DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
EEN REDE VAN PREMIER KONOJE.
Japan moet een ernstige nationale crisis
te boven komen.
Vlootbases vari Griekenland gebombardeerd.
Vijandelijke aanval op
Catania.
VERDUISTERINGS
TIJDEN
van 18.08 tot 9.35.
op 4.29 onder 13.48.
DISTRIBUTIE-NIEUWS
Uitreiking van diverse
distributie-bescheiden
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN DAG, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door hef geheeie Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIENs
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0-25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telel. 3320, redactie 3330.
143e Jaargang No. 18.
Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Twee bladen. Woensdag 22 Januari 1941
Ook. Matsoeoka heeft
gesproken.
Tokio, 21 Jan. (Domei). De pre
mier, Konoje, heeft in een rede voor
den landdag herhaaldelijk den na
druk gelegd op den ernst van de
binnenlandsche zoowel als de inter
nationale situatie, waarvoor Japan
gesteld is en opnieuw een beroep op
de vergadering gedaan voor natio
nale eenheid en solidariteit.
In deze rede, die om 11 uur uitge
sproken werd ip het Hoogerhuis,
toen de 76ste zitting van den land
dag na het Nieuwjaarsreces weer
bijeenkwam, gaf de premier een
korte samenvatting van de regee-
ringspolitiek in binnen- en buiten
land.
„Ons rijk staat heden ten dage
voor den ernstigsten noodtoestand in
zijn geschiedenis", zoo waarschuwde
Konoje de beide huizen en ver
volgde: „In het binnenland moeten
wij de nationale structuur perfecti-
onneeren, die aan de nationale ver
dediging gewijd is, door de totale
macht van de natie tot den hoogsten
graad te ontwikkelen om voldoende
wapenen te verschaffen voor de uit
voering van de nationale politiek,
terwijl wij in het buitenland onze
nationale bestemming op groote
schaal moetén verwezenlijken door
in het licht van de ontwikkeling van
de internationale gebeurtenissen de
juiste maatregelen te nemen voor de
vestiging van de nieuwe orde in
Oost-Azië in ruimeren zin, voorna
melijk op den grondslag van het
bereiken van de doeleinden van de
China-affaire".
Nopens het driemogendhedenpact
verklaarde Konoje, dat Japan door
middel daarvan streefde „naar het
groote doel van beveiliging van den
wereldvrede en bewerkstelliging van
stabiliteit in Oost-Azië in ruimeren
zin". De premier betoogde, dat
Japan in het geheel geen uitbreiding
van het conflict wenscht, doch hij
waarschuwde, dat verscheiden hin
derpalen liggen op het pad naar
Japans doel, dat nog ver verwijderd
is. Voorts zei hij, terwijl hij aan
drong op grooter inspanning van het
geheeie volk: „Wij kunnen ons voor
stellen, dat de tijd kan komen, %at
wij moeten besluiten een weergaloos
ernstige nationale crisis te boven te
komen".
De premier bepleitte krachtigen
steun aan de Chineezen, die gehoor
hebben gegeven aan Japans uitnoo-
diging om gezamenlijk de nieuwe
orde in Oost-Azië te vestigen.
Konoje wekte op tot steun aan de
beweging voor nationalen dienst en
verklaarde, dat het nationale lot
stond of viel met het welslagen daar
van. Hij gaf ronduit toe, dat ge
bruiksartikelen niet in overvloed
aanwezig zijn en betoogde, dat de
regeering tracht voorziening en dis
tributie uit te breiden, onder hand
having van haar politiek van lage
prijzen. „Evenwel hoop ik vurig'
aldus besloot hij, „dat ons volk in
het besef van den ernst van de
situatie zal trachten tijdelijke ont
beringen te boven te komen door
standvastige, doelbewuste vereen
voudiging van het dagelijksch
leven".
Deze eerste partij looze landdag
kwam om 10 uur bijeen om de rede
van Konoje aan te hooren, welke
gevolgd werd door een toespraak
van den minister van buitenlandsche
zaken, Matsoeoka, over Japans bui
tenlandsche politiek en rapporteh
over de vijandelijkheden in China
van den minister van oorlog, Tojo,
en dien van marine, Ookawa. Ver
volgens ging men over in geheime
zitting om deze vier bewindslieden
gedurende anderhalf uur een gede
tailleerd exposé te hooren geven van
de moeilijkheden, waarvoor de natie
zich bevindt.
