Tabak wordt geoogst op de helling van Amerongens berg. NOTITIE-BOEKJE. VRAAG EN AANBOD Een der laatste plantages van Nederland. Zandgoed reeds geplukt. WOENSDAGS EN ZATERDAGS. 35 cent per vijf regels H. J. BRUSSE: UIT HUN Oome Teun in verleiding. TWEEDE BLAD. 3 Cigarettenrookers hebben het in deze dagen niet makkelijk; hun eigen, vertrouwde merk is even zeldzaam geworden als water in de woestijn, en d vroeger versmade Turksche en Bulgaarsche tabak krijgt nu een afzet als nimmer te voren. Bovendien vindt men nog op tal van vensterruiten en deuren het veelzeggende papiertje: cigaretten en shag uitverkocht. De oorzaak ligt voor de hand: de overzeesche tabak kan Nederland niet meer bereiken. Maar levert ons land zelf dan geen tabak meer? Was er eertijds geen bloeiende tabaksindustrie in de omgeving van Amersfoort, Njjkerk, Amerongen en Rhenen?? Terzijde van den drukken Grebbeberg, die buiten Amerongen om leidt, staan de bekende tabaksschuren, mèt hun hooge, roode daken, maar wie naar binnen kijkt, ontdekt alles, behalve tabak. En overal in het rond ziet men wel de bekende tegen den wind beschuttende heggen, waartegen de ranken van pronkers en snijboonen geleid zijn, maar achter die heggen gedijen wel tal van landbouwproducten, een overvloed van boontjes, andij vie, boerenkool, en ander nuttige zaken, maar geen tabak! En toch, wie een smallen grindweg volgt, bergopwaarts, en halverwege, bij een geweldig groote schuur even links af slaat, die staat daar plotseling tegenover een vrij uitgestrekte tabaksplantage, de laatste in Nederland. Links en rechts van het smalle pad groeien de ruim één meter hooge tabaks planten met hun geweldige, zachtgroene, in den wind ritselende bladeren, beschut tegen de weersinvloeden door hagen van hoog- rankende pronkers. De meeste planten zijn getopt, dat wil zeggen, dat de stengel er uit gesneden is om verder doorgroeien te be letten. Slechts hier en daar heeft men een plant tot vollen bloei laten komen, en ont waart men de typische, roodachtige tabaks bloem, die straks het zaad zal leveren voor cftn nieuwen aanplant. De eerste bewerking hebben de planten reeds ondergaan. De onderste vier blaren, hét zoogenaamde zandgoed, is overal ge plukt; alleen heel achter in de plantage zijn arbeiders nog bezig met oogsten. Groote sta pels bladeren worden per kruiwagen naar de schuur gebracht, en hier ondergaan zij de eerste bewerking: zij worden opengesne den en aan de houten spijlen geregen om te drogen. Vliegensvlug glijdt het vlijmscherpe mesje, dat tusschen duim en wijsvinger ge houden wordt, zoodat het voor den toe schouwer niet zichtbaar is, over de soms vingerdikke hoofdnerf van het blad, otie aan de rugzijde opengesnedenwordt. Rats, rats, rats, blad na blad ontvangt zijn kerf, met feillooze nauwkeurigheid trekken de arbeiders hun mesje over de nrf, en wanneer de spijl vol zit met aange regen bladeren, schuift men hem boven in de schuur, waar de wind er langs blaast, en het water doet verdampen. Straks, wanneer het zandgoed aangeregen is en te drogen hangt, komen de middelste bladeren aan de beurt, het aardgoed, en ten slotte de laatste en bovenste bladeren, het bestgoed. Dan heeft de tabaksplant haar plicht gedaan, en kan zij verdwijnen, om !h het voorjaar plaats te maken voor het nieu we jonge gewas. Er wordt dus nog tabak geteeld in Neder land? Inderdaad, er is achter Amerongen nog een kleine plantage van enkele hecta ren, en hier en daar in het land van Maas en Waal en bij Rhenen doet men er ook nog wat aan, maar dit