Sint Nicolaas heeft het moeilijk
STAD EN OMGEVING
LAATSTE BERICHTEN
Rede prof. dr. J. van
Dam.
EERSTE BLAD.
2
Alkmaar, Maandag.
DE COLLECTE VOOR
WINTERHULP.
Van de opbrengst der winterhulp-
collecte kunnen wij slechts melden,
cxat bij den gemeente-ontvanger een'
totaal bedrag van 3263.36 gestort
is. Nadere mededeelingen zullen
waarschijnlijk voor het geheele land
vanuit een centraal punt gepubli
ceerd worden.
In Z.- en Noordschermer.
In de gemeente Zuid- en Noord
schermer is aan afzonderlijke giften
78.20 ontvangen.
In Heiloo.
Aan giro-stortingen is in Heiloo
vangen 220.
TWINTIG VETTE KOEIEN.
Op de veevordering van heden
waren twintig vette koeien aange
voerd, nog geen tiende deel van den
aanvoer in de goede weken. De keur
meesters waardeerden de aange
voerde beesten tot tevredenheid van
de aanvoerders, nadat ze in de
hoogste klassen werden geplaatst.
Wij informeerden bij de veehou
ders naar de oorzaak van den gerin
gen aanvoer. Zij deelden ons mede,
dat deze een gevolg is voor het feit,
dat de Nederlandsche Veehouderij
Centrale voor October en November
de minimum- en maximumprijzen
had. vastgesteld. In de laatste
weken van November gaat het vet
vee, dat nog in de weide loopt, in ge
wicht achteruit. In normale tijden
loopt de prijs voor het vet vee in de
laatste weken van November om
hoog, waardoor het gewichtsverlies
wordt gecompenceerd. Nu de prijzen
vast stonden, hebben de veehouders
zich gehaast om zoo spoedig mogelijk
het vette vee af te leveren. Vandaar
de groote aanvoer in de eerste weken.
Naar de veehouders ons verzeker
den, is er thans bij de boeren dan
ook nagenoeg geen vet vee aan
wezig en zullen de consumenten zoo
ongeveer een vleeschloozen winter
ingaan.
groep zal dan een afgevaardigde in
het hoofdbestuur van „Horecaf"
zitting nemen.
De contributie-regeling van den
Ned. Bond van Beroepspension
houders eischt van de leden een
jaarlijksche bijdrage aan de bonds-
kas a 2 per lid, terwijl 't entree
geld op 1 is vastgesteld. De con
tributie voor de afd. kamers is aan
geen reglement gebonden. Deze
wordt aan het inzicht der afdee-
lingen overgelaten. In Amsterdam
bedraagt deze b.v. 6, terwijl de
afd. Schoorl reeds met 2 genoe
gen neemt.
Tenslotte deelde de heer Brüg-
genwirth mede, dat de bond mo
menteel 493 leden telt.
Op een door den heer Euwen
gêstelde vraag betreffende de cu
mulatie van bedrijven, deelde de
heer Bruggenwirth mede, dat een
aparte regeling daarvan in wor
ding is.
De heer D. A. Klomp, voorzitter
der V. V. V. te Bergen, gaf nog
eens uitdrukkelijk uiting aan het
op de laatst gehouden V. V. V.-
vergadering ingenomen standpunt,
n.l. dat organisatie een taak van
de pensionhouders zeiven is. Spr.
gaf te kennen dat de V. V. V. gee
nerlei partij kiest en sprak den
wensch uit, dat de door den Ned.
Bond van beroepspensionhouders
aangewende pogingen tot succes
zouden leiden.
Afdeeling Bergen opgericht.
Van de gelegenheid tot inschrij
ving werd door 9 leden gebruik
gemaakt. Met. dit negental is een
afd. Bergen opgericht. Een voor-
loopig bestuur is gevormd met den
heer C. v. d. Plas als voorz. De
overige functies zullen worden ver
deeld onder: mevr. B. DuifBrie-
ligkeit, de heeren H. van Poeteren,
C. Willig en H. A. Couton.
NED. BOND VAN BEROEPS
PENSIONHOUDERS.
