PUNTENKAART VOOR DE HUISVROUW. c _J de va 0» -§ O -C ""O ra cc a> (0 JA .2 r 13 O U) IA O ra O ;0> ra G O 0) c- O -e N -3 S <z LU s c ■w a t* O - 'u O „WINTERHULP NEDERLAND" OPGERICHT. Noodige middelen uit vrijwillige bijdragen. BESTUUR BERUST BIJ: Prijs slechts 3 cent ALKMAARSCME COURANT s ra öS s "sl -a V- -3 CA r—O c v O S M DISTRIBUT Zorgt U wel voor de Een Hollander om de Kaap. -NIEUWS noodige vitamine C. ADRESSEN O) 0 O) h O O -» 4> CM U O O pS 0) pC pG ra X cs g 2 S S O N I :0> O pC ra o ia NI <D s CC «X5 c 13 J2 ca c ca 13 JA pC ns c C ca c G o p* .2 fl la NN 0> 13 Directeur-generaal, financieele commissie en eereraad. Het Zaterdag verschenen Ver ordeningenblad bevat het vol gende decreet van den Rijkscom missaris voor het bezette Neder- landsche gebied, houdende op richting van de stichting „Winter hulp Nederland". Art. 1. 1) Ik richt hierbij op de stichting „Winterhulp Neder land". 2) Het is de taak der stichting om den in het bezette Nederlandsche gebied levenden behoeftigen Nederlandschen Staatsburgers zonder aanzien des persoons hulp en ondersteuning te verschaffen. De hiervoor noodige middelen worden on geacht de giften, welke ik de stichting zal doen toekomen door vrijwillige bijdragen in geld en goederen van de in het bezette Nederlandsche gebied levende Nederlandsche Staatsburgers ver kregen. Art. 2. 1) De stichting bezit rechts persoonlijkheid. 2) De paragrafen 1 en 2 der verordening no. 24/1940 van de secretarisen-generaal van de departementen van justitie en van binnenlandsche zaken ter verzeke ring van de openbare orde in Ne derland vinden te haren aanzien geen toepassing. Art. 3. Het bepaalde in mijn ver ordening no. 109/1940 betreffende het houden van openbare geld- en goedereninzamelingen is niet van toepassing op op geld- of goederen- inzamelingen, welke door de stich ting worden gehouden. Art. 4. 1) De stichting is vrijge steld van alle belastingen en pu bliekrechtelijke lasten. 2) Op schen kingen, welke der stichting worden 'gedaan, vinden de bepalingen van dc Successiewet geen toepassing. Bestuur. Artikel 5: 1) Het bestuur der stichting berust bij: 1. den direc teur-generaal; 2. de financieele commissie, welke toezicht houdt op het financieel beleid van de stich ting en in het bijzonder er voor zorgt draagt, dat de opgebrachte middelen r.iet dan voor het doel der stichting worden besteed en dat het beheer der stichting zoo zuinig mo gelijk wordt gevoerd; 2) Er is een eereraad, die den directeur-generaal in de vervulling van zijn taak van raar dient en bijstaat; 3) Leden der financieele commissie zijn: 1. de se cretaris-generaal van het departe ment van financiën, die tevens voor zitter is; 2. vier of meer, doch ten hoogste acht vooraanstaande Neder landers; 4) Leden van den eereraad zijn: 1. de secretaris-generaal van het departement van algemeene za ken, die tevens voorzitter is, en de secretarissen-generaal der departe menten van binnenlandsche zaken en van sociale zaken, alsmede de commissarissen der provincie; 2. twintig of meer, doch ten hoogste veertig vooraanstaande Nederlan ders; 5) De benoeming van den di recteur-generaal, alsmede de aan wijzing van de leden van den eere raad en van de financieele commis sie geschiedt door mij. Statuten. Art. 6. 1) De secretaris-generaal van het departement van binnen landsche zaken stelt de statuten der stichting samen. 