De minister van financiën, Isao
Kawadas, bracht verslag uit over de
nationale financiën, waarna ook hier
de zitting geheim werd.
Het conflict in China kan
opgelost worden.
Er bestaat een schitterende straal
van hoop om het Chineesch-Japan-
sche conflict tot een succesvol einde
te brengen, zoo verklaarde de minis
ter van oorlog, lt.-generaal Tojo.
Tojo erkende, dat Tsjang-Kai-
Sjek nog steeds beschikt over 260
divisies, ter sterkte van ongeveer 2
millioen man en ongeveer 200 vlieg
tuigen. Hij wees er echter op, dat de
weerstandskracht van deze troepen
opmerkelijk achteruitging.
Tojo gaf voorbeelden van het
slechter worden van het Chineesche
moreel.
Sprekende over den. binnenland-
schen toestand onder de Tsjoeng-
regeering meende Tojo, dat het pleit
voor Tsjoengking steeds ongunstiger
werd als gevolg van de Japansche
bezetting van de vruchtbaarste,
meest vitale deelen van China en
tevens van de verscherping van de
Japansche blokkade.
De „Fapi" of Tsjoengking-dollar is
reeds gedevalueerd tot een kwart
van zijn waarde voor den aanvang
van het Chineesch-Japansche con
flict.
Blijkbaar is vorig jaar overeen
stemming bereikt tusschen de leiders
van het Tsjoengking-bewind en de
communistische centra in China,
maar de bewindsman merkte op, dat
deze betrekkingen eigenlijk weer
verslechterd zijn.
Tojo besloot met te zeggen, dat het
regime van Tsjang-Kai-Sjek ondanks
zijn treurige positie den tegenstand
tegen Japan nog voortzet, gedeelte
lijk als gevolg van overschatting van
de Engelsch-Amerikaansche hulp en
gedeeltelijk omdat het Japans
nationale stelsel niet begrijpt, waar
van het blijkbaar geloofde, dat het
politiek en economisch zou ineen
storten, daar het zijn oordeel ba
seerde op voorbijgaande verschijnse
len in Japan. In de nabije toekomst
kan geen algemeene vrede tusschen
Japan en China verwacht worden,
maar de minister van oorlog ver
zekerde den landdag, dat vrede en
orde geleidelijk terugkeeren in de
door Japan bezette gebieden in
China, terwijl de Japansche strijd
krachten de operaties tegen de over
blijfselen der Chineesche troepen en
guerillabenden onvermoeid voort
zetten.
Rede van Matsoeoka.
De minister van buitenlandsche
zaken, Matsoeoka, heeft gesproken
over de buitenlandsche politieke
problemen. Ten aanzien van het
driemogendhedenpact zeide hij: „Wij
zijn diep geroerd, dat het den keizer
behaagd heeft zijn zegel te drukken
op het driemogendhedenpact en
daarmede de natie den weg te wijzen,
dien zij moet gaan. Het driemogend
hedenpact bepaalt, dat Duitschland
en Italië het leiderschap van Japan
bij de oprichting van de nieuwe
orde in een groot Oost-Azië erken
nen. Het is ons doel alle volken in
dit gebied er toe te brengen, de hun
toekomende plaats in te nemen, de
samenwerking onder hen te bevor
deren en daarmede een voorbeeld te
geven van algemeene harmonie. Het
driemogendhedenpact bepaalt ook,
dat Japan het leiderschap van
Duitschland en Italië respecteert bij
hun overeenkomstig streven.
Matsoeoka
(Archief)
Vervolgens besprak Matsoeoka de
Chineesche kwestie, waarbij hij er
op wees, dat Japan de regeering van
Nanking als.de regeering der repu
bliek China heeft erkend en besloten
is het opbouwende werk in het Verre
Oosten in de eerste plaats met China
en Mandsjoekwo te beginnen en een
gebied van gemeenschappelijke wel
vaart voor een groot-Oost-Azië te
scheppen. De tegenwoordige Japan
sche regeering heeft er steeds tever
geefs naar gestreefd, het bewind van
Tsjang-Kai-Sjek tot inkeer te doen
brengen. Met het oog op den inter
nationalen toestand heeft Japan be
sloten, de nationale regeering van
Nanking te erkennen. De Japansche
troepen worden op speciaal aange
duide plaatsen in Binnen-Mongolië
en Noord-China gelegerd. Japan ver
langt nóch een territoriale nóch een
financieele schadeloosstelling. Het
heeft China beloofd, de exterritoria
liteit op te geven en de concessies
aan China terug te geven.