Afd. Bergen opgericht.
De onlangs aan pensionhouders
opgelegde verplichting om zich bij
het Rijksbureau te doen inschrij
ven, heeft er in diverse plaatsen
toe geleid, dat actie gevoerd werd
tot het stichten van een Ned. Bond
van beroepspensionhouders, welke
pogingen ondanks de moeilijk
heden, die daarbij werden on
dervonden, een alleszins hoopge
vend resultaat hebben afgeworpen.
Met het doel de te Bergen ge
vestigde pensionhouders voor dien
bond te winnen, werd Zaterdag
middag in het Oranjehotel te Ber
gen een vergadering belegd, waar
aan de heer M. W. v. d. Garde,
voorzitter van de afd. Schoorl,
leiding gaf.
In zijn inleidend woord merkte de
ze op, dat de te verwachten ver
plichting tot organisatie van pen
sionhouders geenszins den dwang
inhoudt zich bij een bepaalden
bond aan te sluiten. Tot nog toe
staat men in het kiezen van een
bond volkomen vrij.
Spr. had de laatste maanden
diverse afdeelingsvergaderingen
bezocht, had kennis genomen van
de intensieve propaganda, zooals
de Ned. Bond van Beroepspension
houders die in tal van plaatsen in
ons land voert, en gaf als zijn op
vatting te kennen, dat het orga
nisatie-systeem zich ontwikkelt op
een wijze, welke hem het meest
doeltreffend voorkwam.
Hoewel het plan bestaat een
zelfstandigen bond te stichten, zal
men, wanneer dit belanghebbenden
ten goede komt, gaarne een aan
eensluiting zien bij reeds bestaande
organisaties voor soortgelijke be
drijven en spr. noemde bij voor
keur den bond van hotel-, restau
rant- en caféhouders „Horecaf",
een organisatie welke reeds 50 ja
ren bestaat en het volste vertrou
wen geniet. Met het hoofdbestuur
van „Horecaf" is reeds overleg ge
pleegd om tot een aaneensluiting
te komen.
Deze bond kent reeds 2 groepen:
de A-groep voor hotels e. d. met
12 en meer slaapkamers voor gas
ten en een B-groep voor hen, die
minder dan 12 slaapkamers heb
ben.
Op voorstel van den heer v. d.
Garde zou hieraan een groep C
kunnen worden toegevoegd, welke
de pensionhouders omvat.
Ter nadere toelichting op het
geen de inleider had gezegd, deel
de de heer M. Bruggenwirth, secre
taris van den Ned. Bond van Be
roepspensionhouders te Amster
dam, zijn bevindingen mede, opge
daan bij besprekingen, welke wa
ren gevoerd met het Rijksbureau
en den K. N. M. B. Deze bespre
kingen hebben weinig of geen re
sultaat afgeworpen. Vooral de
daarbij voorgestelde contributie
regeling kon weinig bewondering
wekken.
Besprekingen met „Horecaf"
leidden ertoe, dat deze zich gene
gen toonde een groep „pension
houders" op te nemen. Uit die
BONTE AVOND IN HET
GULDEN VLIES.
Albert de Booy en zijn
gezelschap.
De Bonte Avond, gisteren in het
Gulden Vlies gegeven is een groot
succes geworden. In de eerste plaats
door de buitengewone belangstel
ling en verder door de zeer te waar-
deeren prestaties van Albert de
Booy en zijn gezelschap. De talrijke
aanwezigen hebben zich uitstekend
geamuseerd en het de diverse optre
dende artisten niet aan applaus la
ten ontbreken.
Albert de Booy, de bekende radio
zanger, opende den avond met een
hartelijk woord van welkom en
vroeg eerst de aandacht voor Mr.
