OPA BOL VAN DE
IJZEREN KNOL.
Mr. STEVENS UIT
Bebouwingspremie volgens teeltplan 1941.
Aan welke voorwaarden gebonden
Wat geteeld kan worden.
BURGERLIJKE STAND
GEMEENTERADEN
Sint Pancras stelt be
grooting 1941 vast.
Tegen Slapeloosheid, Overspanning, Onrust en Zenuwachtigheid, gebruike men
de Zenuwstillende en Zenuwsterkende Mijnhard!'s Zenuwtafaletten. Buisje 75 ct.
RADIOPROGRAMMA
FEUILLETON
TWEEDE BLAD
2
De productie-commissaris voor
Noordholland schrijft ons:
Het is me gebleken, dat er nog vrij
wat grondgebruikers zijn, die niet
voldoende bekend zijn met de ver
schillende bepalingen vervat in het
Teeltplan 1941. Hoewel dit plan al in
extenso is gepubliceerd, wil ik er
toch nog enkele toelichtingen op
geven.
Het behoeft geen nadere verkla
ring, dat gestreefd moet worden naar
vergirooting van het bouwland
areaal. Teneinde dit te bevorderen
is van overheidswege een premie
stelsel ingevoerd. Hierbij is niet zoo
zeer sprake van een scheurpremie
als wel van een „bebouwingspremie".
Indien men het plan heeft een per
ceel blijvend grasland te scheuren,
kan men alleen voor het ontvangen
van de premie in aanmerking komen,
als men eerst toestemming van den
productie-commissaris heeft ontvan
gen voor dit scheuren. Deze toestem
ming dient in Noordholland te wor
den aangevraagd via diens bureau,
per adres Landbouw-Crisis Organi
satie te Alkmaar.
Hier worden diverse gegevens op
een formulier overgenomen. Daarna
krijgt men dit formulier terug, al of
niet voorzien van de goedkeuring
van den productie-commissaris. Aan
een eventueele toestemming voor het
scheuren kan men nog geen recht op
de premie van 100 per ha ontleenen.
De bewuste 100 worden pas ver
leend, indien blijkt dat in den loop
van 1941 op het perceel een normaal
gewas wordt verbouwd, dat wil zeg
gen een onder de dan heerschende
omstandigheden zoo goed mogelijk
geslaagde cultuur wordt aangetrof
fen.
Men blijft natuurlijk geheel vrij in
het scheuren, indien men geen aan
spraak wil maken op de premie.
Wat mag men nu op dit land
verbouwen?
Alle gewassen welke niet
zijn verboden volgens het teelt
plan 1941.
In de weidestreken zal wel be
langstelling bestaan voor de teelt
van voederbieten. Dit gewas
mag op de geheele oppervlakte
gescheurd land verbouwd wor
den.
Toch wil ik er hier op wijzen
dat vooral op de zwaardere
grondsoorten de teelt van vale of
grauwe erwten zeer goed past op
gescheurd grasland. Het is ook
beter om niet alles op één kaart
te zetten en naast voederbieten
zeker nog erwten te gaan ver
bouwen. Bovendien kan men na
erwten nog heel goed stoppelge
wassen verbouwen zooals wik
ken, stoppelknollen, mergkool
enz.
Voor zandgronden, waar de
teelt van haver op gescheurd
grasland mogelijk is, wordt deze
teelt toegestaan. Van haver en
zomertarwe e.d. moet evenwel
al het te oogsten graan worden
ingeleverd.
Perceelen, welke reeds gescheurd
zijn met de bedoeling om ze in 1941
als bouwland te gebruiken en welke
in September 1940 nog als blijvend
grasland in gebruik waren, kunnen
ook onder deze regelingen vallen,
mits men ze alsnog opgeeft voor
registratie en dezerzijds goedkeuring
kan worden verleend.
Het ligt namelijk niet in de be
doeling zonder meer alle te scheuren
perceelen op te nemen. Land dat zich
niet leent voor bouwland, b.v. door
een te lage ligging ten opzichte van
den waterstand, zal niet worden ge
accepteerd voor de premie-uitkee-
ring.