Vervolgens besprak Matsoeoka de
betrekkingen van Japan met Neder-
landsch-Indië, Fransch Indo-China
en ThailaAd, die hij kenmerkte als
'eden van het nieuwe economische
gebied. Met Nederlandsch-Indië is
Japan onderhandelingen aangegaan,
welke hoofdzakelijk den uitvoer van
petroleum en andere belangrijke
grondstoffen betreffen. Inzake Thai
land verklaarde Matsoeoka, dat
Japan in het conflict tusschen Thai
land en Fransch Indo-China niet on
verschillig kan blijven, doch op een
spoedige regeling hoopt. Met Austra
lië valt na de uitwisseling van diplo
matieke vertegenwoordigingen een
vriendschappelijke samenwerking te
verwachten. In aansluiting daarop
herinnerde Matsoeoka aan de ver
beterde betrekkingen van Japan en
Iran, Argentinië en Brazilië. Over
Sovjet-Rusland verklaarde hij, dat er
in de tegenwoordige diplomatieke
betrekkingen tusschen Japan en
Rusland een verbetering diende te
komen.
In het tweede deel van zijn betoog
besprak de minister van buitenland
sche zaken de betrekkingen van
Japan met Engeland en vooral met
de Vereenigde Staten. Japan is ge
noodzaakt, zijn nationale bewapening
tot het uiterste te organiseeren, ten
eerste om aan den druk van buiten
he.t hoofd te bieden en ten tweede om
het eigen bedrijfsleven te waarbor-1-
gen en het gebied van het nieuwe
Azië voor te bereiden op de zelf-
verzorging.
Het is gebleken, dat de Vereenig
de Staten geen begrip toonen voor
de nieuwe orde in Azië als levens
kwestie voor Japan. De Vereenigde
Staten schijnen hun oostelijke ver
dedigingslinie in het centrale deel
van den Atlantischen Oceaan en
zijn westelijke in het oostelijke
deel van den Stillen Oceaan tus
schen China en de Zuidzee te zien.
Ik geloof, dat een dergelijke hou
ding van Amerika niet als een
bijdrage ter bevordering van den
wereldvrede beschouwd kan wor
den. Ik hoop ernstig, dat een land
als de Vereenigde Staten zich be
wust wordt yan zijn verantwoor
ding voor de handhaving van den
vrede en moedig het verleden li
quideert om zoo een dreigende
crisis der beschaving te voor
komen. Zouden de Vereenigde
Staten bij den Europeéschen oor
log betrokken geraken en zou
Japan genoodzaakt zijn aan den
oorlog deel te nemen, dan zou er
een nieuwe wereldoorlog ontstaan
en zouden alle pogingen om den
toestand te redden, onmogelijk ge
maakt worden.
Aan den tegenwoordigen oorlog,
zoo vervolgde Matsoeoka, moet
zoo snel mogelijk een eind komen
en bovendien moet thans reeds
overlegd worden, hoe in de toe
komst de terugkeer van dergelijke
verwikkelingen voorkomen kan
worden.
Tenslotte verklaarde de minister,
dat zijn land met elke nationale
crisis grooter en sterker wordt. De
gunstige geografische ligging van het
keizerrijk maken het sterk genoeg
om .den koers der wereldpolitiek te
beïnvloeden.
JODENREGISTER IN
HONGARIJE.
Boedapest, 21 Jan. (A.N.P.) De
Zionistische organisaties hebben een
register samengesteld, dat een tel
ling bevat van alle in Hongarije wo
nende Joden. Het regeeringsblad
Esti Ujsag constateert ten aanzien
hiervan dat dit register voor tal
rijke geassimileerde Joden zeer on
aangenaam kan zijn. Door dit regis
ter wordt het de overheid aanzien
lijk gemakkelijker gemaakt om na
te gaan wie als Jood beschouwd
moet worden. Vooral de inleidende
commentaar op dit Joodsche register
is interessant. Daarin wordt er op
gewezen, dat de Joden, afgezien van
godsdienst en ras, een internationale
gemeenschap vormen. In het bijzon
der wordt de nadruk er op gelegd,
dat de Jood zich nooit en in geen
enkele omstandigheid laat assimi-
leeren.
