DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. HET GAAT TE LANGZAAM IN FRANKRIJK. Verovering van Britsch Somaliland eischte veertien dagen. AMERIKA-CAN ADA. Amerikaansche torpedojagers naar Canada? Volgende week accoord reeds gereed. Aanval op de Britsche hoofdmacht werd ingeleid door groote omtrekkende beweging. Zullen op oorlog en ineenstorting van het regime nog burgerkrijg en hongersnood volgen? Weermachtsbericht in twijfel getrokken. ALKMAARSC Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. No. 206 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur: C. KRAK. De houding van Tokio. New-York, 20 Aug. (D.N.B.) De „New York Times" meldt uit Washington, dat, naar in diplomatieke kringen verluidt, de regeering der Ver- eenigde Staten als onmiddellijk gevolg van de besprekingen met Canada moge lijk een aantal Amerikaansche torpe- dobootjagers voor het bewaken der Canadeesche kust naar Canada zal stu ren, teneinde Canadeesche en in Canada gestationneerde Engelsche oorlogssche pen vrij te maken voor den dienst in de Engelsche wateren en zoodoende in direct de door de Engelschen gevraagde hulp door Amerikaansche torpedoboot- jagers te verleenen. Met deze actie wordt hetzelfde bereikt ais met den eventueelen verkoop van ver ouderde torpedobootjagers en men vermijdt volkenrechtelijke moeilijkheden, welke het Amerikaansche departement van buiten- landsche zaken vele zorgen baarden. Daar tegenover zal Canada hoogstwaarschijnlijk den Vereenigden Staten het gebruik van Canadeesche steunpunten voor de marine en voor de luchtvloot toestaan. Uit Ottawa wordt gemeld, dat Canada voor het eerst in zijn geschiedenis voor taan te Washington een marine-attaché en een militairen attaché zal hebben. Onder-minister Welles heeft verklaard, dat het departement van buitenlandsche zaken vertegenwoordigd zal zijn in de ge meenschappelijke Amerikaansche -Canadee sche verdedigingscommissie. De organisatie van zulk een commissie viel geheel binnen de bevoegdheden van den president als opperbevelhebber van de Ame rikaansche strijdkrachten. De goedkeuring van het parlement was er derhalve niet voor noodig. Hydepark, 20 Aug. (D.N.B.) Roosevelt zet spoed achter arbeid voor ontwerp. President Roosevelt heeft den depar tementen van Oorlog en Marine ver zocht het wederzij dsche verdedigings- accoord met Canada uit te werken, zoo dat het de volgende week gereed is. Donderdag zullen vier of vijf diploma tieke vertegenwoordigers en leger- en vlootexperts worden benoemd, die m samenwerking met Canadeesche ver tegenwoordigers het defensieplan voor Noord-Amerika zullen ontwerpen. Tokio, 20 Aug. (D.N.B.) Tokio zou op den duur niet afzijdig kunnen blijven. De defensie-overeenkomst tusschen de Vereenigde Staten en Canada staat in het middelpunt van de Japansche persbeschou wingen. De „Asahi Sjimboen" is van meening, dat de Vereenigde Staten op deze wijze contact met den oorlog krijgen. Wanneer de Britsche regeering naar Canada zou vluchten, zal de nieuwe overeenkomst groote beteekenis krijgen. De „Hotsji Sjimboen" verwacht een krach tige uitwerking op het Verre Oosten en spreekt van een „gevaar" voor Japan, waar op Japan zich moet voorbereiden. De „Jomioeri Sjimboen" verklaart, dat de politiek van Roosevelt in strijd is met het geen hij vroeger heeft verzekerd. De z.g. Canadeesch-Amerikaansche verdedigings commissie beteekent een eersten stap tot deelneming aan den oorlog. De Vereenigde Staten streven er ijverig naar de Duitsche overwinning te verhinderen. Knox en Bullitt hitsen openlijk op tot den oorlog en in die omstandigheden zal Japan op den duur zijn niet-in,men- gingspnlitiek niet kunnen handhaven. Ut Rome verneemt het D. N. B. nog, dat de bladen aldaar in de overeengekomen op stelling van een gemeenschappelijk Cana- deesch-Amerikaansch verdedigingsplan een bewijs zien, dat Washington geen vertrouwen meer heeft in de Britsche weerstandskracht. Washington, 20 Aug. (U. P.) Isolaticnisten