:r> ïê'S S5 s &sf sl° O 1 3 ia g ss &S g b 8.1 g 5 al-s IClspi °S g fPS'S S^s-|l """sssl Onze distributiebons en 'tweekmenu. ZUINIG MET ELECTRICITEIT SCHORSENEEREN. \EN GEEFT ZELF RAAD l Pap bij het ontbijt. EENIGE WENKEN. BERGEN. Uitreiking extra zeep- rantsoenen voor melkers. Hierbij wordt bekend gemaakt, dat aan vraag-formulieren ter beko ming van extra zeep voor melkers vanaf 20 Januari verkrijgbaar zijn op het Distributiebureau, Kerkstraat 2, te Bergen. Deze formulieren moeten worden ingevuld met opgave van het aantal koeien en onderteekend vóór 1 Fe bruari a.s. worden ingeleverd. Uitreiking textiel-, boter- en vetkaarten. Hierbij wordt bekend gemaakt, dat de textiel-, boter- en vetkaarten zul ten worden uitgereikt op het distri butiebureau, Kerkstraat 2, te Bergen, als hieronder vermeld: Maandag 27 Januari, letter A 9 10 uur, B 10 —12^ uur, C en D 14 15 uur, E en F 15 —17 uur. Dinsdag 28 Januari, letter G 9 —10 uur, H 10 —11 uur, I en J 11 12'/, uur, K 14 17* uur. Woensdag 29 Januari, letter L 9 10 uur, M 10 12uur, N 14 15 uur, O en P J5 17 uur. Donderdag 30 Januari, letter R 9 10uur, S tot SI. 10^—12^uur, SI. en T 14 15 uur, U en V 15 17 uur. Vrijdag 31 Januari, letter W 9 11 uur, IJ en Z 11 12 K uur. Zij, die voor vet- en toeslagkaarten textiel in aanmerking denken te komen moeten het formulier MD. 100 ingevuld en onderteekend door het hoofd van het gezin overleggen. Alle distributiestamkaarten mede- nemen. Een groente voor dezen tijd van het jaar. Door menige huisvrouw worflt zij evenwel niet op haar volle waarde geschat! Martine Wittop Koning schrijft: De schorseneer, door een vorige generatie betiteld met den naam „asperge van den winter", schijnt om de een of andere reden haar reputatie te hebben verloren. De meest voor de- hand liggende oorzaak zal wel zijn de zorg, waarmee het schoonmaken gepaard dient te gaan, het schrappen en het voorkomen, dat daarbij de blank heid van de stukjes verloren gaat. Laat ik U dan zeggen, dat die voorbereiding niet zoo tijdroovend behoeft te zijn als men zich meest al voorstelt: het eenvoudig even in water schoonspoelen, zoodat de aarde van de schorseneeren wordt verwijderd, het daarna opzetten van de hééle wortels met wat ko kend water, waarin ze ongeveer 10 minuten voorkoken en het ten slotte afpellen van de schil op de manier, waarop we ook gewend zijn amandelen van hun vliesje te ontdoen gewoon dus tusschen vinger en duimafschuiven geeft ons de schorseneeren in een oogen- blik kant en klaar voor de verdere bereiding. We vqrdeelen ze in gelijke stuk jes, laten die in een bodempje melk nog even verder gaar worden (vooral niet langer dan een mi nuut of tien!), binden de overtol lige melk met een ietsje aange mengde maïzena en maken het gerecht af met een klontje boter. Pittiger worden onze schorse neeren maar iets bewerkelijker! C DB HUISVROUW VRAAGT HUISHOUDELIJKE PROBLEMEN IN OORLOGSTIJD. Er zijn in de laatste weken weer eenige vragen binnengekomen, die een algemeen antwoord noodig maken. Ook anderen kunnen er hun voor deel mee doen. Mevr. A. V.V. vraagt op welke wijze zij harde wat uitgedroogde kaas bruikbaar kan maken. In dezen tijd wil zij begrijpelijkerwijze ook de harde korstjes benutten. Droge kaas kan weer geheel als versch worden, als zij eenige uren (den nacht over b.v.) in water wordt gelegd. Doet men wat zout in het water, dan wordt de kaas niet flauw; in het andere geval gaat een deel van het zout uit de kaas in het water over. Ook de hardste korst wordt zoo