Rechtszaken Ned. Socialistische Werk gemeenschap. Politierechter. Geheime distilleerderijen in Noordholland. Zes verdachten veroordeeld. Vonnissen van twee tot tien maanden gevangenisstraf. TWEEDE BLAD. Z Oproep aan de socialisten in Nederland. De Ned. Sco. Werkgemeenschap heeft een oproep aan de socialisten in Nederland gedaan. Door maatregelen van den rijks commissaris aldus deze oproep werd de heer Rost van Tonningen benoemd tot commissaris van de s.d.a.p. In de besprekingen, welke door ons sindsdien zijn gevoerd, is komen vast te staan, dat er geen bezwaar bestaat, dat de Nederlandsche arbeiders op eigen ver antwoordelijkheid hun weg in de toekomst vmden. Indien dan ook de socialisten van Nederland tot een nieuw vereenigings- punt zullen zijn gekomen, dan kunnen zij onder eigen leiding zonder curator en met toekenning van de rechten, die thans an dere groepen, welke aan het politieke leven deelnemen, bezitten, den strijd voor het socialisme voortzetten. Het is hierom noodzakelijk, dat er een eind wordt gemaakt aan de groote ver warring, die gesticht is door degenen, die meenen, dat het werk voor het socialisme moet worden gestaakt, omdat zij geen strjjd kunnen voeren voor het democra tisch socialisme. Ieder die ziet, wat er in de wereld gebeurt, zal begrijpen, dat men het volk van Nederland een slechten dienst bewijst door thans aan den kant te gaan staan en af te breken, wat moeizaam en ten koste van groote offers is opge bouwd. Er zal een socialistische politiek moeten worden gevoerd, die rekening houdt met den inter nationalen samenhang van het economische leven. De feiten hebben overtuigend bewezen, dat de kapitalistische voortbrenging on economisch en verkwistend is, dat zij een ten bate van de gemeenschap zoo hoog mogelijke productie in den weg staat. De slechte verdeeling van de koopkracht belemmert het verbruik en de productie. De arbeiders moeten thans weten, wat zij willen en moeten den nieuwen weg af bakenen, die naar het socialisme voert. Daarom richten wij tot de socialisten in Nederland den oproep: sluit u aaneen en helpt mee aan het stichten van de „Neder landsche socialistische werkgemeen schap.' De oproep geeft dan een aantal punten, die onder nieuwe vormen de oude ideeën van de sociale rechtvaardigheid moeten verwezenlijken. 1. het streven van de N.S.W. heeft ten doel den opbouw van de Nederland sche volksgemeenschap in socialisti sche zin. Dat wil zeggen, dat de arbeid de basis wordt voor de sociale en economische verhouding. Wij verlan gen de samenvatting van alle krachten in het besef, dat het Nederlandsche volk een ondeelbare gemeenschap dient te vormen. 2. Wij willen, dat de Nederlandsche volkshuishouding haar plaats vindt in de nieuwe economische ordening, die bezig is zich in Europa te voltrek ken, opdat wij in de groote harmonie van het geheel een gave eenheid zul len vormen, zulks in overeenstemming met behoud van aard en karakter van ons volk. 3. Door deze nieuwe oriënteering zal de werkloosheid kunnen worden over wonnen en zal de arbeid in zijn waarde hersteld moeten worden. 4. Wij eisehen een zoodanige beschikking over de productiemiddelen, dat de voortbrenging niet langer eenzijdig op particulieren winsthonger wordt ge richt, maar ten bate van ons volks geheel zal worden opgebouwd. Noodig is daartoe de controle van staats wege op het bankwezen en beheer- schin-g van het credietwezen. 5. Het platteland zal moeten worden be vrijd van de knechtsschap, waarin de kapitaalmachten de boeren- en tuin derstand wisten te slaan. Daarnaast zullen goede afzetmogelijkheden moe ten worden geschapen. Voor allen, die de bodemproductie helpen verzorgen, dient een behoorlijk bestaan gewaar borgd te zijn. 6. De middenstand dient te worden be schermd, eenerzij-ds tegen de overwoe kering van kapitaalsconcentratie an derzijds door een regeling van zijn be staan, die ook aan deze categorie me dewerkers een redelijk en verzekerd inkomen schenkt. 