:r>
ïê'S
S5 s
&sf
sl°
O
1
3 ia
g ss
&S g
b 8.1
g 5
al-s
IClspi
°S g
fPS'S
S^s-|l
"""sssl
Onze distributiebons en 'tweekmenu.
ZUINIG MET ELECTRICITEIT
SCHORSENEEREN.
\EN GEEFT ZELF RAAD l
Pap bij het ontbijt.
EENIGE WENKEN.
BERGEN.
Uitreiking extra zeep-
rantsoenen voor melkers.
Hierbij wordt bekend gemaakt,
dat aan vraag-formulieren ter beko
ming van extra zeep voor melkers
vanaf 20 Januari verkrijgbaar zijn op
het Distributiebureau, Kerkstraat 2,
te Bergen.
Deze formulieren moeten worden
ingevuld met opgave van het aantal
koeien en onderteekend vóór 1 Fe
bruari a.s. worden ingeleverd.
Uitreiking textiel-, boter- en
vetkaarten.
Hierbij wordt bekend gemaakt, dat
de textiel-, boter- en vetkaarten zul
ten worden uitgereikt op het distri
butiebureau, Kerkstraat 2, te Bergen,
als hieronder vermeld:
Maandag 27 Januari,
letter A 9 10 uur,
B 10 —12^ uur,
C en D 14 15 uur,
E en F 15 —17 uur.
Dinsdag 28 Januari,
letter G 9 —10 uur,
H 10 —11 uur,
I en J 11 12'/, uur,
K 14 17* uur.
Woensdag 29 Januari,
letter L 9 10 uur,
M 10 12uur,
N 14 15 uur,
O en P J5 17 uur.
Donderdag 30 Januari,
letter R 9 10uur,
S tot SI. 10^—12^uur,
SI. en T 14 15 uur,
U en V 15 17 uur.
Vrijdag 31 Januari,
letter W 9 11 uur,
IJ en Z 11 12 K uur.
Zij, die voor vet- en toeslagkaarten
textiel in aanmerking denken te
komen moeten het formulier MD. 100
ingevuld en onderteekend door het
hoofd van het gezin overleggen.
Alle distributiestamkaarten mede-
nemen.
Een groente voor dezen
tijd van het jaar. Door
menige huisvrouw worflt
zij evenwel niet op haar
volle waarde geschat!
Martine Wittop Koning schrijft:
De schorseneer, door een vorige
generatie betiteld met den naam
„asperge van den winter", schijnt
om de een of andere reden haar
reputatie te hebben verloren.
De meest voor de- hand liggende
oorzaak zal wel zijn de zorg,
waarmee het schoonmaken gepaard
dient te gaan, het schrappen en het
voorkomen, dat daarbij de blank
heid van de stukjes verloren gaat.
Laat ik U dan zeggen, dat die
voorbereiding niet zoo tijdroovend
behoeft te zijn als men zich meest
al voorstelt: het eenvoudig even
in water schoonspoelen, zoodat de
aarde van de schorseneeren wordt
verwijderd, het daarna opzetten
van de hééle wortels met wat ko
kend water, waarin ze ongeveer
10 minuten voorkoken en het ten
slotte afpellen van de schil op de
manier, waarop we ook gewend
zijn amandelen van hun vliesje te
ontdoen gewoon dus tusschen
vinger en duimafschuiven geeft
ons de schorseneeren in een oogen-
blik kant en klaar voor de verdere
bereiding.
We vqrdeelen ze in gelijke stuk
jes, laten die in een bodempje
melk nog even verder gaar worden
(vooral niet langer dan een mi
nuut of tien!), binden de overtol
lige melk met een ietsje aange
mengde maïzena en maken het
gerecht af met een klontje boter.
Pittiger worden onze schorse
neeren maar iets bewerkelijker!
C DB HUISVROUW VRAAGT
HUISHOUDELIJKE PROBLEMEN
IN OORLOGSTIJD.
