Rechtszaken
Ned. Socialistische Werk
gemeenschap.
Politierechter.
Geheime distilleerderijen in Noordholland.
Zes verdachten veroordeeld. Vonnissen van twee tot
tien maanden gevangenisstraf.
TWEEDE BLAD.
Z
Oproep aan de socialisten
in Nederland.
De Ned. Sco. Werkgemeenschap heeft een
oproep aan de socialisten in Nederland
gedaan. Door maatregelen van den rijks
commissaris aldus deze oproep werd
de heer Rost van Tonningen benoemd tot
commissaris van de s.d.a.p.
In de besprekingen, welke door ons
sindsdien zijn gevoerd, is komen vast te
staan, dat er geen bezwaar bestaat, dat de
Nederlandsche arbeiders op eigen ver
antwoordelijkheid hun weg in de toekomst
vmden. Indien dan ook de socialisten van
Nederland tot een nieuw vereenigings-
punt zullen zijn gekomen, dan kunnen zij
onder eigen leiding zonder curator en met
toekenning van de rechten, die thans an
dere groepen, welke aan het politieke
leven deelnemen, bezitten, den strijd voor
het socialisme voortzetten.
Het is hierom noodzakelijk, dat er een
eind wordt gemaakt aan de groote ver
warring, die gesticht is door degenen, die
meenen, dat het werk voor het socialisme
moet worden gestaakt, omdat zij geen
strjjd kunnen voeren voor het democra
tisch socialisme.
Ieder die ziet, wat er in de
wereld gebeurt, zal begrijpen, dat
men het volk van Nederland een
slechten dienst bewijst door thans
aan den kant te gaan staan en af
te breken, wat moeizaam en ten
koste van groote offers is opge
bouwd. Er zal een socialistische
politiek moeten worden gevoerd,
die rekening houdt met den inter
nationalen samenhang van het
economische leven.
De feiten hebben overtuigend bewezen,
dat de kapitalistische voortbrenging on
economisch en verkwistend is, dat zij een
ten bate van de gemeenschap zoo hoog
mogelijke productie in den weg staat. De
slechte verdeeling van de koopkracht
belemmert het verbruik en de productie.
De arbeiders moeten thans weten, wat
zij willen en moeten den nieuwen weg af
bakenen, die naar het socialisme voert.
Daarom richten wij tot de socialisten in
Nederland den oproep: sluit u aaneen en
helpt mee aan het stichten van de „Neder
landsche socialistische werkgemeen
schap.'
De oproep geeft dan een aantal punten,
die onder nieuwe vormen de oude ideeën
van de sociale rechtvaardigheid moeten
verwezenlijken.
1. het streven van de N.S.W. heeft ten
doel den opbouw van de Nederland
sche volksgemeenschap in socialisti
sche zin. Dat wil zeggen, dat de arbeid
de basis wordt voor de sociale en
economische verhouding. Wij verlan
gen de samenvatting van alle krachten
in het besef, dat het Nederlandsche
volk een ondeelbare gemeenschap
dient te vormen.
2. Wij willen, dat de Nederlandsche
volkshuishouding haar plaats vindt
in de nieuwe economische ordening,
die bezig is zich in Europa te voltrek
ken, opdat wij in de groote harmonie
van het geheel een gave eenheid zul
len vormen, zulks in overeenstemming
met behoud van aard en karakter van
ons volk.
3. Door deze nieuwe oriënteering zal de
werkloosheid kunnen worden over
wonnen en zal de arbeid in zijn
waarde hersteld moeten worden.
4. Wij eisehen een zoodanige beschikking
over de productiemiddelen, dat de
voortbrenging niet langer eenzijdig op
particulieren winsthonger wordt ge
richt, maar ten bate van ons volks
geheel zal worden opgebouwd. Noodig
is daartoe de controle van staats
wege op het bankwezen en beheer-
schin-g van het credietwezen.
