HARMONIE
Verduisteringen van de zon en
de maan.
metHEINRICH GEORGE
«Vele minder bedeelde land-
genooten zullen U dankbaar
zijn voor dit simpele gebaar.'
Interessante verschijnselen, die regelmatig
terugkeeren.
THEATER
HILDE KRAHL
Zondag doorloopend van 2 uur af.
WOENSDAG MATINEE. 18 jaar.
WETENSCHAPPEN.
Astronomisch gesproken is Maart in verschillende opzich
ten niet van belang ontbloot, aangezien in den loop van deze
maand zoowel een zons- als een maansverduistering plaats vin
den. Op 27 Maart zal de zon worden verduisterd, en op 13
Maart de maan, met dien verstande, dat de zonsverduistering
geen totale, doch een ringvormige zal zijn en ook de maaneclips
gedeeltelijk. Tot veler teleurstelling moeten wij er bij vertellen,
dat geen van beide verduisteringen in ons land zichtbaar zul
len zijn, zoodat wij er eigenlijk niet heel veel aan zullen heb
ben, maar toch is het wel eens interessant, om de aandacht
voor deze merkwaardige astronomische verschijnselen te vra
gen.
In algemeenen zin is het natuurlijk wel bekend, hoe deze ver
duisteringen ontstaan. In het geval van een zonsverduistering
schuift zich de maan tusschen de aarde en de zon', en naar ge
lang de onderlinge positie van deze drie hemellichamen is, is
de verduistering gedeeltelijk, ringvormig, of totaal. Het laatste
geval is voor de astronomen altijd het meest interessant, en
ook het meest belangrijke, omdat men dan in staat is alle mo
gelijke gewichtige waarnemingen te verrichten. Men leest dan
ook, indien er een totale zonsverduistering op komst is, altijd in
de kranten, dat er heele expedities worden uitgerust naar die
plaatsen ter wereld, waar de verduistering als totaal kan
worden waargenomen. Immers, het is ook zonder meer duide
lijk, dat een zoneclips zich op een bepaalde plaats op aarde
geheel anders kan vertoonen dan elders.
TEL. 3641
vertoont van VRIJDAG a.s. af
(DER POSTMEISTER)
utt de perseen der schoonste en
aangrijpendste films van het seizoen
Eén dier beste en sterkste speelfilms van den laatsten
tijd. Een film van hevige dramatische spanningen en
fel oplaaiende hartstochten.
itux&Si
Overgangen van
Mercurius en Venus.
Immers, aangezien het feit zich
voordoet, dat voor het menschclijke
oog de oppervlakte van de zonne- en
yan de maanschijf vrijwel even
groot zijn, is het ook zoo, dat de
uiterste top van den schaduwkegel,
dien de maan, als zij tusschen zon
en aarde schuift, veroorzaakt,
slechts de aarde raakt. En de eclips
is dus alleen vol op de plaatsen,
Nvaar die schaduwkegel juist de aar
de raakt; op alle andere plaatsen is
de verduistering slechts gedeeltelijk,
of in het geheel niet zichtbaar. Het
kan ook zijn, dat de top van den
schaduwkegel de aarde juist niet
meer raakt, en dan spreken we van
een ringvormige eclips: de zonne
schijf wordt niet meer geheel door
de donkere maan bedekt want
een zonsverduistering treedt altijd
op bij nieuwe maan, als dus de maan
haar donkere zijde naar de aarde
keert doch wij zien van de aarde
af de donkere maanschijf, omgeven
door een ring van licht. Zulk een
ringvormige eclips zal in deze maand
te zien zijn, hoewel, zooals ge
zegd, niet in Europa. Zij ontstaat,
naar men zich vrij gemakkelijk in
denken kan, als de maan in haar
baan ver van ons verwijderd staat,
en de zon dicht bij.
Een totale zonsverduistering geeft
Gen mannen der wetenschap altijd
de gelegenheid de belangrijkste
waarnemingen te doen, altijd ten-
jninste wanneer de hemel onbewolkt
is; want het is ook meermalen voor
gekomen, dat dure expedities waren
uitgerust naar verre oorden, welke
onverrichterzake weer terug kwa
men, wijl de wolken het schouwspel
aan de menschelijke waarneming
hadden onttrokken. Tot die onder
zoekingen behooren in de eerste
plaats die betreffende de corona van
de zon ,en de uit de chromosfeer op
spuitende kilometers hooge vlam
men, de zoogenaamde protuberan
sen.
