<r U)
LU O
c
Zeep-faciliteiten voor de
fijne wasscherijen.
De aardappelvoorziening.
Brandstoffendistributie.
De Alkmaarsche Courant
I
ra
ra
tl
8? 1
Op bon 5 tot en met 12
boter, margarine
of vet.
Uitspitten van boter.
Zeep op bon nummer 1(5.
Gedurende 25 dagen geldig.
00
O
CS
z
N
t_
<u
O
<D
LU
e
o
N
u
O
O
G +j '""1
m ns S-i M
ttf) 'tO
ra .3? os
G
0
ra
f-H
O
1
io
rS 73 rï
ra 0
S
2 o TS o
3 C
W (JJ .H
73 3
ojo
VJ tg W/ "Tj
C ft co ÜjO 0
O -S t5 o 5
U1 4*} *-i 43
C O) O
0} o o
43 g
O 53
9
G ai
w 0 0
<a M 60 -g
Si, S 0
o oo ra -h>
w r1 n K
■S 10 B
o -+->
.go 2
R -8
O) (ij
a S
o
CD '3
N 3
0
T3 -O
■+J ra
'o
«h 2 fl
J3 H
ra
0 G -
tuo
o y ft £J :G G rSi
■2§sl|S3S^
W)w 0 rS O "w S'w S
G 5
CD
0)
ra Sb
0 Q)
fH -M
0
"H C
N tuo 0
O
3-H O
w
0
u 0
o G 73
:QJ -
s
4-a O
G
0
3
ö1
0
co
8 S
G
o
^43
<u
a s
o
0
H
O
■-£ 44
Voorloopige regeling.
Menige huisvrouw heeft in de vorige week
gelegenheid gehad, zich af te vragen, op
welke wijze zij zal toekomen met het haar
toegemeten zeeprantsoen, evenals wij die
vanwege al die distributiebabbeltjes zelf een
soort honorair huismoeder zijn geworden
hierover ons licht hebben opgestoken.
In Duitschland heeft men, naar ons werd
verzekerd, een zelfde rantsoen als voor ons
land is vastgesteld. Iets anders is of men
in Nederland, dat van oudsher een repu
tatie van „het zindelijkste land ter wereld"
heeft op te houden, geen wijziging in be
paalde levensgewoonten zal moeten bren
gen. om niet aan het eind der 3-weeksche
periode minder frisch door het leven te
moeten gaan.
Reeds is uiteengezet, hoe men op zeep kan
besparen en hoe men stukjes puimsteen, als
mede zekeren chemischen reinigingsmidde
len, 'n goede plaats in de keuken zal dienen
te geven. Zoo zal bijv. voor het schrobben in
groote gebouwen geen zeep meer beschik
baar gesteld worden. In de nabije toekomst
zal op een nader te bepalen bon een
schuurmiddel worden verstrekt, dat 4 pet.
vetzuur bevat.
Wasch buitenshuis.
Thans echter willen wij het hebben over
„de wasch buitenshuis". In kringen van
wasehindustrieelen vreesde men aanvanke
lijk, dat de heden ingaande distributie-
regeling dien bedrijfstak groote schade zou
berokkenen door de bepaling, dat voor elke
acht kilogram waschgoed een zeepbon moet
worden afgestaan.
Met name dreigden hiervan de z.g. fijne
wasscherijen en strijkerijen de dupe te
worden. Het is immers in vele gezinnen ge
bruikelijk, dat de huishoudwasch aan een
anderen „waschman" wordt meegegeven dan
de fijne wasch. Deze week zou men er dus
mee moeten beginnen, aan elk dezer leve
ranciers een zeepbon te overhandigen. Voor
al voor kleine gezinnen zou dit wel zeer be
zwaarlijk zijn en het was te voorzien, dat
vele huisvrouwen er uit dien hoofde toe
zouden overgaan, de fijne wasch aan de
zelfde wasscherij mee te geven als de huis
houdwasch: die paar boorden en overhem
den wegens immers toch haast niets!
