MENSCHEN EN HONDEN, on
DEoo5^
Red
Een
Eerbied van
een zoon
voor zijn
moeder.
Üteuilletan
VRAAG EN AANBOD
Het
Onverklaarbare
sympathieën en
antipathieën
tegenover dieren
en menschen.
- VOOR DE HUISVROUW
WOENSDAGS EN ZATERDAGS.
35 cent per vijf regels,
Radioprogramma voor
Zaterdag.
Voor kleine tuinen*
J. BECHDOLT.
No. 170
TWEEDE BLAD.
Onverklaarbare sympathieën en antipathieën heeft de hond zoo goed als de mensch ze
heeft. Iedereen, die een hond heeft, kan de ervaring opdoen dat dikwijls die hond te
genover onze beste vrienden een bepaald vijandige houding aanneemt en jegens iemand,
die voor het eerst over den vloer komt, overvloeit van vriendelijke attenties. Na
tuurlijk moeten we hierbij geen allemansvriend in het geding brengen, zoo een knaap,
die geen onderscheid weet of ziet tusschen goed en kwaad en zelfs niet blaft als er ie
mand het tuinhek binnenkomt, maar al vast bij voorbaat begint te kwispelen. Ik heb er
dikwijls over nagedacht, wat toch wel de oorzaak van zulk een anti- of sympathie op
het eerste gezicht kan zijn, te meer, daar die zoo menigmaal verschilt van de onze.
Wellicht is de verklaring te zoeken in de instelling tegenover het dier van den man
of de vrouw in kwestie zelf. Want mijn ervaring is ook, dat de honden zulk een in
stelling, hetzij positief dan wel negatief, zeer fijn aanvoelen. Tegenover iemand, die
in wezen bang is voor honden, voor dieren überhaupt, gedragen zij zich veel onver
schilliger, ja brutaler dikwijls, dan jegens iemand, in wien zij instinctief hun meerdere
erkennen, doordat hij gewend is, met dieren om te gaan, althans hunner niet vijandelijk
gezind is.
BIOGRAFIE VAN
D E BUL"
Al mijn honden waren zeer gereserveerd
in hun optreden tegen een mijner vrienden,
die mijn liefhebberij niet en nooit kon be
grijpen en zoo dikwijls dat pas gaf, zich te
buiten ging aan het rijmpje, dat volgens hem
nog van Vader Cats afkomstig moest zijn:
Wie den hond haalt in zijn huis
Wordt geplaagd door vloo en luis.
Kortom, ze moesten geen van allen wat
van dezen bewonderaar van Cats hebben en
staken dat niet onder stoelen of banken.
Maar de oude melkboer, die toch behoorde
tot het over het algemeen door honden als
vijandig beschouwde genus, dat zoo maar
aan de deur komt en de brutaliteit heeft om
aan de bel te trekken, eiken dag opnieuw,
die oude melkboer kon beslist geen kwaad
doen. Ik dien er echter direct bij te voegen,
dat die de beleefdheid zoo ver dreef, dat hij
mijn oudste teef, waarmee ik de fokkerij be
gon, altijd vóór liet gaan op het pad van
tuinhek naar de huisdeur, en haar bovendien
nog met u aansprak.
Dat uw hond ook nooit blaft als de slager
aan de deur is, heeft uit den aard der zaak
een zeer verklaarbare reden, want ook bij
den hond gaat de weg naar het hart via de
maag. Zelfs in die mate, dat hij zich dikwijls
nog het meeste hecht aan die huisgenoot, die
zijn dagelijkschen bak met eten klaar
maakt. De algemeene regel is echter wel
deze, dat teven zich meer plaatsen achter
den heer des huizes, en reuen achter de
vrouw, uitzonderingen natuurlijk daarge
laten. Voor de bovengenoemde teef bestond
er in den grond van de zaak maar één
mensch, en dat was de vrouw, terwijl voor
haar zoon de baas alles was.
Merkwaardig stel overigens, die twee.