weren zich. De isolationistische leden van het Congres hebben heftige aanvallen gedaan op Bullitt, den vroegeren Amerikaanschen ambassadeur te Parijs, wegens zijn Zondag gehouden rede. Senator Worth Clark noemde deze rede „een demagogische oproep aan het Ameri kaansche volk tot het voeren van een oor log, waarop wij niet zijn voorbereid. (William Bullitt bepleitte Zondag in een massa-bijeenkomst te Philadelphia de in voering van den algemeenen dienstplicht en het afstaan van Amerikaansche torpedo - bootjagers aan Engeland, waarbij hij, zooals men weet, als argument aanvoerde, dat Amerika, na een nederlaag van Engeland, door Duitschland en Japan zou worden be dreigd. Red.) Bij de debatten over de kapitaalsverhoo- ging van 500 millioen dollar voor de In- en Uitvoerbank verklaarde de afgevaardigde Cox, dat de regeering het geld voor de Zuid- Amerikaansche staten noodig heeft, „daar men ons in Havana het vel over de ooren heeft getrokken". Bolivia en andere Zuid- Amerikaansche staten hebben de burgers der Vereenigde Staten „onteigend", aldus deze afgevaardigde. De afgevaardigde Williams, die het voor stel ondersteunde, verklaarde in dit verband, dat de interpretatie van de neutraiiteitswet toelaat, dat aan Canada credieten worden verstrekt. PRIJS DER GEWONE ADVERTENT IEN: Van 1 -5 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON. Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320. redactie 3330. Woensdag 21 Augustus 1940 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 142e Jaargang „Fransch-Somaliland uitweg voor Abessinië. Het D. N. B. verneemt belangwekkende bijzonderheden over de verovering van Britsch-Somaliland. De Noordelijkste der drie Italiaansche colonnes trok op 5 Augustus over de grens en bereikte den 8sten Augustus de haven stad Zeila. In het centrum van Somaliland bezette de tweede colonne op 9 Augustus Hargeisa, dat 70 kilometer van de grens ligt. De derde colonne rukte op langs den straatweg van Adoeëina, dat in weerwil van zeer ernstige terreinmoeilijkheden op den lOden Augustus werd bereikt, nadat men van de grens af een afstand van 90 kilometer door dor woestijngebied had af gelegd. De Italiaansche hoofdmacht opereerde in het centrum. Op 11 Augustus kwam het gros der Itali aansche troepen in contact met de Engelsche hoofdmacht, welker sterkte op 15.000 man werd geschat. Nadat zij zes dagen de grootste moeilijkheden bij den opmarsch en de ravitailleering hadden gehad, stonden de Italianen thans tegenover een tegenstander, die rust had genoten en zich in voortreffe lijke stellingen had verschanst. Achter het 70 kilometer lange front Har geisaAdoeëina hadden de Engelschen op een hoogte van 150 meter een eerste verde digingslinie opgericht. De Italiaansche troepen bestonden in de eerste plaats uit nationale afdeelingen, maar ook uit inboorlingen en zwarthemden, die waren gerecruteerd uit arbeiders uit Ita- liaansch Oost-Afrika. Een bijzondere taak had de luchtmacht, die waardevollé verkenningsdiensten verrichtte en ook een deel van den aanvoer verzorgde. Geregeld werden de vijf vliegvelden van Britsch-Somaliland gebombardeerd. De aanval op de Engelsche hoofdmacht werd ingeleid door een groote omtrekken de beweging aan beide flanken. Van 13 tot 16 Augustus werd er zeer hevig gevochten, waarbij de Italiaansche aanvallers onder kruisvuur werden genomen. Niettemin kon op den 15den Augustus in het centrum de opmarsch langzaam worden begonnen, nadat de belangrijkste tegenstand was gebroken. Na grondige artillerie-voorbereiding werd op 16 Augustus het sein voor den algemeenen aanval in de richting van La Faroek ge- IV Sinds ik de demarcatielijn overschreed van het door Duitschland bezette gebied naar de vrije zóne, is het me uiterst moeilijk geworden me te oriënteeren omtrent het verloop van het internationale gebeuren. Feitelijk leef ik op een eiland, zonder te weten wat er voorvalt buiten de grenzen, en zelfs de