Wie?
DE SP
De voedingswaarde van ruwvoeder-
middelen.
Jihaakcu&tiek
m m
ja
m m
mm
SeidMetmt
mm
Vb
mm
m m
m
T
Financieel Overzicht.
Land- en Tuinbouw
Akkerbouwer en veehouder moeten elkaar
vinden.
beurde van
r onderzoek
schuldigen
wat het
san herstel-
borgen zal
e toekomst
;n.
utjesdijk in
gedocumen-
5elen becri-
;emeentewe-
urgerij van
■aar te be-
de hekken
den winter
Je ijsbanen
zeer onvol-
van de ge-
ik zijn ge-
dat de witte
;rf het is
id waterverf
grachtranden
het water
genblik dat
in het water
gewezen, dat
laai zijn, dat
onbruikbaar
merd dat de
uchtbescher-
een drenke-
3e komende
ildelijk van
er mededeel-
>rst aan de
voorschriften
vaar te wor-
nen door af-
rgangen, en
üsternis mis-
loopen, als-
nogelijk aan-
e naaste toe-
i zoo gering
lekanten, van
1, van brug-
en het des
der raadsle-
;gevende verf
n bij een on-
ijpen, zijn de
ite in het al-
men brengen.
:meester den
niet onoodig
het algemeen
raad is, hoe
zijn, die van
bioscoopzalen
arbeid nood-
n moeten,
ing van een
ligt, achtte de
len zal zich
st de zeer on-
raat- en zak-
dat in onze
llekanten nog
zullen komen
:ilijk probleem
it krachten te
ing van dren-
len, maar on-
at Alkmaar in
t en winter
de stad wordt
e maan en op
r binnen kan
it donkere da-
slechts hopen,
in het bij-
betreft zoo
zhouders wordt
derde blad.
ALKMAARSCHE COURANT VAN ZATERDAG 31 AUGUSTUS 1940.
lege en
■voer van
uit te no-
dat zelf
nberg, 7.30 uur
ndag 2.30 uur
uur soldaten-
0 uur bijzondere
Leid door kapi-
kelstraat no. 9;
:nst, av. 8 uur
omst; Dinsdag-
ïenkomst; Don-
nbond; Vrijdag-
alle diensten
Willemse.
school te Bergen
te benoemd mej
Krachtige koersstijging, in het tij
zonder aandeelen Koninklijke.
Een algemeen streven om vrijgeko
men middelen te beleggen. Ook
Indische waarden profiteeren in
sterke mate van de koersstijging.
Resultaten van de Amerikaansche
staalindustrie. Benige mededee-
lingen over den verkoop van de
Javasuiker.
Reeds gedurende eenige weken vielen er
teekenen waar te nemen, dat het publiek
veel minder dan tevoren geneigd was om
middelen, die uit verkoop van goud of uit
aflossingen van obligaties e.d. waren vrij
gekomen vlottend te houden. Veeleer was
er een streven om deze gelden zoo spoedig
mogelijk in huizen dan wel in aandeelen te
beleggen. In de eerste -plaats beseft men ter
dege, dat nu een groot deel van belegde
vermogens geen inkomsten afwerpt, omdat
gedeclareerde dividenden, o.a. van Ameri
kaansche maatschappijen, niet kunnen wor
den geïnd, zooveel mogelijk moet worden
getracht, de totale inkomsten op peil te hou
den door het beleggen van gelden in zulke
fondsen, waarvan toch waarschijnlijk wel
eenige uitkeering is te verwachten. Maar
toch is dit motief waarschijnlijk niet de
voornaamste.
Over dit laatste punt hebben wij reeds
eerder geschreven. Bij handhaving van het
huidige systeem van betalingen over de
clearing en van een vaste verhouding tus-
schen den gelden en de valuta's van die lan
den waarmede thans een beperkt betalings
verkeer mogelijk is of in de naaste toekomst
mogelijk zal worden gemaakt, lijkt het niet
waarschijnlijk, dat er een zichtbare koers
daling van den gulden zal intreden, zooals
dat bijv. in 1936 het geval was. Dit neemt
niet weg, dat men over de situatie toch niet
heelemaal gerust is, in het bijzonder met
betrekking tot de koopkracht van het geld.