Mama noemden wij gemeenlijk „ouwe",
waarnaar ze prompt luisterde, als ze ten
minste luisteren wou in al haar soms
grotesk wordende eigen wij zigheid, en zoon
lief, voerende een schitterenden stamboek-
naam, was in de wandeling „de Bul". Nou,
dat was hij, zoowel lichamelijk als geestelijk.
Een geweldenaar, die met zeer straffe hand
geregeerd moest worden, aangezien er op de
wereld nog maar één andere hond behalve
hijzelf bestond: Mama. Reeds als pup van
nauwelijks acht weken vloog hij een ouden
bedaarden New-Foundlander zonder meer
naar de keel, waardoor de laatste zoo ge
ïntimideerd werd, dat hij huilend naar huis
holde.
Of nu dit onbezonnen heldenfeit zoodanig
zijn gevoel van eigenwaarde stimuleerde, of
dat hij meende de volle vier en twintig uur
als beschermer van Mama te moeten op
treden, ik heb deze slechten karaktertrek
nooit kunnen doorgronden. Maar de Bul
werd een moordenaar, als zoodanig de schrik
van de buurt, en het gevolg was, dat hij
nooit anders dan aan de lijn uit mocht.
Hij was zoo consequent in zijn woede
jegens soortgenooten, dat hij zelfs de ge
bruikelijke égards tegenover de andere
kunne niet in acht nam, erheen teef, die
voorbestemd was om met hem bruiloft
te vieren, eerst eens grondig met zijn
hoektanden onderhanden nam. Van de
bruiloft is toen niets meer gekomen!!
Deze woestaard nu, die op een tentoon
stelling, in den ring loopende, nog kans zag,
zijn voorganger in de achterpooten te bijten,
was een en al zorg en oplettendheid voor
Mama, voor wie hij een diep respect had,
terwijl toch Ma een zeer zacht karakter had.
Maar den Bul had zij er volmaakt onder. Als
Ma een bak eten kreeg, stond zoonlief er
eerbiedig bij te kijken. Weliswaar liep het
water hem in letterlijken zin uit den mond,
maar hij verstoutte zich niet, ook maar te
laten merken, dat hij wel een stukje mee
zou willen peuzelen. En als hij al eens de
verleiding niet meer kon weerstaan en een
stap dichterbij kwam, was het voldoende,
dat Mama even, heel eventjes maar, de bo
venlip optrok en héél zacht siste tusschen
haar tanden. Dan trok de Bul zich weer eer
biedig terug.
Wij noemden dat lip-optrekken altijd
lachen. Maar de Bul vond het allesbehalve
leuk en zéker geen lachen.
Ze konden alleraardigst spelen op het
grasveld voor het huis, die twee. Maar als de
Bul in zijn jeugdige onstuimigheid wat al te
hardhandig werd en Ma bijvoorbeeld par
does van de sokken liep, want ze was al aar
dig op leeftijd, dan kon ze hem zoo ongena
dig afsnauwen, dat hij als een gestrafte jon
gen zijn troost bij mij kwam zoeken. Als ik
dan lachte, droop hij heelemaal af, ging hij
ergens treurend in een hoekje liggen.
Ik had al wel eens gelezen, dat
verscheidene honden het niet kun
nen hebben als je ze uitlacht. Ik had
dat altijd als een praatje beschouwd
van menschen, die een hond „ver-
menschelijken". Maar de Bul leerde
me, dat het inderdaad zoo is: hij kon
beslist niet tegen uitlachen.
