It
CD
a
o
s a s
IS*
1= c
Het brood- en aardappelenprobleem in België
Groote moeilijkheden.
Nu spek en vleesch
er niet zijn.
O)
a
a
0>
a
CM
<D Js
r~ u
O
_S£
0
VI
8
0 o
T
a>
JS
U
•g
n
C
e
X
a ,y a
JP ft 0 <I)
MM »j§
:<U 'S «3 <U
CÖ .2
rt -
a .2 .3
2 2
ti "3 S
fes a
s s
p a)
C <u
a> S
ff'S-Sf
wcg.a
H-t C -M
0 c
rC CO
o
w
-s
0) <D
'I-1 r—I
W i—t
U
"S
•S to
JS
- X B
■o S
5
10 - H
?S||
f—t
tuO
C
^0-3
too
0
<D
S g S
S.2>^
3M
CO C 43
g^'-o!
73
0 0
c-a'-g
S "s-r a
<sx g g
fgg*
C CÖ N
O 73
C 0 c
ss S
c"3
O -M <L)
_0 73
■g^c
*-» o
rQ
CO
p. -+J
o o o
In M
L. *W N
0
too
■m c
0 0
X .fi
■3 'S -S
c73 e
ni to
a>
■a
w
o 3 2
•r—CO O
■3^
J 8 "S
g.9a
*H CO 0
S&< 3
§Q S
I
2
CO TTj
2
3V
n <u
e C tf
CO
C 0 Un
co &0 0
«+-i 73
e i 0
.5 O
0 co
00 U Tl
•3 o dj. d
3 73 o
$!<r
"S 3 d
0 0 c
O 0
S; >3 ra t, c
fe a> <v
•a
■ts o c a;
a g2
aJ"S V
a> ►-}
e 3 M5
S) g t* 3 (5 C
a, o. J8 2 s
J8
rQ
0
pC
cO
«6151
NSd»
0 o
VM-Ï
,-g.S s-S o
SSmc'S,^
73 0 m .2.
0 73 o"?C 0
two a 73 0 0
:S2 g:§£
- ^5 -Ö -J-'. CS
0
tool's ,£P in
2^ gS
3 o fi 3
BP-i** 2,nci,~'fï a
gill o 1 3wt;< g
0|>s C 00 Soo'cdi
HjO»> CO 73
C 5 o co c h
0 O CO (0 3
C T3 CO PQ
u 0
0
a a 0
o tuO
V
0 'St-
73 73 t
0 f
CO C
0
c co"sr2
2 3 I
•3 3
C-i 0 Q C
0 O 0
U/<; 73 73
0
p£J
in
s
es
a a
CO (0
^3 C
0 w 0
C g J3
0 K 0
M 0 CO
73 w to
C 5^ - 3
0 9 .S
O
0 cO
0 **-* 73 +J
^•sS|s
g-§w,E
as «8
O 0
0 X rï h -P
rd 9 0 O
c3 c o O _i_i •»-• rj 0
C C 0
0 0 tó 0
73 0 to W^J
o-^Z
w S 0
2 K
3 8
g o c
-4-i 0
ho 0 0
C 73 0
,.J3 w co
W) r ig
■3 g2
0) (0
2
O C
S 2 g
■S w
P 0
:s? 0
m tuO
73 co
N CO
CO
af
0 G
o CiS 0
0 w 5
8 3^^-
j—.2 o
73 73
0 £i
tUO 0 .O
Ï73 N
r*
too
S.s
p,id re 8-g
O »cj co
<b O
-ic
0) 0)
HONDEN- EN KATTEN
BROOD.
Het Rijksbureau voor de
Voedselvoorziening in Oor
logstijd maakt bekend, dat
van 1 tot en met 31 Decem
ber 1940 op bon no. 11 van
de Voederkaart voor honden
beschikbaar wordt gesteld
voor:
Groep 1: 10 kg. hondenbrood.
Groep 2:10 kg. hondenbrood.
Groep 3: 8 kg. hondenbrood.
Groep 4: 5 kg. hondenbrood.
Groep 5: 4 kg. hondenbrood.
Groep 6: 3 kg. hondenbrood.
Op bon 11 van de Voeder-
kaart voor katten wordt
over dezelfde periode ander
half kg. kattebrood beschik
baar gesteld.