2) Bedoelde statuten houden meer in het bijzonder bepa lingen in omtrent: 1. de organisatie van het bestuur der stichting, waar bij het bepaalde in art. 5 in acht moet worden genomen; 2. de aanwij zing der medewerkers van den di recteur-generaal, waarbij het hier na in lid 3 bepaalde in acht moet worden genomen; 3. de bevoegdhe den van de bestuursorganen der stichting; 4. boekjaar en onderzoek der rekening. 3) In het beginsel zijn in het bestuur der stichting slechts onbetaalde medewerkers werkzaam; het inzetten van betaalde arbeids krachten moet tot het volstrekt noodzakelijke worden beperkt. 4) De statuten behoeven mijn goedkeuring. 5>Zij worden in de Nederlandsche Staatscourant bekendgemaakt. Art. 7. De bepalingen van dit de creet hebben kracht van wet in den zin van den tweeden volzin van het tweede lid van par. 1 van mijn ver ordening no. 3/1940 tot uitoefening van de regeeringsbevoegdheden in Nederland. waarop overzichtelijk de waardeering van punten voor textietgoederen is aangegeven VOORDAM 9. BEWERKEN EN VERVOEREN VAN SUIKERBIETEN. Het Zaterdag verschenen verorde ningenblad bevat een besluit van den secretaris-generaal van het departe ment van landbouw en visscherij ter uitvoering van de Landbouw-Crisis- wet 1933 (Suikerbietenregeling). Hierin wordt bepaald, dat ten aan zien van het bewerken, verwerken, afleveren en vervoeren van suiker bieten beperkende regelen in den zin van Art. 9 van de Landbouw-Crisis- wet 1933 worden gesteld. De door de uitvoering hiervan noodige bepalin gen worden door den secr.-generaal van het departement van landbouw en visscherij vastgesteld. Brieven van een Distributie ambtenaar aan zijn a.s. vrouw. Lieveling, Help!! Help! Er is iets vreeselijks gebeurd! Als je nog iets voor me voelt, sta me dan bij. Maar spoedig! .Vooral spoedig want anders is het te laat De feiten zijn als volgt. Of neen, eerst dit: Herinner je je mijn tante Klaziena? Je weet wel, die nicht bij wie we een van onze eerste engagementsvisites hebben gemaakt, die in die eenzame kast daar buiten de stad woont, en altijd aan alle neefjes en nichtjes groot zilver geeft als trouwcadeau? Ze draagt een snor, en een guimpe'je met baleinen. Weet je haar nu? Goed. Maar nu eerst het andere. Gistermorgen kreeg ik hier een uiterst kordate dame, in een lange donkergroen loden regenjas, met fladderende witte haren, en een wandelstok, voor het loket. Ze kwam klagen. En waarover. Ze had een nichtje, en dat nichtje had een vriendin, en die vriendin zat weer met nog een paar vriendinnen in een krans, die eens per week elkaar gedichten voorleest en terwijl sok ken en pannelappen breit. Die pan nelappen en sokken komen dan op gezette tijden op een willekeurigen bazaar terecht, waar ze worden ge kocht om weer aan een anderen ba zaar gegeven te worden, enz. ad in finitum. (Dit is geloof ik wat ze met een economisehen term goederen circulatie noemen). Maar terzake. Een van die meisjes was hier kort geleden geweest voor een Speciale Vergunning voor wol voor dien krans, en die was gewei gerd, zei die dame. Nu, dat kan uit komen, ik herinnerde me het geval niet in het bijzonder, maar ik heb een keer Den Haag erover opgebeld en daar deelden ze me toen mee, dat de Richtlijn voor Kransen (hoe vind je de uitdrukking?) luidt: „niet verstrekken, geen sociaal be lang". Dus daar hebben we ons aan te houden. Dit laatste lepelde ik dus getrou welijk op voor de dame met den wandelstok. Maar die werd