OPA BOL VAN DE IJZEREN KNOL. Mr. STEVENS UIT Bebouwingspremie volgens teeltplan 1941. Aan welke voorwaarden gebonden Wat geteeld kan worden. BURGERLIJKE STAND GEMEENTERADEN Sint Pancras stelt be grooting 1941 vast. Tegen Slapeloosheid, Overspanning, Onrust en Zenuwachtigheid, gebruike men de Zenuwstillende en Zenuwsterkende Mijnhard!'s Zenuwtafaletten. Buisje 75 ct. RADIOPROGRAMMA FEUILLETON TWEEDE BLAD 2 De productie-commissaris voor Noordholland schrijft ons: Het is me gebleken, dat er nog vrij wat grondgebruikers zijn, die niet voldoende bekend zijn met de ver schillende bepalingen vervat in het Teeltplan 1941. Hoewel dit plan al in extenso is gepubliceerd, wil ik er toch nog enkele toelichtingen op geven. Het behoeft geen nadere verkla ring, dat gestreefd moet worden naar vergirooting van het bouwland areaal. Teneinde dit te bevorderen is van overheidswege een premie stelsel ingevoerd. Hierbij is niet zoo zeer sprake van een scheurpremie als wel van een „bebouwingspremie". Indien men het plan heeft een per ceel blijvend grasland te scheuren, kan men alleen voor het ontvangen van de premie in aanmerking komen, als men eerst toestemming van den productie-commissaris heeft ontvan gen voor dit scheuren. Deze toestem ming dient in Noordholland te wor den aangevraagd via diens bureau, per adres Landbouw-Crisis Organi satie te Alkmaar. Hier worden diverse gegevens op een formulier overgenomen. Daarna krijgt men dit formulier terug, al of niet voorzien van de goedkeuring van den productie-commissaris. Aan een eventueele toestemming voor het scheuren kan men nog geen recht op de premie van 100 per ha ontleenen. De bewuste 100 worden pas ver leend, indien blijkt dat in den loop van 1941 op het perceel een normaal gewas wordt verbouwd, dat wil zeg gen een onder de dan heerschende omstandigheden zoo goed mogelijk geslaagde cultuur wordt aangetrof fen. Men blijft natuurlijk geheel vrij in het scheuren, indien men geen aan spraak wil maken op de premie. Wat mag men nu op dit land verbouwen? Alle gewassen welke niet zijn verboden volgens het teelt plan 1941. In de weidestreken zal wel be langstelling bestaan voor de teelt van voederbieten. Dit gewas mag op de geheele oppervlakte gescheurd land verbouwd wor den. Toch wil ik er hier op wijzen dat vooral op de zwaardere grondsoorten de teelt van vale of grauwe erwten zeer goed past op gescheurd grasland. Het is ook beter om niet alles op één kaart te zetten en naast voederbieten zeker nog erwten te gaan ver bouwen. Bovendien kan men na erwten nog heel goed stoppelge wassen verbouwen zooals wik ken, stoppelknollen, mergkool enz. Voor zandgronden, waar de teelt van haver op gescheurd grasland mogelijk is, wordt deze teelt toegestaan. Van haver en zomertarwe e.d. moet evenwel al het te oogsten graan worden ingeleverd. Perceelen, welke reeds gescheurd zijn met de bedoeling om ze in 1941 als bouwland te gebruiken en welke in September 1940 nog als blijvend grasland in gebruik waren, kunnen ook onder deze regelingen vallen, mits men ze alsnog opgeeft voor registratie en dezerzijds goedkeuring kan worden verleend. Het ligt namelijk niet in de be doeling zonder meer alle te scheuren perceelen op te nemen. Land dat zich niet leent voor bouwland, b.v. door een te lage ligging ten opzichte van den