DE S Uit den Alkmaarschen Raad. OPA BOL VAN DE IJZEREN KNOL W jteuil J De druk der tijdsomstandigheden ligt als een loodzware last op onze schouders. LIMMEN Financiec TWEEDE BLAD. De Raad was tot de goede oude gewoonte teruggekeerd niet meer des avonds, maar des middags te vergaderen en het wonder lijke was, dat niemand van hen, die voor avondvergaderingen gepleit hebben, daarop blijkbaar nog prijs stelde. Wij mogen aannemen, dat de dienst van Gemeentewerken zeker in staat is het huis onzer vroedschap zoodanig af te schermen, dat geen straaltje uit de monumentale licht kronen naar buiten kan dringen en het zal waarschijnlijk alleen de vrees zijn geweest, dat men, vervuld van gedachten over het wel en wee van zijn medeburgers, te weinig op zich zelf zou letten en op den terugweg over de fatale streep zou gaan, dat men de middagvergaderingen weer zonder morren geaccepteerd heeft. Trouwens, er zijn meer dingen, die vroe ger heftige debatten zouden uitlokken, wel ke men thans zwijgend voorbij gaat en wat dat betreft, demonstreert ook de Alkmaar- sche Raad, dat hij hier en daar reeds met het verleden heeft gebroken en dat hij zich bewust is, dat deze tijd een zoo groot moge lijke samenwerking eischt om de belangen van stad en bevolking het beste te kunnen dienen. De heer B. Hoek, directeur onzer plantsoe nen, heeft, in verband met het bereiken van den pensioengerechtigden leeftijd, tegen 1 November eervol ontslag gevraagd en de Raad besloot hem dit te verleenen met dankbetuiging voor de vele diensten door hem aan onze gemeente bewezen. De burgemeester heeft er daarbij in een persoonlijk woord nog eens op gewezen welk een groot aandeel de heer Hoek heeft gehad in den opbouw van onze plantsoenen en parken. In niet minder dan 38 dienst jaren heeft de heer Hoek onze stad in een kleedje van groen en bloemen gestoken, dat het oude Alkmaar zoo aantrekkelijk heeft gemaakt, dat het mede aan zijn werk is te danken, dat zoo velen onze gemeente als plaats van inwoning hebben uitverkoren. Onze prachtige Hout, onze wallen en plantsoenen in alle deelen der gemeente hebben het schilderachtige Alkmaar in een weelde van boomen, struiken en bloemen gezet en het een bijzondere bekoring gege ven. Er moge de laatste jaren bij de slootkan ten hier en daar eens wat riet over de stra ten hebben gehangen, er moge eens wat minder geharkt of gesnoeid zijn, dat alles is niet de schuld van den heer Hoek, maar van den financieel zeer ongunstigen toe stand onzer gemeente, waar men vaak ge meend heeft op de plantsoenen straffeloos te kunnen bezuinigen. Wij zullen op het oogenblik niet nagaan in hoeverre men dat juist heeft gezien. Een winkel waar men de etalage verwaarloost vermindert zijn reclame, maar dank zij den jarenlange deskundigen arbeid van den heer Hoek heeft Alkmaar nog altijd den i^am een der fraaiste steden van ons land te zijn. Wij hebben in verloop van jaren den man, die nu heengaat, meermalen in zijn kweeke rs die eigenlijk de couveuse van onze plantsoenen is aan den arbeid gezien, wij hebben onder zijn deskundige voorlichting vele wandelingen door onzen onvolprezen Hout met deszelfs levende have gemaakt en wij hebben steeds weer kunnen constatee- ren met welk een groote liefde hij zich ten volle aan zijn mooie taak heeft gegeven. In den heer Hoek verliest Alkmaar een werkzaam ambtenaar, een man met een eigen meening, waarvoor hij te allen tijde durfde uitkomen en bovendien een deskun dige, die steeds bereid was voor optochten en tentoonstellingen van alle mogelijke organisaties volkomen belangeloos zijn tijd en zijn werkkracht beschikbaar te stellen. Moge hij nog menig jaar van de schoon heid van onze stad kunnen genieten. Er waren slechts enkele punten op de vrij onbeteekenende agenda, die