PAH BIJ DE MAANAPEN. STILLE NO 9 GEHEIMZINNIG GEDOE IN OMMEN. O A S H I E L L HAMMETT 26 Economische problemen van ons land. Lezing dr. Fischböck. Kwa]ongenswerk in de duisternis. MENSCHEN WORDEN BESPIED EN ONTVANGEN DREIGBRIEVEN. BUITENLAND PUBLICATIES BURGERLIJKE STAND BOEKEN TWEEDE BLAD GF-SCHKKVËN r>OOH TEEKEN1NGEN VAN ALEXANDER RAYMOND Voor leden en genoodigden van de Duitsche Kamer van Koophandel in Nederland heeft de commissaris- generaal voor financiën en economi sche zaken, dr. H. Fischböck, gister avond in het Amstel-Hotel te Am sterdam een lezing gehouden over eenige actueele problemen ten op zichte van Nederland. Wij ontleenen hieraan het volgende: Het Dutsche bedrijfsleven wordt tegenwoordig beheel en al beheerscht door de vraag, hoe de oorlogvoering het beste gediend kan worden. De belangrijkste taak, waarvoor zich het rijkscommissariaat in Ne derland dan ook geplaatst ziet, is de verregaande medewerking aan dezen eisch, zoover dit binnen het kader van de volkenrechtelijke bepalingen mogelijk is. Deze taak is niet ge makkelijk. Zulks te meer, waar po litieke eischen vaak met de belangen van het bedrijfsleven in botsing komen. Heden is de Nederlandsche handel in de eerste plaats op Duitschland aangewezen. In dit verband ver zekerde dr. Fischböck met klem, dat geen eenzijdig handelsverkeer plaats heeft zooals men in bepaalde kringen meent te moeten veronder stellen. In het buitenland worden ge ruchten verspreid, als zou Neder land uitsluitend naar Duitschland exporteeren, hetgeen in scherpe tegenstelling staat tot de waarheid. De handelsbalans der beide landen verkeert in een toestand van even wicht. De waarde van het weder- zijdsche handelsverkeer tusschen Nederland en Duitschland schommelt tusschen de 35 en 40 millioen gulden per maand. In geen geval heeft een uitzuiging plaats door al te groote Nederlandsche goederenleveranties aan Duitschland. In dit verband sprak de minister nog over de aankoopen, die Duitsche staatsburgers in ons land verrichten. Ten aanzien van deze materie zette spr. uiteen, dat er geen reden is om aan Duitsche staatsburgers te ver bieden hier in Nederland goederen te koopen, wanneer dit op beperkte schaal geschiedt. Over de Nederlandsche staatshuis houding zeide dr. Fischböck: Neder land verkeert nog steeds in een veel gunstiger positie dan Duitschland, aangezien in Nederland de belastin gen slechts de helft bedragen van die in Duitschland. De belastingen kunnen in Nederland nog belang rijk worden verhoogd, Met nadruk wees dr. Fischböck voorts op de noodzakelijkheid, dat de koopkracht van de Nederlandsche gulden gewaarborgd moet blijven. In den zomer van het vorige jaar is een verhouding vastgesteld van 0.75 gelijk een rijksmark. Aan deze ver houding zal niets veranderd worden. Over het loonprobleem zeide de minister, dat niet slechts zal worden gestreefd, een aanpassing te ver krijgen ten aanzien van het gelden de loonniveau in Duitschland. Hierbij echter dient rekening te worden ge houden met de lasten, die de Duitsche bevolking zijn opgelegd. Vervolgens sprak minister Fisch böck over de levensmiddelenvoorzie ning van ons land. Tengevolge van het feit, dat Nederland bij den oor log werd betrokken, werd het nood zakelijk restricties toe te'passen in de levensmiddelenvoorziening. Spr. verzekerde echter, dat aanpassing aan het Duitsche levensniveau zal plaats hebben, zoodat het Nederland sche volk het niet slechter zal krijgen dan het Duitsche volk. Duitschland heeft de wapens in de hand genomen om voor Europa dezen oorlog te voeren. Evenzeer zal derhalve Duitschland er voor zorgen, dat Europa met levensmiddelen uit het Duitsche rijk zal worden verzorgd. Bij voortduring van den oorlog zal Nederland nog meer op den aanvoer van levensmiddelen uit Duitschland zijn aangewezen dan op het oogen- 'olik, wanneer de hier beschikbare voorraden verder dalen. De minister sprak ten slotte nog over het feit, dat door het rijkscom missariaat niet zal worden toege staan, dat Duitsche zakenlieden in hun