alles mag toch geen naam hebben, en staat in geen verhouding tot den omvang van den bloeienden tabaks- verbouw, welke ons land in vroeger jaren heeft gekend. Drie eeuwen tabaksbouw. Wie iets over tabak en tabakscultuur te weten wil komen, belandt onvermijdelijk bij den ouden heer Versteegh, den 84-jari- gen bewoner van het vriendelijke huis in de schaduw van Amerongens schoone dorps kerk, vele jaren raadslid en wethouder der gemeente, een man, die Amerongen kent als geen ander, die ingewijd is in alle ge heimen van het tabaksvak, dat door alle jaren heen de liefde van zijn hart heeft ge had. „De oorsprong van de tabaksteelt dateert van het jaar 1615", aldus de heer Versteegh. „In Amersfoort werden toen de eerste za den uitgezaaid, en de eerste planten geteeld, en vandaar dat de inlandsche tabak door alle jaren heen den naam van Amersfoort- sche tabak behouden heeft, al breidde de cultuur zich dan ook weldra gver andere streken van ons land uit. Want ook in Nij- kerk, Hoogland, Hamersveld, Woudenberg, Eist, Amerongen, Rhenen, Wageningen, in sommige streken van de Betuwe en van het land van Maas en Waal ging men in r jaren, en met succes, tot den verbouw van de tabaksplant over. Maar elders in ons land is de tabaksbouw vrijwel nimmer voorge komen. Natuurlijk heeft men het wel gepro- .beerd, vooral als de buitenlandsche tabak hooge prijzen opbracht, maar't is een cultuur, waar men verstand van moet heb ben. Wie er zoo maar mee begint, omdat er misschien wel iets in te verdienen zou zijn, die kan vast en zeker op een mislukking rekenen". „Hoeveel bedroeg in de „goede jaren" de opbrengst aan tabak in ons land?" „In 1814 beliep de oogst zeven milliobn ponden tabak, in 1891 was de oogst al terug- geloopen tot 2)4 millioen pond, in 1901 tor 1millioen en in 1923 tot 800.000 pond. Zoo ging de tabakscultuur- zienderoogen achteruit. Den hoogsten bloei bereikte men in den Franschen tijd. In 't jaar 1806 stichtte Napoleon in Amerongen een groot maga zijn, waar ieder, die tabak verbouwde, zijn oogst moest inleveren. Daar werd dan de tabak gecontroleerd en geschat, en vervol gens over de verwerkers gedistribueerd. Dat was zuiver „overheidsbemoeiing"; die toestand, waarbij dus de verbouwers altijd zeker waren van hun afzet en hun prijs, heeft voortgeduurd tot in het jaar 1810. Het gebouw zelf, hecht en sterk, dient nog steeds voor opslagplaats van tabak. We kunnen er zoo wel even heen wandelen, want het staat hier achter mijn huis, aan den gemeente weg". „En wiens tabak ligt er nu in opgesla gen?" De heer Versteegh glimlacht. „Nou, dat is niet moeilijk om te raden. Ik ben de eeni- ge hier in de omgeving, die nog Hollandsche tabak in voorraad heeft. Het magazijn be vindt zich in mijn bezit, en in het magazijn liggen nog opgeslagen 200.000 pond Holland sche tabak. Er bevinden zich prachtige par tijen, mooi op blad gesorteerde deksoorten onder". „Daar zal dus op het oogenblik wel vraag naar zijn?" „Inderdaad, de prijs is wel iets beter ge worden, maar de heele zaak gaat toch tegen billijke prijzen weg. Dat zal dan het laatste jaar wel zijn, en dan behoort voor Neder land de tabaksbouw vrijwel tot het verle den ,„Wat is eigenlijk de oorzaak, dat de in landsche tabakscultuur zoo achteruit is ge gaan?" „Dat is een kwestie van uitvoerrechten. Onze tabak is in ons land nu eenmaal niet gewild. De Nederlandsche rooker heeft een fijnen smaak, hij is op dit gebied verwend, en als 't geen Indische tabak is, dan deugt het bij hem niet. De inlandsche tabak ging dus in hoofdzaak