Naar wij thans vernemen is voor de cate
gorie der fijne wasscherijen waarvan er
alleen in de hoofdstad al een 800 zijn,
ongeacht de groote bedrijven die over het
geheele land werken en aan een uitgebreid
personeel werk geven een voorloopige
regeling getroffen, zoodat zij deze eerste dis
tributieperiode kunnen doorkomen, zonder
dat zij haar afnemers om zeepbons behoeven
te vragen.
Overleg noodig.
De Nederlandsche huisvrouw is niet ge
wend, haar wasch op een goudschaaltje te
wegen. Toch zal zij er zich in de toekomst,
ook als zij „stukgoed" meegeeft, rekenschap
van dienen te geven wat haar elke wasch
aan zeeprantsoenen kost. Zij zal dan bij
voorbeeld tot de ontdekking komen, dat het
althans in dit opzicht voordeeliger is om
goedkoope kwaliteiten textiel in huis te
hebben: het gewicht van een laken, om maar
iets te noemen, varieert al naar gelang van
de kwaliteit van 300 tot 1000 gram.
Men mag gerust rekenen, aldus een vak
man, wiens advies wij in deze zaak vroegen,
dat een gezin, bestaande uit man, vrouw en
drie kinderen waarvan een beneden de
twee jaar per week van vijf tot acht K.G.
waschgoed de deur uitdoet. Hiervoor moeten
dus in een distributieperiode van week
drie zeeprantsoenen worden afgestaan
bijna de helft van het totaal, terwijl de baby-
wasch nog voor het grootste deel thuis zal
worden gedaan, Onnoodig te zeggen, dat ook
hier met het sopje gewoekerd zal moeten
worden en dat allereerst de neiging zal ont
staan, zooveel mogelijk thuis te wasschen.
Was hier dus niet nog een andere factor
in het spel dan ware het te voorzien, dat de
wasscherijen van de distributie enorme
schade zouden hebben.
Deze andere factor echter is van zoo
overwegenden invloed, dat het niet uitgeslo
ten mag worden geacht, dat deze tak van
industrie er per slot van rekening nog beter
op zal worden. Wij bedoelen de mogelijk
heid, om gebruik te maken van een zgn.
vetarm waschmiddel, dat in het geheel geen
of slechts minimale hoeveelheden vetzuur
bevat en dat vrij betrokken kan worden.
Reeds sedert eenige jaren zijn er enkele
van deze gepatenteerde waschprocédé's in
den handel en inderdaad waren er reeds
fabrieken, die een dezer procédé's toepas
ten. Het proefstation voor de waschindus-
trie, waarbij vrijwel alle groote bedrijven
zijn aangesloten, heeft uitgebreide proeven
met deze producten gedaan, die over het
algemeen uitermate bevredigend zijn ver-
loopen. De in het waschmiddel verwerkte
chemicaliën tasten het goed niet aan, terwijl
ook de kleur niet ongunstig wordt be-
invloed.
Het is te verwachten, dat de geheele
waschindustrie in den kortst mogelijken tijd
onder den drang der omstandigheden er toe
zal overgaan, deze waschmethode te volgen.
Vele der bestaande machines zijn er reeds
voor geschikt, andere kunnen spoedig voor
dit doel geschikt gemaakt worden.
Ook bont goed?
Voorloopig is de situatie zoo, dat nog
slechts witgoed volgens bovengenoemd pro
cédé wordt behandeld. Op het oogenblik
worden evenwel proeven genomen met bont
goed, zoodat wellicht ook hiervoor in de toe
komst geen zeep meer behoeft te worden ge
bruikt.
Wat dit voor de huisvrouwen beteekenb
behoeft geen nader commentaar. Het zal
nu haar belang worden, zooveel mogelijk
goed met de wasscherij mee te geven, daar
zij hierdoor immers zeep voor huishoudelijk
en toiletgebruik uitspaart. Zij behoeft daar
enboven niet bevreesd te zijn, dat haar lin
nengoed sneller z:.l slijten. Dezer dagen
toch is een commissie in het leven geroepen,
die de mogelijkheid onder de oogen moet
zien, allen wasscherijen bepaalde voor
schriften te geven, die het behoud van de
kwaliteit moeten waarborgen. Dit is immers
tevens in het belang van onze textiel-
positie.