7. De sociale wetgeving, die nog al te zeer ontoereikend is en vaak ook ver ward en ongelijk werkt, zal in een groot en evenwichtig samenstel van maatregelen moeten worden samen gevat, waarbij met inachtneming van d eeischen van algemeen belang aan arbeiders, boeren middenstanders, aan de werkers van hoofd en hand en met name ook aan hen, die thans nog onverzorgd zijn, een redelijke 'bescher ming wordt geboden. 8. Het vraagstuk „oud en arm" zal door een actie voor een behoorlijk arbeids- pensioen op den grondslag van ons gemeenschappelijk verantwoordelijk heidsbesef voor degenen, die hun ar beidskracht aan staat en maatschappij gaven, zijn oplossing moeten vinden. 3. Het recht van ieder werker op een jaarlij-ksche rustpooze, waarin hij ontspanning zal kunnen vinden en de schoonheid van land en volk dient te kunnen leeren kennen, zal uitdrukking moeten krijgen in de algemeene door voering van een jaarlijksche vacantie, met behoud van loon en gelegenheid, om zich op billijke voorwaarden naar elders te verplaatsen. 10. Opvoeding van de jeugd tot gemeen schapszin en bewuste verantwoorde lijkheid van den eenling, voor het ge heel, waarvan hij deel uitmaakt, be vordering van en steun aan instellin gen, welke ontwikkeling en algemeene vorming van arbeiders, met name de jeugdige beoogen. NEDERLANDSCHE SOCIALISTISCHE WERKGEMEENSCHAP OPGERICHT. Zondagmiddag heeft een vergadering plaats gevonden van een 40-tal vooraan staande personen uit de socialistische arbei- dersbeweging in Nederland, meerendeels functionnarissen der s.d.a.p. De leider der bijeenkomst Tjerk van der Zee, die ook het initiatief tot deze bespre king had genomen, zette in zijn openings' woord in het kort nog eens zijn bedoelingen uiteen. Hij heette in het bijzonder welkom den heer Rost van Tonningen, die er prijs op heeft gesteld om bij de beraadslagingen aanwezig te zijn. Wij zullen, aldus spr., van het volk socia listen moeten maken, die inzien, dat een volkseenheid de waarachtige voorwaarde voor een hoogere samenlevingsvorm. Ons streven zal er in de toekomst op gericht moeten zijn, om de menschen duidelijk te maken, dat uit hun midden de ideeën moe ten opkomen, die staat en maatschappij vor men. De socialistische idee zal daarbij be- heerscht moeten worden door concrete so cialistische plannen en eisehen. Hierdoor zal de nieuwe socialistische bew "ing u' de s.d.a.p. kunnen worden tot een krachtige stuwkracht die mede de voorwaarden help vormen voor socialistisch regeeren. Ieder, die strijden wil voor een samen leving, waarin grievende onredelijkheid en ongerechtigheid gebannen wordt, zal juist nu voor het socialistisch ideaal op de bres moeten staan. Er zal eerlijk naar gestreefd moeten wo den, om de psychologische verschillen, die bestaan tusschen hen, die eigenlijk moesten samenwerken, te overbruggen. Het heeft ons getroffen, dat wij bij onzen zoo uiterst moeilijken arbeid zoo veel ver keerd begrip en averecht inzicht hebben moeten ondervinden. Voor ons is het uit gangspunt: waardeering voor elkanders persoon en arbeid. Dit is een recht, dat wij van elkander kunnen eisehen. Wij hebben gemeend onze houding te moeten bepalen naar de harde dwang van het practische leven, naar de behoefte om onze krachten te blijven geven voor den strijd voor het socialisme. Wie in onze dagen klaagt, vergelijke eigen kleinmoedigheid met het onwankelbare ge loof, dat de pioniers bezield moet hebben, toen zij hun schier bovenmenschelijken strijd in die' dagen zijn begonnen, Tijdens de bespreking, welke op deze in leiding volgde, werd door den heer Rost van Tonningen, commissaris van de s.d.a.p., er nog eens in het bijzonder de nadruk op ge legd, dat het doel van zijn besprekingen in de afgeloopen weken met de functionnaris sen der s.d.a.p. gevoerd, is, dat de arbeiders op eigen verantwoordelijkheid den weg naar de toekomst kunnen vinden en tot een eigen politieke wilsuiting zullen kunnen komen. Met algemeene stemmen werd besloten tot de stichting der Nederlandsche socialistische werkgemeenschap. De volgende personen verklaarden zich bereid in het voorloopig bestuur zitting te nemen: Tjerk v. d. Zee, voorzitter; A. van Heusden, secretaris; W. D. Bekking, pen.