5. Het platteland zal moeten worden be
vrijd van de knechtsschap, waarin de
kapitaalmachten de boeren- en tuin
derstand wisten te slaan. Daarnaast
zullen goede afzetmogelijkheden moe
ten worden geschapen. Voor allen, die
de bodemproductie helpen verzorgen,
dient een behoorlijk bestaan gewaar
borgd te zijn.
6. De middenstand dient te worden be
schermd, eenerzij-ds tegen de overwoe
kering van kapitaalsconcentratie an
derzijds door een regeling van zijn be
staan, die ook aan deze categorie me
dewerkers een redelijk en verzekerd
inkomen schenkt.
7. De sociale wetgeving, die nog al te
zeer ontoereikend is en vaak ook ver
ward en ongelijk werkt, zal in een
groot en evenwichtig samenstel van
maatregelen moeten worden samen
gevat, waarbij met inachtneming van
d eeischen van algemeen belang aan
arbeiders, boeren middenstanders,
aan de werkers van hoofd en hand en
met name ook aan hen, die thans nog
onverzorgd zijn, een redelijke 'bescher
ming wordt geboden.
8. Het vraagstuk „oud en arm" zal door
een actie voor een behoorlijk arbeids-
pensioen op den grondslag van ons
gemeenschappelijk verantwoordelijk
heidsbesef voor degenen, die hun ar
beidskracht aan staat en maatschappij
gaven, zijn oplossing moeten vinden.
3. Het recht van ieder werker op een
jaarlij-ksche rustpooze, waarin hij
ontspanning zal kunnen vinden en de
schoonheid van land en volk dient te
kunnen leeren kennen, zal uitdrukking
moeten krijgen in de algemeene door
voering van een jaarlijksche vacantie,
met behoud van loon en gelegenheid,
om zich op billijke voorwaarden naar
elders te verplaatsen.
10. Opvoeding van de jeugd tot gemeen
schapszin en bewuste verantwoorde
lijkheid van den eenling, voor het ge
heel, waarvan hij deel uitmaakt, be
vordering van en steun aan instellin
gen, welke ontwikkeling en algemeene
vorming van arbeiders, met name de
jeugdige beoogen.
NEDERLANDSCHE SOCIALISTISCHE
WERKGEMEENSCHAP OPGERICHT.
Zondagmiddag heeft een vergadering
plaats gevonden van een 40-tal vooraan
staande personen uit de socialistische arbei-
dersbeweging in Nederland, meerendeels
functionnarissen der s.d.a.p.
De leider der bijeenkomst Tjerk van der
Zee, die ook het initiatief tot deze bespre
king had genomen, zette in zijn openings'
woord in het kort nog eens zijn bedoelingen
uiteen.
Hij heette in het bijzonder welkom den
heer Rost van Tonningen, die er prijs op
heeft gesteld om bij de beraadslagingen
aanwezig te zijn.
Wij zullen, aldus spr., van het volk socia
listen moeten maken, die inzien, dat een
volkseenheid de waarachtige voorwaarde
voor een hoogere samenlevingsvorm. Ons
streven zal er in de toekomst op gericht
moeten zijn, om de menschen duidelijk te
maken, dat uit hun midden de ideeën moe
ten opkomen, die staat en maatschappij vor
men.
De socialistische idee zal daarbij be-
heerscht moeten worden door concrete so
cialistische plannen en eisehen. Hierdoor
zal de nieuwe socialistische bew "ing u' de
s.d.a.p. kunnen worden tot een krachtige
stuwkracht die mede de voorwaarden help
vormen voor socialistisch regeeren.
Ieder, die strijden wil voor een samen
leving, waarin grievende onredelijkheid en
ongerechtigheid gebannen wordt, zal juist
nu voor het socialistisch ideaal op de bres
moeten staan.
Er zal eerlijk naar gestreefd moeten wo
den, om de psychologische verschillen, die
bestaan tusschen hen, die eigenlijk moesten
samenwerken, te overbruggen.