Hoe is de situatie nu, wanneer vandaag
de „waschman" aan de deur komt? Zeker
voor de eerste periode zijn vele wassche
rijen nog op zeep aangewezen. Zij zullen,
ieder voor zich, moeten uitmaken, hoe zij
voor haar eigen bedrijf een oplossing vin
den, bijvoorbeeld in den vorm van „wissel
bons", die zij zelf kunnen laten drukken en
die zij voor coupures van acht kilogram
aan hun afnemers kunnen overhandigen.
Iedere huisvrouw zal er daarom goed aan
doen, zich in deze aangelegenheid, althans
voor den eersten tijd, met haar eigen was
scherij te verstaan. Deze zal, daar twijfelen
deskundigen geen oogenblik aan, soepel op
treden en met een beetje medewerking van
de zijde der huismoeders zal een ieder te
vreden kunnen worden gesteld.
(Tel.)
j
Geen tekort te vreezen.
's-Gravenhage, 31 Aug. Daar in som
mige streken van ons land geruchten de
ronde doen over een eventueele distri
butie van en een mogelijk tekort aan
aardappelen, wordt het van deze zijde
op prijs gesteld ter geruststelling eenige
mededeelingen te doen over de aardap
pelpositie en een overzicht tc geven van
de maatregelen, welke de overheid
noodig acht om de aardappelvoorzie
ning veilig te stellen.
De normale aardappelopbrengst in Neder
land is veel grooter dan de consumptie. In
normale jaren bedroeg de uitvoer eenige
honderdduizenden tons, terwijl voor vee
voeder eveneens een niet minder groote
hoeveelheid werd bestemd.
Zeer zeker zal dit jaar met een toenemend
verbruik van aardappelen moeten worden
rekening gehouden. Neemt men daarbij
echter in acht, dat de export grootendeels of
geheel wegvalt, en dat door de overheid een
veevoederverbod van alle aardappelen, wel
ke voor menschelijke consumptie geschikt
zijn, wordt uitgevaardigd; dus dat alle voor
menschelijke consumptie geschikte aardap
pelen ook werkelijk hiervoor worden be
stemd, dan is het duidelijk, dat een aardap
peltekort niet te vreezen is. Het moet dan
ook ten sterkste worden ontraden reeds in
de maanden Augustus en September win
tervoorraad op te doen. Immers de aardap
pelen, welke dan aan de markt komen zijn
in de eerste plaats de middelvroege aard
appelen en de nog niet voldoende uitgerijp-
te late aardappelen. Beide groepen zijn niet
geschikt voor opslag voor eenigszins langen
duur en nu reeds opslaan zou tot gevolg
hebben: verloren gaan van waardevol voed
sel, wat thans zeer zeker vermeden moet
worden.
In de maanden October en November,
wanneer de houdbare aardappelsoorten
beschikbaar zijn, zal het publiek, dat
zulks gewoon was, in de gelegenheid
worden gesteld de normale winterpro
visie op te doen.
Hierbij moet echter 'n ernstige waar
schuwing gericht worden tot het pu
bliek in de groote steden, waar geen of
onvoldoende bergruimte aanwezig is.
Het moet ten sterkste ontraden worden,
aardappelen op te slaan in daarvoor ge
ïmproviseerde voor dit doel absoluut
ongeschikte plaatsen.
Het opslaan van winterprovisie is trou
wens voor de groote steden niet noodig,
daar, behalve dat alle aardappelen, welke
voor consumptie geschikt zijn, door de over
heid worden vastgelegd er voor gezorgd
wordt, dat in de groote steden steeds vol
doende aardappelen aanwezig zijn. Er is een
regeling getroffen, dat voor het geval van
optreden van vorst, de steden vóór dien tijd
beschikken over een aardappelenvoorraad
ter plaatse, toereikend voor minstens twee
maanden, terwijl deze voorraad steeds wordt
aangevuld.
Verder wordt door de overheid voor deze
groote steden een voorraad gereserveerd
voor de voorjaars-maanden.
Tenslotte wordt er met den meesten na
druk op gewezen, dat het geenszins in de
bedoeling ligt noch noodig is tot een aard
appeldistributie over te gaan.
