DE SPIN
KAMER VAN KOOPHANDEL
iten
Doel en opbouw von het Nederlandsche
Boerenfront.
fBucqedijke. Stand
SieuiCleton
Stad en Omgeving
Ontstaan en groei.
SPOORWEG OVER DEN AFSLUITDIJK
IN HET ZICHT?
HET SPOOK VAN DE
VESTIGINGSWET.
Glimlachje.
„Ja".
IKAANSCH
OOSTEN.
Volgens be-
zou het
erre Oosten
ruiser Mar-
Hawk zijn
dat de dief
kaedr Maan-
met Ame-
evacuatie
in Sjang-
den in geval
kkingen tus-
STRALIE.
N. B.) De
de resul-
Australië
van Men-
r 24 zetels
rtij en 14
zijde der
32 zetels,
zetels heb-
steunt dus
ichts twee
VAN
N. B.) In
de vroege, e
het pre-
le gewaar-
Roosevelt,
wat Roo-
en zal wor-
on citeerde
oosevelt aan
congres dat
te doen om
EGYPTE.
B.) Volgens
Kena (Op-
omen onder
ene levens-
nderd. Een
uw van het
van den
zorgen voor
anders de
:S te laten
leidene hon-
3 Engelschen
„gevaarlijke
ueerd.
BITSCHE
r?
parlementaire
ciated Press"
jnlijk in den
zullen wor-
orlogskabinet.
u o.m. Cham-
sn aftreden,
m, zou een
kabinet krij-
URKIJE.
Een groote
imav bij de
an Anatolie
met veel vee
erichten ont-
schenlevens.
TWEEDE BLAD.
iRTVEILING.
de heden ge-
voor: Aard-
-ƒ 3.80, Gele
ol 45.90,
3.10—7.20,
elen 2.20
lf 2, Bloem-
-ƒ 7, Kropsla
-ƒ 3.80, Kom-
nen 611
9, Druiven
oruiten 4
Enkele sper-
boonen 3.50
per 100 pond;
lerie f 0.60
6.50 per 100
38 cent; Spi-
1.09.
3 Oct. 1940.
g). 40000 kg
8300 kg Gele
D. witte kool
kool 2.70—
90, grove uien
4.10, nep 4,
Peen 1.60
-ƒ 3.20; 1200
10, 2e s. f 2.80
kg Aardappe-
BI. Eigen-
ege witte kool
03.70; 3700
3 Oct. 1040.
eg Roode kool
kool 4.50—
4.50, drieling
.g Peen 1.80
-ƒ 1.50; 3500
kg Aardappe-
Drieling muis
4.70, Blauwe
100 kg Vroege
iboonen 6.20
de heden ge-
n aanvoer en
200—300; 66
225; 13 Kalf-
ken 110
60; 650 Scha-
Overhouders
:n 21; Ko-
0—1; 20000
940. 1425 kg
4.40; 3300
>1900 kg Witte
men 8.30
Op uitnoodiging van de Pers- en Propa-
gandacommissie van het Nederlandsche
Boerenfront, heeft gisteren, onder voorzit
terschap van den heer N. Doneberger uit
Kolhorn, een bijeenkomst plaats gehad van
locale persvertegenwoordigers boven het IJ,
waar de heer J. Saai uit Barsingerhorn, ge
machtigde van het Nederlandsche Boeren
front voor Noordholland, een uiteenzetting
heeft gegeven van het ontstaan en den
groei, het doel en den opbouw van het
N. B. F.
Spr. stelde voorop, dat het N. B. F. ont
staan is door de veranderde tijdsomstandig
heden na 10 Mei en sociaal, technisch en
economisch is ingesteld op den geest van
den nieuwen tijd, doch in geen geval aan
politiek doet. Het N.B.F. is ontstaan uit den
agrarischen dienst van de N.S.B., die al
reeds lang binnenkamers de plannen voor
den corporatieven opbouw van de bodem
bewerkers en de voedselverzorgers van ons
volk en ons vee hadden bestudeerd en klaar
gemaakt.
