1ST lhandel actueel ZUIGER R Mkmaar. 4AI ELU1D Bedijkingen voorheen en thans. !i mtin], r 24-76-78 LKMAAR Hi Rapen van eieren toegestaan. ling. sting. :L 'ELD :n lak- rorden iet een rij ge- behan- tookte a mof- 30 rij- stegen uiterst t 8.00. s met de een ÏLUID ran de HINE. >FZUIGE9 len beroernS I.K.A. motog één mode* één JWJ||i nlichtingen oizuiger. 9 0 t 0 o o 9 0 a 999*4» TWEEDE BLAD. ALKMAARSCHE COURANT VAN WOENSDAG 12 MAART 1941. DE BEROEMDE MOLEN VAN „RUYSDAEL", de „Rijm en Lek te Wijk bij Duurstede, dateerende uit 1659, wordt door de ver- eeniging „De Hollandsche Molen" in- en. uitwendig gerestaureerd. (Polygoon) Prof. ir. M. F. VISSER Nederland in den strijd tegen het water. Ter gelegenheid van de herdenking van den 23en ver jaardag der landbouwhooge- sehool, heeft de rector-magnd- ficus, prof. ir. M. F. Visser, l.i., gesproken over „Bedijkin gen voorbeen en thans." Het feit, dat spr. van den eersten dag van de stichting der L.H.S. tot heden bij de bedijkingen in de Zuiderzee is betrokken geweest en dat tijdens zijm vorige rectoraat in 1931 de droogmaling van de Wie- xingermeer geschiedde en dit jaar de Noordoostpolder zal worden drooggemalen, was voor hem een reden, de Zuiderzeebedijkingen in zijn rede te betrekken. Hij deed dit in den vorm van een vergelijking van de wijze, waarop onze voor ouders bedijkingen tot stand brach ten en de manier waarop dit groot- sche werk thans geschiedt. Het woord bedijking is hier op te vatten zoowel als het afsluiten van aan wassen of opwassen of gedeelten van de zee door een vollen zeekee renden dijk, als het droogmaken van meren met een dijk, die de be doeling heeft te allen tijde het bui tenwater te weerstaan. Spr. verge leek de bedijkingen van den Wie- ringanmeer en den Noordoostpolder met die van b.v. de Zijpe, de Wie- ringerwaard, de Waard- en Groet polders, maar ook met diie van de groote droogmakerijen als de Beemster, de Purrmer, de Schermer, de Heerbugowaard en de Haar lemmermeer. Het eerste punt van vergelijking is de bemoeienis van de overheid. Groot is het verschil tus- schen de bedijkingen in Groningen, waar de aanwassen worden be schouwd als het bezit der achterge legen ingelanden en de bedijkingen in Zeeland en Holland, waar de op- en aanwassen gewoonlijk ter bedijking werden uitgegeven. Daar naast is er groot verschil tusschen de bedijkingen in Zeeland, de Z.- Hollandsche eilanden en Groningen aan den eenen kant en die van het Noorderkwartier van Noordholland aam den anderen kant, als gevolg van. de hoogte van de getijgolf. Na hot ontstaan van het nauw van Galais en het wegslaan dientenge volge van het veen van ons land, konden in verband met het groote verschil in hoog water en laag wa ter, in het zuiden en het noorden van ons land door aanslibbing schorren, kwelders enz. gevormd worden, b.v. ter hoogte van 20 a 30 c.m. boven gemiddeld hoog water, die na de bedijking en zelfs na een tamelijke inklinking van het land, nog voldoende hoog lagen, om door spuisluizen een voldoend lagen polder-waterstand te verkrijgen. Met de bedijkingen is men dan ook, vooral in Zeeland, zeer vroeg be gonnen. In het Noorderkwartier aan de Zuiderzee was het verschil tusschen hoog water en laag water neet gering, waardoor na bedijking een natuurlijke waterloozing niet mogelijk was. De eerste bedijkingen konden daaT eerst met succes wor den uitgevoerd, nadat de wind watermolens vodoende in vermo gen ï,'iren toegenomen om ook op de zeepolders te kunnen worden toegepast. De bedijkingen van de Zijpe en de Wieringerwaard vallen dan ook omstreeks 1600. Toch is daarvoor in het Noorderkwartier v/el gedijkt, maar de dijken dienden daar ter bescherming van het land tegen de voortdurend hooger wor dende zeestanden, waarbij men zelfs herhaaldelijk gedwongen werd op vooraf te maken inlaagdijken terug' te trekken. Men kan, wat dit betreft, zeker zeggen, dat de on derwerping van Westfriesland aan den graaf van Holland en het daar mede gepaard gaande krachtige optreden ten opzichte van de dijkage, o.m. inhoudend het verbod van het terugtrekken en verder het bevel tot afsluiting van alle directe verbindingen met het buitenwater gelukkig op tijd is gekomen ter voorkoming van een verder weg slaan van het Noorderkwartier. Spr. deelde vervolgens een en ander mede over dé voorwaarden, waaronder de overheid octrooi ver leende voor bedijking. Zij verleen de vrijstelling van allerlei belastin gen gedurende een reeks van jaren voor de droogkomende landerijen, maar de