£aad: enJwn&otm
Ups en downs van de inlandsche
tabakscultuur.
HAAGSCHE WIND.
Het gezicht van Den Haag is veranderd.
Ongunstig seizoen.
Vroege duisternis.
De veilingen aan den
Langend jk.
Winstgevend bedrijf in ons land thans niet
meer mogelijk.
Cijfers uit 1931.
Winstgevend bedrijf?
Een actie in 1931.
TWEEDE BLAD
4
Het is, zegt men, een slechte wind, die nie
mand iets goeds toewaait. Ik hoop, lezer,
dat gij den Haagschen wind, dien ik U in
deze nieuwe brievenreeks ga toewaaien, bij
wijlen welkom zult vinden. Het zal een
overwegend-luchtige wind zjjn ik ben
niet van plan u zwaar op de hand te schrij
ven het zwaardere komt toch wel en bij
gelegenheid, maar bij uitzondering, zal het
ook op deze plaats zijn beurt krijgen. Maar
iti den zomer? Neen.
De zomer.
En nu moet gij maar niet ironisch lachen,
want het spreekt vanzelf, dat hij niet mee
valt en ons in Den Haag heelemaal niet.
Want de zomer is een stuk van de Haagsche
en Scheveningsche negotie en als hij niet
goed is, dan beteekent dat een leelijke strop.
Meermalen heb ik 's zomers in Haagsche
bladen gelezen, dat de stad zoo leeg en
„iedereen" weg was. Dat zei men ook wel
van andere groote steden. Van Parijs bij
voorbeeld. Daar las men 's zomers ook in de
courant, dat er „niemand" in de stad was,
maar onderwijl werd men er tureluursch
van de volte. De Parij zenaars waren naar
buiten (zoo was dat krantenpraatje bedoeld)
maar in hun plaats was een stroom van
vreemdelingen en bezoekers van elders ge
komen en, op mijn woord, wat de volte be
treft, was er geen verschil te merken! Alles
maar een kwestie van visie. In Den Haag
was het gewoonlijk 's zomers ook een beetje
zoo. De Hagenaars gingen de stad uit, ten
minste een gedeelte van de Hagenaars, en
werkelijk werd het dan wel een beetje leeg
van gezichten, waaraan men van de straat
of de tram gewend was. Men kon wel eens
zeggen: „Iedereen is weg". Maar leeg was
Den Haag daarom nog lang niet. Want voor
den stroom, die was weggevloeid, kwam er
een stroom aangevloeid, die niet minder was,
buitenlanders, landgenooten, logeergasten
voor-een-poosje en dagjesmenschen, vooral
uit Rotterdam en omgeving. Menigmaal heb
ik dientengevolge Den Haag voller gezien
dan ooit.
Nu is het inderdaad anders. Er zijn veel
Hagenaars, die zich voorgenomen hadden
thuis te blijven, toch alsnog naar buiten ge
trokken, maar veel meer zijn er gebleven.
De gewone groote uittocht is het niet ge
worden. En met den grooten intocht is het al
heel weinig. Het is waar, dat Den Haag er
wat forensen bij gekregen heeft, Rotterdam
mers, die er wel eens een poosje uit willen
wezen. Maar met den aanvoer van Rotter-
damsche dagjesmenschen is het, door het
ongestadige weer en zeker ook door den al-
gemeenen toestand, juist ook in Rotterdam,
zeer merkbaar slapper. Geen kwestie van de
volle treinen, die anders binnengeloopen
kwamen. Het blijft tot groepjes beperkt.
Buitenlanders waren er het vorige jaar al
bijna niet meer, nu zijn ze er, afgezien van
de Duitsche bezettingstroepen, waar men
weinig van bemerkt, heelemaal niet. De
tijden, dat er karavanen Amerikanen door
Den Haag trokken om zijn bezienswaardig
heden in een achtermiddag te „doen", liggen
ver achter ons.
De eenige sightseeing, die er nog in den
Haag wordt gedaan, geldt zulke algemeen
bekende vermakelijkheden als de Gevangen
poort, het Panorama-Mesdag in de Zeestraat
e.d. Óp Scheveningen is het over het geheel
kalm. Het ongewisse weer is slecht voor de
baden en het strand, die eigenlijk nog maar
een paar goede dagen gehad hebben. De be
zetting van de hotels is zeer matig. Alleen
de Kurzaal en enkele vermakelijkheden bin
nenshuis, zooals het Cabaret van Cor Ruys
in het Kurhaus-Cabaret maken goede zaken.