evolutie der dingen in Frankrijk is moeilijk te volgen; alles wordt dermate eenzijdig belicht, dat het zwaar valt zich een objectief oordeel te vormen. En daarbij komt nog, dat deze hegle woelige wereld ten prooi is aan een immense verwarring, zelfs de autoriteiten zijn volkomen gedérou- teerd; de onwetendheid is algemeen en men verkeert in een staat van af wachting en desorganisatie, zonder te beseffen wanneer dit zal eindigen. CHAOTISCHE TOESTAND Thans is de toestand chaotisch, en daarbij stellen zich met klem de grootste problemen. Frankrijk zal zich buiten twijfel eens herstellen gaan, vooral wanneer het als groote mogend heid blijft voortbestaan, doch voor het heden is het land geruïneerd en diep in de misère gedompeld. Er wordt practisch nog steeds niet ge werkt, en het koren op de velden begint te rotten; de helft van het land is bezet en de havens van de vrije zóne zijn geen vrije havens; het voedsel wordt schaarsch, en nog immer kampeeren er tien millioen vluchtelingen langs de wegen, of óverbe- volken de steden en dorpen; de nationale omroep is dood, en de kranten komen uit met één pagina en bevatten geen infor maties meer; de meest fantastische ge ruchten doen de rondte, en in feite weet de eene helft van het land niet dat de andere helft leeft; de regeering te Vinchy heeft groote plannen, put zich uit in beloften, en blijkt niet bij machte handelend op te treden; de onrust blijft groot, en nog steeds blijft erger mogelijk. Zal Frankrijk, na den onde"rgang van zijn regiem, na de verschrikkingen van den oorlog, ook nog den gruwel van den burgerkrijg en den hongersnood gaan ken nen? De regeering heeft enorme verplich tingen te vervullen, en er dient snel ge handeld te worden, sneller dan thans ge schiedt. Drie ontzaglijke problemen vragen voor alles om een oplsosing: de demobilisatie der troepen, de wederopbouw van het land, de terugkeer der vluchtelingen. Bovenal echter is het van gewicht, dat de landbouwers weer aan den arbeid komen, want van den landbouwer hangt de komende winter af, en van den komenden winter hangt in Frankrijk véél af Doch ondanks het gewicht dezer argu menten, zijn nog maar weinig troepen af gereisd; nog steeds blijft het een soort gemobiliseerde demobilisatie, bij een toe nemende algemeene malaise. Het gaat te langzaam. En geen wederopbouw kan aan vangen, aleer weder alle soldaten naar hun haardsteden zijn teruggekeerd. Doch er is een gemis aan alles, een gemis aan organisatie, en een gemis aan treinen En de treinen blijven schaarsch, zoolang de helft van het land bezet blijft; en de helft van het land blijft bezet, zoo lang de oorlog duurtHet is moeilijk Met de vluchtelingen is het deels eender gesteld: de treinen ontbreken om deze millioenenbevolking weg te voeren. Wel zijn uit midden- en Oost-Frankrijk reeds tienduizenden teruggekeerd, doch in de Midi, diep het Zuiden in, naar de Middel- landsche zee toe, en tegen de Pyreneeën aan, daar bestaat een wonderlijk verward land dat uit zijn verhoudingen is gegroeid. Het mankeert hier niet aan steden en dorpen waar de bevolking zich verdrie dubbelde; ik zag inderdaad vreedzame stadjes, met eertijds een bevolking van 50.000 zielen, waar deze krachttoer werd verricht; en waar het thans krioelt als in een mierennest Voor al deze millioenen in Zuid- Frankrijk zouden we feitelijk zeer kort kunnen zijn: ze mogen niet weg, ze kunnen niet weg, of ze willen niet weg. Onder de eerste categorie vallen hoofdzakelijk de Franschen, en ook veel Belgen; den Ne derlanders wordt veel tegemoetgekomen vooral wanneer zij zich in verbinding weten te stellen met de Duitsche autoritei ten, en veelal wordt alles aan het eigen initiatief overgelaten. De tweede categorie omvat de groote' massa, en het betreft hier dus voornamelijk een kwestie van handigheid, van contanten, en vooral van boffen; zeer gehandicapt zijn zij, die over een wagen beschikken, vergunning kregen af te reizen, doch geen benzine