ondernemers moesten alle schade, voor anderen uit de droog legging voortvloeiende, vergoeden. De overheid bevorderde de bedij kingen zooveel mogelijk en vorder de medebetaling aan den nieuwen dijk, maar bleek onmachtig dit te doen voor de Zijpe, waarschijnlijk als gevolg van de herhaalde door braken van de Zijpe. Deze gewoonte is daarna 'bij de bedijking van de Wieringerwaard in 1610, van de Waard- eni Groetpolders in 1844 en den Anna-Paulownapolder in 1847 evenmin toegepast. Hoewel het achtergelegen gebied door die be dijkingen in zijn dijkonderhoud ten zeerste werd gebaat, bleef iedere bijdrage achterwege. Bij de behan deling der Zuiderzeebedijkingen is een motie van den heer Albarda - Gnomen, welke min of meer op het hier bedoelde denkbeeld terug komt. Hoewel een commissie van onderzoek is ingesteld, heeft dit nooit tot eenig voorstel geleid. De meeste bedijkingen zijn door particulieren uitgevoerd, in hoofd zaak door vertegenwoordigers van den handel uit de groote steden bij wijze van geldbelegging en hoop op winst. Men verwondert zich, dat bij deze kooplieden niet de gedachte is opgekomen aan gezamenlijke ex ploitatie van zulk een meer na de drooglegging. Hedendaagsche voor beelden hiervan zijn b.v. de Wil- helminapolder, de Bathpolder en de Johannes Kerkhovenpolder. De vrijgekomen gronden werden, na verdeeling in gelijkwaardige deelen (kavels) door loting toegewezen. De juistheid dezer scheiding liet dik wijls vee® te wer.schen over. Spr. noemde als voorbeeld den Wierin gerwaard. Daar was de grond zoo ongelijk van kwaliteit, dat men drie soorten kavels moest maken van ongelijke grootte, benevens bijvoe ging van geld. Ook werd de ligging der te stichten bedrijven zeer on gelukkig. In den Beemster deed zich het geval voor, dat twee deelge- rpchtigden hun land zagen toegewe zen op 24 verschillende plaatsen. Voor den Schermer voorkwam men deze fout, door alle kavels gelijk te VOORBEREIDINGEN VOOR HET KOMENDE BADSEIZOEN. De badkoetsjes krijgen een kwastje» (Polygoon) maken en van een middelwaarde uit te gaan. De betere kavels betaalden bij, terwijl de slechtere een toegift kregen. Spr. wees voorts op de van regeeringswege uitgevoerde bedij kingen van uitgevende plassen, waarvoor particulieren terugdeins den in verband met de kosten. Zoo was b.v. bij de Zuidpias het tekort ongeveer 3 millioen. Het verschil tusschen de vroegere bedijkingen en de tegenwoordige, lag voor spr. voornamelijk in de rol, die de landbouwwetenschap bij de nieuwe bedijkingen speelt en wel in hoofdzaak daarin, dat voorheen dadelijk na het droogvallen de gronden werden verloot of verkocht, terwijl thans het in cultuur brengen der drooggevallen gronden volop tot de werkzaamheden van den bedijker wordt gere kend. Aan den waterbouwkun digen'en technischen kant van de nieuwe bedijkingen wordt hierdoor allerminste tekort ge daan. Spr. behandelde hierna de voorbe reiding der Zuiderzeebedijkingen ên vervolgens het maken van de dijken zelf, het graven van kanalen en het maken van sluizen. Het dijken was tusschen 1550 en 1850 slechts weinig veranderd, maar in de laat ste helft der 19e eeuw en in het be gin van deze eeuw nam de" techniek een ongekende vlucht, door de ont wikkeling van de stoommachine, daarna door den explosiemotor en dan door de draaistroommotoren. De directie der Zuiderzeewerken heeft voor den afsluitdijk ten volle van de nieuwe technische hulp middelen gebruik kunnen maken, hetgeen spr. in 'bijzonderheden aan toonde. Hij besprak voorts wat den land- bouwwetenschappelijiken kant be treft. de onderzoekingen van prof. dr. van Bemmelen van de IJpol- dergronden en den arbeid van de commissie van advies omtrent de landbouwtechnische aangelegen heden, De werkzaamheden dezer commissie gaan veel verder dan het enkele bepalen der grondsoorten van „voorheen". Het is „thans" de bedoeling door vele proeven op het gebied van ontwatering, van ont- zilting, bemesting enz. de noodige gegevens te verkrijgen voor de mogelijkheid met de bewerking en de bezaaiing te beginnen. Spr. behandelde vervolgens de bemaling voorheen en thans en constateerde o.a., dat de onvoldoen de waterlossing een der hoofdrede nen geweest is van de vroeger zoo veak verkregen slechte resultaten. Dit geldt niet alleen voor de wind- bemaling, maar ook voor de eerste tijden der stoombemaling. In enkele economische beschou wingen gaf spr. aan, dat de staat zich tusschen 1918 en 1932 wel sterk heeft laten beïnvloeden door de crisisverschijnselen, d. w. z. door