Wie? DE SP De voedingswaarde van ruwvoeder- middelen. Jihaakcu&tiek m m ja m m mm SeidMetmt mm Vb mm m m m T Financieel Overzicht. Land- en Tuinbouw Akkerbouwer en veehouder moeten elkaar vinden. beurde van r onderzoek schuldigen wat het san herstel- borgen zal e toekomst ;n. utjesdijk in gedocumen- 5elen becri- ;emeentewe- urgerij van ■aar te be- de hekken den winter Je ijsbanen zeer onvol- van de ge- ik zijn ge- dat de witte ;rf het is id waterverf grachtranden het water genblik dat in het water gewezen, dat laai zijn, dat onbruikbaar merd dat de uchtbescher- een drenke- 3e komende ildelijk van er mededeel- >rst aan de voorschriften vaar te wor- nen door af- rgangen, en üsternis mis- loopen, als- nogelijk aan- e naaste toe- i zoo gering lekanten, van 1, van brug- en het des der raadsle- ;gevende verf n bij een on- ijpen, zijn de ite in het al- men brengen. :meester den niet onoodig het algemeen raad is, hoe zijn, die van bioscoopzalen arbeid nood- n moeten, ing van een ligt, achtte de len zal zich st de zeer on- raat- en zak- dat in onze llekanten nog zullen komen :ilijk probleem it krachten te ing van dren- len, maar on- at Alkmaar in t en winter de stad wordt e maan en op r binnen kan it donkere da- slechts hopen, in het bij- betreft zoo zhouders wordt derde blad. ALKMAARSCHE COURANT VAN ZATERDAG 31 AUGUSTUS 1940. lege en ■voer van uit te no- dat zelf nberg, 7.30 uur ndag 2.30 uur uur soldaten- 0 uur bijzondere Leid door kapi- kelstraat no. 9; :nst, av. 8 uur omst; Dinsdag- ïenkomst; Don- nbond; Vrijdag- alle diensten Willemse. school te Bergen te benoemd mej Krachtige koersstijging, in het tij zonder aandeelen Koninklijke. Een algemeen streven om vrijgeko men middelen te beleggen. Ook Indische waarden profiteeren in sterke mate van de koersstijging. Resultaten van de Amerikaansche staalindustrie. Benige mededee- lingen over den verkoop van de Javasuiker. Reeds gedurende eenige weken vielen er teekenen waar te nemen, dat het publiek veel minder dan tevoren geneigd was om middelen, die uit verkoop van goud of uit aflossingen van obligaties e.d. waren vrij gekomen vlottend te houden. Veeleer was er een streven om deze gelden zoo spoedig mogelijk in huizen dan wel in aandeelen te beleggen. In de eerste -plaats beseft men ter dege, dat nu een groot deel van belegde vermogens geen inkomsten afwerpt, omdat gedeclareerde dividenden, o.a. van Ameri kaansche maatschappijen, niet kunnen wor den geïnd, zooveel mogelijk moet worden getracht, de totale inkomsten op peil te hou den door het beleggen van gelden in zulke fondsen, waarvan toch waarschijnlijk wel eenige uitkeering is te verwachten. Maar toch is dit motief waarschijnlijk niet de voornaamste. Over dit laatste punt hebben wij reeds eerder geschreven. Bij handhaving van het huidige systeem van betalingen over de clearing en van een vaste verhouding tus- schen den gelden en de valuta's van die lan den waarmede thans een beperkt betalings verkeer mogelijk is of in de naaste toekomst mogelijk zal worden gemaakt, lijkt het niet waarschijnlijk, dat er een zichtbare koers daling van den gulden zal intreden, zooals dat bijv. in 1936 het geval was. Dit neemt niet weg, dat men over de situatie toch niet heelemaal gerust is, in het bijzonder met betrekking tot de koopkracht van het geld. Het Rijk staat voor enorme uitgaven, on danks het feit, dat de mobilisatie achter den rug is. De financiering daarvan zal ongetwij feld niet gemakkelijk zijn. Bovendien doet zich het verschijnsel voor, dat de prijzen voor die goederen, die thans nog buiten de distributie vallen nog sterker zijn gestegen dan men zich bij toepassing van het systeem van prijsregeling had voorgesteld. Ook wordt rekening gehouden met do mogelijk heid, dat het hoogere prijsniveau in Duitsch- land op den duur