Zoo had deze kerel een zeer gecompli
ceerd karakter, waaruit ik zelf nooit heele
maal wijs heb kunnen worden. Tegenover
menschen, vreemden vooral, was hij, zonder
bang te zijn, want dat stond niet in zijn
woordenboek, uiterst wantrouwend; goede
vrienden van den huize wonnen pas na een
langen tijd zijn vertrouwen, terwijl hij an
deren, hoewel dat uitzondering bleef, plot
seling, zelfs al zag hij ze voor het eerst, ui
terst vriendelijk tegemoet kon treden. Ik
heb dat nooit precies begrepen
De Bul is blind geworden. In zijn zinlooze
woede tegenover andere honden is hij, bij
een achtervolging, met zijn kop tegen een
hek opgeloopen, wat hem vrijwel het licht in
zijn oogen kostte door bloeduitstortingen in
de regenboogvliezen. Toen werd hij nog een
zamer en wantrouwiger. Alleen de baas en
Mama bestonden nog maar. Mama, die er af
en toe iets van scheen te begrijpen, als ze
zorgvuldig de oogen van haar zoon besnuf
felde, de baas, die met smart een voortijdig
einde van den Bul zag naderen.
Op een zekeren dag is dat inderdaad ge
komen. De Bul was in de samenleving niet
meer te handhaven- Helaas!!
KYNOLOOG.
Komkommers als gekookte groente.
Wij eten nu de komkommers als sla of
zure- of zoute bommen, maar ook als ge
kookte groente heeft dit tuinproduct haar
groote verdiensten, zoowel uit een oogpunt
van smaak als van voedingswaarde. Onder
staande recepten zijn berekend voor vier
personen en geven een paar bereidingsmoge
lijkheden voor dezen tijd:
I. Benoodigdheden: 2 middelmatig groote
komkommers, 2 eetlepels quark, yoghurt of
hangop, 1 dessertlepel fijngehakte peter
selie, 1 tomaat, 1 sjalotje.
Bereiding: De komkommers in zeer dunne
plakjes schaven en met een weinig zout be
strooien. Quark, yoghurt of hangop ver
mengen met de peterselie en dit sausje over
de komkommers schenken. Garneeren met
schijven tomaat, waarop wat gesnipperde
sjalotten.
II. Benoodigdheden: 2 middelmatig groote
komkommers, 1 hardgekookt ei, een paar in
gemaakte uitjes, 1 dL. (1 kopje) zure room,
zout, peper, desgewenscht aroma.
Bereiding: De komkommers in kleine
blokjes snijden en bestrooien met wat zout
en peper. Zure room vermengen met de fijn
gesnipperde uitjes en desgewenscht wat
aroma. De room door de komkommerblokjes
roeren en de schotel garneeren met partjes
hardgekookt ei.
III. Benoodigdheden: 2 middelmatig groo
te komkommers, 1 ons geraspte jonge vet
te kaas, 40 gram (2 afgestreken eetlepels)
boter, 1 eetlepel fijngehakte peterselie, 1
hardgekookt ei, 1 eetlepel melk of room, 10
gram (1 eetlepel) aardappelmeel.
Bereiding: De komkommers in dikke
schijven snijden en het zaad er uit hollen.
De schijven met een weinig zout bestrooien,
boter toevoegen en in goed gesloten pan op
zacht vuur een 10 minuten stoven. Vocht
eraf schenken en binden met in melk aan
gemengd aardappelmeel. Van het vuur de
geraspte kaas er door roeren en op smaak
afmaken met peper en aroma. Deze saus
over de gestoofde komkommer schenken..
Garneeren met partjes hadgekookt ei en
desgewenscht fijngehakte peterselie.
GEKRUIDE AARDAPPELPUREE.
Een rest aardappelen van den vorigen
dag kan een welkome aanvulling zijn van
den broodmaaltijd. In dezen tijd komt op
bakken van zoo'n rest echter niet in aan
merking. Het komt beter te pas om er puree
van te maken, die we met behulp van melk
de vereischte smeuïgheid geven. Door toe
voeging van wat geraspte vette kaas (hetzij
gekruide, hetzij zoetemelksche), wordt de
puree bijzonder smakelijk en kan, zoo noo-
dig, zonder verdere toevoeging van boter of
vet worden opgediend. Een dergelijk hapje
smaakt uitstekend op een bruine boterham
en dan sparen we er brood en belegsel
mee uit!
