PUNTENKAART
VOOR DE HUISVROUW.
c
_J
de
va
0»
-§
O
-C
""O
ra
cc
a>
(0
JA
.2
r
13
O
U)
IA
O
ra
O
;0>
ra G
O 0)
c-
O -e
N -3
S
<z
LU
s
c
■w
a
t*
O
-
'u
O
„WINTERHULP NEDERLAND" OPGERICHT.
Noodige middelen uit vrijwillige bijdragen.
BESTUUR BERUST BIJ:
Prijs slechts 3 cent
ALKMAARSCME COURANT
s
ra
öS
s "sl -a
V- -3
CA r—O
c v O
S
M
DISTRIBUT
Zorgt U wel voor de
Een Hollander om de Kaap.
-NIEUWS
noodige vitamine C.
ADRESSEN
O)
0
O)
h
O
O
-»
4>
CM
U O
O
pS
0)
pC
pG
ra
X
cs
g 2
S S
O
N
I
:0> O
pC
ra o
ia
NI <D
s
CC «X5
c
13 J2
ca c
ca
13 JA
pC
ns c
C
ca c
G
o
p*
.2
fl la
NN
0>
13
Directeur-generaal, financieele
commissie en eereraad.
Het Zaterdag verschenen Ver
ordeningenblad bevat het vol
gende decreet van den Rijkscom
missaris voor het bezette Neder-
landsche gebied, houdende op
richting van de stichting „Winter
hulp Nederland".
Art. 1. 1) Ik richt hierbij op de
stichting „Winterhulp Neder
land". 2) Het is de taak der
stichting om den in het bezette
Nederlandsche gebied levenden
behoeftigen Nederlandschen
Staatsburgers zonder aanzien des
persoons hulp en ondersteuning
te verschaffen. De hiervoor
noodige middelen worden on
geacht de giften, welke ik de
stichting zal doen toekomen
door vrijwillige bijdragen in geld
en goederen van de in het bezette
Nederlandsche gebied levende
Nederlandsche Staatsburgers ver
kregen.
Art. 2. 1) De stichting bezit rechts
persoonlijkheid. 2) De paragrafen
1 en 2 der verordening no. 24/1940
van de secretarisen-generaal van de
departementen van justitie en van
binnenlandsche zaken ter verzeke
ring van de openbare orde in Ne
derland vinden te haren aanzien
geen toepassing.
Art. 3. Het bepaalde in mijn ver
ordening no. 109/1940 betreffende
het houden van openbare geld- en
goedereninzamelingen is niet van
toepassing op op geld- of goederen-
inzamelingen, welke door de stich
ting worden gehouden.
Art. 4. 1) De stichting is vrijge
steld van alle belastingen en pu
bliekrechtelijke lasten. 2) Op schen
kingen, welke der stichting worden
'gedaan, vinden de bepalingen van
dc Successiewet geen toepassing.
Bestuur.
Artikel 5: 1) Het bestuur der
stichting berust bij: 1. den direc
teur-generaal; 2. de financieele
commissie, welke toezicht houdt op
het financieel beleid van de stich
ting en in het bijzonder er voor
zorgt draagt, dat de opgebrachte
middelen r.iet dan voor het doel der
stichting worden besteed en dat het
beheer der stichting zoo zuinig mo
gelijk wordt gevoerd; 2) Er is een
eereraad, die den directeur-generaal
in de vervulling van zijn taak van
raar dient en bijstaat; 3) Leden der
financieele commissie zijn: 1. de se
cretaris-generaal van het departe
ment van financiën, die tevens voor
zitter is; 2. vier of meer, doch ten
hoogste acht vooraanstaande Neder
landers; 4) Leden van den eereraad
zijn: 1. de secretaris-generaal van
het departement van algemeene za
ken, die tevens voorzitter is, en de
secretarissen-generaal der departe
menten van binnenlandsche zaken
en van sociale zaken, alsmede de
commissarissen der provincie; 2.
twintig of meer, doch ten hoogste
veertig vooraanstaande Nederlan
ders; 5) De benoeming van den di
recteur-generaal, alsmede de aan
wijzing van de leden van den eere
raad en van de financieele commis
sie geschiedt door mij.
Statuten.