van invloed zal zijn op dat in Nederland. Op grond van deze overwe gingen is het verklaarbaar, dat men zijn geld zoekt te beleggen in zulke activa, waarvan de waarde geacht kan worden te stijgen, indien de koopkracht van het geld mocht dalen. Door het ontbreken van de mogelijkheid om op deze overwegingen goederen te koopen, zooals dat onder nor male omstandigheden gebruikelijk is, werpt men zich in hoofdzaak op huizen en aandee len. De prijzen van huizen zijn echter den laatsten tijd reeds sterk gestegen. Boven dien voelen vele bezitters er weinig voor om belangrijke bedragen van hun vermogen te besteden voor 'dit soort belegging, vooral indien zij geen of weinig ervaring op dit ge bied hebben. Het huizenbezit brengt voor hen, voor wie het geen regelmatig bedrijf is, dikwijls bezwaren mee. Het aandeelen- bezit geeft over het algemeen minder zorg. Bovendien verwachten velen, dat winsten, die thans niet kunnen worden uitgekeerd later toch aan aandeelhouders ten goede zullen kunnen komen. Dit geldt meent men o.a. voor Indische waarden, die waarschijnlijk geen extra afschrijvingen voor bepaalde verliezen zullen behoeven toe te passen, zooals vermoedelijk met de scheepvaart wel het geval zal zijn. Zocht men dus kort geleden vooral naar aandee len van de binnenlandsche industrie, omdat de mogelijkheid van dividenduitkeering in deze rubriek geen twijfel liet, thans heeft de kooplust, zooals uit het bovenstaande wel blijkt, zich ook naar andere afdeelingen ver plaatst. Verjeden week wijdden wij nog een be spreking aan de kwestie van het dividend van de Koninklijke en aan de onjuiste op vatting, die men zich aanvankelijk had ge vormd van het bericht van de veel lagere winst dan in het voorafgaande jaar. Nadat men zich deze vergissing had gerealiseerd en de opvatting veld won, dat de winstca paciteit van het geheele concern in werke lijkheid vermoedelijk niet veel lager is ge weest dan in 1938, ontwikkelde zich een levendige kooplust, met het gevolg, dat de koers in een week tijd met niet minder dan met 50 pet. is gestegen. Zooals uit het bovenstaande \seds viel af te leiden hebben ook Indische waarden van de koersstijging geprofiteerd. Zoo kwam Amsterdam Rubber op een 20 pet hooger niveau terwijl het koersavans voor H.V.A. niet minder dan 30 pet. bedroeg. Verder kwamen er ook belangrijke koersstijgingen voor bij tabaksaandeelen. Toch zijn de om standigheden voor de tabakscultuur voor het oogenblik van dien aard, dat men de toekomst niet heelemaal zonder bezorgd heid kan tegemoet zien, indien de oorlog langeren tijd mocht duren dan het zich op het oogenblik laat aanzien. In den regel ne men de verschepingen van tabak immers in November een aanvang en deze duren dan tot de eerste maanden van het nieuwe jaar voort. Indien de oorlog in het najaar nog niet mocht zijn afgeloopen, dan zouden die verschepingen dus moeten worden opge schort en alleen het kleine percentage, dat voor verkoop naar Amerika geschikt zou zijn, zou op de wijze, zooals dit met den oogst die dit jaar aan de markt kwam het geval is geweest, direct van Indië uit kun nen worden verkocht. De rest zou men dan voorloopig moeten opslaan, totdat de ver scheping naar Nederland weer mogelijk is. Men heeft ons wel verzekerd, dat de mid delen tot financiering van zulk een opslag wel in Indië aanwezig zijn. Ook is dit het geval met de gelden noodig voor den aan plant van den nieuwen oogst, waarover in Januari een beslissing moet worden geno men. Wat betreft de verkoop van de Javasuiker, werd er in de vergadering van Moormann en Co. even een tip van den' sluier opge licht. Er werden vragen "gesteld over de af zetmogelijkheden der productie van dit oogenblik. De voorzitter de heer Levert antwoordde, dat de directie absoluut niet op de hoogte is van den huidigen