Beperking aantal lesuren
bij middelbare scholen
en gymnasia.
Scheepsongeval op het
Hollandsche Diep.
Zuinig stoken in den
komenden winter.
Een gedenkteeken voor gevallen Nederlanders te Delft.
De Nederlandsche Unie.
üfc_
TWEEDE BLAD. ALKMAARSCHE COURANT VAN DONDERDAG 1 AUGUSTUS 1940.
Naar wij vernemen, zijn thans de f|
nieuwe lesroosters voor het middel- .jj
bare en gymnasiale onderwijs sa- l|l
mengesteld en is de publicatie daar- 'J|
van binnenkort te verwachten. «Dj
Bedroeg het aantal lesuren op de :j|
hoogere burgerscholen en gymnasia
tot heden gemiddeld 33 per klasse, Ij
de nieuwe rooster brengt dit aantal 'p
terug tot gemiddeld 30. fci|
Echtpaar en drie kinderen
verdronken.
Op het Hollandsch Diep tusschen de
tramhalte en de oude haven van Numans-
dorp heeft een ernstig scheepsongeval plaats
gehad.
De 120 ton metende „Adriana Jacqueline"
van schipper v. d. Mey uit Stavenisse is
daar na een hevige ontploffing gezonken.
Vermoedelijk is het schip op een mijn ge-
loopen.
Op het verongelukte schip bevonden zich
het echtpaar v. d. Mey en zijn drie kinderen,
waarvan het oudste dertien jaar en het
jongste acht maanden was. Hoewel vrij snel
hulp op Willemstad ter plaatse was, heeft
men geen spoor van de opvarenden kunnen
ontdekken.
Het schip was reeds geheel onder water
verdwenen. Alleen vond men ter plaatse
nog het roeibootje van de „Adriana Jacque
line" en eenige kinderkleertjes en kinder
speelgoed op het water drijven.
Instituut voor brandstoffen-
economie geeft raad.
Het Rijks-instituut voor brandstoffen-
economie meldt ons:
Aangenomen kan worden, dat in het
komende stookseizoen zuinig moet worden
omgegaan met brandstoffen, noodig voor
verwarming.
Een middel om dit te bereiken is de ver
trekken en lokalen op lagere temperatuur
te houden dan tot nu toe de gewoonte was.
Een ander middel is te zorgen, dat de in
stallatie goed in orde is, zoodat van de toe
gewezen brandstof zooveel mogelijk in
warmte wordt omgezet. Men kan beide mid
delen toepassen, doch men doet verstandig
te beginnen met de installatie deskundig te
laten nazien en schoonmaken.
Bij kachels beteekent dit het door den
smid of loodgieter laten reinigen van de
circulatie, het laten nazien van den rooster
(zoodat niet door ontstane gaten brandbare
stukken bij de sintels te land komen) en
van de vuurvaste inwendige bekleeding; het
goed laten afdichten van de afvoerpijp op de
schoorsteenopening en het goed afsluitbaar
maken van alle deurtjes en regelorganen.
Bij een installatie voor centrale ver
war m i n g zal (bij voorkeur door den
installateur), eveneens voor het stooksei
zoen begint, de ketel moeten worden gerei
nigd en de installatie moeten worden onder
zocht op lekken. Worden nootjeskolen ge
stookt, dan moeten gedurende het stooksei
zoen eens per maand de rookgangen met een
stalen borstel worden gezuiverd van roet-
aanslag; bij gebruik van cokes moet dit één
maal in de twee maanden geschieden.
Voor het stookseizoen begint, dient men
er voor te zorgen, dat de stook- en schoon-
maakgereedschappen in goeden staat zijn
en de schoorsteen is geveegd.
De controle op het brandstofverbruik van
de rijksgebouwen, welke het instituut gedu
rende tien jaren uitoefent, heeft het nut
van een goed onderhouden installatie aan
getoond.
De meeste brandstof kan worden bespaard
gedurende de dagen, waarop matig moet
worden gestookt. Doordat kachel of ketel
niet voldoende kan worden getemperd,
worden de vertrekken op te hooge tempe
ratuur gebracht, de ramen opengezet om
een dragelijke temperatuur te krijgen en
wordt op deze wijze veel brandstof noodeloos
verbruikt.
BEGRAFENIS DER SLACHTOFFERS
VAN DE „BULGIA".
Hedenmiddag te 3 uur is op de begraaf
plaats te Vlissingen het stoffelijk overschot
van een twaalftal opvarenden van den Ne-
derlandschen mijnenlegger „Bulgia" ter
aarde besteld. Deze slachtoffers zijn; P. Va
der, stoker le klas; P. Nouwen, stoker 2e
klas; J. de Visser, matroos 3e klas; H. Een
hoorn, stoker-zeemilicien; J. Volmer, stoker-
zeemilicien; C. W. Kuen, stoker-zeemilicien;
H. van Empel, stoker-zeemilicien; F. Dijks,
bediende zeemilicien; P. Guitema, matroos
zeemilicien; W. de Boer, matroos zeemili-
cien; F. C. Kaandorp, kok-zeemilicien; B.