Thans de maansverduistering. Zij
ontstaat, indien de maan zich be
geeft binnen den schaduwkegel van
de aarde; onze aarde schuift zich
dan tusschen de zon en de maan in,
en beneemt onzen trouwen wachter
een gedeelte of het geheele zonlicht,
dus naarmate de maan geheel of ge
deeltelijk binnen den schaduwkegel
komt. Een totale maansverduistering
die alleen bij volle maan kan
plaats hebben is niet zulk een in
drukwekkend verschijnsel als de to
tale zonsverduistering, maar aan den
anderen kant komen de maaneclip-
sen minder veelvuldig voor dan de
zonsverduisteringen. Een Duitsch
astronoom heeft uitgerekend, dat in
het tijdperk van 1207 voor Chr. tot
2162 na Chr. het aantal zonsverduis
teringen bedraagt 8000 en het aantal
maaneclipsen 5200. Als men ver
schillende tabellen, waarop de zons-»
en maansverduisteringen voof ko
men, eens beziet, valt het dan ook
op, dat er jaren zijn, waarin geen en
kele maansverduistering optreedt.
Daar staat echter tegenover, dat er
geen enkel jaar is, waarin geen zon
eclips voorkomt; dat alles natuurlijk
gerekend voor de geheele aarde.
Want zooals boven reeds uiteen ge
zet, kan op een bepaald punt van de
aarde de zon verduisterd zijn, hetzij
geheel of gedeeltelijk, maar op een
ander punt in het geheel niet. Even
wel, een maansverduistering ziet
iedereen, voor wien op dat oogen-
blik de maan zichtbaar is.
Gaat men de verhouding tusschen
beide soorten eclipsen na, dan kan
die wel eenigszins anders zijn, dan
de hierboven genoemde. Zoo hebben
wij bijvoorbeeld in Nederland de
laatste eeuw geen enkele totale zon
eclips gehad (wel enkele die bijna
totaal waren), maar wel verscheide
ne totale maansverduisteringen.
Bij eenig nadenken zal bij den le
zer, als hij zich ons zonnestelsel
voorstelt, de vraag opkomen, of de
binnenplaneten, dat zijn dus die pla
neten, die zich binnen de aardbaan
om de zon bewegen: Mercurius en
Venus, niet ook, net als de maan, op
de zonneschijf zichtbaar kunnen
worden. Inderdaad is dat het geva
de astronomie kent zulke overgan
gen van Mercurius en Venus, al ko
men ze niet zoo frequent voor als de
maansovergangen, die dan in de
wandeling zonsverduistering heeten.
Bovendien zijn de planeten in ver
houding tot de zon zoo klein, dat zij
op de zonneschijf slechts als kleine
donkere puntjes zichtbaar zijn. De
schijf van Mercurius is zelfs zoo
klein, dat zij op de zonneschijf
slechts als klein, dat zij met het
bloote oog niet tegen de zonneschijf
kan worden waargenomen. Maar
zeldzaam is een Mercuriusovergan?
niet. Hoogstens duurt het 13 jaar.
voor er weer een komt, het kan ooi;
slechts ruim Z'A jaar duren. De laat
ste overgang heeft plaats gehad in
November 1940, de voorlaatste in
Mei 1937. Voor den volgenden over
gang moeten we weer iets langer
wachten.
Veel zeldzamer zijn de overgangen
van Venus. De laatste is geweest in
1882, en onze twintigste eeuw beleeft
er geen enkele. De eerstvolgende zal
zichtbaar zijn in het jaar 2004, de
daarop volgende slechts 8 jaar later.
Met het bloote oog is de planeet dan
wel tegen de zonneschijf te zien.
Men heeft wel eens de veronder
stelling geuit, dat zich tusschen Mer
curius en de zon nog een planeet
zou bevinden, die dus zoo dicht bjj
de zon zou staan, dat zij met het
bloote oog niet zichtbaar zou zijn;
dikwijls toch is Mercurius niet eens
zichtbaar.
De aanwezigheid van zulk een
dicht bij de zon loopende planeet
zou zich dan moeten verraden door
veelvuldige overgangen over de zon.
Maar daarvan is nog nooit iets ge
bleken, zoodat de astronomie het be
staan van een dergelijk hemel
lichaam niet aanneemt.