onmid dellijk verontwaardigd. En ik weet niet hoe het kwam, ik was geloof ik uit mijn humeur omdat ik het nét aan den stok had gehad met een paar menschen die iets hadden aan gevraagd met opgave van redenen, die bij controle niet op waarheid bleken te berusten (zooiets betee- kent altijd hoopen werk voor niets); en er stond alweer een file; enfin, ik ben dan blijkbaar een beetje kort aangebonden geweest en heb iets or.tactvols over kransen en sociaal belang in het algemeen ge debiteerd. Waarop de dame stampte met haar wandelstok en me vertel de dat ik het abc van sociaal belang nog leeren moest, en dat zulke meisjes veel beter breien konden dan in den bioscoop zitten, en hoe moest het dan met alle andere Goe de Doelen, en zij zou er wel werk van maken, want dat ging zóómaar niet. Waarop ze eclipseerde. Komt vanochtend de Leider (dit is de officieele term voor den direc teur van een distributiekring) ont steld op me af. Hij kende die dame van den wandelstok. Wat blijkt: ze is een soort locale Croesus, die in alle comités van heel Nederland zit ting heeft en o.a. is ze vice-presi- dente van die groote Weldadigheids- vereeniging waar tante Klaziena secretaresse van is. En ze schijnt van mijn uitlatingen begrepen te hebben dat haar weldadigheidsver- eeniging nu óók geen vergunning voor wol, keper, enz. zou kunnen krijgen, want daar was ze voor ge komen. Ja, hoe moest ik dat weten, had ze dat dan ook gezegd, maar ze stak direct van wal over die kran sen, en tusschen Kransen en Chari tatieve Vereenigingen gaapt een wijde kloof, voor zooveel de distri butieregeling betreft. En nu is ze ziedend en zal natuurlijk op hooge pooten naar tante Klaziena toestap pen en die hoort dan weer, dat ik.... en.... enfin. Begrijp je, dat het vree- selijk is? Wees jij nu s.v.p. een engel, en ga een toevallige hartelijkheidsvisite bij tante Klaziena maken vóór de dame van den wandelstok tijd ge had heeft om haar toorn over neef je te luchten. Vertel haar hoe hard ik hier werk; versier het met een paar gevoelige trekjes, jou toever trouwd. Heb het dan terloops over vergunningen over vereenigingen (makkelijk genoeg, want tante Kla ziena praat toch over geen ander onderwerp en zeg eens langs je neus weg, dat het toch zoo mooi is dat Den Haag zoo'n hemelsbreed ver schil maakt tusschen kransen zón der en vereenigingen mèt sociale taak, zooals die vereeniging van tante Klaziena. Want dezulken kun nen wèl een vergunning krijgen, pij het plaatselijk D.K. aan te vragen, dat het gevalletje dan opzendt naar Den Haag. Ze hebben, dat n.l. als volgt uitgedacht; bij de groote Kerst- en St. Nicolaas-uitdeelingën b.v. zal toezicht worden gehouden vanwege een plaatselijke instantie, en dan zullen er wèl punten worden ingenomen voor wat er wordt uit gedeeld. De overweging hierbij is, zie je, dat menschen die bij zoo'n uitdeeling wat krijgen, niet zoozeer gebrek aan punten hebben, als wel aan geld om op punten wat te kop pen. Op de punten, die zoo'n chari tatieve vereeniging dan inneemt, kan die zich straks weer herbevoor- raden met goed voor de volgende uitdeeling. Snap je? Je voelt wel, dat is heel iets anders als dingen die öp kransen zoomaar voor de leus vervaardigd worden, waarvan de aardigheid in veel gevallen meer het „zelf maken" dan een direct sociaal doel is. Leg daar vooral goed den nadruk op, want dat sociale doe) was juist het teere punt. Oef. En voor ik het