waterstand, zal niet worden ge accepteerd voor de premie-uitkee- ring. Zeker wordt een aanspraak op dc premie afgewezen indien straks zou blijken dat de teelt op het nieuwe bouwland ondeskundig plaats heeft. De perceelen grasland, welke dit voorjaar zijn gescheurd en reeds een hoofdgewas hebben gedragen in 1940, vallen buiten de premie-regeling 1941. Naast het gescheurde grasland hebben we het oudere bouwland. Het gebruik van dit bouwland is ook aan bepaalde voorschrif ten gebonden. Ik noem daarvan de volgende restricties: De teelt van ruw voeder middelen mag niet grooter zijn dan het gemiddelde van de jaren 1938 en '39. Iemand die in de laatstgenoemde jaren b.v. 2 ha klaver verbouwde, mag in 1941 deze oppervlakte niet zonder meer vergrooten. Meent hij meer klaver noodig te hebben voor zijn paarden e.d., dan dient men dit weer te verzoeken via het genoemde kantoor te Alkmaar. Hetzelfde geldt voor voederbieten, koolrapen en voe derwortelen, indien deze producten hoofdgewas zullen zijn. Wel is men vrij in de teeltopper vlakte van de volgende gewassen: tarwe, rogge, gerst, veldboonen, erwten, stamboonen, late aardappe len, suikerbieten, koolzaad, vlas en korrelmais. De haververbouw is ge bonden aan de gemiddelde opper vlakte van de jaren 1938 en '39, maar mag van het bestaande bouwland dan niet meer oppervlakte beslaan dan 15 Tenslotte nog de kwestie van den aanleg van nieuw grasland. Dit is in eersten opzet verbo den! Meent men dit toch noodig te hebben, dan wordt het goedge vonden indien men een gelijke oppervlakte blijvend grasland scheurt. Wil men moeilijkheden bij de con trole voorkomen, dan moet men zich ook voor deze zaak in verbinding stellen (schriftelijk) met het bureau te Alkmaar. Bij dit „gelijk oversteken" is er echter geen enkele kans op uitbeta ling van een bebouwingspremie. Een enkele maal wordt ge vraagd of de aanleg van boom gaard op te scheuren grasland ook in aanmerking kan komen voor premiebetaling. Dit is zeker het geval indien deze te scheu ren perceelen in 1941 een akker bouwgewas zullen dragen tus- schen de jonge, pas geplante boomen. Gewoonlijk is dit het geval b.v. met voederbieten, boonen of erwten. Het land in de geïnundeerde ge bieden kan soms ook nog in aanmer king komen voor de bebouwings premie; belanghebbenden kunnen hierover direct de noodige inlichtin gen van mij krijgen. Het betreft hier voornamelijk die perceelen, welke na de inundatie van grasland in bouwland zijn omgezet en ook bouw land zullen blijven. Nogmaals zij herhaald dat de tot nu toe geregistreerde gescheurde perceelen zijn uitgesloten van de voor 1941 in uitzicht gestelde be bouwingspremie. Alleen de dit najaar gescheurde perceelen en de nog te scheuren lan derijen, welke worden opgegeven voor registratie (na goedkeuring dezerzijds), vallen hier onder. WARMENHUIZEN. Geboren: Theodorus Hendricus, z. van A. J. Reinders en M. Bijl. Mattheus Cornelis, z. van T. Hooge- boom en J. C. E. Kos. Gerrit, z. van J. G. Jonker en Sj. IJbema. Jacobus Cornelis, z. van W. Laten- stein en P. C. Kuilboer. Adrianus Nicolaas, z. van A. Ruijter en J. Vriend. Cornelis, z. van Th. te Bück en P. Slijkerman. Agatha Helena, d. van L. van den Berg en M. Put. Gerda, d. van KL Been en Weigerachtig om afval e. d. af te geven. Avondver gaderingen van den raad in de