weten te vinden; eenmaal in het bezette gebied, gaan voor hen de dingen beter. En ten slotte blijft er dar. nog een groep vluchte lingen, die, om persoonlijke- of vermeen de redenen, het veiliger oordeelen om nog maar rustig af te wachten; met groote argwaan, en zelfs vrees beloert men in die kringen de bezette gebieden, en zij besef fen nog geenszins, dat het juist nergens moeilijker is dan daar waar zij zijn in de vrije zóne van Frankrijk. Het Fransche vluchtelingenprobleem- 1940 zal wel uniek blijven in de geschie denis der rrenschheid; reeds te Bordeaux leerde ik goed begrijpen wat het begrip volksverhuizing eigenlijk wel beteekent. Het begon daar met de vluch telingen uit den Elzas en Lotharingen; doch de stormloop, de groote exodus, zette pas in met de Belgen en Noord-Franschen; spoedig volgden toen de Parijzenaars, en tenslotte werd Bordeaux nog overstroomd door de bewoners van Normandië en Bretagne. In acht dagen tijds liep de bevolking op van 400.000 tot boven het millioen, het departement bracht het van 900.000 op ruim twee millioen; en mee gerekend zij die passeerden, zag de stad zich gesteld voor het vraagstuk, om, binnen een tijds bestek van tien dagen, meer dan acht millioen mensehen te voedenToen kvarn de wapenstilstand, en de uitstippe- ling van de demarcatielijn en ander maal nam een legioen der réfugé's de beenen, op weg naar het vrije gebied, en op den voet gevolgd door een ontwapend, gedemoraliseerd Fransch leger; de jan boel was compleet. Doch we dienen niet eenzijdig te zijn, en de ongehoorde omstandigheden in aan merking genomen, past ook een woord van dank en hulde. Wat door de Fransche inwoners van de zuidelijke departementen en door de autoriteiten is gedaan, ten be hoeve van die gansche zondvloed van rampspoedigen, die afdaalde uit het Noor den, grensde vaak aan het buitengewone. In elk dorp en elk stadje bevindt zich een centre d'accueil voor hen die volledig be rooid zijn. len krijgt er een onderdak toe- wezen, mede bonnen dienstig voor twee maaltijden per dag; heeft men gewerkt, op het land, in de fabrieken, of op dui zend-en-één wijzen, en dat zijn er veel, waaronder ook tal van Nederlanders dan vervallen de bonnen hiervoren vermeld, doch krijgt de betrokkene recht op tien francs steun per dag. Niet altijd, helaas, wordt deze hulp en deze naastenliefde, door het Fransche volk verleend onder de meest verwarde en donkere omstandigheden, en die even zeer geldt voor de buitenlanders, door die zelfde buitenlanders op prijs gesteld; ge lukkig meen ik, dat het niet in de eerste plaats Nederlanders zijn, die uit den toon vallen bij gebrek aan wellevendheid. Onze landgenooten hebben trouwens iets vóór, bij de Franschen, en nog meer bij de Duitschers. Met de Belgen daarentegen is niet alles onverdeeld gunstig gesteld; ten rechte of ten onrechte hebben velen het aanmer kelijk moeilijker gekregen. Vooral de overgave van het Belgische leger door koning Leopold heeft onder de Franschen een ontzaglijke reactie gewekt; de graad van sympathie voor de Belgen, die in het algemeen, sir.ds jaren al, vrij hoog was, belandde met een smak onder het nul punt, en de ongelukkige vluchtelingen ondergingen mede den invloed van deze gewijzigde instelling. En wat de Duitsche autoriteiten! betreft voor een Hollander is het oneindig veel gemakkelijker iets gedaan te krijgen, dan voor een Belg; in feite bevinden ander half millioen Belgen in Zuid-Frankrijk zich in een ietwat precaire positie; zij hebben het te stellen met twee kampen, en noch in het eene noch in het andere kamp is de aan den dag gelegde sympathie bijster groot. De Nederlanders, die de beenen namen naar Frankrijk, zijn veel geringer in aan tal, al valt overigens niet bij benadering een raming te doen; zij zijn zoo volledig verspreid, dat het uiterst moeilijk zal zijn ze allen op te sporen. Aangezien zij weinig of geen geld heb ben, zullen zij uit eigener beweging zich wel in verbinding gaan