Zeker wordt een aanspraak op dc
premie afgewezen indien straks zou
blijken dat de teelt op het nieuwe
bouwland ondeskundig plaats heeft.
De perceelen grasland, welke dit
voorjaar zijn gescheurd en reeds een
hoofdgewas hebben gedragen in 1940,
vallen buiten de premie-regeling
1941.
Naast het gescheurde grasland
hebben we het oudere bouwland.
Het gebruik van dit bouwland
is ook aan bepaalde voorschrif
ten gebonden.
Ik noem daarvan de volgende
restricties: De teelt van ruw voeder
middelen mag niet grooter zijn dan
het gemiddelde van de jaren 1938 en
'39. Iemand die in de laatstgenoemde
jaren b.v. 2 ha klaver verbouwde,
mag in 1941 deze oppervlakte niet
zonder meer vergrooten. Meent hij
meer klaver noodig te hebben voor
zijn paarden e.d., dan dient men dit
weer te verzoeken via het genoemde
kantoor te Alkmaar. Hetzelfde geldt
voor voederbieten, koolrapen en voe
derwortelen, indien deze producten
hoofdgewas zullen zijn.
Wel is men vrij in de teeltopper
vlakte van de volgende gewassen:
tarwe, rogge, gerst, veldboonen,
erwten, stamboonen, late aardappe
len, suikerbieten, koolzaad, vlas en
korrelmais. De haververbouw is ge
bonden aan de gemiddelde opper
vlakte van de jaren 1938 en '39, maar
mag van het bestaande bouwland
dan niet meer oppervlakte beslaan
dan 15
Tenslotte nog de kwestie van
den aanleg van nieuw grasland.
Dit is in eersten opzet verbo
den!
Meent men dit toch noodig te
hebben, dan wordt het goedge
vonden indien men een gelijke
oppervlakte blijvend grasland
scheurt.
Wil men moeilijkheden bij de con
trole voorkomen, dan moet men zich
ook voor deze zaak in verbinding
stellen (schriftelijk) met het bureau
te Alkmaar.
Bij dit „gelijk oversteken" is er
echter geen enkele kans op uitbeta
ling van een bebouwingspremie.
Een enkele maal wordt ge
vraagd of de aanleg van boom
gaard op te scheuren grasland
ook in aanmerking kan komen
voor premiebetaling. Dit is zeker
het geval indien deze te scheu
ren perceelen in 1941 een akker
bouwgewas zullen dragen tus-
schen de jonge, pas geplante
boomen.
Gewoonlijk is dit het geval
b.v. met voederbieten, boonen
of erwten.
Het land in de geïnundeerde ge
bieden kan soms ook nog in aanmer
king komen voor de bebouwings
premie; belanghebbenden kunnen
hierover direct de noodige inlichtin
gen van mij krijgen. Het betreft hier
voornamelijk die perceelen, welke
na de inundatie van grasland in
bouwland zijn omgezet en ook bouw
land zullen blijven.
Nogmaals zij herhaald dat de tot
nu toe geregistreerde gescheurde
perceelen zijn uitgesloten van de
voor 1941 in uitzicht gestelde be
bouwingspremie.
Alleen de dit najaar gescheurde
perceelen en de nog te scheuren lan
derijen, welke worden opgegeven
voor registratie (na goedkeuring
dezerzijds), vallen hier onder.
WARMENHUIZEN.
Geboren: Theodorus Hendricus,
z. van A. J. Reinders en M. Bijl.
Mattheus Cornelis, z. van T. Hooge-
boom en J. C. E. Kos. Gerrit, z.
van J. G. Jonker en Sj. IJbema.
Jacobus Cornelis, z. van W. Laten-
stein en P. C. Kuilboer. Adrianus
Nicolaas, z. van A. Ruijter en J.
Vriend. Cornelis, z. van Th. te
Bück en P. Slijkerman. Agatha
Helena, d. van L. van den Berg en
M. Put. Gerda, d. van KL Been en
Weigerachtig om afval e. d.
af te geven. Avondver
gaderingen van den raad
in de toekomst.
De gisternamiddag gehouden
raadsvergadering werd niet bijge
woond door den heer C. Klooster
boer, die bericht van verhindering
had gezonden.
Een paar berichten van Gedep.