Het Rijk staat voor enorme uitgaven, on
danks het feit, dat de mobilisatie achter den
rug is. De financiering daarvan zal ongetwij
feld niet gemakkelijk zijn. Bovendien doet
zich het verschijnsel voor, dat de prijzen
voor die goederen, die thans nog buiten de
distributie vallen nog sterker zijn gestegen
dan men zich bij toepassing van het systeem
van prijsregeling had voorgesteld. Ook
wordt rekening gehouden met do mogelijk
heid, dat het hoogere prijsniveau in Duitsch-
land op den duur van invloed zal zijn op dat
in Nederland. Op grond van deze overwe
gingen is het verklaarbaar, dat men zijn
geld zoekt te beleggen in zulke activa,
waarvan de waarde geacht kan worden te
stijgen, indien de koopkracht van het geld
mocht dalen. Door het ontbreken van de
mogelijkheid om op deze overwegingen
goederen te koopen, zooals dat onder nor
male omstandigheden gebruikelijk is, werpt
men zich in hoofdzaak op huizen en aandee
len. De prijzen van huizen zijn echter den
laatsten tijd reeds sterk gestegen. Boven
dien voelen vele bezitters er weinig voor
om belangrijke bedragen van hun vermogen
te besteden voor 'dit soort belegging, vooral
indien zij geen of weinig ervaring op dit ge
bied hebben. Het huizenbezit brengt voor
hen, voor wie het geen regelmatig bedrijf
is, dikwijls bezwaren mee. Het aandeelen-
bezit geeft over het algemeen minder zorg.
Bovendien verwachten velen, dat winsten,
die thans niet kunnen worden uitgekeerd
later toch aan aandeelhouders ten goede
zullen kunnen komen. Dit geldt meent
men o.a. voor Indische waarden, die
waarschijnlijk geen extra afschrijvingen
voor bepaalde verliezen zullen behoeven toe
te passen, zooals vermoedelijk met de
scheepvaart wel het geval zal zijn. Zocht
men dus kort geleden vooral naar aandee
len van de binnenlandsche industrie, omdat
de mogelijkheid van dividenduitkeering in
deze rubriek geen twijfel liet, thans heeft de
kooplust, zooals uit het bovenstaande wel
blijkt, zich ook naar andere afdeelingen ver
plaatst.
Verjeden week wijdden wij nog een be
spreking aan de kwestie van het dividend
van de Koninklijke en aan de onjuiste op
vatting, die men zich aanvankelijk had ge
vormd van het bericht van de veel lagere
winst dan in het voorafgaande jaar. Nadat
men zich deze vergissing had gerealiseerd
en de opvatting veld won, dat de winstca
paciteit van het geheele concern in werke
lijkheid vermoedelijk niet veel lager is ge
weest dan in 1938, ontwikkelde zich een
levendige kooplust, met het gevolg, dat de
koers in een week tijd met niet minder dan
met 50 pet. is gestegen.
Zooals uit het bovenstaande \seds viel af
te leiden hebben ook Indische waarden van
de koersstijging geprofiteerd. Zoo kwam
Amsterdam Rubber op een 20 pet hooger
niveau terwijl het koersavans voor H.V.A.
niet minder dan 30 pet. bedroeg. Verder
kwamen er ook belangrijke koersstijgingen
voor bij tabaksaandeelen. Toch zijn de om
standigheden voor de tabakscultuur voor
het oogenblik van dien aard, dat men de
toekomst niet heelemaal zonder bezorgd
heid kan tegemoet zien, indien de oorlog
langeren tijd mocht duren dan het zich op
het oogenblik laat aanzien. In den regel ne
men de verschepingen van tabak immers
in November een aanvang en deze duren
dan tot de eerste maanden van het nieuwe
jaar voort. Indien de oorlog in het najaar
nog niet mocht zijn afgeloopen, dan zouden
die verschepingen dus moeten worden opge
schort en alleen het kleine percentage, dat
voor verkoop naar Amerika geschikt zou
zijn, zou op de wijze, zooals dit met den
oogst die dit jaar aan de markt kwam het
geval is geweest, direct van Indië uit kun
nen worden verkocht. De rest zou men dan
voorloopig moeten opslaan, totdat de ver
scheping naar Nederland weer mogelijk is.