Door een volledig organiseeren van den
aardappelhandel van groot tot klein kan de
overheid bovendien er voor zorgen, dat de
prijs voor den consument tot het redelijke
beperkt blijft, zoodat ook in dit opzicht geen
reden voor ongerustheid aanwezig is.
t
In verband met de omstandigheid, dat vele
eigenaren van met olie gestookte centrale
verwarming- of andere ketels voorloopig
de nog in hun bezit zijnde voorraden olie
zullen kunnen gebruiken en dat bedrijven
(b.v. bakkers) nog voor een gedeelte hunner
brandstofbehoefte olie-toewijzingen ontvan
gen, is de vraag gerezen, of door hen een
.der formulieren a. tot en met e. voor het
'verkrijgen van vaste brandstoffen dient te
worden ingevuld.
Dit moet inderdaad geschieden, doch in
alle gevallen dient op het formulier te wor
den vermeld, dat voorloopig nog hetzij ge
heel hetzij gedeeltelijk met olie zal worden
gestookt.
De betreffende formulieren zijn ver
krijgbaar gesteld bij de plaatselijke distri
butiediensten.
is het EENIGE DAGBLAD met een
EIGEN STADSKARAKTER.
Dat is de GROOTSTE WAARDE voor den
adverteerder' Tel. 3320.
*N 42 N
a>
N G 5
<D <3
73 UO c/2
Sj-9
.g
<6 "8
S-C -
So.S
É3 .53 u
W S
3
.s« s
3 g
<D G
O
73 T3 3
0 c Q
K ra
«■si
■S-2"!
■°3 s
«O
B *0»
<D <D o
•x V, 73
44 <D
T? -
-4 43 43 ;->73
S,G-£ G W G G
ga I
-»r »-i H
G 0
O
.tï H SB 3
ag-gsa 5
O (U tl) 0
S SI'S-O i
I E a
G 0 0 0 73 j;
8 i> .Si t
-M 44 tuo 73
<U G) <D Jr
S
<8 S
S 1
bk'S S
0 ÜjO 0
a&jiS
OggS,
,£c o«
c 0 73
u tv a
12 43 tuo 0 O
W 0 "w *2
"S S -3 -g g
TH G
0 0 o 0 g
00 73 PH 73 O
73 S
G
Gi 0
a 0
ra i-i
'o ns
.S
0) XI
O O)
sa
c w
H C
- S B
w.B -S
"8
tü
•3.9
0 O
42 73
M o
L| o M
8 O J2
rH 0
8 S r«
4*5 G o
m g w
rG 4*5 r-j
•SE»s
(U
0 CD
Stag»
gj o 8 <s
0 ö-r w
0 O .2 43
U O
C <1
0 g bo
G
0
bo
ra s
GJ -
f—i v_>
(K 2 P
S h*
q000ww/i\w ,h ri
cm ai
J3
g
0 So g
0 O
-X
w -o O
r^. +-> O
s s°
O g
U 0 0
ÜJ3 G
■O
4*5
<B Si O
5 (H W n
'j3 o 8 -C
O
sir
o o
o 73 T3
2
So
43 ra
0 43
"S 0
O o
O 0
Ï_J
0 0
73 43
cj "'1 ra jo
o ra ra c
CL co
■B
■s "2
5 BI
T3
.52
0 fl, IS
110 cm 21
■r X -8
a M "3
S S c
o <o
m s> v
3 <U
üBa
s g
Tl O •+-»
o 75 G
2 O LH 2
ra 0 43
Sn o
h ta
0
S c
o.S
s 3
w >-i O
0 Hi
gn*
p g*o
ft
0 0 G
tuo o 2
s_, ra
0 -H»
^00
1_I 43 W
o w ra
H 0
N
0
•8 3 g
w G G
73 0 ra
5 N G
o 0
o
N p
n e c
•8 R S
«i 0)
S ËW
«IS"
a^| a
E B O
3 2 S
c"!