Er zijn in de laatste weken weer
eenige vragen binnengekomen, die
een algemeen antwoord noodig
maken.
Ook anderen kunnen er hun voor
deel mee doen.
Mevr. A. V.V. vraagt op welke
wijze zij harde wat uitgedroogde
kaas bruikbaar kan maken. In
dezen tijd wil zij begrijpelijkerwijze
ook de harde korstjes benutten.
Droge kaas kan weer geheel als
versch worden, als zij eenige uren
(den nacht over b.v.) in water wordt
gelegd.
Doet men wat zout in het water,
dan wordt de kaas niet flauw; in het
andere geval gaat een deel van het
zout uit de kaas in het water over.
Ook de hardste korst wordt zoo
weer zacht.
Als een heel kaasje hard is ge
worden, doet U 't beste er een flink
stuk uit te snijden (voorzichtig en
op de vingers passen) en dat stuk
in water te leggen. De rest blijft
beter als ze droog wordt bewaard en
kan later een bad krijgen, zoodra U
er aan toe bent.
Mevrouw N. N. uit A. vraagt op
welke wijze vet, dat te lang op het
vuur heeft gestaan en nu een bitteren
smaak heeft gekregen, kan worden
verbeterd.
Dit vet is vermoedelijk tijdens het
uitsmelten te heet geweest, zoodat de
vliezen, die in rauw vet voorkomen
en uit eiwitachtige deelen bestaan,
zijn verbrand.
Daar vet gemakkelijk geur aan
neemt (vooral varkensvet), heeft ook'
het gesmolten vet den verbranden
smaak.
Wij vreezen dat daaraan héél
weinig meer is te doen.
Een vetsmelterij zou er fnogelijk
raad mee weten, omdat er methodes
bestaan voor het ontkleuren en ont-
geuren van vetten. Misschien wil ook
een bevriend apotheker zijn mede
werking verleenen en helpen aan het
ontkleuren door een houtfilter of
door houtskool.
Het komt ons voor dat mevrouw
als we het uiterst eenvoudige
sausje uit de eerste bereidings
wijze vervangen door een meer
aan de Fransche keuken herinne
rend kaassausje, dat vereenigbaar
is met ons kleine kaasrantsoen,
terwijl het zelfs boter spaart.
Het recept luidt dan als volgt:
Schorseneeren met kaas
saus (4 personen).
1 kg schorseneeren, 50 gr.
(6 volle eetlepels) geraspte
kaas (jonge als men den
kaassmaak niet naar voren
wil brengen; belegen of
zelfs oude, als juist een
pittige smaak gewenscht
wordt), 30 gr. (3 afgestreken
eetlepels) bloem, 3 dL. (3
kleine theekopjes) melk,
snuifje zout.
Bereid de schorseneeren voor
op de daarjuist beschreven wijze;
maak terwijl ze koken de saus
klaar.
Verwarm daarvoor, roerende op
een zacht vuur, de door elkaar ge
mengde kaas en bloem met 1 dL.
van de melk tot een gelijk papje,
geheel zonder klontjes; verdun dit,
onder voortdurend roeren, geleide
lijk met de rest van de melk en
laat de saus even doorkoken. Laat
op een zéér zacht vuur de in stuk
jes gesneden schorseneeren in de
saus verder gaar worden (onge
veer 15 minuten).
iiever niet zelf moet experimem
teeren.
Is de afwijking in smaak niet<
ernstig, dan zou net vet gebruikt
kunnen worden in stamppotten met
een sterken smaak (boerenkool b.v.)