Men heeft ons wel verzekerd, dat de mid
delen tot financiering van zulk een opslag
wel in Indië aanwezig zijn. Ook is dit het
geval met de gelden noodig voor den aan
plant van den nieuwen oogst, waarover in
Januari een beslissing moet worden geno
men.
Wat betreft de verkoop van de Javasuiker,
werd er in de vergadering van Moormann
en Co. even een tip van den' sluier opge
licht. Er werden vragen "gesteld over de af
zetmogelijkheden der productie van dit
oogenblik. De voorzitter de heer Levert
antwoordde, dat de directie absoluut niet
op de hoogte is van den huidigen toestand.
Wat wij met eenige zekerheid weten, aldus
de heer Levert is, dat 100.000 ton van den
suikeroogst van dit jaar verkocht is. De fa
brieken zijn op het oogenblik midden in
de campagne. Verder is bekend, dat
Britsch-Indië 200.000 .ton suiker aan Enge
land ter beschikking heeft gesteld. Er werd
uitdrukking gegeven aan de veronderstel
ling, dat Java de daaruit voor Britsch-Indië
ontstaande behoefte zal moeten dekken.
Immers Java is daarvoor, gezien de lage
transportkosten naar Britsch-Indië het aan
gewezen productieland. De binnenlandsche
behoefte van Indië gaat ook regelmatig
omhoog, al schommelt zjj mede met de
koopkracht van de inheemsche bevolking.
Op een afzet van 300.000 ton kan echter
wel worden gerekend. Tesamen zou er op
deze wijze een afzet van 400.000 ton zijn
gevonden, terwijl de productie 1.500.000
ton bedraagt. Dit zou dus beteekenen, dat er
wellicht een overschot zou zijn. Men heeft
zich hierbij echter gehouden aan de vast
staande gegeven en het is zeer goed moge
lijk, dat de Nivas reeds veel verder is met
den verkoop. Er mag toch ook wel worden
gerekend op den afzet van een zeker kwan
tum naar China en Japan.
In de afdeeling voor industrieele fondsen
is de belangstelling voor Aku, die in de
voorafgaande week zeer groot was door
operaties van den daghandel overgegaan op
de verschillende hierboven reeds besproken
afdeelingen van de aandeelenmarkt. Als
gevolg daarvan is de koersstijging in aan
deelen Aku niet meer zoo groot geweest
indien niet reeds tevoren dit fonds in het
middelpunt der belangstelling had gestaan.
Per saldo kwamen Aku ca 4 pet. hooger te
staan.
De stemming hier ter beurze werd gun
stig beinvloed door het koersverloop in
New York, dat de laatste dagen zeer vast
is geweest. Reeds meermalen hebben wij
vroeger financieele resultaten van groote
industrieele ondernemingen opgesomd,
waaruit dan bleek, dat deze een belangrijke
stijging te zien gaven vergeleken met het
voorafgaande jaar. Hoewel er verschillende
overwegingen waren, die het optimisme op
de aandeelenmarkt remden, hebben ten
slotte, die hoogere winstcijfers toch wel uit
werking gehad. Een zeer goede indruk
maakte het bericht, dat de Kennecott Cop
per over het eerste halfjaar 1940 een netto
winst heeft gemaakt van 24.79 millioen
dollar tegen 10.11 millioen dollar in de
overeenkomstige periode van het vorige
jaar. Ook de cijfers van de staalmaatschap-
pijen maken eeri goed figuur, hetgeen wel
bleek uit een opsomming, die dezer dagen
werd gepubliceerd. In aansluiting met reeds
vroeger genoemde cijfers van de U. 3.