bestaan belemmerd of bedreigd worden. Herhaaldelijk is den laat- sten tijd naar voren gekomen dat Duitsche ziekenbeden geboycot wor den. Deze houding keurde de minis ter ten zeerste af. Hij droeg dan ook de Duitsche Kamer van Koophandel op om het reeds verkregen materiaal hieromtrent aan het rijkscommis sariaat te doen toekomen. Spr. hoopte echter zeer, dat de Neder landsche bevolking door een loyale houding maatregelen in dit opzicht zal kunnen verhinderen. Centralisatie radioreportage. - De gemachtigde voor de centraisatie De gemachtigde voor de centralisatie in Nederland deelt mede, dat de reportagediensten van den omroep thans gecentraliseerd zijn in het Centraal bureau voor den omroep in Nederland, Postbus 2, Hilversum, telefoon 8000. Het Centraal bureau ontvangt gaarne opgave van actuali teiten op ieder gebied, welke even tueel voor reportage door den om roep in aanmerking komen. ThailandIndo-China. (D.N.B.) - Een tweede informatieve bespre king is vandaag gehouden in het mi nisterie van buitenlandsche zaken door de deelnemers aan de vredes conferentie. 121. Na enige uren heerlijk te hebben geslapen, wordt de tent weer afgebroken en netjes in de wagen gebor gen. Ze zijn goed uitgerust en met frisse kracht wordt de reis vervolgd. 122. De professor heeft weer plaats genomen op de fiets en Pam gaat op de wagen zitten, onderwijl zijn ogen goed de kost 'gevend. Ook van plantengroei is hier niets te bespeuren. Alles is even dor en kaal. Er gebeuren geheimzinnige dingen in Ommen. Een kort bericht van Maandag j.l. maakte er reeds melding van. „Sommige bewoners van deze mooie Overijsselsche gemeente ontvangen dreigbrieven", luidde dat in het kort en het voegde er bij, dat het kwaad zeer verbreid was. Dreigbrieven verzenden is een van de meest laakbare vormen van mis dadigheid. Uit een duister onbekend schiet een zwarte figuur giftige pij len af op een slachtoffer. Hij waar schuwt eerst, dreigt daarna en wordt in zijn optreden steeds driester, wat hij gemakkelijk kan, omdat er toch niemand is, die hem controleert. Want in den regel is niets zoo iftoei- lijk als de schrijvers van deze prul- ien op te sporen. En heeft men een maal verdachten, dan valt het bewijs nog moeilijk te levgren, want ont kennen gaat altijd. Er is immers naar gestreefd de brieven zoo onper soonlijk mogelijk te houden! Een vroolijke en een ge vaarlijke kant. In Ommen, wij hebben ons daar dezer dagen met eigen oogen van kunnen overtuigen, gaat men Op de hierboven geschetste wijze eveneens te werk. Er worden in de brieven verdachtmakingen geuit en er wordt geroddeld, dat het een booze lust is. De brieven hebben één vroolijken kant: Dat is de stijl, waarin ze ge schreven zijn. Hier wordt een heele serie nieuwe werkwoorden gescha pen, die de ontvangers, naar zij ons mededeelden, heel wat genoeglijke uurtjes bezorgen. Maar er zijn ook een aantal ge vaarlijke zijden aan deze schrijverij verbonden. Dat is in de eerste plaats de o.i. zenuwslcopende geheimzin nigheid waarmede de tot nu toe on bekende schrijvers te werk gaan en voorts het politieke tintje, dat door henzelf aan deze schrijverij gegeven wordt. Men doet het n.l. voorkomen, als of de brieven geschreven worden door aanhangers van een bepaalde politieke richting. De ontvangers zelf worden in den waan gebracht, dat de brieven inderdaad van die zijde afkomstig zijn, maar nu wij een aantal van de Ommensche brieven gelezen hebben, lijkt ons deze opvat ting zoo absoluut belachelijk, dat wij haar toeschrijven aan de lust tot sensatie, die een gulden tijd in ons landje beleeft. Want dat in deze klaarblijkelijken waanzin één poli tieke richting de hand zou hebben, achten wij ten eenenmale uitgeslo ten. Werken der duisternis. Wij hadden het hierboven over de zenuwsloopende geheimzinnigheid, waarmee de schrijvers van deze brie ven te werk gaan. De bijzonderheden, die wij hierover van enkele slacht offers vernamen, spreken voor zich zelf. Uit de brieven, die zij ontvangen, blijkt, dat er spiedende oogen zijn, die hen uit het duister gadeslaan, die iedere beweging, die zij binnens huis en daarbuiten maken opmerken, dat er luisterende ooren zijn, die elk woord, dat gesproken wordt, ver staan en het noteeren. 