C. J. W. te W. heeft een bijdrage
en een vraag. Waterglas worat te
genwoordig vrij veel aangeraden
vöor het wasschen van katoen, lin
nen en kunstzijde. Zie de bijdrage
in het vorige nummer. Als het water
glas, waarin eieren zijn ingemaakt,
nog vloeibaar is en geen stijtselach-
tige brokken heeft gevormd, zou het
eveneens voor wasschen kunnen
worden gebruikt. Daar het 9 x is
verdund (vermoedelijk, vrager of
vraagster weet zelf het beste noeveel
water er op is gedaan) moet er dus
ook méér worden gebruikt. Inplaats
van 1 d.L. dus 10 d.L. op de aange
geven hoeveelheid van 12 liter water.
De bijdrage voor het zuinig
stoken is de volgende:
„Natte turven kunnen heel goed
als brandstofbesparing dienst aoen.
Ik leg de turven in een bakje met
water naast de kachel. Heb ik een
doorgebrand vuur, dan leg ik er
twee kletsnatte turven op (b.v. om
half 12) en dan heb ik tegen half
zes nog een paar flinke gloeiende
kooltjes in mijn kachel. In aien tijd
is er geen anlhraciet verder op de
kachel gedaan".
Deze tip zal, naar wij vermoeden,
alleen bruikbaar zijn als het er om
gaat de kachel aan te houden, want
heel veel warmte zal het vuur zoo
niet geven.
Van hetzelfde adres komt een heel
eenvoudige oplossing om even een
beetje water of melk te warmen, een
ei te koken enz.
Mevrouw zet in een grooten soep
lepel, een geëmailleerde keukenlepel
met een langen steel, het te warmen
vocht in de kachel op de kolen. Het
deurtje wordt zooveel mogelijk dicht
gedaan. Ook de schuif van de kachel
moet zoover mogelijk- open, opdat
geen kolendamp in de kamer komt
of over de melk enz. trekt.
In enkele minuten is dit beetje
vloeistof kokend heet.
Deze raad zal niet bij elke kachel
kunnen worden opgevolgd, omdat
men niet altijd boven op het vuur
een lepel zal kunnen plaatsen zon
der gevaar te loopen van te morsen,
maar Daar waar het kan, is het te
probeeren.
Van weer anderen kant komt de
raad om te koken op houtskool.
Leg, zoo ried men ons aan, in een
gewone vuurtest een gloeiend kooltje
en leg er wat houtskool op en om
heen. Laat de houtskool buiten even
aantrekken, omdat ze te veel kolen
damp ontwikkelt om dat binnen te
doen.
Gebruik de ringen van het petro
leumstel om op de test te leggen en
plaats daarop de pannen.
Denk er aan, dat de test moet
worden gezet op een plaats, waar de
warmte, die naar beneden wordt
uitgestraald, géén bezwaar is. Zet
haar dus op een asbestplaat, op het
blad van het petroleumstel of iets
dergelijks, maar niet zoo op tafel of
op de krant.
Wij z(jn de inzenders en inzend
sters voor hun goeden raad hartelijk
dankbaar en vragen andere huis
vrouwen om hun kleine uitvindingen
eveneens te melden. Door verbrei
ding in deze kolommen profiteeren
immers velen van die kleine handig
heden en wordt het met recht: „Eén
voor allen en alleen voor één".
Wist U b.v. dat het aanbeveling
verdient om wollen kleeding, die U
natuurlijk tegen mot wenscht te be
schermen, buiten te hangen als het
vriest? Een verblijf van een bont of
een bontgarneering, die niet geregeld
wordt gebruikt, in de vrieskoude is
een uitstekend beveiligingsmiddel.
Wollen garens, die nog moeten wor
den verwerkt, verstellappen e.d.
kunnen alle zonder eenig bezwaar
buiten in de kou worden gezet.
Er is ook een ander middel, n.l.
het wasschen met motvrij makende
zeep. Deze zeep is zoolang ze er
nog is bon vrij verkrijgbaar, maar
ze is duur en het buiten zetten in de
kou kost niets.