Ergens in Italië, 21 Jan. (Stefani)
Het 228ste Italiaansche weermacht-
bericht luidt als volgt:
Aan het Grieksche front normale
activiteit van patrouilles en artille
rie. Onze luchtmachtformaties heb
ben de vlootbases van Griekenland
aan en krachtig bombardement on
derworpen. Haveninstallaties en
gemeerde booten werden doeltref
fend geraakt. Bovendien werden
enkele plaatsen gebombardeerd en
troepenconcentraties en uitrustings
stukken werden getroffen door
bommen van klein kaliber. In den
strijd tegen vijandelijke jagers
schoten onze bommenwerpers vier
vijandelijke toestellen neer. Een
van onze machines is niet terugge
keerd. Men zag, dat de bemanning
er met de parachute uitsprong. De
vijand heeft een aanval op Valona
onderriemen zonder schade aan te
richten. Onze jagers kwamen ter
stond tusschenbeide, achtervolgden
den vijand en schoot ben toestel van
het type Blenheim brandend neer.
In Cyrenaica toenemende artille
riebedrijvigheid in de zóne van To-
broek en vijandelijke activiteit in
de lucht tegen de versterking To-
broek, waarbij eenige materieele
schade aangericht is, maar niemand
letsel heeft gekregen Onze vlieg
tuigen hebben vele malen vijande
lijke installaties en bases gebom
bardeerd.
In Oost-Afrika aan het Soedan-
front acties van onze afdeelingen
tegen vijandelijke 'gemotoriseerde
strijdmiddelen, waaraan onze jagers,
die terstond ter plaatse waren, me
dewerkten. De vijand leed aan
zienlijke verliezen. Strategische
noodzaak heeft aan het commando
de ontruiming van Kassala opge
legd.
Onze formaties luchtstrijdkrach
ten hebben spoortreinen in de om
geving van Tehilla (Soedan) ge
bombardeerd en vijandelijke gemo
toriseerde strijdkrachten op vele
plaatsen van den Soedan. De vijand
heeft een aanval gedaan op Neghel-
ii en Oboch (Galla Sidama). Alleen
in eerstgenoemde plaats werd ge
ringe schade 'aangericht.
'Op het eiland Creta is een vlieg
veld met bommen en mitrailleur-
vuur bestookt, waarbij branden en
zichtbare schade veroorzaakt wer
den.
In den afgeloopen nacht hebben
vijandelijke vliegtuigen een aanval
op Catania gedaan, waarbij eenige
schade is aangericht, maar niemand
letsel opgeloopen heeft.
De strijd aan de grens van
Abessinië.
Addis Abeba, 21 Jan. (Stefani)
De eerste twee weken van Januari
zijn gekenmerkt dóór acties van
plaatselijk karakter langs de ge
heeie grens, van Kenya tot den
Boven Soedan. De oorlogscorres
pondent van Stefani wijst er op,
dat men eenige dagen moet door
brengen onder de inboorlingende
tachementen om overtuigd te gera
ken van de zekerheid, de trots, de
koenheid van deze troepen en van
den geestdrift, waarmede zij strij
den tegen een tegenstander, die al
tijd talrijker is. De correspondent
stelt in het licht, dat de laatste twee
weken de Engelschen twee aanval
len krachtig hebben ingezet, met
steun van artillerie, te Gallabat. De
aanvallen, die uitgevoerd werden
door de afdeelingen Hindoes en En
gelschen, werden beide malen afge
slagen en de vijand liet in Italiaan
sche handen munitie en gevangenen
achter en werd gedwongen talrijke
dooden op het veld achter te laten.
