Dr. H. Colijn
Bereid tot samenwerking op zoo breed
mogelijke basis.
Wot in het program der Nederlandsche Unie
onaanvaardbaar is.
Garage met 16 auto s
uitgebrand.
TWEEDE BLAD.
ALKMAARSCHE COURANT VAN MAANDAG 12 AUTGUSTUS 1940.
Als het Hooi wordt binnen
gehaald nemen op nauwe
landwegen de wagens met
hooi den geheelen weg in
beslag en passeeren is dan
heel moeilijk. Twee fietsers,
die een duik langs den rij
denden hooiberg moesten
nemen.
De volksinvloed blijve
verzekerd.
Zaterdag is in de Apollohal de vergade
ring gehouden, welke door het provinciale
comité van a.r. kiesvereenigingen in N.H.,
in overleg met de betrokken instanties der
Chr. Hist. Unie is belegd en in welke ver
gadering als sprekers het woord voerden
de heeren dr. H. Colijn en prof. dr. J. R.
Slotemaker de Bruine.
Voor deze vergadering bestond een zoo
groote belangstelling, dat de groote zaal,
die ruim 5000 personen kan bevatten, bij
lange na geen plaats bood om allen, die de
vergadering wilden bijwonen, plaats te bie
den. Daarom werd een drietal vergaderin
gen achter elkaar belegd, n.l. des middags
te half twee en te vier uur en des avonds
te half acht.
De voorzitter van het provinciaal comité
van a.r. kiesvereenigingen in Noordholland,
prof. dr. V. H. Rutgers, ging voor in gebed
cn sprak een openingswoord, waarin hij
alle aanwezigen, in het bijzonder de drie
sprekers hartelijk welkom heette. Vervol
gens verkreeg dr. Colijn het woord.
Rede dr. H. Colijn.
Spr. ving aan met de herinnering aan den
titel van zijn jongste geschrift. Hij heeft de
.critiek vernomen, dat men niet op de grens
van twee werelden moest blijven staan,
doch moedig de nieuwe wereld, die voor
ons lag, moest binnentreden. Op zichzelf
vereischt die critiek geen wederlegging om
dat spreker het er mee eens is.
Alleen is het niet juist om het
nieuwe, dat nog grootendeels on
bekend is, ongezien te aanvaarden
cn het oude als waardeloos weg te
werpen. En toch zijn er velen, die
dit laatste zonder eenige bedenking
doen. Met name geldt de critiek dan
ons Staatsbestel en het partijwezen.
Wanneer spreker met die critiek gedeel
telijk instemt, dan is dat geen novum. Twin
tig jaar lang heeft hij in woord en geschrift
op de fouten van de moderne democratie
gewezen. Fouten, die tot gevolg hadden on
zelfstandigheid van de kabinetten, afhanke
lijkheid van de politieke partijen, verzwak
king van het eigen recht der overheid. Ook
de volksvertegenwoordiging zelf is in de
vervulling van haar taak dikwerf gehinderd
door druk van buiten de Kamer. Maar om
dat men op fouten uit het verleden wijst,
behoeft men nog niet alles, wat als nieuw
wordt aangeprezen, met gretigheid te aan
vaarden. De groote kunst bestaat hierin, dat
men het goede in het nieuwe moet trachten
te grijpen, zonder het goede in het oude te
verliezen. Daarom is het nuttig om op een
keerpunt der tijden een oogenblik op do
grens te blijven staan en oogen en ooren
de kost te geven. Dit rustig waarnemen
schijnt voor velen moeilijk. Van alle kanten
klinkt het haastig geroep: er moet wat ge
beuren, er moet wat gedaan worden, en dan
liefst in hetzelfde tempo, waarmede de Duit-
sche weermacht haar aanvallen verricht.
Men is daarbij al spoedig tevreden en denkt
iets gedaan te hebben, wanneer men ergens
een kaartje heenstuurt met een adhaesie-
betuiging. Maar om iets te doen is meer noo-
dig. Om iets te doen is het hebben van be
stuursmacht vereischt en de vrijheid om
die bestuursmacht uit te oefenen. Aan die
voorwaarde is op het oogenblik echter niet
te voldoen. Begrijpelijk is het, dat men
zoekt naar een nauwer aaneensluiting, naar
een hechte samenbinding van het Neder-
landsche volk, omdat men niet ten onrechte
daarin een soort waarborg zoekt voor het
behoud van wat ons lief is.
De Nederlandsche Unie.
In dit verband wilde spreker iets mede-
deelen over den gang van zaken met de
Nederlandsche Unie en van deze gelegen
heid gebruik maken, om zijn advies aan de
kiesvereenigingen in het openbaar toe te
lichten.
