Tusschen 24 en 4 uur niet meer
op straat.
Joodsche ondernemingen moeten
worden aangegeven.
Openbaar dansen tot
nader order
verboden.
Wanorde'ijkhec'e-i te
Den Haag.
Vereenvoudiging
strafrechtpleging.
Ongeval met veetrein.
Schapen gedood.
TWEEDE BLAD
ALKMAARSCHE COURANT VAN MAANDAG 28 OCTOBER 1940.
DE SCHIE ZAL GETRANSFORMEERD WORDEN IN EEN FRAAIEN BOULEVARD,
welke, gelegen in het verlengde van den Coolsingel, de verbinding tusschen het
centrum der stad en het nieuwere gedeelte Blijdorp zal vormen. Arbeiders zijn be
gonnen de vroegere walkanten te verwijderen, waarna het middengedeelte bestraat
zal worden. Overzicht der werkzaamheden. (Polygoon)
Uitgaansbeperhing
Uitzondering voor kust
strook vervalt.
Sluitingstijd voor calé's,
theaters enz. om
11 uur.
Met ingang van 31 October is
in het heele land de sluitingstijd
voor café's, restaurants en open
bare vermakelijkheden, alsmede
voor localiteiten van vereenigin-
gen, gesteld zijn op den tijd
tusschen 23 en 4 uur. Plaatselijke
autoriteiten zullen voor bijzon
dere gevallen dit uur wel
vroeger, dus voor 23 uur, maar
niet later kunnen stellen.
Bovendien zal voor het heele
land van 31 October at een ver
bod om zich tusschen 24 uur en
4 uur in de open lucht te bege
ven, worden afgekondigd.
Op dit uitgaansverbod, dat
voor de kuststrook een verzach
ting en voor het overige land een
beperking beteekent, zullen de
gewone uitzonderingen gelden.
Iets nieuws is, dat ook Duit-
schers in het algemeen onder het
verbod vallen en slechts in ver
band met overheidsdiensten met
een bijzondere volmacht buitens
huis zullen kunnen gaan.
Van het uitgaansverbod zijn uitge
zonderd:
1. Ambtenaren en andere per
sonen, die werkzaam zijn op de
bureaux van den rijkscommissaris
voor 't bezette Nederlandsche gebied,
wanneer zij in het bezit zijn van een
door hem uitgegeven dienstlegitima-
tiekaart, alsmede leden van de Duit-
sche weermacht, van de Duitsche
politie en van de SS, en andere per
sonen, die tot de Duitsche weermacht
behooren.
2. Zij, die de Duitsche nationali
teit bezitten en in dienst staan van
een andere Duitsche overheidsinstan
tie, voor zoover hun verblijf in de
openlucht tusschen 24 uur en 4 uur
voor den dienst noodzakelijk is.
3. Personen, die behooren tot de
Nederlandsche politie, brandweer,
grensbewaking of openbare luchtbe
schermingsdienst, alsmede personen,
die in ambulancediensten of diensten
voor eerste hulp werkzaam zijn, en
artsen en vroedvrouwen, voor zoover
het krachtens hun beroep noodzake
lijk is tusschen 24 en 4 uur buiten te
zijn.
4. Zij, die in geval van ziekte of
ongeval, waarvan het ernstig karak
ter kan worden aangetoond, hulp
trachten te vinden.
5. Diegenen, die zoowel in het
bezit zijn van het in art. 4 bedoelde
speciale bewijs als van een officieel
bewijs, waarop een foto van den be
trokkene voorkomt.
2) Personen, die motorrijtuigen
besturen, welke op den voet van
artikel 2, lid 1, onder 3 tot en met 6,
van de verordening no. 113/1940 van
den rijkscommissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied tusschen 22 uur
en 4 uur in het openbaar verkeer
mogen worden gebruikt, moeten, be
halve van de in lid 2 van hetzelfde
artikel bedoelde schriftelijke ver
gunning, eveneens van een speciaal
bewijs voorzien zijn, wanneer zij
zich tusschen 24 uur en 4 uur in de
openlucht ophouden.
Aanvragen.
1) Aanvragen tot afgifte van een
speciaal bewijs moeten schriftelijk
worden ingediend bij de rijkspoli
tie van het district, waarin de woon
plaats van den aanvrager is gelegen
Deze aanvragen dienen vergezeld te
gaan van twee pasfoto's.