Voor hen is niet te mooi weer juist nog wel
goed. Het is kortom geen seizoen, zooals
Scheveningen moet hebben. En de tijd is bij
na om. De avonden beginnen al bedenkelijk
vroeg, terwijl iedereen thuis wil wezen, al
eer de duisternis invalt.
Vroege avonden.
Het leek er ook niet beter op te worden,
nu de beschikking afgekomen was, dat de
laatste trams om elf uur binnen moesten
zijn. Van blijven plakken zou er nu heele
maal geen sprake meer kunnen wezen. Want
de meeste taxi-ondernemingen geven er den
brui aan, bij donker te rijden en men moet
het er dus al voor over hebben huiswaarts
te wandelen, wat in het zeer uitgestrekte
den Haag voor de meesten niet gaat. Ook de
nachttram, die om half één en half twee een
extra dienst reed tusschen Scheveningen en
de binnenstad, resp het Westen, is uitgeval
len. Nu is er echter gelukkig een gunstige
wending gekomen, de H. T. M. heeft toe
stemming gekregen, na 11 uur, als het tram
verkeer stilgelegd is, per bus een beperkten
dienst tusschen Scheveningen en den Haag,
resp. het Westen der stad (Duinoord) en te
rug te onderhouden tot 1 uur. Dat is een uit
komst en zoo kan men toch nog profiteered
ondanks het vroeger invallen der duisternis.
Voor soortgelijke moeilijkheden komen
straks de vermakelijkheden in de binnen
stad. De bioscopen eindigen telkens al vroe
ger, maar hoe men het in de schouwburgen
wil klaren als de avonden weldra nog kor
ter en korter worden? Allemaal één-acters?
Edoch, misschien komt er verbetering door
de uitbreiding van de verduisteringsver
lichting, die, zooals men In een circulaire
van den secretaris-generaal van binnenland-
sche zaken heeft kunnen lezen, in voorberei
ding is.
Het gevolg zal in alle geval wel zijn, dat
men zijn genoegen veel meer dan tot nu toe
in den huiselijken kring gaat zoeken. Daar
is niets tegen, het heeft integendeel veel
aantrekkelijks. Lectuur, het gezelschapsspel,
bridge, de kruiswoordpuzzle zullen opgeld
gaan doen. Maar voor de exploitanten vr.n
vermakelijkheden wordt het allicht een be
nauwde situatie.
Dat deze zomer geen gewone zomer is,
wat ik in den aanvang al zeide, is uit het
bovenstaande, dunkt mij, wel genoeg geble
ken. Iets anders dan anders is ook, dat de
schouwburgen doorgaan. Anders waren zij in
de zomermaanden gesloten. Maar nu werkt
men er, zoolang het dag is, letterlijk gespro
ken. En zelfs zijn er vermakelijkheden bin
nenshuis bijgekomen, zooals in het Maurits-
huis, dat slechts een, geregeld verwisseld,
gedeelte van zijn schilderijen kan vertoo-
nen, maar in één van zijn bovenzalen eiken
middag een concert heeft. Deze concerten
waren een proef, maar het is allang geble
ken, dat er „vraag" naar was. Vrij veel men-
schen gaan er geregeld heen. Het is dan ook
werkelijk een ontspanning van het beste ge
halte in het fraaie en stemmige interieur van
het museum een uur of anderhalf bij goede
muziek door te brengen. In de pauze bezich
tigt men beneden de schilderijen en men
heeft een goed uur doorgebracht, onttrokken
aan het wereldsche gedruisch.
Het gezicht van Den Haag.
De aanwezigheid van de Duitsche bezet
tingstroepen heeft het gewone gezicht van
den Haag weinig veranderd. De houding van
de Duitsche militairen is onberispelijk en
zeer correct, in sommige stadsgedeelten be
merkt men heelemaal niets van hen en zoo is
het ook in groote gedeelten van de binnen
stad, hetzij dan, dat men vrij wat Duitsche
leger- marine- en luchtvaartauto's bij den
weg ziet.
Een uitzondering vormt het Plein, waar
de Duitsche overheden, militaire en civiele
hun intrek hebben genomen in het ministe
rie van defensie en koloniën en in dat van
buitenlandsche zaken. Het aflossen van de
wacht voor het ministerie van defensie is 'n
bezienswaardigheid geworden, dat op den
dag telkenmale vele voorbijgangers doet toe
ven.