Na 31 December 1940 is
bon no. 11 van bedoelde
kaarten ongeldig en mag niet
meer worden aangenomen.
DOELMATIGE VOEDING IN
DEZEN TIJD!
Samenstelling van het middagmaal.
Na de bespreking van ontbijt en
twaalfuurtje komt thans het warme
maal aan de beurt, onze dagelijksche
h o of d m a a 11 ij d.
Zoowel uit een oogpunt van voe
dingswaarde als van volume is die
naam volkomen juist. Stellen we
de hoeveelheid calorieën in het dag
rantsoen op 2400, dan komt onge
veer de helft daarvan voor rekening
van den warmen maaltijk, terwijl de
andere helft verdeeld pleegt te wor
den tusschen ontbijt en twaalfuurtje,
gewoonlijk zóó, dat het ontbijt op on
geveer 500 calorieën wordt geschat
en de middagboterham op 700.
Wat de afzonderlijke voedingsstof
fen betreft mogen we aannemen, dat
pok daarvan ongeveer de helft van
de dagelijksche hoeveelheid moet
■worden geleverd door het middag
maal; van de koolhydraten en van
het ijzer kan het iets minder dan de
helft zijn, omdat deze beide stoffen
feeds in ruime mate worden aange
bracht door het bruine brood van de
twee koude maaltijden; van vitamine
C daarentegen moet het middagmaal
ons iets méér dan de helft van het
dagrantsoen leveren en dat kan
ook gemakkelijk, want èn van de
aardappelen èn van de groenten mo
gen we, mits ze doelmatig zijn be
reid, de gewenschte aanvulling zeker
verwachten.
Hoe bepalen we nu onze keus?
Uit den opzet vafi het totaal onzer
dagelijksche voeding, zooals die in
het eerste artikel van deze serie werd
gegeven, volgt, dat een belangrijke
plaats zal moeten worden gegeven
aan aardappelen en aan
groente.
Van de groente kunnen we
veilig aannemen, dat per persoon ge
rekend mag worden op een dage
lijksche portie van 250 g (y, pond).
Dat wil zeggen zóó gewogen, als
de portie op het bord verschijnt: is
onze keus gevallen op een sterk
Blinkende groente (een bladgroente
b.v.), dan moet de hoeveelheid bij
inkoop bijna het dubbele zijn ge
weest (van spinazie, stoofsla, poste
lein, snijbiet, raapstelen, andijvie 400
500 g.; van witlof, Chineesche kool,
savoye-, roode- en witte kool 300 a
350 g.; van boerenkool mits zóó
schoongemaakt, dat, behalve de aller
dikste stronk, alle nerven en sten
gels worden nieegesnipperd 350
van wortelen, koolraap, biet, sel
derijknol, schorseneeren en ook van
zuurkool ongeveer 250 g.)
De groote waarde van de groente
Ontleenen we aan haar gehalte aan
mineralen en aan vitamines; deze
stoffen zijn over de verschillende
groenten in groote variatie ver
spreid en het is dus gewenscht, dat
we gedurende de week onze groen
tekeus zooveel mogelijk afwisselen,
om aan alle waardevolle bestand-
deelen een beurt te geven.
Naast het gehalte aan mineralen
en vitamines vraagt zeker ook in
verschillende gevallen het eiwit on
ze aandacht; de hoeveelheid daar
van is in den regel ruimer dan men
pleegt te vermoeden. Zoo verzorgt
een portie van 500 g. spinazie
(rauw gewogen) ons met 11.5 g.
eiwit, een portie boerenkool van
350 g. met 17.5 g. eiwit, een portie
savoyekool met 9.5 g. hoeveelhe
den, die in vergelijking tot het veel
duurdere vleesch, dat per 100 g. ons
17 20 g. eiwit verschaft, zeker
niet gering zijn te noemen.
't Spreekt vanzelf, dat deze schat
ting alleen dan juist is, wanneer
tijdens de bereiding zoo min moge
lijk van de groente verloren gaat en
o.a. in geen geval kooknat wordt
afgegoten (zie hierover nr. 3 uit
deze serie).