naar Duitschland, maar de laatste jaren werd de waarde van de tabak verre overtroffen door de rechten, welke er op drukken. Het gevolg was, dat de Amersfoortsche tabak vrijwel onver koopbaar werd; geweldige hoeveelheden heb ik in mijn magazijn opgeslagen gehad. En toch is onze cultuur den laatsten tijd sterk verbeterd. Door bemesting met proe ven van diverse kunstmestsoorten, onder toezicht en advies van een landbo'uwconsu- lent, is de brandbaarheid van het blad aan zienlijk verhoogd, en dat was juist een van de bezwaren, welke men tegen de Holland sche tabak aanvoerde. Toch, als het zoo doorgaat als thans, dan zal binnen niet al te langen tijd de heele tabakscultuur in Ne derland verdwenen zijn...." 3Ummeums SCIPIO DE AFRIKAAN. City-theater. 't Is inderdaad een grootsch filmwerk, deze Italiaansche rolprent, waarin tal van goede spelers optreden, die echter vooralsnog voor Nederland vrijwel onbekend zijn. Een massa-regie, zooals in deze film te zien ge geven wordt, mag inderdaad een zeldzaam heid heeten. Men stelle zich voor: twee ge- heele legers met ruiters en lansknechten en olifanten verschijnen in vollen strijd op het witte doek. Het gaat om de vertolking van den tientallen v.an jaren langen strijd tus schen het Rome uit de derde eeuw vóór Christus en Carthago, een strijd die van bei de kanten gevoerd werd op leven en dood en ten slotte eindigde met den ondergang van Carthago onder Hannibal in den veld tocht tegen Scipio. Het gedeelte van den strijd, hetwelk deze film te zien geeft, is dan allereerst de inval van Hannibal's legerscharen in het Romein- sche rijk en de groote slagen aan het Trasi- menisch meer en bij Cannal, waar den Ro meinen verpletterende nederlagen werden toegebracht. Dan volgt de onderdrukking door Hannibal gedurende een aantal jaren, maar eindelijk vindt Scipio den tijd gekomen om den strijd weer op te vatten en de Car- thagers op hun eigen 'gebied aan te vallen Daverende redevoeringen en opzweepende leuzen worden gehouden, bij groote groepen melden de strijders zich aan We zouden tal van vergelijkingen kunnen maken tusschen dezen strijd en dien van onze dagen, maar wij zullen ons daarvan onthouden. De bezoekers zullen die zelf wel vinden en het met ons eens zijn, als wij be weren, dat ook in dezen weer bewaarheid wordt het oude gezegde: de geschiedenis her haalt zich. Maar hoe men ook over oorlogsfilms moge oordeelen, men kan aan „Scipio de Afri kaan" hare grootschheid niet ontzeggen, zij is een juweel van fotografie en regie en de spelers der hoofdrollen, van wie we slechts willen noemen de vertolkers van de rollen der beide aanvoerders (Annibale Ninchi als Scipio en Camillo Pilotto als Hannibal), zullen ongetwijfeld bewonderaars trekken. Na een journaal geeft het voorprogramma in „Glorianna" een muzikale film en voorts nog een grappige gekleurde teekenfilm van Walt Disney. DE GLAZEN KOGEL. Roxy-Theater. Vol belangstelling heeft men gister avond in het Roxy-Theater de boeiende film gevolgd, die onder den titel De Gla zen Kogel wordt vertoond. De Glazen Kogel is de naam van een fantastisch variété-nummer, dat alle groote circussen op hun programma wil len hebben. Fred Parker is de held van dit nummer en Trix is de uitvinder en ma nager. Wie zijn deze Trix en deze Parker eigenlijk en waarom weigeren zij stelsel matig in Weenen op te treden? Omdat een aantal jaren geleden de élite-wereld van Weenen in opspraak werd gebracht door den diefstal van 40.000 schilling, ten na- deele van bankier Sylten, waarbij diens broer