Steel en de Bethlehem Steel in het eerste
halfjaar van 1940 kan nog worden gemeld,
dat de Republic Steel in dit tijdvak een
winst maakte van 6.44 mililoen dollar tegen
1.08 millioen dollar in het overeenkomsti
ge tijdperk van het vorige jaar. Volgens
de jongste berichten wordt de bedrijvigheid
in de staalindustrie thans reeds geraamd op
91 van de capaciteit.
Een kwestie, die den laatsten tijd nogal
de aandacht heeft getrokken en die gerui-
men tijd heeft gegolden als een remmende
factor voor de aandeelenmarkt betreft de
heffing van een extra belasting ten behoeve
van de bewapening. Deze heffing zal nogal
ingrijpend zijn, voor zoover uit de thans
reeds beschikare gegevens kan worden af
geleid. Er worden in zulke ontwerpen ech
ter tijdens de behandeling en de voorberei
ding in de belastingcommissies dikwijls
veranderingen, gebracht en dit schijnt nu
ook met dit onderwerp het geval te zijn
geweest. Die verandering zou er op neer
komen, dat de belasting een aanzienlijke
verlichting zou ondergaan vergeleken met
het oorspronkelijke ontwerp, en wel op de
ze wijze, dat de maatschappijen de keuze
zouden hebben tusschen twee verschillende
grondslagen voor de berekening van de ex
tra winsten. Ook wordt een regeling ge
troffen voor een snelle afschrijving van
uitbreidingen ten behoeve van de bewape
ning. Een kwestie waarover wij reeds eer
der schreven.
Ook zal de mogelijkheid worden geopend
om uitgaven voor zulke uitbreidingen bin
nen vijf jaar te verrichten en deze afschrij
vingen in mindering te brengen van de
nettowinst, waarover de gewone en de extra
belastingen worden geheven. Het is waar
schijnlijk op deze overwegingen, dat men
den laatsten tijd de situatie van de verschil
lende ondernemingen weer wat gunstiger is
gaan beoordeelen. Vermoedelijk zal de
maatregel ten deele wel noodgedwongen
zijn, omdat de regering natuurlijk alles wil
vermijden wat tot een vertraging van de
uitvoering zou kunnen leiden.
De obligatiemarkt bleef deze week goed
prijshoudend, niettegenstaande de hierbo
ven vermelde neiging van het publiek om
bij voorkeur aandeelen te koopen. Wij hoor
den thans reeds van verschillende gevallen,
waarin houders van fondsen na verkoop
van hun aandeelen, waarop een behoorlijke
koerswinst kon worden geboekt, de op
brengst wederom in obligaties hebben be
legd.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop in de afgeloopen week.
4 Nederland 1940 II 97 3/4, 99, 98 7/8.
3—3 Nederland 1938 82 1/4, 81 7/8,
82 13/16, 82 11/16.
3 Ned. Indië 1937 A. 74, 751/4.
Aku 76 1/4, 83 3/4, 78%, 80 1/4.
Carp's Garenfabrieken 150, 169 3/4.
Lever Bros 77, 89%, 86.
Ned. Ford 326, 330 1/4.
Philips 146, 162 154%, 155i/s.
Koninklijke Petroleum 201V2, 258, 246
252, 248%.
Amsterdam Rubber 185, 206%, 203, 205.
H. V. A. 344, 390, 375, 377.
N. I. S. U. 197%, 214%.
Deli Batavia My. 130. 128, 148, 146.
Deli My. 184%, 184, 198.
Senembah 144%, 158%, 158.
verstopping, overmatig vet wf) doen
verdwijnen en de schadelijke gevolgen,
aambeien, rheumatiek. zenuwachtigheid
wil voorkomen, die zuivere bloed en
ingewanden met
Dr. Schiefter's Stofwisselingzout.
Het resultaat is verrassend! Men bespeurt
terstond den grooten dienst aan de ge
zondheid, men gevoelt zich vrijer en betet
Flacon t 1.05. Dubbele flacon I 1.75 bij apothekers
en vakdrogisten. r
Hieronder volgt een eindspelstudie van
den Russischen componist A. S. Goerwitsj
waarmede hij den eersten prijs verwierf
in een wdstrijd uitgeschreven door de
„Izwestija" in 1928.
Zwart.
m
Hoeveel ruwvoer per dag
voor een koe?