Staten (o.a. goedkeuring gemeente
rekening en rekening gasbedrijf
1938) werden voor kennisgeving
aangenomen.
Vastgesteld werd een verorde
ning op het inzamelen van afvallen
en beenderen en kadavers, zooals
ook in andere gemeenten is ge-
•cnied.
De heer J. Kloosterboer
vroeg of de inzameling gecentrali
seerd zal worden.
De voorzitter antwoordde,
dat zij, die het afval e. d. ophalen,
een aanstelling moeten ontvangen
van den burgemeester. Een daartoe
strekkend verzoek was reeds inge
komen van K. Rezelman te Broek
op Langendij'k, die sinds Aug. zich
belast met bedoelde inzameling.
Bovendien is er nog C. Kooy, maar
die verzocht nog niet om een aan
stelling.
Door de raadsleden werden nog
een paar personen genoemd, die
min of meer geregeld afval op
halen.
De voorzitter zou de zaak
nog onder oogen zien. Hij merkte
op, dat slechts zij, die geregeld het
afval verzamelen, voor een aanstel
ling in aanmerking kunnen komen.
De heer J. Kloosterboer
deelde mede, gesproken te hebben
met een ingezetene, die absoluut
geweigerd had zijn afval beschik
baar te stellen, Hij zou het liever
vernietigen.
De voorzitter verzekerde,
dat zoo iemand onherroepelijk
„vast" zal loopen. Het afval e. d. is
zeer noodig voor veevoeder, waar
voor veel ervan uitstekend geschikt
is.
Weer 75 opcenten.
Goedgekeurd werd, dat over 1941
weder 75 opcenten zullen worden
geheven op de gemeentefondsbe
lasting.
Gemeentebegrooting 1941.
Hierna kwam aan de orde: voor-
loopige' vaststelling gemeentebe
grooting 1941 en begrooting bur
gerlijk armbestuur 1941.
De voorzitter wees erop, dat
het zeer veel moeite heeft gekost
om de begrooting sluitend te krij
gen, in hoofdzaak tengevolge van
het besluit inzake geringere uit-
keering van het Rijk.
Evenals voor 1940 is weer 5500
geraamd voor het burgerlijk arm
bestuur. Gezien het verloop over
1940, rekende de voorzitter erop,
dat men in 1041 met het genoemde
bedrag zal toekomen.
Spr. deelde mede, dat een ver
zoek was ontvangen van den veld-
R. Meijer. Dirk, z. van D. Vos en
D. Biersteker. Wilhelmus, z. van
A. Dekker en A. P. de Groot.
Johanna Catharina, d. van J. Groot
en C. J. Glorie. Adrianus, z. van
N. Tesselaar en C. Berkhout. Ja
cob Cornelis, z. van J. C. de Vries
en N. Vos. Maria Geertruida, d.
van J. Kemper en M. Dekker. Wil
helmus, z. van A. Ligthart en C. G.
Klaver. Petrus Johannes, z. van
W. Tesselaar en J. M. Huibers.
Getrouwd: Petrus vanStraaten
en Neeltje Barsingerhorn.
Overleden: Jannetje Blank
man, echtgenoote van M. Stolp, 57
jaar. William Siewers, wedr. van
M. C. Boon, 76 jaar. Tijs Berkhout,
echtg. van E. Zijp, 66 jaar. Pieter
de Vet, z. van K. de Vet en G.
Kroon, 1 jaar.
wachter om vrij wonen op grond
van art. 7 van de veldwachtersver
ordening, in verband met den stij
genden levensstandaard.
Spr. zette uiteen, dat inderdaad
de veldwachter in een gemeente
woning woont, die voorheen 2
huur opbracht per week, welke
later op 4 is geschat; hij krijgt nu
100 toeslag voor huur op zijn jaar
wedde, gelijk een vorige raad heeft
bepaald en betaalt dus feitelijk 2
huur per week. Spr. stelde voor om
den toestand te laten zooals die is.
Werd z. h. s. goedgekeurd.
Vervolgens stelde de voorzit
ter voor om den doodgraver een
salarisverhooging te verleenen van
50 per jaar, onder goedkeuring
van den secr.-generaal. Alzoo be
sloten z. h. s.
