DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. EEN REDE VAN PREMIER KONOJE. Japan moet een ernstige nationale crisis te boven komen. Vlootbases vari Griekenland gebombardeerd. Vijandelijke aanval op Catania. VERDUISTERINGS TIJDEN van 18.08 tot 9.35. op 4.29 onder 13.48. DISTRIBUTIE-NIEUWS Uitreiking van diverse distributie-bescheiden ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN DAG, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door hef geheeie Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIENs Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0-25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telel. 3320, redactie 3330. 143e Jaargang No. 18. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Twee bladen. Woensdag 22 Januari 1941 Ook. Matsoeoka heeft gesproken. Tokio, 21 Jan. (Domei). De pre mier, Konoje, heeft in een rede voor den landdag herhaaldelijk den na druk gelegd op den ernst van de binnenlandsche zoowel als de inter nationale situatie, waarvoor Japan gesteld is en opnieuw een beroep op de vergadering gedaan voor natio nale eenheid en solidariteit. In deze rede, die om 11 uur uitge sproken werd ip het Hoogerhuis, toen de 76ste zitting van den land dag na het Nieuwjaarsreces weer bijeenkwam, gaf de premier een korte samenvatting van de regee- ringspolitiek in binnen- en buiten land. „Ons rijk staat heden ten dage voor den ernstigsten noodtoestand in zijn geschiedenis", zoo waarschuwde Konoje de beide huizen en ver volgde: „In het binnenland moeten wij de nationale structuur perfecti- onneeren, die aan de nationale ver dediging gewijd is, door de totale macht van de natie tot den hoogsten graad te ontwikkelen om voldoende wapenen te verschaffen voor de uit voering van de nationale politiek, terwijl wij in het buitenland onze nationale bestemming op groote schaal moetén verwezenlijken door in het licht van de ontwikkeling van de internationale gebeurtenissen de juiste maatregelen te nemen voor de vestiging van de nieuwe orde in Oost-Azië in ruimeren zin, voorna melijk op den grondslag van het bereiken van de doeleinden van de China-affaire". Nopens het driemogendhedenpact verklaarde Konoje, dat Japan door middel daarvan streefde „naar het groote doel van beveiliging van den wereldvrede en bewerkstelliging van stabiliteit in Oost-Azië in ruimeren zin". De premier betoogde, dat Japan in het geheel geen uitbreiding van het conflict wenscht, doch hij waarschuwde, dat verscheiden hin derpalen liggen op het pad naar Japans doel, dat nog ver verwijderd is. Voorts zei hij, terwijl hij aan drong op grooter inspanning van het geheeie volk: „Wij kunnen ons voor stellen, dat de tijd kan komen, %at wij moeten besluiten een weergaloos ernstige nationale crisis te boven te komen". De premier bepleitte krachtigen steun aan de Chineezen, die gehoor hebben gegeven aan Japans uitnoo- diging om gezamenlijk de nieuwe orde in Oost-Azië te vestigen. Konoje wekte op tot steun aan de beweging voor nationalen dienst en verklaarde, dat het nationale lot stond of viel met het welslagen daar van. Hij gaf ronduit toe, dat ge bruiksartikelen niet in overvloed aanwezig zijn en betoogde, dat de regeering tracht voorziening en dis tributie uit te breiden, onder hand having van haar politiek van lage prijzen. „Evenwel hoop ik vurig' aldus besloot hij, „dat ons volk in het besef van den ernst van de situatie zal trachten tijdelijke ont beringen te boven te komen door standvastige, doelbewuste vereen voudiging van het dagelijksch leven". Deze eerste partij looze landdag kwam om 10 uur bijeen om de rede van Konoje aan te