Den eersten Juli van dit jaar zijn te 's-
Gravenhage bijeengekomen een twaalftal
personen, twee aan twee afkomstig uit ae
zes groote politieke partijen. Voor cte anti-
revolutionnairen waren dat de heer Schou
ten en spreker zelf. Deze twaalf personen,
overtuigd van de noodzakelijkheid van
grooter eensgezindheid, besloten er naar te
streven dat de politieke partijen hun ver
schillen laten rusten en dat zij zich zouden
vereenigen op een kort program van actie,
dat aller instemming zou moeten hebben.
Die algemeene instemming werd gemakke
lijk verkregen en vijf dagen later (6 Juli)
werd een tweede vergadering gehouden,
waarbij ook aanwezig waren drie heeren
van de Nederlandsche gemeenschap. Weer
twee dagen later, den achtsten Juli, werd
ook met deze heeren overeenstemming ver
kregen over een gemeenschappelijk door de
15 heeren uit te'vaardigen manifest.
Op 18 Juli was er dus een Neder
landsche Unie, een gemeenschap
pelijk gekozen naam, die geacht kon
worden na verloop van tijd waar
schijnlijk 90 procent van het Ne
derlandsche volk te representeeren.
Om reden, die niet gelegen zijn in
verschil tusschen de vijftien heeren,
heeftr de uitvaardiging van dit ma
nifest geen voortgang kunnen heb
ben.
Een goede veertien dagen later duikt nu
plotseling een nieuwe Nederlandsche Unie
°Pi geleid door dezelfde personen (althans
twee personen van de drie), die aan de vor
ming der eerste Nederlandsche Unie had
den deelgenomen; dit optreden ging verge
zeld van een geheel nieuw program, dat
sterk afweek van het program, waarover
overeenstemming verkregen was in de eer
ste Nederlandsche Unie. Dit nieuwe pro
gram wekte al dadelijk het vermoeden, dat
voor sommige volksgroepen het moeilijk-
zou zijn met deze tweede Unie, waarover zij
trouwens niet geraadpleegd waren, mee te
gaan. Vooral de toelichtingen, die van tijd
tot tijd in interviews op het program gege
ven werden, versterkten dien twijfel. En na
den' derden Augustus werd die twijfel ze
kerheid.
Het blijkt, zoo verklaarde dr.
Colijn, niet het doel te zijn om te
trachten de bestaande organisaties
en stroomingen in ons volksleven in
een bedding te brengen, teneinde
één groote nationale beweging te
verkrijgen, maar feitelijk te komen
tot de stichting van een nieuwe
partij, met de daarbij gedachte al-
geheele oplossing van de andere op
beginselen opgebouwde partijen.
Ook is vrij duidelijk aangekondigd, dat
bijv. onze jeugdbeweging, die bijna een
eeuw oud is, zal moeten worden samen
gesmolten met de andere onder eenhoofdige
leiding. Toen spreker op 31 Juli in zijn ad
vies aan de kiesvereenigingen den raad gaf
zich voorshands te onthouden, zal dit voors
hands thans dienen te vervallen. Zoo, zoo
vervolgde spr., zoo kan het niet, want zoo
wordt het voor 1/3 van het Nederlandsche
vólk onmogelijk mee te doen.
Dit doet spreker leed voor de zaak, die
hem zeer ter harte ging. Het doet hem ook
leed voor het driemanschap, dat van goeden
wille is, maar dat door onvoldoende inzicht
in de structuur van het Nederlandsche volk
het spoor bijster is geraakt. Op allerlei de-
tailbezwaren tegen het program gaat spre
ker thans niet in. Want veel belangrijker
blijft de vraag: Als het dan niet zoo kan.
wat kan er dan wel geschieden?
Spreker begint op den voorgrond
te stellen, dat hij voor zich nog al
tijd bereid is tot samenwerking
op zoo breed mogelijke basis. Die
samenwerking was verkregen in het
program van de eerste Nederland
sche Unie.
Die samenwerking is nog mogelijk, indien
men zich niet verliest in fantasieën, maar
de nuchtere, klare werkelijkheid tot uit
gangspunt neemt. Die nuchtere, klare wer
kelijkheid beteekent internationaal, dat men
de gewijzigde toestanden op het continent
van Europa als feit moet aanvaarden. Hoe
de oorlog ook eindigt, naar den mensch ge
sproken kan men geen andere uitkomst zien
dan dat het Duitsche overwicht op het
vasteland van Europa moet worden aan
vaard. Dat een nieuwe oriënteering op na
tionaal terrein noodzakelijk, is, behoeft wel
geen betoog. Maar even duidelijk is het. dat
wij aan een vernieuwing van ons staatsbe
stel tijdens de bezetting niet kunnen bou
wen en ook niet moeten willen bouwen,
al zijn er tal van begeerten, die wij in ons
hart koesteren en al mogen wij de omtrek
ken van het toekomstbeeld voor ons zelf
EEN AUTOBUS-ONDERNEMING IN KOPENHAGEN heeft haar bussen laten
ombouwen, zoodat zij nu door paarden getrokken kunnen worden. Bespannen met
vier paarden rijden de bussen door de schoone omgeving van de Deensche hoofdstad.