Geldige speciale bewijzen, die bij
het in werking treden dezer veror
dening waren uitgereikt, behouden
hun geldigheid.
Straffen.
Met hechtenis van ten hoogste
zes maanden en met geldboete
van ten hoogste duizend gulden
of met een dezer straffen wordt,
voor zoover op grond van an
dere bepalingen geen zwaar
dere straf is verbeurd, gestraft:
1. De eigenaar van een localiteit,
waarvoor de sluitingsvordering geldt
diens plaatsvervanger of gemach
tigde of de gast die opzettelijk of
door zijn schuld in strijd handelt
met deze verordening.
2. Hij die als lid van het bestuur
van een vereeniging of stichting,
als diens plaatsvervanger of ge
machtigde, als lid of als gast in een
localiteit van deze vereeniging op
zettelijk of door zijn schuld in strijd
handelt met de sluitigsverordening.
3. Hij die zich tusschen 24 uur en
4 uur zonder daartoe gerechtigd te
zijn in de openlucht ophoudt.
4. Hij die een speciaal bewijs, mis
bruikt of ter verkrijging van een
speciaal bewijs onjuiste opgaven
doet.
Deze verordening treedt op 31
October 1940 in werking.
Welke ondernemingen onder
deze verordening
vallen.
In het Zaterdag verschenen
verordeningenblad is opgenomen
een verordening van den rijks
commissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied betreffen
de het aangeven van onderne
mingen.
Na een omschrijving van het
begrip „onderneming" vervolgt
de verordening:
1) Aangegeven dient te wor
den iedere onderneming, die op
den negenden Mei 1940 aan een
der navolgende omschrijvingen
heeft beantwoord: 1) Een onder
neming, die door een natuur
lijk persoon wordt gedreven,
indien de eigenaar daarvan is
Jood. 2) Een onderneming, die
door een vennootschap onder
een firma of door een vennoot
schap onder een firma of door
een vennootschap bij wijze van
geldschieting wordt gedreven,
wanneer ten minste één der hoof
delijk voor het geheel aanspra
kelijke vennooten is Jood. 3)
Een onderneming, die door een
privaatrechtelijk rechtspersoon
of door een vennootschap bij
wijze van geldschieting op aan-
deelen wordt gedreven, a) In
dien ten minste één der tot wet
tige vertegenwoordiging der on
derneming bevoegde personen of
ten minste één van de leden van
de Raad van Commissarissen is
Jood. b) Indien Joden in beslis
sende mate deel hebben in hel
kapitaal of in het stemrecht.
Deelneming in beslissende mate
in het kapitaal wordt geacht
aanwezig te zijn, wanneer meer
dan een vierde deel van het kapi
taal aan Joden toebehoort;
deelneming in beslissende mate
door Joden in het stemrecht
wordt geacht aanwezig te zijn,
indien het door Joden uit te
brengen aantal stemmen de helft
van het totale aantal uit te bren
gen stemmen uitmaakt; bij stem
recht op grond van preferente
aandeelen is het voldoende, in
dien de helft der voor deze aan
deelen uitgebrachte stemmen
toekomt aan Joden. 4) Een onder
neming, die door een vereeni
ging van personen, een instel
ling, stichting of ander doelver
mogen, als bedoeld in artikel 1,
onder 2, wordt gedreven, indien
één der in dit lid, onder 2 of 3,
genoemde voorwaarden is ver
vuld. 5) Een onderneming, die in
feite onder overwegend Jood-
schen invloed staat. (2) De ver
plichting tot aangifte wordt niet
opgeheven door de omstandig
heid, dat het vermogen van een
onderneming ingevolge de Ver
ordening No. 26/1940, betreffen
de de behandeling van vijande
lijk vermogen, moet worden
aangegeven.
Filialen van ondernemingen moeten
werden aangegeven: 1) Wanneer de
onderneming, waarvan het filiaal
deel uitmaakt, zelf moet worden
aangegeven.
2) Wanneer de onderneming, waar
van het filiaal deel uitmaakt, wel is
waar zelf niet behoeft te worden
aangegeven, maar nochtans ten min
ste e e n bestuurder van het filiaal is
Jood.
De ten aanzien van de aangifte var,
ondernemingen geldende voorschrif
ten zijn op de in het eerste lid ge
noemde filialen van overeenkomstige
toepassing.