hooren, welke gevolgd werd door een toespraak van den minister van buitenlandsche zaken, Matsoeoka, over Japans bui tenlandsche politiek en rapporteh over de vijandelijkheden in China van den minister van oorlog, Tojo, en dien van marine, Ookawa. Ver volgens ging men over in geheime zitting om deze vier bewindslieden gedurende anderhalf uur een gede tailleerd exposé te hooren geven van de moeilijkheden, waarvoor de natie zich bevindt. De minister van financiën, Isao Kawadas, bracht verslag uit over de nationale financiën, waarna ook hier de zitting geheim werd. Het conflict in China kan opgelost worden. Er bestaat een schitterende straal van hoop om het Chineesch-Japan- sche conflict tot een succesvol einde te brengen, zoo verklaarde de minis ter van oorlog, lt.-generaal Tojo. Tojo erkende, dat Tsjang-Kai- Sjek nog steeds beschikt over 260 divisies, ter sterkte van ongeveer 2 millioen man en ongeveer 200 vlieg tuigen. Hij wees er echter op, dat de weerstandskracht van deze troepen opmerkelijk achteruitging. Tojo gaf voorbeelden van het slechter worden van het Chineesche moreel. Sprekende over den. binnenland- schen toestand onder de Tsjoeng- regeering meende Tojo, dat het pleit voor Tsjoengking steeds ongunstiger werd als gevolg van de Japansche bezetting van de vruchtbaarste, meest vitale deelen van China en tevens van de verscherping van de Japansche blokkade. De „Fapi" of Tsjoengking-dollar is reeds gedevalueerd tot een kwart van zijn waarde voor den aanvang van het Chineesch-Japansche con flict. Blijkbaar is vorig jaar overeen stemming bereikt tusschen de leiders van het Tsjoengking-bewind en de communistische centra in China, maar de bewindsman merkte op, dat deze betrekkingen eigenlijk weer verslechterd zijn. Tojo besloot met te zeggen, dat het regime van Tsjang-Kai-Sjek ondanks zijn treurige positie den tegenstand tegen Japan nog voortzet, gedeelte lijk als gevolg van overschatting van de Engelsch-Amerikaansche hulp en gedeeltelijk omdat het Japans nationale stelsel niet begrijpt, waar van het blijkbaar geloofde, dat het politiek en economisch zou ineen storten, daar het zijn oordeel ba seerde op voorbijgaande verschijnse len in Japan. In de nabije toekomst kan geen algemeene vrede tusschen Japan en China verwacht worden, maar de minister van oorlog ver zekerde den landdag, dat vrede en orde geleidelijk terugkeeren in de door Japan bezette gebieden in China, terwijl de Japansche strijd krachten de operaties tegen de over blijfselen der Chineesche troepen en guerillabenden onvermoeid voort zetten. Rede van Matsoeoka. De minister van buitenlandsche zaken, Matsoeoka, heeft gesproken over de buitenlandsche politieke problemen. Ten aanzien van het driemogendhedenpact zeide hij: „Wij zijn diep geroerd, dat het den keizer behaagd heeft zijn zegel te drukken op het driemogendhedenpact en daarmede de natie den weg te wijzen, dien zij moet gaan. Het driemogend hedenpact bepaalt, dat Duitschland en Italië het leiderschap van Japan bij de oprichting van de nieuwe orde in een groot Oost-Azië erken nen. Het is ons doel alle volken in dit gebied er toe te brengen, de hun toekomende plaats in te nemen, de samenwerking onder hen te bevor deren en daarmede een voorbeeld te geven van algemeene harmonie. Het driemogendhedenpact bepaalt ook, dat Japan het leiderschap van Duitschland en Italië respecteert bij hun overeenkomstig streven. Matsoeoka (Archief) Vervolgens besprak Matsoeoka de Chineesche kwestie, waarbij hij er op wees, dat Japan de regeering van Nanking als.de regeering der repu bliek China heeft erkend en besloten is het opbouwende