De Askaris deden een tegenaanval
met de bajonet op het geweer',
waarbij zij zoo fel optraden, dat alle
strijdlust den vijand verging. Zelfs
te Tellai, ten noorden van Kassala,
hebben de vijanden zonder succes
getracht aan te vallen. Hetzelfde
overkwam hun in de zóne van Tes-
senei. De luchtmacht controleerde
voortdurend het gebied van het
imperium en de Roode zee, sloeg
vijandelijke aanvallen af en deed
met bommen en mifraiUeurvuur
aanvallen op detachementen geme
chaniseerde strijdmiddelen van dep
vijand, waarbij prachtige resultaten
werden bereikt. Voorts bestookte de
luchtmacht militaire en havenin
stallaties van Port Soedan.
Luchtaanvallen op de haVen
van Athene.
Rome, 21 Jan. (D.N.B.) De in het
Italiaansche weermachtsbericht van
heden vermelde luchtaanvallen op
Grieksche vlootbasis golden, naar de
oorlogscorrespondenten der avond
bladen melden, vooral de haven van
Athene, die in twee achtereenvol
gende golven door zware Italiaan
sche bommenwerpers is aangeval
len. De eerste formatie viel twee
groote schepen aan, die zwaar be
schadigd werden. Tevergeefs pro
beerden zes Gloster machines het
optreden der Italianen te verijdelen.
De Italiaansche vliegtuigen keerden
zender verliezen op hun basis terug.
Nog aanzienlijk moeilijker was de
taak der formatie, die een half uur
later kwam en die vier aan den
Zuidelijken ingang van de haven
voor anker liggende schepen aan
viel. Ook hier gelukte het den Ita
liaansche bommenwerpers hun taak
met succes uit te voeren. Vijande
lijke jagers ten getale van 22 gingen
tot den aanval op vijf Italiaansche
bommenwerpers over. Daarbij wer
den drie vijandelijke machines neer
geschoten. Een Italiaansch toestel
ging verloren.
Italiaansche Roode Kruis-
vliegtuig door Engelschen
neergehaald.
Gevechtsgebied in Noord-Afrika,
21 Jan. (Stefani). Een bijzondere
correspondent van Stefani meldt: De
Engelschen hebben zich aan een
nieuwe barbaarsche handeling schul
dig gemaakt. Een Britsche jager van
het type Hurricane heeft op laffe
wijze een vliegtuig van het Italiaan
sche Roode Kruis ,dat van een basis
in Cyrenaica was opgestegen om
gewonden uit Tobroek te halen en
dat boven zee vloog, neergeschoten.
Omtrent het lot van de bemanning
van het reddingsvliegtuig, bestaande
uit een dokter, een verpleger, twee
bestuurders en twee mecaniciens,
tast men in het duister. De Britsche
radio geeft toe, dat de bestuurder-
van de Hurricane het Roode Kruis-
vliegtuig had herkend. Desondanks
schoot hij het neer onder voorwend
sel, dat hij vermoedens had ten aan
zien van het optreden van dit toe
stel. Dit beteekent een schending der
overeenkomst van Genève, welke
Groot-Britannië geteekend heeft en
onthult den lagen graad van be
schaving der piloten van de Royal
Air Force. De daad is des te verwer
pelijker, aangezien een Italiaansch
reddingsvliegtuig onlangs drie in
zittenden van een Engelsch Blen-
heimtoestel gered heeft, dat midden
in de woestijn had moeten landen.
Als antwoord op het ridderlijke en
menschlievende gebaar van de Ita
liaansche luchtmacht, heeft nu een
der helden van de R.A.F. een vlieg
tuig van het Roode Kruis neerge
haald. De beschaafde wereld zal
hierover haar oordeel uitspreken.
HET PASSAGIERS VERKEER
ENGELAND—VEREENIGDE
STATEN.
New York, 22 Jan. (D.N.B.) In
New-Yorksche scheepvaartkringen
wordt met belangstelling kennis ge
nomen van het feit, dat de aanvallen
der Duitsche duikbooten en bombar
dementsvliegtuigen het passagiers-
verkeer van Engeische schepen naar
de Vereenigde Staten volkomen heb
ben stilgelegd. Men wijst qr in deze
kringen op, dat het laatste Engeische
passagiersschip half November 1940
in New York is aangekomen. Sinds
het vertrek van dit schip uit de Ver
eenigde Staten heeft men er niets
meer van vernomen. Men vermoedt
daarom, dat het schip tot zinken is
gebracht of veranderd is in een
transportschip. Men vindt het in
scheepvaartkringen alhier ook op
merkelijk, dat Engeland de laatste
weken een aantal passagierschepen
uit den dienst op den Stillen Oceaan
terugtrekt, omdat de schepen drin
gend als troepentransportschepen of
hulpkruisers noodig zijn.