'S g
£.2°^
ra 0 0 44
■5 Jfa I-S
8 g I s
44 B
asl 3 g
c SJ a 44 2
MO
.3 -H 73 o
Kg
G 0 2, 0
53 0 rG
►7 0 O
^4 (J
go g^ü
S w ra 4*5
9 «-g
b2 o m U
bo 0 0 ra
ft w 5G
3*11
O 0 G
g S
••^S 3
-H> 0
I 0
S 3 i 45
•a ra
8 fiNo
"CO r-H
ra J 3
r—1 0 0 zr
ftNrBfl
SS
g E s
tj 0
g 43 g
'H "8 -e
43 0
g
0 o
■8
O o
§1
b0A5 ft
H M 0
O 0
0
•c-T 43
G 4*5
2®.a
Sos
e
44 B
tuo ra 0
o 0
E M
<3 g
"S j
ai
■O 44
•2f g
44 73
44 ra oi
0 44 0
S =3
h o f
co 44
B
G 1
0
0 G T5
8
W>
B S "g
i
0)
VOOR HUISVROUW
door
MARTINE
WITTOP KONING.
EEN „GROENTEN-COMBINATIE".
Tomaten en slaboontjes.
Gewoonlijk wordt het geven van twee
groenten min of meer als luxe beschouwd.
Dit is het ook zeker als beide groenten apart
toebereid en opgedaan worden, want behal
ve twee pannen en twee dekschalen, gebrui
ken we immers ook twee gasvlammen of
andere warmtebronnen.
't Wordt een ander geval, als we beide
groenten tezamen bereiden en opdoen, het
geen zoo nu en dan mogelijk zal zijn. Zelfs
kunnen we ook de aardappelen wel eens
samen met de groenten gaar maken, zoodat
we een echt éénpansgerecht koken. Het van
ouds gewende stampen, laten we soms eens
achterwege, hiervoor in de plaats komt dan
luchtig omschudden, waarbij eveneens alle
bestanddeelen worden vermengd.
We laten een recept volgen van een sma
kelijke „stoofpot", met tomaten en slaboon
tjes. Kaas vervangt dit maal ter afwisseling
het vleesch.
Stoofpot met tomaten en slaboontjes.
(maaltijd voor 4-5 personen): 2 Kg
aardappelen, 1% pond slaboontjes, I
pond tomaten, y. pond jonge kaas,
1 eetlepel zout, 2 kopjes water, 80
gram boter (4 afgestreken eetlepels),
desgewenscht 1 ui.
Haal de slaboontjes af en breek ze door
midden. Zet ze op met het water en het
zout en kook ze half gaar (ongev. 20 min.)
Boen intusschen de aardappelen schoon met
een pannenspons of een harde borstel. Snijd
ze doormidden en doe ze bij de half gare
slaboontjes. Voeg, als de aardappelen een
kwartier gekookt hebben, de gewasschen en
in vieren gesneden tomaten toe. Doe de in
blokjes gesneden kaas erbij als de aardap
pelen gaar zijn; giet overgebleven kooknat
af (maar bewaar dit) en schud alles luchtig
door elkaar. Laat de boter in de koekenpan
bruin worden (desgewenscht onder toevoe
ging van een fijn gesnipperde ui) en voeg
hierbij het afgegoten kooknat. Geef deze
jus bij de stoofpot.
ALS DE TOMATEN RIJP ZIJN
Ook het middagmaal deelt mee
in den tomatenovervloed.
De allergemakkelijkste manier is de to
maten in haar geheel gaar te maken en dan
als groente te beschouwen. We dompelen
daarvoor de gewasschen vruchten eerst een
paar minuten in kokend water, zoodat het
velletje gemakkelijk loslaat; we nemen dit
er af, schikken dan de tomaten in een
breede platte pan (bij ovengebruik nog lie
ver in een braadslee of in een vuurvasten
schotel) en we stuiven er wat fijn zout over.
Dan gieten we op den bodem van de pan
een scheutje wate en we zetten de pan op
een zacht vuur (de braadslee of den vuur
vasten schotel in een matig warmen oven).
Met een deksel erop worden nu de vruchten,
gaar gemaakt (15 a 20 minuten); we schik
ken ze op een schotel, roeren door het over
gebleven vocht oen klontje boter en gieten
het dan bij wijze van sausje over de toma
ten, die we liefst nog even bestrooien met
wat fijngesneden peterselie.
Voor velen zal dit eenvoudige gerecht
nog smakelijker worden als er op den
schotel wat geraspte kaas wordt overge-
strooid; zijn we niet zeker, dat iedereen
daarop gesteld is, dan presenteeren we er
afzonderlijk een schaaltje geraspte kaas bij,
waarvan ieder naar eigen wensch zich al of
niet kan bedienen.