Meel, grutjes e.d. die men niet
vertrouwt, kunnen óók, in een dunne
laag uitgespreid in de koude wor
den bevrijd van mijt enz. Het
„gespuis" gaat aan deze koude te
gronde, evengoed als aan te groote
warmte.
Vriest het niet, dan kan bloem,
havermout, boekweitengort enz. in
een dunne laag worden verwarmd
op een bakblik of in een vleeschpan
cf koekepan.
Er moet steeds geroerd worden in
de pan, opdat de onderste laag niet
te warm zal worden en de bovenste
niet voldoende warmte zal krijgen.
Na eenigen tijd zachtjes verwar
men zijn de kleine levende wezens,
die onzen voorraad bederven, gedood.
Bloem kan daarna nog eens gezeefd
worden om klontjes te verwijderen,
de andere artikelen worden los ge
schud en alles wordt pas weer opge
borgen als het goed koud is ge
worden.
Mevr. D. te U. vraagt, wat er ge
beuren moet met meubels en met
vloerbedekking van linoleum als er
geen was meer is of althans niet
voldoende was voor de gewone
wrijfbeurten.
Wij weten daar op het oogenblik
nog maar één oplossing voor, want
ons is nog geen surrogaat bekend
voor de was (meubel- of vloerwas
in vloeibaren of zalfachtigen vorm).
Over het algemeen wrijft of liever
wreef de Hollandsche huisvrouw
véél en graag. Zij heeft meubels en
vloeren voorzien van een behoorlijk
laagje was. Die was is in het hout, het
iineleum enz. gedrongen en vormt
een beschermend laagje.
Nu er niet veel was meer is, kun
nen we gaan teeren op wat we in
betere tijden in dat hout en in het
linoleum hebben gewreven.
Door energiek borstelen of
wrijven met warme doeken b.v.
haalt men een deel van de inge
drongen was wel weer naar boven
en dit is het voornaamste ver
wijdert men in elk geval het vuil
uit het bovenste laagje.
Inplaats van nieuwe was aan te
brengen, kan men dus ook borstelen
en wrijven om vlekken of vuil te
verwijderen en teeren op den spaar
pot, die in meubels en vloer zit. Als
dan een enkelen keer per jaar, zoo
dikwijls als de voorraad was dat toe
laat, wat nieuwe was wordt aange
bracht, dan houdt men de meubels en
den vloer nog heel lang netjes. Na
tuurlijk moeten vuil en vlekken zoo
vlug mogelijk worden weggenomen,
waterkringen mogen niet oud wor
den, want dan zijn de uitgebeten
plekken moeilijk te verwijderen.
Er is wat méér zorg noodig om
het hout en het linoleum schoon te
houden; er is bij het wrijven en
borstelen meer kracht noodig, maar
die artikelen zijn nog niet gerant
soeneerd of niet te krijgen en dus
Ten overvloéde zij nog even ge
waarschuwd dat het schrobben en
boenen van linoleum véél was uit den
vloer haalt. Een keukenvloer, die
met linoleum is bedekt en die uit
den aard der zaak bloot staat aan
extra verontreinigingen, moet óf
droog worden schoongehouden óf
worden geschrobd, geboend of ge
dweild en dan dof gelaten. Na een
dergelijke (natte) schoonmaakbeurt
vraagt de vloer wel wat véél was.
R. L.—H.
'.S?g
3 'oï "w
ao ao
6 .3
<D
"S 75 "S
<p .'g>
t>JO
rQ
<D G
<U rj
a CU
S
■8 C 2
I n
H-
LfJ
Q
E
O
<4-"»
C
CU
-4-s rj
#i
n) jjj
•SP
l§
i "8 S
.S> 5
f 8 g
<U fl CJ
0)
O M
6
g
0)
U
u
O
O O
w
ttf) TJ
cd u
N <U
ij) o
•S 8
Ui
a 44
S g
G
3 W>
w 4)