De heer vanKampen (weth.)
zei, dat hij in B. en W. heeft voor
gesteld om den gemeente-opzichter,
50 verhooging van jaarwedde te
geven.
De voorzitter merkte op,
dat voor vernieuwing van gemeen
tewerken geen vergoeding behoeft
te worden gegeven. Dat de gem.-
opzichter ook waarnemend hoofd is
van de luchtbescherming, mag
niet vergoed worden, omdat nu
eenmaal alle werk daarvoor belan
geloos moet geschieden.
Een extra-vergoeding zou wel
gegeven kunnen worden voor eenig
geheel nieuw werk, dat den belang
hebbende zou worden opgedragen
door B. en W.
De heer J. Kloosterboer
vroeg of in de instructie staat, dat
de opzichter is belast met het uit
voeren van het onderhoudswerk,
welke vraag door den voorzit
ter bevestigend werd beantwoord.
Alleen voor nieuwe werken moet
extra worden betaald.
Weth. Timmer vroeg of de
jaarwedde voldoende mag worden
geacht.
De voorzitter: 't Salaris is
200.
De heer van Kampen verde
digde zijn voorstel met te zeggen,
dat hij nota's voor extrawerk van
den opzichter in de toekomst wilde
voorkomen en daarom 50 salaris
verhooging voorstelde.
De voorzitter zette nogmaals
zijn standpunt uiteen: geen extra
bezoldiging voor toezicht op onder
houdswerken. Spr. ging daarom
niet accoord met bedoelde nota en
verklaarde zich ook tegen salaris
verhooging. Intusschen zal de nu
ontvangen nota terdege worden
nagezien en als den man voor een
of ander vergoeding toekomt, zal
hem die gegeven worden.
Ten slotte werd de begrooting
voorloopig vastgesteld op de vol
gende eindcijfers: gewone dienst:
ontvangsten en uitg. 61.952.21;
kapitaaldienst: ontvangsten en uit
gaven 43.155.28; burgerlijk
armbestuur: gew. dienst 6932.47
(subsidie van de gemeente 5500)
kapitaaldienst 5350.
De voorzitter deelde nog
mede, dat de gascommissie de be
grooting 1941 heeft ingezonden,
sluitende voor den gewonen dienst
in ontvangsten en uitgaven op
117.410.25 en voor den kapitaal
dienst -op 146.567.69. Voor onvoor
ziene uitgaven is geraamd
11043.11. Spr. wees erop, dat deze
begrooting hier en daar „een slag
in de lucht" is, b.v. ten aanzien van
de kolenprijzen, die immers lang
niet stabiel zijn, zoodat verhooging
van de gasprijzen misschien zal
moeten volgen.
Geen der raadsleden had bemer
kingen, zoodat de gascommissie de
begrooting kan vaststellen en op
zenden aan Ged. Staten.
Voortaan raadsvergaderin
gen in de avonduren.
Op een vraag van den heer J.
Kloosterboer zegde devoor-
z i 11 e r toe, voortaan de raadsver
gaderingen des avonds te zullen
uitschrijven, om. alle leden in de
gelegenheid te stellen alle aan het
VRIJDAG.
progr. AVRO). 8.ANP-ber., gr.pl.
9.10 Omroeporkest (opn.) 10.Mor
genwijding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Voor
de vrouw. 10.35 Ensemble Jonny
Kroon en soliste. 11.Letterkundige
causerie. 11.15 Ensemble Jonny
Kroon en soliste. 12.15 Gr.pl. 12.45
Nieuws- en econ. ber. ANP. 1.
Avro-Amus.-orkest en soliste. 2.
Rep. 2.15 Concertgebouworkest en
solist (opn.) 3.30 Biologische cause
rie. 3.45 Orgelspel en zang. 4.30 Gr.
pl. 5.05 Voor de jeugd. 5.15 Nieuws-,
econ.- en beursber. ANP. 5.30 Om
roeporkest en soliste. 6.25 Causerie
,De geest van onzen tijd". 6.45 Le
zing „De zelfmoord van het kapita
lisme". 7.7.15 Econ. vragen van den
dag en ANP-ber., sluiting.