't Is zeker het probeeren wel waard!
Een ander eenvoudig tomatengerecht,
eveneens bedoeld als groente (b.v. bij ge
hakt en gekookte aardappelen) bereiden we
door de tomaten met of zonder het velle
tje in dikke plakken te snijden en die
laagsgewijs in een pan te leggen met tel
kens een snuifje fijn zout en een ietsje
fijngesneden ui er tusschen. In de gesloten
pan worden de plakjes op een zacht vuur
gaar gemaakt (ongeveer een kwartier), ze
worden dan met een schuimspaan overge
bracht in de dekschaal, terwijl het in de
pan achtergebleven vocht vermengd met
een klontje boter cn gebonden met een
ietsje aardappelmeel er over wordt gego
ten.
Ook bij dit gerecht kan een schoteltje ge
raspte kaas de door velen gew.enschte
smaak verhooging aanbrengen.
Tofnatenmoes vormt weer een andere mo
gelijkheid. We snijden daarvoor de ontvelde
tomaten in stukken en laten die in een pan
met grooten bodem zoo vlug mogelijk tot
moes koken om ze daarna zonder deksel
nog even te laten indampen tot appelmoes
dikte. We maken het moes op smaak af met
wat zout en misschien wat peper of wat
paprika, we roeren er een klein klontje
boter door en we binden het (als 't noodig
is) met een tikje aardappelmeel.
Tomatenmoes past bijzonder goed bij
bruine of witte boonen; ook echter wel bij
gekookte aardappelen. In beide gevallen
doet dit groentegerecht prachtig dienst om
jus te sparen; immers door de betrekkelijk
groote vochtigheid neemt het het droge van
de aardappelen of de peulvruchten weg
zonder dat de maaltijd rijkelijk van jus
voorzien behoeft te zijn.
Ten slotte kunnen we de tomaten uithol
len, ze voorzien van het een of ander sma
kelijk vulse en ze daarmee even gaar laten
worden. Gewoonlijk laten we in dat geval
het velletje erom; we wasschen dus enkel
de tomaten, snijden er een niet te klein
kapje af en nemen (met een scherp thee
lepeltje b.v.) het zou en het sap binnenuit
weg. Dan brengen we het intusschen klaar
gemaakte vulsel in de uitgeholde tomaten,
we schikken de vruchten met op elk een
klein klontje boter, in een pan of bij
ovengebruik in een vuurvasten schotel
of een braadslee en we leggen op den bo
dem het gezeefde uitholsel, verdund met
een scheutje water of bouillon. Op een
zacht vuur of in een matigen oven
laten we de tomaten gaar worden, ze af en
toe bedruipende met de vloeistof; als ze
zacht zijn en het vulsel ook gaar is (ge
woonlijk in niet langeren tijd dan y, uu),
brengen we ze uit de pan of uit de braad
slee over op een schotel, terwijl we er het
achtergebleven sausje overeheen gieten.
Als vulsel komt b.v. gehakt in aanmer
king, op de gewone wijze aangemaakt en
vervolgens rauw in de tomaten gedaan.
Verder kunnen we een mengsel maken
van gekookte rijst, een lichtgeel gefruit ge-
sneperd uitje en wat geraspte kaas, terwijl
nog weer een andere mogelijkheid bestaat
uit een vulsel van (voor 8 middelmatig
groote tomaten): 1/4 1. melk, 200 g. (2 af
gestreken eetlepels) bloem, 20 g. (1 afge
streken eetlepel) boter, 200 g. (2 ons) kaas,
wat zout en peper.
We verwarmen op een zacht vuur roe
rende de boter met de bloem toe een glad
geheel; de verdunnen dit geleidelijk met de
melk en laten dan de saus even doorkoken
tot ze flink gebonden is. Dan mengen we er
de in kleine blokjes gesneden kaas door,
maken het mengsel op smaak af met zout
en peper en verdeelen het over de uitge
holde tomaten, die vervolgens op de reeds
beschreven wijze worden gaar gemaakt.