De heer L. de Vries, rijksveeteeltconsulent,
schrijft ons:
Het is mij bekend, dat in zeer veel
Noordhollandsche gemeenten de
veehouders over onvoldoende ruw
voer beschikken om hun normalen
of zelfs iets kleineren veestapel ge-
durende de komende stalperiode be
hoorlijk te voeren. Dit is vooral het
geval in het consumptiemelkgebied
in het zuiden der provincie, maar
ook in eenige gebieden in het noor
den is mede door te weinig regen
val de hooi-oogst minder dan nor
maal. Tot de streken, waar dit het
geval is, behooren de gemeenten
Schagen, Barsingerhorn, Abbekerk,
Opperdoes, Twisk, Hem, Westwoud.
Vele gemeenten, waaruit ik mededeeling
mocht ontvangen over te weinig ruwvoer,
zijn niet zoover verwijderd van akkerbouw
centra, zoodat de mogelijkheid voor aanvul
ling van den ruwvoedermiddelenvoorraad
zeker aanwezig is, indien de akkerbouwer en
veehouder elkaar op een of andere wijze
weten te vinden. Hierover heeft de heer
Pilon, leeraar R.L.W.S. te Schagen, onlangs
een en ander geschreven en daarbij verschil
lende wegen genoemd.
Ook vermoed ik, dat vele veehouders nog
onvoldoende doordrongen zijn van de moei
lijkheden tengevolge van de afwezigheid van
krachtvoer. Het komt mij voor, dat het zijn
nut kan hebben, eens uit te rekenen over
hoeveel hooi en eventueel ingekuild gras
men per koe dient te beschikken om behoor
lijk den winter door te komen.
In de meeste bedrijven is het aantal melk-
vaarzen gering in verhouding tot het aantal
tweede kalf- en andere koeien. Het gemid
deld levend gewicht mogen wij dan ook wel
stellen op 600 kg. De hoeveelheid hooi, resp.
kilgras, welke een koe per dag kan opnemen,
is afhankelijk van het tijdstip der laxtatie-
periode, of het een oudmelksche koe, een
droge of een versche koe is. Ook hangt het
af van het type koe. Een diepd, ruime koe
zal meer ruwvoer kunnen verwerken dan
een ranke, ondiepe, smalle. Onze beste diepe,
ruime melkkoeien kunnen heel wat ruwvoer
verwerken. Hoe beter de kwaliteit van het
hooi, hoe méér er van wordt opgenomen.
Voorheen werd veelal gewerkt met 10 a 12
kg. hooi per koe per dag, naast krachtvoer.
Bij de afwezigheid van krachtvoer zal er
méér hooi opgenomen worden. Zelf hebben
wij wel eens daggiften van 18 tot 20 kg. ge
noteerd voor zware oudere koeien. Wij mee-
nen dan ook, 15 kg. wel als een gemiddelde
noodzakelijk benoodigd kwantum hooi per
koe per dag te mogen rekenen, die voor de
a.s. stalperiode van 160 a 180 dagen totaal
2400 a 2700 kg.
Hier komt dan nog bij de hoeveelheid noo
dig voor het jongvee (kalveren, pinken). Dit
aantal is zeer verschillend, in het consump
tiemelkgebied is dit gering, in de noordelijke
fokdistricten hooger. Het gemiddelde voor
Noordholland is ongeveer 1 kalf en 1 pink
per 5 koeien.
Wanneer wij de hoeveelheid be
noodigd hooi voor een kalf en een
pink schatten op de hoeveelheid
noodig voor één koe, dan moet de
hoeveelheid van 2400 a 2700 kg. nog
vermeerderd worden met 1/5 van
deze hoeveelheid. In totaal is dan
het benoodigde kwantum hooi per
koe inclusief het jongvee pl.m.
3000 kg. Bij een grooter aantal stuks
jongvee dan is aangenomen, is deze
hoeveelheid nog te gering.
Het ruwvoer behoeft niet uitsluitend
hooi te zijn.
