ES JIS s. NT Iiee Hr. SlEVENS UIT DOM 0. MBfK. DETROIT ieele ikjes, ten? in :N. enz. itr.18 koopen. 394 ELS, 72 De kanselafkondiging t.a.v de anti-Joodsche maatregelen. Verzoek afgewezen. Maatregelen, die de rust op onderwijs gebied verzekeren Vervoederen van peen verboden. Register van erkende architecten door B.N.A. ingesteld. en» >sjes. •kjes. :doek. HODE, 0 cent. TWEEDE BLAD ALKMAARSCHE COURANT VAN VRIJDAG tl NOVEMBER 1940. rten. I n t. em. H. V. :ri voor mz. tAAT. tf STAND (Oct.) i Mathea, d. kker en Pe- 'ilhelmus Jo- i Liefting en Petronella, van Dam en /[aria Marga- lohannes Le- Corne- elbertus van rina Johanna :trus, z. van en Elizabeth Johannes, z, >rn en Maria Jaria, d. van peldoorn en srardus Bak en Catharina Willem Cor- |e Blokker, lus Bakker, n Catharina innes Apel- e Zonneveld, Zwitsersche ïals ik geen n de dingen tellen dan ze elijk in de zonder offi- n fabriekt» Het A. N. P. meldt gisteren het volgende: Kort geleden werd van de kansels der Nederlandsche Hervormde Kerk de volgende verklaring afgelezen: „Op verzoek van de Algemeene •Synode der Nederlandsche Hervorm de Kerk wordt aan de gemeente medegedeeld, dat namens de na volgende Protestantsche kerken in Nederland, te weten: 1. de Nederlandsche Hervormde Kerk, 2. de Gereformeerde Kerken, 3. de Christelijk Gereformeerde kerk, 4. de Gereformeerde Kerken in Nederland in Hersteld Verband, 5. de Remonstrantsche Broeder schap, 6. de Algemeene Doopsgezinde Sociëteit, een adres is gericht aan den Rijks commissaris voor het bezette Neder landsche gebied, in welk adres deze kerken eenparig uiting geven aan de ernstige bedenkingen, die zij uit be weegredenen van barmhartigheid en op gronden aan de Heilige Schrift ontleend, koesteren tegen de onlangs uitgevaardigde voorschriften, waar bij de benoeming en bevordering van ambtenaren en andere personen van Joodsche bloede, in Nederland wordt verboden, met dringend ver zoek aan den Rijkscommissaris te willen medewerken tot de intrekking van bovenbedoelde voorschriften". Nadien bleek, dat deze bekend making niet de instemming van al de genoemde kerkgenootschappen had. In „Evangelie en Volk" waarin eenige critische artikelen inzake deze af kondiging verschenen, werd medege deeld, dat de deputaten der Gerefor meerde Kerken voor correspondentie met de hooge overheid aan alle pre dikanten onder mededeeling van het aan den Rijkscommissaris gedane verzoek hadden verzocht geenerlei publicatie ter zake te doen en dat in de Christelijk Gereformeerde Kerk bij de desbetreffende deputaten de grootste verbazing over de bovenbe doelde afkondiging heerschte. Heden werd van officieele zijde de aandacht gevestigd op een publi catie van prof. dr. H. H. Kuyper in Dte Heraut (der Gereformeerde Ker ken), in welke prof. Kuyper publi ceerde, dat de Gereformeerde Kerken niet tot kanselafkondiging waren overgegaan, wijl het in strijd is met de diplomatische usantie om hangen de een aan de overheid gericht ver zoek, aan dit verzoek publiciteit te geven en voorts een dergelijke afkon diging licht als een minifestatie kan worden opgevat en dan bovendien nog gevaren voor hen, die dit af kondigen, kan bevatten, die onge- wenscht zouden moeten geacht worden. Van Duitsche officieele zijde werd heden verklaard, dat deze mededee- lingen van prof. Kuyper, volkomen terecht waren en men van officieele zijde met verwijzing naar deze ver klaring hier alleen nog aan toe te voegen had, dat besluiten der over heid als het onderhavige slechts na zorgvuldige voorbereiding worden genomen en er geen sprake van kan zijn, dat men op verzoeken als hier vermeld werd, zou kunnen ingaan. Het verzoek in kwestie moest terzijde worden gelegd. Voorts werd nog medegedeeld, dat op het moment der kanselafkondiging het betreffende verzoek den rijks commissaris nog niet eens bereikt had. HET GRAVEN VAN EEN KANAAL?NEEN, HET AANLEGGEN VAN EEN WEG. Bij den aanleg van den weg AmsterdamUtrecht moet, daar de bodem zeer drassig is, eerst een kanaal gegraven worden, dat later met zand wordt opgevuld. Hierdoor ontstaat een