Gekruide aardappelpuree (hapje bij
de boterham)
een rest gekookte aardappelen, wat
melk, gekruide vette kaas (ongeveer
een ons op acht aardappelen), zoo
noodig wat zout en peper, desge
wenscht een stukje boter.
Breng de melk aan de kook. Doe er de
aardappelen in en laat deze warm worden.
Druk ze fijn en voeg zoo noodig nog wat
melk toe. Vermeng de puree met de gerasp
te kaas en desgewenscht een stukje boter;
maak ze op smaak af met wat zout en
peper.
Alléén 2de handsch goederen.
uitsluitend a contant.
(Dinsdags en Vrijdags inzenden).
JAARSVELD, 414,4 M. AVRO-Uitzending.
8.Berichten ANP, gramofoonmuziek. 10.
Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 Ensemble Jonny Kroon (11.11.20
Declamatie). 12,15 AVRO-Puszta-orkest. 12.45
Berichten ANP, eventueel gramofoonmuziek.
I.Gramofoonmuziek. 1.45 AVRO-Aeolian-
orkest. 2.30 Voor de vrouw. 2.45 Het Phil-
harmonisch kwartet. 3.30 Disco-causerie. 4.30
Orgel en zang. 5.15 Kinderkoor „Zanglust"
met pianobegeleiding. 5.45 AVRO-dansorkest.
6.15 Omroeporkest en solist. 7.15 Gramofoon
muziek. 7.40 Medische causerie. 8.Be
richten ANP. 8.15 Revue-uitzending. 10.
VPRO: Avondwijding. 10.1510.30 Berichten
ANP en sluiting.
KOOTWIJK, 1875 M. KRO-Uitzending.
7.Ber. (Duitsch). 7.15 Ber. (Engelsch).
7.30 Wij beginnen den dag. 7.45 Gewijde
muziek (gr.pl.). 8.Berichten ANP. 8.15
Gramofoonmuziek. (9.309.45 Berichten
Vlaamsch. 11.1511.30 Berichten Engelsch.
II.3011.45 Berichten Vlaamsch). 12.John
Kristel en zijn Troubadours. (12.3012.45
Berichten Duitsch. 12.451.Berichten
ANP). 1.45 Gramofoonmuziek. (2.2.15 Be
richten Duitsch). 2.45 Musiquette. 3.15 Be
richten (Engelsch). 3.30 Gramofoonmuziek.
5.Berichten (Duitsch). 5.15 De Minne-
streelen (opn.). 5.30 KRO-orkest. 6.15 Ber.
(Engelsch). 6.30 John Kristel en zijn Trou
badours. 7.Reportage. 7.15 Gramofoon
muziek. 8.Berichten (Duitsch). 8.15 Ber.
ANP. 8.30 Berichten (Engelsch). 8.45 Ber.
(Vlaamsch). 9.KRO-Melodisten en solist.
(9.159.30 Berichten Engelsch). 9.40 Wij
sluiten den dag. 9.45 Berichten (Vlaamsch).
10.Berichten (Duitsch). 10.1510.25 Ber.
ANP. 11.1511.30 Berichten (Engelsch).
DE VRUCHTENOOGST.
Het is niet zoo eenvoudig om op de juiste
tijd ons fruit te plukken, en zoo gebeurt het
ook nogal eens dat de liefhebber zijn ap
pels en peren overrijp laat worden, waar
door ze hun frissche sappigheid verliezen
en melig beginnen te worden.
In de meeste gevallen zullen we bij de
dagelijksche rondgang door den tuin toch
wel opmerken wanneer de tijd van pluk
ken gekomen is, doordat enkele rijpe gave
vruchten van den boom vallen. Is dat niet
het geval, dan kunnen we af en toe probee-
ren of de vruchten uit zichzelf loslaten,
wanneer we ze voorzichtig iets opbeuren.
Zoo min mogelijk maken we gebruik van
vruchtenplukkers, waardoor vrucht en
boom gemakkelijk beschadigen, maar oog
sten we met de hand. En dit dient dan ook
nog met zorg te geschieden, niet met twee
vingers, waartusschen we de vrucht knij
pen, maar met de volle hand onder de
vrucht en met de wijsvinger onder de na
tuurlijke breuk van den steel.