- ningmeester; W. van Dok, 2e voorzitter; M. Geels, lid; R. Heer, lid en G. Stempher, lid. EERSTE IUNDERTREIN UIT DE OSTMARK TERUG. Gisteravond ongeveer half 10 is de eerste trein met kinderen, welke eenige maanden in de Ostmark hebben doorgebracht, te Rot terdam teruggekeerd. In dezen trein zaten ongeveer 800 kinderen, waarvan een hon derdtal te Rotterdam thuis hoorden. De overige kinderen waren afkomstig uit ver schillende plaatsen in Zuid en Noordholland, Zeeland, Brabant en Limburg. Dezen avond konden de kinderen hun woonplaatsen niet meer bereiken. De spoor wegen hadden evenwel gezorgd, dat een verwarmde trein klaar stond, waarin de kinderen den nacht konden doorbrengen. Een klein gedeelte kon nog een aansluiting in de richting 's-Gravenhage en Leiden ha len. In den trein hebben de kinderen nog gegeten, zoodat geen vrees voor hongerige magen bestond en vanochtend stond een ont bijt voor hen gereed, vóór zij de reis naar hun woonplaatsen voortzetten. Morgen komt de tweede trein uit de Ost mark terug, daarna zullen de treinen om den anderen dag aankomen, de laatste op 30 September. Ook de Nederlandsche jour nalisten, welke in de afgeloopen week een bezoek aan de Ostmark hebben gebracht, zijn teruggekeerd. ZWERVENSMOEDE. Zaterdagavond meldde zich de 17-jarige L. uit Rotterdam op het politiebureau te Bussum om onderdak. Uit zijn verhaal bleek, dat hij den vori- gen Maandag na een twist met zijn vader was weggeloopen. Hij had de geheele week gezworen, de laatste dagen te Amsterdam. In het Gooi, doornat van den regen, geen cent meer op zak van de enkele guldens die hij uit Rotterdam had meegenomen, verloor hij den moed om verder te gaan. GROOTE POERDERIJ TE BLEISWIJK AFGEBRAND. Tengevolge van het inslaan van den bliksem is Zaterdagavond de boerderij v in den veehouder J. Mast te Bleiswijk in bra-nd geraakt. De oogst, een groote voor raad hooi en veevoeder, benevens 22 paar den en eenig vee kwam in de vlammen om. Alleen een gedeelte van het woonhuis is behouden. Verstrekking van middelbaar en hooger onderwijs met staatshulp aan kinderen, die daarvoor geschikt, doch wier ouders onbemiddeld zijn. 11. Wederopbouw en verbetering van het onderwijs, nijverheids- en landbouw onderwijs en verplicht stelling van de ■lichamelijke opvoeding. 12. Bevordering van de volksgezondheid; door een staatsregeling voor zieken verzorging en een krachtige bestrijding van de tuberculose met behoorlijken nazorg voor de verpleegden. 13. Krachtige en onafgebroken bevorde ring van den volkswoningbouw, HET INCIDENT MET DE W.A. TE DEN HAAG. De politie-agenten in vrijheid gesteld. Naar wij vernemen zijn de politie agenten, die Zaterdag 7 September jl. in de Balistraat te Den Haag revolverschoten hadden gelost op eenige leden van de weer-afdeeling der n.s.b., waardoor de W.A.-man Peter Ton werd gedood en enkele andere nationaal-socialisten wer den gewond, en die deswege in voorloopig arrest zijn gehouden, weder in vrijheid gesteld. Deze vrijlating is geschied onmid dellijk nadat bij den hoofdcommissaris van politie een verzoekschrift daartoe van de moeder en de zuster van wijlen Peter Ton. zoomede van het W.A.