ENGELAND EN DE SOVJET-UNIE.
New York, 22 Jan. (D.N.B.) De
onderstaatssecretaris van het Foreign
Office, Butler, heeft, naar Associa
ted Press uit Londen meldt, in het
Lagerhuis- medegedeeld, dat Enge-
lands streven naar een verbetering
der betrekkingen met Sovjet-Rus-
land sedert 22 October tot stilstand
zijn gekomen. Sovjet-Rusland is niet
ingegaan op de Engeische voorstel
len en sindsdien is niets meer verno
men.
Men is verplicht te verduis
teren tusschen zonsondergang
en zonsopgang, dus heden
avond
Maans op- en ondergang
22 Januari
27 Januari Nieuwe Maan.
De BURGEMEESTER van ALK
MAAR maakt bekend dat vanaf
Donderdag 23 Januari 1941 door den
Distributiedienst ALKMAAR een
aanvang zal worden gemaakt met
de uitreiking van:
a boter- en vetkaarten 2de sarie;
b persoonlijke textielkaarten;
c toeslagkaarten voor textiel
producten.
Aan personen, die op grond van
het verrichten van „zware n" of
„zeer zwaren" arbeid in aan
merking komen voor extra halve
of heele vetkaarten, zullen deze
eveneens worden uitgereikt.
Ten opzichte van de uitreiking
is de volgende regeling vastgesteld:
Voor hen, wier geslachtsnaam be
gint met:
Letter A.. C, D, E of F
op Donderdag 23 Januari, 1941;
Letter B
op Vrijdag 24 Januari 1941;
Letter G of H
op Zaterdag 25 Januari 1941;
Letter I, J. of K
op Maandag 27 Januari 1941;
Letter L, M of N
op Dinsdag 28 Januari 1941;
Letter O, P, Q of R
op Woensdag 29 Januari 1941;
Letter S
op Donderdag 30 Januari 1941;
Letter T, U of V
op Vrijdag 31 Januari 1941;
Letter W, X, IJ of Z
op Zaterdag 1 Februari 1941.
De uitreiking zal geschieden op de
navolgende plaatsen, t.w.:
Ie. In de voormalige Bosboom Tous-
saintschool, ingang Brillesteeg.
(In deze school zal op twee
plaatsen worden uitgereikt).
2e. In de voormalige Keetkolkschool,
ingang Westerkolkstraat.
Er wordt hierbij met nadruk de
aandacht op gevestigd, dat de extra
halve en heele vetkaarten UIT
SLUITEND worden UITGEREIKT
IN HET DISTRIBUTIEKANTOOR,
BREEDSTRAAT 40, GEMEENTE
MUSEUM.
Zij, die een formulier MD 100 ter
;nvulling hebben ontvangen, dienen
dit bij de aanmelding over te leggen.
De kantoren zullen op bovenge
noemde data geopend zijn van 9 uur
v.m. tot 6 uur n.m., uitgezonderd
Zaterdag 1 Februari 1941; op dien
dag alleen afgifte van 912 uur.
De distributiebescheiden worden
alleen uitgereikt op vertoon van de
distributiestamkaart.
Aan kinderen beneden 16 jaar
worden geen distributiebescheiden
afgegeven.
Alkmaar, den 21sten Januari 1941.
De Burgemeester voornoemd,
F. H. VAN KINSCHOT.
ROEMEENSCHE MINISTER
WISSELING.
Boekarest, 21 Jan. (D.N.B.) De mo
tieven voor de mutatie aan binnen
landsche zaken worden aangegeven
in een communiqué, dat in de pers
gepubliceerd is en wel:
1. versterking van de binnenland
sche orde,
2. de minister van binnenlandsche
zaken had negen uur na den aanslag
op den Duitsche officier in de hoofd
stad nog geen maatregel met het
oog hierop genomen,
3. hij had geen bewaking van den
zetel van de Duitsche weermachts
missie gelast.
Zie verder Buitenland pag. 3, le bl.
I