toestand. Wat wij met eenige zekerheid weten, aldus de heer Levert is, dat 100.000 ton van den suikeroogst van dit jaar verkocht is. De fa brieken zijn op het oogenblik midden in de campagne. Verder is bekend, dat Britsch-Indië 200.000 .ton suiker aan Enge land ter beschikking heeft gesteld. Er werd uitdrukking gegeven aan de veronderstel ling, dat Java de daaruit voor Britsch-Indië ontstaande behoefte zal moeten dekken. Immers Java is daarvoor, gezien de lage transportkosten naar Britsch-Indië het aan gewezen productieland. De binnenlandsche behoefte van Indië gaat ook regelmatig omhoog, al schommelt zjj mede met de koopkracht van de inheemsche bevolking. Op een afzet van 300.000 ton kan echter wel worden gerekend. Tesamen zou er op deze wijze een afzet van 400.000 ton zijn gevonden, terwijl de productie 1.500.000 ton bedraagt. Dit zou dus beteekenen, dat er wellicht een overschot zou zijn. Men heeft zich hierbij echter gehouden aan de vast staande gegeven en het is zeer goed moge lijk, dat de Nivas reeds veel verder is met den verkoop. Er mag toch ook wel worden gerekend op den afzet van een zeker kwan tum naar China en Japan. In de afdeeling voor industrieele fondsen is de belangstelling voor Aku, die in de voorafgaande week zeer groot was door operaties van den daghandel overgegaan op de verschillende hierboven reeds besproken afdeelingen van de aandeelenmarkt. Als gevolg daarvan is de koersstijging in aan deelen Aku niet meer zoo groot geweest indien niet reeds tevoren dit fonds in het middelpunt der belangstelling had gestaan. Per saldo kwamen Aku ca 4 pet. hooger te staan. De stemming hier ter beurze werd gun stig beinvloed door het koersverloop in New York, dat de laatste dagen zeer vast is geweest. Reeds meermalen hebben wij vroeger financieele resultaten van groote industrieele ondernemingen opgesomd, waaruit dan bleek, dat deze een belangrijke stijging te zien gaven vergeleken met het voorafgaande jaar. Hoewel er verschillende overwegingen waren, die het optimisme op de aandeelenmarkt remden, hebben ten slotte, die hoogere winstcijfers toch wel uit werking gehad. Een zeer goede indruk maakte het bericht, dat de Kennecott Cop per over het eerste halfjaar 1940 een netto winst heeft gemaakt van 24.79 millioen dollar tegen 10.11 millioen dollar in de overeenkomstige periode van het vorige jaar. Ook de cijfers van de staalmaatschap- pijen maken eeri goed figuur, hetgeen wel bleek uit een opsomming, die dezer dagen werd gepubliceerd. In aansluiting met reeds vroeger genoemde cijfers van de U. 3. Steel en de Bethlehem Steel in het eerste halfjaar van 1940 kan nog worden gemeld, dat de Republic Steel in dit tijdvak een winst maakte van 6.44 mililoen dollar tegen 1.08 millioen dollar in het overeenkomsti ge tijdperk van het vorige jaar. Volgens de jongste berichten wordt de bedrijvigheid in de staalindustrie thans reeds geraamd op 91 van de capaciteit. Een kwestie, die den laatsten tijd nogal de aandacht heeft getrokken en die gerui- men tijd heeft gegolden als een remmende factor voor de aandeelenmarkt betreft de heffing van een extra belasting ten behoeve van de bewapening. Deze heffing zal nogal ingrijpend zijn, voor zoover uit de thans reeds beschikare gegevens kan worden af geleid. Er worden in zulke ontwerpen ech ter tijdens de behandeling en de voorberei ding in de belastingcommissies dikwijls veranderingen, gebracht en dit schijnt nu ook met dit onderwerp het geval te zijn geweest. Die verandering zou er op neer komen, dat de belasting een aanzienlijke verlichting zou ondergaan vergeleken met het oorspronkelijke ontwerp, en wel op de ze wijze, dat de maatschappijen de keuze zouden hebben tusschen twee verschillende grondslagen voor de berekening van de ex tra winsten. Ook wordt een regeling ge