Het aldus berekende benoodigde kwan
tum hooi kan o.i. toch als oriëntatie gebruikt
worden om na te gaan of men al dan niet
voldoende heeft. Het spreekt vanzelf, dat
het niet alleen ruwvoer in den vorm van
hooi behoeft te zijn, het kan ook gedeelte
lijk kuilgras zijn. Heeft men nu hooi en
kuilgras, dan moet er per 1000 kg. hooi,
welke men minder heeft dan 3000 kg. per
koe, in het bezit zijn van 3 a 4000 kg. kuil
gras. Andere voedermiddelen, welke, wat
de verhoudingen in de drogestof betreft,
ab cdelgh
Wit.
Wit: Kb7, Pd4 en h2, Rg2, pion b4 5.
Zwart: Kdo, Rg7, Ph4 3.
Wit speelt en wint. Niet moeilijk zal
men zoo op 't eerste gezicht zeggen want
wit heeft een officier en een pion meer.
Maar er staan twee witte stukken in. Het
paard kan naar b5 om zich met schaak te
redden, doch dan blokkeert deze de pion
en gaat deze belangrijke figuur verloren.
Toch is 1. Pd4b5f de winnende zet.
1Kd6e5 2. Rg2hl! De beste
plaats voor dezen raadsheer, zooals spoe
dig blijkt.
2. Rg7—f8 3. Pb5—a7! Rf8Xb4
4. Pb5c6f Ke5—f4 E. Pc6Xb4 (Nu is wit
twee stukken voor) 5Kf4g3 6.
Ph2flf Kg3.—f2 7. Pfl—d2 Fh4—g2!
(Sluit den raadsheer in) 8. Pb4d3f Kf2
gl (Na Kf2e2 volgt RhlXg2 en wit
wint met raadsheer en paard). 9. Pd2
f3f KglXhl 10. Pd3—f2ff.
Een wonderbaarlijk slot van een won
derbaarlijke studie. Alles daarin is ver
rukkelijk: èn de harmonie in den opbouw,
èn het rijke in het ideeëntegenspel, èn
heel de diepe gedachten, èn de dynamiek
in de oplossing.
Deze slotwoorden zijn van den compo
nist N. D. Grigorjew, die aan deze studie
.den eersten prijs toekende.
eenigermate vergeleken kunnen worden
met hooi, zijn de navolgende:
1. 6 kg. voerbiet bevat evenveel droge stof
als 1 kg. best hooi, ongeveer evenveel vert.
ruw eiwit, minder vert. werk. eiwit en méér
zetmeelwaarde:
2. 4 kg. ingekuild bietenblad en -kop bevat
evenveel dr.stof als 1 kg. best hooi, onge
veer evenveel vert. ruw eiwit en zetmeel
waarde;
3. 4 a 5 kg. ingekuilde stoppelknollen
(knol en loof) bevatten evenveel dr.stof als
1 kg. best hooi, evenveel vert. ruw eiwit,
evenveel zetmeelwaarde.
Ook deze enkele cijfers kunnen ter oriën
tatie omtrent de benoodigde aanvulling van
ruwvoer gebezigd worden. Andere ruwvoer-
middelen als stroosoorten en kafsoorten be
vatten in vergelijking van de dr.st. aan
merkelijk minder voedingswaarde dan hooi
en zijn daardoor voor de vergelijking minder
bruikbaar.
Toch komt het mij wenschelijk voor,
reeds thans den veehouders het een en ander
mede te deelen over de Voedingswaarde van
de verschillende over eenigen tijd van den
akkerbouwer verkrijgbare ruwvoedermid-
delen. Velen zijn hier onvoldoende van op
de hoogte. Hierover evenwel in een volgend
artikel.
Alkmaar, Landbouwhuis Aug. 1940.
De Rijksveeteelt-consulent,
Ir. L. DE VRIES.
Door JOHNaiOtf Mc.CuUHY,
2)
Niets nieuws op de wereld! Iedere sen
satie is oud, redeneerde hij verder. Land
schappen, gebouwen, steden, mannen en
vrouwenvan alles, heb ik gezien Avon
turen, intrigues, ontdekkingstochtenal
lemaal meegemaakt! Altijd hopen op iets
nieuwsen nu dit! 't Is me wat!