Durbin, een evenwichtsacrobaat van
bijzondere kwaliteiten. Hij liet zeld
zaam sterke en gewaagde toeren
zien en bleek in de gevaarlijkste po
sities over stalen zenuwen tebe
schikken. Zijn gedurfde nummers
werden luide toegejuicht.
Daarna was de beurt aan de Twee
Pico's, een jong artistiek paar ac
cordeonisten, wier roem zich zeker
snel zal verbreiden. Zij hebben de
toehoorders vergast op schitterend;
muziek, met temperament uitge
voerd. Een" luid applaus ontlokte de
uitvoering van de muziek van het
bekende kwartet uit Rigeletto, ter
wijl na de pauze, bij het tweede op
treden, de muziek uit Rose Marie
zeer de aandacht trok. Maar ook in
de andere nummers meerendeels
bekende en populaire melodieën,
hebben de mannelijke, zoowel als de
vrouwlij ke helft van het duo zich
van hun beste zijde doen 'kennen.
Het applaus was zoo luid en spon
taan, dat zij er zonder toegiften niet
afkwamen.
De zanger Albert de Booy had
direct het pleit gewonnen. Hij was
uitstekend op dreef en bracht voor
het publiek, liederen in elk genre,
zooals Het lied aan de Avondster
uit Tannhauser, De Heilige Stad, een
lied van Robert Stolz, De onbekende
vrouw en na de pauze een Italiaan'
sche aria, Droomland, Het lied uit
Tirol enz. Hij bleek niet alleen een
uitstekend zanger, maar wist ook
door zeer goede actie het succes van
zijn nummers te verhoogen. Het pu
bliek waardeerde dit ten volle, zong
gaarne bekende refreintjes mee en
applaudisseerde luid na elk num
mer, zoodat hij over zijn succes in
Alkmaar ten zeerste tevreden kan
zijn. Hij werd zeer goed begeleid.
De komische clown Mac Allan
sloot de voorstelling met een serie
dwaze grappen, goede nummers
acrobatiek en verrassende experi
menten. Er is soms onbedaarlijk ge
lachen en dat deed de bezoekers in
opgewekte stemming huiswaarts
gaan, de duisternis ten spijt. Het
geheel was een zeer geslaagde
avond. Wij twijfelen niet of men zal
Albert de Booy en zijn mede-artis-
ten gaarne nog eens in Alkmaar
terugzien.
OOK VLEESCH-MOEILUKHEDEN
AAN DEN LANGENDIJK.
*De slagers aan den Langendijk heb
ben ook al last gehad van de stagna-
ie in den aanvoer van vleesch. De
voor hen beschikbare hoeveelheid
vleesch was van zoo geringen om
vang, dat het.niet meer de moeite
was, om zooals gewoonlijk klanten
le gaan vragen, om het vleesch daar
na thuis te bezorgen. Men heeft be
sloten voorloopig niet meer te vra
gen en te bezorgen. Voor vele huis
moeders was dit een zeer onwelkome
boodschap, want het gevolg hiervan
was, dat men zelf naar den winkel
moest om een klein stukje vleesch
te kunnen bemachtigen, hetgeen ge
paard ging met veel moeilijkheden.
Bij den eenigen paardenslager aan
den Langendijk stonden de menschen
al heel vroeg in de rij en velen heb
ben daar eenige uren doorgebracht
vóór zij tot aan den winkel waren
genaderd. Bij de andere slagers was
het niet veel beter. Voor dag en
dauw kwamen de klanten al opda
gen en als de slagers zelf niet een
maximum-hoeveelheid hadden vast
gesteld, welke zij per gezin aflever
den, zouden zij binnen zeer korten
tijd uitverkocht zijn geweest en een
groot aantal klanten hebben moeten
teleurstellen. Nu hebben verschei
dene menschen nog een klein stukje
vleesch gehad, maar toch kwamen er
heel wat, die de deur gesloten von
den, aangezien de winkel uitver
kocht was.
BRANDSTOFFEN VOOR DE
KOOLSCHUREN.