13 Juli werd te den Haag het Nederland
sche Boerenfront, dat thans in de Zeestraat
aldaar zijn hoofdkantoor heeft, gesticht. Het
N.B.F., aldus spr., streeft ernaar, allen, die
te maken hebben met de voedselvoorzie
ning van ons volk en ons vee, te organisee-
ren en straks in den komenden nieuwen
staat onder te brengen bij den Nederland-
schen rijksvoedingsstand.
Spr. merkte hierna op, dat z.i. door het
verdeeld zijn van de boeren in conven-
tioneele en neutrale boerenorganisaties, het
uiteindelijk moest uitloopen op de proletari
seering van geheel ons volk. Door de ver
deeldheid bereikten ook de landarbeiders
op sociaal gebied al heel weinig.
Na de oprichting werden de bestaande
organisaties op landbouwgebied tot samen
werking aangezocht. Alleen de Ned. Tuin
dersbond, de Bond van boomkweekers, de
Federatie van landelijke rijvereenigingen
toonden den nieuwen tijd begrepen te heb
ben en er bestaat goede hoop, dat deze
organisaties binnenkort zullen toetreden.
Het hoofdbestuur van „Landbouw en Maat
schappij" meende, dat zij het best zonder
ons konden stellen en van de gewenschte
samenwerking met deze organisatie, die op
agrarisch gebied dezelfde economische op
vattingen heeft als wij, kwam niets. Blijk
baar hebben deze heeren, aldus spr., niet
begrepen, dat het N.B.F. op een veel bree-
dere basis staat, doordat wij alle werkers
van producent tot consument kunnen on
derbrengen in het groote geheel.
Het N. B. F. groeit.
Sinds half Augustus, aldus spr., vestigden
wij in Noordholland reeds 11 af deelingen
met meer dan 1009 leden. Amsterdam, waar
de Amsterdamsche slagershond, de bakkers,
de melkslijters, de melkgrossiers, de
groenteboeren en de aardappelgrossiers tot
ons komen, is hiervan de grootste afdeeling.
Het geheele land is in gouwen verdeeld en
uit alle hoeken van het land stroomen de
leden toe, waarom spr. er zeker van was,
dat binnen korten tijd het N. B. F. de groot
ste organisat'e zal zijn op agrarisch gebied.
Wjj willen Nederland opbouwen, door
iedere vakgroep een organisatorische taak
te geven om een harmonisch geheel te krij
gen, met als hoofdie'der Mussert. Eén zijner
uitvoerders van" zoo'n vakgroep is de leider
van het N.B.F., kameraad Roskam.
Naast het Boerenfront stichtte de N.S.B.
het Middenstandsfront, het Rechtsfront, het
Economisch front en het Arbeidsfront. Het
laatste is thans opgeheven en ondergebracht
bij het Nederlandsch Vakverbond. Doel is
om in de toekomst de leiding uit de handen
van de beste politieke praters in die van de
meest deskundigen uit de verschillende vak
groepen te stellen. De leiders worden ver
antwoordelijk. Gaat het mis, dan worden ze
ter verantwoording geroepen en onmiddel
lijk door anderen vervangen.
In de toekomst zal het ook niet meer kun
nen voorkomen, dat een boer die den bo
dem niet juist bewerkt, en dit kan blijven
doen, omdat hij geld genoeg heeft, bodem
bewerker bljjft. Zonder beding zullen de
zulken aan den kant worden gezet. Het
tijdperk, waarin in goud en dividenden
werd gedacht, wordt afgesloten. In de toe
komst zal onze bodem productief moeten
zijn, allereerst voor het eigen gebruik van
ons volk. De export van eieren, vleesch en
vet moet ophouden en vervangen worden
door die van onze verfijnde tuinbouwpro
ducten, bloembollen, bloemen en de pro
ducten van den groven tuinbouw. In ruil
voor die producten zullen wij die grond
stoffen ontvangen, die onze eigen bodem
niet kan opbrengen.