toekomst. De gisternamiddag gehouden raadsvergadering werd niet bijge woond door den heer C. Klooster boer, die bericht van verhindering had gezonden. Een paar berichten van Gedep. Staten (o.a. goedkeuring gemeente rekening en rekening gasbedrijf 1938) werden voor kennisgeving aangenomen. Vastgesteld werd een verorde ning op het inzamelen van afvallen en beenderen en kadavers, zooals ook in andere gemeenten is ge- •cnied. De heer J. Kloosterboer vroeg of de inzameling gecentrali seerd zal worden. De voorzitter antwoordde, dat zij, die het afval e. d. ophalen, een aanstelling moeten ontvangen van den burgemeester. Een daartoe strekkend verzoek was reeds inge komen van K. Rezelman te Broek op Langendij'k, die sinds Aug. zich belast met bedoelde inzameling. Bovendien is er nog C. Kooy, maar die verzocht nog niet om een aan stelling. Door de raadsleden werden nog een paar personen genoemd, die min of meer geregeld afval op halen. De voorzitter zou de zaak nog onder oogen zien. Hij merkte op, dat slechts zij, die geregeld het afval verzamelen, voor een aanstel ling in aanmerking kunnen komen. De heer J. Kloosterboer deelde mede, gesproken te hebben met een ingezetene, die absoluut geweigerd had zijn afval beschik baar te stellen, Hij zou het liever vernietigen. De voorzitter verzekerde, dat zoo iemand onherroepelijk „vast" zal loopen. Het afval e. d. is zeer noodig voor veevoeder, waar voor veel ervan uitstekend geschikt is. Weer 75 opcenten. Goedgekeurd werd, dat over 1941 weder 75 opcenten zullen worden geheven op de gemeentefondsbe lasting. Gemeentebegrooting 1941. Hierna kwam aan de orde: voor- loopige' vaststelling gemeentebe grooting 1941 en begrooting bur gerlijk armbestuur 1941. De voorzitter wees erop, dat het zeer veel moeite heeft gekost om de begrooting sluitend te krij gen, in hoofdzaak tengevolge van het besluit inzake geringere uit- keering van het Rijk. Evenals voor 1940 is weer 5500 geraamd voor het burgerlijk arm bestuur. Gezien het verloop over 1940, rekende de voorzitter erop, dat men in 1041 met het genoemde bedrag zal toekomen. Spr. deelde mede, dat een ver zoek was ontvangen van den veld- R. Meijer. Dirk, z. van D. Vos en D. Biersteker. Wilhelmus, z. van A. Dekker en A. P. de Groot. Johanna Catharina, d. van J. Groot en C. J. Glorie. Adrianus, z. van N. Tesselaar en C. Berkhout. Ja cob Cornelis, z. van J. C. de Vries en N. Vos. Maria Geertruida, d. van J. Kemper en M. Dekker. Wil helmus, z. van A. Ligthart en C. G. Klaver. Petrus Johannes, z. van W. Tesselaar en J. M. Huibers. Getrouwd: Petrus vanStraaten en Neeltje Barsingerhorn. Overleden: Jannetje Blank man, echtgenoote van M. Stolp, 57 jaar. William Siewers, wedr. van M. C. Boon, 76 jaar. Tijs Berkhout, echtg. van E. Zijp, 66 jaar. Pieter de Vet, z. van K. de Vet en G. Kroon, 1 jaar. wachter om vrij wonen op grond van art. 7 van de veldwachtersver ordening, in verband met den stij genden levensstandaard. Spr. zette uiteen, dat inderdaad de veldwachter in een gemeente woning woont, die voorheen 2 huur opbracht per week, welke later op 4 is geschat; hij krijgt nu 100 toeslag voor huur op zijn jaar wedde, gelijk een vorige raad heeft bepaald en betaalt dus feitelijk 2 huur per week. Spr. stelde voor om den toestand te laten zooals die is. Werd z. h. s. goedgekeurd. Vervolgens stelde de voorzit ter voor om den doodgraver een salarisverhooging te verleenen van 50 per jaar, onder goedkeuring van den secr.