Aangezien het er wel naar uitziet,
dat er van verstrekking van petro
leum voor verwarming van de kool-
schuren voorloopig niet veel zal ko
men, worden de tuinders thans in de
gelegenheid gesteld, vaste brandstof
fen voor de verwarming van de
hooischuren aan te vragen bij den
distributie-dienst.
Jb. KRAMER TE
ZUIDSCHARWOUDE. t
Op 69-jarige leeftijd is te Zuid-
scharwoude overleden de heer Jb.
Kramer aldaar, een vooraanstaande
persoonlijkheid op vereenigingsge-
bied in zijn woonplaats. Hij was be
stuurslid van de L. G. C., voorzitter
van de begrafenisvereeniging, pen
ningmeester van den bond van
begrafenisvereenigingen; Voorts be
kleedde hij eenzelfde functie in de
vereeniging Helpt Elkander, terwijl
hij bovendien nog bestuurslid was
van den N. T. B. en van de tuin-,
bouwvereeniging De Toekomst. In
al deze functies heeft hij steeds ge
daan wat hij kon om de belangen
van de aangesloten leden te bevor
deren. Met hem is een werkzaam
man heengegaan.
LANGENDIJK
Gasprijs verhoogd. - Het bestuur
van de gemeenschappelijke gasfa
briek van de Langendijker gemeen
ten en Sint Pancras heeft medege
deeld, dat de gasprijs met één cent
verhoogd moet worden in verband
met de stijgende kolenprijzen. Deze
verhooging gaat in met de meter-
opname over November.
NOORDSCHARWOUDE.
Winkeldievegge van 13 jaar. - De
gemeente- en rijkspolitie alhier zijn
er in geslaagd, de hand te leggen op
een meisje van dertien jaar, dat
zich schuldig gemaakt heeft aan
winkeldiefstallen bij verscheidene
neringdoenden aan den Langendijk.
Aan geld wordt ongeveer 85 ver
mist; hiervan is een bedrag van
slechts ruim 30 weer achterhaald.
OUDKARSPEL
Geslaagd. - De heer A. C. Bruin
alhier slaagde voor het diploma me
disch gediplomeerd voetkundige.
Steunregeling kleine boeren en
tuinders. - De "steunregeling voor
kleine boeren en tuinders gaat door.
Er bestaat nog tot 4 December ge
legenheid om zich bij den secretaris
van de commissie voor den kleine
tuinderssteun op te geven, als men
wenscht daarvoor in aanmerking te
komen.
CASTRICUM.
Ongéwenschte regeling. - Zater
dag was voor de bevolking van
Castricum en Bakkum slechts bij één
slager vleesch en vet verkrijgbaar,
Deze nieuwe regeling heeft in het
geheel niet voldaan. Sommige moe
ders of vaders, alsmede vele kinde
ren, hebben langer dan twee en een
half uur in de rij gestaan. Het alge
meen gevoelen der bevolking als
mede van de slagers is, dat iedere
slager beter zijn portie zelf kan uit
reiken. Nu was het nog, hoewel
koud, droog weer, doch hoe moet hel
als de menschen, waaronder ook, die
heel uit Bakkum moeten komen,
re-gen of sneeuw moeten staan?
„Ga jij Sinterklaas maar eens
interviewen", had de stadsredac-
teur tegen den jongsten verslag
gever gezegd en die wilde er zich
gemakkelijk van afmaken en een
warenhuis opzoeken waar Sinter
klaas handjes gaf aan de klanten.
Maar de stadsredacteur beduidde
hem, dat hij den echten en onver-
valschten te pakken moest zien te
krijgen, die 's avonds laat met zijn
schimmel over de daken klautert
en zijn presentjes in de schoorstee-
nen laat zakken.