In verband met den nieuwen toestand is
het Plein geheel tramvrij gemaakt. Een paar
intercommunale lijnen van de Haagsche
Tram hadden er nog hun begin- en eind
punten. Op wensch van de Duitsche autori
teiten is dit veranderd en men zal het als 'n
verbetering toejuichen, vooral nu er ook een
bevredigende oplossing is gevonden voor de
nieuwe begin- en eindpunten. Eerst was de
aandacht hiervoor gevallen op het Lange
Voorhout, maar door het persoonlijk ingrij
pen van den Rijkscommissaris Rijksminister
Seyss-Inquart, is dit euvel afgewend. De
tram heeft een plekje gevonden dicht bij de
binnenstad, om haar opstelsporen te leggen
en door het gebruik waarvan het stadsbeeld
geen schade lijdt.
Gevederde Hagenaars.
Den Haag is wel geen Venetië, maar het
had met de Lagunenstad een groot aantal
duiven gemeen, die zich als de meeuwen van
den Hofvijver onvervaard vermenigvuldig
den en van jaar tot jaar talrijker op het
Plein en vooral ook op het Binnenhof huis
den. Voor vele Hagenaars was het voederen
van de duiven een dagelijksch werkje, dat
met plezier gedaan werd en de menschen
van buiten, die het Binnenhof bezochten,
werden door de daar „snorrende" gidsen erg
graag meegetroond naar de fontein, om zich
daar te midden van de duiven Venetiaansch
te voelen en eventueel zich door een altijd
wel in de buurt zijnden fotograaf met een
duif op den schouder of op den hoed te laten
kieken. Dat gaat nu verdwijnen, want de
duiven waren als kostgangers te duur. Er is
geen voer meer om de duiven aan te houden.
Daarom is de Plantsoendienst geregeld be
zig met hen te vangen, en als zij er voor in
aanmerking komen, Dijtijds af te maken, eer
zij op eert andere manier, n.l. van den hon
ger, aan hun eind komen. Het gekke is
hierbij, dat de duiven, die altijd zoo mak wa
ren als iets, er- volstrekt niets voor voelen
zich 'voor dit doel te laten pakken. Op het
Binnenhof heeft de Plantsoendienst een slag
net opgesteld en met zoete woordjes en na
bij het net uitgestrooide voer tracht hij hen
zóp dicht bij te lokken, dat hij hen in het net
kan vangen. Maar dat viel niet mee. Tot ver
maak van straatjongens en serieuze toe
schouwers wisten de duiven telkens wél de
graantjes weg te pikken, maar tegen den tijd
dat het slagnet viel, zaten zij al weer op de
tinnen van de Ridderzaal te koekeloeren.
Men heeft het toen zelfs met jenever ge
probeerd. Niet dat de duiven hiervan een
glaasje voorgezet kregen, maar men drenkte
het voer in het hartige en koppige nat, in de
hoop, dat zij, al etende, den kluts zouden
kwijt raken. Het succes was maar zeer ge
ring. Het borreltje scheen den duiven nogal
te smaken, maar zij vlogen er niet minder
rap om weg. Enfin, het heeft heel wat tijd
gekost eer de Plantsoendienst een bevredi
gend aantal duiven weggevangen had. Maar
nu is dit dan blijkbaar geschied. Reeds een
200 duiven zijn gevangen en afgemaakt, va-
gebondeerende postduiven van particulie
ren, die men onder de gevangen dieren had
aangetroffen, zijn gekortwiekt en aan hun
eigenaren teruggegeven, voorzoover zij ge
ringd en dus „geadresseerd" waren. Het is
nu met de duiven op het Binnenhof voor
eerst gedaan. Ook onder de eenden in den
Hofvijver en andere vijvers van de gemeente
is opruiming gehouden om dezelfde reden.
Maar mijn collega, de Haagsche ooievaar,
zal men ongetwijfeld ontzien. Ook hij hoort
tot de kostgangers van de gemeente, maar
vanwege zijn relaties met het Haagsche wa
pen heeft hij recht op een uitzonderings
positie.
Een nieuwtje voor de dames.