Het heeft ons getroffen, dat wij bij onzen
zoo uiterst moeilijken arbeid zoo veel ver
keerd begrip en averecht inzicht hebben
moeten ondervinden. Voor ons is het uit
gangspunt: waardeering voor elkanders
persoon en arbeid. Dit is een recht, dat wij
van elkander kunnen eisehen.
Wij hebben gemeend onze houding te
moeten bepalen naar de harde dwang van
het practische leven, naar de behoefte om
onze krachten te blijven geven voor den
strijd voor het socialisme.
Wie in onze dagen klaagt, vergelijke eigen
kleinmoedigheid met het onwankelbare ge
loof, dat de pioniers bezield moet hebben,
toen zij hun schier bovenmenschelijken
strijd in die' dagen zijn begonnen,
Tijdens de bespreking, welke op deze in
leiding volgde, werd door den heer Rost van
Tonningen, commissaris van de s.d.a.p., er
nog eens in het bijzonder de nadruk op ge
legd, dat het doel van zijn besprekingen in
de afgeloopen weken met de functionnaris
sen der s.d.a.p. gevoerd, is, dat de arbeiders
op eigen verantwoordelijkheid den weg naar
de toekomst kunnen vinden en tot een eigen
politieke wilsuiting zullen kunnen komen.
Met algemeene stemmen werd besloten tot
de stichting der Nederlandsche socialistische
werkgemeenschap.
De volgende personen verklaarden zich
bereid in het voorloopig bestuur zitting te
nemen: Tjerk v. d. Zee, voorzitter; A. van
Heusden, secretaris; W. D. Bekking, pen.-
ningmeester; W. van Dok, 2e voorzitter; M.
Geels, lid; R. Heer, lid en G. Stempher, lid.
EERSTE IUNDERTREIN UIT DE
OSTMARK TERUG.
Gisteravond ongeveer half 10 is de eerste
trein met kinderen, welke eenige maanden
in de Ostmark hebben doorgebracht, te Rot
terdam teruggekeerd. In dezen trein zaten
ongeveer 800 kinderen, waarvan een hon
derdtal te Rotterdam thuis hoorden. De
overige kinderen waren afkomstig uit ver
schillende plaatsen in Zuid en Noordholland,
Zeeland, Brabant en Limburg.
Dezen avond konden de kinderen hun
woonplaatsen niet meer bereiken. De spoor
wegen hadden evenwel gezorgd, dat een
verwarmde trein klaar stond, waarin de
kinderen den nacht konden doorbrengen.
Een klein gedeelte kon nog een aansluiting
in de richting 's-Gravenhage en Leiden ha
len. In den trein hebben de kinderen nog
gegeten, zoodat geen vrees voor hongerige
magen bestond en vanochtend stond een ont
bijt voor hen gereed, vóór zij de reis naar
hun woonplaatsen voortzetten.
Morgen komt de tweede trein uit de Ost
mark terug, daarna zullen de treinen om
den anderen dag aankomen, de laatste op
30 September. Ook de Nederlandsche jour
nalisten, welke in de afgeloopen week een
bezoek aan de Ostmark hebben gebracht,
zijn teruggekeerd.
ZWERVENSMOEDE.
Zaterdagavond meldde zich de 17-jarige
L. uit Rotterdam op het politiebureau te
Bussum om onderdak.
Uit zijn verhaal bleek, dat hij den vori-
gen Maandag na een twist met zijn vader
was weggeloopen. Hij had de geheele week
gezworen, de laatste dagen te Amsterdam.
In het Gooi, doornat van den regen, geen
cent meer op zak van de enkele guldens
die hij uit Rotterdam had meegenomen,
verloor hij den moed om verder te gaan.
GROOTE POERDERIJ TE BLEISWIJK
AFGEBRAND.