G -3
CU rQ
t>0
g B
a g
&JQ O
gQ
CU
G A
tuo
■S 8
G
C C OJ
ïf
O 0
<D <U TJ
H S 3.9
O u
O to d H a) ai
rG G tXI'O
M *G
a >.s
^g§
oo
8 Ma!
O b
o cu
>T3N
üj g
w »-i
Q
s X 'g I
w 8
■ai5;
tl s
c "9 M
wijn co
r&sa--isis -s
SlMf-Slfisfi Rsasi|
ij
G
cc J-l
.-h M -
d> G
S •s
U O
U o CU
s E
fi Pi -H
r-i "E *r"9 0 2
-r O -ö g O.H-a
co w "ïa -5
■4-, ai O co 0)
w <n N B ja M
a
co
-- .£l o
g-g'-ö
w'
S r?
l¥
f-4
IO CU
e* G
txo
GS
V Xl£
O) O
0-4 »^4 <U
CM P<T3
S3
O s
-ö S <i)
G <U
cu c :g>
R h m
a-3»
G
2
b O fi S S
O G N
OJ G
hT3 OI
I S s d
<U -
•S-S-G'3
ij o
co XI co 3
oio <U
fi S-3 s
g g
De Voedingsraad adviseert over
De volgende menu's zijn weer be
deeld als voorbeeld van een reeks
opeenvolgende maaltijden met vol
doende voedingswaarde. Zij zijn be
rekend voor 4 volwassen personen
of voor 2 volwassen personen en drie
of vier kinderen.
Bij de samenstelling van de menu's
is er op gerekend, dat bij het ontbijt
een bord pap wordt gebruikt. Hier
voor is de rest van de bloem en de
gortmout beschikbaar. De rest van
de boter of margarine, de kaas, de
vleeschwaren en de eieren blijven
eveneens voor de broodmaaltijden
beschikbaar.
Per week is voor vier personen
verkrijgbaar'. 280 gr. bloem, 250 gr.
rijst, 250 gr. gortmout, 50 gr. vermi
celli, 50 gr. aardappelmeel, 1 kg mar
garine of boter of 800 gr. vet, onge
veer 1 kg vleesch, 300 gr. soepbeen
deren, 4 porties vleeschwaren, 4
eieren. Deze hoeveelheden zijn in de
volgende menu's niet overschreden.
MENU'S VOOR 4 VOLWASSEN
PERSONEN OF 2 VOLWASSENEN
EN 3-4 KINDEREN.
MAANDAG:
Zuurkoolstamppot met rook
worst.
3 kg. aardappelen, 1 kg. zuurkool,
zoo mogelijk 300 gr. rookworst of
ander vleesch, 50 gr. vet, wat zout,
3/4 1. melk of taptemelk.
Een bodempje water aan den kook
brengen, de schoongeboende, in par
ten geneden aardappelen, de zuur
kool, (de rookworst) en het vet toe
voegen; alles samen in 3/4 uur gaar
laten worden. De worst eruit nemen,
de kokende melk erbij gieten en de
stamppot stampen; op smaak afma
ken met zout.
Havermoutpap (met zuinig
brandstofverbruik
150 gr. havermout, 1 liter water,
%-3/4 1. melk, wat zout.
Het water met een weinig zout
aan den kook brengen in een pannetje
juist passend voor deze hoeveelheid.
De havermout er roerende instrooien
en in de gesloten pan 5 minuten
zachtjes doorkoken.
Een achttal kranten kruislings op
elkaar leggen en in het midden een
dikke prop krantenpapier leggen.
Het pannetje vlug erop plaatsen, de
kranten erom wikkelen; ten slotte
een laatste vel er zóó over pakken,
dat de punten onder de pan vast
komen te liggen. De pap minstens
1 uur ingepakt laten staan, voor het
gebruik ecen doorroeren en presen
teeren met kokende melk, die er op
bet bord wordt overgegoten. In
plaats van in kranten kan men de
pap ook in de hooikist gaar laten
worden.