vergeet: van tante Klaziena en groot zilver ge sproken, het is toch niet noodig dat we nu vast gaan aanteekenen zooals ik je laatst schreef. Er is n.l. inmid dels een aanvullende Richtlijn Hu welijksuitzetten verschenen, waar door het mogelijk is een voorloopige beslissing van het D.K. te krijgen omtrent het quantum van je uitzet. Op die voorloopige beslissing kun je dan je bestelling bij je leverancier doen die het op zijn gemak kan zoo men, merken, en wat daar nog meer aan te pas komt; en als dan alles klaar is, krijg je het afgeleverd op vertoon van de vergunning zelf, en die krijg je pas op je ondertrouw bewijs, maar dan kan het goed ook direct afgeleverd worden. Dat is toch nog wel zoo practisch, hè? Ik wil althans hopen, dat je tegen dien tijd me nog hebben wilt. Want in sombere oogenblikken voorzie ik soms, dat je me, na nog enkele inci denten in het genre-tante Klaziena, geestelijk ontwricht en vroegtijdig verouderd zult weerzien een voorproefje van den ouden dag, dien je beloofd hebt te zullen slijten aan de zij van je, snel aftakelenden, PIETER. (Hbld.) fe 3 ra 6 <D 6 «j-ö ra 'eg <D w •iJ rrj CO 3 k c c S 2 a N PL, 05 cc 1/3 t/3 (D C O Jj C O tu <D <D *Q "o h G O -I-a 60 .5 G G <13 CL) tUO rG (1) CSJ V -G 8.S <D f-4 13 O 13 G <D <D ttf-G GO •G u) bo G ra fl) CO 13 2 N .2 73 O o la c •h (U 5 3 T3 M O) aï 3>'C 2 13 G co h" H <d O ,C 73 W O •G a> •o Sb N 'S 1 £q-s£ r-1 fl) <D JA 13 A <D c 2 G e 13 v CO O tü co 13 cö -M Q* O G <D Q) O -t-a <D 13 O G OU W (h 'G 5-SS 2 fc S 8 lS£§ MC 13 G u ca q 0rG N <D G IH O) 13 ra 'R' c <D tuo^3 ■Ot c w co G G <D SP a> co WrC 13 G Js c" o a> a> «s u G G w a> H 9 G JA ra o <d co m tt m ca qj "w 13 G C 13 ra cv G ra E G .Bfi l|"g u :g ra <D G TJ JA 0) G G JA ra JH o 'ai ra O c i3 .Jg o 5 r- -G* w IS s a> <d *p O Ot w H O a 2 c -o g fc -c B «J k C 60 3 Cl <U 2 -0 •2° O o c w 1 G C §1 g Sl.BP'g N <U g <D n G P ra c ga w SiM a boG? w 2 G 2 13 o O 13 <D I/J 13 13 IA -G Gerrit Jacobszoon van Kampen was één van die oude Hollanders, dien het gezapige leven in ons kleihe landje niet bijster beviel. Hij liet zich werven voor den dienst der Vereenigde Oost-Indi sche Compagnie, en zeilde met het goede schip „De stad Hoorn" naar de Oost. Eenmaal daar aangeland schreef hij een brief naar zijn ouders in Kampen, en uit dien merkwaardigen brief willen wij U eens iets laten lezen. „Toen wij de Linie gepasseerd waren", schreef Gerrit, „kregen wij fortuinlijken wind, zoodat wij goed vorderden naar de Kaap. Al hadden wij tevoren reeds drie man over boord moeten zetten, over ziekte en tegenslag was geen kla gen. Nu echter de navigatie zoo fortuinlijk werd, leek het alsof we ons deel in de tegenspoed toch moesten krijgen op andere wijze. Velen uit het scheepsvolk en van de krijgslieden evenzeer, kregen last van een dekte, die bij het scheepsvolk welbekend en ge vreesd is: de scheurbuik. De barbier zeide daartegen een voortreffelijk middel te kennen, en hij purgeerde de zieken met ja- lap, waarna zij dagelijks een pint zeewater te drinken kregen, met twintig druppels elixer van vitri ool en drie lepels honing gemengd. Maar de ziekte beterde daar niet van; die weinig ziek waren konden na korten tijd hun werk niet meer doen, en die erg ziek waren bega ven zich te kooi. Er ontstond een groote neer slachtigheid onder het scheeps volk, want is de manschap een maal door deze kwaal aangetast, dan grijpt zij gruwelijk