's Avonds als de verduisteringsgordijnen neerge laten zijn en binnen de gezinnen om de tafel zitten, komen er sinistere figuren, die zich opstellen voor de ramen en toehooren, wat er gezegd wordt. Dat het gebeurt, blijkt uit den inhoud van de brieven, die deze slachtoffers daarna ontvangen. Daar staat het, zwart op wit, wat zij gezegd hebben, wat er voorgelezen werd, wat de radio speelde, welke gasten er waren, dat er een stoel verschoof, en een kopje rammelde, dat er een deur piepte en iemand op kousevoeten door de gang naar de voordeur liep. Maar als de man op kousevoeten dan de deur opendoet en in hét duis ter naar buiten staart, is er niets. Als hij z'n zaklantaarnlicht langs den gevel en over de straatsteenen laat schijnen, is er niets. Als hij om het huis heenloopt, is er niets en bij de achterdeur is niets. Maar als den vol genden avond een geheimzinnige in nerlijke stem hem waarschuwt, dat er iets onder de deur werd doorge schoven, of in de bus viel en hy in- derdaad een brief vindt, dan staat z'n heele wandeling rond de woning er in beschreven, z'n beschijnen van den huisgevel, z'n gaan naar achter het huis en z'n aarzelen bij de ach terdeur voor hij naar binnen zou gaan. Van wie waren toch die geheim zinnige oogen, die hem volgden bij iederen stap die hij deed? Posten. Natuurlijk liet de slachtoffers het er niet bij zitten. Zij wilden die vraag naar het raadsel oplossen. En zij postten. Vóór 't huis, achter 't huis, op zij. Zij losten elkaar af. Zij postten van acht uur 's avonds tot de grens van het toegestane: kwart voor twaalf. Maar de posters zagen niets. Dat zij echter wél gezien wa ren, bleek uit de brieven van den volgenden dag. Daarin stond een uitvoerig ooggetuigenverslag over de avondlijke wachtpartjj, met vermelding van elke handeling van iedere wacht afzonderlijk en aan het slot de mededeeling: „Na 12 uur is strafbaar. Dat ver geten wij, maar 't recht niet". Nadat de posten waren inge trokken, vanwege de geldende verordening, was de duistere be spieder uit z'n schuilhoek te voorschijn gekropen om z'n be vindingen te „boekstaven". De brieven. Waar alles zoo klopt als een bus, is het geen wonder, dat we in een der brieven lezen: „U ziet, dat onze organisatie perfect is, omdat U er nog nooit in geslaagd bent en er ook nooit in slagen zult, ons te ontmas keren". Inderdaad werken de daders heel geraffineerd. Van Augustus af oefenen ze him duister bedrijf uit. Honderden brieven hebben ze ver zonden in Ommen. Het begon met waarschuwingen. Doe dit of dat niet, stond er dan. Luister hier of daar niet meer naar en ga met die en die niet om. En als de ontvangers zich van de waarschuwingen niets aan trokken, kwamen de opmerkingen over het huiselijke leven, waaruit de geadresseerden den indruk moesten krijgen, dat hun doen en laten be spied werd. Misschien ter wille van de kortheid, misschien uit lust tot „geltdoen", misschien om andere oor zaken, waren die opmerkingen ver vat in korte als werkwoorden ge bruikte naamwaarden. Had men op z'n balcon gestaan, in de slaapkamer geluisterd of op zolder gescharreld, dan schreef de brief: „U balcont, slaapkamert, U daksehuit en loert". Van het zich in huis terugtrekken werd gezegd: „U poetst weg". An dere uitdrukkingen zijn: „U kaast, U boterhamt. U distilleert en likeurt maar wat rond. U fanfaart en har monieert, U sigaart" of er niets ge beurt. Daarna werd de toon van de brie ven scherper. Er kwamen scheld woorden in voor, die niet voor her haling vatbaar zijn. Dat was toen men, opmerkzaam gemaakt door het getrouw verslag van huiselijke han delingen, wachtposten uit ging zetten. De bedreigingen. En na die periode kwam die der openlijke bedreigingen tegen het leven. Zij zijn in de volgende ken merkende bewoordingen vervat: „Wij weten veel. Pas op. Onder de aarde wordt u niet meer