-vendel, dat diens naam draagt, was ingekomen, in welk ver zoekschrift tevens uiterste clementie voor deze agenten werd bepleit. DE ROOFOVERVAL TE HOLTEN. Het O. M. teekent hooger beroep aan. Het openbaar ministerie bij de recht bank te Almelo is tegen het vrijsprekend vonnis, gewezen tegen G. V., klompen maker, en H. H. Th. D., koopman, resp woonachtig te Apeldoorn en Deventer, in hooger beroep gegaan. Zooals bekend, werden beiden verdacht den roofoverval onder Holten te hebben gepleegd, waarbij de bejaarde landbouwer Leetink tengevolge van de ondervonden mishandeling het leven liet, terwijl zijn echtgenoote ernstig werd gewond. De officier van justitie eischte tegen beide verdachten levenslange gevangenis straf. HET DRAGEN VAN INSIGNES EN ONDERSCHEIDINGSTEEKENEN DOOR AMBTENAREN. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van binnenlandsche zaken, heeft bepaald, dat ambtenaren in dienst of bij gekleed gaan in uniform voortaan geen enkel ander insigne of onder- scheidingsteeken meer mogen dragen dan die welke van regeeringswege zijn verstrekt of voorgeschreven. Dit verbod geldt even eens ten aanzien van vreemde ordeteekenen, afkomstig van mogendheden, waarmede het Duitsche rijk in oorlog is. Het verbod geldt niet voor Nederlandsche ordeteekenen. In het kussen gestikt. - In een woning op den Nieuwendijk te Amsterdam is een kindje van drie manden in een bed voor over in de kussens gevallen. Toen de moe der erbij kwam, moest zij constateeren, dat de kleine in zeer benauwden toestand ver keerde. Kort daarop is het kind overleden. Hout. - De secretaris-generaal, waar nemend hoofd van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart maakt bekend, dat vanaf heden is verboden zon der vergunning van den directeur van het rijksbureau voor hout, om hout voor zoover dit bestemd is om hier te lande te worden ingevoerd, te koopen. Hieronder vallen ocoume, oregonpine, pitchpine, teakhout., bangkirai, ebbenhout, pokhout en palisan- derhout. DRAMA TE ROTTERDAM. Op den vierden December 1939 is te Rot terdam een drama voorgevallen dat aan de echtgenoote van een vrij bejaard architect het leven heeft gekost, al was het dan op haar uitdrukkelijk verlangen. Het bureau van den architect was dermate achteruitge gaan, dat de man niet meer aan zijn finan- cieele verplichtingen kon voldoen. Daarom hadden hij en zijn vrouw besloten een einde aan hun leven te maken, waartoe de man eerst zijn vrouw en daarna zichzelf met den revolver zou doodschieten. Tevoren had de architect den huisarts ont boden om op zeker uur bij hem te komen, welk uur zoodanig was gekozen, dat, naar de architect meende, de dokter slechts de lijken van beide echtelieden zou aantreffen. Toen de geneesheer kwam, was inderdaad de vrouw reeds overleden, doch het revolver schot, dat de architect op zichzelf had ge richt, bleek zijn doodelijke uitwerking te hebben gemist en alleen eenige verwonding te hebben toegebracht. Het gevolg was, dat de architect zich eeni ge maanden later voor de Rotterdamsche rechtbank moest verantwoorden en deze veroordeelde hem op 1 Juli j.l. tot vier jaren gevangenisstraf, te ondergaan in een bij zondere strafgevangenis. De veroordeelde kwam hiervan in hooger beroep bij het Haagsche gerechtshof, voor welk college de zaak gister opnieuw diendde. De advocaat-generaal, mr. Polman, eischte veroordeeling van verdachte tot een jaar gevangenisstraf, te ondergaan in een bij zondere inrichting, zoomede voorwaardelijke terbeschikkingstelling van de regeering. Het Hof zal 30 September arrest wijzen in dit drama. De politierechter te Alkmaar, mr. Krabbe, heeft zich gistermiddag onge veer 4 uur bezig gehouden met het be rechten van de schuldigen, betrokken bij geheime distilleerderijen in het gemaal van de Koog- en Bleekmeerpolder te Harenkarspel en in de schuur van een kippenfokker te Limmen. Van een snelle berechting