HILVERSUM H, 301,5 M. (NCRV).
8.ANP-ber. 8.10 Schriftlezing en
meditatie. 8.25 Gewijde muziek
(opn.) 8.35 Gr.pl. 10.30 Morgen
dienst. 11.Gr.pl. 11,15 Solisten
concert en gr.pl. 12.15 Rep. 12.45
Nieuws- en econ. ber. ANP. 1.
Gr.pl. 1.30 Molto Cantabile en gr.pl.
2.20 Zang met pianobegeleiding en
gr.pl. 3.Voor de vrouw. 3.20 Apollo
ensemble en gr.pl. 4.Bijbellezing.
4.30 Hobo, piano en gr.pl. 5.
VPRO: Gesprekken met luisteraars.
5.15 Nieuws-, econ.- en beursber.
ANP. 5.30 Ber. 5.35 Gr.pl. 6— Utr.
Sted. orkest. 6.45 Lezing „De zelf
moord van het kapitalisme". 7.7.15
Econ. vragen van den dag, nieuws
berichten ANP en sluiting.
KOOTWIJK, 1875 M. (VARA).
7.— Ber. (Duitsch). 7.15 Gr.pl. (7.30
7.45 Ber. Eng. 8.ANP-ber. 9.
9.15 Ber. Duitsch). 10.30 Orgelspel.
11.— Gr.pl. 11.30 Ber. (Eng.) 11.45
Gr.pl. 12.— Ber. 12.15 Gr.pl. 12.30
Ber. (Duitsch). 12.45 Nieuws- en
econ. ber. ANP. 1.Gr.pL (1.30
1.45 Ber. Eng. 2.2.15 Ber. Duitsch.
2.302.45 Ber. Eng.) 3.30 Ber. (Eng.)
3.45 „Paljas", opera (gr.pl.) 5.Ber.
(Duitsch). 5.15 „Gruss aus der Hei
mat", een progr. voor de Duitsche
weermacht. 6.OrgelspeL 6.30 Ber.
(Eng.) 6.45 Gr.pl. 7.—7.15 Econ.
vragen van den dag en ANP-ber.,
sluiting.
291. Ze moesten zich heel diep bukken, om het huisje
binnen te komen. Opoe muis zat aan een lange, smalle,
groene tafel met heel lage pootjes. De hele muizen
familie zat om haar heen. Het was een erg grappig ge
zicht. Je kon goed zien, dat de muizen familie van
'elkaar waren.
292. „Goeden middag", zei opoe muis. „Wat ben ik blij,
je weer eens te zien, beste Kobus. Maar wat ben je oud
geworden. Ga gauw zitten, je zult wel moe zijn. En ver
tel me c(an eens, wat ik voor je doen kan. Kom je nu
misschien je derde wens uitspreken? Ik wed van wel".
raadslidmaatschap verbonden werk
zaamheden te kunnen verrichten.
(Deze motiveering lijkt ons wel
wat vreemd, omdat toch zeker het
meeste raadslidmaatschapswerk
commissievergaderingen e. d. -
reeds nu des avonds gebeurt. Blijft
dus alleen over de openbare raads
vergaderingen, voor het bijwonen
waarvan presentiegeld wordt uit
gekeerd. De heeren dienen wel re
kening te houden met de belangen
der verslaggevers, die, hoewel niet
voor een kleintje vervaard in het
belang van de voorlichting van het
publiek, toch zeker bezwaar zullen
hebben om ook des avonds naar
buiten te trekken voor het bijwonen
van raadsvergaderingen, waarop
van de zijde van den raad naar uit
latingen der leden zelf toch wel
groote prijs wordt gesteld.
Verslagg.)
Twee suppletoire begroo
tingen.
De voorzitter stelde voor om
vast te stellen: a. een suppletoire
begrooting 1941, ten doel hebbende
den koopprijs ad 8600 voor ver
kochte gemeentegronden te be
steden voor aflossingen; b. een idem
1940 betreffende administratieve
wijzigingen. Conform besloten.
Kosten bijz. onderwijs.
Vastgesteld werd een bedrag van
10.90 per leerling als vergoeding
voor het bijz. onderwijs.