werk in het Verre Oosten in de eerste plaats met China en Mandsjoekwo te beginnen en een gebied van gemeenschappelijke wel vaart voor een groot-Oost-Azië te scheppen. De tegenwoordige Japan sche regeering heeft er steeds tever geefs naar gestreefd, het bewind van Tsjang-Kai-Sjek tot inkeer te doen brengen. Met het oog op den inter nationalen toestand heeft Japan be sloten, de nationale regeering van Nanking te erkennen. De Japansche troepen worden op speciaal aange duide plaatsen in Binnen-Mongolië en Noord-China gelegerd. Japan ver langt nóch een territoriale nóch een financieele schadeloosstelling. Het heeft China beloofd, de exterritoria liteit op te geven en de concessies aan China terug te geven. Vervolgens besprak Matsoeoka de betrekkingen van Japan met Neder- landsch-Indië, Fransch Indo-China en ThailaAd, die hij kenmerkte als 'eden van het nieuwe economische gebied. Met Nederlandsch-Indië is Japan onderhandelingen aangegaan, welke hoofdzakelijk den uitvoer van petroleum en andere belangrijke grondstoffen betreffen. Inzake Thai land verklaarde Matsoeoka, dat Japan in het conflict tusschen Thai land en Fransch Indo-China niet on verschillig kan blijven, doch op een spoedige regeling hoopt. Met Austra lië valt na de uitwisseling van diplo matieke vertegenwoordigingen een vriendschappelijke samenwerking te verwachten. In aansluiting daarop herinnerde Matsoeoka aan de ver beterde betrekkingen van Japan en Iran, Argentinië en Brazilië. Over Sovjet-Rusland verklaarde hij, dat er in de tegenwoordige diplomatieke betrekkingen tusschen Japan en Rusland een verbetering diende te komen. In het tweede deel van zijn betoog besprak de minister van buitenland sche zaken de betrekkingen van Japan met Engeland en vooral met de Vereenigde Staten. Japan is ge noodzaakt, zijn nationale bewapening tot het uiterste te organiseeren, ten eerste om aan den druk van buiten he.t hoofd te bieden en ten tweede om het eigen bedrijfsleven te waarbor-1- gen en het gebied van het nieuwe Azië voor te bereiden op de zelf- verzorging. Het is gebleken, dat de Vereenig de Staten geen begrip toonen voor de nieuwe orde in Azië als levens kwestie voor Japan. De Vereenigde Staten schijnen hun oostelijke ver dedigingslinie in het centrale deel van den Atlantischen Oceaan en zijn westelijke in het oostelijke deel van den Stillen Oceaan tus schen China en de Zuidzee te zien. Ik geloof, dat een dergelijke hou ding van Amerika niet als een bijdrage ter bevordering van den wereldvrede beschouwd kan wor den. Ik hoop ernstig, dat een land als de Vereenigde Staten zich be wust wordt yan zijn verantwoor ding voor de handhaving van den vrede en moedig het verleden li quideert om zoo een dreigende crisis der beschaving te voor komen. Zouden de Vereenigde Staten bij den Europeéschen oor log betrokken geraken en zou Japan genoodzaakt zijn aan den oorlog deel te nemen, dan zou er een nieuwe wereldoorlog ontstaan en zouden alle pogingen om den toestand te redden, onmogelijk ge maakt worden. Aan den tegenwoordigen oorlog, zoo vervolgde Matsoeoka, moet zoo snel mogelijk een eind komen en bovendien moet thans reeds overlegd worden, hoe in de toe komst de terugkeer van dergelijke verwikkelingen voorkomen kan worden. Tenslotte verklaarde de minister, dat zijn land met elke nationale crisis grooter en sterker wordt. De gunstige geografische ligging van het keizerrijk maken het sterk genoeg om .den koers der wereldpolitiek te beïnvloeden. JODENREGISTER IN HONGARIJE. Boedapest, 21 Jan. (A.N.P.) De Zionistische organisaties hebben een register samengesteld, dat een tel ling bevat van alle