in deze zaken kan moeilijk worden gesproken, aangezien de ten laste gelegde misdrijven in Nov. 1938 hadden plaats gehad. Mr. Krabbe sprak er zijn verwonde ring over uit, dat men ook te platten- lande zich met deze de wet negeerende misdadige praktijken bezig houdt. De rijksadvocaat, mr. Seylhouwer, verzekerde echter, dat dit werk van de onderwereld juist nogal vaak in ten plattenlande aanwezige rustige gelegen heden wordt beoefend. De rijksadvocaat sprak zelfs van een heel complex van de onderwereld. Toen wij alle verdachten, t.w. een kippen fokker uit Limmen, een machinist van een klein poldertje uit Harenkarspel, een bloem bollenhandelaar uit de Zijpe, een assuradeur uit Heemskerk, een koopman uit Den Helder en een transportarbeiders, eveneens uit Den Helder, voor den rechter hadden gezien, werd het ons duidelijk, dat wij hier meer met 'n stelletje gesjochten nazaten van de oude Batavieren, die zelf hun bier brouw den, te doen hadden, die verlokt door de kans op een gemakkelijk winstje, niet door drongen van den ernst van 't misdrijf, ge hoopt hadden hun berooide positie te ver beteren. Jongens van de onderwereld bleken het niet. Zelfs de rijksadvocaat en de politierechter tot deze conclusie, omdat kwam vast te staan, dat geen van allen voordeel uit de manipulaties had getrokken en waren ge snapt vóór zij hun alcoholproduct aan den man hadden kunnen brengen. Bij den kippenfokker P. J. B. te Limmen hadden de belastingambtenaren 10 Dec. 1938 een distilleerketel, een petroleumvergasser en drie vaten, inhoudende 150, 158 en 151 liter alcohol vloeistof van een walgelijken reuk, benevens 4 bussen gedistilleerd ge vonden. De verdachte vertelde, dat hij zich door onbekende, doch na het hooren van de ver maken winst had beloofd, had laten verlok ken, om in zijn schuur met de praktijk te beginnen. Aanvankelijk had hij er niets voor gevoeld, maar armoede had hem er toe gebracht. Toen ik aan den gang moest, aldus verdachte, brak het angstzweet mij uit en wenschte ik, dat het ding in den grond zakte. Aanvankelijk geloofden nóch de politie rechter nóch de rijksadvocaat iets van den onbekende, doch na het ooren van de ver- baliseerende ambtenaren, nam ook de rijks advocaat aan, dat deze verdachte bewerkt was door iemand van het gilde der onder wereld. Aangezien verdachte rijpelijk heeft kun nen nadenken, doch het doen had gekozen, vorderde de officier van justitie, mr. van der Feen de Lille, tegen deze verdachte tweemaal vier maanden gevangenisstraf. Na een pleidooi van mr. Smal, die ver dachte als een eenvoudigen dommen man teekende, die het slachtoffer was geworden van een slim individu, dat achter de scher men was gebleven, veroordeelde de po litierechter dezen verdachte tot tweemaal een maand gevangenisstraf. Het geval te Harenkarspel. De tweede verdachte was de machinist van het gemaaltje van den Koog- en Bleek meerpolder te Harenkarspel L. K., die in het begin van Nov. 1938 op aanstichting van den assuradeur en den bloembollenhandelaar een perfecte distilleerketel op den zolder van het gemaal in werking had gesteld. De ambtenaren hadden daar een bus met 32 liter vloeistof en een met 25 liter gedistil leerd van 80 alcohol gevonden. Zoowel de rijksadvocaat als de politie rechter waren van oordeel, dat de man zich niet met deze practijken had mogen in laten. Een machinist moet weten, dat zijn positie hem verplicht, rekening te houden met wien hjj wel en met wien hij niet moet omgaan. De man vertelde, dat zijn loon bestond uit 170, vrij wonen en het gebruik van 1 H.A. land en dat de opbrengst van dat land de laatste jaren zeer gering was geweest. Ook hij had uit armoede gehandeld. De rijksadvocaat wees er op, dat in 1938 het inkomen van verdachte nog 1000 had bedragen. De verbaliseerende ambtenaren legden gunstige