GOOR R. J5RDEH. DETROIT
26)
„Wat?" vroeg Ben Beverly lijzig.
„Niet rooken? Hoe kan ik dan na
denken en combineeren?"
„Nu, in uw bureau kunt u het
natuurlijk wel", zei Sherman, „al
leen niet op het dek met een sigaar
in den mond rondloopen. Dat zou
een scherpzinnigen boef' dadelijk
opvallen. En onze bemanning zou er
zich ook over verwonderen!"
Beverly zuchtte.
„Wie de gerechtigheid wil dienen,
moet een offer kunnen brengen"
zei hij gelaten. „Wat doet men niet
allemaal om moordenaars te vangen.
Daarvoor doe je zelfs afstand van
je sigaren. Een beroerde geschiede
nis, kapitein. Goed dan".
„Hougton is chef-steward, dien
zal ik precies instructies geven. Hij
kan u onder vier oogen steeds een
goeden tip geven, wat er moet ge
beuren. Jefferson heeft zijn bagage
achtergelaten; we zijn van plan
hem op de terugreis weer op te
halen, als hij dan tenminste weer
beter is. Zijn uniformen zullen
waarschijnlijk wel zoowat apssen".
HOOFDSTUK XVII.
Het gedrag van Ben Beverly zou
aan de officieren wel dadelijk zijn
opgevallen, wanneer ze niet tevo
ren waren ingelicht geweest. Hij
kon nauwelijks een streng gezicht
zetten en als hij een van zijn nieu
we collega's zag, moest hij glim
lachen. Ben Beverly bezat over het
algemeen meer humor dan het heele
schip bij elkaar. Toen de kapitein
hem daarnaar vroeg, verklaarde
hij, dat hij van zijn beroep steeds
den vroolijken kant opzocht. Hier
was bijvoorbeeld een kudde scha
pen, waaronder zich een paar wol
ven bevonden. De schapen zelf heb
ben er geen idee van. Was dat niet
grappig? De wolven hebben er geen
idee van, dat een jager zoojuist het
terrein betreden heeft om ze in het
vizier te nemen. Was dat ook niet
grappig? Als hij, Ben Beverly, nu
plotseling zou begrijpen nou, wat
zouden ze dan een gezicht zetten!
Ben Beverly lachte even hartelijk
alsl uid.
„En wanneer het u niet lukt, te
rechter tijd toe te tasten, wanneer
er onder uw oogen in zekeren zin
iets gebeurt?" vroeg Sherman, die
dezen vreemden humor niet be
greep.
Beverly zette een hooge borst op.
„Bah, dat gebeurt niet!"
Reeds op den eersten dag begon
Beverly met zijn onderzoek. Het
was wel verwonderlijk, dat Stevens
II hem veel meer interesseerde dan
Grizzard. Hij liep des middags de
hut van Stevens binnen en bekeek
.alles nauwkeurig, wat daar ver
spreid lag. In de lade van het nacht
kastje vond hij Peters' Mauser
pistool. Hij bekeek het wapen aan
alle kanten, nam het nummer op.
onderzocht den loop en legde het
tenslotte weer op zijn plaats. Hij
onderzocht de garderobe en het lin
nengoed. Hij vond geen firmawerk
en dat scheen hem verheugd te ma
ken, want hij glimlachte vergenoegd
„Ei, ei", zei hij en toen ging hij weg
cm in de tweede klasse eens rond
te neuzen.
De man, die gezien had, dat Griz
zard naar den armen Norton op het
dek toeging, was zonder twijfel
eveneens interessant. Maar de ech
te Stevens was in zijn hut. Beverly
mompelde een verontschuldiging en
trok zich terug. Hij wandelde een
tijdlang doelloos rond en tenslotte
voerde zijn weg hem naar de eet
zaal van de eerste klasse. Hij be
keek het koude buffet en kreeg
plotseling honger. Hij besloot naai
de brug te gaan om den kapitein te
vragen, waar en hoe hij aan de
kreeftenmayonnaise zou kunnen ko
men, die voor hem, den man in
uniform, beschikbaar was.
De kapitein was verbaasd over de
zorgen van dezen detective. Hij
wees hem de officiersmess, schudde
dan het met zware zorgen beladen
hoofd en dacht bij zichzelf iets, dat
voor Ben Beverly niet vleiend was.