stellen met de diverse Nederlandsche consuls en vice- consuls, die zich steeds beijveren om or ganisatorisch te werk te gaan. De grootste groep vluchtelingen wordt gevormd door hen, die zich onder officieële leiding stel den; zij bevolken verschillende kampen, verbilijven op kasteelen, of vormen andere centra. In Parijs woonde ik destijds de aankomst van enkele honderden van deze réfugiés bij; zij werden aan bet Gare du Nord afgehaald en voorloopig onderge bracht in de Cité Universitaire of in een groot gebouw van Philips. Een fonds, bij eengebracht door particulieren, en met steun van het Amerikaansche Roode Kruis, hield zitting in de Kamer van Koophan del, en voorzag ir. geval van nood. Enkele dagen later reisden deze groepen in vol komen orde af naar de diverse kampen: Lessac, Montauban Royan, Confolen, Tou louse; naar het schijnt zijn velen thans reeds van daar weergekeerd. geven. Op den 18den was de geheele eerste 1 verdedigingslinie der Engelschen overschre den. Talrijke Engelsche afdeelingen, aldus zegt men in Italiaansche militaire kringen, hadden zich bij de hardnekkige gevechten van de voorgaande dagen overgegeven, voor- al Zuid-Afrikaansche troepen. De Engelschen hadden Zeila zonder strijd opgegeven en de 2500 man, die daar hadden gelegen, onverwijld teruggetrokken naar Bulhar. Nog drie a vierduizend Engelschen. Ten Oosten van Berbera staan nog onge veer 3000 tot 4000 man Engelsche troepen, die echter van geen beteekenis meer zijn, nu Berbera is gevallen. De diplomatieke redacteur van Stefani merkt op, dat de bevolking van Britsch- Somaliland zich reeds lang, evenals die van Fransch-Somaliland, wenschte te vereeni gen met de bevolking van Italiaansch- Somaliland. Voor Britsch-Somaliland is dit thans ver wezenlijkt, en op een niet ver verwijderden dag, zal, aldus de diplomatieke redacteur van Stefani, hetzelfae verwezenlijkt worden voor Fransch-Somaliland, dat een natuur lijken uitweg vormt voor Abessinië. Het D. N. B. vermeldt voorts de volgende bijzonderheden omtrent de beteekenis van, de havenstad Berbera, die zich thans in Ita- liaansche handen bevindt. Berbera is een natuurlijke haven, die zeer I geschikt is voor den handel in de Golf van Aden en op de Roode Zee. De haven is van 10 tot 20 meter diep. De stad is het uitgangs punt van belangrijke karavaanwegen naar Somaliland en Abessinië, waarmede zij een levendigen handel drijft. Zij is de hoofd markt voor koloniale producten (struisvogel- veeren, caoutchouc, huiden en ivoor). De handel op Aden heeft een waarde van 50 millioen lire per jaar. In de „News Chronicle" schrijft Vernon Barlett, dat het argument, dat Somaliland slechts van geringe beteekenis is, niet zeer overtuigend is voor de volken in het Oosten, die zich herinneren, welke inspanningen de Engelsche regeeringen zich hebben getroost om dit gebied te verkrijgen en te behouden. Het is noodig, dat het verlies van Somali land door acties elders wordt vereffend, aldus de „News Chronicle". Drie maanden gevangenisstraf. De bijzondere rechtbank te Brunswijk heeft een 46-jarige vrouw uit Wolfenbüttel veroordeeld tot drie maanden gevangenis straf, omdat zij aldus meldt de „Deutsche Allg. Ztg." in een gesprek met een andere vrouw de waarheid van het Duitsche weer machtsbericht in twijfel had getrokken. Zij werd veroordeeld op grond van het „Heim- tückegesetz". Luchtaanval op Gibraltar. - Verschei dene vliegtuigen van onbekende nationaliteit hebben Dinsdagochtend Gibraltar aange vallen en de haven met bommen bestookt. De bommen vielen tusschen de in de haven voor anker liggende schepen en op kade-in stallaties niet ver van de plaats, waar de kruiser Resolution ligt om gerepareerd te worden. Onder de bevolking, die den ge- heelen nacht in de schuilkelders heeft door gebracht, zou een paniek zijn uitgebroken. Allen Spaanschen burgers is het betreder, van het gebied van Gibraltar verboden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 1