in Hongarije wo nende Joden. Het regeeringsblad Esti Ujsag constateert ten aanzien hiervan dat dit register voor tal rijke geassimileerde Joden zeer on aangenaam kan zijn. Door dit regis ter wordt het de overheid aanzien lijk gemakkelijker gemaakt om na te gaan wie als Jood beschouwd moet worden. Vooral de inleidende commentaar op dit Joodsche register is interessant. Daarin wordt er op gewezen, dat de Joden, afgezien van godsdienst en ras, een internationale gemeenschap vormen. In het bijzon der wordt de nadruk er op gelegd, dat de Jood zich nooit en in geen enkele omstandigheid laat assimi- leeren. Ergens in Italië, 21 Jan. (Stefani) Het 228ste Italiaansche weermacht- bericht luidt als volgt: Aan het Grieksche front normale activiteit van patrouilles en artille rie. Onze luchtmachtformaties heb ben de vlootbases van Griekenland aan en krachtig bombardement on derworpen. Haveninstallaties en gemeerde booten werden doeltref fend geraakt. Bovendien werden enkele plaatsen gebombardeerd en troepenconcentraties en uitrustings stukken werden getroffen door bommen van klein kaliber. In den strijd tegen vijandelijke jagers schoten onze bommenwerpers vier vijandelijke toestellen neer. Een van onze machines is niet terugge keerd. Men zag, dat de bemanning er met de parachute uitsprong. De vijand heeft een aanval op Valona onderriemen zonder schade aan te richten. Onze jagers kwamen ter stond tusschenbeide, achtervolgden den vijand en schoot ben toestel van het type Blenheim brandend neer. In Cyrenaica toenemende artille riebedrijvigheid in de zóne van To- broek en vijandelijke activiteit in de lucht tegen de versterking To- broek, waarbij eenige materieele schade aangericht is, maar niemand letsel heeft gekregen Onze vlieg tuigen hebben vele malen vijande lijke installaties en bases gebom bardeerd. In Oost-Afrika aan het Soedan- front acties van onze afdeelingen tegen vijandelijke 'gemotoriseerde strijdmiddelen, waaraan onze jagers, die terstond ter plaatse waren, me dewerkten. De vijand leed aan zienlijke verliezen. Strategische noodzaak heeft aan het commando de ontruiming van Kassala opge legd. Onze formaties luchtstrijdkrach ten hebben spoortreinen in de om geving van Tehilla (Soedan) ge bombardeerd en vijandelijke gemo toriseerde strijdkrachten op vele plaatsen van den Soedan. De vijand heeft een aanval gedaan op Neghel- ii en Oboch (Galla Sidama). Alleen in eerstgenoemde plaats werd ge ringe schade 'aangericht. 'Op het eiland Creta is een vlieg veld met bommen en mitrailleur- vuur bestookt, waarbij branden en zichtbare schade veroorzaakt wer den. In den afgeloopen nacht hebben vijandelijke vliegtuigen een aanval op Catania gedaan, waarbij eenige schade is aangericht, maar niemand letsel opgeloopen heeft. De strijd aan de grens van Abessinië. Addis Abeba, 21 Jan. (Stefani) De eerste twee weken van Januari zijn gekenmerkt dóór acties van plaatselijk karakter langs de ge heeie grens, van Kenya tot den Boven Soedan. De oorlogscorres pondent van Stefani wijst er op, dat men eenige dagen moet door brengen onder de inboorlingende tachementen om overtuigd te gera ken van de zekerheid, de trots, de koenheid van deze troepen en van den geestdrift, waarmede zij strij den tegen een tegenstander, die al tijd talrijker is. De correspondent stelt in het licht, dat de laatste twee weken de Engelschen twee aanval len krachtig hebben ingezet, met steun van artillerie, te Gallabat. De aanvallen, die uitgevoerd werden door de afdeelingen Hindoes en En gelschen, werden beide malen afge slagen en de vijand liet in Italiaan sche handen munitie en gevangenen