Door intensieve landbouwproductie kan
onze veestapel worden uitgebreid. Wanneer
onze tuinbouwproducten op het Europeesch
continent hun markten zullen vinden, zal
het mogelijk worden, de prijs onzer pro
ducten te stabiliseeren en wel zoodanig,
dat aan de schandelijk lage loonen van
onze landarbeiders en boeren een einde
komt. Verder zal er moeten komen een sta
biliseering van pacht- en hypotheekrente,
met het uiteindelijk doel: „boerenland in
boerenhand".
Dit alles, zoo vervolgde spr., zal langs ge
leidelijken weg tot stand moeten worden
gebracht, want langs revolutionnairen weg
zal dit niet mogelijk zijn. Wij hopen, te
toonen, dat deze vorm van samenleving
beter is dan het verouderde en dat velen
dan, die nog denken in het verleden, en
daardoor sceptisch tegenover de nieuwe
vormen staan, ook aan het nieuwe zullen
medewerken.
Wanneer, zoo eindigde spr., ons vaderland
zich te midden van het vernieuwde Europa
zal willen handhaven, zal het noodig zijn
dat een ieder, die het goed meent met ons
volk, medewerkt, opdat het nieuwe komt.
Wanneer wij zien, hoe goed en werkzaam
het Nederlandsche volk is, al is dit dan ook
jaren lang door een verkeerde voorlichting
verblind, dan zijn wij niet bevreesd, dat ons
na dezen oorlog e' - toekomst van arbeids
vreugde en kame-aadschap wacht.
Op een vraag deelde de heer Saai nog
mede, dat het niet noodzakelijk is, dat
iemand die lid wordt van het Boerenfront,
ook lid wordt van de N.S.B. Het Boeren
front doet niet aan politiek.
Opgemerkt werd, dat hetgeen inleider
had ontwikkeld, toch ook politiek was.
De heer Saai noemde dit: het zich richten
op den nieuwen tijd.
Hiertegen werd aangevoerd, dat de N. S.
B met het oprichten van de verschillende
fronten beoogde, de menschen langs een
omweg tot de N.S.B. te brengen om zoo tot
de macht te komen.
De heer Saai antwoordde, dat de N.S.B.,
ondanks de tegenstanders, toch aan de
macht komt en dat straks het Boerenfront
als organisatie de adviseur zal zijn van de
regeering, zoodat de menschen van de
andere organisaties toch bij het Boerenfront
moeten komen, omdat dan de regeering de
menschen met hun vragen naar het Boeren
front zal verwijzen. Ook de Holl. Maat
schappij van Landbouw zal onherroepelijk
verdwijnen.
Gewezen werd op den belangrijken staat
van dienst van den Ned. Tuindersbond, de
veilingorganisaties en de landbouwvereeni-
gingen en het werd niet in het belang van
den stand door deze organisaties vertegen
woordigd, geoordeeld, wanneer die maar
een, twee, drie werden opgedoekt.
De heer Saai achtte dit ook niet noodig.
Wel zullén deze organisaties komen onder
den koepel van het Boerenfront, aldus spr.
Op de vraag of de N.S.B. niet een kardi
nale fout had gemaakt met de oprichting
van de verschillende fronten, zonder eerst
een poging te doen om met de bestaande
organisaties voor het nieuwe een eenheid te
scheppen, antwoordde de heer Saai, over
tuigd te zijn, dat een dusdanige poging ze
ker geen succes zou hebben gehad. Hoe
eerder ons volk zich instelt op den nieuwen
tijd, hoe beter dit is. Daarvoor wil de N. S.