troffen voor een snelle afschrijving van uitbreidingen ten behoeve van de bewape ning. Een kwestie waarover wij reeds eer der schreven. Ook zal de mogelijkheid worden geopend om uitgaven voor zulke uitbreidingen bin nen vijf jaar te verrichten en deze afschrij vingen in mindering te brengen van de nettowinst, waarover de gewone en de extra belastingen worden geheven. Het is waar schijnlijk op deze overwegingen, dat men den laatsten tijd de situatie van de verschil lende ondernemingen weer wat gunstiger is gaan beoordeelen. Vermoedelijk zal de maatregel ten deele wel noodgedwongen zijn, omdat de regering natuurlijk alles wil vermijden wat tot een vertraging van de uitvoering zou kunnen leiden. De obligatiemarkt bleef deze week goed prijshoudend, niettegenstaande de hierbo ven vermelde neiging van het publiek om bij voorkeur aandeelen te koopen. Wij hoor den thans reeds van verschillende gevallen, waarin houders van fondsen na verkoop van hun aandeelen, waarop een behoorlijke koerswinst kon worden geboekt, de op brengst wederom in obligaties hebben be legd. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop in de afgeloopen week. 4 Nederland 1940 II 97 3/4, 99, 98 7/8. 3—3 Nederland 1938 82 1/4, 81 7/8, 82 13/16, 82 11/16. 3 Ned. Indië 1937 A. 74, 751/4. Aku 76 1/4, 83 3/4, 78%, 80 1/4. Carp's Garenfabrieken 150, 169 3/4. Lever Bros 77, 89%, 86. Ned. Ford 326, 330 1/4. Philips 146, 162 154%, 155i/s. Koninklijke Petroleum 201V2, 258, 246 252, 248%. Amsterdam Rubber 185, 206%, 203, 205. H. V. A. 344, 390, 375, 377. N. I. S. U. 197%, 214%. Deli Batavia My. 130. 128, 148, 146. Deli My. 184%, 184, 198. Senembah 144%, 158%, 158. verstopping, overmatig vet wf) doen verdwijnen en de schadelijke gevolgen, aambeien, rheumatiek. zenuwachtigheid wil voorkomen, die zuivere bloed en ingewanden met Dr. Schiefter's Stofwisselingzout. Het resultaat is verrassend! Men bespeurt terstond den grooten dienst aan de ge zondheid, men gevoelt zich vrijer en betet Flacon t 1.05. Dubbele flacon I 1.75 bij apothekers en vakdrogisten. r Hieronder volgt een eindspelstudie van den Russischen componist A. S. Goerwitsj waarmede hij den eersten prijs verwierf in een wdstrijd uitgeschreven door de „Izwestija" in 1928. Zwart. m Hoeveel ruwvoer per dag voor een koe? De heer L. de Vries, rijksveeteeltconsulent, schrijft ons: Het is mij bekend, dat in zeer veel Noordhollandsche gemeenten de veehouders over onvoldoende ruw voer beschikken om hun normalen of zelfs iets kleineren veestapel ge- durende de komende stalperiode be hoorlijk te voeren. Dit is vooral het geval in het consumptiemelkgebied in het zuiden der provincie, maar ook in eenige gebieden in het noor den is mede door te weinig regen val de hooi-oogst minder dan nor maal. Tot de streken, waar dit het geval is, behooren de gemeenten Schagen, Barsingerhorn, Abbekerk, Opperdoes, Twisk, Hem, Westwoud. Vele gemeenten, waaruit ik mededeeling mocht ontvangen over te weinig ruwvoer, zijn niet zoover verwijderd van akkerbouw centra, zoodat de mogelijkheid voor aanvul ling van den ruwvoedermiddelenvoorraad zeker aanwezig is, indien de akkerbouwer en veehouder elkaar op een of andere wijze weten te vinden. Hierover heeft de heer Pilon, leeraar R.L.W.S. te Schagen, onlangs een en ander geschreven en daarbij verschil lende wegen genoemd. Ook vermoed ik, dat vele veehouders nog onvoldoende doordrongen zijn van de moei lijkheden tengevolge van de afwezigheid van krachtvoer. Het komt mij voor, dat het zijn nut kan hebben, eens uit te rekenen over hoeveel hooi en eventueel ingekuild gras men per koe dient te beschikken om behoor lijk den winter door te komen. In de meeste bedrijven is het aantal melk- vaarzen gering in verhouding tot het aantal tweede kalf- en andere koeien. Het gemid deld levend gewicht