treurend in een hoekje liggen. Ik had al wel eens gelezen, dat verscheidene honden het niet kun nen hebben als je ze uitlacht. Ik had dat altijd als een praatje beschouwd van menschen, die een hond „ver- menschelijken". Maar de Bul leerde me, dat het inderdaad zoo is: hij kon beslist niet tegen uitlachen. Zoo had deze kerel een zeer gecompli ceerd karakter, waaruit ik zelf nooit heele maal wijs heb kunnen worden. Tegenover menschen, vreemden vooral, was hij, zonder bang te zijn, want dat stond niet in zijn woordenboek, uiterst wantrouwend; goede vrienden van den huize wonnen pas na een langen tijd zijn vertrouwen, terwijl hij an deren, hoewel dat uitzondering bleef, plot seling, zelfs al zag hij ze voor het eerst, ui terst vriendelijk tegemoet kon treden. Ik heb dat nooit precies begrepen De Bul is blind geworden. In zijn zinlooze woede tegenover andere honden is hij, bij een achtervolging, met zijn kop tegen een hek opgeloopen, wat hem vrijwel het licht in zijn oogen kostte door bloeduitstortingen in de regenboogvliezen. Toen werd hij nog een zamer en wantrouwiger. Alleen de baas en Mama bestonden nog maar. Mama, die er af en toe iets van scheen te begrijpen, als ze zorgvuldig de oogen van haar zoon besnuf felde, de baas, die met smart een voortijdig einde van den Bul zag naderen. Op een zekeren dag is dat inderdaad ge komen. De Bul was in de samenleving niet meer te handhaven- Helaas!! KYNOLOOG. Komkommers als gekookte groente. Wij eten nu de komkommers als sla of zure- of zoute bommen, maar ook als ge kookte groente heeft dit tuinproduct haar groote verdiensten, zoowel uit een oogpunt van smaak als van voedingswaarde. Onder staande recepten zijn berekend voor vier personen en geven een paar bereidingsmoge lijkheden voor dezen tijd: I. Benoodigdheden: 2 middelmatig groote komkommers, 2 eetlepels quark, yoghurt of hangop, 1 dessertlepel fijngehakte peter selie, 1 tomaat, 1 sjalotje. Bereiding: De komkommers in zeer dunne plakjes schaven en met een weinig zout be strooien. Quark, yoghurt of hangop ver mengen met de peterselie en dit sausje over de komkommers schenken. Garneeren met schijven tomaat, waarop wat gesnipperde sjalotten. II. Benoodigdheden: 2 middelmatig groote komkommers, 1 hardgekookt ei, een paar in gemaakte uitjes, 1 dL. (1 kopje) zure room, zout, peper, desgewenscht aroma. Bereiding: De komkommers in kleine blokjes snijden en bestrooien met wat zout en peper. Zure room vermengen met de fijn gesnipperde uitjes en desgewenscht wat aroma. De room door de komkommerblokjes roeren en de schotel garneeren met partjes hardgekookt ei. III. Benoodigdheden: 2 middelmatig groo te komkommers, 1 ons geraspte jonge vet te kaas, 40 gram (2 afgestreken eetlepels) boter, 1 eetlepel fijngehakte peterselie, 1 hardgekookt ei, 1 eetlepel melk of room, 10 gram (1 eetlepel) aardappelmeel. Bereiding: De komkommers in dikke schijven snijden en het zaad er uit hollen. De schijven met een weinig zout bestrooien, boter toevoegen en in goed gesloten pan op zacht vuur een 10 minuten stoven. Vocht eraf schenken en binden met in melk aan gemengd aardappelmeel. Van het vuur de geraspte kaas er door roeren en op smaak afmaken met peper en aroma. Deze saus over de gestoofde komkommer schenken.. Garneeren met partjes hadgekookt ei en desgewenscht fijngehakte