Art. 6. 1) De secretaris-generaal
van het departement van binnen
landsche zaken stelt de statuten der
stichting samen. 2) Bedoelde statuten
houden meer in het bijzonder bepa
lingen in omtrent: 1. de organisatie
van het bestuur der stichting, waar
bij het bepaalde in art. 5 in acht
moet worden genomen; 2. de aanwij
zing der medewerkers van den di
recteur-generaal, waarbij het hier
na in lid 3 bepaalde in acht moet
worden genomen; 3. de bevoegdhe
den van de bestuursorganen der
stichting; 4. boekjaar en onderzoek
der rekening. 3) In het beginsel zijn
in het bestuur der stichting slechts
onbetaalde medewerkers werkzaam;
het inzetten van betaalde arbeids
krachten moet tot het volstrekt
noodzakelijke worden beperkt. 4) De
statuten behoeven mijn goedkeuring.
5>Zij worden in de Nederlandsche
Staatscourant bekendgemaakt.
Art. 7. De bepalingen van dit de
creet hebben kracht van wet in den
zin van den tweeden volzin van het
tweede lid van par. 1 van mijn ver
ordening no. 3/1940 tot uitoefening
van de regeeringsbevoegdheden in
Nederland.
waarop overzichtelijk de waardeering van
punten voor textietgoederen is aangegeven
VOORDAM 9.
BEWERKEN EN VERVOEREN
VAN SUIKERBIETEN.
Het Zaterdag verschenen verorde
ningenblad bevat een besluit van den
secretaris-generaal van het departe
ment van landbouw en visscherij ter
uitvoering van de Landbouw-Crisis-
wet 1933 (Suikerbietenregeling).
Hierin wordt bepaald, dat ten aan
zien van het bewerken, verwerken,
afleveren en vervoeren van suiker
bieten beperkende regelen in den zin
van Art. 9 van de Landbouw-Crisis-
wet 1933 worden gesteld. De door de
uitvoering hiervan noodige bepalin
gen worden door den secr.-generaal
van het departement van landbouw
en visscherij vastgesteld.
Brieven van een Distributie
ambtenaar aan zijn
a.s. vrouw.
Lieveling,
Help!! Help! Er is iets vreeselijks
gebeurd!
Als je nog iets voor me voelt, sta
me dan bij. Maar spoedig! .Vooral
spoedig want anders is het te
laat
De feiten zijn als volgt.
Of neen, eerst dit: Herinner je je
mijn tante Klaziena? Je weet wel,
die nicht bij wie we een van onze
eerste engagementsvisites hebben
gemaakt, die in die eenzame kast
daar buiten de stad woont, en altijd
aan alle neefjes en nichtjes groot
zilver geeft als trouwcadeau? Ze
draagt een snor, en een guimpe'je
met baleinen. Weet je haar nu?
Goed. Maar nu eerst het andere.
Gistermorgen kreeg ik hier een
uiterst kordate dame, in een lange
donkergroen loden regenjas, met
fladderende witte haren, en een
wandelstok, voor het loket. Ze
kwam klagen. En waarover. Ze had
een nichtje, en dat nichtje had een
vriendin, en die vriendin zat weer
met nog een paar vriendinnen in
een krans, die eens per week elkaar
gedichten voorleest en terwijl sok
ken en pannelappen breit. Die pan
nelappen en sokken komen dan op
gezette tijden op een willekeurigen
bazaar terecht, waar ze worden ge
kocht om weer aan een anderen ba
zaar gegeven te worden, enz. ad in
finitum. (Dit is geloof ik wat ze met
een economisehen term goederen
circulatie noemen).
Maar terzake. Een van die meisjes
was hier kort geleden geweest voor
een Speciale Vergunning voor wol
voor dien krans, en die was gewei
gerd, zei die dame. Nu, dat kan uit
komen, ik herinnerde me het geval
niet in het bijzonder, maar ik heb
een keer Den Haag erover opgebeld
en daar deelden ze me toen mee,
dat de Richtlijn voor Kransen (hoe
vind je de uitdrukking?) luidt:
„niet verstrekken, geen sociaal be
lang". Dus daar hebben we ons aan
te houden.