weer zacht. Als een heel kaasje hard is ge worden, doet U 't beste er een flink stuk uit te snijden (voorzichtig en op de vingers passen) en dat stuk in water te leggen. De rest blijft beter als ze droog wordt bewaard en kan later een bad krijgen, zoodra U er aan toe bent. Mevrouw N. N. uit A. vraagt op welke wijze vet, dat te lang op het vuur heeft gestaan en nu een bitteren smaak heeft gekregen, kan worden verbeterd. Dit vet is vermoedelijk tijdens het uitsmelten te heet geweest, zoodat de vliezen, die in rauw vet voorkomen en uit eiwitachtige deelen bestaan, zijn verbrand. Daar vet gemakkelijk geur aan neemt (vooral varkensvet), heeft ook' het gesmolten vet den verbranden smaak. Wij vreezen dat daaraan héél weinig meer is te doen. Een vetsmelterij zou er fnogelijk raad mee weten, omdat er methodes bestaan voor het ontkleuren en ont- geuren van vetten. Misschien wil ook een bevriend apotheker zijn mede werking verleenen en helpen aan het ontkleuren door een houtfilter of door houtskool. Het komt ons voor dat mevrouw als we het uiterst eenvoudige sausje uit de eerste bereidings wijze vervangen door een meer aan de Fransche keuken herinne rend kaassausje, dat vereenigbaar is met ons kleine kaasrantsoen, terwijl het zelfs boter spaart. Het recept luidt dan als volgt: Schorseneeren met kaas saus (4 personen). 1 kg schorseneeren, 50 gr. (6 volle eetlepels) geraspte kaas (jonge als men den kaassmaak niet naar voren wil brengen; belegen of zelfs oude, als juist een pittige smaak gewenscht wordt), 30 gr. (3 afgestreken eetlepels) bloem, 3 dL. (3 kleine theekopjes) melk, snuifje zout. Bereid de schorseneeren voor op de daarjuist beschreven wijze; maak terwijl ze koken de saus klaar. Verwarm daarvoor, roerende op een zacht vuur, de door elkaar ge mengde kaas en bloem met 1 dL. van de melk tot een gelijk papje, geheel zonder klontjes; verdun dit, onder voortdurend roeren, geleide lijk met de rest van de melk en laat de saus even doorkoken. Laat op een zéér zacht vuur de in stuk jes gesneden schorseneeren in de saus verder gaar worden (onge veer 15 minuten). iiever niet zelf moet experimem teeren. Is de afwijking in smaak niet< ernstig, dan zou net vet gebruikt kunnen worden in stamppotten met een sterken smaak (boerenkool b.v.) C. J. W. te W. heeft een bijdrage en een vraag. Waterglas worat te genwoordig vrij veel aangeraden vöor het wasschen van katoen, lin nen en kunstzijde. Zie de bijdrage in het vorige nummer. Als het water glas, waarin eieren zijn ingemaakt, nog vloeibaar is en geen stijtselach- tige brokken heeft gevormd, zou het eveneens voor wasschen kunnen worden gebruikt. Daar het 9 x is verdund (vermoedelijk, vrager of vraagster weet zelf het beste noeveel water er op is gedaan) moet er dus ook méér worden gebruikt. Inplaats van 1 d.L. dus 10 d.L. op de aange geven hoeveelheid van 12 liter water. De bijdrage voor het zuinig stoken is de volgende: „Natte turven kunnen heel goed als brandstofbesparing dienst aoen. Ik leg de turven in een bakje met water naast de kachel. Heb ik een doorgebrand vuur, dan leg ik er twee kletsnatte turven op (b.v. om half 12) en dan heb ik tegen half zes nog een paar flinke gloeiende kooltjes in mijn kachel. In aien tijd is er geen anlhraciet verder op de kachel gedaan". Deze tip zal, naar wij vermoeden, alleen bruikbaar zijn als het er om gaat de kachel aan te houden, want heel veel warmte zal het vuur zoo niet geven. Van hetzelfde adres komt een heel eenvoudige oplossing om even een