een bijzondere bespreking verdienen. De Friesche brug zal waarschijnlijk niet vernieuwd worden. De in ons land aan wezige bouwmaterialen zullen allereerst ge bruikt moeten worden voor noodzakelijke werken of voor projecten, die een duurzame werkverruiming geven. Dat de Friesche brug daardoor, zooals de burgemeester het noemde, in 4e lucht komt te hangen dus een soort luchtbrug dreigt te worden is natuurlijk te betreuren. Men is in Alkrqaar jarenlang in actie geweest om dit verkeersobstakel te .verbeteren en de ge- lukwensch welke het hoofd der gemeente op 3 Augustus van het vorige jaar tot den Raad richtte, toen eindelijk het Rijk bereid bleek de gemeente krachtige financieelen bijstand voor het maken van een betere oeververbinding te verleenen, is helaas-wat te voorbarig geweest. Dat heeft de burgemeester toen natuur lijk ook niet kunnen weten en op dat oogenblik leefden wij nog in het gelukkige tijdperk, dat alles in Europa althans uiterlijk pais en vree.was. Er zijn door de tijdsomstandigheden natuurlijk meer groote werken niet tot uitvoering gekomen, maar uitstel is geen afstel en Alkmaar zal onge twijfeld een nieuwe en moderne kanaalbrug krijgen, al zal de uitvoering nog wel eeni- gen tijd op zich laten wachten. Ons gemeentemuseum is verrijkt door de schenking van twee kostbare aquarellen van den schilder Bosboom, die een stadge noot is geweest en wiens werken hier dus bijzonder op prijs gesteld worden. Alkmaar is een stad, die in het verleden heel wat beroemd geworden vaderlanders heeft gehuisvest en wij ondersteunen gaarne de woorden van den burgemeester, die de hoop uitsprak, dat het thans gegeven voor beeld velen tot navolging zal strekken. Dan was er nog de vraag of de zoon van een tuinder al dan niet in loondienst was als hij in het bedrijf van zijn vader den kost en een zakduitje verdient. Was hij in loondienst dan zou hij in aan merking komen voor het beschikbaar stel len van gelden tot het verkrijgen van een eigen plaatsje in verband met de landarbei- derswet en dan zou de gemeente dus moe ten betalen. Was hij het niet en dat was de opvatting van B. en W. dan kon de aanvrage worden afgewezen. De adviezen van diverse deskundigen waren volkomen tegenstrijdig en de heer Klaver heeft een lange beschouwing gehou den waarin hij tot de conclusie kwam, dat er van een ongeschreven arbeidsovereen komst kon worden gesproken, zoodat er wel degelijk van loondienst sprake zou zijn. De heer Hoijtink betoogde, dat men bij den Raad van Beroep en in het algemeen in de sociale wetgeving aanneemt, dat de zoon bij zijn vader niet in loondienst werkzaam is en de heer Woldondorp wees er op. dat de belastingdienst wel degelijk een arbeidsover eenkomst veronderstelt, zoodat de zoon voor het gezamenlijke bedrag van kost en inwo ning, benevens het zakduitje, kan worden aangeslagen. In het algemeen bleek, dat men in ons land den loondienst niet accepteerde, wanneer men daardoor moest betalen en wel wanneer men er voordeel uit kon trekken en aange zien de gemeente hier een financieel offer zou moeten brengen was het dus vrij logisch, dat B. en W. zich op het standpunt stelden, dat zij geen enkele verplichting hadden. Evenwel, de gemeente heeft wat het wel en wee harer inwoners betreft min of meer een moederlijke taak en de meerderheid van de raadsleden besloot zich dan ook niet op een star wettelijk standpunt te stellen. Men streek de handen nog eens ovsy de edelacht bare harten en besloot den heer Blankendaal alsnog in de gelegenheid te stellen op kosten der gemeente op het bedrijf van zijn vader een eigen plaatsje te stichten. Ten slotte was er dan nog de Landbouw Crisis Organisatie, die er bij nader inzien maar liever van afzag een door de gemeente te stichten kantoorgebouw