Wesselink, ziekenverpleger.
PROCLAMATIE VAN NATIONAAL
HERSTEL.
Het verbond voor Nationaal Herstel had
een proclamatie ter publicatie gereed, toen
het „driemanschap" zijn oproep in de bladen-
plaatste. Aangezien het verbond steeds het
standpunt heeft ingenomen elke reëele po
ging tot de vorming van een eenheid te wil
len bevorderen, wil het ook thans geen twee
dracht zaaien. Daar het, aldus wordt ver
klaard, echter niet ten volle overtuigd is, dat
achter dit driemanschap niet de partijen
staan, wil Nationaal Herstel voorloopig hier
tegenover een loyale afwachtende houding
aannemen. Dit neemt niet weg, aldus- deelt
het verbond mede, dat het paraat staat en
ten allen tijde zal blijven opkomen, waar
noodig, voor de verdediging van het Neder-
landsche volkswelzijn, welke bescherming
het blijft beschouwen als zijn voornaamste
taak.
Nog geen plaatselijke
afdeelingen.
In verband, met het allerwegen tot uit
drukking komende streven om tot oprichting
van plaatselijke afdeelingen der Neder
landsche Unie te geraken, acht de Neder
landsche Unie het gewenscht, het volgende
te doen uitkomen.
Abusievelijk is in enkele gevallen aan een
plaatselijk comité, dat zich met het ver
zamelen van adhaesie-betuigingen aan de
Nederlandsche Unie belast, den naam van
oprichtingscomité of zelfs van plaatselijke
afdeeling gegeven.
Het is evenwel onjuist, deze plaatselijke
groepeeringen als afdeeling der Nederland
sche Unie aan te merken, aangezien nog
geen plaatselijke afdeelingen der Neder
landsche Unie gesticht zijn en de oprichting
hiervan slechts kan geschieden in overleg
met en onder leiding van het Centraal bu
reau der Nederlandsche Unie, gevestigd te
's-Gravenhage.
Indien particulieren zich belasten met het
verzamelen van adhaesie-betuigingen, zul
len deze dan ook gaarne op het centrale
bureau worden ingewacht. Ter informatie
diene voorts, dat men de Nederlandsche
Unie veel strafport kan besparen door
adhaesiebetuigingen, welke op visitekaarten
worden ingezonden, niet als drukwerk, doch
als brief te frankeeren.
HAVERTOEWIJZING VOOR PAARDEN.
Een wijziging.
Het rijksbureau voor de voedselvoorzie
ning in oorlogstijd maakt bekend, dat, aan
gezien gebleken is, dat verschillende bedrij
ven van de havertoewijzing voor de paar
den min of meer belangrijke hoeveelheden
hebben overgespaard, onder de gegeven om
standigheden besloten is, deze hoeveelheden
niet zonder meer ter beschikking van de
betreffende veehouders te laten.
De oorpronkelijke havertoewijzing voor
de paarden was verleend tot 15 September
1940. Aangezien thans van alle bedrijven
de nog resteerende granen worden ingeno
men, kan met het oog op de uit te oefenen
controle deze toezegging niet meer worden
gehandhaafd. Immers, het is zeer moeilijk
na te gaan of de haver, welke voor de paar
den aanwezig zou zij.n, afkomstig is van de
toewijzing, dan wel op andere wijze ver
kregen werd.
In die gevallen, waarin de landbouwers
in moeilijkheden zouden geraken, omdat
geen voldoende voeder voor de paarden
aanwezig is, zal worden voorzien door de
verstrekking van een toewijzing mengvoe
der.
WANNEER DE JACHT GEOPEND ZAL
ZIJN.
LAATSTE EERBEWIJS aan gevallen
tegenstanders. De begrafenis te Zandvoort
van een Fransch en een Engelsch militair,
die aan -de Hollandsche kust waren aan
gespoeld.
het doel een bedrag van 1500 bijeen te
brengen ter verdere verfraaiing van het
monument.
Deze verdere verfraaiing zal bestaan in
het laten aanbrengen van twee gebeeld
houwde wachters in uniform, ter weerszij
den van het gedenkteeken.
Het monument zal deels uit baksteen,
deels uit de beste Fransche kalksteen wor
den opgetrokken. Deze laatste steensoort
wordt gebruikt voor de gedenkplaten, zuilen
en beeldhouwwerken. De graven komen vóór
het monument te liggen; hier zal ook, tus
schen enkele uitloopers van kalksteen, de
beplanting komen. Het monument zal ver
rijzen aan het eind van de hoofdlaan van
„Jaffa", links van de aula.