beetje water of melk te warmen, een ei te koken enz. Mevrouw zet in een grooten soep lepel, een geëmailleerde keukenlepel met een langen steel, het te warmen vocht in de kachel op de kolen. Het deurtje wordt zooveel mogelijk dicht gedaan. Ook de schuif van de kachel moet zoover mogelijk- open, opdat geen kolendamp in de kamer komt of over de melk enz. trekt. In enkele minuten is dit beetje vloeistof kokend heet. Deze raad zal niet bij elke kachel kunnen worden opgevolgd, omdat men niet altijd boven op het vuur een lepel zal kunnen plaatsen zon der gevaar te loopen van te morsen, maar Daar waar het kan, is het te probeeren. Van weer anderen kant komt de raad om te koken op houtskool. Leg, zoo ried men ons aan, in een gewone vuurtest een gloeiend kooltje en leg er wat houtskool op en om heen. Laat de houtskool buiten even aantrekken, omdat ze te veel kolen damp ontwikkelt om dat binnen te doen. Gebruik de ringen van het petro leumstel om op de test te leggen en plaats daarop de pannen. Denk er aan, dat de test moet worden gezet op een plaats, waar de warmte, die naar beneden wordt uitgestraald, géén bezwaar is. Zet haar dus op een asbestplaat, op het blad van het petroleumstel of iets dergelijks, maar niet zoo op tafel of op de krant. Wij z(jn de inzenders en inzend sters voor hun goeden raad hartelijk dankbaar en vragen andere huis vrouwen om hun kleine uitvindingen eveneens te melden. Door verbrei ding in deze kolommen profiteeren immers velen van die kleine handig heden en wordt het met recht: „Eén voor allen en alleen voor één". Wist U b.v. dat het aanbeveling verdient om wollen kleeding, die U natuurlijk tegen mot wenscht te be schermen, buiten te hangen als het vriest? Een verblijf van een bont of een bontgarneering, die niet geregeld wordt gebruikt, in de vrieskoude is een uitstekend beveiligingsmiddel. Wollen garens, die nog moeten wor den verwerkt, verstellappen e.d. kunnen alle zonder eenig bezwaar buiten in de kou worden gezet. Er is ook een ander middel, n.l. het wasschen met motvrij makende zeep. Deze zeep is zoolang ze er nog is bon vrij verkrijgbaar, maar ze is duur en het buiten zetten in de kou kost niets. Meel, grutjes e.d. die men niet vertrouwt, kunnen óók, in een dunne laag uitgespreid in de koude wor den bevrijd van mijt enz. Het „gespuis" gaat aan deze koude te gronde, evengoed als aan te groote warmte. Vriest het niet, dan kan bloem, havermout, boekweitengort enz. in een dunne laag worden verwarmd op een bakblik of in een vleeschpan cf koekepan. Er moet steeds geroerd worden in de pan, opdat de onderste laag niet te warm zal worden en de bovenste niet voldoende warmte zal krijgen. Na eenigen tijd zachtjes verwar men zijn de kleine levende wezens, die onzen voorraad bederven, gedood. Bloem kan daarna nog eens gezeefd worden om klontjes te verwijderen, de andere artikelen worden los ge schud en alles wordt pas weer opge borgen als het goed koud is ge worden. Mevr. D. te U. vraagt, wat er ge beuren moet met meubels en met vloerbedekking van linoleum als er geen was meer is of althans niet voldoende was voor de gewone wrijfbeurten. Wij weten daar op het oogenblik nog maar één oplossing voor, want ons is nog geen surrogaat bekend voor de was (meubel- of vloerwas in vloeibaren of zalfachtigen vorm). Over het algemeen wrijft of liever wreef de Hollandsche huisvrouw véél en graag. Zij heeft meubels en vloeren voorzien van een behoorlijk laagje was. Die was is in het hout, het iineleum enz. gedrongen en