trachten in gereedheid te brengen. Her
oriënteering is ook op sociaal en economisch
gebied noodzakelijk, al was het alleen maar
door de veranderde houdingen, die op het
continent van Europa geboren zijn. Maar
hierbij zal men er wel op hebben te reke
nen, dat sommige sociale of economische
hervormingen zoodanig afhankelijk zijn
van dé toestanden, zooals die na den oorlog
zullen zijn, dat het dwaasheid is er nu reeds
bespiegelingen over te houden.
Schade voor de eensgezindheid.
Al zulk streven schaadt de eensgezind
heid, die thans bovenal noodig is. Dit betee
kent niet, dat men op sociaal-economiscn
gebied intusschen niets kan verrichten alles
wat kan strekken tot versterking van hét
gemeenschapsbesef, tot hechter samenbin
ding van het Nederlandsche volk met eer
biediging van de geestelijke verscheiden
heid, verdient met kracht te worden ge
steund.
Op zulk een basis zou het mogelijk zijn.
samenwerking te verkrijgen, waarvan nu
een derde deel van het Nederlandsche volk
om gewichtige redenen zich zal hebben te
onthouden. In dit opzicht is er ook in eigen
kring nog heel wat te doen, want ook daar
werd wel wat heel erg naast elkaar heenge-
leefd.
Het is dan ook verheugend te
kunnen zeggen, dat anti-revolution-
nairen en christelijk-historischen
begonnen zijn hun eigen organisa
ties met elkander in aanraking te
brengen, door een contact-commis
sie in het leven te roepen, waarin
die organisaties met elkaar hun
parallel loopende belangen kunnen
bespreken.
Spreker besloot met de betui
ging van zijn inzicht, dat de vor
men waaronder een groote natio
nale beweging zich moet openbaren,
bijzaak zijn, mits de leidende ge
dachte van die vormgeving' Neder-
landsch is in den historischen zin,
dat volksinvloed niet wordt buiten
gesloten.
Ook de vraag, welke personen leiding
moeten geven is bijzaak, .its deze leiders
inderdaad berekend zijn voor hun taak,
zuiver Nederlandsch denken en voelen en
een goede dosis historisch besef bezitten, en
tegelijk beseffen, dat de Nederlandsche be
volking is samengesteld uit 1/3 roomsch-
katholieken, 1/3 orthodox-protestanten en
1/3 op wie het humanisme beslag heeft ge
legd. Met alle twee aspecten zal rekening
moeten worden gehouden, wil men op
vruchtbare resultaten kunnen rekenen.
Wat tot nu toe door spreker gezegd is,
was bedoeld voor het Nederlandsche volk
in zijn geheel, voor zoover dit althans naar
hem luisteren wil. Daarna richtte spreker
zich tot zijn engere geestverwanten met de
vermaning ook in eigen kring reformatie
niet uit het oog te verliezen.
I
100.000 gulden schade.
Zaterdag heeft te Appingedam in een
bijgebouw van de N. V. Damster Auto Mij.
een felle brand gewoed, welke een groote
schade heeft veroorzaakt. Het vuur werd
ontdekt in de groote garage der maat
schappij, waarin zich o. m. 16 autoV be
vonden. Binnen korten tijd stond deze
schuur in lichte laaie. De brandweer rukte
met drie motorspuiten uit en slaagde er in,
reeds na ongeveer een uur het vuur te
bedwingen.
Alle auto's, en drie nieuwe autobussen,
gingen verloren, terwijl de groote garage
geheel uitbrandde.
De schade bedraagt circa 100.000.
Naar de oorzaak van den brand wordt een
onderzoek ingesteld.
OP DE LOOSDRECHTSCHE PLASSEN zijn de zeilwedstrijden in het kader van
de Holland-week 1940 voortgezet. De internationale 12 m2 klasse in actie.
HET KARNVERBOD is niet van toepassing op houders,van schapen en geiten,
die de melk vrij kunnen verwerken tot schapen- of geitenboter en kaas. Een kijkje
op een boerderij in de omgeving van Purmerend waar men bezig is met het bereiden
van schapenboter. Terwijl de dochter de karn doet. kijkt de boerin toe.