Dit laatste lepelde ik dus getrou
welijk op voor de dame met den
wandelstok. Maar die werd onmid
dellijk verontwaardigd. En ik weet
niet hoe het kwam, ik was geloof ik
uit mijn humeur omdat ik het nét
aan den stok had gehad met een
paar menschen die iets hadden aan
gevraagd met opgave van redenen,
die bij controle niet op waarheid
bleken te berusten (zooiets betee-
kent altijd hoopen werk voor
niets); en er stond alweer een file;
enfin, ik ben dan blijkbaar een
beetje kort aangebonden geweest en
heb iets or.tactvols over kransen en
sociaal belang in het algemeen ge
debiteerd. Waarop de dame stampte
met haar wandelstok en me vertel
de dat ik het abc van sociaal belang
nog leeren moest, en dat zulke
meisjes veel beter breien konden
dan in den bioscoop zitten, en hoe
moest het dan met alle andere Goe
de Doelen, en zij zou er wel werk
van maken, want dat ging zóómaar
niet. Waarop ze eclipseerde.
Komt vanochtend de Leider (dit
is de officieele term voor den direc
teur van een distributiekring) ont
steld op me af. Hij kende die dame
van den wandelstok. Wat blijkt: ze
is een soort locale Croesus, die in
alle comités van heel Nederland zit
ting heeft en o.a. is ze vice-presi-
dente van die groote Weldadigheids-
vereeniging waar tante Klaziena
secretaresse van is. En ze schijnt
van mijn uitlatingen begrepen te
hebben dat haar weldadigheidsver-
eeniging nu óók geen vergunning
voor wol, keper, enz. zou kunnen
krijgen, want daar was ze voor ge
komen. Ja, hoe moest ik dat weten,
had ze dat dan ook gezegd, maar ze
stak direct van wal over die kran
sen, en tusschen Kransen en Chari
tatieve Vereenigingen gaapt een
wijde kloof, voor zooveel de distri
butieregeling betreft. En nu is ze
ziedend en zal natuurlijk op hooge
pooten naar tante Klaziena toestap
pen en die hoort dan weer, dat ik....
en.... enfin. Begrijp je, dat het vree-
selijk is?
Wees jij nu s.v.p. een engel, en ga
een toevallige hartelijkheidsvisite
bij tante Klaziena maken vóór de
dame van den wandelstok tijd ge
had heeft om haar toorn over neef
je te luchten. Vertel haar hoe hard
ik hier werk; versier het met een
paar gevoelige trekjes, jou toever
trouwd. Heb het dan terloops over
vergunningen over vereenigingen
(makkelijk genoeg, want tante Kla
ziena praat toch over geen ander
onderwerp en zeg eens langs je neus
weg, dat het toch zoo mooi is dat
Den Haag zoo'n hemelsbreed ver
schil maakt tusschen kransen zón
der en vereenigingen mèt sociale
taak, zooals die vereeniging van
tante Klaziena. Want dezulken kun
nen wèl een vergunning krijgen, pij
het plaatselijk D.K. aan te vragen,
dat het gevalletje dan opzendt naar
Den Haag. Ze hebben, dat n.l. als
volgt uitgedacht; bij de groote
Kerst- en St. Nicolaas-uitdeelingën
b.v. zal toezicht worden gehouden
vanwege een plaatselijke instantie,
en dan zullen er wèl punten worden
ingenomen voor wat er wordt uit
gedeeld. De overweging hierbij is,
zie je, dat menschen die bij zoo'n
uitdeeling wat krijgen, niet zoozeer
gebrek aan punten hebben, als wel
aan geld om op punten wat te kop
pen. Op de punten, die zoo'n chari
tatieve vereeniging dan inneemt,
kan die zich straks weer herbevoor-
raden met goed voor de volgende
uitdeeling. Snap je? Je voelt wel,
dat is heel iets anders als dingen die
öp kransen zoomaar voor de leus
vervaardigd worden, waarvan de
aardigheid in veel gevallen meer het
„zelf maken" dan een direct sociaal
doel is. Leg daar vooral goed den
nadruk op, want dat sociale doe)
was juist het teere punt.
Oef. En voor ik het vergeet: van
tante Klaziena en groot zilver ge
sproken, het is toch niet noodig dat
we nu vast gaan aanteekenen zooals
ik je laatst schreef. Er is n.l. inmid
dels een aanvullende Richtlijn Hu
welijksuitzetten verschenen, waar
door het mogelijk is een voorloopige
beslissing van het D.K. te krijgen
omtrent het quantum van je uitzet.