getuigenissen over deze beklaagde af en gaven als hun oordeel te kennen, dat zijn slechte omstandigheden wel van invloed waren geweest. Ook van het polderbestuur was over verdachte een gunstige verklaring ingekomen en aangezien hij had medege werkt, dat de autor intellectualis van dit misdrijf kon worden opgespoord, veroor deelde de politierechter hem, overeenkomstig den eisch van den officier tot tweemaal 2 maanden voorwaardelijke gvangenisstraf met een proeftijd van 2 jaar en als bijzon dere voorwaarde, dat hij zich onder het toe zicht van het Leger des Heils zal stellen. De assuradeur, M. P. N. M. te Heemskerk, had den vorigen verdachte tot het misdrijf overgebracht, den distelleerketel voor 75 bij den koopman B. in Den Helder gekocht en dien met den bloembollenhandelaar B., die den assuradeur voor het plan had bewerkt, den machinst gebracht. Aangezien deze verdachte voor het smok kelen van sigarettenpapier reeds een veroor deeling van twee maanden gevangenisstraf achter den rug had, werd hij, eveneens over eenkomstig den eisch, tot tweemaal 5 maan den gevangenisstraf veroordeeld. De bloembollenhandelaar C. N. D. kreeg 5 maanden gevangenisstraf. De officier had tegen hem 6 maanden gevorderd. De koopman J. J. B. uit Den Helder, die den ketel had geleverd werd overeenkomstig den eisch tot 3 maanden gevangenisstraf veroordeeld, doch was daarmede zoo weinig content, dat hij verklaarde oogenblikkelijk bij het Hof in hooger beroep te willen gaan. De laatste verdachte was dé Heldersche transportarbeider P. v. E., die den ketel ge maakt had naar een teekening uit het lees museum te Amsterdam. De politierechter achtte dezen man, die een dergelijk eerste klas toestel kon ver vaardigen, een gevaarlijk man. Deze ver dachte zeide, dat hij al 6 jaar zonder werk liep en dat men in zulk een tijd tenslotte niet meer vraagt, hoe men in zijn onderhoud voorziet. In Den Helder, zoo zeide hij, kan men alleen werk krijgen als men een schijn heiligen snoet vertoont. Voorts beweerde hij, dat destijds een jeugdige rijksambtenaar dergelijke over tredingen uitlokte. De rijksinspecteur van belastingen uit Den Helder, hierover gehoord, zeide, dat de mo gelijkheid heeft bestaan, dat een jeugdige ambtenaar te ver is gegaan. De officier vorderde tegen dezen verdachte 6 maanden gevangenisstraf. Nadat verdachte gezegd had, dat hü thans als visscher behoorlijk in zijn onderhoud kan voorzien en had opgemerkt, dat hij als vis scher van meer nut was dan als gevangene, veroordeelde de politierechter hem tot 3 maanden gevangenisstraf. In deze zaak heeft gister de advocaat-ge neraal bij den Hoogen Raad, mr. dr. Wijn- veldt, conclusie genomen, welke strekte tot verwerping van het beroep. Uitspraak 14 Oct. MOET „WATERSTAAT" GEMEENTELIJKE VERORDENINGEN RESPECTEEREN? In hooger beroep achtte de rechtbank te Rotterdam ten laste van ir. F. L. S., hoofd ingenieur-directeur van den rijkswaterstaat, bewezen verklaard, dat hij te Maassluis zonder schriftelijke vergunning van B. en W. dier gemeente aan de Burgemeester van der Lelykade heeft gebouwd door het doen ver anderen van den kademuur en doen aan brengen van een uitgebouwde -inlegstei- ger. De rechtbank gaf hieraan renaming van „in de gemeente Maassluis b-uwen zon der schriftelijke vergunning van B. en W.", hetgeen strafbaar is krachtens de bouwver ordening van bovengenoemde gemeente. Daar het hier een principieele zaak betrof, veroordeelde de rechtbank ir. S. tot 1 boete. Ir. S. is in dienst van het Rijk en voerde in cassatie aan, dat hij namens het rijk krachtens de rivierenwet bevoegd was lot het bouwen van de onderhavige rijks- rivierwerken en handelde ter verwezenlij king van het door die wet beoogde doel, mitsdien handelde ter uitvoering van een wettelijk voorschrift. KIPPEN GESTOLEN Bij1 