stevige onderlaag voor den weg. (Polygooon) TWAALF NEDERLAND SCHE VAKVEREENI- GINGSLEIDERS maken op uitnoodigiig van het Duitsche Arbeidsfront een studiereis door Duitschland, waarbij achtereenvolgens Berlijn, Nürnberg, München, Keulen en Düsseldorf wor den bezocht. Tijdens, het be zoek aan Berlijn. (Polygoon) HOOGLAND (BIJ AMERSFOORT) WERKT AAN ZIJN WEDEROPBOUW. Vele boerderijen, tijdens de oorlogsdagen vernield, worden herbouwd. Het vee gaat hier vóór de menschen; een koe wordt in haar nieuwen stal gebracht. Daarna is de boer derij pas aan de beurt. (Polygoon) DE RESTAURATIE VAN DE GROOTE OF ST. LAURENSKERK IN ONZE STAD „STIJGT TEN TOP". (Polygoon) Glimlachje. De wraak van den afgewezen minnaar. HOUWER OM HET LEVEN GEKOMEN. In de Domaniale mijn te Kerkrade werd de 36-jarige houwer C. J. Moonen wonende te Kaalheide, ge meente Kerkrade, in een pijler op de 500 meterverdieping, dood aange troffen. De om het leven gekomen man laat een vrouw en drie jeugdige kinderen achter. ZITTINGSDUUR LEDEN RADEN VAN ARBEID. Bij besluit van den secretaris generaal van het departement van sociale zaken is de zittingsduur van de tegenwoordige werkgevers- en arbeidersleden en de plaatsvervan gende werkgevers- en arbeidersleden van de Raden van Arbeid met een jaar verlengd. BENOEMING Mr. P. VAN ROSSEM. De rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, rijksminister SeyssInquart heeft aan mr. P. van Rossem opdracht gegeven een machti ging verleend, die maatregelen te onderzoeken en voor te be reiden, welke noodzakelijk zijn om in alle openbare en bijzon dere scholen," uitgezonderd de Hoogescholen, rust en orde te verzekeren, of die, welke nood zakelijk zijn voor een in het belang van het Nederlandsche volk gelegen ontwikkeling van het schoolwezen. Bij besluit van den secretaris-ge neraal van het departement van landbouw en visscherij heeft behou dens ontheffing met ingang van gisteren het vervoederen en doen vervoederen van alle roode bos-, breek- en bewaarpeen verboden. Het dagelij ksch bestuur van den Bond van Nederlandsche Architecten heeft thans besloten tot het instellen van een z.g. ar- chitectenregister, d.w.z. een regis ter, waarin allen kunnen wor de opgenomen, die op grond van hun vakbekwaamheid en vak geschiktheid erkend kunnen worden als gerechtigd tot het voeren van den in ons land nog onbeschermden titel van archi tect. Teneinde te voorkomen, dat in plaats van de erkende architecten- titel die van „bouwmeester" nog vrij gebruikt zouden kunnen worden, zal aan de ingeschrevenen in het archi- tectenregister voorloopig worden toegestaan den titel van erkend „ar chitect" of „bouwmeester" te voe ren. Het is echter wel de bedoeling om, zoodra het register den daartoe noodigen omvang en de rechtsgeldig heid heeft verkregen, den titel ..bouwmeester" als een bijzondere eeretitelte gebruiken. Het architecten-register zal wor den aangelegd en beheerd door een architecten-raad. Deze zal in normale gevallen bestaan uit een viertal er kende architecten en een voorzitter - niet-architect. Het is daarbij geenszins de bedoe ling, dat alleen het gebruik van den titel zou worden erkend, doch ove rigens de uitoefenirig van het beroep niet met het voeren van dien titel gebonden zou zijn. Integendeel. De Bond van Nederlandsche Architecten staat op het standpunt, dat allen aan wien het recht is toegekend tot het voeren van den titel, ook de plicht moet worden opgelegd zijn vak op correcte en verantwoor delijke wijze uit te oefenen. Zoo houdt de erkenning ook ten nauw ste verband met de wijze van vak uitoefening. En de architecten-raad zal voor alle ingeschrevenen in het register te dien aanzien bind en- de voorschriften geven. Deze_ voorschriften zullen in de eer ste plaats berusten op de overwe ging, dat de positie, die de architect behoort in te nemen, is die van den vfer trouwensman van zijn opdrachtgever. Deze positie brengt voor den ar chitect eenerzijds mede het zich ont houden van dienstaanbiedingen en andere dergelijke vormen van onder linge concurrentie, anderzijds het afzien