Frans, zijn vrouw Nina en Axel van Schach betrokken waren. De laatste wordt omdat de schijn zeer sterk tegen hem is, tot twee jaar gevangenisstraf ver oordeeld. Hij weet te ontvluchten en naar Amerika te komen, waar hij na vele om zwervingen in New-York steeds dieper zinkt. Dan verschijnt de geheimzinnige Trix, die hem een prachtige kans biedt in een sensationeel circus-nummer. En de wanhopige komt tot een nieuw succesrijk leven. Een lichtpunt in zijn leven is mede zijn liefde voor een zeer sympathieke mede-artiste. Ten slotte brengt het nood lot Trix en de beide artisten toch in Wee nen, waar zich het sensationeele slot af speelt, dat Axel von Schach rehabiliteert, de pogingen van Nina verijdelt en het ge luk van Axel en Nelly bevestigt. Een zeer goed geregisseerde, mooi opge nomen en uitstekend gespeelde film, die zeker aller aandacht zal hebben. Albrecht Schönhals is een uitmuntende Axel, maar ook schenke men aandacht aan het sterke spel van Paul Henckels, die als Trix of liever Frans Sylter zeer goed is. Hilde von Stolz weet de figuur van Nina op de juiste wijze uit te beelden en Sabine Peters is een sympathieke Nelly. Het voorprogramma bracht een mooi Ufa-Nieuws, een interessant Holl. Nieuws van Polygoon en een zeer geslaagde mu zikale tweeacter, waarin Buddy Rogers en zijn band zich van hun beste zijde doen kennen. ALARM. Harmonie. Er is een nieuwe metaallegeering ontdekt, die verschillende bizondere goede eigen schappen blijkt te bezitten. Zooals dat ge woonlijk met uitvindingen pleegt te gaan: de eigenaar wenscht de samenstelling geheim te houden, terwijl de vertegenwoordigers van de concurrenten probeeren hem 't ge heim te ontfutselen. Dat lukt dan of dat lukt dan niet, al naar 't valt. Op de film echter mislukt 't steevast, al was 't alleen al omdat een andere afloop bepaald onbevre digend zou zijn. Want de toeschouwer wenscht gewoonlijk op het witte doek te zien wat de werkelijkheid hem maar al te vaak onthoudtom tenminste toch een oogenblik de illusie van de zege van recht en rede te kunnen vasthouden. Zoo ook hier: een verrader op de fabriek, die het nieuwe metaal zal produceeren, tracht de samenstelling ervan voor zijn duistere opdrachtgevers te ontdekken maar tevergeefs: een intelligente commissaris van politie, een schrandere laboratorium assistente en een energieke scheikundige snijden hem den pas af. En de adspirant- dief is intelligent noch schrander en energiek genoeg om het tegen ben op te nemen. Hij is zélfs niet geraffineerd een moord komt in de gegeven omstandigheden altijd uit terwijl hij had moeten bedenken, dat hij zijn uiterlijk óók niet mee hadMaar daar heeft de scenarioschrijver hem niet aan laten denken, omdat de man het avontuur dan vermoedelijk niet was begonnen. Het iet wat traditioneel-ongunstig uiterlijk doet al spoedig verdenking rijzen en, wat erger is (voor een crimineele film althans), die ver denking blijkt nog gegrond ook! Dit zou een cardinale fout in den opzet genoemd kunnen worden, ware het niet, dat de film haar kracht zoekt én vindt in de wijze, waarop het net om den dader langzaam maar feilloos-zeker wordt aangetrokken. Erich Fiedler, Lola Müthel en Hans Zesch- Ballot drie onbekende grootheden geven hierbij alle drie zeer aannemelijk spel te zien. Voorprogramma: resp. Ufa- en Profilti- journaal en een filmpje met prachtige op namen uit een berggrot. DE KRIBBEBIJTER. Victoria-Theater. Het is niet de eerste maal, dat deze aller aardigste Nederlandsche film hier ter stede vertoond wordt en het zal