LUCHTGEVAAR. In den nacht van 23 op 24 Mei heeft een zekere G. H. van M. uit Maasbracht, terwijl de bewoners zich in den schuilkelder bevon den, -zich toegang verschaft tot een boeren hofstede te Montfort (L.) en daar een aantal kippen gestolen, welke hij in een zak had gedaan. Op het oogenblik dat hij met zijn buit vertrok, werd hij door de buren be- trapt._ De eigenaar stelde de politie onmid dellijk van den diefstal in kennis, waarna een inval in de woning van van M. volgde. Op dit oogenblik was hij juist bezig eenige kippen te braden. Van M. werd aangehou den en bij verder onderzoek bleek, dat hij reeds elf maal was veroordeeld. Zes maal wegens diefstal, terwijl de laatste veroordee ling eveneens wegens een kippendiefstal was. Van M. kreeg toen een straf van drie jaar in de gevangenis uit te zitten. De rechtbank heeft hem wegens den kip pendiefstal te Montfort veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf, doch de officier van justitie, die vier jaar had geëischt, teekende tegen dit vonnis appèl aan. In hooger beroep kwam de zaak gister voor het Hof te Den Bosch. De eisch was nu drie jaar gevange nisstraf. Uitspraak over veertien dagen. BUMA CONTRA DEN NEDERLANDSCHEN BIOSCOOPBOND. Gisteren is voor het gerechtshof te Am sterdam andermaal gepleit in de zaak Buma versus Pogchem's Theaters N. V. te Amers foort in een procedure over de vraag, of Buma een verbod kan krijgen tegen een bioscoopexploitant tot het uitvoeren door middel van een geluidsfilm van door haar. beschermde muziek, zonder dat zij daar toe toestemming heeft verleend. Het gerechtshof te Amsterdam had bij arrest van 25 Januari 1940 deze vraag ont kennend beantwoord. Buma teekende tegen dit arrest cassatie aan. De Hooge Raad vernetigde 's Hofs arrest en wees de zaak naar het gerechts hof terug om haar met inachtneming van hét arrest van den Hoogen Raad verder af te doen. Mr. J. Heintz, optredende voor Buma, pleitte, dat thans niets meer aan de toe wijzing van de vordering in den weg staat, omdat de overeenkomst, .welke de compo nist met de filmonderneming sloot, niet is een arbeidscontract in den zin van art. 7 terwijl bovendien dit artikel niet van toe passing is ten aanzien van werken, welke niet zijn van Nederlandsche nationaliteit. Bovendien zette pl. uitvoerig uiteen, dat in gevolge een vorig arrest van den Hoogen Raad een verbod, zooals het ook in deze zaak gevraagd wordt, kan worden toege wezen, indien er, ook zonder dat er sprake is van een reeds gepleegde inbreuk op het Buma-repertoire, werkelijk ernstige drei ging an aantasting an het Bumarepertoire. Mr. Kartsen, opkomende voor het lid van den Nederlandschen Bioscoopbond, Jog- chem's Theaters N. V. te Amersfoort, be toogde te moeten toegeven, dat door het arrest van den Hoogen Raad de zaak voor hem in een impasse is geraakt. Pl. meende dat de overeenkomst, welke de componist met de filmonderneming heeft gesloten, wel degelijk is een arbeids overeenkomst, zoodat ingevolge art. 7 der auteurswet niet de componist, maar de filmonderneming als maker van de muziek moet worden aangemerkt. Voorts was spr. van oordeel, dat deze overeenkomst wel degelijk inhield een verplichting van den componist om de uitvoering van de muziek te gedoogen, aan welke verplichting ook Buma, ondanks het feit, dat aan haar het uitsluitend recht zelf is overgedragen, ge bonden is. Ten slotte wees spr. er op, dat, indien een geluidsfilm als een verzamel werk is te beschouwen, de filmonderne ming als verzamelaar gerechtigd is ook toestemming te geven aan den bioscoopex ploitant tot het ten gehoore brengen van de muziek, indien de muziek in de geluids film is opgenomen met toestemming van den componist. Het Hof bepaalde de uitspraak op 31 Oc tober a.s.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 5