Vervolgens geeft de verordenim
een omschrijving van het begrip
„Jood": (1) Jood is een ieder, die uit
ten minste drie naar ras voljoodsche
grootouders stamt. (2) Als Jood
wordt ook aangemerkt hij die ui'
twee voljoodsche groutouders stamt
en: 1) hetzij zelf op den negender
Mei 1940 tot de Joodsch-kerkelijke
gemeente heeft behoord of na dien
datum daarin wordt opgenomen;
2) hetzij op den negenden Mei 1940
met een Jood was gehuwd of na dat
oogenblik met een Jood in het huwe
lijk treedt. (3) Een grootouder wordt
als voljoodsch aangemerkt, wanneer
deze tot de Joodsch-kerkelijke ge
meenschap heeft behoord.
Na een uitvoerige omschrijving
van de wijze en den inhoud van de
aangifte geeft de verordening aan
wijzingen voor den vorm van aan
gifte. Deze moet onder gebruikma
king van een officieel formulier, dat
bij de Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor het gebied, waarbin
nen de plaats van vestiging der on
derneming gelegen is, te verkrij -
gen is voor 30 Nov. 1940 bij het Bu
reau voor Economisch Onderzoek,
gevestigd te 's-Gravenhage, worden
ingediend. Wanneer een onderneming
eerst na 9 Mei onder de verplichting
tot aangifte komt te vallen, moet de
aangifte binnen twee weken na hel
ontstaan dezer verplichting plaats
vinden.
Straffen.
Hij, die opzettelijk niet naar waar
heid of nie-t tijdig 'voldoet aan de
Krachtens bovenstaande bepalingen
bestaande verplichting tot het doen
van aangifte of tot het verschaffen
van inlichtingen, wordt gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste vijf
jaar en met geldboete van ten hoogste
honderdduizend gulden of met een
van deze straffen, tenzij volgers
eenige andere bepaling tegen het
feit een zwaardere straf is bedreigd,
f2Hij die door zijn schuld niet, niet
naar waarheid of niet tijdig Voldoet
aan de verplichting tot het doen van
aangifte of tot het verschaffen van
inlichtingen, wordt gestraft met ge
vangenisstraf van ten hoogste een
jaar of met geldboete van ten hoogste
tienduizend gulden.
(3) De in het eerste en tweede lid
genoemde feiten worden beschouwd
als misdrijven (Verbrechen).
Artikel 10.
Verbeurdverklaring: Naast de
straffen volgens artikel 9 kan de
verbeurdverklaring van de waarden,
wsarn het strafbaar feit betrekking
heeft, worden uitgesproken.
WILLKIE IN JERSEY CITY. De republikeinsche candidaat voor het Amerikaan-
sche presidentschap bij zijn aankomst in de veste der democraten, Jersey City in
den staat New Jersey. Wendell L. Willkie hield hier een rede tot de verzamelde
menigte. (Associated Press)
DE ONTMOETING TUSSCHEN DEN FUHRER EN DEN FRANSCHEN VICE-
PRESIDENT VAN DEN MINISTERRAAD LAVAL. (Telegrafisch overgebrachte
foto). (Stapf)
Het verordeningenblad bevat
een besluit van de secretarissen-
generaal van de departementen
van justitie, van binnenlandsche
zaken en van sociale zaken betref
fende dansvermaak.
Hierin wordt bepaald, dat
openbaar dansvermaak tot na
der order is verboden. Niet
openbaar dansvermaak is tot
nader order verboden, indien
het door vereenigingen van
personen met of zonder rechts
persoonlijkheid (vereenigin
gen, bonden, organisaties en
soortgelijke instellingen) of
stichtingen wordt georgani
seerd.
Met hechtenis van ten hoogste
zes maanden en met geldboete van
ten hoogste duizend gulden of met
een van deze straffen wordt, voor
zoover bij andere bepalingen geen
zwaardere straffen zijn bedreigd,
gestraft hij, die aan dansvermaak,
als hierboven bedoeld, deelneemt,
zoodanig dansvermaak organiseert
of voor zoodanig dansvermaak een
localiteit beschikbaar stelt.
Organiseert een al of niet rechts
persoonlijkheid bezittende vereeni
ging van personen of een stichting
een verboden dansvermaak, of
stelt zij voor een dusdanig dans
vermaak een localiteit ter beschik
king, dan wordt met gelijke straf
fen tevens hij bestraft, die de op
dracht daartoe heeft gegeven of
die daarbij de feitelijke leiding had.
Handelingen als hierbedoeld zijn
overtredingen.