ongetwijfeld ooK niet de laatste keer zijn. Want de Kribbebijter heeft als tooneel- stuk en als film alle critiek glansrijk door staan omdat het een allerdolste en hoogst amusante geschiedenis is, waarin de mis verstanden een zoo groote rol spelen, dat de toeschouwers in een voortdurend vroolijke stemming worden gehouden. De oude baron, een pracht van een on- behouden en twistzieke figuur, kan het nu eenmaal niet verkroppen, dat zijn zoon met een eenvoudige steno-typiste getrouwd is en het gevolg is, dat zijn naam in het vader lijk slot niet meer genoemd mag worden en dat papa zelfs alle moeite doet de cariére, welke de jongen zichzelf wil opbouwen, te doen mislukken. Dan komt Lous, zijn vrouwtje, op een schitterend idee. Zij verhuurt zich als huis houdster op het slot en in een minimum van tijd weet zij den ouden heer die an ders twaalf huishoudsters per jaar heeft zóó in te palmen, dat hij haar langzamer hand als zijn dochter gaat beschouwen. Hij staat er op, dat zijn zoon zal scheiden als deze in het slot teruggekeerd is en naar waarheid verteld heeft, dat zijn vrouw van hem is weggeloopen, hij ontdekt korten tijd later, dat zijn zoon en de nieuwe huishoud ster elkaar wel aanstaan en smeedt stille tjes een plannetje om die twee met elkaar te verbinden. Daar tusschendoor komen er nog allerlei verwikkelingen met de dochter des huizes, de misverstanden zijn niet van de lucht en het publiek amuseert zich kostelijk, temeer omdat de gesproken tekst zuiver Hollandsch is en men zich dus niet behoeft te ver moeien met een vertaling of het ontcijferen van onderschriften, welke in den regel al verdwenen zijn nog vóór men ze goed heeft gelezen. Cor Ruys,, Louis de Bree, Mary Dressel- huys, Dolly Mollinger en nog vele andere Hollandsche artisten hebben samengewerkt om deze alleraardigste film tot een succes nummer te maken. Vooraf gaat een serie prachtige natuur opnamen uit de Tiroler bergen, benevens een uitgebreide collectie binnen- en buiten- landsch nieuws in beweegbaar geïllus^reer- den vorm. Alléén 2de handsch goederen. uitsluitend a contant. (Dinsdags en Vrijdags inzenden). Heeft U in gedragen Heerenkleeding iets te koop aan te bieden? S.v.p. even een berichtje aan: DEN HARTOG, Berrerweg 5. Ter overname gevraagd groote Bos atlas, 33ste druk, of nieuwere. RITSEVOORT. 40 A. Te koop: Net gedragen Heerenkleeding in diverse maten. Ook buikmaten. BERGERWEG 5 ben. Te koop Zeilkano in goeden staat bij B. MOLENAAR, Oudegracht 220. Een Heeren-, Dames- en Jongensrijwiel te koop. RIJKSSTRAATWEG 180, Alkmaar. Te koop gebruikt dames-, heeren-, jon gens- en transportrijwiel. NIC. RUITER, Dijk 20, Alkmaar. Te koop een prima Fornuis. OUDEGRACHT 145. Te koop gevraagd: Heele of gedeelte lijke inboedels. Kachels, fornuizen, enz. Tevens koffergramofoon en gramofoon- platen. DEKKER, Spoorstraat 5. Te koop Ford twoseater, als nieuw, 1931 en een stel assen, compleet met wielen op zware, prima 32x6)4 banden. G. VERWFR Perronstraat 4. Invalidewagens, rolstoelen, a. n. „HYGIENA" Achterstraat 45, tel. 2052, briefadres postbus 26, Alkmaar. Jüncker transportrijwiel 17.50. Dames rijwielen 22.23.Jongensrijwiel 20.