peterselie. GEKRUIDE AARDAPPELPUREE. Een rest aardappelen van den vorigen dag kan een welkome aanvulling zijn van den broodmaaltijd. In dezen tijd komt op bakken van zoo'n rest echter niet in aan merking. Het komt beter te pas om er puree van te maken, die we met behulp van melk de vereischte smeuïgheid geven. Door toe voeging van wat geraspte vette kaas (hetzij gekruide, hetzij zoetemelksche), wordt de puree bijzonder smakelijk en kan, zoo noo- dig, zonder verdere toevoeging van boter of vet worden opgediend. Een dergelijk hapje smaakt uitstekend op een bruine boterham en dan sparen we er brood en belegsel mee uit! Gekruide aardappelpuree (hapje bij de boterham) een rest gekookte aardappelen, wat melk, gekruide vette kaas (ongeveer een ons op acht aardappelen), zoo noodig wat zout en peper, desge wenscht een stukje boter. Breng de melk aan de kook. Doe er de aardappelen in en laat deze warm worden. Druk ze fijn en voeg zoo noodig nog wat melk toe. Vermeng de puree met de gerasp te kaas en desgewenscht een stukje boter; maak ze op smaak af met wat zout en peper. Alléén 2de handsch goederen. uitsluitend a contant. (Dinsdags en Vrijdags inzenden). JAARSVELD, 414,4 M. AVRO-Uitzending. 8.Berichten ANP, gramofoonmuziek. 10. Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Ensemble Jonny Kroon (11.11.20 Declamatie). 12,15 AVRO-Puszta-orkest. 12.45 Berichten ANP, eventueel gramofoonmuziek. I.Gramofoonmuziek. 1.45 AVRO-Aeolian- orkest. 2.30 Voor de vrouw. 2.45 Het Phil- harmonisch kwartet. 3.30 Disco-causerie. 4.30 Orgel en zang. 5.15 Kinderkoor „Zanglust" met pianobegeleiding. 5.45 AVRO-dansorkest. 6.15 Omroeporkest en solist. 7.15 Gramofoon muziek. 7.40 Medische causerie. 8.Be richten ANP. 8.15 Revue-uitzending. 10. VPRO: Avondwijding. 10.1510.30 Berichten ANP en sluiting. KOOTWIJK, 1875 M. KRO-Uitzending. 7.Ber. (Duitsch). 7.15 Ber. (Engelsch). 7.30 Wij beginnen den dag. 7.45 Gewijde muziek (gr.pl.). 8.Berichten ANP. 8.15 Gramofoonmuziek. (9.309.45 Berichten Vlaamsch. 11.1511.30 Berichten Engelsch. II.3011.45 Berichten Vlaamsch). 12.John Kristel en zijn Troubadours. (12.3012.45 Berichten Duitsch. 12.451.Berichten ANP). 1.45 Gramofoonmuziek. (2.2.15 Be richten Duitsch). 2.45 Musiquette. 3.15 Be richten (Engelsch). 3.30 Gramofoonmuziek. 5.Berichten (Duitsch). 5.15 De Minne- streelen (opn.). 5.30 KRO-orkest. 6.15 Ber. (Engelsch). 6.30 John Kristel en zijn Trou badours. 7.Reportage. 7.15 Gramofoon muziek. 8.Berichten (Duitsch). 8.15 Ber. ANP. 8.30 Berichten (Engelsch). 8.45 Ber. (Vlaamsch). 9.KRO-Melodisten en solist. (9.159.30 Berichten Engelsch). 9.40 Wij sluiten den dag. 9.45 Berichten (Vlaamsch). 10.Berichten (Duitsch). 10.1510.25 Ber. ANP. 11.1511.30 Berichten (Engelsch). DE VRUCHTENOOGST. Het is niet zoo eenvoudig om op de juiste tijd ons fruit te plukken, en zoo gebeurt het ook nogal eens dat de liefhebber zijn ap pels en peren overrijp laat worden, waar door ze hun frissche sappigheid verliezen en melig beginnen te worden. In de meeste gevallen zullen we bij de dagelijksche rondgang door den tuin toch wel opmerken wanneer de tijd van pluk ken gekomen is, doordat enkele rijpe gave vruchten van den boom vallen. Is dat niet het geval, dan kunnen we af en toe probee- ren of de vruchten uit zichzelf loslaten, wanneer we ze voorzichtig