Tengevolge van het inslaan van den
bliksem is Zaterdagavond de boerderij v in
den veehouder J. Mast te Bleiswijk in
bra-nd geraakt. De oogst, een groote voor
raad hooi en veevoeder, benevens 22 paar
den en eenig vee kwam in de vlammen
om. Alleen een gedeelte van het woonhuis
is behouden.
Verstrekking van middelbaar en
hooger onderwijs met staatshulp aan
kinderen, die daarvoor geschikt, doch
wier ouders onbemiddeld zijn.
11. Wederopbouw en verbetering van het
onderwijs, nijverheids- en landbouw
onderwijs en verplicht stelling van de
■lichamelijke opvoeding.
12. Bevordering van de volksgezondheid;
door een staatsregeling voor zieken
verzorging en een krachtige bestrijding
van de tuberculose met behoorlijken
nazorg voor de verpleegden.
13. Krachtige en onafgebroken bevorde
ring van den volkswoningbouw,
HET INCIDENT MET DE W.A. TE
DEN HAAG.
De politie-agenten in vrijheid
gesteld.
Naar wij vernemen zijn de politie
agenten, die Zaterdag 7 September jl. in
de Balistraat te Den Haag revolverschoten
hadden gelost op eenige leden van de
weer-afdeeling der n.s.b., waardoor de
W.A.-man Peter Ton werd gedood en
enkele andere nationaal-socialisten wer
den gewond, en die deswege in voorloopig
arrest zijn gehouden, weder in vrijheid
gesteld. Deze vrijlating is geschied onmid
dellijk nadat bij den hoofdcommissaris van
politie een verzoekschrift daartoe van de
moeder en de zuster van wijlen Peter Ton.
zoomede van het W.A.-vendel, dat diens
naam draagt, was ingekomen, in welk ver
zoekschrift tevens uiterste clementie voor
deze agenten werd bepleit.
DE ROOFOVERVAL TE HOLTEN.
Het O. M. teekent hooger beroep
aan.
Het openbaar ministerie bij de recht
bank te Almelo is tegen het vrijsprekend
vonnis, gewezen tegen G. V., klompen
maker, en H. H. Th. D., koopman, resp
woonachtig te Apeldoorn en Deventer, in
hooger beroep gegaan.
Zooals bekend, werden beiden verdacht
den roofoverval onder Holten te hebben
gepleegd, waarbij de bejaarde landbouwer
Leetink tengevolge van de ondervonden
mishandeling het leven liet, terwijl zijn
echtgenoote ernstig werd gewond.
De officier van justitie eischte tegen
beide verdachten levenslange gevangenis
straf.
HET DRAGEN VAN INSIGNES EN
ONDERSCHEIDINGSTEEKENEN DOOR
AMBTENAREN.
De secretaris-generaal, waarnemend hoofd
van het departement van binnenlandsche
zaken, heeft bepaald, dat ambtenaren in
dienst of bij gekleed gaan in uniform
voortaan geen enkel ander insigne of onder-
scheidingsteeken meer mogen dragen dan
die welke van regeeringswege zijn verstrekt
of voorgeschreven. Dit verbod geldt even
eens ten aanzien van vreemde ordeteekenen,
afkomstig van mogendheden, waarmede het
Duitsche rijk in oorlog is.
Het verbod geldt niet voor Nederlandsche
ordeteekenen.
In het kussen gestikt. - In een woning
op den Nieuwendijk te Amsterdam is een
kindje van drie manden in een bed voor
over in de kussens gevallen. Toen de moe
der erbij kwam, moest zij constateeren, dat
de kleine in zeer benauwden toestand ver
keerde. Kort daarop is het kind overleden.
Hout. - De secretaris-generaal, waar
nemend hoofd van het departement van
handel, nijverheid en scheepvaart maakt
bekend, dat vanaf heden is verboden zon
der vergunning van den directeur van het
rijksbureau voor hout, om hout voor zoover
dit bestemd is om hier te lande te worden
ingevoerd, te koopen. Hieronder vallen
ocoume, oregonpine, pitchpine, teakhout.,
bangkirai, ebbenhout, pokhout en palisan-
derhout.
