Bezoldiging en verzorging der voormalige
Land- en Zeemacht.
Collegegelden 325 gulden
per jaar.
TWEEDE BLAD.
DE NIEUWE PONTSTEIGERS VAN DE PONT OVER HET NOORDZEEKANAAL
TE ELSEN ZIJN IN GEBRUIK GENOMEN. De oude kettingponten zijn tevens
uit de vaart genomen en vervangen door vrij varende ponten. (Polygoon)
EEN „ONDERGRONDSCHE" SCHOOL. De Fröbelschool te Middenmeer heeft
men omringt met een pl.m. 4 meter hoogen aarden wal, zoodat de in dit gebouw
schoolgaande kinderen beveiligd zijn tegen eventueel inslaande Engelsche bom
scherven. (Polygoon)
De bom uit de Kinkerstraat
te Amsterdam is naar een
zandvlakte vervoerd en daar
tot ontploffing gebracht.
KINDEREN SPELEN GRAAG IN EN BIJ HET
vrooliijk tafereeltje bij den Jeker te Maastricht.
WATER. Een
(Het Zuiden)
DE FRAAIE MOLEN „DE GOOYER'' te Amsterdam wordt van top
tot teen opgeknapt, een bewerking, welke hij tenvolle waard is.
(Holland)
IN HET IJSELMEER worden groote hoeveelheden snoekbaars
en paling gevangen. De 102-jarige Enkhuizer visscher Sieperda
laat zich een 7-ponder toonen. (Polygoon)
Voorzieningen voor burger
werkkrachten.
In het verordennigenblad is opgeno
men een verordening van den rijkscom
missaris voor het bezette NederJand-
sche gebied nopens maatregelen ten aan
zien van de bezoldiging van militair en
burgerlijk personeel der voormalige
Nederlandsche Zee- en Landmacht.
Hierbij wordt het hoofd van het- Af
wikkelingsbureau van het Departement
van .Defensie gemachtigd, na verkregen
instemming van den secretaris-generaal
van het Departement van Financiën en
voor zooveel noodig, van den secreta-
rsi-generaal van het Departement van
Binnenlandsche Zaken, voorzieningen te
treffen nopens de bezoldiging, het
wachtgeld en het pensioen van .het mili
taire personeel van de voormalige Ne
derlandsche Zee- en Landmacht en no
pens de verzorging van hun nabestaan
den.
Voorts wordt het hoofd van het Af
wikkelingsbureau gemachtigd voorzie
ningen te treffen nopens de schadeloos
stelling van in dienst van de voormalige
Nederlandsche Zee- en Landmacht ge
bezigde burgerwerkkrachten, die in en
door den dienst lichamelijk letsel heb
ben gekregen, zoomede nopens de ver
zorging van hun nabestaanden.
Op grond van bovengenoemde verorde
ning heeft het hoofd van het Afwikkelings
bureau het volgende bepaald:
Artikel 1. (1). In artikel 72 van de Bevor-
deringswet voor de Landmacht 1902, worden
na het eerste lid de volgende vier leden in
gevoegd:
2. Indien een officier, die op nonactiviteit
is gesteld op grond van het bepaalde bij
artikel 70, onder 2, 3, 4, 5 of 6, inkomsten
geniet of gaat genieten uit of in verband
met arbeid of bedrijf, ter hand genomen met
ingang van of na den dag waarop de non
activiteit is ingegaan, wordt, indien de non-
activiteits-bezoldiging, vermeerderd met de
aldus ver eenig kalenderjaar verkregen in
komsten, zou overschrijden het bedrag van
de activiteits-bezoldiging, de nonactiviteits-
bezoldiging met het bedrag dier overschrij
ding verminderd.
3. Het in het tweede lid bepaalde vindt
overeenkomstige toepassing ten aanzien van
inkomsten, verkregen uit of in verband met
arbeid of bedrijf, welke geacht moet worden
te zijn ter hand genomen gedurende verlof,
voorafgaande aan de nonactiviteit.