Hij dronk zijn glas leeg en. bestelde er nog
een. Hij had nog geen zin naar zijn kamers
te gaan. Hij dacht weer aan het stukje pa
pier in het taschje.
Wat is de bedoeling, vroeg hij zich af.
Waarom koos ze juist mij uit? Ik ben niet
getrouwd, heb geen aristocratische relaties,
en laat me niet chanteeren, omdat het me
niet kan schelen, wat de menschen van me
denken. Berooving? Dat zou me een grap
zijn! Dat meisje
Hij dacht weer aan het meisje en trachtte
zich haar voor te stellen. Verdraaid. Mis
schien had hij het toch mis! Dat meisje was
geen avonturierster.dat had hij op slag
gezien. En toch had ze haar uiterste best
gedaan, zijn aandacht te trekken en opge
past, dat haar begeleider het niet zien zou.
En ze scheen verdraaid ja, dat was het
ze scheen angstig te zijn geweest!
Ik ze'oof, dat ik een dwaas ben, maar ik
Pr toch m°°r van weten, zei Warwik
in zichzelf. Ik heb wel een avontuurtje noo
dig. Hoop is er wel niet. Ik weet van te vo
ren, dat het niets nieuws zal opeveren.
Hij dacht er nog eens over na. Het adres
was een heel eind weg het liep tegen mid
dernacht. Hij kende de wijk... een heel
deftige. Niet een wijk om er 's nachts rond
te scharrelen zonder behoorlijk doel
Maar hij had toch een doeldat gouden
taschje terug brengen? Doch zou het niet
dwaas zijn, dat zoo laat in den nacht te
doen? Kon hij het ding niet laten brengen?
Natuurlijk. Maar het kon geen kwaad, eens
poolshoogte te nemen. Hij had toch nog
geen slaap en dus geen reden om naar huis
te gaan. Heldere maan. Mooi weer voor een
ritje. De frissche wind.zou hem goeddoen
„Roep even een taxi voor me", zei hij te
gen den bediende.
„Jawel, mijnheer Warwik".
„Heb je soms een automatisch pistool?"
„U zegt?"
„Zoo'n ding om kogels mee af te schieten,
begrijp je?"
„Is dat een grapje, mijnheer Warwik?"
„Om kwart over twaalf, als ik doodnuch-
ter ben? Ik dacht je me beter kende".
„Maar eenpistool, meneer?"
„Ja. Heb je er een? Ik zou het graag lee-
nen".
„Maarziet u de weten
„Ja, dat weet ik allemaal wel. Geen ver
boden wapens dragen en zoomeer. Beste
kerel, ik heb alle mogeijke soorten wapens
gedragen, van een schijfpistooltje met rub
ber balletjes af, tot een olifantengeweer.
De wet is er om misdadigers in bedwang te
houden; ik ben een fatsoenlijk burger".
„Zeker, mijnheer. Ja, ik heb hier nog wel
een ouden revolver liggen, al maanden.
Achter het buffet. Geladen ook. U wilt hem
geladen hebben?"
„Om met eenig succes een revolver af te
schieten, moeten er patronen inzitten, niet
waar? Zeg, verteuten we niet heel wat
kostbaren tijd?"
„Ik zal er een stuk papier omheen doen,
mijnheer. Weet u zeker, dat het heelemaal
in orde is, mijnheer?"
„Ongetwijfeld. Ik zal mezelf niet voor
mijn kop schieten en ook geen moord be
drijven en het wapen laten liggen, zoodat
de politie jou zou kunnen verdenken. Ik ga
een taxiritje maken en ik wil graag een
wapen bij me hebben, omdat ik ervan over
tuigd ben, dat de chauffeur een bandiet is.
Haal dat ding nou maar voor me. Hier, dit
is voor je moeite. Ik zal je dat ding terug
brengen en anders kun je een nieuwen koo
pen. En schiet nou op, met die taxi".
Drie minuten later overhandigde de be
diende met een buiging den revolver in een
stuk papier aan John Warwik. Vijf minuten
later zat John Warwik in een taxi op weg
naar het adres op de American Boulevard.