Op die voorloopige beslissing kun je
dan je bestelling bij je leverancier
doen die het op zijn gemak kan zoo
men, merken, en wat daar nog meer
aan te pas komt; en als dan alles
klaar is, krijg je het afgeleverd op
vertoon van de vergunning zelf, en
die krijg je pas op je ondertrouw
bewijs, maar dan kan het goed ook
direct afgeleverd worden. Dat is
toch nog wel zoo practisch, hè?
Ik wil althans hopen, dat je tegen
dien tijd me nog hebben wilt. Want
in sombere oogenblikken voorzie ik
soms, dat je me, na nog enkele inci
denten in het genre-tante Klaziena,
geestelijk ontwricht en vroegtijdig
verouderd zult weerzien een
voorproefje van den ouden dag,
dien je beloofd hebt te zullen slijten
aan de zij van je,
snel aftakelenden,
PIETER.
(Hbld.)
fe 3 ra
6
<D 6
«j-ö ra
'eg
<D w •iJ
rrj CO
3 k c c
S 2 a
N PL, 05 cc
1/3 t/3
(D C O
Jj C O tu
<D <D *Q "o
h
G
O
-I-a
60
.5
G
G
<13 CL)
tUO rG
(1)
CSJ V
-G
8.S
<D
f-4 13
O
13
G
<D <D
ttf-G
GO
•G u) bo
G ra fl)
CO 13 2
N .2 73 O
o la c
•h (U 5
3 T3 M
O) aï
3>'C 2
13
G co
h" H
<d
O ,C
73 W O
•G a>
•o Sb N
'S 1
£q-s£
r-1 fl) <D
JA 13 A
<D c 2 G e
13 v CO O tü
co 13 cö
-M Q* O G
<D Q) O
-t-a <D 13
O G OU
W (h 'G
5-SS
2 fc S
8 lS£§
MC
13
G u
ca q
0rG
N
<D
G IH
O)
13
ra 'R' c
<D tuo^3
■Ot c
w co
G G
<D
SP a> co
WrC 13
G Js c"
o a> a>
«s u G G
w a> H 9
G JA
ra o <d
co m tt
m
ca qj
"w 13
G C 13
ra cv G
ra E
G
.Bfi
l|"g
u :g ra
<D
G
TJ JA 0)
G G JA
ra JH o
'ai
ra O
c i3 .Jg o
5 r- -G* w
IS s
a> <d *p
O Ot w
H O a
2 c -o
g fc
-c B
«J k
C 60 3 Cl
<U 2 -0
•2°
O o c
w 1 G C
§1 g
Sl.BP'g
N <U g <D
n G
P ra c
ga w
SiM a
boG? w 2
G 2 13 o
O 13 <D I/J
13 13 IA -G
Gerrit Jacobszoon van Kampen
was één van die oude Hollanders,
dien het gezapige leven in ons
kleihe landje niet bijster beviel.
Hij liet zich werven voor den
dienst der Vereenigde Oost-Indi
sche Compagnie, en zeilde met het
goede schip „De stad Hoorn" naar
de Oost. Eenmaal daar aangeland
schreef hij een brief naar zijn
ouders in Kampen, en uit dien
merkwaardigen brief willen wij U
eens iets laten lezen.
„Toen wij de Linie gepasseerd
waren", schreef Gerrit, „kregen
wij fortuinlijken wind, zoodat wij
goed vorderden naar de Kaap. Al
hadden wij tevoren reeds drie man
over boord moeten zetten, over
ziekte en tegenslag was geen kla
gen. Nu echter de navigatie zoo
fortuinlijk werd, leek het alsof we
ons deel in de tegenspoed toch
moesten krijgen op andere wijze.
Velen uit het scheepsvolk en van
de krijgslieden evenzeer, kregen
last van een dekte, die bij het
scheepsvolk welbekend en ge
vreesd is: de scheurbuik.
De barbier zeide daartegen een
voortreffelijk middel te kennen,
en hij purgeerde de zieken met ja-
lap, waarna zij dagelijks een pint
zeewater te drinken kregen, met
twintig druppels elixer van vitri
ool en drie lepels honing gemengd.