Een vast gewicht voor dea ardap-
pelen, die per persoon in het mid
dagmaal gebruikt moeten worden,
is niet goed mogelijk; immers, de
hoeveelheid zal sterk afhfangen van
den eetlust en deze staat weer in
nauw verband met den aard en de
hoeveelheid van den verrichten da-
gelijkschen arbeid. Wie met zwaren
spierarbeid de kost verdient, zal het
in zijn middagmaal niet zelden
brengen tot 3/4 a 1 kg.; wie echter
op zittend werk is aangewezen, ge
bruikt aanmerkelijk minder en kan
zich zelfs langzamerhand wennen
aan een aardappelverbruik, dat ver
onder de gewenschte hoeveelheid
blijft.
In vele gezinnen heerscht in dit
opzicht nog de meening overblijf
sel van voedingsbegrippen uit een
vorig tijdperk dat aardappelen
slechts zouden „vullen" zonder te
„voeden"; bijgevolg beperkt zich
daar zeer ten onrechte 't gebruik tot
een paar aardappelen per dag. In af
wijking daarvan zouden we voor het
middenstandsgezin de portie aardap
pelen liefst stellen op 350 a 400 gr,
per persoon en daaraan de voor
waarde verbinden, dat de aardappe
len in de schil op tafel worden ge
bracht. Alleen dan mogen we ervan
verwachten, dat ze de zeer voor-
deelige! aanvulling vormen van
wat in het dagrantsoen nog mocht
ontbreken aan ijzer, aan kalk en aan
vitamines (vooral van de vitamines
B en C), terwijl de hoeveelheid
eiwit (van zeer goede soort!), die in
400 kg. aardappelen wordt opgeno
men, ongeveer gelijk staat met die
van ons vleesch.
Op verschillende wijzen laat zich
de door aardappelen en groente ge
vormde kern van ons middagmaal nu
verder aanvullen; welke mogelijk
heden daarvoor bestaan, bespreken
we een volgenden keer.
ONZE LEVENSMIDDELEN THANS
MEER DAN OOIT
GEWAARDEERD.
De proeftuin.
Wanneer we een buitengewoon
mooie tros druiven of een zeld
zaam groote en sappige peer
koopen, dan flitst er misschien wel
eens even door ons hoofd: „Wat een
goede kweeker moet dat geweest
zijm, die zóó iets heeft afgeleverd!"
Dat zoo'n kweeker, wanneer hij een
vooruitstrevend man is, dikwijls
advies inwint bij een proeftuin, het
laboratorium der natuur, en we dus
ook daaraan ons smakelijk dessert
of bordje malsche groente te dan
ken hebben, is evenwel minder be
kend en daarom wil ik in dit arti
keltje de aandacht eens vestigen
op den proeftuin.
Ja, dat is een wonderlijk oord
van geleerde experimenten in lange
kassen met stekjes en vreemde ge
wassen, waaronder zelfs koffie,
maïs, tabak en paprika. Vooral
deze laatste schijnt hier goed te ge-
UÏT DE PRACTIJK VOOR DE
PRACTUK,
Uit de „Schrale tijden" van Vóór
60 jaar vertelt G. v. d. M. uit Vlaar-
dingen in het Holl. Landbouwweek
blad:
In koekjes en in ander „snoep"
ging in die dagen niet zoo heel veel
om. Wij hebben er ons zeker nim
mer onze magen mee gedorven. Het
kon niet lijden! Die buitenissigheden
waren niet om te betalen! Schraal
hans was overal de baas naar het
leek, zoodat er tijdens de drie maal
tijden per dag aan tafel gewoonlijk
niet te veel gepraat werd: ieder zat
maar stil te „muizen", en de een was
met z'n portie nog al gauwer klaar
dan de ander. Dat wij, uit school ge
komen, dan gewoonlijk wel een heel
klein beetje van den honger ram
melden, behoeft geen betoog. En
moeder had geen snoepje voor ons
klaar, geen boterkoek, geen sneetje
extra: „straks is het pas tijd voor
brood", zoo'n kleine twee uur later.
Nochtans we hoefden aller
minst met leege magen nog een paar
uur te gaan spelen. Als steeds had
moeder er wat op gevonden. Er was
iets „voor uit school" gereed wan
neer we kwamen.
Wat dat wel was?