vormt een beschermend laagje. Nu er niet veel was meer is, kun nen we gaan teeren op wat we in betere tijden in dat hout en in het linoleum hebben gewreven. Door energiek borstelen of wrijven met warme doeken b.v. haalt men een deel van de inge drongen was wel weer naar boven en dit is het voornaamste ver wijdert men in elk geval het vuil uit het bovenste laagje. Inplaats van nieuwe was aan te brengen, kan men dus ook borstelen en wrijven om vlekken of vuil te verwijderen en teeren op den spaar pot, die in meubels en vloer zit. Als dan een enkelen keer per jaar, zoo dikwijls als de voorraad was dat toe laat, wat nieuwe was wordt aange bracht, dan houdt men de meubels en den vloer nog heel lang netjes. Na tuurlijk moeten vuil en vlekken zoo vlug mogelijk worden weggenomen, waterkringen mogen niet oud wor den, want dan zijn de uitgebeten plekken moeilijk te verwijderen. Er is wat méér zorg noodig om het hout en het linoleum schoon te houden; er is bij het wrijven en borstelen meer kracht noodig, maar die artikelen zijn nog niet gerant soeneerd of niet te krijgen en dus Ten overvloéde zij nog even ge waarschuwd dat het schrobben en boenen van linoleum véél was uit den vloer haalt. Een keukenvloer, die met linoleum is bedekt en die uit den aard der zaak bloot staat aan extra verontreinigingen, moet óf droog worden schoongehouden óf worden geschrobd, geboend of ge dweild en dan dof gelaten. Na een dergelijke (natte) schoonmaakbeurt vraagt de vloer wel wat véél was. R. L.—H. '.S?g 3 'oï "w ao ao 6 .3 <D "S 75 "S <p .'g> t>JO rQ <D G <U rj a CU S ■8 C 2 I n H- LfJ Q E O <4-"» C CU -4-s rj #i n) jjj •SP l§ i "8 S .S> 5 f 8 g <U fl CJ 0) O M 6 g 0) U u O O O w ttf) TJ cd u N <U ij) o •S 8 Ui a 44 S g G 3 W> w 4) G -3 CU rQ t>0 g B a g &JQ O gQ CU G A tuo ■S 8 G C C OJ ïf O 0 <D <U TJ H S 3.9 O u O to d H a) ai rG G tXI'O M *G a >.s ^g§ oo 8 Ma! O b o cu >T3N üj g w »-i Q s X 'g I w 8 ■ai5; tl s c "9 M wijn co r&sa--isis -s SlMf-Slfisfi Rsasi| ij G cc J-l .-h M - d> G S •s U O U o CU s E fi Pi -H r-i "E *r"9 0 2 -r O -ö g O.H-a co w "ïa -5 ■4-, ai O co 0) w <n N B ja M a co -- .£l o g-g'-ö w' S r? l¥ f-4 IO CU e* G txo GS V Xl£ O) O 0-4 »^4 <U CM P<T3 S3 O s -ö S <i) G <U cu c :g> R h m a-3» G 2 b O fi S S O G N OJ G hT3 OI I S s d <U - •S-S-G'3 ij o co XI co 3 oio <U fi S-3 s g g De Voedingsraad adviseert over De volgende menu's zijn weer be deeld als voorbeeld van een reeks opeenvolgende maaltijden met vol doende voedingswaarde. Zij zijn be rekend voor 4 volwassen personen of voor 2 volwassen personen en drie of vier kinderen. Bij de samenstelling van de menu's is er op gerekend, dat bij het ontbijt een bord pap wordt gebruikt. Hier voor is de rest van de bloem en de gortmout beschikbaar. De rest van de boter of margarine, de kaas, de vleeschwaren en de eieren blijven eveneens voor de broodmaaltijden beschikbaar. Per week is voor vier personen verkrijgbaar'. 280 gr. bloem, 250 gr. rijst, 250 gr. gortmout, 50 gr. vermi celli, 50 gr. aardappelmeel, 1 kg mar garine of boter of 800 gr. vet, onge veer 1 kg vleesch, 300 gr. soepbeen deren, 4 porties vleeschwaren, 4 eieren. Deze hoeveelheden zijn in de volgende menu's niet overschreden. MENU'S VOOR 4 VOLWASSEN PERSONEN OF 2 VOLWASSENEN EN 3-4 KINDEREN. MAANDAG: Zuurkoolstamppot met rook worst. 