4. Wanneer een op nonactiviteit gesteld
officier inkomsten geniet uit of in verband
met arbeid of bedrijf, ter hand genomen voor
den dag, waarop de nonactiviteit, c.q. het
verlof bedoeld in het tweede en derde lid,
is ingegaan en deze inkomsten zijn vermeer
derd, zijn ten aanzien van de vermeerdering
de bepalingen van dit artikel van overeen
komstige toepassing.
5. Een vermindering, als in het tweede,
derde en vierde lid bedoeld, wordt voorloo-
pig maandelijks en definitief na afloop van
het kalenderjaar vastgesteld.
Art. 2. De voor militairen beneden den
rang van officier gestelde minimum-pen
sioensgrondslag, bedoeld in het 6de lid van
artikel 14 der Pensioenwet voor de Zee
macht in het 6de lid van artikel 14 der Pen
sioenwet voor de Landmacht, in het 5de lid
van artikel 14 der Pensioenwet voor het
Personeel der Koninklijke Marine-Reserve
en in het 6de lid van artikel 14 der Pen
sioenwet voor het reservepersoneel der
landmacht
wordt, indien het recht op pensioen
berust op het bepaalde in punt 2
van artikel 2 der liiervoren aange
haalde wetten/dan wel in artikel 2
der Pensioenwet voor vrijwilligers
bij den landstorm, voor de militairen
of de gewezen militairen beneden
den rang van officier, die op of na
1 April 1939 in werkelijken dienst
zijn gekomen, gesteld op niet minder
dan een duizend gulden.
Artikel 3. (1). Aan de op of na 1 April
1939 te werk gestelde burgerwerkkrachten,
wier diensten ten behoeve van den Neder-
landschen militairen dienst werden gevor
derd, wordt, indien zij in en door of ge
deeltelijk in en door de van hen gevorderde
diensten ar'beids ongeschikt zijn geworden,
ten laste van het Rijk een schadeloosstelling
toegekend naar dezelfde regelen en maat
staven als die, waarop krachtens de land
macht voor dienstplichtigen der landmacht
recht bestaat op toekenning van invalidi
teitspensioen.
(2.) Den in de artikelen 36 en 37 der
voormelde wet nader aangegeven betrek
kingen van vorenbedoelde burgerwerk
krachten, die ten gevolge van een der oor
zaken, als in de voorgaande alinea nader
aangeduid, het leven hebben verloren of
komen te overlijden, wordt, mede ten laste
van het Rijk, een schadeloosstelling toege
kend naar dezelfderegelen en maatstaven
als die, waarop krachtens de Pensioenwet
voor de landmacht voor de nagelaten be
trekkingen van dienstplichtigen recht op
toekenning van pensioen bestaat.
(3). De bepalingen der hiervoren meer
aangehaalde wet, alsmede de uitvoerings
bepalingen dier wet, zijn in daartoe leidend
geval ten deze van overeenkomstige toepas-
sink, zulks met inachtneming van het be
paalde in artikel 2.
Artikel 4. Dit besluit treedt heden in
werking, voor zoover betreft de artikelen
2 en 3 met terugwerkende kracht tot
1 April 1939.
Dweilen en bretels ontvreemd. - In het
westelijk gedeelte van Amsterdam heeft de
politie gisteren een voorraad bretels en
dweilen in beslag genomen, welke afkomstig
is van diefstal. In verband hiermede zijn
tevens twee mannen aangehouden, die van
heling verdacht worden. Het aantal in beslag
genomen dweilen bedraagt het niet onaan
zienlijke aantal van tweehonderd.
Het gisteren verschenen verordeningen
blad bevat een besluit van den Secretaris-
Generaal van het Departement van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen betreffen
de de gelden, verschuldigd wegens het bij
wonen der lessen aan de Rijksuniversiteiten
en de Technische Hoogeschool te Delft.