Een ferm stuk van een peen! Een
paardepeen! Zoo'n mooie, langge
rekte rose wortel, oranje in z'n hart.
Prachtig van model en wonder sap
pig! Niet zoo'n pietepeuterig ding als
de luxe peentjes voor de keuken van
thans. O neen, een fiksche knaap!
Zoo'n paardepeen deed wonderen
in menig huis!
Men deed ook altijd 's winters daar
wel wat van op. Geen mudden, maar
toch licht een 50 kilo, zoo niet meer.
En moeder waschte regelmatig tegen
dat de school uit kwam een pracht
peen degelijk schoon, zoo noodig
schrapte ze een „plekje" weg, en
sneed den wortel dan in zooveel
stukken als er kinderen werden
thuis verwacht, zoodat voor elk zoo
ongeveer een vierde part beschik
baar was, waarover we ons graag
ontfermden. Je zette er je tanden
zóó maar in; je kauwde het peen-
vleesch fijn; je proefde er den zoeten
smaak terdege van; je at als extra!,
dan een stukje „rauwkost" van welks
waarde je toen zoo geen weet nog
had, doch die je niettemin ten goede
kwam.
Van rauwe peen gesproken.
Zou er wel beter wortel zijn voor
mensch en voor de beesten beide?
Ook al weer daar is men feitelijk
veel later achter gekomen van
wege de vitaminen erin!
Inderdaad heeft de practijk in die
jaren den menschen toch maar
prachtig den weg gewezen naar wat
goed was voor kinderen en gezond.
Want al die peen etende knapen en
meiskes zagen er maar wat goed uit.
Hun broodmaaltijden mochten dan
alles behalve overvloedig zijn, de
peen bleek duidelijk een niet zoo
licht te overschatten aanvulling. Het
nuttig effect van dezen rauwkost
kwam terdege aan het licht.
Het wil mij voorkomen, dat ook
deze practische ervaringen nog he
den ten dage de aandacht ten volle
waard zijn; dat men ook nu daarvan
profijt kan hebben; ja, in de huidige
tijden wel heel speciaal! Met een
enkelen zak paardepeen kan men ter
aanvulling van een wat schraal rant
soen heel wat bereiken, hetgeen
hetzij dan in iets minder mate
ook geldt voor knolrapen en herfst-
knolletjes.
Overal waar een tekort aan meel
dreigt in het rantsoen (aan zetmeel,
om het wat meer wetenschappelijk te
zeggen), hetzij voor mensch of dier,
daar kan door toevoeging van paar
depeen, van knolraap, van herfstknol
veel worden goedgemaakt.
Waar het de koebeesten betreft
en nu kom ik nog even heelemaal in
het straatje van onze veehouders
ook met suikerbieten en mangel-
wortelen.
Intusschen het neusje van den
zalm in dit geval is de paardepeen!
dijen en zoo is 't dus niet onmoge
lijk, dat wij Nederlanders nog eens
evenzeer zullen smullen van aller
lei paprikagerechten als de Hon
garen!
En heeft ook U altijd gedacht,
dat het eigenlijk alleeh aan de
grondsoort ligt, of een bepaald ge
was goed of slecht wil groeien?
Dan leert deze proeftuin het U wel
anders! Want behalve dit element
zijn er nog zoovele in het spel, die
hun invloed op het gewas doen gel
den, dat de grondsoort hiervan
eigenlijk maar een onderdeel is.
De deskundige op dit gebied be
studeert nauwkeurig de nooden en
behoeften van iedere plantensoort
en dan voegt hij aan de aarde toe,
wat er niet of in te geringe mate in
voorkomt; hij bestudeert de reactie
ervan op de plant, maakt er een in
tensieve studie van, hoe het gewas
veredeld kan worden, hoe hij de
kwaliteit kan opvoeren, welke de
aard is van verscheidene ziekten,
die zich kunnen voordoen en hoe
hij deze kan bestrijden.
Zoo is een proeftuin dus van on
schatbare waarde voor allen, die
advies willen inwinnen.