van 9000 voor 3000 per jaar te huren, wat ons eerlijk ge zegd niet verwondert, omdat een jaarlij ksche huur van ruim dertig procent van de waarde van het pand bedenkelijk veel op huisjes- melkerij of in dit geval op kantoormelkerij begint te gelijken. De L.C.O. zou dan maar liever het oude gymnasium voor een bedrag van 150 per maand willen huren en wij hebben de orga nisatie opnieuw beklaagd, omdat het door de scholieren eindelijk ontruimde pand een nog grootere antiquiteit was, dan alles wat hun als zoodanig uit de geschiedenis van de Romeinen werd voorgehouden. Er waren vloeren, waarin vulpennen spoorloos verdwe nen om nooit meer te voorschijn te komen en deuren waardoorheen men op de school borden kon kijken en de lessen kon blijven volgen, als men voor straf op de gang moest vertoeven. Inmiddels blijkt, dat een legertje werklie den het ergste kwaad reeds verholpen heeft en dat de L.C.O. reeds zoodanig beslag op het gebouw heeft gelegd, dat men in groote moeilijkheden zou zijn gekomen, wanneer de Raad het voorstel van B. en W. eens niet ge accepteerd had. Er waren nog eenige raadsleden, die 1800 huur voor een geheel schoolgebouw niet bijster veel vonden, maar het gemeente bestuur was blijkbaar op de dwalingen zijns weegs teruggekeerd en stelde thans zooveel prijs op het behoud van deze organisatie, dat men het pand waarschijnlijk ook nog wel voor een kleiner bedrag in huur had willen geven. En dan was er en dat was verreweg het interessantste deel van deze raadsvergade ring de interpellatie van den heer Stout- jesdijk. Er zijn in de weken, die achter ons liggen verscheidene stadgenooten in donker in onze grachten terecht gekomen en dat behoeft niemand te verwonderen, omdat Alkmaar een bijzonder waterrijke stad is en de steile wallekanten der grachten nog 'niet voldoende beveiligd zijn geworden. Er zijn daardoor hier ter stede reeds drie dooden te betreuren en het zijn voornamelijk de beide laatste sterfgevallen geweest, welke een bijzondere bespreking hebben gekregen, omdat, naar men mocht aannemen, de beide drenkelingen de gevolgen van het koude bad doorstaan zouden hebben, wanneer ze op een andere wijze behandeld waren ge worden. Volgens de verklaringen van den wethou der van den gemeentelijken geneeskundigen dienst komen de feiten op het volgende neer. Er' liepen, door de duisternis misleid, twee oude mannen in het water van de Oudegracht en men slaagde er in hen nog tijdig op het droge te krijgen. Men heeft toen de hulp van een dokter ingeroepen, die het blijkbaar noodzakelijk vond, dat de beide mannen naar het Centraal Ziekenhuis overgebracht werden en daarom om de ziekenauto gebeld heeft. Ook een der bij de redding betrokkenen bleek dat reeds te hebben gedaan en de auto waarin een zuster van het ziekenhuis was gezeten, verscheen vrij spoedig op de plaats van het ongeval. De wethouder laakt het, dat de dokter daarna naar h-uis gegaan is en zich niet ver der met het geval bemoeid heeft en de dok ter die geen gemeentegeneesheer is stelt zich blijkbaar op het standpunt, dat zijn bemoeiingen met het geval waren afge- loopen, omdat hij mocht aannemen, dat de mannen in een ziekenauto met een verpleeg ster in veilige handen waren en vanzelf sprekend in een warm bed van het zieken huis terecht zouden komen. Erg vanzelfsprekend schijnt dit niet te zijn geweest, want toen de slachtoffers in de ziekenauto waren, werd besloten hen naar hun woning en niet naar het ziekenhuis te vervoeren en alleen het feit, dat een van hen een hoofdwonde had, was de oorzaak, dat men. ter verzorging daarvan, toch eerst maar even naar het Centraal Ziekenhuis is ge reden. Het wil ons voorkomen, dat de wethou der, die verklaarde, dat de mannen nog niet bewusteloos waren, toen ze in de