Nu nog iets voor de dames. Het zal overal
wel net zoo zijn als in den Ilëag, dat op het
oogenblik niet meer het weer, maar de dis
tributie hét onderwerp van de conversatie
is. Een voorname zorg van de dames waren
hierbij de kousen, is 't niet zoo? In den zo
mer is dat een gemakkelijk probleem, men
kan het dan desnoods ook zonder kousen
doen. Dat was toch altijd al een beetje mode
onder de jonge meisjes en dezen zomer heb
ben wij zeker haast net zooveel vrouwen ge
zien, die geen als die wél kousen aan had
den. Daar de kousenfabrikanten er altijd
toch al op uit waren in de diverse kleuren
van hun product de natuur na te bootsen,
maakt het weinig verschil, vooral niet als
een blootgebeende een beetje in de zon heeft
gezeten en haar blanke onderdanen rose of
lichtbruin heeft laten kleuren. Het is dan net
echt. Trouwens, de elegantste kousen waren,
bij mijn weten, altijd die waarvan men het
minst zag. Heelemaal bloote beenen moeten
dus wel héél dicht bij het ideaal komen.
Toch schijnen sommige vrouwen hiermee
niet tevreden te zijn. Er is althans nu een
nieuwtje aan de markt, dat de pretentie
heeft, het eventueele gemis van kousen te
overbruggen. Toen ik dezer dagen in de
Bijenkorf moest wezen, zag ik daar in een
van de afdeelingen een oploopje van dames,
rondom een juffrouw, die wat demonstreer
de. Discreet naderénde bemerkte ik, dat zij
allemaal naar der juffrouw beenen keken,
en toen heb ik ook maar gekeken, hoewel
dat eigenlijk geen pas gaf. Ik zag aan de
beenen echter niets bijzonders. Het waren
een paar zeer nette beenen met vleesch-
kleurige kousen en dat is niets nieuws. Het
bijzondere was intusschen juist, dat men
niets bijzonders zag, want dit is toch het
ideaal van alle imitatie. En imitatie was het.
Het waren vloeibare kousen, zooals het
op een fleschje met rose-achtig vocht heette.
Men smeert dit vocht over zijn/haar beenen
uit, laat het opdrogen en geen regenbui
weekt de verf er af, daar moet men water
en zeep voor nemen, het geeft niet af en het
ziet er uit als de allerfijnste, d.w.z. bijna on-_
zichtbare kousen. Maar de naad dan? zal de
ze of gene slimme lezeres misschien vragen.
Ook daarop is gerekend. Een zwart of beter
gezegd bruin-zwart wenkbrauwstiftje geeft
daarvoor uitkomst. De juffrouw toonde ons,
hoe zij met zoo'n stiftje achter op haar bee
nen, waar de naad hoort te loopen, een lijn
tje trok. Toen was het af. De illusie was
volmaakt. Wie niet sterk is moet slim zijn.
EIBER.
Betere prijzen voor eigenheimers.
Ook komt er heel wat kool.
Ook gedurende de afgeloopen
week werd nog weer een belang
rijke hoeveelheid aardappelen ter
veiling gebracht, in totaal ruim 150
wagons. En het zal nog wel eenigen
tijd aanhouden, want er zit nog wel
wat.
Er zijn in de afgeloopen week weer ver
scheidene wagonladingen in den kuil ge
gaan, doordat niet alles voor binnenland-
sche consumptie gekocht kon worden. Voor
al de bonken komen hiervoor in aanmer
king.
De middelsoort van Schotsche muizen no
teerde vanaf den minimumprijs van 3.70
tot ruim 4 per 100 kg, soms werd f 4.50
besteed. De groven gaan voor 3.70 weer
mee terug om te worden ingekuild. Drielin
gen van Schotsche muizen werden verhan
deld tegen 2.40 tot 2.80, enkele keeren
werd tot f 3 per 100 kg. betaald.
De prijzen van de Eigenheimers waren
tot in het begin van deze week allesbehalve
bevredigend.
Het kon er lang niet voor en, hoewel men
altijd zegt, dat de Eigenheimers boven de
Schotsche muizen worden gesteld, wat
smaak betreft, waren de prijzen ver be
neden de minimumprijzen der Schotten.
Hierin is in het midden van de week ver
andering gekomen. Nu waren ze soms duur
der dan Schotsche muizen. Voor Blanke
Eigenheimers werd Donderdag 3.50
4.70 per 100 kg. betaald.