In zijn zak had hij het gouden taschje.
HOOFDSTUK II.
Het donkere huis.
De chauffeur stopte op den aangewezen
straathoek, waar John Warwik uitstapte en
hem een bankbiljet overhandigde met de
noodige orders.
„Je blijft hier een uur wachten", zei.hij.
„Ben ik dan nog niet terug, dan kun je
heengaan. Je kunt de rest van het geld
houden".
Warwik zette zijn hoed achterop zijn
hoofd, zwaaide met zijn stok en wandelde
de avenu op. De maan scheen helder, maar
langs den weg stonden de boomen reeds in
blad en wierpen donkere schaduwen op het
plaveisel. Warwik wist, dat het door hem
gezochte huis aan de overzijde lag en vond
het nummer spoedig. Hij liep zonder zijn
schreden in te houden door, maar nam het
huis aandachtig op. Het lag een eindje van
de straat af en was een imposant, ietwat
door ouderdom vervallen gebouw, omge
ven door grasperken, waardoorheen een
oprijlaan tusschen struiken en boomen
liep.
Bij den volgenden hoek stak hij de straat
over en liep met vasten tred op het huis
toe. De inrijpoort stond open. Hij bleef even
staan om een sigaret aan te steken. Intus-
schen bekeek hij het huis nog eens goed. Hij
voelde zich avontuurlijk gestemd. Het was
onzin. Iets, wat hij beter gedaan kon heb
ben, toen hij twintig was! Dwaasheid voor
een man van vijf en dertig! Hij deed beter
naar zijn taxi terug te keeren en naar huis
te gaan. En op hetzelfde oogenblik besloot
hij dat niet te doen. Hij wilde doorzetten en
zien, wat er van kwam!
Hij vergewiste zich ervan, dat de revolver
voor onmiddellijk gebruik in orde was. In
zijn linkerzak had hij het taschje. Toen hij
dat goed wist, liep hij de oprijlaan in. Hij
kon zoodoende vrij dicht bij het huis ko
men, zonder in het maanlicht te loopen. Hij
liep geruischloos en hield zich voor alles
gereed. Tegenover de breede veranda ge
komen, bleef hij achter een boschje staan
wachten. Er scheen nergens in huis, noch
in de groote garage, licht te branden. Het
huis leek wel uitgestorven.
Hm! Misschien een valsch adres... school
meisjes-gril.. of iets dergelijks!
Doch opeens zag hij iets wits achter een
venster
Hij keek nauwkeuriger toe en zag, dat het
raam, laag bij den grond, open was.
En nu zag hij ook, dat het geen wit gor
dijn was, dat in den tocht wapperde, maar
een witte japon. Hij wandelde een paar pas
sen verder. Er viel niet aan te twijfelen
daar stond een vrouw voor het raam en
naderbij gekomen zag hij in het maanlicht,
dat zij het meisje was, dat hij in het thea
ter had gezien. Hij ging in het maanlicht
staan, zoodat ze hem zien kon en zag, hoe
ze hem wenkte.
„Nu zullen we zien, wat het is", mom
pelde hij. „Ik wed het oude liedje!"
Hij liep met vluggen tred het grasperk
over. Hij werd niet aangevallen. Er blafte
zelfs geen hond. Hij sloop langs het huis
heen naar het venster. Hij keek omhoog
naar het meisje, dat zich uit het raam naar
hem toeboog.
„Ik ben uw gouden taschje komen terug
brengen", zei hij, zijn hoed afnemend.
„O! Ikik wist wel, dat u komen zou
U zag er uit als iemanddie me wel zou
helpen!"
„Op welke manier kan ik u van dienst
zijn?" vroeg hij.
„Wilt u me dus helpen?"
„Dat ligt er aan", antwoordde Warwik
zakelijk. „Wat scheelt er aan?"
„IkMaar u moet daar niet blijven
staan! Iemand mocht u eens zien. En
dan
„Weet u er iets beters op?"
„Als u binnen wilde
„Goed, ik zal naar de voordeur..."
(Wordt vervolgd).