Hierbij wordt, in afwijking met het be
paalde in de Hooger Onderwijswet, o.m. het
volgende bepaald:
Ter zake van het onderwijs der.
hoogleeraren en lectoren aan de
Rijksuniversiteiten en de Technische
Hoogeschool is, voor elk studiejaar
door hem, die dit onderwijs eens of
meermalen bijwoont, een som ver
schuldigd van 325, die in 's Rijks
Schatkist wordt gestort.
Wonen uit een zelfde gezin twee of meer
kinderen in hetzelfde studiejaar eens of
meermalen het onderwijs bij der hoog
leeraren en lectoren van een in Nederland
gevestigde universiteit of hoogeschool, welke
voor het onderwijs der hoogleeraren en an
dere docenten een bedrag, ten minste gelijk
staande met dat, verschuldigd aan de Rijks
universiteit en de Technische Hoogeschool,
vordert, dan is door één hunner een som van
325, door één hunner een som van 275 en
door elk ander hunner een som van 225
verschuldigd.
De secretaris- generaal behoudt zich voor
om in bijzondere tijdsomstandigheden, te
zijner beoordeeling. de over een bepaald
studiejaar verschuldigde collegelden vast te
stellen op bedragen, welke lager zijn.
De secretaris-generaal behoudt zich voor,
onder nader vast te stellen voorwaarden toe
te staan, dat het collegegeld in twee gelijke
termijnen wordt betaald.
Vrijstelling van betaling wordt genoten
door hem, die voor het aan de Rijksuniver
siteiten of aan Technische Hoogeschool ge
noten onderwijs een aantal achtereenvol
gende studiejaren, dat ten minste drie en
ten hoogste vijf bedraagt en dat voor iedere
faculteit en studierichting aan de Rijksuni
versiteiten en voor de Technische Hooge
school voor den secretaris-generaal nader
wordt vastgesteld, de verschuldigde gelden
heeft betaald.
Hem, die ter voorbereiding tot een examen,
dat niet aan één der Rijksuniversiteiten of
aan de Technische Hoogeschool wordt afge
legd, lessen van hoogleeraren en lectoren
wenscht te volgen, kan daartoe door cura
toren der betrokken Rijksuniversiteit of der
Technische Hoogeschool telkens voor een
studiejaar toestemming worden verleend; in
dat geval is voor dit onderwijs een som ver
schuldigd van 225, die in 's Rijks Schat
kist gestort wordt.
Aan hem, die slechts enkele lessen van
hoogleeraren en lectoren wenscht te volgen,
kan daartoe door curatoren telkens voor één
studiejaar toestemming worden verleend; in
dat geval is voor dit onderwijs verschuldigd,
indien de lesuren gegeven worden eenmaal
per week 20, tweemaal per week 35,
driemaal per week 55, viermaal of meer
malen per week 70.
Aan hem, die na het in werking treden
van dit besluit vrijstelling van verdere be
taling van collegegelden verzoekt op grond
van de omstandigheid, dat hij even zoovele
of meer studiejaren voor volledig onderwijs
is ingeschreven geweest als voor zijn facul
teit of studierichting van de Rijksuniversi
teiten of voor de Technische Hoogeschool
door den secretaris-generaal nader wordt
vastgesteld, wordt die vrijstelling verleend,
ook wanneer de studiejaren, gedurende
welke hij bij het in werking treden van dit
besluit voor volledig onderwijs was inge
schreven, geen aaneengesloten reeks vormen
of niet bij het in werking treden van dit
besluit aansluiten.
Dit besluit treedt heden in werking.
GOUDEN EN ZILVEREN VOORWERPEN
GESTOLEN.
De politie te Delft heeft den 59-jarigen L.
uit Rotterdam gearresteerd, die bij een
Delftschen goudsmid een aantal gouden en
zilveren voorwerpen wilde laten taxeeren.
Hij bleek deze voorwerpen gevonden te
hebben in het puin te Rotterdam en zich
deze te hebben toegeëigend. Hij en zijn
medeplichtige B. zijn vandaag ter beschik
king van de politie te Rotterdam gesteld.
ALKMAARSCHE CCURANT VAN VRIJDAG 30 AUGUSTUS 1910^