De volgende dagen werden ze verhandeld
voor 3.604.30 per 100 kg. Met de BI.
Eigenheimers ging het evenzoo. De notee
ringen lagen gedurende de tweede helft van
de week tusschen 3.60 en 4.50, hetgeen
heel wat beter is dan de prijzen van de
voorafgaande week.
Er zijn weer heel wat wagonladingen
roode kool verhandeld gedurende deze
week. Dagelijks kwamen flinke hoeveel
heden ter markt, maar Zaterdag spande
toch weer de kroon met 130.000 kg. Het is
v/el iets minder dan den voorafgaanden
Zaterdag, maar toch lijkt het ons rijkelijk
veel. Meer verdeelen over de geheele week
zou gewenscht zijn, in verband met de
afzet- en vervoermogelijkheden. De prijzen
varieerden van f 33.50 per 100 kg., één
keer werd tot 3.90 betaald.
De gele koolprijzen hebben de laatste
week een stijging ondergaan. Deze kool
soort was in de week daarvóór heel dicht
bij den minimumprijs van 3 per 100 kg.
gekomen, doch nu zijn de meeste kooien
verkocht voor ruim 45.90 per 100 kg.
Het aanbod van gele kool is nog niet over
groot.
De witte kool is gedeeltelijk weer door
de zuurkoolfabrikanten afgenomen. De
prijzen waren meestal van f 2 (den mini
mumprijs) tot 2.30 per 100 kg.
De slaboonen zijn gedurende deze week
tegen vrij stabiele prijzen afgezet. De mooi
ste liepen tot ruim f 11 per 100 kg.; voor de
iets minder mooie kwaliteit betaalde men
vanaf 9.50. Zaterdag was er te Noord-
scharwoude iets meer vraag, met gevolg,
dat de noteeringen tot 14 opliepen.
Snijboonen werden verhandeld voor 8.
tot 14 per 100 kg., naar gelang van de
kwaliteit. Het aanbod van snijboonen blijft
gering.
Ongetwijfeld tengevolge van het vrij
komen van den export van uien-producten
ii
Als we over de ups en downs van de Nederlandsche tabakscultuur komen te
spreken, dan is de heer Versteegh in zijn element, en zou men niet zeggen,
dat hij de acht kruisjes al vier jaar gepasseerd is. Allereerst willen wij wel
eens iets weten over de cultuur zelf, al behoeven onze lezers nu niet te
denken, dat zij op een lapje grond achter het huis wel eens wat tabak zou
kunnen gaan zaaien, om het dreigend tekort aan cigaretten te kunnen aan
vullen. Wie zich aan de tabakscultuur waagt, mag zich wel drie maal bezin
nen vóór hij begint, want er geen cultuur, die zooveel tegenslag geeft als
deze.
De heer Versteegh vertelt: „Een stuk
grond van een H.A. wordt door middel
van houten heggen verdeeld in 35 perken.
Om de twee jaren moeten die heggen,
waran boonen geteeld worden, vernieuwd
worden. Dat zij dienen voor bescherming
tegen al te feilen wind weet iedereen wel.
Elk perk nu wordt bezet met 1200 tabaks
planten, en per jar geeft zoo'n sti.k grond,
ter grootte van 1 H.A, dan ongeveer 4200
pond droge tabak. Het is dit tusschen
twee haakjes geweldig, zooals de tabak
aan gewicht verliest. Wanneer het versch
geplukte groene bla deindelijk tot geurige,
rijpe tabak is geworden, dan heeft het
voor meer dan negentig procent aan ge
wicht verloren. En ook in het magazijn,
waar het opgeslagen blijft liggen, zit er
nog voortdurend werking in, en kan men
nog steeds gewichtsverlies constateeren."
„Hoe komt u nu aan de tabaksplantjes
zelf?"