Dit besluit treedt op Donderdag
31 October 1940 in werking.
iiiinuniiiin i i li miI" 4JHJH'/""jnjfj
W.A.-leden mishandelden
Unie-colporteurs.
Naar het Hbld. verneemt hebben
zich Vrijdag te 's-Gravenhage tal
van onregelmatigheden voorge
daan, die het veilig verkeer op
straat ernstig schaadden. Groepen
van de W.A. van de n.s.b., hebben
niet alleen colporteurs van de Ned.
Unie mishandeld, doch tevens aan-
gewone wandelaars de schildjes
van de Ned. Uhie afgerukt en
vlaggetjes van de rijwielen ver
nield. Men hoorde tevens klachten,
dat de politie ten deze niet krach
tig genoeg optrad. Te bevoegde:
plaatse kon het blad hieromtrent
geen positieve inlichtingen ver
krijgen, doch van andere zijde
deelde men mede, dat niet minder
dan 129 molestaties zouden hebben
plaats gehad.
DUITSCHE ZWEEFVLIEGERS IN ACTIE. -
moet een stel wielen gebruikt worden, maar
start worden ze afgeworpen.
- Bij een hoogtevlucht
onmiddellijk na den
(Holland)
In het Zaterdag verschenen ver
ordeningenblad is opgenomen de
serste verordening van den rijks
commissaris voor het bezette Ne-
uerlandsche gebied, houdende be
palingen ter vereenvoudiging van
as strafrechtpleging.
Hierin wordt bepaald, dat de ar
tikelen 12 en 13 van het Neder
landsche wetboek van strafveror-
aening tot nader order niet worden
toegepast (artikel 12 van dit wet
boek bepaalt o.m., dat, wanneer
een strafbaar feit niet wordt ver
volgd of de vervolging niet wordt
voortgezet, de belanghebbende
daarover beklag kan doen bij het
gerechtshof, binnen welks rechts
gebied de vervolging zou behooren
plaats te vinden. Het gerechtshof
kan den procureur-generaal opdra
gen te dien aanzien verslag te doen
en kan voorts bevelen, dat de ver
volging zal worden ingesteld of
voortgezet. Het gerechtshof kan het
geven van zoodanig bevel ook wei
geren op gronden, aan het alge
meen belang ontleend).
Voorts bepaalt de verordening,
dat, wanneer ten tijde van haar in
werking treden 't welk was vast
gesteld op Zaterdag j.l. een be
klag, gegrond op de artikelen 12 of
13, aanhangig is, doch daarop uit
spraak nog niet is gevolgd, de be
handeling wordt gestaakt. Reeds
ontstane kosten of rechten worden
.iet gebeurd.
101 jaar. - De wed. H. de Leng.
geboren Krielaart te Woudrichem.
herdacht Zaterdag j.l. onder veel blij
ken van belangstelling haar lOler,
verjaardag.
Zaterdag' is op het stationsem
placement te Amersfoort een wa
gon van een veetrein ontspoord.
Een aantal schapen, dat zich in den
wagen bevond geraakte in de ver
drukking en kwam door verstik
king om het leven. Eenige andere
schapen kwamen op de rails neer.
Zij werden met gebroken pooten
opgenomen. Door een inmiddels
ontboden veearts werden de die
ren afgemaakt. Er werd geen ma-
lerieele schade aangericht.
„JACHT" OP DISTRIBUTIE
KAARTEN.
Vrijdagavond omstreeks acht uur
wilde het elfjarig zoontje van een
inwoner der gemeente 's Graveland
voor een jarig broertje een paar
zakdoeken gaan koopen. Daar de
winkel, in verband met de ver
duisteringsvoorschriften reeds ge
sloten was, belde hij en wachtte,
totdat de winkeldeur zou worden
geopend. Daarbij hield hij zijn
.extielkaart, welke hij van zijn
moeder had meegekregen, in de
hand.
Plotseling kwam een onbekende
man op hem toeloopen, die hem de
kaart uit de hand rukte, waarna
hij ijlings op zijn rijwiel de vlucht
nam. Een tweede persoon stond op
eenigen afstand op den uitkijk en
beiden verdwenen in de richting
Hilversum.
Uit een voorval als dit valt te
leeren, dat men niet voorzichtig
genoeg kan zijn met het meegeven
van distributiebescheiden aan kin
deren, daar dieven hiervoor een
bijzondere belangstelling aan den
dag leggen.