van alle andere vergoedingen dan die, welke hem rechtstreeks van den opdrachtgever toekomen als ho norarium voor zijn werkzaamheden Daarmee is tevens vastgesteld, dat hij zich heeft te onthouden van alle daden van koopmanschap c.q. van het verrichten van nevenwerkzaam heden, die daartoe kunnen leiden. Zoo zal het den erkenden architec ten verboden zijn tevens op te treden SIGARETTEN GESTOLEN. In het begin van deze week zijn door een surveilleerenden Haagschen agent op een avond drie jongens aan gehouden van resp. 15, 16 en 17 jaar oud, die met pakken waren be iaden. Het bleek, dat zij niet mindes dan 7000 sigaretten bij zich hadden. Een onderzoek wees uit, dat de jongens een wagen met ladders had den gevonden bij een groote sigaret- tenfabriek aan den Rijs wij ksche weg. Een ladder hadden ze tegen een muur opgezet, waarna zij via een plat door verbreking van een ruit doordrongen in een tegen de siga- rettenfabriek gelegen filmfabriek. Hier namen zij eenig gereedschap weg, dochoverigens vonden zij niets van hun gading. Daarop be gaven zij zich, weer via het plat, naar de sigarettenfabriek, waar zij meer succes hadden. Zij hadden er een ruime .keuze in sigaretten, waarvan zij er vele in de pakkamer keurig inpakten. Op weg naar huis met hun buit zijn ze aangehouden. Zij ver klaarden de sigaretten voor eigen gebruik te hebben ingeslagen. als woningbureau of makelaar, als aannemer, bouwondernemer of han delaar, hetzij persoonlijk hetzij als directeur, beheerend vennoot of com missaris van een firma of maat- of vennnootschap, welke als zoodanig optreedt. Fc.UkU.ETON 27) „Neen, ik bemoei me ook niet meer met haar", zei Peters. „Het kind is me veel te lief om haar in gevaarlijke situaties te brengen". Daarmede was het vraagstuk, of Peters in Dakar aan land zou gaan, definitief opgelost. Stevens had hem te verstaan gegegeven, dat hij zaken te doen had. Hij moest aan land. Maar daar Peters niet in die roodzakelijkheid verkeerde, was het in ieder geval onverstandig het ge vaar op te roepen. Peters wilde er niets van hooren. Voor Peters stond het vast, dat het met een nederlaag gelijk zou staan, als hij het gevaar ontweek. Edna Bosch had een onderhoud met mevrouw Cowler, de chef-ste wardess. Ze vertelde haar alles; ze moest bij iemand haar hart uitstor ten. „Laat hem toch met rust", zei me vrouw Cowler. „Het is volkomen dwaasheid om mannen iets te wil len zeggen. Misschien houdt hij ook heelemaal niet van je. Die rijke mannen hebben vaak kuren net als oe vrouwen. Ze hebben het te göeü moet je weten". „Dat komt allemaal bij hem niet uit", beweerde Edna. „Hij is niet rijk, datheeft hij me zelf gezegd. Hij houdt van me, dat voel ik heel zeker. Hij wil alleen voorloopig niels van me weten, omdat hij zich te genover gevaren gesteld ziet, die hij niet kent. Maar ik ga aan land en zal op hem passen, 'wanneer hij er op waagt, het schip te verlaten" Edna lag in bed, terwijl zij deze woorden sprak. Nu sloeg ze woe dend op de dekens. „Wat 'die man nen zich toch altijd verbeelden: een zwak meisje en zoo! Alsof ik een nufje ben, dat bij het eerste stootje omvalt. Ik zal het hem wel eens la ten zien! Ik zou alleen vooraf nog iets willen weten!" „Wat zou je dan willen weten?" vroeg mrs. Cowler geeuwend. „Of hij van je houdt?" „Neen", zei Edna, „dat weet ik wel. Ik zou alleen willen weten, of dat, wat ik vermoed, werkelijk zoo is". „Wat vermoed je dan?" „Een heel duistere geschiedenis, zooals alleen heel duistere mannen van een twijfelachtige soort die kun nen bedenken". „Nu weet ik net zooveel als tevo ren!" „Ik kan er niet over spreken" verklaarde Edna. „Je zou me uit lachen. Maar mij laat die gedachte geen rust, het mag dan nog zoo ab surd zijn. Als ik een man was, zou ik eens met den kapitein- over spre ken. Maar als meisje lachen ze je maar uit". HOOFDSTUK XIX. „Kapitein", zei Ben Beverly onge veer op denzelfden tijd. „wanneer we morgen voor Dakar het anker uitgooien, zal de beslissing komen. Ik ben benieuwd, of onze vrienden aan land gaan. Als ze gaan, dan ge beurt er wat, dat