3 kg. aardappelen, 1 kg. zuurkool, zoo mogelijk 300 gr. rookworst of ander vleesch, 50 gr. vet, wat zout, 3/4 1. melk of taptemelk. Een bodempje water aan den kook brengen, de schoongeboende, in par ten geneden aardappelen, de zuur kool, (de rookworst) en het vet toe voegen; alles samen in 3/4 uur gaar laten worden. De worst eruit nemen, de kokende melk erbij gieten en de stamppot stampen; op smaak afma ken met zout. Havermoutpap (met zuinig brandstofverbruik 150 gr. havermout, 1 liter water, %-3/4 1. melk, wat zout. Het water met een weinig zout aan den kook brengen in een pannetje juist passend voor deze hoeveelheid. De havermout er roerende instrooien en in de gesloten pan 5 minuten zachtjes doorkoken. Een achttal kranten kruislings op elkaar leggen en in het midden een dikke prop krantenpapier leggen. Het pannetje vlug erop plaatsen, de kranten erom wikkelen; ten slotte een laatste vel er zóó over pakken, dat de punten onder de pan vast komen te liggen. De pap minstens 1 uur ingepakt laten staan, voor het gebruik ecen doorroeren en presen teeren met kokende melk, die er op bet bord wordt overgegoten. In plaats van in kranten kan men de pap ook in de hooikist gaar laten worden. DINSDAG: Aardappelen, roode kool, ge bakken bloedworst, bruine saus. 3 kg. aardappelen, met weinig wa ter, in de schil koken. 1 kg. róode kool, wat boter of mar garine, enkele zure appels en wat azijn, wat suiker, kruidnagelen, zout. De gesnipperde kool opzetten met een bodempje kokend water, het zout en de kruidnagelen. De kool met de appels er boven op in J/2-3/4 uur gaar koken; dan de azijn, suiker en boter of margarine toevoegen. De azijn moet aan het slot van de berei ding toegevoegd worden, daar zij het gaar worden van de kool tegenhoudt; zoodra de azijn toegevoegd wordt, krijgt de kool in plaats van de blau we kleur de bekende roode tint. 300 gr. bloedworst, wat margarine (met de hoeveelheid voor de kool samen 50 gr.). De bloedworst in plak ken snijden, het vel verwijderen, de plakken knappend bakken. y, lifer bouillon van een blokje, 1 ui, 30 gram bloem, 40 gr. boter of margarine, desgewenseht wat azijn en peper. Het gesnipperde uitje en de bloem in de boter licht bruin braden. On der roeren langzamerhand de bouil lon toevoegen. De gladde saus nog 5 minuten doorkoken. Desverkiezenü de saus op smaak afmaken met wat azijn. WOENSDAG. Aardappelen, kaassaus, kool raap, appel. 3 kg. aardappelen met weinig wa ter in de schil koken. 3/4 1. melk of taptemelk, 150 gr. jonge kaas, 50 gr. bloem, 50 gr. boter of margarine, zout. De boter of margarine smelten, de bloem toevoegen en langzamerhand mat de melk een gladde gebonden saus maken; de geraspte kaas toe voegen en zoo noodig een weinig zout. 1 kg. koolraap, wat zout. De in reepjes gesneden, gewas- schen koolraap met een bodempje kokend water opzetten, wat zout toevoegen, de groente in ongeveer 3/4 uur gaar en droog koken; ten slotte vermengen met een gedeelte van de kaassaus. DONDERDAG: Aardappelen, spruitjes, run derlappen of ander vleesch. 3 kg. aardappelen, met weinig wa ter in de schil koken. 1 kg. spruitjes, wat margarine of boter, zout. De schoongemaakte spruitjes met een bodempje kokend water en wat zout opzetten, in 20 minuten gaar en droog koken. De boter erdoor schud den en de groente opdoen. 300 gr. runderlappen, zout, peper, boter of margarine (met-de hoeveel heid voor de spruitjes samen 50 gr.), de jus vermeerderen door de benoo- digde hoeveelheid water toe te voe gen en dan te binden met wat aard appelmeel. Desverkiezend wat toma- tenpurefe voor den smaak toevoegen. V R IJ D A G: Aardappelen, winterwortelen, gestoofde viscli, peterselie saus. 3 kg. aardappelen, met weinig wa ter, in de schil koken. 