DRAMA TE ROTTERDAM.
Op den vierden December 1939 is te Rot
terdam een drama voorgevallen dat aan de
echtgenoote van een vrij bejaard architect
het leven heeft gekost, al was het dan op
haar uitdrukkelijk verlangen. Het bureau
van den architect was dermate achteruitge
gaan, dat de man niet meer aan zijn finan-
cieele verplichtingen kon voldoen. Daarom
hadden hij en zijn vrouw besloten een einde
aan hun leven te maken, waartoe de man
eerst zijn vrouw en daarna zichzelf met den
revolver zou doodschieten.
Tevoren had de architect den huisarts ont
boden om op zeker uur bij hem te komen,
welk uur zoodanig was gekozen, dat, naar
de architect meende, de dokter slechts de
lijken van beide echtelieden zou aantreffen.
Toen de geneesheer kwam, was inderdaad de
vrouw reeds overleden, doch het revolver
schot, dat de architect op zichzelf had ge
richt, bleek zijn doodelijke uitwerking te
hebben gemist en alleen eenige verwonding
te hebben toegebracht.
Het gevolg was, dat de architect zich eeni
ge maanden later voor de Rotterdamsche
rechtbank moest verantwoorden en deze
veroordeelde hem op 1 Juli j.l. tot vier jaren
gevangenisstraf, te ondergaan in een bij
zondere strafgevangenis.
De veroordeelde kwam hiervan in hooger
beroep bij het Haagsche gerechtshof, voor
welk college de zaak gister opnieuw diendde.
De advocaat-generaal, mr. Polman, eischte
veroordeeling van verdachte tot een jaar
gevangenisstraf, te ondergaan in een bij
zondere inrichting, zoomede voorwaardelijke
terbeschikkingstelling van de regeering.
Het Hof zal 30 September arrest wijzen
in dit drama.
De politierechter te Alkmaar, mr.
Krabbe, heeft zich gistermiddag onge
veer 4 uur bezig gehouden met het be
rechten van de schuldigen, betrokken bij
geheime distilleerderijen in het gemaal
van de Koog- en Bleekmeerpolder te
Harenkarspel en in de schuur van een
kippenfokker te Limmen.
Van een snelle berechting in deze
zaken kan moeilijk worden gesproken,
aangezien de ten laste gelegde misdrijven
in Nov. 1938 hadden plaats gehad.
Mr. Krabbe sprak er zijn verwonde
ring over uit, dat men ook te platten-
lande zich met deze de wet negeerende
misdadige praktijken bezig houdt.
De rijksadvocaat, mr. Seylhouwer,
verzekerde echter, dat dit werk van de
onderwereld juist nogal vaak in ten
plattenlande aanwezige rustige gelegen
heden wordt beoefend. De rijksadvocaat
sprak zelfs van een heel complex van de
onderwereld.
Toen wij alle verdachten, t.w. een kippen
fokker uit Limmen, een machinist van een
klein poldertje uit Harenkarspel, een bloem
bollenhandelaar uit de Zijpe, een assuradeur
uit Heemskerk, een koopman uit Den Helder
en een transportarbeiders, eveneens uit Den
Helder, voor den rechter hadden gezien,
werd het ons duidelijk, dat wij hier meer
met 'n stelletje gesjochten nazaten van de
oude Batavieren, die zelf hun bier brouw
den, te doen hadden, die verlokt door de
kans op een gemakkelijk winstje, niet door
drongen van den ernst van 't misdrijf, ge
hoopt hadden hun berooide positie te ver
beteren. Jongens van de onderwereld bleken
het niet.
Zelfs de rijksadvocaat en de politierechter
tot deze conclusie, omdat kwam vast te
staan, dat geen van allen voordeel uit de
manipulaties had getrokken en waren ge
snapt vóór zij hun alcoholproduct aan den
man hadden kunnen brengen.