B. de medewerking van alle Nederlanders
van goeden wil en een streep zetten onder
het onrecht, de N.S.B.-ers in de verwarde
oorlogsdagen aangedaan.
De gistermiddag ten stadhuize gehouden
vergadering van de K. v. K. en F. voor
Hollands Noorderkwartier werd niet bij
gewoond door de heeren Lind, Ringers en
Blaauboer, van wie de twee eerstgenoemden
bericht van verhindering hadden gezonden.
Als bijzondere attentie had het gemeente
bestuur een bouquet rozen geplaatst op de
tafel vóór den heer Kramer in verband met
diens onlangs gevierd zakenjubileum (50-
jarig bestaan der zuurkoolfabriek fa. G.
Kramer). Dit was voor den voorzitter, den
heer S. W. A r n t z, aanleiding om den heer
K. nogmaals geluk te wenschen met dat
jubileum, zooals hij ook reeds had gedaan
namens de K. v. K. op den dag der feest
viering.
Voorts heette spr. in het bijzonder welkom
den heer mr. Moens, die na een langdurige
ziekte voor het eerst weer aanwezig was.
Namens de Kamer condoleerde spr. den heer
Kolster met het verlies van zijn echtgenoote
en tot den heer Valkering zei spr. te hopen,
dat diens zoon, van wien bericht kwam, dat
hij licht gewond in het buitenland vertoefde,
spoedig algeheel hersteld weer thuis zal
zijn. Den heer Schmalz betuigde spr. deel
neming bij het overlijden van diens schoon
moeder.
Voor kennisgeving werd aangenomen een
mededeeling van het departement van han
del, nijverheid en scheepvaart, dat de uit
voerverboden, contingenteeringen, monopo
lies en clearing op den bestaanden voet van
kracht blijven.
Intusschen is, zei de voorzitter, be
richt gekomen van het intrekken van enkele
contingenteeringen.
De secretaris merkte nog op,
dat, in tegenstelling met de meening
van sommigen, de vestigingswet op
alle punten nog van kracht is.
Spoorlijn over den Afsluitdijk.
Ingekomen was een afschrift van een
adres van de K. v. K. te Leeuwarden aan
den rijkscommissaris voor den wederopbouw
inzake de plannen voor aanleg van een
spoorlijn over den Afsluitdijk. Uit een daar
aan toegevoegd overzicht'van afstanden van
Leeuwarden naar Amsterdam, Den Haag en
Rotterdam bleek dat de afstand over den
Afsluitdijk via Anna-Paulowna het kortst is
(behalve naar de hoofdstad), en dat de reis-
duur in alle gevallen zeer veel korter is dan
via Enkhuizen of Zwolle. Betoogd wordt, dat
bij een rationeele coördinatie van het goe
derenvervoer de beslissing zal vallen ten
gunste van een spoorlijn, vooral omdat via
den Afsluitdijk land- en tuinbouw- en in
dustrieproducten en landbouwhulpstoffen
vervoerd zullen worden, voornamelijk
massa-vervoer over langen afstand. De be
oogde spoorlijn zoo wordt verder op
gemerkt voorziet in een rechtstreeksche
verbinding NoordhollandFrieslandNoord-
Duitschland. Zij geeft een snelle verbinding
tusschen Groningen/Friesland en de haven
van Amsterdam en is voor de Ned. Spoor
wegen van belang, omdat zij ontlasting zal
geven van de knooppunten-stations Zwolle
en Amersfoort.
De voorzitter memoreerde, dat de
Kamer destijds heeft aangedrongen op een
electrische verbinding met aansluiting f op
Alkmaar en dat indertijd daartoe ook van
hoogerhand is besloten. De uitvoering bleef
evenwel rusten totdat er in den laatsten tijd
weer opmetingen zijn gedaan. Bevestiging is
al verkregen dat de richting over Schagen en
Alkmaar zal blijven gehandhaafd. Gehoopt
mag worden, dat binnen niet al te langen
tijd met den aanleg der spoorverbinding zal
worden begonnen.