achter en werd gedwongen talrijke dooden op het veld achter te laten. De Askaris deden een tegenaanval met de bajonet op het geweer', waarbij zij zoo fel optraden, dat alle strijdlust den vijand verging. Zelfs te Tellai, ten noorden van Kassala, hebben de vijanden zonder succes getracht aan te vallen. Hetzelfde overkwam hun in de zóne van Tes- senei. De luchtmacht controleerde voortdurend het gebied van het imperium en de Roode zee, sloeg vijandelijke aanvallen af en deed met bommen en mifraiUeurvuur aanvallen op detachementen geme chaniseerde strijdmiddelen van dep vijand, waarbij prachtige resultaten werden bereikt. Voorts bestookte de luchtmacht militaire en havenin stallaties van Port Soedan. Luchtaanvallen op de haVen van Athene. Rome, 21 Jan. (D.N.B.) De in het Italiaansche weermachtsbericht van heden vermelde luchtaanvallen op Grieksche vlootbasis golden, naar de oorlogscorrespondenten der avond bladen melden, vooral de haven van Athene, die in twee achtereenvol gende golven door zware Italiaan sche bommenwerpers is aangeval len. De eerste formatie viel twee groote schepen aan, die zwaar be schadigd werden. Tevergeefs pro beerden zes Gloster machines het optreden der Italianen te verijdelen. De Italiaansche vliegtuigen keerden zender verliezen op hun basis terug. Nog aanzienlijk moeilijker was de taak der formatie, die een half uur later kwam en die vier aan den Zuidelijken ingang van de haven voor anker liggende schepen aan viel. Ook hier gelukte het den Ita liaansche bommenwerpers hun taak met succes uit te voeren. Vijande lijke jagers ten getale van 22 gingen tot den aanval op vijf Italiaansche bommenwerpers over. Daarbij wer den drie vijandelijke machines neer geschoten. Een Italiaansch toestel ging verloren. Italiaansche Roode Kruis- vliegtuig door Engelschen neergehaald. Gevechtsgebied in Noord-Afrika, 21 Jan. (Stefani). Een bijzondere correspondent van Stefani meldt: De Engelschen hebben zich aan een nieuwe barbaarsche handeling schul dig gemaakt. Een Britsche jager van het type Hurricane heeft op laffe wijze een vliegtuig van het Italiaan sche Roode Kruis ,dat van een basis in Cyrenaica was opgestegen om gewonden uit Tobroek te halen en dat boven zee vloog, neergeschoten. Omtrent het lot van de bemanning van het reddingsvliegtuig, bestaande uit een dokter, een verpleger, twee bestuurders en twee mecaniciens, tast men in het duister. De Britsche radio geeft toe, dat de bestuurder- van de Hurricane het Roode Kruis- vliegtuig had herkend. Desondanks schoot hij het neer onder voorwend sel, dat hij vermoedens had ten aan zien van het optreden van dit toe stel. Dit beteekent een schending der overeenkomst van Genève, welke Groot-Britannië geteekend heeft en onthult den lagen graad van be schaving der piloten van de Royal Air Force. De daad is des te verwer pelijker, aangezien een Italiaansch reddingsvliegtuig onlangs drie in zittenden van een Engelsch Blen- heimtoestel gered heeft, dat midden in de woestijn had moeten landen. Als antwoord op het ridderlijke en menschlievende gebaar van de Ita liaansche luchtmacht, heeft nu een der helden van de R.A.F. een vlieg tuig van het Roode Kruis neerge haald. De beschaafde wereld zal hierover haar oordeel uitspreken. HET PASSAGIERS VERKEER ENGELAND—VEREENIGDE STATEN. New York, 22 Jan. (D.N.B.) In New-Yorksche scheepvaartkringen wordt met belangstelling kennis ge nomen van het feit, dat de aanvallen der Duitsche duikbooten en bombar dementsvliegtuigen het passagiers- verkeer van Engeische schepen naar de Vereenigde Staten volkomen heb ben stilgelegd. Men wijst qr in deze kringen