bezonneschijnd en bemaneschijnd. U verroest. U hebt zeis en sikkel. De groote dag breekt voor U nooit aan. Wees zuinig met Uw textielkaart. U hebt rouwklee- ren noodig. U komt a. d. galg! U ver- slintert. U is comediant. Uwe dagen zijn weinig. U hoort in een museum. U is op een hellenden weg, U glijdt af en dan rouw over wat gebeurt. Laat ons niet tot krasser dingen overgaan". Soms is de schrijver milder. Dan zegt hij: „Eens zullen wij elkaar de hand drukken als vrienden. Het ga U goed. Wij hebben goede bedoelin gen, of U mocht niet willen!" We zullen het bij deze bloemlezing maar laten. Zij spreekt o.i. voor zich zelf. Ieder begrijpt, dat dit kwajon- genswerk moet zijn, zij het dan ook minderwaardig, laakbaar kwajon- genswerk. De politie zoekt daarom thans ijverig naar de daders. Het is in het belang van zeer velen in Om men te hopen, dat zij aan dit dwaas spel een snel en krachtig einde maakt. Een Ommenaar is overigens een nuchter mensch. Toen wij een van EEN DUITSCHE TEGENSPRAAK. Oslo, 8 Febr. (D. N. B.) De Engel- sche radio heeft onlangs beweerd, dat het Duitsche bezettingsleger in Noorwegen alle vleeschvoorraden in beslag genomen had. De Noren moesten zich uitsluitend met visch van mindere kwaliteit voeden. Naar aanleiding hiervan wordt door den weermachtsbevelhebber in Noorwegen medegedeeld, dat de vleeschvoorziening van de Noorsche bevolking in dezelfde mate is ge waarborgd als in het rijk. Alle be weringen, dat de Duitsche weermacht de Noorsche vleeschvoorraden in beslag genomen heeft, zijn evenzoo onwaar, als de valsche berichten over het uitbuiten van de Noorsche vischvangst. KONING FAROEK MAG NIET BUITEN KOMEN. Beiroet, 8 Febr. (D.N.B.) Uit Caïro wordt gemeld, dat koning Faroek. volgens een mededeeling van den kabinetschef van den koning, op ad vies van zijn doktoren vier dagen zijn kamers moet houden. Naar verder uit Caïro verluidt, zijn de maatregelen voor de veilig heid en de bewaking in het konink lijk paleis te Caïro opnieuw ver scherpt. JAPANS CHE VROUWEN EN KINDEREN GAAN NEW-YORK VERLATEN. Tokio, 8 Febr. (D.N.B.) De Asahi Sjimboen meldt uit New-York, dat dé Japansche vrouwen en kinderen in Maart uit New-York geëvacueerd zullen worden Ongeveer 150 familie leden van Japansche zakenlieden zullen de stad verlaten. Voor hen is reeds op de Tatsoeta Maroe, die op 27 Maart uit San Francisco vertrekt en op de Nitta Maroe, die op 11 April de haven verlaat, passage geboekt. De evacuatie geschiedt met het oog op de afnemende omzetten van den Japanschen handel in Amerika. Men verwacht, dat deze toestand vanaf 1 Febr. nog verscherpt zal worden wanneer het uitvoerembargo op pe troleum en gasoline van kracht wordt. ENGELSCHE LUCHTAANVAL OP DUSSELDORF. Het aantal dooden tot 35 gestegen. Berlijn, 8 Febr. (D.N.B.) In den nacht van 4 op 5 Febr. hebben, naar het weermachtbericht meldde, Brit- sche vliegers een aanval gedaan op de stad Dusseldorf. De rondom de industriewijk gelegde gordel van spervuur werd, naar onomstootelijk is vastgesteld, door de Britsche vlieg tuigen gemeden om het dicht bevolk te woongebied in het centrum van de stad stelselmatig met brisant- en brandbommen te bestoken. Het aan tal dooden is volgens de laatste cij fers tot 35 gestegen. RADIOREDE VAN FILOFF. Opheffing van het cuitureele peil van het landvolk. Sofia, 8 Febr. (D. N. B.) Minister president Flox Filoff heeft heden middag voor de radio een toe spraak, gericht tot de boeren. Hij deelde daarin o.m. mede, dat de kamer gisteravond de wet op de al- gemeene ouderdomsvoorziening der boeren definitief heeft aangenómen. Volgens deze wet krijgt iedere boer, die lid is van de boerenvereeniging na zijn 60sten jaar een maande- ïijksch pensioen ten bedrage van 300 lewa. Tot dit doel moet ieder lid van de boerenvereeniging een jaar- lijksche aanvullende bijdrage van 60 lewa betalen. De pensioenen worden betaald vanaf 1 Januari 1942. Voor dien tijd zal de regeering de noodige voorbe reidingsmaatregelen nemen. Tegelijk met de wet op de pensioenen voer de