—. NIEROP'S RIJWIELHANDEL, Heerenstraat 10, Tel. 3827. Te koop: Prima trapnaaimachine „Sin ger", als nieuw 55. Br. onder letter F 299 Bur. Alkm. Crt. Te koop aangeboden: Een wit laqué ijzer ledikant, z. g. a. n., 3-deelig kapokbed- stel en mahoniehouten linnenkast. FONTEIN VERSCHUIRSTRAAT 3. Te koop een zware Winterjas (midden maat). STEIJNSTRAAT 92, 7—8 uur. Spoct Wandelsport. DE TWEEDE AVONDVIERDAAGSCHE. Nu bijna 2500 deelnemers. De derde avond van de Amsterdamsche avondvierdaagsche, welke dit jaar voor de tweede maal wordt gehouden, trok even als de vorige avonden een groot aantal deelnemers. De weersomstandigheden waren op dezen avond aanmerkelijk gunstiger, waardoor met nog meer vreug de het 15 km parcours, dat voor een groot gedeelte door het fraaie boschplan leidde, werd afgelegd. In A'dam verschenen 50 deelnemers méér aan den start dan Donderdag, op de startplaatsen Haarlem en Zaandam waren deze getallen resp. 20 en 50. In totaal telde Amsterdam gisteravond 1700 deelnemers, waarvan 1300 individueelen en 400 in vereenigingsverband. In Haar lem werden 335 en in Zaandam 250 deel nemers geteld. De voorzitter van de N. W. F. bracht persoonlijk een bezoek aan het parcours van Amsterdam en Zaandam. Er waren slechts weinig uit vallers, dank zij de medische sportkeu ring. Vandaag wordt een recordaantal deel nemers verwacht. i Toen ik gisteravond huis toe ging, riep Oome Teun's vertrouwde stem uit zijn bot tertje benedendijks: ,,'n Oostersche sterren hemel, meneer!" Ben je nog wakker? Ja, heelen dag in de weer geweest met dat rare werk van nou. Nu er geen visscherijtje meer mogelijk is, heeft een steenfabriek zijn schepie gechar terd, om zand aan te voeren. En zoo ligt dat vaartuigje dan 'n beetje onwennig uit de Enkhuizer visschershaven verhuisd in de zandvaart. Oome Teun is er nog altijd als visscher- man van ouder op ouder zoowat overstuur van. Dat scheppen in dat stuivige goed. En dan maar laden en lossen van hier naar de fabriek en weerom door die smalle ka nalen. „De boonen bleven bij den schaft in me strot steken van de drukte. Nou ga ik eerst 'n ketel met een snuifie koffie maken en 'n zuinig stukkie brood eten Dan lang uit leggen. Allemaal op de bon En meteen alweer in de snakerij, zong hij: „Sinniklaasse bonnebonnebonne. Gooi wat in me leege tonne Met recht! Mag ik nog even 'n pijppie bij je ko men rooken, Oome Teun? Wacht den effen, dat 'k een verduisterd lichie voor je maak anders breek je je beenen, meneer. Maar ik stapte al, zoo van den wal, op de plecht en kroop in de gezelligheid van 't ruime vooronder. Hij maakte een talhout vuurtje op de plaat, hurkte erbij om den ketel erop te zetten, 't Was fijn, met nu al dien herfstigen noorderwind. Z'n lampje scheen uit 't zwarte kapje over tafel. Er was nog roggebrood in 't spantje, met boere- boter, nog gebakken haring, die hij in 't zout heeft bewaard en 'n paar gerookte visschies in 't kastje op zij van de kooi. Door 't open deurtje zag je de sterren flonkeren, zoowarempel zonder vliegtuig geronk aan den hemel. Nergens soupeer je dan zoo emmes als bij 't vuurtje in Oome Teun's vooronder. Nergens wordt 't zóó gauw laat, als Oome Teun daar op z'n praat hurken zit en kalm z'n smoezelig goudenaartje rookt. „Spreek me niet van den oorlog" heeft hij met dikke hanepootjes op 'n papiertje getrokken, dat hij met vischlijm langs 't trapje op 't houten beschot heeft geplakt ten voorbeeld voor al zijn overstuursche murmureerende medemenschen. Dus kregen we 'c vanzelf over de liefde. Ja peinsde de bejaarde visscherman i „da's 'n wonderlijk ding in 't leven. Ik weet nog goed, da 'k als jong kerel zoo'n gast was, begrijp je? En alle meidjes keken me met van die angstig willige oogen aan, om den naam, dien ik had, van zoo'n gast als ik was. Toen zei eens een oude man tegen mijn: „Teun, Teun, pas maar op. Want als onze lieve Heer om al die ondeugd van jou boos op je