-generaal. Alzoo be sloten z. h. s. De heer vanKampen (weth.) zei, dat hij in B. en W. heeft voor gesteld om den gemeente-opzichter, 50 verhooging van jaarwedde te geven. De voorzitter merkte op, dat voor vernieuwing van gemeen tewerken geen vergoeding behoeft te worden gegeven. Dat de gem.- opzichter ook waarnemend hoofd is van de luchtbescherming, mag niet vergoed worden, omdat nu eenmaal alle werk daarvoor belan geloos moet geschieden. Een extra-vergoeding zou wel gegeven kunnen worden voor eenig geheel nieuw werk, dat den belang hebbende zou worden opgedragen door B. en W. De heer J. Kloosterboer vroeg of in de instructie staat, dat de opzichter is belast met het uit voeren van het onderhoudswerk, welke vraag door den voorzit ter bevestigend werd beantwoord. Alleen voor nieuwe werken moet extra worden betaald. Weth. Timmer vroeg of de jaarwedde voldoende mag worden geacht. De voorzitter: 't Salaris is 200. De heer van Kampen verde digde zijn voorstel met te zeggen, dat hij nota's voor extrawerk van den opzichter in de toekomst wilde voorkomen en daarom 50 salaris verhooging voorstelde. De voorzitter zette nogmaals zijn standpunt uiteen: geen extra bezoldiging voor toezicht op onder houdswerken. Spr. ging daarom niet accoord met bedoelde nota en verklaarde zich ook tegen salaris verhooging. Intusschen zal de nu ontvangen nota terdege worden nagezien en als den man voor een of ander vergoeding toekomt, zal hem die gegeven worden. Ten slotte werd de begrooting voorloopig vastgesteld op de vol gende eindcijfers: gewone dienst: ontvangsten en uitg. 61.952.21; kapitaaldienst: ontvangsten en uit gaven 43.155.28; burgerlijk armbestuur: gew. dienst 6932.47 (subsidie van de gemeente 5500) kapitaaldienst 5350. De voorzitter deelde nog mede, dat de gascommissie de be grooting 1941 heeft ingezonden, sluitende voor den gewonen dienst in ontvangsten en uitgaven op 117.410.25 en voor den kapitaal dienst -op 146.567.69. Voor onvoor ziene uitgaven is geraamd 11043.11. Spr. wees erop, dat deze begrooting hier en daar „een slag in de lucht" is, b.v. ten aanzien van de kolenprijzen, die immers lang niet stabiel zijn, zoodat verhooging van de gasprijzen misschien zal moeten volgen. Geen der raadsleden had bemer kingen, zoodat de gascommissie de begrooting kan vaststellen en op zenden aan Ged. Staten. Voortaan raadsvergaderin gen in de avonduren. Op een vraag van den heer J. Kloosterboer zegde devoor- z i 11 e r toe, voortaan de raadsver gaderingen des avonds te zullen uitschrijven, om. alle leden in de gelegenheid te stellen alle aan het VRIJDAG. progr. AVRO). 8.ANP-ber., gr.pl. 9.10 Omroeporkest (opn.) 10.Mor genwijding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Voor de vrouw. 10.35 Ensemble Jonny Kroon en soliste. 11.Letterkundige causerie. 11.15 Ensemble Jonny Kroon en soliste. 12.15 Gr.pl. 12.45 Nieuws- en econ. ber. ANP. 1. Avro-Amus.-orkest en soliste. 2. Rep. 2.15 Concertgebouworkest en solist (opn.) 3.30 Biologische cause rie. 3.45 Orgelspel en zang. 4.30 Gr. pl. 5.05 Voor de jeugd. 5.15 Nieuws-, econ.- en beursber. ANP. 5.30 Om roeporkest en soliste. 6.25 Causerie ,De geest van onzen tijd". 