De secretaris-generaal, waarne
mend hoofd van het departement van
Landbouw en Visscherij maakt het
volgende bekend:
Zooals reeds eerder werd gepubli
ceerd, zal de nieuwe distributie-perio
de voor boter, margarine en spijsvet
acht weken duren, namelijk van 24
Augustus a.s. tot en met 18 October
a.s.
Gedurende dit tijdvak geeft elk der
met „05" tot en met „12" genummer
de bonnen der boter kaart recht
op het koopen van een half pond
boter.
Van de vetkaart wordt voor 't
bovengenoemd tijdvak eveneens een
achttal bonnen aangewezen en wel de
volgende:
De met „05", „06" en „07" genum
merde bonnen geven elk recht op het
koopen van een half pond margarine
of een half pond boter.
De met „08" genummerde bon
's-Gravenhage, 31 Aug. Het rijksbureau
voor de voedselvoorziening in oorlogstijd
vestigt er de aandacht op, dat, zooals reeds
eerder bekend is gemaakt, het met ingang
van 1 Sept. 1940 aan detaillisten verboden
zal zijn, boter uit te spitten. Van dien datum
af zullen detaillisten uitsluitend in het klein
verpakte en gemerkte boter mogen verkoo-
pen. Men wordt aangeraden hiermede nauw
lettend rekening te houden, aangezien afwij
king van dit verbod niet zal worden toege
staan.
Extra rantsoen
toiletzeep.
De secretaris-generaal, waarnemend
hoofd van het departement van handel,
nijverheid bn scheepvaart maakt het na
volgende bekend.
Zooals reeds eerder in de pers werd ge
publiceerd, wordt op 31 Augustus een
aanvang gemaakt met de distributie van
zeep.
Gedurende het tijdvak van
31 Augustus tot en met 24 Sep
tember a.s. geeft det met „115"
genummerde bon van het alge
meen distributicbonboekje recht
op het koopen van 150 gram
toiletzeep (nieuwe samenstel
ling) óf 120 gram huishoudzeep,
óf 200 gram zachte zeep èl 250
gram zeeppoeder of voor zoo
ver voorradig 125 gram zeep
vlokken óf 250 gram zelfwerkende
waschmiddelen óf 200 gram vloei
bare zeep.
Voor zoover de verpakking dit
toelaat, kan de verbruiker desge
wenscht gedeelten van boven
staande hoeveelheden in combi
natie op één bon koopen. Men zal
dus b.v. op cén bon 60 gram
huishoudzeep plus 100 gram zachte
zeep kunnen verkrijgen.
Wasscherijen zullen vooi de behandeling
van de gezinswasch gedurende bovenge
noemd tijdvak de met „115" genummerde
hon van.het algemeen distributiebonboekje
van hun cliëntèle in ontvangst kunnen
nemen voor het koopen van waschpoeder,
eh wel één 'bon per acht kilogram droog
waschgoed. De wasscherij zal per bon
600 gram waschpoeder kunnen betrekken.
De aandacht wordt er op geves
tigd, dat waschpoeder slechts ver
kocht wordt aan wasscherijen, het
product is niet in den detailhandel
verkrijgbaar.
De als extra-rantsoen door de dis
tributiediensten uit te reiken bonnen
voor „één rantsoen toiletzeep" geven
gedurende het tijdvak van 31 Au
gustus 1940 tot en met 24 Januari
1941 elk recht op het koopen van een
stuk toiletzeep (oude samenstelling)
van gemiddeld gewicht.
Voorts zal gedurende het tijdvak van 31
Augustus.tot en met 31 December a.s. de
met „116" genummerde bon, welke tege
lijk met de textielkaart is uitgereikt aan
mannelijke personen boven 15 jaar, recht
geven op het koopen van 50 gram scheer
zeep óf voor zoover voorradig één
tube scheercrême dan wel één pot scheer
zeep.
geeft recht op het koopen van een
half pond gesmolten spijsvet of een
half pond boter.
De met „09", „10", „11" en„12" ge
nummerde bonnen geven recht op 't
koopen van een half pond boter, waar
op een reductie van 10 cent per bon
wordt verleend. Deze reductie wordt
dus niet verleend bij het koopen van
boter op een der over!-•> *>ovon
genoemde bonnen.