Het zomerfruit kan niet lang bewaard
blijven en zooals we reeds zeiden moet het
vooral niet te lang aan den boom blijven in
tegenstelling met het late fruit, dat om aan
houdbaarheid te winnen, zoo lang mogelijk
aan den boom moet blijven hangen.
Mooi gekleurd fruit is bij den liefhebber
meestal zeer gewild, maar men ondervindt
wel eens dat het eene jaar de vruchten
beter kleuren dan het andere, terwijl ook
een zelfde soort in den eenen tuin vrijwat
mooier uiterlijk heeft dan in den anderen,
hetgeen aan het zonlicht te danken is. Bij
boomen, die dicht in het blad zitten, kun
nen niet alle vruchten door de zon besche
nen worden, terwijl men in kleine tuinen
ook weieens last heeft van de schaduw der
omringende boomen. Het zal veel liefheb
bers onbekend zijn dat de vruchten het
beste kleuren bij zonnig weer overdag en
flinke dauw 's nachts en we kunnen zelf
meehelpen door de vruchten na het pluk
ken in één laag in een laag kistje met
houtwol of mos te leggen en in de zon te
plaatsen, met de kelk omhoog. Het geheel
met regenwater besproeien en verder en
kele dagen laten staan en eens per dag be
gieten. Na die dagen zijn de vruchten ge
heel gekleurd en goed hard, en houdbaar
der dan die welke meteen opgeborgen wor
den.
A. C. MULLER—IDZERDA.
DOOR
8)
Haar zuster lachte erom en noemde haar
een dom kindje. Maar die lach klonk toch
niet heelemaal oprecht. En, al wilde Bess
er dan ook niet verder over praten, toch
was Mary ervan overtuigd, dat ze geweldi
ge ruzie gehad moesten hebben en dat haar
zuster niet zoo tevreden was met de schei
ding, als ze wilde voorkomen. Doch, waar
om ging ze dan dagelijks alleen uit rijden?
Naar wien ging ze toe? Och, gewoon een
ritje maken, zei Bess telkens weer. Wat
lichaamsoefening. Wel eens prettig, een
poosje alleen te zijn. Maar haar blik logen
strafte haar woorden.
Mary tobde erover. Ze maakte het voor
nemen, er bij de eerste de beste gelegen
heid eens met Allan over te praten. Mis
schien, dat ze die twee weer bijeen kon
brengen.
De terugkomst van Les Cabinal verdreef
echter al die r- r;en en gedachten uit Ma
ry's ho: V d? eerste, die hem te
genkwam, lo-n ui) uil het dal naar boven
gereden kwam. Ze zag zijn magere, stoere
gestalte reeds in de verte. Ze schoot in de
lucht, om zijn aandacht te trekken, wuifde
met haar hoed en reed hem spoorslags te
gemoet. Les Cabinal zat kaarsrecht als al
tijd in het zadel, maar zijn eerste woorden
brachten haar reeds het bericht van zijn
nederlaag.
„We hebben vefloren, Mary".
„Ongunstig voor u uitgevallen? O, oom
Les, wat jammer!"
„De spoorweg komt er. Ik kan het niet
tegenhouden. Ik wist het wel".
De oude man keerde zich op zijn paard
oen en wierp een woedenden blik naar zijn
vijanden in de verte.
„Het geeft toch niets, tegen dat ding kan
niemand op. Tegenover een spoorwegmaat
schappij schijnt niemand meer eenige rech
ten te hebben. Het algemeen belang gaat
voor, heet het. Dat wilt dus zeggen, dat een
zootje bankiers en geldmenschen op je land
kunnen komen, als ze zich dat in het hoofd
willen halen. Dat beteekent voor mij, dat
ik hier vandaan moet!"
Mary verbleekte en keek hem angstig
aan.