Maar de ziekte beterde daar niet
van; die weinig ziek waren konden
na korten tijd hun werk niet meer
doen, en die erg ziek waren bega
ven zich te kooi.
Er ontstond een groote neer
slachtigheid onder het scheeps
volk, want is de manschap een
maal door deze kwaal aangetast,
dan grijpt zij gruwelijk om zich
heen, en het schijnt dat zij nie
mand ontziet, noch ouden, noch
jongen. Nog voor wij de Kaap
aanzeilden, hadden wij op deze
wjjze twaalf man verloren, ze
werden overboord gezet in Gods
naam, en de Dominee ging voor in
gebed. Toen ik dan zelve ook deze
pijnlijke gewaarwordingen begon
te gevoelen aan het eigen lijf,
vreesde ik reeds voor Bantam niet
te zullen geraken, noch U, geliefde
ouders, noch mijn broeders en
zuster weer te zullen zien.
Maar de Heere had anders be
stierd; den zevenennegentigsten
dag nadat wij Texel verlieten
werd land gezien naar Zuid-Zuid-
Oosten; en twee dagen later kon
de Hoogbootsman met de groote
sloep naar land gaan om de gestel
tenis der Hottentotten, die deze
contreiën bewonen, .te gaan ver
kennen. Hij werd goed ontvangen,
en allen die ziek waren, werden
ontscheept om op verhaal te ko
men.
Wij deden ons te goed aan ver-
sche groenten en vruchten, die al
daar in overvloed te vinden waren,
en nadat wij zooveel versche vic
tualiën hadden ingescheept als
nuttig en mogelijk was, vervolgden
wij onze reis. De zieken waren veel
beter, en de gezondheid was zoo
goed, dat de scheepsraad besloot
Mauritius te laten liggen. Wij
kwamen zonder veel tegenslag
voor Bantam; weinig zieken, en
Goddank geen scheurbuik werd
meer gezien aan boord".
Tot zoover de brief van Gerrit
Jacobsz. Het merkwaardige is, dat
onze brave schipper onbewust
volkomen juist de oorzaak van de
gevreesde scheurbuik constateer
de: gebrek aan versche groenten
en fruit dat wil zeggen: gebrek
aan Vitamine C, maar dat wist men
toen nog niet.
Ook de achttiende eeuwsche ge
neesheer Bachstrom had het bij het
rechte eind, toen hij in 1734 in een
deftig tractaat neerschreef: „Door
dat men te weinig aandacht ge
schonken heeft aan de geschiedenis
van de scheurbuik, heeft men als
oorzaken algemeen, zij het ten
onrechte, verondersteld de koude in
noordelijke klimaten, zeelucht, ge
bruik van gezouten vleesch, enzoo-
voort, terwijl de kwaal alleen te
wijten is aan de volkomen onthou
ding van versche groenten en
plantaardig voedsel; dit is de wer
kelijke oorzaak der ziekte. En
wanneer menschen, hetzij door na
latigheid, hetzij door noodzaak,
zichgeruimen tijd onthouden van
het nuttigen van de versche vruch
ten en groenten der aarde, dan is
geen klimaat en geen streek gevrij
waard tegen de aanvallen ervan".
Een Engelsche scheepsdokter,
James Lind, was de eerste, die in
deze richting nauwkeurige proeven
nam. Hij vond een geneesmiddel,
waarvan het succes bijna featas-
tisch was: het gebruik van versche
sinaasappelen en citroenen. De
proeven van Lind toonden aan,
dat de menseh ziek wordt, wanneer
er bepaalde dingen in zijn diëet
ontbreken.
En dit is een besef van het groot
ste belang; het is niet voldoende
dat de mensch ruim gevoed wordt,
om op krachten te blijven; hij
heeft daarbij nog andere bestand-
deelen noodig in zijn voedsel, die
weliswaar zijn honger niet stillen,
maar toch onmisbaar zijn voor een
goede gezondheid.
Dit is niet alleen zoo bij den vol
wassene. Bij het kind is het in
misschien nog sterkere mate het
geval. In het kinderlichaam spreidt
de natuur een activiteit ten toon,
die naar verhouding de werk
zaamheid van het volwassen li
chaam verre overtreft. Zulk een
actief organisme zal nauwkeuriger
luisteren naar aanwezigheid of af
wezigheid van bepaalde stoffen,
dan dat van den volwassene.