mogen wij dan ook wel stellen op 600 kg. De hoeveelheid hooi, resp. kilgras, welke een koe per dag kan opnemen, is afhankelijk van het tijdstip der laxtatie- periode, of het een oudmelksche koe, een droge of een versche koe is. Ook hangt het af van het type koe. Een diepd, ruime koe zal meer ruwvoer kunnen verwerken dan een ranke, ondiepe, smalle. Onze beste diepe, ruime melkkoeien kunnen heel wat ruwvoer verwerken. Hoe beter de kwaliteit van het hooi, hoe méér er van wordt opgenomen. Voorheen werd veelal gewerkt met 10 a 12 kg. hooi per koe per dag, naast krachtvoer. Bij de afwezigheid van krachtvoer zal er méér hooi opgenomen worden. Zelf hebben wij wel eens daggiften van 18 tot 20 kg. ge noteerd voor zware oudere koeien. Wij mee- nen dan ook, 15 kg. wel als een gemiddelde noodzakelijk benoodigd kwantum hooi per koe per dag te mogen rekenen, die voor de a.s. stalperiode van 160 a 180 dagen totaal 2400 a 2700 kg. Hier komt dan nog bij de hoeveelheid noo dig voor het jongvee (kalveren, pinken). Dit aantal is zeer verschillend, in het consump tiemelkgebied is dit gering, in de noordelijke fokdistricten hooger. Het gemiddelde voor Noordholland is ongeveer 1 kalf en 1 pink per 5 koeien. Wanneer wij de hoeveelheid be noodigd hooi voor een kalf en een pink schatten op de hoeveelheid noodig voor één koe, dan moet de hoeveelheid van 2400 a 2700 kg. nog vermeerderd worden met 1/5 van deze hoeveelheid. In totaal is dan het benoodigde kwantum hooi per koe inclusief het jongvee pl.m. 3000 kg. Bij een grooter aantal stuks jongvee dan is aangenomen, is deze hoeveelheid nog te gering. Het ruwvoer behoeft niet uitsluitend hooi te zijn. Het aldus berekende benoodigde kwan tum hooi kan o.i. toch als oriëntatie gebruikt worden om na te gaan of men al dan niet voldoende heeft. Het spreekt vanzelf, dat het niet alleen ruwvoer in den vorm van hooi behoeft te zijn, het kan ook gedeelte lijk kuilgras zijn. Heeft men nu hooi en kuilgras, dan moet er per 1000 kg. hooi, welke men minder heeft dan 3000 kg. per koe, in het bezit zijn van 3 a 4000 kg. kuil gras. Andere voedermiddelen, welke, wat de verhoudingen in de drogestof betreft, ab cdelgh Wit. Wit: Kb7, Pd4 en h2, Rg2, pion b4 5. Zwart: Kdo, Rg7, Ph4 3. Wit speelt en wint. Niet moeilijk zal men zoo op 't eerste gezicht zeggen want wit heeft een officier en een pion meer. Maar er staan twee witte stukken in. Het paard kan naar b5 om zich met schaak te redden, doch dan blokkeert deze de pion en gaat deze belangrijke figuur verloren. Toch is 1. Pd4b5f de winnende zet. 1Kd6e5 2. Rg2hl! De beste plaats voor dezen raadsheer, zooals spoe dig blijkt. 2. Rg7—f8 3. Pb5—a7! Rf8Xb4 4. Pb5c6f Ke5—f4 E. Pc6Xb4 (Nu is wit twee stukken voor) 5Kf4g3 6. Ph2flf Kg3.—f2 7. Pfl—d2 Fh4—g2! (Sluit den raadsheer in) 8. Pb4d3f Kf2 gl (Na Kf2e2 volgt RhlXg2 en wit wint met raadsheer en paard). 9. Pd2 f3f KglXhl 10. Pd3—f2ff. Een wonderbaarlijk slot van een won derbaarlijke studie. Alles daarin is ver rukkelijk: èn de harmonie in den opbouw, èn het rijke in het ideeëntegenspel, èn heel de diepe gedachten, èn de dynamiek in de oplossing. Deze slotwoorden zijn van den compo nist N. D. Grigorjew, die aan deze studie .den eersten prijs toekende. eenigermate vergeleken kunnen worden met hooi, zijn de navolgende: 1. 6 kg. voerbiet bevat evenveel droge stof als 1 kg. best hooi, ongeveer evenveel vert. ruw eiwit, minder vert. werk. eiwit en méér zetmeelwaarde: 2. 4 kg. ingekuild bietenblad en -kop bevat evenveel dr.stof als 1 kg. best hooi, onge veer evenveel vert. ruw eiwit en zetmeel waarde; 3. 