Telefoontarieven.
Van de K .v. K. te Tiel was met verzoek
om adhaesiebetuiging ontvangen een adres
aan den dir.-generaal der P. T. T. met be
zwaar tegen de verhooging der telefoon
tarieven met 50 pet. Er wordt in het adres
op gewezen, dat het telefoonverkeer minder
vlot geschiedt dan vroeger en dat daarom
bij interlocale gesprekken vaak „dringend"
moet worden aangevraagd. Adressante ver
zoekt ten slotte om de verhooging terug te
brengen tot b.v. 25 pet.
Na eenige bespreking werd zonder stem
ming besloten het adres te steunen.
Rijvergunningen en benzine
toewijzingen.
De K. v. K. te Nijmegen richtte aan den
inspecteur-generaal van het verkeer een
bezwaarschrift ter zake de verleening
van rijvergunningen voor motorrijtuigen en
het verstrekken van benzinetoewijzingen.
De voorzitter zette uiteen hoe de toe
stand is en constateerde, dat de verdeeling
van den voorraad benzine in hoofdzaak ge
schiedt over het beroepsvervoer, waardoor
het eigen vervoer practisch is uitgeschakeld
en alleen aan dat voor aan bederf onder
hevige artikelen en -voor wasscherijen nog
benzine wordt toegekend. Aangeraden wordt
dan ook om over te gaan tot het gebruik van
gas, waarvoor wel hout of anthraciet ver
kregen kan worden.
De secretaris voegde hier nog aan toe,
dat iemand, die niet voldaan is over de hem
verleende toewijzing, in beroep kan komen
bij de rijksverkeerscommissie te Amster
dam, waarin o.a. zitting hebben de heer E.
Mak, directeur der veiling te Alkmaar en
van der Molen, vrachtrijder te Heiloo.
De heer Grondsma brak een lans voor
de zuivelfabrieken, die voor den melkaan-
voer en het kaasvervoer naar de markten
die op hoog bevel in stand moeten worden
gehouden zeker recht mogen laten gelden
op toewijzing van benzine. Aanschaffing van
een gasgenerator is voor de kleine fabrieken
te duur en overigens kan gas moeilijk be
trokken worden, omdat daarvoor speciale
flesschen noodig zijn.
De voorzitter rekende uit, dat het
aanschaffen van een gasgenerator voordee-
liger is, maar zegde desondanks bestudeering
toe van het vraagstuk: zuivelfabrieken en
benzine.
De heer Bonnet zou graag alles zien in
het werk gesteld om het vervoer langs den
weg (beroepsvervoer van vooral groenten
e.a. voedingsmiddelen) te behouden.
De secretaris zette uiteen, dat er in
de laatste paar maanden veel is gedaan om
een zoo goed mogelijke regeling van het
vervoer te krijgen, per schip en langs den
weg. Onder meer is voor de zuurkoolfabri
kanten een regeling getroffen voor het ver
voer van hun product. Er wordt thans over
gedacht om vervoerscentra te stichten in
bepaalde plaatsen des lands, die alle ver
voermiddelen tot de volle honderd procent
zullen moeten trachten te benutten. Zij
moeten daartoe op de hoogte worden ge
houden van alle vrachten te land en te
water, welke aan de-markt komen, terwijl
ook het eigen vervoer daarbij dient te wor
den opgegeven. Spr. was ervan overtuigd,
dat het vervoer in al zijn omvang bij een
dergelijke regeling veel méér efficient zal
kunnen zijn dan thans.
Vleéseh en vestigingswet.
De secretaris deed nog mededeeling van
een door het departement van H., N. en S.
pas aan de burgemeesters gezonden circu
laire, inzake prijzen van vleesch met en
zonder been (al in ons blad gepubliceerd).