„Het zaad, dat wij meestal zelf winnen,
door enkele planten door te laten bloeien,
wordt eerst voorgeikemd, dat wil zeggen,
wij doen het in een bloempot, er. zetten
die bij een kweeker in de broeikas .Na een
dag of acht het is dan omstreeks eind
Maart wordt het aldus voorgekiemde
zaad in de broeibakken gezaaid, bakken,
die afgedekt zijn niet met glas, maar voor
de goeodkoopte met wit papier, dat om
meer weerstand te hebben, met lijnolie is
geprepareerd. Begin Mei zijn de planten
genoeg ontwikkeld om in de bedden ge
plant te worden, met onderlinge afstanden
van circa 35 centimeter. Begin Juli onder
gaan de inmiddels1 flink opgeschoten
planten een nieuwe bewerking, ze worden
„gestopt", hetgeen zeggen wil, dat de top
pen er uit gesneden worden, waaraan
anders de plant al zijn krach zou verspe
len. Nu zet hij noodgedwongen alle
energie op de bladeren, die we weldra in
drie categorieën kunnen onderscheiden:
de onderste vier, de eerste pluk, het zoo
genaamde zandgoed, de tweede pluk, de
middelste bladen, het aa.dgroei, en ten
slotte de bovenste bladeren, het bestgoed.
De bovenste bladeren zijn het meest nico
tine houdend, en werken deswege in
Duitschland het meest gevraagd. Vanwaar
de naam bestgoed.
nmiddellijk na de pluk worden de bla
deren aan den rugkant, precies op de
hoofdnerf, opengesneden, en op die manier
kunnen ze aan de spijlen worden geregen,
om vervolgens te drogen te worden ge
hangen. aDt duurt ongeveer een maand,
waarna ze op stapels worden gelegd, en
blad voor blad gesorteerd en gebost. Ten
slotte, omstreeks November en December,
komt de oogst in de fermenteerschuur,
waar ze een soort broeiproces óndergaat,
net als het hooi in den hooiberg. Op die
manier krijgt de tabak zijn kleur en zijn
reuk, tenminste, zij behoort dat te krijgen.
Want dat fermenteeren, dat is een kunst
op zichzelf.
Elke tabaksoort krijgt zoo zijn eigen
plaats; wat onder hoort mag niet boven,
en wat boven moet liggen, zou onder op
den stapel verstikken. Soorten, die minder
gemest zijn, hebben weer een andere plaats
dan de sterk gemeste bladeren, en zoo
heeft alles zijn eigen plek. Wie de boel
door elkaar haalt, loopt kans, de heele
oogst te laten mislukken. Is het broeipro
ces ten einde, dan wordt de tabak opnieuw
gesorteerd, en in balen van 150 kg. gepakt,
gereed voor den verkoop."
Winstgevend bedrijf?
„Zou de tabaksbouw nu nog winstgvend
kunnen zijn."
,,Op het oogenblik niet. Maar vroeger
was het inderdaad een winstgevend bedrijf,
dat aan vele -handen werk gaf. Wist u wél,
dat twee H.A. tabaksland het heele jaar
door aan een heel gezin een bestaan gaf,
alleen al aan werkloon?
In den winter moet het hout voor de
heggen gekapt worden, daarna worden de
heggen gezet. Vervolgens wordt het land
gegroept voor de bemesting, en komt de
mest er op. Vroeger gebruikten we daar
voor schapenmest, die we zelf in Zeeland
gingen koopen. Dat leverde een taaie, zwa
re tabak op, welke Duitschland graag af
nam. Tegenwoordig fabriceeren we een
lichtere tabak, die beter brandbaar is en
daarvoor gebruiken we koe- en kunst
mest. De Nederlander is nu eenmaal kies
keurig op zijn tabak! Dan volgen de be
werkingen van de tabak zelf, het planten,
toppen, het oogsten, enz. En zoo geeft het
heele jaar door de tabak werk aan vele
handen."
Een actie in 1931.
„In 1931 hebben de tabaksverbouwers
nog eens een adres aan de regeering ge
zonden", aldus de heer Versteegh," ten
einde een verbeterde afzetmogelijkheid te
scheppen. Op dat tijdstip waren er nog 248
bedrijven in Nederland aanwezig, die in
totaal bijna honderd H.A. grond bewerk
ten; de totale oogst aan inlandsche tabak
bedroeg toen 226.494 pond."
„En hoe waren die bedrijven over ons
land verdeeld!"