„Ik ga er vandoor", zei Les. „Zoo gauw
ik mijn zaken geregeld heb, trek ik er tus
schen uit".
Hij keek haar van onder zijn grauwe,
dichte wenkbrauwen aan.
„Dat zit nu eenmaal in me, Mary en dat
kan ik niet veranderen. Ik kan me niet tus
schen al dat kaf uit Europa thuis voelen. Ik
kan schuttingen, hekken en steden niet uit
staan. Ik ben een veehouder van het oude
slag. Ik moet het vrije veld om me heen
hebben".
HOOFDSTUK IV.
Het vrije veld.
Op de hoeve bespraken ze dien avond het
geheele geval onder elkaar. Er viel niet veel
te bepraten, want Les had zijn besluit
reeds genomen. Het ging nog slechts over
bijkomstigheden.
„Jeth Hanley zal het land van me over
nemen", zei de oude man. „Jeth heeft veel
geld verdiend. Dat contact tot vleeschleve-
rantie aan de spoorwegmaatschappij is een
goudmijntje voor hem geworden, 'n Slimme
rekel, die jonge Jeth. Hij wordt nog eens
eigenaar van een paar stadjes hier in den
omtrek. Vermoedelijk zullen ze hem met
tertijd nog wel naar liet "Congres afvaardi
gen ook".
Hij keek zijn vrouwelijke huisgenooten
en de stuk of wat cowboys die bijna als le
den van het gezin golden, beurtelings aan.
„Ik laat in het midden, of Jeth gelijk
heeft of niet, jongens. Volg mijn raad en
doe maar net als hij doet. Er komt nu een
maal verandering en als een man daar niet
aan kan meedoen, dan is dat heel erg voor
hem. En hard voor zijn vrouw ook".
Allen keken naar de oude Sarah. Ze had
geluisterd naar de woorden van haar man
zonder eenige aanmerking te maken. Ze
zat rechtop met haar pezige werkhanden
in haar schoot gevouwen. En terwijl de an
deren aan het praten waren, liet ze haar
oogen door het vertrek ronddwalen, als
wilden ze van alle oude, bekende dingen
afscheid nemen.
„Och", zei ze opeens, „de meeste vrou
wen hechten zich aan een huis en zijn te
gemakzuchtig om naar een ander te trek
ken. Een vrouw, die het zout in haar pap
waard is, moet met haar man meetrekken,
waar hij ook heengaat".
Ze sloeg zch driftig op haar manke been.
„Verbeelden juilie je maar niet, dat ik er
gens blijven zal, waar een spoorweg ligt.
Toen een ik jong meisje was, hadden we
hier een vrij land, waar je kon doen, wat
je wilde. Als het nu vol komt met huizen
en spoorrails, dan trek ik naar 'n vrij land!"
Les Cabinal lachte luid en lang en klopte
haar goedkeurend op haar schouder.
„Luister nu toch eens naar haar! Daar
is de zaak mee afgedaan, jongens! We trek
ken er weer op uit, naar een vrij land".
Zoodra dus de verkoop van het land af
gedaan was, zou Les Cabinal zes paarden
voor zijn grooten wagen spannen en zijn
verhuisboeltje opladen. Bovenop zouden ze
den schommelstel van Sarah vastbinden,
waarin ze onder een nieuwen hemel bij
nieuwe kampvuren rusten kon. Ze zouden
het spoor volgen van de verdwijnende buf
fels en zoo een onbewoond land en de vrije
ruimte vinden.
„En hoe moet het met ons?" vroeg Bess(,
toen ze met haar zuster zich op haar kamer
gereed maakte, om ter ruste te gaan. „Hoe
moet het met ons? Wat mij betreft, ik ga in
geen geval mee!"
Mary had daarover eigenlijk nog niet
eens nagedacht. Ze had alleen maar ver
driet en medelijden gevoeld voor die twee
oude menschen, die nu weer van huis en
hof wegtrokken.
„Het vrije veld!" riep Bess met een bitter
glimlachje uit. „De vrije ruimte hebben!