6.45 Le zing „De zelfmoord van het kapita lisme". 7.7.15 Econ. vragen van den dag en ANP-ber., sluiting. HILVERSUM H, 301,5 M. (NCRV). 8.ANP-ber. 8.10 Schriftlezing en meditatie. 8.25 Gewijde muziek (opn.) 8.35 Gr.pl. 10.30 Morgen dienst. 11.Gr.pl. 11,15 Solisten concert en gr.pl. 12.15 Rep. 12.45 Nieuws- en econ. ber. ANP. 1. Gr.pl. 1.30 Molto Cantabile en gr.pl. 2.20 Zang met pianobegeleiding en gr.pl. 3.Voor de vrouw. 3.20 Apollo ensemble en gr.pl. 4.Bijbellezing. 4.30 Hobo, piano en gr.pl. 5. VPRO: Gesprekken met luisteraars. 5.15 Nieuws-, econ.- en beursber. ANP. 5.30 Ber. 5.35 Gr.pl. 6— Utr. Sted. orkest. 6.45 Lezing „De zelf moord van het kapitalisme". 7.7.15 Econ. vragen van den dag, nieuws berichten ANP en sluiting. KOOTWIJK, 1875 M. (VARA). 7.— Ber. (Duitsch). 7.15 Gr.pl. (7.30 7.45 Ber. Eng. 8.ANP-ber. 9. 9.15 Ber. Duitsch). 10.30 Orgelspel. 11.— Gr.pl. 11.30 Ber. (Eng.) 11.45 Gr.pl. 12.— Ber. 12.15 Gr.pl. 12.30 Ber. (Duitsch). 12.45 Nieuws- en econ. ber. ANP. 1.Gr.pL (1.30 1.45 Ber. Eng. 2.2.15 Ber. Duitsch. 2.302.45 Ber. Eng.) 3.30 Ber. (Eng.) 3.45 „Paljas", opera (gr.pl.) 5.Ber. (Duitsch). 5.15 „Gruss aus der Hei mat", een progr. voor de Duitsche weermacht. 6.OrgelspeL 6.30 Ber. (Eng.) 6.45 Gr.pl. 7.—7.15 Econ. vragen van den dag en ANP-ber., sluiting. 291. Ze moesten zich heel diep bukken, om het huisje binnen te komen. Opoe muis zat aan een lange, smalle, groene tafel met heel lage pootjes. De hele muizen familie zat om haar heen. Het was een erg grappig ge zicht. Je kon goed zien, dat de muizen familie van 'elkaar waren. 292. „Goeden middag", zei opoe muis. „Wat ben ik blij, je weer eens te zien, beste Kobus. Maar wat ben je oud geworden. Ga gauw zitten, je zult wel moe zijn. En ver tel me c(an eens, wat ik voor je doen kan. Kom je nu misschien je derde wens uitspreken? Ik wed van wel". raadslidmaatschap verbonden werk zaamheden te kunnen verrichten. (Deze motiveering lijkt ons wel wat vreemd, omdat toch zeker het meeste raadslidmaatschapswerk commissievergaderingen e. d. - reeds nu des avonds gebeurt. Blijft dus alleen over de openbare raads vergaderingen, voor het bijwonen waarvan presentiegeld wordt uit gekeerd. De heeren dienen wel re kening te houden met de belangen der verslaggevers, die, hoewel niet voor een kleintje vervaard in het belang van de voorlichting van het publiek, toch zeker bezwaar zullen hebben om ook des avonds naar buiten te trekken voor het bijwonen van raadsvergaderingen, waarop van de zijde van den raad naar uit latingen der leden zelf toch wel groote prijs wordt gesteld. Verslagg.) Twee suppletoire begroo tingen. De voorzitter stelde voor om vast te stellen: a. een suppletoire begrooting 1941, ten doel hebbende den koopprijs ad 8600 voor ver kochte gemeentegronden te be steden voor aflossingen; b. een idem 1940 betreffende administratieve wijzigingen. Conform besloten. Kosten bijz. onderwijs. Vastgesteld werd een bedrag van 10.90 per leerling als vergoeding voor het bijz. onderwijs. GOOR R. J5RDEH. DETROIT 26) „Wat?" vroeg Ben Beverly lijzig. „Niet rooken? Hoe kan ik dan na denken en combineeren?" „Nu, in uw bureau kunt u het natuurlijk wel", zei Sherman, „al leen niet op het dek met een sigaar in den mond rondloopen. Dat zou een scherpzinnigen boef' dadelijk opvallen. En onze