„Dat zal ik u zeggen. In Amerongen had
men er toen nog 24, met een oppervlakte
van 18 H.A., opbrengst 41.000 pond, in
Druten 57 bedrijven, oppervlakte 11.95
H.A., opbrengst 31.941 pond, in Eist (Be
tuwe) 6 bedrijven oppervlakte 2% H.A.,
opbrengst 5000 pond, in Heteren 17 bedrij
ven, oppervlakte 6.36 H.A., opbrengst
14.725 pond, in Leersum één bedrijf, op
pervlakte 0.50 H.A., opbrengst 1000 pond,
in henen 79 bedrijven, oppervlakte 39.70
H.A., opbrengst 84.927 pond, in Valburg
8 bedrijven, oppervlakte 2)4 H.A., op
brengst 10.206 pond en in Wamel 56 be
drijven, oppervlakte 15.07 H.A., opbrengst
37.695 pond. In dat adres werd berekend,
dat men per jaar in Nederland uitgaf aan
sigaren 94 millioen, aan cigaretten 61
millioen en aan tabak 27 millioen gulden,
in totaal aan rookwaar 182 millioen.
Voorgesteld werd toen dat iedere tabak
bewerker per week per persoon V- pond
inlandsche tabak zou verwerken. Toen in
1918 de regeering de tabak naaste aldus
het adres voor 150 per pond, is ge
bleken, dat de inlandsche tabak wel te
verwerken was. Thans zou een prijs van
25 tot 50 gulden per 100 pond voldoen
de zijn om het bedrijf eenigszins loonend
te maken. Terwijl men toen de heele oogst
moest verwerken, vragen wij nu slechts
een verwerking van 2 binnenlandsch
tegenover 98 buitenlandsche tabak. Tot
zoover het adres.
Jammer genoeg is de regeering er niet
op ingegaan, met het gevolg, dat de tabaks
cultuur nog verder kelderde, en nu vrijwel
ten doode is opgeschreven".
Wij hebben ten slotte nog even een kijkje
genomen in de groote voorraadschuur,
achter het huis van den heer Versteegh,
waar reeds Napoleon de tabak deed op
slaan, en waar ook nu nog de geurige balen
op koopers wachten. Lang zal het niet meer
duren, of ook deze laatste resten van onze
inlandsche tabak zijn verwerkt, en zal
daarmee dan de Nederlandsche tabakscul
tuur voorgoed verdwenen zijn?
naar België is er voor de zilvemep méér
belangstelling gekomen. In het begin werd
deze nep verkocht tegen den minimumprijs
van 8 per 100 kg., doch later werden de
noteeringen belangrijk hooger, zoodat ten-
slótte te Broek op Langendijk 13 per 100
kg. werd betaald. Voor gele nep betaalde
men meestal van 4 (den minimumprijs)
tot 4.30. De gele uien kon in het begin van
de week nog wel eens ruim 6 per 100 kg.
opbrengen. Nadat gedurende eenige dagen
meestal ruim 5 was betaald, noteerden wij
Zaterdag van 44.80 per 100 kg.
De tomaten kwamen slechts weinig boven
den minimumprijs van 11 uit. Hoogstens
werd iets boven 12 besteed voor A en B.
CC ging voor 8 van de hand.
De druiven waren niet duur. Franken-
thalers werden verhandeld voor 2330;
ééns werd tot 35 besteed. Alicante ging
weg voor 29 per 100 kg.
Te Noordseharwoude werd bloemkool
aangevoerd, waarvoor *10.40 per 100 stuks
besteed werd.
HEERHUGOWAARD (Juli).
Geboren: Nicolaas, z. v. J. Wester en
D. Frederiks. Geertruida Afra, d. v. J. P.
Koenis en J. Beers. Sonja, d. v. W. G. J.
N. Gutlich en J. J. Michels (wonende Alk
maar). Nicolaas Jacobus, z. v. J. Vreeker
en G. Bruin. Anna Margaretha, d. v. C.
Komen en C. B. Bakker. Hendricus
Petrus, z. v. A. A. Groen en W. Bakker.
Maria Catharina, d. v. W. Cornelisse en N.
de Wever. Paulus Petrus Theresia, d. v.
W. J. Huis in 't Veld en C. Buurman.
Catharina, d. v. J. Schotten en M. van
Kleef.
Ondertrouwd: Petrus van Baar te
Hensbroek en Adriana Petronella Hoogland.
Gerbrand Boots te Ursem en Alida Cla-
sina Maria Overtoom.
G e h u w d: C. Bruin en T. Danenberg.
P. van Baar en A. P. Hoogland. J. Hoek
en M. Deelis.
Overleden: Pieter Meereboer, 82
jaar, echtg. van Neeltje Volkers. Sientje
Poeser, 79 jaar. wed. v. Jc. Schoen,