De „jongste" was er een paar
avonden op uitgetrokken, maar
door de nieuwe maan en de alge-
meene verduistering had hij geen
dak kunnen onderscheiden en den
eenigen keer, dat hij hoog boven
zijn hoofd lawaai had gehoord,
bleek het afkomstig van een ver
liefde kat, die een afspraakje had
gemaakt en in een dakgoot op haar
verloofde zat te wachten.
Toen was de stadsredacteur zelf
maar eens op stap gegaan en hij
bofte geweldig, want Zaterdag
avond was hij nog maar een half
uur op straat, toen er een stuk
van een schoorsteen naast hem op"
den grond plofte en hij, hoog in
de lucht, de vonkjes zag, die de
hoeven van den schimmel uit de
dakpannen hadden geslagen.
„Sinterklaas!", riep hij, terwijl
hij een soort scheepsroeper van zijn
gebogen handen maakte.
Het kletteren van de paarden
hoeven hield plotseling op. De
goede Sint had de teugels strak
getrokken-en een schemerige vlek,
blijkbaar afkomstig van zijn wit
ten baard, boog zich over de dak
goot.
„Buenos avos", zei de stadsre-
porter, die nooit fatsoenlijk
Spaansch heeft leeren spreken.
„Ook goeienavond", riep Sinter
klaas", spreekt U maar gewoon
Hollandsch, dan versta ik U nog
beter".
„Gelukkig", zei de interviewer.
,ïk ben van de „Alkmaarsche" en
ik zou U wel eens even willen
spreken".
„Eén momentje", zei Sinterklaas,
„dan kom ik beneden".
Hij gaf zijn paard de sporen en
de viervoeter plofte op het platte
dak van een banketbakkerij, nam
een vervaarlijken sprong dwars
over de smalle straat naar een ga
rage van een modemagazijn en
kwam via het dak van een daar
geparkeerde auto met een zwaren
slag op de Alkmaarsche keien.
„Hihuiiihuii", brieschte het
paard, maar Sinterklaas gaf hem
een paar klopjes op zijn dikken
hals en fluisterde hem in het
Spaansch wat bemoedigende
woordjes in het oor.
De stadsreporter noemde zijn
naam, ging op zijn teenen staan en
reikte Sinterklaas de hand.
„Aangenaam U te ontmoeten",
zei de Sint beleefd, „U wilt natuur
lijk weten hoe het met me gaat".
„Zoo is het", zei de stadsrepor
ter, „en waar is Piet, als ik vragen
mag?".
„Die heeft de griep", zei de Sint,
„en dat treft nou zoo beroerd als
'tmaar kan, want nou moet ik al
les alleen doen en ik verzeker U,
dat 't van het jaar allesbehalve
'n pretje is. 'tls deksels koud daar
boven op die ongelukkige daken.
Ik heb vanavond al drie maal in
antennedraden verward gezeten en
't is zoo donker, dat ik geen schoor
steen van een windvaan kan on
derscheiden. Gelukkig heb ik in
Madrid nog een goeie zaklantaren
op den kop kunnen tikken".
„Een zaklantaren?", vrpeg de
reporter ongerust.
„Een beste", zei Sinterklaas en
drukte,op een knopje, zoodat het
heele straatje plotseling in het
felle licht van een electrische
gloeilamp kwam te liggene.
„Licht ausü', schreeuwde een
zware stem uit de verte.
„Daar heb je 't al", zei de repor
ter, „waarom bent U ook zoo on
voorzichtig. U weet toch, dat we
moeten verduisteren."
„Och Heere ja", zei Sinterklaas,
„dat was ik al weer vergeten. Wat
een tijd, jongeman, wat een moei
lijke tijd".
„Ja", zei dè reporter, „dat on
dervinden we allemaal. Hebt U
nog voldoende cadeautjes bij
elkaar kunnen krijgen?"
„Geef me eens een hand", zei
Sinterklaas, „licht Uw been eens
hoog op en stap eens in dien stijg
beugel. Ziezoo, komt U nou maar
eens even op den rug van 't paard
zitten, dan kunt U in den zak
kijken".