DINSDAG:
Aardappelen, roode kool, ge
bakken bloedworst, bruine
saus.
3 kg. aardappelen, met weinig wa
ter, in de schil koken.
1 kg. róode kool, wat boter of mar
garine, enkele zure appels en wat
azijn, wat suiker, kruidnagelen, zout.
De gesnipperde kool opzetten met
een bodempje kokend water, het
zout en de kruidnagelen. De kool
met de appels er boven op in J/2-3/4
uur gaar koken; dan de azijn, suiker
en boter of margarine toevoegen. De
azijn moet aan het slot van de berei
ding toegevoegd worden, daar zij het
gaar worden van de kool tegenhoudt;
zoodra de azijn toegevoegd wordt,
krijgt de kool in plaats van de blau
we kleur de bekende roode tint.
300 gr. bloedworst, wat margarine
(met de hoeveelheid voor de kool
samen 50 gr.). De bloedworst in plak
ken snijden, het vel verwijderen, de
plakken knappend bakken.
y, lifer bouillon van een blokje,
1 ui, 30 gram bloem, 40 gr. boter of
margarine, desgewenseht wat azijn
en peper.
Het gesnipperde uitje en de bloem
in de boter licht bruin braden. On
der roeren langzamerhand de bouil
lon toevoegen. De gladde saus nog
5 minuten doorkoken. Desverkiezenü
de saus op smaak afmaken met wat
azijn.
WOENSDAG.
Aardappelen, kaassaus, kool
raap, appel.
3 kg. aardappelen met weinig wa
ter in de schil koken.
3/4 1. melk of taptemelk, 150 gr.
jonge kaas, 50 gr. bloem, 50 gr. boter
of margarine, zout.
De boter of margarine smelten, de
bloem toevoegen en langzamerhand
mat de melk een gladde gebonden
saus maken; de geraspte kaas toe
voegen en zoo noodig een weinig
zout.
1 kg. koolraap, wat zout.
De in reepjes gesneden, gewas-
schen koolraap met een bodempje
kokend water opzetten, wat zout
toevoegen, de groente in ongeveer
3/4 uur gaar en droog koken; ten
slotte vermengen met een gedeelte
van de kaassaus.
DONDERDAG:
Aardappelen, spruitjes, run
derlappen of ander vleesch.
3 kg. aardappelen, met weinig wa
ter in de schil koken.
1 kg. spruitjes, wat margarine of
boter, zout.
De schoongemaakte spruitjes met
een bodempje kokend water en wat
zout opzetten, in 20 minuten gaar en
droog koken. De boter erdoor schud
den en de groente opdoen.
300 gr. runderlappen, zout, peper,
boter of margarine (met-de hoeveel
heid voor de spruitjes samen 50 gr.),
de jus vermeerderen door de benoo-
digde hoeveelheid water toe te voe
gen en dan te binden met wat aard
appelmeel. Desverkiezend wat toma-
tenpurefe voor den smaak toevoegen.
V R IJ D A G:
Aardappelen, winterwortelen,
gestoofde viscli, peterselie
saus.
3 kg. aardappelen, met weinig wa
ter, in de schil koken.
1 kg. winterwortelen, boter of
margarine, zout, aardappelmeel, wat
fijngehakte peterselie.
De geboende, in niet te dunne
reepjes gesneden wortelen met het
zout en een ruim bodempje water
aan den kook brengen, in 3/4 uur
gaar koken. Er mag, als de wortelen
gaar zijn, nog een weinig vocht aan
wezig zijn; dit binden met aardappel
meel.
De boter en fijngehakte peterselie
erdoor mengen en de groenten op
doen.