iets opbeuren. Zoo min mogelijk maken we gebruik van vruchtenplukkers, waardoor vrucht en boom gemakkelijk beschadigen, maar oog sten we met de hand. En dit dient dan ook nog met zorg te geschieden, niet met twee vingers, waartusschen we de vrucht knij pen, maar met de volle hand onder de vrucht en met de wijsvinger onder de na tuurlijke breuk van den steel. Het zomerfruit kan niet lang bewaard blijven en zooals we reeds zeiden moet het vooral niet te lang aan den boom blijven in tegenstelling met het late fruit, dat om aan houdbaarheid te winnen, zoo lang mogelijk aan den boom moet blijven hangen. Mooi gekleurd fruit is bij den liefhebber meestal zeer gewild, maar men ondervindt wel eens dat het eene jaar de vruchten beter kleuren dan het andere, terwijl ook een zelfde soort in den eenen tuin vrijwat mooier uiterlijk heeft dan in den anderen, hetgeen aan het zonlicht te danken is. Bij boomen, die dicht in het blad zitten, kun nen niet alle vruchten door de zon besche nen worden, terwijl men in kleine tuinen ook weieens last heeft van de schaduw der omringende boomen. Het zal veel liefheb bers onbekend zijn dat de vruchten het beste kleuren bij zonnig weer overdag en flinke dauw 's nachts en we kunnen zelf meehelpen door de vruchten na het pluk ken in één laag in een laag kistje met houtwol of mos te leggen en in de zon te plaatsen, met de kelk omhoog. Het geheel met regenwater besproeien en verder en kele dagen laten staan en eens per dag be gieten. Na die dagen zijn de vruchten ge heel gekleurd en goed hard, en houdbaar der dan die welke meteen opgeborgen wor den. A. C. MULLER—IDZERDA. DOOR 8) Haar zuster lachte erom en noemde haar een dom kindje. Maar die lach klonk toch niet heelemaal oprecht. En, al wilde Bess er dan ook niet verder over praten, toch was Mary ervan overtuigd, dat ze geweldi ge ruzie gehad moesten hebben en dat haar zuster niet zoo tevreden was met de schei ding, als ze wilde voorkomen. Doch, waar om ging ze dan dagelijks alleen uit rijden? Naar wien ging ze toe? Och, gewoon een ritje maken, zei Bess telkens weer. Wat lichaamsoefening. Wel eens prettig, een poosje alleen te zijn. Maar haar blik logen strafte haar woorden. Mary tobde erover. Ze maakte het voor nemen, er bij de eerste de beste gelegen heid eens met Allan over te praten. Mis schien, dat ze die twee weer bijeen kon brengen. De terugkomst van Les Cabinal verdreef echter al die r- r;en en gedachten uit Ma ry's ho: V d? eerste, die hem te genkwam, lo-n ui) uil het dal naar boven gereden kwam. Ze zag zijn magere, stoere gestalte reeds in de verte. Ze schoot in de lucht, om zijn aandacht te trekken, wuifde met haar hoed en reed hem spoorslags te gemoet. Les Cabinal zat kaarsrecht als al tijd in het zadel, maar zijn eerste woorden brachten haar reeds het bericht van zijn nederlaag. „We hebben vefloren, Mary". „Ongunstig voor u uitgevallen? O, oom Les, wat jammer!" „De spoorweg komt er. Ik kan het niet tegenhouden. Ik wist het wel". De oude man keerde zich op zijn paard oen en wierp een woedenden blik naar zijn vijanden in de verte. „Het geeft toch niets, tegen dat ding kan niemand op. Tegenover een spoorwegmaat schappij schijnt niemand meer eenige rech ten te hebben. Het algemeen belang gaat voor, heet het. Dat wilt dus zeggen, dat een zootje bankiers