Een andere circulaire, eveneens door spr.
ter sprake gebracht, maakte duidelijk, dat
rundveeslagers, die „in lamsvleesch zijn ge
vlucht" (m.a.w. door de vleeschschaarschte
ook lammeren zijn begonnen te slachten),
de vestigingswet overtreden, als zij geen
blijk hebben gegeven ook als lamsslager te
kunnen voldoen aan de eischen van vak
bekwaamheid enz.
Een derde circulaire behandelde de kwes
tie van prijsverhooging. Hierbij wordt elke
prijsverhooging verboden, die niet gemoti
veerd kan worden met een aantoonbaar hoo-
geren inkoopprijs.
Over het vraagstuk hoe moet worden
gehandeld ten aanzien van de verhooging
van de omzetbelasting had de secretaris ge
correspondeerd met den inspecteur der be
lastingen, den heer Volkmaars te Den
Helder, die zich bereid verklaard had om in
een viertal plaatsen in het district der
Kamer zitting te houden tot het geven van
inlichtingen aan belanghebbenden.
De voorzitter zei o.a. nog, dat de
omzetbelasting van de voorraden, berekend
over den inkoop prijs, mag worden gelegd
op den verkoopprijs. Voorts gaf hij nog
een uiteenzetting van de wijze, waarop ge
handeld kan worden om het opmaken van
een nieuwe balans te voorkomen. (Wij heb
ben dit reeds eerder gepubliceerd).
Een zaak met minder voorraad dan voor
1250 heeft met de nieuwe bepaling der
omzetbelasting geen bemoeienis, zei de
secretaris nog.
Heldersche vluchtelingen en de
vestigingswet.
De heer Coltof vroeg bij de rondvraag of
winkeliers in Den Helder, die in verband
met het vertrek van zoo velen hunner stad-
genooten ingevolge de tijdsomstandigheden
hun zaak hadden gesloten en die nu weer
wenschen te heropenen, gevaar loopen van
te worden verdacht van overtreding van de
vestigingswet.
De secretaris geloofde dat met der-
gelijke zakenmenschen wel consideratie zal
worden gebruikt, want het gaat immers
alleen om een onderbreking van de uit
oefening van hun beroep tengevolge van
oorlogsomstandigheden.
De heer Moens wees er nog op, dat aan
gedemobiliseerde militairen toch ook ver
gund is om hun zaken, die door den oorlog
gesloten waren, weer te hervatten.
De heer van B e e m vroeg nog om erop
te willen aandringen, dat de autobussen van
Alkmaar naar Den Helder en omgekeerd
niet gelijktijdig met den trein vertrekken,
opdat men ook per bus de boot naar Texel
nog kan halen en in de tweede plaats om
méér verbindingen te krijgen.
De voorzitter zegde overweging van
het verzoek toe.
Hierna sluiting der openbare vergadering.
ALKMAAR.
GEBOREN:
Catharina J., d. van Antonius C. van den
Broeck en A. H. E. GoetteL
GETROUWD:
Christianus Mouwen en Trijntje de Waard.
Pieter J. Visser en Helena E. Rijsdijk.
Lourens de Vries en Johanna C. Bieman.
Frans Seven en Wilhelmina Admiraal,
Pieter M. Bruin en Sara M. Verstraten.
Pieter Rood en Catharina A. A. D. van
Stralen. Cornelis Bouman en Anna Pool.
Gerardus A. Hanraads en Johanna M.
Besteman. Jacobus J. J. Stavenuiter en
Agatha H. M. Plas.
OVERLEDEN:
Adriana Blaas, gehuwd met A. A. Hen-
drikse, 72 jaar. Cornelis Hooiboer, wedr.
van A. Kuis, 73 jaar. Hermanus van Zon
neveld, gehuwd met P. Kreijger, 67 jaar.
De garagehouder, die bij den
boer werk vond.
Door JOHNSTON Mc.CULLEY.