auto ge bracht werden en daarmee te kennen gaf, dat het geval niet zoo ernstig was geweest, de kwestie op dit punt een beetje te lucht hartig heeft bekeken. Immers, wanneer het inderdaad niet zoo ernstig was, vervalt automatisch het verwijt aan het adres van den geneesheer, die niet meer naar hen heeft omgekeken en wanneer er eenvoudig een auto noodig was om de slachtoffers, die zelf in den auto stapten, naar huis te brengen, dan had men den ziekenwagen en de zuster wel thuis kunnen laten en veel eenvoudiger even een taxi kunnen bestellen. We mogen inderdaad aannemen, dat deze beide oude drenkelingen wel behoefte aan deskundige verzorging hadden en al moge men dan in den beginne gemeend hebben, dat men kon volstaan met hen vlug naar huis te rijden en in bed te stoppen, toen men, eenmaal onderweg, besloot toch naar het ziekenhuis te rijden, was het vanzelfspre kend, dat men daarbij het risico niet mocht dragen deze oude menschen nog langer in hun natte kleeren te laten en dat men ze in het gesticht van droge kleeren had moeten voorzien en ze in bed had moeten stoppen met de warme kruiken, die daarvoor derge lijke gevallen, volgens den heer Stoutjesdijk, steeds beschikbaar worden gehouden. Men heeft dat niet gedaan. Men heeft de hoofdwonde verzorgd en daarna de slacht offers nog steeds in hun natte kleeren naar huis gebracht, waar natuurlijk de familie leden zich dadelijk over hen ontfermd heb ben en de zuster zich terugtrok, waarbij het er weinig op aankomt of die zuster toen zegd heeft: „Kunt U zich nu redden?" of „kan ik nu weggaan?" In allen gevalle is deze zuster wegge gaan zonder zich verder met de patiënten te bemoeien en het gevolg van het ongeluk is geweest, dat beide mannen kort daarna aan longontsteking zijn gestorven. Wij zijn het volkomen met den wethou der eens, dat niemand met zekerheid kan zeggen of deze slachtoffers van de duister nis ook niet overleden zouden zijn wanneer men ze in het Ziekenhuis dadelijk in een warm bed gestopt had, maar het is duide lijk, dat de kans op hun behoud dan zeker veel grooter zou zijn geweest. Resumeerende komen wij tot de conclu sie, dat hier zeer ernstige fouten zijn ge maakt, dat er een tekort was aan medisch toezicht, een teveel aan veronderstellen, dat het wel goed zou gaan en dat men in het Ziekenhuis de patiënten niet heeft be handeld zooals men dat algemeen had mo gen verwachten en zooals hun toestand dat blijkbaar noodzakelijk maakte. Dat is te betreuren, allereerst voor het ziekenhuis zelf, dat bekend staat om de uitstekende wijze waarop men daar ver pleegd wordt. Men kan daar natuurlijk de dupe zijn geworden van een al te zelf standig optreden van een niet voldoende voor haar taak berekende werkkracht, maar ook in dat geval moet men consta- teeren, dat de leiding niet in staat is ge bleken een dergelijk onoordeelkundig op treden te voorkomen. De gemeente krijgt een doceurtje van 7180. Het uitbreidingsplan is goedgekeurd. De raad, die sinds 29 April niet meer had vergaderd, kwam Donderdagavond 8 uur bijeen. Na de opening met gebed heeft de voorzitter, burgemeester Nieuwen- huijsen in gevoelvolle woorden herdacht de jonge mannen, die zijn gevallen in den oorlog en alle anderen, die daardoor have en goed of het leven verloren. Groote dank baarheid heeft spr. geuit aan de bevolking, die de geëvacueerden uit Amersfoort en Leusden liefdevol heeft ontvangen. Dank bracht spr. niet alleen aan de burgerij, doch ook aan alle ambtenaren, politie, luchtbe scherming en aan allen, die in ruime mate hun burgerzin hebben betoond. Bij de ingekomen stukken waren dank betuigingen van de burgemeesters van Amersfoort en Leusden. In laatstgenoemde plaats heeft de raad zijn gevoelens van dankbaarheid vertolkt. Medegedeeld werd, dat de „Hoogebrug", eigendom van de gemeente Uitgeest en den Groot-Limmer Polder, aan het hoogheem raadschap H. N. K. is overgegaan. Met dankbaarheid heeft de raad aange hoord, dat van het departement van binnen- landsche zaken bericht is ingekomen, dat men een douceurtje heeft ontvangen van 7180, teneinde de begrooting 1940 sluitend te maken. Hierna ging de raad in geheime zitting. Na 3 kwartier werd de vergadering her opend en stelde de voorzitter aan de orde de benoeming van een lid van het bur gerlijk armbestuur (vacature-Blauw). De voordracht luidde: 1. J. Huisman, 2. P. Koets. De heeren Bult en Dekker waren tegen de voordracht. Het was beter om het B. A. er in te kennen. De voorzitter zeide, dat dit was gebeurd. Wethouder Va 3 k 3 r n g vrees5: oppo sitie, reden waarom hij voorstelde de voor dracht terug te nemen. De heer Dekker redeneerde nog door, doch de voorzitter sloot het debat met de mededeeling, dat B. en W. er op zullen terugkomen. Daarna kwam aan de orde de „Nadere regeling administratie B. A. en aanstelling adm.-controleur". Bijna alle raadsleden hadden bezwaar, dat de armenvader op de vingers wordt ge keken. Zij sloten zicli aan bij de opmerking, dat hij er voor geschikt moet zijn of niet. Bij geschiktheid is er geen controleur noodig. B. en W. zeiden, dat hij alleen behulpzaam is, niet méér. doch niet overbodig is. Met de stem van de heer Dekker tegen werd be sloten een adm.-controleur te benoemen. Bij de vaststelling van de regeling terzake inhouding couponbelasting, zeiden B. en W., dat de mogelijkheid bestaat om de rente te verhalen op den geldschieter, reden waarom zij voorstellen deze gelegenheid te benutten. Conform besloten. Zonder hoofdelijke stemming werd be sloten wijzigingen (alle administratieve) aan te brengen in de rekening 1938 en begroo tingen 1939 en 1940. B. en W. stelden voor om den gemeente veldwachter van der Ven, die gedurende vele maanden met volle toewijding en zon der opdracht, bij nacht en dag zijn werk verrichtte, een tegemoetkoming te geven in zijn periodieke verhoogingen ten bedrage van 100. De raad heeft met dit voorstel zijn volle instemming betuigd. Daarna boden B. en W. het uitbreidings plan der gemeente aan. Er is aan veranderd de „bevoegdheid van B. en W. om ontheffing van bouwen of verbouwen te geven (deze bevoegdheid is aan de raad) en er is aan toegevoegd, dat er aan de Kapellaan ge bouwd mag worden. Trots deze duidelijke toelichting heeft de raad nog enkele punten uitvoerig (en meermalen allen gelijk pratend) bedenking gemaakt tegen enkele gevallen waarin het niet vast staat of bij brand of een ander ongeval herbouwd mag worden of niet. De burgemeester heeft het gebeurde van harte betreurd en bij een nader onderzoek zal men zeker niet nalaten de schuldigen een ernstige berisping te geven, wat het gebeurde natuurlijk niet meer kan herstel len, maar zeer zeker de waarborgen zal geven, dat iets dergelijks in de toekomst niet meer zal kunnen voorkomen. Daarnaast heeft de heer Stoutjesdijk in zijn zeer interessante en goed gedocumen teerde interpellatie de maatregelen becri- tiseerd welke tot dusver van gemeentewe ge zijn genomen om de burgerij van Alkmaar tegen verdrinkingsgevaar te be schermen. Hij heeft er op gewezen, dat de hekken van onze markten, die in den winter steeds beschikbaar zijn om op de ijsbanen wakken af te zetten, nog in zeer onvol doende mate voor afscherming van de ge vaarlijke wallekanten in gebruik zijn ge nomen. Hij heeft medegedeeld, dat de witte banden welke met koudwaterverf het is niet te hopen, dat het inderdaad waterverf zal blijken te zijn langs de grachtranden heeft geschilderd zóó dicht bij het water zijn, dat men op hetzelfde oogenblik dat men over de streep gaat, reeds in het water terecht komt. Hij heeft er op gewezen, dat onze reddingshaken van materiaal zijn, dat recht trekt en dus als haak onbruikbaar wordt en hij heeft er aan herinnerd dat de E. H. B. O.