en geldmenschen op je land kunnen komen, als ze zich dat in het hoofd willen halen. Dat beteekent voor mij, dat ik hier vandaan moet!" Mary verbleekte en keek hem angstig aan. „Ik ga er vandoor", zei Les. „Zoo gauw ik mijn zaken geregeld heb, trek ik er tus schen uit". Hij keek haar van onder zijn grauwe, dichte wenkbrauwen aan. „Dat zit nu eenmaal in me, Mary en dat kan ik niet veranderen. Ik kan me niet tus schen al dat kaf uit Europa thuis voelen. Ik kan schuttingen, hekken en steden niet uit staan. Ik ben een veehouder van het oude slag. Ik moet het vrije veld om me heen hebben". HOOFDSTUK IV. Het vrije veld. Op de hoeve bespraken ze dien avond het geheele geval onder elkaar. Er viel niet veel te bepraten, want Les had zijn besluit reeds genomen. Het ging nog slechts over bijkomstigheden. „Jeth Hanley zal het land van me over nemen", zei de oude man. „Jeth heeft veel geld verdiend. Dat contact tot vleeschleve- rantie aan de spoorwegmaatschappij is een goudmijntje voor hem geworden, 'n Slimme rekel, die jonge Jeth. Hij wordt nog eens eigenaar van een paar stadjes hier in den omtrek. Vermoedelijk zullen ze hem met tertijd nog wel naar liet "Congres afvaardi gen ook". Hij keek zijn vrouwelijke huisgenooten en de stuk of wat cowboys die bijna als le den van het gezin golden, beurtelings aan. „Ik laat in het midden, of Jeth gelijk heeft of niet, jongens. Volg mijn raad en doe maar net als hij doet. Er komt nu een maal verandering en als een man daar niet aan kan meedoen, dan is dat heel erg voor hem. En hard voor zijn vrouw ook". Allen keken naar de oude Sarah. Ze had geluisterd naar de woorden van haar man zonder eenige aanmerking te maken. Ze zat rechtop met haar pezige werkhanden in haar schoot gevouwen. En terwijl de an deren aan het praten waren, liet ze haar oogen door het vertrek ronddwalen, als wilden ze van alle oude, bekende dingen afscheid nemen. „Och", zei ze opeens, „de meeste vrou wen hechten zich aan een huis en zijn te gemakzuchtig om naar een ander te trek ken. Een vrouw, die het zout in haar pap waard is, moet met haar man meetrekken, waar hij ook heengaat". Ze sloeg zch driftig op haar manke been. „Verbeelden juilie je maar niet, dat ik er gens blijven zal, waar een spoorweg ligt. Toen een ik jong meisje was, hadden we hier een vrij land, waar je kon doen, wat je wilde. Als het nu vol komt met huizen en spoorrails, dan trek ik naar 'n vrij land!" Les Cabinal lachte luid en lang en klopte haar goedkeurend op haar schouder. „Luister nu toch eens naar haar! Daar is de zaak mee afgedaan, jongens! We trek ken er weer op uit, naar een vrij land". Zoodra dus de verkoop van het land af gedaan was, zou Les Cabinal zes paarden voor zijn grooten wagen spannen en zijn verhuisboeltje opladen. Bovenop zouden ze den schommelstel van Sarah vastbinden, waarin ze onder een nieuwen hemel bij nieuwe kampvuren rusten kon. Ze zouden het spoor volgen van de verdwijnende buf fels en zoo een onbewoond land en de vrije ruimte vinden. „En hoe moet het met ons?" vroeg Bess(, toen ze met haar zuster zich op haar kamer gereed maakte, om ter ruste te gaan. „Hoe moet het met ons? Wat mij betreft, ik ga in geen geval mee!" Mary had daarover eigenlijk nog niet eens nagedacht. Ze had alleen maar ver driet en medelijden gevoeld voor die twee oude