31)
Alle gasten zaten in de zitkamer over
het gebeurde na te praten. Warwick daalde
langzaam de trap af en liep door de gang
naar de biblotheek toe. Er was niemand.
Ook niet in de serre. Er brandde slechts
één lampje. Hij sloop naar binnen, bleef
even staan kijken naar de heerschende
verwarring en liep vlug naar den bloem
bak toe. Nogmaals gluurde hij rond voor
dat h(j de kunstbloemen eruit trok. Hij
stak daarop zijn hand in den bak, haalde de
enveloppe eruit en wilde dien in zijn zak
steken. Hij hoorde een vrouw kuchen.
Warwick wendde zich met een ruk om. Ali
ce Norton stond op den drempel. Aan haar
gelaat was te zien, dat ze hem de envelop
pe uit den bloembak had zien halen. War
wick's hart stond bijna stil. Die jaloersche
vrouw had hem in haar macht. Hij dacht,
dat ze oogenblikkelijk Berklan zou roepen
en hem aanklagen. Of misschien zjjn daad
verzwijgen, om de macht te hebben, hem te
dwingen tot het bewijzen van attenties. Er
was nog slechts één uitweg. Hij kon zeg
gen, dat hij de echte enveloppe daar ver
stopt had, om door een nagemaakt pakje
Brown en zijn mannen te misleiden, met
het doel de echte later aan Berklan terug
te geven. Dat zou zijn reputatie redden en
verdenkingen voorkomenmaar dan
was hij de enveloppe ook kwijt en had de
opdracht van de Spin niet vervuld!
Deze eene maal kon Warwick zich niet
volkomen beheerschen. Alice Norton lach
te eigenaardig en kwam het vertrek een
paar passen binnen.
„John... je bent.... je bent bang voor
me", zei ze beschuldigend.
„Wat ben je van plan te doen?" vroeg hij
zakelijk. Ze glimlachte weer.
„Wat zou je denken, John?" vroeg ze, en
stak dan haar hand uitom het teeken
van de Spin te maken.
„Jijjij ook al?"
„Ja, John. Ik werk al voor hem van het
oogenblik af, dat hij in de stad is. Ik ben
heusch niet jaloersch, want ik weet, waar
om je zooveel attenties aan dat meisje be
wijst. Ik plaagde je alleen maar. Wees nu
voortaan een goeie jongen en ook een beet
je aardig tegen mij".
En daarop begon ze te lachen, kwam
naar hem toe en greep hem bij zijn arm.
„Heb je het ding?" fluisterde ze.
„Maar die kerels
„Ik had een ander pakje nagemaakt
dat hebben ze meegenomen!"
„Handigdrommels handig! Kom nu
mee. Laten we naar de anderen toegaan".
Een uur later liep John Warwick op zijn
eigen kamers heen en weer, schopte de
kleedjes op zij, gromde en schudde zijn
vuist tegen het plafond. Bij zijn terug
komst had hij Togo niet thuis getroffen en
daarna de meegebrachte enveloppe beke
ken.
John Warwick had een vreeselijke, ver
gissing begaan. In de haast had hij de
echte enveloppe in zijn jaszak gestopt en de
nagemaakte in den bloembak. Brown had
de echte dus meegenomen!
„Stommeling! Nou is het voor goed uit
met de Spin! Ik zal aan het werk moeten.
Al mijn vrienden op zij zetten. Ik ben een
sufferdeen ezelsveulen, een
Hij had Alice Norton thuis gebracht en
van haar gehoord, dat zij zich bij de Spin
had aangesloten, omdat het fortuin der
familie Norton zoo goed als verdwenen
was. Ze had gehoopt, met Warwick te
trouwen, omdat hij een man van geld was,
maar nu bleek hij even arm als zijzelf. Ze
konden dus wel goede Vrienden blijven.
„Stommeling!" bromde Warwick nog
maals. „En misschien denkt hij nog, dat
ik me heb laten omkoopen!"