wordt, dan straft hij je nog met een vrouw" Ik heb 't erg goed onthou den en er mijn voordeel mee gedaan tot den huidigen dag, al is één alleen ook nog wel 's verdrietig. Maar m'n beste maat wist 't an ders: „Toen ik pas getrouwd was, was ik ■zóó gek op me vrouw, dat ik ze wel had op kenne vrete En nou heb 'k spijt, da 'k het toen niet gedaan heb." Ja, die boer an den wal had wel gelijk, hè, dat ie tegen dien eilander inbracht, die om z'n dochter kwam: „Dan te vlak en dan te stil, dat is 't, waarom ik me dochter an geen visscherman geven wil." Want zoo was ons leven: van ebben en van vloeien. Vandaag 'n zee vol visch en handen met geld morgen is die haring weggeloopen. ,,'k Denk er nog welleris om 'k Lag met 't jacht van meneer in Nijkerk dat me broer naar de West-Injes zou uitvaren, 'k Wou 'm graag nog gedag zeggen. En 'k spoorde over Amersfoort naar Amsterdam. Maar toen 'k ankwam in Mokum, was de laatste postboot net weg. 'k Most dus blijven slapen in dat logement van Van Gemert aan den Buitenkant. En Klaas was zelf van boord, om op 't eiland afscheid te nemen. 'k Had nog 'n heelen avond, dus ik denk zoo: 'k ga nog 's wat kuieren. Als je op je kompas vaart, zal je in die groote stad je eigen ook niet verzeilen En vertikt, daar op 't Damrak spreekt 'n piekfijne juffrouw mijn an. Zoo, schippertje" zeit ze goedmoedig „wat loop je alleenig mejongetje?" Nou, denk ik, wie kan die deftige vrouwspersoon nou toch weze, die mijn hier zoo familiaar ken. Want ze vroeg hoe 't thuis ging, en of er nogal wat haring zwom, en zoo allegaar van die partekeliere dinge. Dank u, mevrouw, zeg ik thuis alles nog bestig met moeder en de meiden. Maar me broer Klaas, als u soms óók weet, gaat na de West-Injes varen en nou wou 'k 'm morgen vroeg effe g'ndag gaan zegge Daar hè je gelenk an, schippertje" zeit ze „en nou gaan je zeker met mijn mee, zoo lang?" Wat weerlag? denk ik zoo'n rijke dame: want ze had een vale voor d'r gezicht dat mot zeker de vrouw van dominee Dirksen wezen, die zelf op 't eiland nog wel 's bij ons kwam, en z'n mevrouw niet zoozeer. Nou gaan je dus gezelligies met mijn mee na huis zegt ze nog eens. Op goed geluk vraag ik: „domenee ook nog altijd gezond, na ik hoop? Ben tóch blij da 'k 'm nog effies de hand kan schud den". En zij lachte maar zoo vrindelij k. 'k Denk: Wat die grootheid toch minzaam af kan dalen tot 'n eilandschen visscherman in z'n haringbroek. Zoo'n deftige mevrouw met een vale voor d'r gezicht, hoed met veeren, en alles even net Maar toen ging ze zoo met me die buurte van de Warmoesstraat uit en wist nog wel van den vader's hand Dus denk ik: „hè, dat hier ook al in dit contreëen 'n domenee woont. „Anders nou niet de koers, waar ik gewoonlijk op vaar, mevrouw" zeg ik nog zoo maar. En daar smoest ze me wat met 'r mond in me óór! „Stik" zeg ik „as je me nou!" Nog bloosde oome Teun tot onder z'n witte kuif. „En daar had ik nou mee door Groot Mokum geloope, met zoo'n dame van plezier, met zoo'n prent ik Teuntje van Ellebert, met me naam op me borst, en lid maat van 't Gereformeerde kerkie. Da 'k verduld niks anders gedacht had, dan dat 't de vrouw van dominee was En al had ik jou, meneer, nou tegen gekommen, zooals ik breeduit liep naast dat mensch, 'k had me niet geschaamd, hoor, was geen oogenblik verschoten. Zoo onschuldig, zoo onnoozel, mag ik wel zeggen, als die eilandsche jong kerels toch nog waren behalve dan als ze aan den wal gediend hadden voor soldaat". Nadruk verboden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 7