den landhonger en de daarmede samenhangende landprijzen, het geen z.i. bij bedijkingen, die van Staatswege worden ondernomen, niet noodig is. Voorts liet spr. uit een aanhaling uit het octrooi van den Beemster (1807) zien, dat ook toen „verscheidene landlieden ver trekken naar Frankrijk, Engeland, Oostland en Groningerland en an dere kwartieren, om werk en land te zoeken. Zulks, dat voor het ge- ncene land van Holland daaraan ir. HET STOOMGEMAAL TE MUIDEN, dat door de drooglegging van de Zuiderzee overbodig geworden is, wordt gesloopt. Een over zicht van de werkzaamheden, (Polygoon)' HEERLIJK IN HET ZONNETJE. De patiëntjes van het Haagsche kinderziekenhuis worden, als het mooi weer is, met bed en al naar buiten gebracht, om in het voor jaarszonnetje nieuwe gezondheid op te doen. De zusters doen alles, om het den kinderen naar den zin te maken. Een aardig tafereeltje op het terras. (Polygoon) De secretaris-generaal van het de partement van landbouw en vissche- rij heeft bepaald, dat in het geheele rijk: a. Het zoeken, rapen en buiten openbare wegen en voetpaden ver voeren van eieren van kemphanen, wulpen, scholeksters, grutto's, ture luurs, meerkoeten en waterhoentjes is toegestaan van heden tot en met 19 April a.s. b. Het ten verkoop in voorraad hebben, te koop aanbieden, verkoo- pen, afleveren en langs openbare wegen en voetpaden vervoeren van eieren van het onder a. genoemde waterwild is toegestaan van heden tot en met 21 April, met dien ver stande, dat het vervoeren gedurende de data 20 en 21 April slechts binnen de bebouwde kom der gemeenten en langs openbare wegen en voetpaden is toegestaan. c. Bet zoeken, rapen, ten verkoop in voorraad hebben, te koop aanbieden, verkoopen, afleveren of vervoeren van eieren van zwamen, wilde een den (alle soorten), ganzen, duikers, watersnippen en goudplevieren niet is toegestaan. alle manieren veel is gelegen, dat er groote werken bij de hand ge nomen worden, waarmede vele lie den, zoo met arbeiden als met toe maken en bouwen, in het land zou den kunnen gehouden worden." Spr. eindigde met zijn dank uit te spreken aan ir. Smeding met zijn staf Van afgestudeerden Van de l'andbouwhoogeschool voor de wijze, waarop zij den Wieringer- neer in cultuur hebben gebracht. DIEFSTAL VAN KOFFIE EN THEE OPGEHELDERD. Maandagmorgen werd een bru tale inbraak ontdekt in een winkel in de Maasstraat te Amsterdam, waar naar schatting vele honderden ponden thee en koffie werden ont vreemd. De dieven hadden in den winkel geen pakje thee of koffie achtergelaten. De recherche van het bureau Pieter Aertszstraat heeft thans zeer spoedig succes gehad met het onderzoek. Als verdacht van deze inbraak heeft zij een Jordaner din arrest gesteld, in wiens huis de geheele buit werd aangetroffen, De man heeft echter niet bekend en beweert, dat de kostbare goederen 'bij hem thuis gebracht zijn. Het onderzoek wordt voortgezet. GHmhicfi('e. De moderne Wilhelm Teil: Waarom heb je die appel daar heengelegd? Wel de jongen wou zijn hoofd er niet aan wagen. OPDRIJVING PENSION- E»N KAMERPRIJZEN» Herhaaldelijk ontvang de over heid klachten over opdrijving van pension- en huurprijzen voor ge meubileerde en ongemeubileerde ka- fers. De gemachtigde voor de prijzen vestigt er nogmaals de aandacht op, dat het verhoogen van pensionprij- zen en kamerhuur op grond van de prijzenbeschikking 1940, no. 1 en het 'nuurprijzeribesluit 1940 is verboden. De handelwijze van pensionhou ders of kamerverhuurders, die van hun pensiongasten of onderverhuur ders hoogere vergoedingen eischen, terwijl zij zelf door de genoemde verordeningen tegen opdrijving van hun huishuur worden beschermd, verdient ernstige afkeuring. Tegen dergelijk misbruik zal, vooral in de gebieden, waar door de oorlogshan-, delingen woningschaarschte is ont staan, met groote strengheid worden opgetreden. Zoo noodig zal, indien aan het ge noemde onsociale optreden geen ein de komt, worden overgegaan tot het verplicht stellen van aangifte van alle -gevallen van onderverhuur. DUITSCH SPOORBOEKJE. Op 5 Mei verschijnt de eerste zomeruitgave van het rijksspoorboek (kleine uitgave) betreffende de Duitsche spoorwegen. Het zal ook de verbindingen bevatten met het neu trale buitenland: De posttreinen zijn, afzonderlijk aangegeven bestellingen worden nu reeds aangenomen door het Dienstpostamt Den Haag, Hooge kantoren der „Deutsche Dienstpost Nieuwstraat en door alle overige Niederlande". i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 5