1 kg. visch, boter of margarine
(met de hoeveelheid voor de worte
len samen 50 gr.), het sap van j/i
citroen of wat azijn, zout. De visch
schoonmaken, wasschen, in mooten
snijden en met een weinig zout in
wrijven. Een bodempje water aan den
kook brengen, de visch erin leggen,
de boter of margarine toevoegen en
wat citroensap erover druppelen. De
visch in een goed gesloten pan in
10-25 minuten (afhankelijk van de
dikte) zachtjes gaar stoven. De visch
op een schotel leggen en het vocht
voor de saus gebruiken.
t/ó liter vocht (kooknat van de
visch aangevuld met water), 40 gr.
bloem, fijngehakte peterselie.
De bloem met wat koud water tot
een glad papje aanmengen, het ko
kende vocht hiermee binden, ten
slotte de fijngehakte peterselie er
door roeren. Deze laatste mag niet
meekoken.
Van hooger hand is voorloopig
een rantsoeneering van electriciteit
op 100 pet. ingevoerd. Met inacht
neming van de vastgestelde mini
ma mag per tijdvak van ongeveer
60 dagen, liggende tusschen twee
al dan niet opeenvolgende meter
opnemingen, niet méér worden
verbruikt dan in de overeen
komstige periode van het vorige
jaar.
Men kan op verschillende ma
nieren zuinigheid betrachten bij
het gebruik van electriciteit/ om
het toegestane kwantum niet te
overschrijden.
In „De Zaanlander" treffen wij
een aantal wenken aan, welke wij
belangrijk genoeg achten om hier
over te nemen.
Strijken. Strijk het waschgoed
zooveel mogelijk in één keer.
Strijk achter elkander door. Zorg,
dat het goed niet te nat is.
Plak en rek na het wasschen;
dan behoeven b.v. huishouddoeken
dan wel stukken van tricot of bad
stof slechts weinig te worden bij
gestaan.
Wasschen. Werk de geheele
wasch achter elkander af. Laat de
verschillende bewerkingen, die de
wasch moet ondergaan, op elkan
der aansluiten. Gebruik de centri
fuge tusschen de waschbewerkin-
gen korten tijd (ca. 3 minuten)
voor het drogen echter langer (ca.
15 minuten).
Heetwaterbereiding. Gebruik het
heete water met overleg, verwarm
niet meer dan strikt noodzakelijk
is (b.v. bij 't zetten van thee of
koffie). Combineer zoo mogelijk
het afwasschen.
Een douchebad verbruikt aan
zienlijk minder heet water dan een
kuipbad (ca. 15 liter tegen 60
liter).
Gebruik in de electrische wasch-
machine sop, dat niet warmer is
dan 65 gr. C.
Uitkoken van de wasch is bij
gebruik van een electrische wa'sch-
machine overbodig.
Koken. Plaats nooit een kleine
pan op 'n groote kookplaat.
Kook alle gerechten met zoo
weinig mogelijk water.
Kook met gesloten pan.
Schakel voor gerechten, die een
korten gaartijd hebben (ca. 15 mi
nuten) direct op stand 3, zoodra
zij aan den kook ?ijn gebracht.
Verwarmen. Gebruik de straal-
kachel in hoofdzaak voor bijver
warming. Schakel de kachel uit bij
het verlaten van de kamer.
Radio. Laat de radio alleen aan
staan, indien u werkelijk luistert.
Verlichting. Voor allés dient te
worden bedacht, dat het licht vol
doende moet zijn. Slecht licht
schaadt de oogen, welke schade
niet is te herstellen.
Maak gebruik yan zuinige gloei
lampen, die veel licht geven bij een
gering stroomverbruik.
Op een normalen gloeilamp voor
huisve'rlichting behoort te staan:
a. hoeveel licht men ontvangt
in Decalumen (Dim);
b. hoeveel stroom de lamp per
uur verbruikt in watt (W); -
c. voor welke spanning de lamp
geschikt is, uitgedrukt in volts (V).