4 a 5 kg. ingekuilde stoppelknollen (knol en loof) bevatten evenveel dr.stof als 1 kg. best hooi, evenveel vert. ruw eiwit, evenveel zetmeelwaarde. Ook deze enkele cijfers kunnen ter oriën tatie omtrent de benoodigde aanvulling van ruwvoer gebezigd worden. Andere ruwvoer- middelen als stroosoorten en kafsoorten be vatten in vergelijking van de dr.st. aan merkelijk minder voedingswaarde dan hooi en zijn daardoor voor de vergelijking minder bruikbaar. Toch komt het mij wenschelijk voor, reeds thans den veehouders het een en ander mede te deelen over de Voedingswaarde van de verschillende over eenigen tijd van den akkerbouwer verkrijgbare ruwvoedermid- delen. Velen zijn hier onvoldoende van op de hoogte. Hierover evenwel in een volgend artikel. Alkmaar, Landbouwhuis Aug. 1940. De Rijksveeteelt-consulent, Ir. L. DE VRIES. Door JOHNaiOtf Mc.CuUHY, 2) Niets nieuws op de wereld! Iedere sen satie is oud, redeneerde hij verder. Land schappen, gebouwen, steden, mannen en vrouwenvan alles, heb ik gezien Avon turen, intrigues, ontdekkingstochtenal lemaal meegemaakt! Altijd hopen op iets nieuwsen nu dit! 't Is me wat! Hij dronk zijn glas leeg en. bestelde er nog een. Hij had nog geen zin naar zijn kamers te gaan. Hij dacht weer aan het stukje pa pier in het taschje. Wat is de bedoeling, vroeg hij zich af. Waarom koos ze juist mij uit? Ik ben niet getrouwd, heb geen aristocratische relaties, en laat me niet chanteeren, omdat het me niet kan schelen, wat de menschen van me denken. Berooving? Dat zou me een grap zijn! Dat meisje Hij dacht weer aan het meisje en trachtte zich haar voor te stellen. Verdraaid. Mis schien had hij het toch mis! Dat meisje was geen avonturierster.dat had hij op slag gezien. En toch had ze haar uiterste best gedaan, zijn aandacht te trekken en opge past, dat haar begeleider het niet zien zou. En ze scheen verdraaid ja, dat was het ze scheen angstig te zijn geweest! Ik ze'oof, dat ik een dwaas ben, maar ik Pr toch m°°r van weten, zei Warwik in zichzelf. Ik heb wel een avontuurtje noo dig. Hoop is er wel niet. Ik weet van te vo ren, dat het niets nieuws zal opeveren. Hij dacht er nog eens over na. Het adres was een heel eind weg het liep tegen mid dernacht. Hij kende de wijk... een heel deftige. Niet een wijk om er 's nachts rond te scharrelen zonder behoorlijk doel Maar hij had toch een doeldat gouden taschje terug brengen? Doch zou het niet dwaas zijn, dat zoo laat in den nacht te doen? Kon hij het ding niet laten brengen? Natuurlijk. Maar het kon geen kwaad, eens poolshoogte te nemen. Hij had toch nog geen slaap en dus geen reden om naar huis te gaan. Heldere maan. Mooi weer voor een ritje. De frissche wind.zou hem goeddoen „Roep even een taxi voor me", zei hij te gen den bediende. „Jawel, mijnheer Warwik". „Heb je soms een automatisch pistool?" „U zegt?" „Zoo'n ding om kogels mee af te schieten, begrijp je?" „Is dat een grapje, mijnheer Warwik?" „Om kwart over twaalf, als ik doodnuch- ter ben? Ik dacht je me beter kende". „Maar eenpistool, meneer?" „Ja. Heb je er een? Ik zou het graag lee- nen". „Maarziet u de weten „Ja, dat weet ik allemaal wel. Geen ver boden wapens dragen en zoomeer. Beste kerel, ik heb alle mogeijke soorten wapens gedragen, van een schijfpistooltje met rub ber balletjes af, tot een olifantengeweer. De wet is er om misdadigers in bedwang te houden; ik ben een fatsoenlijk burger". „Zeker, mijnheer. Ja, ik heb hier nog wel een ouden revolver liggen, al maanden. Achter het buffet. Geladen ook. U wilt hem geladen hebben?" „Om met eenig succes een revolver af te schieten, moeten er patronen inzitten, niet waar? Zeg, verteuten we niet heel wat kostbaren tijd?" „Ik zal er een stuk papier omheen doen, mijnheer. Weet u zeker, dat het heelemaal in orde is, mijnheer?" „Ongetwijfeld. Ik zal mezelf niet voor mijn kop schieten en ook geen moord be drijven en het wapen laten liggen, zoodat de politie jou zou kunnen verdenken. Ik ga een taxiritje maken en ik wil graag een wapen bij me hebben, omdat ik