1 kg. winterwortelen, boter of margarine, zout, aardappelmeel, wat fijngehakte peterselie. De geboende, in niet te dunne reepjes gesneden wortelen met het zout en een ruim bodempje water aan den kook brengen, in 3/4 uur gaar koken. Er mag, als de wortelen gaar zijn, nog een weinig vocht aan wezig zijn; dit binden met aardappel meel. De boter en fijngehakte peterselie erdoor mengen en de groenten op doen. 1 kg. visch, boter of margarine (met de hoeveelheid voor de worte len samen 50 gr.), het sap van j/i citroen of wat azijn, zout. De visch schoonmaken, wasschen, in mooten snijden en met een weinig zout in wrijven. Een bodempje water aan den kook brengen, de visch erin leggen, de boter of margarine toevoegen en wat citroensap erover druppelen. De visch in een goed gesloten pan in 10-25 minuten (afhankelijk van de dikte) zachtjes gaar stoven. De visch op een schotel leggen en het vocht voor de saus gebruiken. t/ó liter vocht (kooknat van de visch aangevuld met water), 40 gr. bloem, fijngehakte peterselie. De bloem met wat koud water tot een glad papje aanmengen, het ko kende vocht hiermee binden, ten slotte de fijngehakte peterselie er door roeren. Deze laatste mag niet meekoken. Van hooger hand is voorloopig een rantsoeneering van electriciteit op 100 pet. ingevoerd. Met inacht neming van de vastgestelde mini ma mag per tijdvak van ongeveer 60 dagen, liggende tusschen twee al dan niet opeenvolgende meter opnemingen, niet méér worden verbruikt dan in de overeen komstige periode van het vorige jaar. Men kan op verschillende ma nieren zuinigheid betrachten bij het gebruik van electriciteit/ om het toegestane kwantum niet te overschrijden. In „De Zaanlander" treffen wij een aantal wenken aan, welke wij belangrijk genoeg achten om hier over te nemen. Strijken. Strijk het waschgoed zooveel mogelijk in één keer. Strijk achter elkander door. Zorg, dat het goed niet te nat is. Plak en rek na het wasschen; dan behoeven b.v. huishouddoeken dan wel stukken van tricot of bad stof slechts weinig te worden bij gestaan. Wasschen. Werk de geheele wasch achter elkander af. Laat de verschillende bewerkingen, die de wasch moet ondergaan, op elkan der aansluiten. Gebruik de centri fuge tusschen de waschbewerkin- gen korten tijd (ca. 3 minuten) voor het drogen echter langer (ca. 15 minuten). Heetwaterbereiding. Gebruik het heete water met overleg, verwarm niet meer dan strikt noodzakelijk is (b.v. bij 't zetten van thee of koffie). Combineer zoo mogelijk het afwasschen. Een douchebad verbruikt aan zienlijk minder heet water dan een kuipbad (ca. 15 liter tegen 60 liter). Gebruik in de electrische wasch- machine sop, dat niet warmer is dan 65 gr. C. Uitkoken van de wasch is bij gebruik van een electrische wa'sch- machine overbodig. Koken. Plaats nooit een kleine pan op 'n groote kookplaat. Kook alle gerechten met zoo weinig mogelijk water. Kook met gesloten pan. Schakel voor gerechten, die een korten gaartijd hebben (ca. 15 mi nuten) direct op stand 3, zoodra zij aan den kook ?ijn gebracht. Verwarmen. Gebruik de straal- kachel in hoofdzaak voor bijver warming. Schakel de kachel uit bij het verlaten van de kamer. Radio. Laat de radio alleen aan staan, indien u werkelijk luistert. Verlichting. Voor allés dient te worden bedacht, dat het licht vol doende moet zijn. Slecht licht schaadt de oogen, welke schade niet is te herstellen. Maak gebruik yan zuinige gloei lampen, die veel licht geven bij een gering