En inderdaad, in 1883 wees Bar
low er op, dat bij kinderen een
kwaal voorkomt, die men noemde:
„acute rachitis". Deze treedt vooral
op bij kinderen, die eenzijdig ge
voed worden met gekookte koe
melk en kindermeel, (papkinderen
dus). Barlow kon die ziekte be
strijden door de kinderen rauw
vleeschsap, versche melk en si
naasappelen te geven.
Zoo zien we dus weer; het ge
heimzinnige iets, dat de zeevaar
ders van „De stad Hoorn" in het
leven hield, dat de proefpatiënten
van James Lind wist te genezen,
dat de kinderen, die door de ziekte
van MöllerBarlow waren aange
tast, weer gezond maakte één
der belangrijkste vitamines uit de
lange reeks, die ons bekend is: het
vitamine C.
Of er gegronde redenen zijn om
aan te nemen, dat er in den tijd,
dien we nu doormaken, een gebrek
aan vitamine C zal optreden, met
alle onaangename gevolgen van
dien? Wij hopen dit in een volgend
artikel met U te bespreken.
pC 0 door
MARTINE
WITTOP KONING.
Onze tweede dagelijksche
broodmaaltijd.
Onze tweede dagelijksche brood
maaltijd vertoont uit den aard der
zaak veel overeenkomst met het
ontbijt, de portie, en in verband
daarmee de voedingswaarde, mag
echter iets ruimer worden gerekend,
als vergoeding voor de arbeidspres
taties, die in den loop van den dag
van het lichaam zijn gevraagad.
Of we dezen maaltijd halverwege
den dag als „twaalfuurtje" gebrui
ken dan wel na beëindiging van de
dagtaak als „avondboterham" 'maakt
in de eischen, die we er uit een
voedingsleeroogpunt aan stellen,
geen verschil; wèl kan er ip be
paalde gevallen een wijziging in de
keus van het voedsel mee sa-
mèngaan, met dien verstande, dat
wie de lunch gedurende de werk
uren gebruikt, zal zijn aangewezen
cp gemakkelijk mee te nemen le
vensmiddelen, die zonder bezwaar
in boterhampapier of in een trom
meltje kunnen worden verpakt.
Voor de huisvrouw beteekent dat
in dezen tijd, dat ze naast distribu
tieregeling van overheidswege er
nog een tweede bij zal moeten in
stellen ten behoeve van den huise-
lijken kring; een regeling, waarbij
ze voor de ambulante leden een
grooter aantal broodbonnen beschik
baar stelt dan hun is toegewezen.
't Spreekt wel vanzelf, dat deze
maatregel geen nadeel mag brengen
voor de thuis-etende gezinsleden:
voor hen dient een voorziening te
worden getroffen, waarbij het ge
mis aan brood vergoed wordt door
een gelijkwaardige aanvulling van
den maaltijd.
Op verschillende wijzen is dat
mogelijk.
Gaan wij uit van het feit. dat de
broodkaart ons in staat stelt om
voor den tweeden broodmaaltijd per
hoofd te beschikken over 4 sneden
brood (ieder van 40 g.): dan zou
b.v. de onderlinge verdeeling in het
gezin zóó kunnen geregeld worden,
dat de thuis-etende zich ten bate van
da ambulanten vergenoegden mei
de helft van dit rantsoen; voor hen
zou dan dus naar een aanvulling
moeten worden gezocht, die in voe
dingswaarde en liefst ook in prijs
ongeveer overeenkomt met die
van de afgestane 80 g. brood.
Kiezen we inplaats van de 2
sneetjes brood nu 250 gr. y2 p.)
aardappelen, een portie, die in hoe
veelheid vrijwel klopt met de twee
boterhammen (n.l. 3 a 4 aardap
pelen), dan leert'ons de voedings
leer dat er weinig verschil bestaat
tusschen het brood en zijn ver
vangingsmiddel.
Hoe we die aardappelen in den
maaltijd te pas zullen brengen, Is
een tweede vraag, waarop het ant
woord verschillend kan luiden.
I. We gebruiken ze als versch ge
kookte aardappelen in de schil.