om zich heen, en het schijnt dat zij nie mand ontziet, noch ouden, noch jongen. Nog voor wij de Kaap aanzeilden, hadden wij op deze wjjze twaalf man verloren, ze werden overboord gezet in Gods naam, en de Dominee ging voor in gebed. Toen ik dan zelve ook deze pijnlijke gewaarwordingen begon te gevoelen aan het eigen lijf, vreesde ik reeds voor Bantam niet te zullen geraken, noch U, geliefde ouders, noch mijn broeders en zuster weer te zullen zien. Maar de Heere had anders be stierd; den zevenennegentigsten dag nadat wij Texel verlieten werd land gezien naar Zuid-Zuid- Oosten; en twee dagen later kon de Hoogbootsman met de groote sloep naar land gaan om de gestel tenis der Hottentotten, die deze contreiën bewonen, .te gaan ver kennen. Hij werd goed ontvangen, en allen die ziek waren, werden ontscheept om op verhaal te ko men. Wij deden ons te goed aan ver- sche groenten en vruchten, die al daar in overvloed te vinden waren, en nadat wij zooveel versche vic tualiën hadden ingescheept als nuttig en mogelijk was, vervolgden wij onze reis. De zieken waren veel beter, en de gezondheid was zoo goed, dat de scheepsraad besloot Mauritius te laten liggen. Wij kwamen zonder veel tegenslag voor Bantam; weinig zieken, en Goddank geen scheurbuik werd meer gezien aan boord". Tot zoover de brief van Gerrit Jacobsz. Het merkwaardige is, dat onze brave schipper onbewust volkomen juist de oorzaak van de gevreesde scheurbuik constateer de: gebrek aan versche groenten en fruit dat wil zeggen: gebrek aan Vitamine C, maar dat wist men toen nog niet. Ook de achttiende eeuwsche ge neesheer Bachstrom had het bij het rechte eind, toen hij in 1734 in een deftig tractaat neerschreef: „Door dat men te weinig aandacht ge schonken heeft aan de geschiedenis van de scheurbuik, heeft men als oorzaken algemeen, zij het ten onrechte, verondersteld de koude in noordelijke klimaten, zeelucht, ge bruik van gezouten vleesch, enzoo- voort, terwijl de kwaal alleen te wijten is aan de volkomen onthou ding van versche groenten en plantaardig voedsel; dit is de wer kelijke oorzaak der ziekte. En wanneer menschen, hetzij door na latigheid, hetzij door noodzaak, zichgeruimen tijd onthouden van het nuttigen van de versche vruch ten en groenten der aarde, dan is geen klimaat en geen streek gevrij waard tegen de aanvallen ervan". Een Engelsche scheepsdokter, James Lind, was de eerste, die in deze richting nauwkeurige proeven nam. Hij vond een geneesmiddel, waarvan het succes bijna featas- tisch was: het gebruik van versche sinaasappelen en citroenen. De proeven van Lind toonden aan, dat de menseh ziek wordt, wanneer er bepaalde dingen in zijn diëet ontbreken. En dit is een besef van het groot ste belang; het is niet voldoende dat de mensch ruim gevoed wordt, om op krachten te blijven; hij heeft daarbij nog andere bestand- deelen noodig in zijn voedsel, die weliswaar zijn honger niet stillen, maar toch onmisbaar zijn voor een goede gezondheid. Dit is niet alleen zoo bij den vol wassene. Bij het kind is het in misschien nog sterkere mate het geval. In het kinderlichaam spreidt de natuur een activiteit ten toon, die naar verhouding de werk zaamheid van het volwassen li chaam verre overtreft. Zulk een actief organisme zal nauwkeuriger luisteren naar aanwezigheid of af wezigheid van bepaalde stoffen, dan dat van den volwassene. En inderdaad, in 1883 wees Bar low er op, dat bij