Eén groote gloeilamp is in
stroomverbruik voordeeliger dan
enkele kleine lampen, die tezamen
dezelfde hoeveelheid licht geven.
Gebrüik zoo min mogelijk ge
kleurde lampen.
Hang de gloeilamp bij voorkeur
verticaal, het meeste licht wordt
dan naar beneden uitgestraald.
Het licht moet op de plaats gericht
zijn, waar het noodig is.
Gebruik geen donkere of donker
gevoerde lampekappen.
Maak de gloeilampen en orna
menten regelmatig schoon.
Stofbestrijding. Door den zuig-
mond één keer langzaam over het
te reinigen oppervlak te bewegen,
wordt een beter resultaat verkre
gen dan door dit meerdere malen
vlug te doen.
Eén of tweemaal per week gron
dig stofzuigen is voordeeliger dan
iederen dag vluchtig.
Ledig den stofzak geregeld.
ZATERDAG: -
Erwtensoep.
500 gr. groene erwten, 4 liter wa
ter, 750 gr. aardappelen, ui of prei,
wat bladselderij, peterselie, 3/4 'liter
melk of taptemelk, 50 gr. margarine
of vet, wat zout.
De gewasschen erwten een d^g en
een nacht weeken in de helft van dé
aangegeven hoeveelheid water. Ze
den volgenden dag met het weekwa-
ter en een lepel margarine ofvët
opzetten en in 1)4 uur zachtjes gaar
koken. (Als de erwten uur ge
kookt hebben, kan men ze ook in
de hooikist of in kranten gaar laten
worden
De gare erwten tot een gladde pu
ree stampen en langzamerhand ver
dunnen met de melk en de rest van
het water. De soep aan den kook
brengen, de gesnipperde ui of prei,
de selderij en de in blokjes gesneden
geboende aardappelen met de rest
van de margarine of het vet toevoe
gen. Zooveel zout als voor den
smaak noodig is erbij doen. De soep
4 uur zachtjes doorkoken, nu en
dan roeren om de intusschen gaar
geworden aardappelen gedeeltelijk
fijn te wrijven. In de soepterrine de
fijngehakte peterselie toevoegen.
ZONDAG:
groentesoep, aardappelen,
Brusselsch lof, rund-
vlcesch of ander vleesch.
300 gr. soepbeentjes, D/j L. wa
ter, wat spruitjes, wortelen, knol
selderij, schorseneeren, peterselie,
20 gr. vermicelli, 15 gr. aardappel
meel, zout.
Van het water met de gewas
schen soepbeenderen bouillon trek
ken. De bouillon zeeven en opnieuw
aan den kook brengen. De verschil
lende schoongemaakte en fijnver-
deelde groenten toevoegen met wat
zout en 'A uur laten koken. De
vermicelli den benoodigden tijd
(afhankelijk van de dikte) mee
koken. De soep binden met wat
aardappelmeel, iij de' soepterrine
de fijngehakte peterselie erdoor
roeren.
3 kg. aardappelen, met weinig
wator, in de schil koken.
1 kg. Brusselsch lof, wat marga
rine of boter, zout, aardappelmeel.
Zoo noodig de aangestoken plekjes
van het lof afschrapen en de
groente op de manier van andijvie
fijn snijden. Opzetten met weinig
water en in 'A uur gaar koken.
Het overtollige vocht binden, de
boter toevoegen, de groente op
dienen.
300 gr. rundvleesch, zout, peper,
boter of margarine (met de hoe
veelheid voor het lof samen 56 gr.)
Indien geen versche visch ver
krijgbaar is of deze te duur wordt,
vervange men ze in het Vrijdag
menu door mosselen, zoute visch
of eier-gerechten.
Aangezien het gewenscht is om
iederen dag een rauw hapje-te ge
ven, kan dit naar eigen keuze aan
deze maaltijden worden toege
voegd. Het kan echter ook bij den
tweeden broodmaaltijd worden
gegeven.