En waar er dus door vele men
schen zooveel moeite wordt gedaan,
om een ruime keuze uit allerlei
heerlijke groenten mogelijk te
maken en waar er zooveel studie en
zorg en vaardig bewerken, dat er
op onze fruitschaal zulke gave,
mooie vruchten kunnen liggen
daar dienen wij toch, niet alleen als
waardeering voor deze „cost-win-
ners", doch vooral ook ter wille
van onze gezondheid, als het kan
ruime hoeveelheden van
deze onschatbare bronnen van vita
mines, mineralen en vele andere
onmisbare voedingsstoffen tot ons
te nemen. In vele gezinnen is het
groentegebruik nog te gering, daar
men er niet voldoende van door
drongen is, wat groenten en ook
vruchten voor onze gezondheid be-
teekenen.
En indien men daarvan wèl door
drongen is, laat men zoo vaak nog
een groot deel der voedingswaarde
verloren gaan door een verkeerde
bereidingswijze!
Zet dus groente met zéér weinig
water op een flink vuur tot ze
kookt en daarna op een zachter
vuur, niet langer dan een half uur
(in goed gesloten pan); mocht er
kooknat over zijn, maak daarvan
dan een sausje, zoodat de voedings
stoffen niet verdwijnen door den
gootsteen, doch ons zelf ten goede
komen! Sudder of stoof uw groen
ten niet, doch doe er op het laatst
een klontje boter door, zooals b.v,
bij doperwten. U weet natuurlijk
al, dat de soep, de stamppot en de
saus beter worden met melk en dat
kaas onze goedkoope eiwitbron
de voedingswaarde van menige
groenteschotel uitnemend kan aan
vullen.
En wat de vruchten betreft
eet ze als het kan mèt de schil en
zet er, in plaats van ze in keurige
partjes te snijden, stevig Uw tan
den in, dat is uitstekend voor het
gebit.
Een goed gebruik dus van groen
ten en vruchten, een juiste berei-
dm—r-yijze, nu en dan ook eens
ra.-./e groenten als een slaatje
klaargemaakten de proeftuin
en de kweeker werken niet voor
niets van vroeg tot laat, om ons te
voorzien van het goede der aarde.
MANYA BEUKMAN.
Brussel, (Belgapress). De heer
de Winter, secr.-gen. van het Bel
gische ministerie van landbouw en
volksvoeding, heeft dezer dagen in
verschillende centra de burge
meesters der gemeenten rondom
Brussel bijeengeroepen en tot hen
een rede geficht, waaruit wij het
volgende overnemen:
Zooals u weet, hangt België,
zelfs in normalen tijd, voor heel
wat onontbeerlijke voedingsstoffen
en goederen van den vreemde af
en meer bijzonder voor onze be
hoeften in graan, veevoeder, vet
stoffen en oliehoudende producten.
Onder de huidige omstandig
heden is de invoer buitenmate
lastig geworden.
Daaruit vloeit meteen voort,
wat we te verrichten hebben.
Elke invoermogelijkheid moet
tot het uiterste benut worden.
Op heden staan twee voedings
vraagstukken vooraan: namelijk
brood en aardappelen.
Hoe staan we ervoor wat brood
graan betreft?
In normalen tijd verbouwden wij,
in het geheel, ongeveer 900.000 ton
tarwe en rogge. Daarbij voerden
wij voor ons verbruik in: 1.200.000
ton tarwe en 250.000 ton rogge,
deze laatste bestemd voor vee
voeding.
Dit jaar beschikken we uit eigen
oogst voor broodbereiding over
hoogstens 450.000 ton tarwe en
rogge; onze behoeften op grond
slag der rantsoeneering bedragen
echter 750.000 ton. Een tekort van
ongeveer 300.000 ton moet dus
worden aangevuld.
Wij blijven uitsluitend aange
wezen op onzen eigen oogst. Met
andere woorden, het is volstrekt
onontbeerlijk, dat onze molens ge
regeld eiken dag de 20.000 zakken
graan ontvangen.
Aldus is het u duidelijk, waar
om u nieuwe onderrichtingen wer
den gegeven, om binnen den kortst
mogelijken tijd het 2e derde van
den broodgraanoogst in te leveren.
Ik moet het u onomwonden zeg
gen: het is van het allerhoogste
belang voor de broodvoorziening
van de bevolking, dat de eerste
twee derden in versneld, zelfs in
zeer versneld tempo geleverd wor
den. Ik reken op uw volle mede
werking om dien uitslag te be
reiken.