„Ik zie niks", zei de stadsrepor
ter.
„Die duvelsche verduistering",
zei Sinterklaas nijdig, „enfin,
voelt U maar, niks anders dan pop
pen en draaitollen, kanonnetjes,
zelfloopende tanks, tinnen sol
daatjes en allerlei soorten vlieg
machientjes. Je kunt haast niks
anders krijgen".
En voor de vaders?'* vroeg de
reporter.
Sinterklaas schudde moedeloos
het grijze hoofd. „Wat pijptabak",
zei hij, „en een paar kistjes sigaren
van den ouden voorraad. Piet
heeft alle winkels om sigaretten
afgeloopen, maar ze lachen hem
gewoon uit".
„En nog iets voor de moeders?"
„Dat is nog beroerder", zei Sin
terklaas. We hebben twee textiel-
kaarten uit Den Haag kunnen
krijgen, ik ben in vijf-en-twintig
modemagazijnen geweest en ze
hebben onze kaarten heelemaal
leeggeplunderd en nou hebben we
nog niks anders dan een stuk of
vijf schortjes, vijf paar zijden kou
sen en wat borstrokjes van melk-
wol. Ik geneer me als ik ze door
den schoorsteen laat glijden."
„Hoe staat 't met de hammen en
de worsten?", vroeg de reporter.
Sinterklaas schudde mistroostig
het hoofd. „Daar heeft Piet zijn
griepje van gekregen", zei hij.
„Die heeft drie uur in den tocht
voor een slagerswinkel staan
wachten. Toen ie aan de beurt
kwam, kon ie alleen nog maar
soepbeenen krijgen en die heb ik
clandestien geruild voor een zak
haver, omdat de schimmel geen
krachtvoer kan krijgen. Sedert jul
lie hier de straten geasphalteerd
hebben, kan het arme beest geen
grassprietje tusschen de keien
meer vinden. Heeft U misschien
nog een stukje broodkaart over
met een ei-bon, want ik heb hier
nog geen fatsoendelijke boterham
gegeten".
„Helaas", zei de stadsreporter
spijtig, „ik ben er radicaal door
heen, maar misschien zullen ze U
aan het distributiekantoor wel
kunnen helpen".
„Ik ben er al geweest", zei de
Sint, maar als Spanjaard kan ik
niks krijgen. De volgende week
terugkomen, zei die meneer, maar
dan ben ik al lang weer op weg
naar 't Zuiden. Hu, wat is het hiér
koud".
„Zet Uw kraag op", zei de re
porter medelijdend, toen hij ergens
onder den baard het klapperen
van tanden hoorde.
„Ik héb maar één hand vrij", zei
de Sint, „want ik moet dien be
roerden staf ook nog vasthouden".
De reporter zette de kraag van
den bisschopsmantel overeind en
bond er een zijden kous om.
„Ziezoo", zei Sinterklaas, „nou
weet U tenminste hoe 't er mee
staat, en nou moet ik weer verder".
„U mag wel zorgen", zei de
krantenman, „dat U vóór twaalf
uur klaar bent, anders komt U nog
op het politiebureau terecht".
„Geen npod", lachte Sinterklaas.
„Ik ken de Alkmaarsche agenten".
„Er is nog al wat mutatie in het
corps geweest", vertelde de stads
reporter, er zijn er hier heel wat,
die U nog nooit gezien hebt en
bovendien, de Alkmaarsche politie
heeft 't tegenwoordig ook niet al
leen meer voor 't zeggen."
„Tja", zei Sinterklaas, „ik ben
nu eenmaal geen Kerstmannetje,
dus daar mag ik wel rekening mee
houden. Laten we hopen, dat het
't volgend jaar overal pais en vree
is. Het zal voor mij heel wat pret
tiger zijn, als ik weer lustig over
de daken kan galoppeeren. Tot
ziens, jongmensch, wel bedankt
voor den goeden raad en zet maar
in de courant, dat Piet bijna beter
is en dat we met veel moeite een
bus benzine hebben gekregen. Nu
kunnen we tenminste van de belt
naar de Bierkaai varen en dan
kunnen de kinderen de stoomboot
uit Spanje zien aankomen".