Bij den kippenfokker P. J. B. te Limmen
hadden de belastingambtenaren 10 Dec. 1938
een distilleerketel, een petroleumvergasser
en drie vaten, inhoudende 150, 158 en 151
liter alcohol vloeistof van een walgelijken
reuk, benevens 4 bussen gedistilleerd ge
vonden.
De verdachte vertelde, dat hij zich door
onbekende, doch na het hooren van de ver
maken winst had beloofd, had laten verlok
ken, om in zijn schuur met de praktijk te
beginnen. Aanvankelijk had hij er niets voor
gevoeld, maar armoede had hem er toe
gebracht. Toen ik aan den gang moest, aldus
verdachte, brak het angstzweet mij uit en
wenschte ik, dat het ding in den grond
zakte.
Aanvankelijk geloofden nóch de politie
rechter nóch de rijksadvocaat iets van den
onbekende, doch na het ooren van de ver-
baliseerende ambtenaren, nam ook de rijks
advocaat aan, dat deze verdachte bewerkt
was door iemand van het gilde der onder
wereld.
Aangezien verdachte rijpelijk heeft kun
nen nadenken, doch het doen had gekozen,
vorderde de officier van justitie, mr. van der
Feen de Lille, tegen deze verdachte tweemaal
vier maanden gevangenisstraf.
Na een pleidooi van mr. Smal, die ver
dachte als een eenvoudigen dommen man
teekende, die het slachtoffer was geworden
van een slim individu, dat achter de scher
men was gebleven, veroordeelde de po
litierechter dezen verdachte tot tweemaal
een maand gevangenisstraf.
Het geval te Harenkarspel.
De tweede verdachte was de machinist
van het gemaaltje van den Koog- en Bleek
meerpolder te Harenkarspel L. K., die in het
begin van Nov. 1938 op aanstichting van den
assuradeur en den bloembollenhandelaar
een perfecte distilleerketel op den zolder
van het gemaal in werking had gesteld. De
ambtenaren hadden daar een bus met 32
liter vloeistof en een met 25 liter gedistil
leerd van 80 alcohol gevonden.
Zoowel de rijksadvocaat als de politie
rechter waren van oordeel, dat de man zich
niet met deze practijken had mogen in
laten. Een machinist moet weten, dat zijn
positie hem verplicht, rekening te houden
met wien hjj wel en met wien hij niet moet
omgaan.
De man vertelde, dat zijn loon bestond uit
170, vrij wonen en het gebruik van 1 H.A.
land en dat de opbrengst van dat land de
laatste jaren zeer gering was geweest. Ook
hij had uit armoede gehandeld.
De rijksadvocaat wees er op, dat in 1938
het inkomen van verdachte nog 1000 had
bedragen.
De verbaliseerende ambtenaren legden
gunstige getuigenissen over deze beklaagde
af en gaven als hun oordeel te kennen, dat
zijn slechte omstandigheden wel van invloed
waren geweest. Ook van het polderbestuur
was over verdachte een gunstige verklaring
ingekomen en aangezien hij had medege
werkt, dat de autor intellectualis van dit
misdrijf kon worden opgespoord, veroor
deelde de politierechter hem, overeenkomstig
den eisch van den officier tot tweemaal 2
maanden voorwaardelijke gvangenisstraf
met een proeftijd van 2 jaar en als bijzon
dere voorwaarde, dat hij zich onder het toe
zicht van het Leger des Heils zal stellen.
De assuradeur, M. P. N. M. te Heemskerk,
had den vorigen verdachte tot het misdrijf
overgebracht, den distelleerketel voor 75 bij
den koopman B. in Den Helder gekocht en
dien met den bloembollenhandelaar B., die
den assuradeur voor het plan had bewerkt,
den machinst gebracht.
Aangezien deze verdachte voor het smok
kelen van sigarettenpapier reeds een veroor
deeling van twee maanden gevangenisstraf
achter den rug had, werd hij, eveneens over
eenkomstig den eisch, tot tweemaal 5 maan
den gevangenisstraf veroordeeld.