De secretaris-generaal, waarnemend hoofd
van het departement van landbouw en vis-
scherij heeft bepaald, dat in het geheele
land de jacht op onderstaande wildsoorten
zal zijn geopend gedurende het tijdvak,
achter de namen der wildsoorten vermeld.
Reebokken van 14 Augustus 1940 tot en
met 7 September 1940,
Reeën (bokken en geiten) van 15 October
1940 tot en met 14 November 1940,
Herten en damherten (bokken) van 1 Oc
tober 1940 tot en met 5 October 1940,
Fazanten (hanen en hennen), houtsnippen,
korhanen, korhennen en hazen van 1 Oc
tober 1940 tot en met 31 December 1940,
Patrijzen van 1 September 1940 tot en
met 31 December 1940,
Ganzen, alle soorten eenden (behalve
bergeenden en eindereenden), watersnippen
en meerkoeten van 14 Augustus 1940 tot en
met 31 December 1940.
Goud-.'uvieren van 1 September 1940 tot
en met 31 December 1940.
Voorts is het vangen van de hieronder
genoemde waterwildsoorten door middel van
netten, waarvan het gebruik is geoorloofd,
toegestaan gedurende hét tijdvak achter de
namen der waterwildsoorten vermeld.
Ganzen, alle soorten eenden (behalve
bergeenden en eindereenden), watersnippen
en meerkoeten van 14 Augustus 1940 tot en
met 31 December 1940,
Goudpluvieren van 1 September 1940 tot
en met'31 December 1940.
Het vangen van de hieronder genoemde
waterwildsoorten door middel van eenden
kooien zal zijn toegestaan gedurende het
tijdvak achter de namen vermeld.
Alle soorten eenden (behalve bergeenden
en eindereenden van 14 Augustus 1940 tot
en met 31 December 1940.
De jacht zal niet worden geopend op her
tenkalveren, reekalveren (t.w. reeën, die in
den loop van het kalenderjaar zijn geboren),
zwanen, bergeenden, -eindereenden, duikers,
kemphanen, wulpen, scholeksters, grutto's,
tureluurs en waterhoentjes.
HOUTSKOOL WORDT WEER GEVRAAGD. De familie Schuurkamp, bekende
houtskoolbranders, heeft in de omgeving van Zelhem, nabij Doetinchem, weder haar
houtskoolkam-p en brandplaats ingericht. Overzicht van de brandhoopen, terwij-l
juist een der „kraters" wordt geopend.
IN I)E BETUWE IS DE OOGST van vroege appelen begon
nen. Een jeugdige Tielsche laat het zich góed smaken.
men met de voorbereiding bezig was, vat
ten ook de officieren uit Groningen het
plan op, een gedenkteeken te stichten voor
de te Delft gevallen Groningers. Deze beide
plannen zijn toen samengesmolten; er zou
den niet eenige monumenten komen, maar
één. De gemeente Delft heeft medewerking
verleend door het afstaan van 'n stuk grond
op de begraafplaats en het zorgen voor den
aanleg van een passende beplanting.
Het door de Haagsche firma Keuzenkamp,
in samenwerking met een beeldhouwer ver
vaardigde ontwerp werd aan het oordeel
van prof. N. Lansdorp, voorzitter van de
Schoonheidscommissie voorgelegd. Verder
werd op initiatief van het Delftsche ge
meentebestuur een commissie uit de burgerij
gevormd, bestaande uit de heeren C. M.
Hage, prof. dr. J. Mekel en H. F. Waller, met
EEN EXPEDITEUR IN WEF.SP heeft een heimachine in
zijn schip laten bouwen in de plaats van een ruwolie-molor,
waarvoor hij niet genoeg brandstof kon krijgen. De proef
vaart zal moeten bewijzen of de machine voldoet.
Vermoedelijk op 21 September, zal op de
begraafplaats „Jaffa" te'Delft een groot
monument worden onthuld ter nagedachte
nis van de aldaar gesneuvelde Nederland
sche militairen. Het monument is 12me
ter breed, aan de zijkanten 2 en in het mid
den ongeveer 3 meter hoog. Het zal in totaal
57 namen van gevallenen bevatten, met ver-
mélding van het legeronderdeel, waartoe zij
hebben behoord. Dit houdt niet in, dat op
de plaats waar het gedenkteeken komt,
straks ook het stoffelijk overschot van 57
oorlogsslachtoffers begraven zal liggen.
Verscheidene van hen zijn immers naar el
ders overgebracht; ook hun namen zullen
echter op de gedenkplaten worden vermeld.
Het plan tot stichting van het monument
is uitgegaan van het Vie Depót Infanterie,
dat te Delft gelegerd is geweest. Terwijl
1 c 1