De klok van den Waagtoren liet
elf zware slagen hooren.
„Nog maar een. uurtje, Sinter
klaas", waarschuwde de reporter,
terwijl hij zich van het paard liet
glijden.
De Sint schrok op. „Adios, jon
ge man", zei hij.
„Adios", antwoordde de stads
reporter toen de schimmel al met
een geweldigen sprong op een
keukendak terecht kwam en zich
met trappelende hoeven tegen de
dakgoot van een hoedenwinkel
opwerkte.
BROEK OP LANGENDIJK.
Benoemd. - De heer J. Maakal,
hulpbesteller ten postkantore alhier,
is benoemd tot vasten besteller.
WIERINGERWAARD.
Benoemd. - De heer K. Kaan
alhier is benoemd tot opzichter bij
het departement van landbouw en
visscherij, afdeeling bedrijfscontrole.
Gisteravond heeft over beide zen
ders prof. dr. J. van Dam, de secre
taris-generaal van het nieuwe dept.
van opvoeding, wetenschappen en
cultuurbescherming een rede uitge
sproken, waarin hij zich in 't bizon
der richtte tot ouders en opvoeders,
tot de leerlingen der Nederlandsche
scholen en tot de studenten. Spre
kende over de moeilijkheden van
geestelijken aard, zeide dr. van Dam:
„Het is uitermate bezwaarlijk te mid
den van deze het geestelijk even
wicht te bewaren, afstand te houden
tegenover de vele indrukken, erva
ringen, meeningen, geruchten en
alarmeeringen, die wij dagelijks in
ons opnemen. Dat uit zich in allerlei
symptomen, die ook ons onderwijs
bedreigen: Onrust, misverstanden,
gebrek aan concentratie, opwinding
over geruchten/gewilde of ongewilde
verkeerde uitleg van maatregelen en
voorschriften, zijn aan de orde van
den dag".
Aan de hand van de geschiedenis
betoogde spr. vervolgens, dat deze
tijd van verwarring en revolutie
voorbijgaat, waarna een wereld zal
zijn ontstaan, die op vele punten es
sentieel anders zal zijn dan de tegen
woordige. De huidige revolutie „is
volstrekt niet zoo bloedig en heftig
als vroegere wel waren, omdat zij
voltrokken wordt door den wil van
een macht, die in de eerste plaats op
ordening, niet op wanorde en chaos
is gericht. Wij Nederlanders kunnen
aan de ontwikkeling van die revolu
tie niets af of toe doen. Het eenige,
wat wij kunnen en moeten, is, er
voor zorgen, dat de gevolgen van
deze revolutie voor ons volk, voor
onze kinderen, zegenrijk worden".
Daartoe moeten zij worden opge
voed, in een geest, waarbij het Neder
landsche element met alle behoor
lijke nadruk- wordt geaccentueerd,
maar die niet wil, dat de verhouding
tot andere volkeren, met name het
Duitsche volk, en de verhouding van
de verschillende volksgroepen onder
ling, die immers alleen in de midde
len, niet in het doel verschillen,
wordt vertroebeld".
T. a. v. de schoolboeken zeide
spr., dat er twee groepen van boe
ken uit het verkeer zijn genomen:
die boeken, die één of meer in de
tegenwoordige situatie ongeschikte
of voor het Duitsche volk en zijn
leiders kwetsende pasages bevatten
en de boeken, die de controlecom
missie door tijdgebrek op den daar
voor gestelden termijn nog niet had
kunnen controleeren. Deze zullen
zoo spoedig mogelijk aan het on
derwijs worden terugegeven, zoo
tioodig, nadat de noodzakelijke wij
zigingen met medewerking van de
uitgevers en het doceerend perso
neel der scholen zijn aangebracht.