Ja, ik weet wel, wat dat zeggen wil! Dat
beteekent de ellendigste manier van leven,
die je je denken kunt. Ongemak, hard werk
en een eenzaamheid. Niks voor mij!"
Mary keek haar weifelend aan. Zij wil
de evenmin graag wegtrekken. Want zou
ze dan Ben Meredith nog wel ooit terug
zien? Die scheiding zou ze nooit kunnen
verdragen.
Voor het eerst besefte ze, hoe diep haar
gevoelens voor Ben waren geworden. Bij de
gedachte aan scheiding voelde ze echt pijn
in haar hart. En toch kende ze hem nog
pas zoo kort! Het was om te lachen. Mal
ligheid! Tobben omdat je een man niet
meer terug zou zien, dien je slechts een
maal ontmoet had! Ze stond op. Bess sliep
rustig door en droomde en Mary hoorde
haar in haar droom lachen. „Ik weddat
je hetzelfde zegt tegen ieder ander meisje,
dat je tegenkomt", zei Bess in haar slaap.
Droomde ze misschien van Allan? Maar
ze glimlachte in haar slaap. Mary ging voor
het venster zitten, dacht aan Ben en vroeg
zich af, waarom ze dat toch aldoor deed.
Was ze dan misschien toch, zonder het zelf
te beseffen, verliefd op hem geworden? En
terwijl ze daar zoo in den stillen nacht zat,
kwam ze tot de overtuiging, dat het zoo
wel moest zijn. Ze was verliefd geworden
op een man, dien ze slechts eenmaal gezien
had en nog wel zoo vurig verliefd, dat ze
de gedachte, van hem gescheiden te worden,
niet kon verdragen. Verliefd op een man,
die haar nauwelijks eenige aandacht had
geschonken; die niet meer dan gewoon be
leefd tegen haar was geweest! Zou hij niet
veel meer aan Bess denken? Ze kon dien
verrukten blik niet vergeten, waarmee hij
naar Bess gekeken had, toen ze voor hem
zong, evenmin als hun belangstelling voor
elkaar, aan de ouQjüttafel, jVgrdt vervolgd.
Gistemar
sproken, waar
uitgesproken
Daarbij onder
worden beren
Van het
lag een doorb
zeker was, da
te voeren doo
de grenzen va
Hitler on
leiding en tro
aan twee puni
1. De
2. Het
bereiK
De Führe
gewenschte be
dit een zegen
Des te gre
stand is gekon
gehad. De Fü
houding van
om in den oo:
heid aan het
vastgesteld, da
militair totaal
onrecht, dat
Van groot
op de toekoms
winningen ster
geval was. Var
zelfde gezegd
oorlog verzeke
De Führer
nopens een ver
verkeerde gevo
Hitier wee
aan Engeland
het goede inzie
de verdere ont\
vrede. De liede
anders.
Vervolgens
lieden, die bij
gaan, doch het
zijn bedoeling
bouwen met ee
Churchill onlan
oorlog wilde.
De Führer
Duitsche antwo
gen. Hierdoor z
zjjn doel gewee
volkomen vern
mocht gelooven
Engeland zou zi
In een nog
Führer met nad
zou moeten woj
zich voorbij zal
laatste gelegen!
In zijn rede heeft
merkt, dat feiten en
in geen verhouding
aanleidingen tenzij d
ren voor verborgen t
ning van het verdrag
een natuurlijke nood
vredelievenden weg
Het Geneefsche ins
den beginnen af aan
garant voor een gron
bepalingen van Vers
scher voelde dat, in
heden als een brutalt
Alle Duitsche eisch
ren een natuurlijke r
ten uitvoerlegging kc
oorlog plaats vinden
Duitschland daartoe n
geweest. Hitier herim
overeenkomst van Mü
ber 1938 door de o
Londen en Parijs als
ken van zwakheid we
Door de houding
bjke elementen we
Duitschland te wee
edelmoedige aanbod v
••N°g op 2 Septemb