HOOFDSTUK XVIII.
Eenige dagen waren verstreken.
Peters had vermeden, Edna te ont
moeten. Peters was nu zelf tot de
overtuiging gekomen, dat de film-
speler hem niet over boord gewor
pen had. Hij had er lang over na
gedacht. Don Alvarez was niet bij
zonder sterk. Hij was weliswaar
groot van gestalte, maar er ontbra
ken hem toch veel dingen om voor
een behoorlijken tegenstander te
kunnen doorgaan. Zijn breede schou
ders had hij in de eerste plaats aan
zijn kleermaker te danken. Peters
kreeg eens een keer de gelegenheid,
den Don in het zwembassin te aan
schouwen, en toen stond dadelijk
voor hem vast, dat de Don niet de
noodige bedrevenheid kon hebben
om die handige greep toe te passen,
waarmee hij, Peters, over de ver
schansing was gegooid. Dat had een
man gedaan, die van zulke dingen
verstand had, die zeker van zijn
zaak was en die een zekere routine
van dergelijke handtastelijkheden
had. Nu bleef dus de vraag, wie het
dan wel was geweest. Grizzard was
aan het biljarten. Grizzard was geen
oogenblik weg geweest, de men-
schen, die dat verklaard hadden,
waren boven eiken twijfel verhe
ven geweest. Wanneer Grizzard en
Don Alvarez werden uitgeschakeld,
dan werd de zaak onplezierig. Een
tegenstander te hebben, dien men
niet kent, met wien men geheel
zonder erg een gesprek voert, met
wien men in de bar een glas whisky
zit te drinken en die dan misschien
vergif in het glas giet dat was
een verschrikkelijk onaangename
geschiedenis. Daarbij was het moei
lijk, iemand te verdenken, maar er
moest iemand verdacht worden, dat
was duidelijk.
Peters keek van nu af aan alle
passagiers met andere oogen aan,
maar hij kon niet tot eenig resultaat
komen.
Hij sprak met Stevens alleen nog
maar over deze geheimzinnige ge
schiedenis. Stevens gaf goeden raad.
Hij zou, in Peters' plaats, niet meer
van boord gaan. Liever vijf minuten
laf dan het heele leven dood!
Peters beschouwde dat bijna als
een persoonlijke beleediging. Wat.
hij zou zich door een of anderen
proleet zoo laten intimideeren, dat
hij in geen haven meer aan land
zou gaan? Neen, en als hem de dui
vel zou huilen, nu juist heelemaal
niet. Dat zou nog mooier zijn! Dat
kon .men met een mililonnairs
zoontje doen, maar niet met hem
Jurgen Peters. Wat was de volgen
de haven? Dakar! Goed, in Dakar
zou hij aan land gaan, al zou hij
voortdurend zijn revolver klaar o.m
te schieten met zich mee moeten
siepen. Nu zeker!
Stevens maakte een afwerend ge
baar. Wat een dwaasheid! Dakar
was een armetierig snertplaatsje,
overdag was er niet veel te zien,
hoogstens 's nachts, als de witte
mannen de bars bevolkten, kon het
interessant zijn. Of ook wel over
dag, maar dan moest men een paard
huren en een eindweegs het binnen
land inrijden. Dat waren echter al
lebei dingen, die Peters nu eenmaal
niet waren aan te raden.
„Blijf maar netjes op het schip",
besloot Stevens, „en laat je niet tot
avonturen verleiden. Of je nu dat
beetje Afrikaanschen grond ziet of
niet, dat is toch hetzelfde. Je hebt
er toch niets aan, als je voortdu
rend bang moet zijn voor je leven!"
„Ik ben niet bang", zei Peters
woedend. „Bovendien wil ik er juist
achter zien te komen, wie mij zoo
veel eer bewijst. Ik ga aan land!"
„Dit keer dan zeker zonder dat
meisje", raadde Stevens hem. „Ik
bedoel, dat je het recht niet hebt,
de schermleerares mee te nemen, als
er gevaar bestaat. Dat kun je niet
op je verantwoording nemen!"
(Wordt vervolgd)