-mannen van den luchtbescher mingsdienst niet in staat zijn een drenke ling te behandelen, wat in de komende wintermaanden zeker herhaaldelijk van hen geëischt zal worden. Naar de betrokken wethouder mededeel de, blijkt Alkmaar niet allereerst aan de beurt om volgens deskundige voorschriften afdoende tegen verdrinkingsgevaar te wor den beschermd, maar hoopt men door af schutting van gevaarlijke overgangen, en de plaatsen waar men door duisternis mis leid gemakkelijk te water kan loopen, als mede door het zoo practisch mogelijk aan brengen van lichtpunten in de naaste toe komst de kans op ongelukken zoo gering mogelijk te maken. Het wit schilderen van wallekanten, van toornen en hekken bij bruggen, van brug leuningen, 'van reddingshaken en het des noods -op voorstel van een der raadsle den beschilderen met lichtgevende verf van de voorwerpen welke men bij een on geluk direct moet kunnen grijpen, zijn de maatregelen welke de gemeente in het al gemeen in toepassing zal kunnen brengen. Daarnaast heeft de burgemeester den raad gegeven zich 's avonds niet onoodig op straat te begeven, wat in het algemeen natuurlijk een zeer practische raad is, hoe wel er altijd menschen zullen zijn, die van tooneelvoorstellingen of uit bioscoopzalen komen en velen die voor hun arbeid nood zakelijk in donker naar buiten moeten. De kans op extra verlichting van een plaats, waar iemand te water ligt, achtte de burgemeester uitgesloten. Men zal zich daar dus moeten behelpen met de zeer on voldoende verlichting van straat- en zak lantaarns en wij voorzien, dat in onze grachten met haar steile wallekanten nog vele stadgenooten terecht zullen komen wier redding een uiterst moeilijk probleem zal zijn. De luchtbescherming schijnt krachten te krijgen, die ook de behandeling van dren kelingen op zich kunnen nemen, maar on danks dit alles staat vast, dat Alkmaar in de komende donkere herfst en winter maanden een zeer gevaarlijke stad wordt en dat men vooral bij nieuwe maan en op zwaarbewolkte avonden beter binnen kan blijven. Wij gaan in velerlei opzicht donkere da gen tegemoet en wij kunnen slechts hopen, dat de druk van dezen tijd in het bij zonder wat de verduistering betreft zoo spoedig mogelijk van onze schouders wordt genomen. 153. De stationschef en de conducteurs stonden van verre toe te zien. Ze bewonderden Kobusje om zijn dap perheid. „Hoogheid", sprak Kobusje tot den vreemden heer, „het spijt me zeer, maar ik mag niet toelaten, dat dit, Uw gevolg, gebruikt maakt van de mensenwagens. 154. Ik heb achter aan de trein een prachtige, lege en gerieflijke wagon, die bestemd is voor het vervoer van beesten. Ik verzoek U vriendelijk, Uw gevolg uit te no digen, daarin plaats te nemen". „Zoudt U ze dat zelf niet even willen vragen?" De voorzitter zeide, dat het uitbrei dingsplan om de 10 jaar herzien moet worden en dat de raad altijd de bevoegdheid heeft om ontheffing te verleenen. Hierna werd het plan z. h. st. vastgesteld. Nogmaals de Disseldorperweg. B. en W. zeiden, dat het moeilijk is om een geldleening te sluiten voor beharding e.d. van de Disseldorperv/eg, reden waarom zij voorstellen voorloopig af te wachten. De heer Commandeur vond het te ver gedreven, dat men beweert, dat er geen 1500 is te leenen. En hoe gaat het nu met de beek, vroeg spr., gaat die dicht of niet? De voorzitter antwoordde, dat men is „gestuit op een boom". Uit de verdere bespreking waaraan alle raadsleden deelnamen men is blijkbaar het steeds weer uitstellen beu bleek, dat B. en W. telkens voor hindernissen komen. Tenslotte werd-bepaald, dat B. en