Tot de opvoeders zeide spr.: be
derft de resultaten van Uw onder
wijs niet door af te breken inplaats
van op te bouwen en duldt niet
dat anderen, bijv. sommige van Uw
leerlingen dat onderwijs ondermij
nen. Ik heb het ambt van secretaris
generaal op mij genomen in de
overtuiging, dat het Duitsche be
stuur, dat thans ons land regeert,
wenscht, dat ons onderwijs in strikt
Nederlandschen zin wordt gege
ven en naar behoefte wordt uitge
breid en verbeterd.
Spr. waarschuwde nadrukkelijk
tegen het geven van onderwijs, dat
vijandschap en wanbegrip kweekte
tegenover het Duitsche volk en zijn
leiders.
Uitwisseling van denkbeelden en
methodes op het gebied van het on
derwijs tusschen Nederland en
Duitschland, verbetering ook van
het onderwijs in de Duitsche taal en
cultuur zal voor ons volk zoowel
geestelijk als materieel heilzame ge
volgen hebben. Maar vooral zal het
onderwijs in de Nederlandsche taal
en cultuur een aanzienlijke uitbrei
ding en vernieuwing moeten onder
gaan. Ik denk hierbij aan een vorm
van onderwijs, waarbij taal en let
terkunde, cultuur- en kunstgeschie
denis, aardrijkskunde en volkskunde
zullen worden vereenigd tot een
heemkunde. Dat naast deze uitbrei
ding het thans reeds overbelaste on
derwijs een zekere versobering zal
moeten ondergaan, spreekt vanzelf.
Tot de leerlingen der lagere scho
len zei spr.: Ik weet, dat er onder
jullie veel over politiek, over den
oorlog en over al het niéuwe, wat er
op straat te zien is, wordt gepraat en
geruzied. Laat dat, en praat over de
dingen van je eigen leven. Ik kan
jullie beloven, dat we wat meer
tijd gaan geven aan gymnastiek en
sport!
De leerlingen van de middelbare
scholen zijn er lang niet het slechtst
aan toe, aldus spr. Zij hebben het
voorrecht, om, wanneer zij over
eenige jaren de maatschappij bin
nenstappen, een, naar wij allen ho
pen en verwachten, vredige en be
vredigde wereld open te zien staan,
een wereld, die ieder plaats biedt.
Maar, aldus spr., jullie bent je van
dat voorrecht maar nauwelijks be
wust. De leerlingen van de middel
bare scholen zijn verdeeld in tal van
groepen en gewikkeld in tal van
politieke twisten en harrewarrerijen.
Ik geef jullie de goedgemeende
raad: houdt daarmee op. Weest ervan
overtuigd, dat zij, die jullie opzetten
tot dien strijd, geenszins het welzijn
van het Nederlandsche volk beoogen
en wellicht zijn ondergang veroor
zaken. Geeft elkander ook bij ern
stige verschillen van meening de
hand en weest, wat in een tijd als
deze noodzakelijk is, kameraden!
Woord tot de studenten.
En tot de studenten zei dr. v. Dam
o.m.: Het valt mij gemakkelijk, tot u
te spreken, omdat ik door jarenlange
pracijk gewend ben, met u om te
gaan en in dien omgang nooit eenige
wanklank heb ervaren, ja, uit den
omgang met u steeds weer nieuwe
kracht heb geput. Maar het valt mij
ook moeilijk, omdat het experimen-
teele beeld, dat ik mij van u heb ge
vormd, zoo weinig schijnt te kloppen
met de werkelijkheid, zooals ik die
uit mededeelingen van de meest ver
schillende universitaire centra meen
te moeten opmaken.
Het heeft geen zin, struis
vogelpolitiek te spelen: er zijn
reeds hoogescholen door de
Duitsche overheid gesloten, en
er zullen meer volgen, wanneer
gij niet na de Kerstvacantie tot
bezinning bent gekomen.
Gij zijt ontevreden en gij uit dat