De moeilijkheid met de voeder-
granen is dezelfde als voor het
broodgraan. De behoeften waarin
dient voorzien door de levering van
haver en gerst, zijn al even
dringend.
Ook hier bestaat de invoer,
waarop wij vroeger konden reke
nen, practisch niet meer.
Hoe staan we ervoor wat de aard
appelen betreft?
Wij weten allen, dat de oogst van
dit jaar, indien hij de drie millioen
ton van een normaal jaar niet be
reikt, nochtans voldoende is om de
behoeften te dekken die, rekening
gehouden met de rantsoeneering, op
1.600.000 ton geschat worden. Dus
op ongeveer de helft van een nor
malen oogst.
Wij moeten ons dus afvragen, door
welke oorzaak een tekort wordt
vastgesteld, nauwelijks 2maand
na het binnenhalen van den oogst.
Het staat vast, dat deze oorzaak
hoofdzakelijk dient gezocht bij de
producenten die hun waar inhou
den en weigeren ze ter beschikking
van de aangenomen handelaars te
stellen. Als jammerlijk gevolg van
een ongerechtvaardigde paniekstem
ming onder de verbruikers, stellen
wij vast, dat de aardappel thans het
product is waarvan wij het gemis
het scherpst aanvoelen, terwijl het
ongetwijfeld het voedingsproduct is,
dat wij het minst zouden ontbeerd
hebben, indien de bevolking blijk
had gegeven van meer gezond ver
stand en koelbloedigheid.
Ik zal er nochtans aan herinneren
dat na de conferentie van 12 Oct.
met de provincie-gouverneurs
schikkingen werden getroffen om,
door nauwe en rechtstreeksche sa
menwerking tusschen de provin
cies, de moeilijkheden inzake bil
lijke verdeeling van den oogst uit
den weg te ruimen.
Ik heb moeten vaststellen, dat
deze samenwerking de resultaten
niet opleverde, welke ik dacht ervan
te mogen verwachten.
Daarom werden, nu pas- eenige
dagen geleden, radicale schikkingen
getroffen.
Ik heb een aantal tabellen laten
opmaken, welke per gemeente den
toestand van de productie en van de
behoeften aan aardappelen opgeven.
Deze tabellen vermelden het teveel
of het tekort van de productie der
bedoelde gewesten met betrekking
tot de behoeften van hun bevol
king.
Uw provincie, die een belangrijke
overproductie heeft, moet bijdragen
tot de bevoorrading van de centra,
waarin een tekort bestaat. Het le
veringsplan, dat haar wordt voor
geschreven, omvat eenerzijds leve
ringen aan de aardappelcentrale en
anderzijds leveringen binnen uw
provincie voor de bevoorrading van
sommige centra met onvoldoende
productie.
Zoowel voor het graan als voor
de aardappelen zal het pleit meteen
gewonnen zijn, wanneer ieder van
u krachtdadig alles in het werk
stelt en de ontvangen onderrichtin
gen toepast met den vasten wil het
beoogde doel te bereiken.
Ingevolge de huidige gebeurtenis
sen dienen wij hoofdzakelijk onze
voeding door middel van eigen
graan en aardappelen te verzekeren.
Onze aardappeloogst is voldoende
om in de behoeften van onze bevol
king te voorzien.
Onze behoeften aan graan dienen
aangevuld door den invoer. Te dien
einde zijn sedert ettelijke maanden
onderhandelingen aan den gang. Wij
kunnen slechts op den invoer reke
nen voor zoover wij vooraf onzen
eigen graan- en aardappeloogst op
gehaald hebben.
Wij beschikken over de verbouwde
hoeveelheden, wij hebben geen an
deren voorraad in onze maalderijen,
noch in onze graanopslagplaatsen,
noch elders.
Het slecht seizoen is in aantocht,
het vervoer kan moeilijk worden.
Gij vertegenwoordigt al wat hét
land aan levensmiddelen bezit. Gij
hebt te kiezen: ofwel blijft ge vreem
den voor elkander en kijkt lijdzaam
op de ellende van een deel onzer be
volking, ofwel zijt ge u er bewust van,
dat er tusschen u een band bestaat,
een gemeenschap van belangen in
de huidige moeilijkheden van het
land, en dan zult ge ook voor billijke
verdeeling onder elkaar te vinden
zijn.