ervan over tuigd ben, dat de chauffeur een bandiet is. Haal dat ding nou maar voor me. Hier, dit is voor je moeite. Ik zal je dat ding terug brengen en anders kun je een nieuwen koo pen. En schiet nou op, met die taxi". Drie minuten later overhandigde de be diende met een buiging den revolver in een stuk papier aan John Warwik. Vijf minuten later zat John Warwik in een taxi op weg naar het adres op de American Boulevard. In zijn zak had hij het gouden taschje. HOOFDSTUK II. Het donkere huis. De chauffeur stopte op den aangewezen straathoek, waar John Warwik uitstapte en hem een bankbiljet overhandigde met de noodige orders. „Je blijft hier een uur wachten", zei.hij. „Ben ik dan nog niet terug, dan kun je heengaan. Je kunt de rest van het geld houden". Warwik zette zijn hoed achterop zijn hoofd, zwaaide met zijn stok en wandelde de avenu op. De maan scheen helder, maar langs den weg stonden de boomen reeds in blad en wierpen donkere schaduwen op het plaveisel. Warwik wist, dat het door hem gezochte huis aan de overzijde lag en vond het nummer spoedig. Hij liep zonder zijn schreden in te houden door, maar nam het huis aandachtig op. Het lag een eindje van de straat af en was een imposant, ietwat door ouderdom vervallen gebouw, omge ven door grasperken, waardoorheen een oprijlaan tusschen struiken en boomen liep. Bij den volgenden hoek stak hij de straat over en liep met vasten tred op het huis toe. De inrijpoort stond open. Hij bleef even staan om een sigaret aan te steken. Intus- schen bekeek hij het huis nog eens goed. Hij voelde zich avontuurlijk gestemd. Het was onzin. Iets, wat hij beter gedaan kon heb ben, toen hij twintig was! Dwaasheid voor een man van vijf en dertig! Hij deed beter naar zijn taxi terug te keeren en naar huis te gaan. En op hetzelfde oogenblik besloot hij dat niet te doen. Hij wilde doorzetten en zien, wat er van kwam! Hij vergewiste zich ervan, dat de revolver voor onmiddellijk gebruik in orde was. In zijn linkerzak had hij het taschje. Toen hij dat goed wist, liep hij de oprijlaan in. Hij kon zoodoende vrij dicht bij het huis ko men, zonder in het maanlicht te loopen. Hij liep geruischloos en hield zich voor alles gereed. Tegenover de breede veranda ge komen, bleef hij achter een boschje staan wachten. Er scheen nergens in huis, noch in de groote garage, licht te branden. Het huis leek wel uitgestorven. Hm! Misschien een valsch adres... school meisjes-gril.. of iets dergelijks! Doch opeens zag hij iets wits achter een venster Hij keek nauwkeuriger toe en zag, dat het raam, laag bij den grond, open was. En nu zag hij ook, dat het geen wit gor dijn was, dat in den tocht wapperde, maar een witte japon. Hij wandelde een paar pas sen verder. Er viel niet aan te twijfelen daar stond een vrouw voor het raam en naderbij gekomen zag hij in het maanlicht, dat zij het meisje was, dat hij in het thea ter had gezien. Hij ging in het maanlicht staan, zoodat ze hem zien kon en zag, hoe ze hem wenkte. „Nu zullen we zien, wat het is", mom pelde hij. „Ik wed het oude liedje!" Hij liep met vluggen tred het grasperk over. Hij werd niet aangevallen. Er blafte zelfs geen hond. Hij sloop langs het huis heen naar het venster. Hij keek omhoog naar het meisje, dat zich uit het raam naar hem toeboog. „Ik ben uw gouden taschje komen terug brengen", zei hij, zijn hoed afnemend. „O! Ikik wist wel, dat u komen zou U zag er uit als iemanddie me wel zou helpen!" „Op welke manier kan ik u van dienst zijn?" vroeg hij. „Wilt u me dus helpen?" „Dat ligt er aan", antwoordde Warwik zakelijk. „Wat scheelt er aan?" „IkMaar u moet daar niet blijven staan! Iemand mocht u eens zien. En dan „Weet u er iets beters op?" „Als u binnen wilde „Goed, ik zal naar de voordeur..." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 9