op, dat het laatste Engeische passagiersschip half November 1940 in New York is aangekomen. Sinds het vertrek van dit schip uit de Ver eenigde Staten heeft men er niets meer van vernomen. Men vermoedt daarom, dat het schip tot zinken is gebracht of veranderd is in een transportschip. Men vindt het in scheepvaartkringen alhier ook op merkelijk, dat Engeland de laatste weken een aantal passagierschepen uit den dienst op den Stillen Oceaan terugtrekt, omdat de schepen drin gend als troepentransportschepen of hulpkruisers noodig zijn. ENGELAND EN DE SOVJET-UNIE. New York, 22 Jan. (D.N.B.) De onderstaatssecretaris van het Foreign Office, Butler, heeft, naar Associa ted Press uit Londen meldt, in het Lagerhuis- medegedeeld, dat Enge- lands streven naar een verbetering der betrekkingen met Sovjet-Rus- land sedert 22 October tot stilstand zijn gekomen. Sovjet-Rusland is niet ingegaan op de Engeische voorstel len en sindsdien is niets meer verno men. Men is verplicht te verduis teren tusschen zonsondergang en zonsopgang, dus heden avond Maans op- en ondergang 22 Januari 27 Januari Nieuwe Maan. De BURGEMEESTER van ALK MAAR maakt bekend dat vanaf Donderdag 23 Januari 1941 door den Distributiedienst ALKMAAR een aanvang zal worden gemaakt met de uitreiking van: a boter- en vetkaarten 2de sarie; b persoonlijke textielkaarten; c toeslagkaarten voor textiel producten. Aan personen, die op grond van het verrichten van „zware n" of „zeer zwaren" arbeid in aan merking komen voor extra halve of heele vetkaarten, zullen deze eveneens worden uitgereikt. Ten opzichte van de uitreiking is de volgende regeling vastgesteld: Voor hen, wier geslachtsnaam be gint met: Letter A.. C, D, E of F op Donderdag 23 Januari, 1941; Letter B op Vrijdag 24 Januari 1941; Letter G of H op Zaterdag 25 Januari 1941; Letter I, J. of K op Maandag 27 Januari 1941; Letter L, M of N op Dinsdag 28 Januari 1941; Letter O, P, Q of R op Woensdag 29 Januari 1941; Letter S op Donderdag 30 Januari 1941; Letter T, U of V op Vrijdag 31 Januari 1941; Letter W, X, IJ of Z op Zaterdag 1 Februari 1941. De uitreiking zal geschieden op de navolgende plaatsen, t.w.: Ie. In de voormalige Bosboom Tous- saintschool, ingang Brillesteeg. (In deze school zal op twee plaatsen worden uitgereikt). 2e. In de voormalige Keetkolkschool, ingang Westerkolkstraat. Er wordt hierbij met nadruk de aandacht op gevestigd, dat de extra halve en heele vetkaarten UIT SLUITEND worden UITGEREIKT IN HET DISTRIBUTIEKANTOOR, BREEDSTRAAT 40, GEMEENTE MUSEUM. Zij, die een formulier MD 100 ter ;nvulling hebben ontvangen, dienen dit bij de aanmelding over te leggen. De kantoren zullen op bovenge noemde data geopend zijn van 9 uur v.m. tot 6 uur n.m., uitgezonderd Zaterdag 1 Februari 1941; op dien dag alleen afgifte van 912 uur. De distributiebescheiden worden alleen uitgereikt op vertoon van de distributiestamkaart. Aan kinderen beneden 16 jaar worden geen distributiebescheiden afgegeven. Alkmaar, den 21sten Januari 1941. De Burgemeester voornoemd, F. H. VAN KINSCHOT. ROEMEENSCHE MINISTER WISSELING. Boekarest, 21 Jan. (D.N.B.) De mo tieven voor de mutatie aan binnen landsche zaken worden aangegeven in een communiqué, dat in de pers gepubliceerd is en wel: 1. versterking van de binnenland sche orde, 2. de minister van binnenlandsche zaken had negen uur na den aanslag op den Duitsche officier in de hoofd stad nog geen maatregel met het oog hierop genomen, 3. hij had geen bewaking van den zetel van de Duitsche weermachts missie gelast. Zie verder Buitenland pag. 3, le bl. I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 1