De voedingswaarde, dat weten we
reeds, wordt op die manier het best
behouden; maar bovendien, komen
de „in het rokje" voorgediende aard
appelen minder in botsing met de
boter- en vetrantsoeneering. Juist
het kruimige oppervlak van een ge
schild gekookten aardappel is zóó
droog, dat toevoeging van jus, van
spekvet of van boter moeilijk kan
worden gemist, maar de gladde in
de schil gaargemaakte aardappel
laat zich zelfs met een minimum
aan vet goed smaken: bij de ge
woon gesmeerde boterham gegeten
stelt hij geen verdere eischen.
Bestaat er voorkeur voor de portie
aardappelen als afzonderlijk hapje-
ST.-PANCRAS.
anustoffen voor tuinders.
De tuinbouwers, die brandstoffert
verbruiken voor hun bedrijf, eb,
die thans reeds in het bezit zijn
van een identiteitsbewijs vooïl
brandstoffen, kunnen zich op da
navolgende dagen ten gemeente»
huize alhier vervoegen met dia
identiteitskaart ten einde da
brandstoffen- en cokesbonnen irï
ontvangst te nemen.
De dagen zijn:
Dinsdag 29 Oct. 1940,
Woensdag 30 Oct. 1940,
Donderdag 31 Oct. 1940,
telkens van 9 tot 12 uur.
i
Centraal Distributiekantoor:
Poststukken, Bezuidenhoutsche»
weg 144, 's-Gravenhage.
Telefoon 7 2 0 10(J
- Interlocaal letters X X X
Secretariaat,
Bezuidenhoutscheweg 93,
's-Gravenhage.
Inspectie West:
D. J. Scheffel, Oudegracht 182,
Alkmaar, telefoon 314 3.
VERZOEK AAN
DISTRIBUTIE-DIENSTEN.
Distributie-diensten van omlig»
gende gemeenten worden ver»,
zocht, ten behoeve van hun eigen
plaatsgenooten, speciale mededee»
lingen zoo spoedig mogelijk aan
ons bureau in te zenden, opdat ze
in het eerstvolgend nummer van
dit s
„DISTRIBUTIE-NIEUWS"
kunnen worden opgenomen.
vooraf, zoodat de daarop volgends
boterham naar willekeur van de een
of andere belegging kan worden
voorzien, ook dan behoeft de aard»
appel geen aanleiding te zijn voo3
het sehaler smeeren van het brood.
We nemen dan onze toevlucht tot
de lang nog niet voldoend bekend^
kwark, een zuivelproduct met een
hcoge eiwitwaarde, dat door zij tl
zalfachtige consistentie aan de aard»
appelen denzelfden dienst kan be
wijzen als b.v. gewelde boter of
mayonnaise zou doen. Het smake
lijkst wordt onze nieuwe „saus", al3
we door de kwark een ietsje zout
roeren en ze dan verdunnen met een
paar lepels melk of met tomaten
puree, al of niet onder toevoeging
van wat gehakte groene kruiden,
(peterselie, selderij, kervel), een le
peltje aangemaakte mosterd, eea
fijngeraspt uitje of wat geraspte
mierikswortel, allemaal middeltjes,
die eentonigheid voorkomen, zelfs
wanneer men dagelijks de gekookte
aardappelen met kwark zou willen
invoeren.
II. We bereiden voor het „twaalf-
uurtje-thuis" een hoeveelheid koude
gekookte aardappelen tot een gerecht,
dat bij de boterham goed smaakt.
Dat kan zijn een aardappel»
sla, waarvoor we de aardappelen
in plakjes snijden om ze vervolgens
te vermengen met één van de juisfl
beschreven kwark-sausjes, wat hang
op met tomatenpurée of eenvoudig
wat melk en daarna wat azijn (ot*
citroensap). Naar willekeur brengen
we in de aardappelsla weer den
smaak aan met behulp van wat
mosterd en peper of wel van wat
fijngehakte groene kruiden; een ge
snipperd preitje is ook altijd eert
welkome toevoeging.
Leenen de overgebleven aardappe
len zich minder goed tot het in plak
jes snijden, dan kunnen we er ook
een fijngewreyen aardap
pel s 1 a van bereiden; we st~ i
dan de koude aardappelen,
gen ze met een van de ree:"
ken sausjes en voegen er, -