De bloembollenhandelaar C. N. D. kreeg
5 maanden gevangenisstraf. De officier had
tegen hem 6 maanden gevorderd.
De koopman J. J. B. uit Den Helder, die
den ketel had geleverd werd overeenkomstig
den eisch tot 3 maanden gevangenisstraf
veroordeeld, doch was daarmede zoo weinig
content, dat hij verklaarde oogenblikkelijk
bij het Hof in hooger beroep te willen gaan.
De laatste verdachte was dé Heldersche
transportarbeider P. v. E., die den ketel ge
maakt had naar een teekening uit het lees
museum te Amsterdam.
De politierechter achtte dezen man, die
een dergelijk eerste klas toestel kon ver
vaardigen, een gevaarlijk man. Deze ver
dachte zeide, dat hij al 6 jaar zonder werk
liep en dat men in zulk een tijd tenslotte
niet meer vraagt, hoe men in zijn onderhoud
voorziet. In Den Helder, zoo zeide hij, kan
men alleen werk krijgen als men een schijn
heiligen snoet vertoont.
Voorts beweerde hij, dat destijds een
jeugdige rijksambtenaar dergelijke over
tredingen uitlokte.
De rijksinspecteur van belastingen uit Den
Helder, hierover gehoord, zeide, dat de mo
gelijkheid heeft bestaan, dat een jeugdige
ambtenaar te ver is gegaan.
De officier vorderde tegen dezen verdachte
6 maanden gevangenisstraf.
Nadat verdachte gezegd had, dat hü thans
als visscher behoorlijk in zijn onderhoud kan
voorzien en had opgemerkt, dat hij als vis
scher van meer nut was dan als gevangene,
veroordeelde de politierechter hem tot 3
maanden gevangenisstraf.
In deze zaak heeft gister de advocaat-ge
neraal bij den Hoogen Raad, mr. dr. Wijn-
veldt, conclusie genomen, welke strekte tot
verwerping van het beroep. Uitspraak
14 Oct.
MOET „WATERSTAAT" GEMEENTELIJKE
VERORDENINGEN RESPECTEEREN?
In hooger beroep achtte de rechtbank te
Rotterdam ten laste van ir. F. L. S., hoofd
ingenieur-directeur van den rijkswaterstaat,
bewezen verklaard, dat hij te Maassluis
zonder schriftelijke vergunning van B. en W.
dier gemeente aan de Burgemeester van der
Lelykade heeft gebouwd door het doen ver
anderen van den kademuur en doen aan
brengen van een uitgebouwde -inlegstei-
ger. De rechtbank gaf hieraan renaming
van „in de gemeente Maassluis b-uwen zon
der schriftelijke vergunning van B. en W.",
hetgeen strafbaar is krachtens de bouwver
ordening van bovengenoemde gemeente.
Daar het hier een principieele zaak betrof,
veroordeelde de rechtbank ir. S. tot 1
boete. Ir. S. is in dienst van het Rijk en
voerde in cassatie aan, dat hij namens het
rijk krachtens de rivierenwet bevoegd was
lot het bouwen van de onderhavige rijks-
rivierwerken en handelde ter verwezenlij
king van het door die wet beoogde doel,
mitsdien handelde ter uitvoering van een
wettelijk voorschrift.
KIPPEN GESTOLEN Bij1 LUCHTGEVAAR.
In den nacht van 23 op 24 Mei heeft een
zekere G. H. van M. uit Maasbracht, terwijl
de bewoners zich in den schuilkelder bevon
den, -zich toegang verschaft tot een boeren
hofstede te Montfort (L.) en daar een aantal
kippen gestolen, welke hij in een zak had
gedaan. Op het oogenblik dat hij met zijn
buit vertrok, werd hij door de buren be-
trapt._ De eigenaar stelde de politie onmid
dellijk van den diefstal in kennis, waarna
een inval in de woning van van M. volgde.