De deur werd geopend en Togo trad bin
nen.
Togo's gezicht zag er al even gehavend
uit als dat van Warwick en zijn kleeren
hingen aan flarden. Een mouw hing er los
bij. Zijn boord en das zaten vol bloed.
„Maar Togo, waar heb je in vredesnaam
gezeten?'En waarom heb je zoo gevoch
ten?"
„Togo naar huis van Berklan geweest,
mijnheer, net toen u tegen grond viel door
harde slagen. De gevangenen hier ont
snapten, nadat drie man me overvallen
hadden. Ik dacht, iets bij Berklan niet in
orde, omdat ik geen antwoord op mijn te
lefoon. Daarom ik daarheen gegaan",
„En.,."
„Ik zag mijnheer Brown een enveloppe
uit uw jas halen, mijnheer, en weggaan.
Togo op auto achteraan geklommen. Hij
reed naar een café. Een poosje later Togo
ook naar binnen gegaan en heeft envelop
pe van mijnheer Brown weggenomen".
„Wat?" riep Warwick verbluft uit.
„Het ging lastig, mijnheer, maar het is
gebeurd. Togo heeft veel huid verloren,
maar mijnheer Brown nog veel meer. Ik
kon niet gauw thuiskomen, mijnheer, om
dat ik me moeten verbergen om niet her
kend te worden. Hier is de enveloppe,
mijnheer".
Warwick sprong verheugd in de lucht.
Hij zag op slag, dat dit de echte was.
„Togo, je bent een juweel!" riep hij uit.
„Dank u, meneer".
„Verbindt eerst je gezicht. En dan blijven
we vannacht op, om dit ding te bewaken.
Ik zal me niet op mijn gemak voelen, voor
dat ik het aan zeker iemand overhandigd
heb".
„Jawel, vereerde meester", zei Togo,
moeizaam glimlachend.
XXII.
De amateur inbreker.
Weer ratelde de donder, flitste de blik
sem, huilde de wind en kletterde de regen
tegen den grond en de huizen. De man
hield zich tusschen de struiken schuil, tot
het donker genoeg was en snelde toen naar
het huis toe. Hij hoopte een raam aan de
achterzijde open te vinden. Hij probeerde
er een stuk of drie, maar ze zaten alle ste
vig vast. Hij was nog niet lang in het vak
en bezat geen instrumentje om de knippen
van het raam los te maken.
Bovendien was hij doodelijk angstig. Hij
hurkte tegen den muur aan en wachtte op
een volgenden bliksemstraal in de hoop
nog een raaam te ontdekken. Zjjn mond
en keel waren kurkdroog; hij moest onop
houdelijk slikken. En er scheen iets te zijn,
dat hem voortjoeg.
Het was een jonge man van nauwelijks
vier en twintig jaar. Zijn versleten schoe
nen hielden het regenwater niet meer te
gen. Zijn kleeren waren sjofel en ver
vuild. Een goedkoope hoed zat diep in zijn
oogen. Maar zijn gezicht was niet dat van
een boef; hij had iets beschaafds en ver
fijnds over zich. Hij ontdekte een ander
venster en snelde daarheen, zoodra het
donker was na den bliksem. Het gaf mee
en hij schoof het behoedzaam open, hoe
wel het schuren in dien storm toch niet
door iemand gehoord kon worden.
Toen hij zijn armzalige woning dien
avond verliet, had hij geen bepaald huis
op het oog. Hij was naar een deftige
woonwijk getrokken en had langs den
American Boulevard geslenterd, steeds op
zijn hoede om de politie te vermijden. Toen
had hij dit huis gezien. Het was indruk
wekkend en groot en lag een flink eind van
de straat af. De groote boomen er omheen
boden dekking in gevaar. Het zag er als
een rijk huis uit en daarom had hij be
sloten, hier een poging te wagen.
(Wordt vervolgd).