Want dit is werkelijk de toestand.
Thans moeten wij ons allen zonder
uitzondering een grenzelooze krachts
inspanning getroosten. Het hangt
van u af, dat onze bevolking niet te
weinig brood heeft. Het land vraagt
u dat gij uw gezag en uw invloed
zult aanwenden. Het eischt van u al
uw toewijding; het verwacht van u.
dat gij met koelen durf en snelheid
zult ingrijpen, opdat de oogst vol
ledig ter beschikking van het ver
bruik zal worden gesteld. Slechts
aldus zullen wij allen samen onzen
plicht hebben gekweten.
De
KERN
van alle goede reclame
COURANTENRECLAME.
Gebruik van peulvruchten.
Erwtensoep met kluif en capu-
cijners met gebakken spek waren
vaste gerechten van het wintermenu.
Nu alleen de peulvruchten beschik
baar zijn en het vleesch en spek niet,
besluit menige huisvrouw om geen
erwten en capucijners te koopen,
daar er toch niets lekkers van te
maken is. Dat is uit voedingsoogpunt
en uit keukentechnisch oogpunt een
onjuiste opvatting. Uit voedingsoog
punt is het gebruik van vleesch in
peulvruchtensoepen enz. niet noodig,
daar de peulvruchten zelf eiwit be
vatten. De peulvruchten zijn als
eiwit-, hoolhydraten- en vitamine
b-bron van belang. Zij behooren tot
de weinige voedingsmiddelen, welke
niet te lijden hebben door het be
reiden in hooikist of couranten, zoo
dat het gebruik van erwten, boonen
en capucijners geen bezwaar behoeft
te worden voor het brandstoffen-
verbruik. Samen met melk en aard
appelen vormen de peulvruchten
zelfs een geheel volwaardige voe
ding, waarbij het vleesch of het spek
gemist kunnen worden. Er valt in
de keuken met de peulvruchten nog
heel wat te bereiken, maar men
moet de goede recepten kennen. Hier
volgen er eenige als voorbeeld. Zij
zijn berekend voor 4 volwassen per
sonen (of man, vrouw en 34 kin
deren).
Groene erwten met winter
peen en peterseliesaus.
500 gr. groene erwten, 1 kg. win
terpeen, 1 Yi liter water, 1 Yt kg. aard
appelen, aardappelmeel, wat boter,
peterselie, zout.
De erwten wasschen, een dag en
een nacht weeken, den volgenden
dag met het weekwater en wat boter
ongeveer 3/4 uur koken. Dan de ge
schrapte en gesneden, wortelen en
het zout toevoegen en alles nog drie
kwartier koken. De erwten en de
peen uit het water nemen. Het water
binden met aangemengd aardappel-
meer en de saus afmaken met de
rest van de boter en fijn gesneden
peterselie. De saus dan niet meer
laten koken. Gekookte aardappelen
er bij geven.
Hutspot 1.
1% kg. aardappelen, 11 kg.
winterpeen, 500 gr. groene erwten,
500 gr. uien, vet of boter, zout.
De erwten wasschen, een dag en
een nacht weeken in ruim water,
den volgenden dag gaar koken in
het weekwater zonder zout. Zout
toevoegen als de erwten bijna gaar
zijn.
De aardappelen schoonboenen,
wasschen en met weinig kokend
water en zout opzetten. Hierop de
schoongeboende, gewasschen en
klein gesneden peen en uien leggen
en samen gaar koken. Kooktijd on
geveer drie kwartier. De stamppot
doorstampen en afmaken met vet.
De erwten door den stamppot
roeren.
Hutspot 2.
Een moderne wijze van bereiden,
waarbij vitaminen zooveel mogelijk
bewaard blijven.
Bestanddeelen als voor recept 1.
De aardappelen schoonboenen,
putten, slechte plekken wegsnijden,
wasschen en 'met weinig kokend
water en zout opzetten. Hierop het
grootste gedeelte van de goed ge<
boende en klein gesneden peen en
alle gesneden uien leggen en samen
gaar koken. Kooktijd ongeveer drie
kwartier. Boter of vet, de apart
kookte groene erwten en wat rauwe
geraspte peen toevoegen en de
massa zonder stampen vlug door
een mengen en direct opdoen.