Op dit oogenblik was hij juist bezig eenige
kippen te braden. Van M. werd aangehou
den en bij verder onderzoek bleek, dat hij
reeds elf maal was veroordeeld. Zes maal
wegens diefstal, terwijl de laatste veroordee
ling eveneens wegens een kippendiefstal
was. Van M. kreeg toen een straf van drie
jaar in de gevangenis uit te zitten.
De rechtbank heeft hem wegens den kip
pendiefstal te Montfort veroordeeld tot twee
jaar gevangenisstraf, doch de officier van
justitie, die vier jaar had geëischt, teekende
tegen dit vonnis appèl aan. In hooger beroep
kwam de zaak gister voor het Hof te Den
Bosch. De eisch was nu drie jaar gevange
nisstraf. Uitspraak over veertien dagen.
BUMA CONTRA DEN
NEDERLANDSCHEN BIOSCOOPBOND.
Gisteren is voor het gerechtshof te Am
sterdam andermaal gepleit in de zaak Buma
versus Pogchem's Theaters N. V. te Amers
foort in een procedure over de vraag, of
Buma een verbod kan krijgen tegen een
bioscoopexploitant tot het uitvoeren door
middel van een geluidsfilm van door haar.
beschermde muziek, zonder dat zij daar
toe toestemming heeft verleend.
Het gerechtshof te Amsterdam had bij
arrest van 25 Januari 1940 deze vraag ont
kennend beantwoord.
Buma teekende tegen dit arrest cassatie
aan. De Hooge Raad vernetigde 's Hofs
arrest en wees de zaak naar het gerechts
hof terug om haar met inachtneming van
hét arrest van den Hoogen Raad verder af
te doen.
Mr. J. Heintz, optredende voor Buma,
pleitte, dat thans niets meer aan de toe
wijzing van de vordering in den weg staat,
omdat de overeenkomst, .welke de compo
nist met de filmonderneming sloot, niet is
een arbeidscontract in den zin van art. 7
terwijl bovendien dit artikel niet van toe
passing is ten aanzien van werken, welke
niet zijn van Nederlandsche nationaliteit.
Bovendien zette pl. uitvoerig uiteen, dat in
gevolge een vorig arrest van den Hoogen
Raad een verbod, zooals het ook in deze
zaak gevraagd wordt, kan worden toege
wezen, indien er, ook zonder dat er sprake
is van een reeds gepleegde inbreuk op het
Buma-repertoire, werkelijk ernstige drei
ging an aantasting an het Bumarepertoire.
Mr. Kartsen, opkomende voor het lid van
den Nederlandschen Bioscoopbond, Jog-
chem's Theaters N. V. te Amersfoort, be
toogde te moeten toegeven, dat door het
arrest van den Hoogen Raad de zaak voor
hem in een impasse is geraakt.
Pl. meende dat de overeenkomst, welke
de componist met de filmonderneming
heeft gesloten, wel degelijk is een arbeids
overeenkomst, zoodat ingevolge art. 7 der
auteurswet niet de componist, maar de
filmonderneming als maker van de muziek
moet worden aangemerkt. Voorts was spr.
van oordeel, dat deze overeenkomst wel
degelijk inhield een verplichting van den
componist om de uitvoering van de muziek
te gedoogen, aan welke verplichting ook
Buma, ondanks het feit, dat aan haar het
uitsluitend recht zelf is overgedragen, ge
bonden is. Ten slotte wees spr. er op, dat,
indien een geluidsfilm als een verzamel
werk is te beschouwen, de filmonderne
ming als verzamelaar gerechtigd is ook
toestemming te geven aan den bioscoopex
ploitant tot het ten gehoore brengen van de
muziek, indien de muziek in de geluids
film is opgenomen met toestemming van
den componist.
Het Hof bepaalde de uitspraak op 31 Oc
tober a.s.