boeren is een pensioenwet voor de handwerklieden aangenomen. De landbouwpolitiek der regeering zoo zeide Filoff blijft ongewijzigd onafhankelijk van den minister van landbouw, die toevallig aan het bewind is, want het plan van de regeering staat vast en heeft ten doel verhooging der inkomsten van den landbouw, vergrooting van de oppervlakte bebouwbaren grond, landverdeeling onder degenen, die weinig land hebben en opheffing van het cuitureele peil van het land volk. ARBEIDSDIENSTPLICHT IN FRANKRIJK. Vichy, 8 Febr. (D. N. B.) De Fransche regeering heeft den ar beidsdienstplicht ingevoerd voor alle Fransche mannen, die in den loop van hun 20ste'jaar een periode van 8 maanden moeten doorbrengen in een jeugdkamp, resp. een jeugd- arbeidskamp. De oproeping zal drie maal per jaar geschieden. Jonge lingen, die zich onttrekken aan den arbeidsdienstplicht kunnen veroor deeld worden tot 5 jaar gevangenis straf en tot boeten tot 50.000 francs. De invoering van den arbeidsdienst plicht is ook van toepassing op Alge rije, de Fransche koloniën en pro- tectoraats- en mandaatsgebieden. Er is een commissariaat generaal in het leven geroepen voor de organisatie en verzorging van de werkkampen. WAARSCHUWING. De Burgemeester van Alkmaar brengt het navolgende onder de aandacht van de ingezetenen: Niet overal geeft de bevolking zich voldoende rekenschap van het feit, dat materialen, afkomstig van vroegere Nederlandsche verster- kingswerken, zooals hout, metalen enz., eigendom zijn van een Nedér- iandschen Staat of van de Duitsche Weermacht. Nadrukkelijk wordt er daarom op gewezen, dat eigendun kelijke wegneming of verkoop daarvan door particuliere personen ongeoorloofd is en dat zij, die zich daaraan schuldig maken, zich aan het gevaar van strenge bestraffing blootstellen. Alkmaar, 10 Februari 1941. De Burgemeester voornoemd, F. H. VAL; KINSCHOT. hen vroegen of hij zich niet bedreigd voelde door het geloop en geloer om z'n huis, zei hij: „Waarom bang? II: heb een zuiver geweten". ALKMAAR. GEBOREN: Irene, d. van Bernar- dus G. Lammers en A. de Vet. OVERLEDEN: Neeltje de Boer, ge huwd met J. van de Kappelle, 81 jaar. Jacob van der Gracht 13 jaar. Jan Wonder, gehuwd metN. Raven, 78 jaar. Evert Schoen, ge huwd met L. Pijper, 66 jaar. Thomas Henstra, gehuwd met C. M. Stam, 72 jaar. „Tóch Peter", van Emilie Loring, bij J. Philip Kru- seman te Den Haag. Deze Amerikaansche schrijfster, die in haar boeken steeds recht op het doel afgaat, heeft in „Tóch Peter" een ontspanningsroman gege ven, die recht heeft op een grooten lezerskring. Zij schrijft hierin over twee jonge menschen, die méér van elkaar houden dan zij zichzelf eigenlijk bewust zijn, maar die toch tal van moeilijkheden hebben te overwinnen voor en aleer zij den weg tot elkaar vinden. Zij staat voor de keuze: Amerika of Enge land? hij voor die van zijn werk of het meisje, dat hij lief heeft. Een ex-verloofde, die alles in het werk stelt om hem terug te ver overen. En dan is er een misdadiger, die alle moeite doet om hem uit den weg te ruimen. Al deze factoren ma ken, dat men het vlot en prettig ge schreven boek met groote belang stelling leest van begin tot einde. Een boek van een heel ander genre, verschenen bij denzelfden uitgever, is Uitgestootendoor Ray mond A. Berry. Ais jongen had Wayne Curtis, onder den invloed van sterken drank .een mensch gedood en was daardoor geheel in de macht geraakt van Mad- sen, een berucht bendehoofd. Op zijn 21en verjaardag draagt Madsen hem op zijn vijand. Sheriff Turker, voor hem in eer val te lokken en dat is het begin van een reeks op windende avonturen, Wayne Curtis maakt kennis met de dochter van den man, dien hij gedood heeft dan gelooven zü diep in zichzelf voor elkaar bestemd te zijn. Het eene spinnende avontuur na het andere wordt den lezer voor gezet en ten slotte voert het boek naar een slot, dat iedereen bevre diging zal schenken, omdat het de eenige logische oploisine b '!;t moeilijke probleem.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 6