menschen, die nu weer van huis en hof wegtrokken. „Het vrije veld!" riep Bess met een bitter glimlachje uit. „De vrije ruimte hebben! Ja, ik weet wel, wat dat zeggen wil! Dat beteekent de ellendigste manier van leven, die je je denken kunt. Ongemak, hard werk en een eenzaamheid. Niks voor mij!" Mary keek haar weifelend aan. Zij wil de evenmin graag wegtrekken. Want zou ze dan Ben Meredith nog wel ooit terug zien? Die scheiding zou ze nooit kunnen verdragen. Voor het eerst besefte ze, hoe diep haar gevoelens voor Ben waren geworden. Bij de gedachte aan scheiding voelde ze echt pijn in haar hart. En toch kende ze hem nog pas zoo kort! Het was om te lachen. Mal ligheid! Tobben omdat je een man niet meer terug zou zien, dien je slechts een maal ontmoet had! Ze stond op. Bess sliep rustig door en droomde en Mary hoorde haar in haar droom lachen. „Ik weddat je hetzelfde zegt tegen ieder ander meisje, dat je tegenkomt", zei Bess in haar slaap. Droomde ze misschien van Allan? Maar ze glimlachte in haar slaap. Mary ging voor het venster zitten, dacht aan Ben en vroeg zich af, waarom ze dat toch aldoor deed. Was ze dan misschien toch, zonder het zelf te beseffen, verliefd op hem geworden? En terwijl ze daar zoo in den stillen nacht zat, kwam ze tot de overtuiging, dat het zoo wel moest zijn. Ze was verliefd geworden op een man, dien ze slechts eenmaal gezien had en nog wel zoo vurig verliefd, dat ze de gedachte, van hem gescheiden te worden, niet kon verdragen. Verliefd op een man, die haar nauwelijks eenige aandacht had geschonken; die niet meer dan gewoon be leefd tegen haar was geweest! Zou hij niet veel meer aan Bess denken? Ze kon dien verrukten blik niet vergeten, waarmee hij naar Bess gekeken had, toen ze voor hem zong, evenmin als hun belangstelling voor elkaar, aan de ouQjüttafel, jVgrdt vervolgd. Gistemar sproken, waar uitgesproken Daarbij onder worden beren Van het lag een doorb zeker was, da te voeren doo de grenzen va Hitler on leiding en tro aan twee puni 1. De 2. Het bereiK De Führe gewenschte be dit een zegen Des te gre stand is gekon gehad. De Fü houding van om in den oo: heid aan het vastgesteld, da militair totaal onrecht, dat Van groot op de toekoms winningen ster geval was. Var zelfde gezegd oorlog verzeke De Führer nopens een ver verkeerde gevo Hitier wee aan Engeland het goede inzie de verdere ont\ vrede. De liede anders. Vervolgens lieden, die bij gaan, doch het zijn bedoeling bouwen met ee Churchill onlan oorlog wilde. De Führer Duitsche antwo gen. Hierdoor z zjjn doel gewee volkomen vern mocht gelooven Engeland zou zi In een nog Führer met nad zou moeten woj zich voorbij zal laatste gelegen! In zijn rede heeft merkt, dat feiten en in geen verhouding aanleidingen tenzij d ren voor verborgen t ning van het verdrag een natuurlijke nood vredelievenden weg Het Geneefsche ins den beginnen af aan garant voor een gron bepalingen van Vers scher voelde dat, in heden als een brutalt Alle Duitsche eisch ren een natuurlijke r ten uitvoerlegging kc oorlog plaats vinden Duitschland daartoe n geweest. Hitier herim overeenkomst van Mü ber 1938 door de o Londen en Parijs als ken van zwakheid we Door de houding bjke elementen we Duitschland te wee edelmoedige aanbod v ••N°g op 2 Septemb

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 8