W. de be voegdheid krijgen om „elke hindernis op te ruimen". Wij komen er, aldus de voor zitter, spoedig op terug. Om 10 uur ging de raad voor de tweede maal in geheime zitting ter behandeling re clames plaatselijke belasting. KERK EN SCHOOL. NAGEKOMEN REDIKBEURTEN. Leger des Heils (stichter William Booth), Limmerhoek no. 40; Zaterdagavond 8 uur openluchtmeeting op de Steenenbrug; Zon dag 10 uur heiligingsdienst, 3.30 uur open luchtmeeting bij den Kattenberg, 7.30 uur verlossingsamenkomst; Maandag 2.30 uur gezinsbond; Dinsdag 7.30 uur soldaten- samenkomst; Donderdag 7.30 uur bijzondere samenkomst. Alle diensten worden geleid door kapi- teine Dijkmans. Ned. Leger des Heils, Hekelstraat no. 9; Zondag 10 uur heiligingsdienst, av. 8 uur openbare verlosingssamenkomst; Dinsdag avond 8 uur openbare samenkomst; Don derdagavond 8 uur mannenbond; Vrijdag avond 8 uur wijdingsdienst; alle diensten staan o. 1. v. commandeure Willemse. Aan de St. Antoniusschool te Bergen is tot kweekelinge met akte benoemd mej H, P. Veenboer te Uitgeest. DERDE BLAD. Krachtige zonder a: Een algen men midd Indische sterke mal Resultaten staalindusf lingen ove Javasuiker Reeds gedurende teekenen waar te veel minder dan ti middelen, die uit aflossingen van ol gekomen vlottend er een streven om mogelijk in huizen beleggen. In de eer dege, dat nu een g vermogens geen in gedeclareerde divid kaansche maatscha] den geïnd, zooveel getracht, de totale i den door het beleg fondsen, waarvan eenige uitkeering i toch is dit motief voornaamste. Over dit laatste eerder geschreven, huidige systeem va clearing en van ee schen den gelden er den waarmede thar verkeer mogelijk is mogelijk zal worde: waarschijnlijk, dat daling van den gul dat bijv. in 1936 h< niet weg, dat men c heelemaal gerust is, betrekking tot de k Het Rijk staat voor danks het feit, dat d rug is. De financiën: feld niet gemakkeli zich het verschijnsel voor die goederen, distributie vallen nc dan men zich bij toe van prijsregeling 1 wordt rekening gehi heid, dat het hoogere land op den duur va: in Nederland. Op gr gingen is het verlek geld zoekt te beleg waarvan de waarde stijgen, indien de k< mocht dalen. Door I mogelijkheid om oj goederen te koopen, male omstandigheder men zich in hoofdzaa len. De prijzen van laatsten tijd reeds st dien voelen vele be om belangrijke bedra te besteden voor 'dit indien zij geen of we bied hebben. Het hu hen, voor wie het ge is, dikwijls bezwarer bezit geeft over het Bovendien verwachte die thans niet kunne later toch aan aand< zullen kunnen kome: men o.a. voor Ir waarschijnlijk geen voor bepaalde verliez te passen, zooals scheepvaart wel het men dus kort geleder len van de binnenlan de mogelijkheid van deze rubriek geen twi. kooplust, zooals uit blijkt, zich ook naar a plaatst. Verjeden week wiji spreking aan de kwes van de Koninklijke ei vatting, die men zich vormd van het bericl winst dan in het voo men zich deze vergis en de opvatting veld paciteit van het gehei lijkheid vermoedelijk weest dan in 1938, oi levendige kooplust, m Door JOHNaiC 2) Niets nieuws op de satie is oud, redeneer schappen, gebouwen, vrouwenvan alles, 1 turen, intrigues, ontde lemaal meegemaakt! nieuwsen nu dit! '1 Hij dronk zijn glas le een. Hij had nog geen te gaan. Hij dacht wet pier in het taschje. Wat is de bedoeling. Waarom koos ze juist getrouwd, heb geen ai en laat me niet chant niet kan schelen, wat i denken. Berooving? D, zijn! Dat meisje Hij dacht weer aan 1: zich haar voor te steils schien had hij het toch geen avonturierster. gezien. En toch had ze gedaan, zijn aandacht past, dat haar begeleid En ze scheenverdr. ze scheen angstig Ik re'oof, dat ik een -noot pr tswh m°er vai

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 8