bemanning zou er zich ook over verwonderen!" Beverly zuchtte. „Wie de gerechtigheid wil dienen, moet een offer kunnen brengen" zei hij gelaten. „Wat doet men niet allemaal om moordenaars te vangen. Daarvoor doe je zelfs afstand van je sigaren. Een beroerde geschiede nis, kapitein. Goed dan". „Hougton is chef-steward, dien zal ik precies instructies geven. Hij kan u onder vier oogen steeds een goeden tip geven, wat er moet ge beuren. Jefferson heeft zijn bagage achtergelaten; we zijn van plan hem op de terugreis weer op te halen, als hij dan tenminste weer beter is. Zijn uniformen zullen waarschijnlijk wel zoowat apssen". HOOFDSTUK XVII. Het gedrag van Ben Beverly zou aan de officieren wel dadelijk zijn opgevallen, wanneer ze niet tevo ren waren ingelicht geweest. Hij kon nauwelijks een streng gezicht zetten en als hij een van zijn nieu we collega's zag, moest hij glim lachen. Ben Beverly bezat over het algemeen meer humor dan het heele schip bij elkaar. Toen de kapitein hem daarnaar vroeg, verklaarde hij, dat hij van zijn beroep steeds den vroolijken kant opzocht. Hier was bijvoorbeeld een kudde scha pen, waaronder zich een paar wol ven bevonden. De schapen zelf heb ben er geen idee van. Was dat niet grappig? De wolven hebben er geen idee van, dat een jager zoojuist het terrein betreden heeft om ze in het vizier te nemen. Was dat ook niet grappig? Als hij, Ben Beverly, nu plotseling zou begrijpen nou, wat zouden ze dan een gezicht zetten! Ben Beverly lachte even hartelijk alsl uid. „En wanneer het u niet lukt, te rechter tijd toe te tasten, wanneer er onder uw oogen in zekeren zin iets gebeurt?" vroeg Sherman, die dezen vreemden humor niet be greep. Beverly zette een hooge borst op. „Bah, dat gebeurt niet!" Reeds op den eersten dag begon Beverly met zijn onderzoek. Het was wel verwonderlijk, dat Stevens II hem veel meer interesseerde dan Grizzard. Hij liep des middags de hut van Stevens binnen en bekeek .alles nauwkeurig, wat daar ver spreid lag. In de lade van het nacht kastje vond hij Peters' Mauser pistool. Hij bekeek het wapen aan alle kanten, nam het nummer op. onderzocht den loop en legde het tenslotte weer op zijn plaats. Hij onderzocht de garderobe en het lin nengoed. Hij vond geen firmawerk en dat scheen hem verheugd te ma ken, want hij glimlachte vergenoegd „Ei, ei", zei hij en toen ging hij weg cm in de tweede klasse eens rond te neuzen. De man, die gezien had, dat Griz zard naar den armen Norton op het dek toeging, was zonder twijfel eveneens interessant. Maar de ech te Stevens was in zijn hut. Beverly mompelde een verontschuldiging en trok zich terug. Hij wandelde een tijdlang doelloos rond en tenslotte voerde zijn weg hem naar de eet zaal van de eerste klasse. Hij be keek het koude buffet en kreeg plotseling honger. Hij besloot naai de brug te gaan om den kapitein te vragen, waar en hoe hij aan de kreeftenmayonnaise zou kunnen ko men, die voor hem, den man in uniform, beschikbaar was. De kapitein was verbaasd over de zorgen van dezen detective. Hij wees hem de officiersmess, schudde dan het met zware zorgen beladen hoofd en dacht bij zichzelf iets, dat voor Ben Beverly niet vleiend was. HOOFDSTUK XVIII. Eenige dagen waren verstreken. Peters had vermeden, Edna te ont moeten. Peters was nu zelf tot de overtuiging