kan ik u op een briefje geven". „Onze vrienden", bromde Sher man, „wie bedoelt u daarmee?" „Grizzard en Stevens?" „Waarom?" „Stevens wil Grizzard of Grizzard wil Stevens dood maken", zei Ben Beverly zegevierend. „Ik geloot, dat Grizzard Stevens wil dood ma ken. Dat wil zeggen, hij zou hef doen, als ik er niet was, maar ik ben er en waar ik ben gebeuren geen rare dingen meer!" „Mijnheer", zei kapitein Sherman boos, „ik ben een ouden zeeman en begrijp maar een heel klein beetje van uw vak. Ik weet niet, hoe een detective moet werken om succes tfi boeken. Van u weet ik tot nu toe alleen maar, dat u een voorliefde voor kreeft hebt. De officieren zeg gen, dat u zich uitsluitend voor eten interesseert". „Dat heb ik me in den loop dei- jaren zoo aangewend, kapitein". Ben Beverly glimlachte. „Eten is het geheim van mijn succes geweest Kunt u zich voorstellen, dat een mensch, die voortdurend aan eten denkt, nog verstand heeft?" „Neen", zei Sherman met eerlijke overtuiging. „Nu dan". Ben Beverly stak zijn reusachtige handen in zijn zakken. „Dat denkt de gewone misdadiger altijd". „Mijnheer!" riep Sherman, terwijl hij rood werd van verontwaardiging „Wat wilt u daarmee zeggen?" „Ik zei, dat uw meening door misdadigers wordt gedeeld!" Bever ly brak plotseling in lachen uit. „Och! U heeft me verkeerd begre pen! Ik zal u uitleggen, wat ik be doel: Het is een oud, dom, maar wijdverbreid bakerpraatje, dat de tectives steeds met scherpe, wan trouwige en doordringende oogen rondloopen. Dat ze zich alleen be zig houden met het geval, dat ze sliekum nagaan en verder aan de genoegens van het leven zoolang ze in dienst zijn geen aandacht besteden. Er zijn er wel zoo maar dat zijn haast allemaal stumpers en kleine idioten van den opsporings dienst, kapitein. Een goede detecti ve moet menschelijk zijn en dat beteekent ook: zijn zwakke zijden hebben". Sherman luisterde met aandacht. „Ik moest eens in Chicago een zaakje opknappen", ging Ben Be verly verder. „Daarvoor moest ik naar een van de ergste dansgele genheden, waar ieder me wantrou wend bejegende. Een stumper zou z'ch dadelijk verraden hebben. Hij had een whisky of een glas jenever besteld, was gaan rooken en had getracht, zoo min mogelijk op te vallen. Gangsters hebben echter juist de zwakheid, goed te kijken naar die menschen, die het minst opvallen. Maar ik ik had den heelen dag nog niets gegeten. Ex pres niet. Ik kom daar binnen, ga ergens zitten op de meest in het oog loopende plaats, ik laat me de kaart geven en begin daar voor oogen wan het heele gezelschap te eten, zoodat ze alleen nog maar aandacht voor mij en mijn prestatie hebben. Nadat ik zoo anderhalf uur gege ten heb. ga ik eens op mijn gemak zitten, bestel een halve flesch whis ky, steek een goede sigaar op en pap wat aan met een van de meis jes. Zoo waren ze allemaal tevreden met me. Ik wist zeker, dat ik me goed geïntroduceerd had, ze noem den me zelfs „de vreetzak". Ik was daar thuis en dat leventje duurde zo.o twee weken, toen mijn manne tje er ook binnenkwam. Hij kwam pas, toen hij vernomen had, dat de lucht daar volkomen zuiver was. Hij was ervan overtuigd, dat ik een goede jongen was, die zich alleen maar zonder het te weten in de tent vergist had. Hij kwam in ieder geval, want hij moest weer eens in zijn eigen kroeg zijn". „En toen?" vroeg Sherman ge spannen. „Ja, dat was een leelijk geval", antwoordde Ben Beverly grijnzend. „Ik nam aan, dat hij alleen maar op bezoek kwam. Alleen kon ik hem natuurlijk onmogelijk uit die ban- dietenstal wegkrijgen: Ze zouden gehakt van me hebben gemaakt. Ik kon ook niet zonder op te vallen de politie erbij halen, daarvoor had de bende een te goede bewaking. Wat zoudt u gedaan hebben, kapitein, sis u in mijn plaats geweest was?" Sherman trok zijn schouders op. „Weet ik het? Ik heb er geen idee van". Het gezicht van Ben Beverly ver anderde van uiterlijk. Zijn groote forsche kin stak naar voren en in zijn oogen schitterde een wreedaar dig licht. (Wordt vervolgd). 1 n. I 'I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 5