Peulvruchtensoep.
500 gr. groene erwten, bruine of
witte boonen of capucijners, 1 kg.
aardappelen, 4 liter water, een kleine
selderijknol en wat groen, een
flinke prei, 3/4 liter melk, wat vet,
wat zout.
De gewasschen peulvruchten een
dag en een nacht in de helft van dn
aangegeven hoeveelheid water laten
week. Ze den volgenden dag met heS
weekwater en wat vet opzetten (het
vet maakt ze vlugger zacht) en een
half uur laten koken, vlug in da
hooikist zetten of in couranten pak«
ken en 4 uur laten staan. Een uur
voor het eten de pan uitpakken, da
gare peulvruchten fijnstampen en
verdunnen met de rest van het water
en de melk. De soep weer aan de
kook brengen, de fijngesneden prei
en selderijknol met de geboende en
in stukken gesneden aardappelen
toevoegen, een half uur laten koken.
Af en toe in de soep roeren om ze
mooi gebonden te krijgen. De soep
afmaken met wat zout en fijngehakte
selderij. Ze dan niet meer laten
koken.
Boonenmaaltijd met mosterd*
saus.
500 gr. bruine boonen, witte boonen
of capucijners, 2 y2 kg. aardappelen,
wat vet, aardappelmeel, mosterd,
azijn.
De peulvruchten een dag en een
nacht te voren weeken en den vol
genden dag gaar laten worden op de
manier als bij de peulvruchtensoep
is aangggeven.
De aardappelen boonen, met een
bodempje kokend water en wat zout
opzetten. Zoodra de aardappelen
koken, de uitgepakte boonenpan er
als deksel opplaatsen, er voor zorgen,
dat het goed afsluit. Wat zout bij de
peulvruchten voegen.
Als de aardappelen gaar en droog
zijn, de boonen vlug aan de kook
brengen, uit het vocht scheppen en
het vocht met wat aangemengdd
aardappelmeel binden. De saus op
smaak maken met wat mosterd en
azijn.
Om afwisseling in den smaak te
brengen, kan men een fijngehakt
preitje, wat gehakte peterselie, wat
kerry of een justablet gebruiken.
ONZE „LEVENS 'MIDDELEN.
Producten van eigen bodem.
Aan een schilderij vol schoonheid
en sfeer deed het denken, toen vroe
ger de kaas nog in al onze kaasma-
kende provincies werd bereid op de
boerderij en de boerin met de vaar
digheid, die slechts verkregen
wordt, wanneer dergelijk werk van
geslacht op geslacht gedaan wordt,
de roomige melk in volvette, geuri
ge boerenkaas omtooverde. En hoe
wel het dan ook in zeker opzicht
wat spijtig is, dat zulke aardige
tafereeltjes thans voor een deel zijn
verdwenen sinds op vele plaatsen
in ons land fabriekmatige bereiding
van zuivelproducten daarvoor in de
plaats is 'gekomen, moet toch zoo'n
zelfde fabriek wel onze oprechte be
wondering wekken zoowel door de
groote hygiëne die er wordt be
tracht in de lichte ruimten met te
gelwanden, waar personeel in witte
dracht de blanke, kraakzindelijke
machines en apparaen bedient, als
door de vernuftige techniek welke
er wordt toegepast.
De melk wordt in de bekende
bussen op vrachtwagens aangevoerd
en op het bordes ontvangen, als een
welkome gast op een buitenplaats
Men zet de melk van eenzelfde
boerderij bij elkaar en nadat men
zich ervan overtuigd heeft, dat de
melk in de bus aan de eerste ver*
eischten voldoet, giet men ze in den
snelweger, die nauwkeurig het ge
wicht in kilogrammen aangeeft.
Daarna wordt er een monster geno
men, ten einde op het laboratorium
het vetgehalte te bepalen en het
product ook verder te beoordeelen.
Dit zijn twee belangrijke hande
lingen voor den boer, die betaald
wordt naar gewicht, vetgehalte ett
kwaliteit vaan de melk! Vervolger»