stroomverbruik. Op een normalen gloeilamp voor huisve'rlichting behoort te staan: a. hoeveel licht men ontvangt in Decalumen (Dim); b. hoeveel stroom de lamp per uur verbruikt in watt (W); - c. voor welke spanning de lamp geschikt is, uitgedrukt in volts (V). Eén groote gloeilamp is in stroomverbruik voordeeliger dan enkele kleine lampen, die tezamen dezelfde hoeveelheid licht geven. Gebrüik zoo min mogelijk ge kleurde lampen. Hang de gloeilamp bij voorkeur verticaal, het meeste licht wordt dan naar beneden uitgestraald. Het licht moet op de plaats gericht zijn, waar het noodig is. Gebruik geen donkere of donker gevoerde lampekappen. Maak de gloeilampen en orna menten regelmatig schoon. Stofbestrijding. Door den zuig- mond één keer langzaam over het te reinigen oppervlak te bewegen, wordt een beter resultaat verkre gen dan door dit meerdere malen vlug te doen. Eén of tweemaal per week gron dig stofzuigen is voordeeliger dan iederen dag vluchtig. Ledig den stofzak geregeld. ZATERDAG: - Erwtensoep. 500 gr. groene erwten, 4 liter wa ter, 750 gr. aardappelen, ui of prei, wat bladselderij, peterselie, 3/4 'liter melk of taptemelk, 50 gr. margarine of vet, wat zout. De gewasschen erwten een d^g en een nacht weeken in de helft van dé aangegeven hoeveelheid water. Ze den volgenden dag met het weekwa- ter en een lepel margarine ofvët opzetten en in 1)4 uur zachtjes gaar koken. (Als de erwten uur ge kookt hebben, kan men ze ook in de hooikist of in kranten gaar laten worden De gare erwten tot een gladde pu ree stampen en langzamerhand ver dunnen met de melk en de rest van het water. De soep aan den kook brengen, de gesnipperde ui of prei, de selderij en de in blokjes gesneden geboende aardappelen met de rest van de margarine of het vet toevoe gen. Zooveel zout als voor den smaak noodig is erbij doen. De soep 4 uur zachtjes doorkoken, nu en dan roeren om de intusschen gaar geworden aardappelen gedeeltelijk fijn te wrijven. In de soepterrine de fijngehakte peterselie toevoegen. ZONDAG: groentesoep, aardappelen, Brusselsch lof, rund- vlcesch of ander vleesch. 300 gr. soepbeentjes, D/j L. wa ter, wat spruitjes, wortelen, knol selderij, schorseneeren, peterselie, 20 gr. vermicelli, 15 gr. aardappel meel, zout. Van het water met de gewas schen soepbeenderen bouillon trek ken. De bouillon zeeven en opnieuw aan den kook brengen. De verschil lende schoongemaakte en fijnver- deelde groenten toevoegen met wat zout en 'A uur laten koken. De vermicelli den benoodigden tijd (afhankelijk van de dikte) mee koken. De soep binden met wat aardappelmeel, iij de' soepterrine de fijngehakte peterselie erdoor roeren. 3 kg. aardappelen, met weinig wator, in de schil koken. 1 kg. Brusselsch lof, wat marga rine of boter, zout, aardappelmeel. Zoo noodig de aangestoken plekjes van het lof afschrapen en de groente op de manier van andijvie fijn snijden. Opzetten met weinig water en in 'A uur gaar koken. Het overtollige vocht binden, de boter toevoegen, de groente op dienen. 300 gr. rundvleesch, zout, peper, boter of margarine (met de hoe veelheid voor het lof samen 56 gr.) Indien geen versche visch ver krijgbaar is of deze te duur wordt, vervange men ze in het Vrijdag menu door mosselen, zoute visch of eier-gerechten. Aangezien het gewenscht is om iederen dag een rauw hapje-te ge ven, kan dit naar eigen keuze aan deze maaltijden worden toege voegd. Het kan echter ook bij den tweeden broodmaaltijd worden gegeven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 8