kinderen een kwaal voorkomt, die men noemde: „acute rachitis". Deze treedt vooral op bij kinderen, die eenzijdig ge voed worden met gekookte koe melk en kindermeel, (papkinderen dus). Barlow kon die ziekte be strijden door de kinderen rauw vleeschsap, versche melk en si naasappelen te geven. Zoo zien we dus weer; het ge heimzinnige iets, dat de zeevaar ders van „De stad Hoorn" in het leven hield, dat de proefpatiënten van James Lind wist te genezen, dat de kinderen, die door de ziekte van MöllerBarlow waren aange tast, weer gezond maakte één der belangrijkste vitamines uit de lange reeks, die ons bekend is: het vitamine C. Of er gegronde redenen zijn om aan te nemen, dat er in den tijd, dien we nu doormaken, een gebrek aan vitamine C zal optreden, met alle onaangename gevolgen van dien? Wij hopen dit in een volgend artikel met U te bespreken. pC 0 door MARTINE WITTOP KONING. Onze tweede dagelijksche broodmaaltijd. Onze tweede dagelijksche brood maaltijd vertoont uit den aard der zaak veel overeenkomst met het ontbijt, de portie, en in verband daarmee de voedingswaarde, mag echter iets ruimer worden gerekend, als vergoeding voor de arbeidspres taties, die in den loop van den dag van het lichaam zijn gevraagad. Of we dezen maaltijd halverwege den dag als „twaalfuurtje" gebrui ken dan wel na beëindiging van de dagtaak als „avondboterham" 'maakt in de eischen, die we er uit een voedingsleeroogpunt aan stellen, geen verschil; wèl kan er ip be paalde gevallen een wijziging in de keus van het voedsel mee sa- mèngaan, met dien verstande, dat wie de lunch gedurende de werk uren gebruikt, zal zijn aangewezen cp gemakkelijk mee te nemen le vensmiddelen, die zonder bezwaar in boterhampapier of in een trom meltje kunnen worden verpakt. Voor de huisvrouw beteekent dat in dezen tijd, dat ze naast distribu tieregeling van overheidswege er nog een tweede bij zal moeten in stellen ten behoeve van den huise- lijken kring; een regeling, waarbij ze voor de ambulante leden een grooter aantal broodbonnen beschik baar stelt dan hun is toegewezen. 't Spreekt wel vanzelf, dat deze maatregel geen nadeel mag brengen voor de thuis-etende gezinsleden: voor hen dient een voorziening te worden getroffen, waarbij het ge mis aan brood vergoed wordt door een gelijkwaardige aanvulling van den maaltijd. Op verschillende wijzen is dat mogelijk. Gaan wij uit van het feit. dat de broodkaart ons in staat stelt om voor den tweeden broodmaaltijd per hoofd te beschikken over 4 sneden brood (ieder van 40 g.): dan zou b.v. de onderlinge verdeeling in het gezin zóó kunnen geregeld worden, dat de thuis-etende zich ten bate van da ambulanten vergenoegden mei de helft van dit rantsoen; voor hen zou dan dus naar een aanvulling moeten worden gezocht, die in voe dingswaarde en liefst ook in prijs ongeveer overeenkomt met die van de afgestane 80 g. brood. Kiezen we inplaats van de 2 sneetjes brood nu 250 gr. y2 p.) aardappelen, een portie, die in hoe veelheid vrijwel klopt met de twee boterhammen (n.l. 3 a 4 aardap pelen), dan leert'ons de voedings leer dat er weinig verschil bestaat tusschen het brood en zijn ver vangingsmiddel. Hoe we die aardappelen in den maaltijd te pas zullen brengen, Is een tweede vraag, waarop het ant woord verschillend kan luiden. I. We gebruiken ze als versch ge kookte aardappelen in de schil. De voedingswaarde, dat weten we reeds, wordt op die manier het