gekomen, dat de film- speler hem niet over boord gewor pen had. Hij had er lang over na gedacht. Don Alvarez was niet bij zonder sterk. Hij was weliswaar groot van gestalte, maar er ontbra ken hem toch veel dingen om voor een behoorlijken tegenstander te kunnen doorgaan. Zijn breede schou ders had hij in de eerste plaats aan zijn kleermaker te danken. Peters kreeg eens een keer de gelegenheid, den Don in het zwembassin te aan schouwen, en toen stond dadelijk voor hem vast, dat de Don niet de noodige bedrevenheid kon hebben om die handige greep toe te passen, waarmee hij, Peters, over de ver schansing was gegooid. Dat had een man gedaan, die van zulke dingen verstand had, die zeker van zijn zaak was en die een zekere routine van dergelijke handtastelijkheden had. Nu bleef dus de vraag, wie het dan wel was geweest. Grizzard was aan het biljarten. Grizzard was geen oogenblik weg geweest, de men- schen, die dat verklaard hadden, waren boven eiken twijfel verhe ven geweest. Wanneer Grizzard en Don Alvarez werden uitgeschakeld, dan werd de zaak onplezierig. Een tegenstander te hebben, dien men niet kent, met wien men geheel zonder erg een gesprek voert, met wien men in de bar een glas whisky zit te drinken en die dan misschien vergif in het glas giet dat was een verschrikkelijk onaangename geschiedenis. Daarbij was het moei lijk, iemand te verdenken, maar er moest iemand verdacht worden, dat was duidelijk. Peters keek van nu af aan alle passagiers met andere oogen aan, maar hij kon niet tot eenig resultaat komen. Hij sprak met Stevens alleen nog maar over deze geheimzinnige ge schiedenis. Stevens gaf goeden raad. Hij zou, in Peters' plaats, niet meer van boord gaan. Liever vijf minuten laf dan het heele leven dood! Peters beschouwde dat bijna als een persoonlijke beleediging. Wat. hij zou zich door een of anderen proleet zoo laten intimideeren, dat hij in geen haven meer aan land zou gaan? Neen, en als hem de dui vel zou huilen, nu juist heelemaal niet. Dat zou nog mooier zijn! Dat kon .men met een mililonnairs zoontje doen, maar niet met hem Jurgen Peters. Wat was de volgen de haven? Dakar! Goed, in Dakar zou hij aan land gaan, al zou hij voortdurend zijn revolver klaar o.m te schieten met zich mee moeten siepen. Nu zeker! Stevens maakte een afwerend ge baar. Wat een dwaasheid! Dakar was een armetierig snertplaatsje, overdag was er niet veel te zien, hoogstens 's nachts, als de witte mannen de bars bevolkten, kon het interessant zijn. Of ook wel over dag, maar dan moest men een paard huren en een eindweegs het binnen land inrijden. Dat waren echter al lebei dingen, die Peters nu eenmaal niet waren aan te raden. „Blijf maar netjes op het schip", besloot Stevens, „en laat je niet tot avonturen verleiden. Of je nu dat beetje Afrikaanschen grond ziet of niet, dat is toch hetzelfde. Je hebt er toch niets aan, als je voortdu rend bang moet zijn voor je leven!" „Ik ben niet bang", zei Peters woedend. „Bovendien wil ik er juist achter zien te komen, wie mij zoo veel eer bewijst. Ik ga aan land!" „Dit keer dan zeker zonder dat meisje", raadde Stevens hem. „Ik bedoel, dat je het recht niet hebt, de schermleerares mee te nemen, als er gevaar bestaat. Dat kun je niet op je verantwoording nemen!" (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6