best behouden; maar bovendien, komen de „in het rokje" voorgediende aard appelen minder in botsing met de boter- en vetrantsoeneering. Juist het kruimige oppervlak van een ge schild gekookten aardappel is zóó droog, dat toevoeging van jus, van spekvet of van boter moeilijk kan worden gemist, maar de gladde in de schil gaargemaakte aardappel laat zich zelfs met een minimum aan vet goed smaken: bij de ge woon gesmeerde boterham gegeten stelt hij geen verdere eischen. Bestaat er voorkeur voor de portie aardappelen als afzonderlijk hapje- ST.-PANCRAS. anustoffen voor tuinders. De tuinbouwers, die brandstoffert verbruiken voor hun bedrijf, eb, die thans reeds in het bezit zijn van een identiteitsbewijs vooïl brandstoffen, kunnen zich op da navolgende dagen ten gemeente» huize alhier vervoegen met dia identiteitskaart ten einde da brandstoffen- en cokesbonnen irï ontvangst te nemen. De dagen zijn: Dinsdag 29 Oct. 1940, Woensdag 30 Oct. 1940, Donderdag 31 Oct. 1940, telkens van 9 tot 12 uur. i Centraal Distributiekantoor: Poststukken, Bezuidenhoutsche» weg 144, 's-Gravenhage. Telefoon 7 2 0 10(J - Interlocaal letters X X X Secretariaat, Bezuidenhoutscheweg 93, 's-Gravenhage. Inspectie West: D. J. Scheffel, Oudegracht 182, Alkmaar, telefoon 314 3. VERZOEK AAN DISTRIBUTIE-DIENSTEN. Distributie-diensten van omlig» gende gemeenten worden ver», zocht, ten behoeve van hun eigen plaatsgenooten, speciale mededee» lingen zoo spoedig mogelijk aan ons bureau in te zenden, opdat ze in het eerstvolgend nummer van dit s „DISTRIBUTIE-NIEUWS" kunnen worden opgenomen. vooraf, zoodat de daarop volgends boterham naar willekeur van de een of andere belegging kan worden voorzien, ook dan behoeft de aard» appel geen aanleiding te zijn voo3 het sehaler smeeren van het brood. We nemen dan onze toevlucht tot de lang nog niet voldoend bekend^ kwark, een zuivelproduct met een hcoge eiwitwaarde, dat door zij tl zalfachtige consistentie aan de aard» appelen denzelfden dienst kan be wijzen als b.v. gewelde boter of mayonnaise zou doen. Het smake lijkst wordt onze nieuwe „saus", al3 we door de kwark een ietsje zout roeren en ze dan verdunnen met een paar lepels melk of met tomaten puree, al of niet onder toevoeging van wat gehakte groene kruiden, (peterselie, selderij, kervel), een le peltje aangemaakte mosterd, eea fijngeraspt uitje of wat geraspte mierikswortel, allemaal middeltjes, die eentonigheid voorkomen, zelfs wanneer men dagelijks de gekookte aardappelen met kwark zou willen invoeren. II. We bereiden voor het „twaalf- uurtje-thuis" een hoeveelheid koude gekookte aardappelen tot een gerecht, dat bij de boterham goed smaakt. Dat kan zijn een aardappel» sla, waarvoor we de aardappelen in plakjes snijden om ze vervolgens te vermengen met één van de juisfl beschreven kwark-sausjes, wat hang op met tomatenpurée of eenvoudig wat melk en daarna wat azijn (ot* citroensap). Naar willekeur brengen we in de aardappelsla weer den smaak aan met behulp van wat mosterd en peper of wel van wat fijngehakte groene kruiden; een ge snipperd preitje is ook altijd eert welkome toevoeging. Leenen de overgebleven aardappe len zich minder goed tot het in plak jes snijden, dan kunnen we er ook een fijngewreyen aardap pel s 1 a van bereiden; we st~ i dan de koude aardappelen, gen ze met een van de ree:" ken sausjes en voegen er, -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 8