ummuiiiTtii
SUS 52 u.
SKttuua-
ALBAHIË42'hc.
NEVELVLEKKEN.
J
FILMNIEUVUS
AMSTERDAMSCHE
BEURS
LAA1STE BERlChTEN
N.V. v.h. Herms. Goster Zn,
DESKUNDIG
KLEINE TUINEN
Voorjaar bij itigers.
TWEEDE ELAD.
3
DE POSTMEESTER.
Harmonie-Theater.
Deze Wien-film van de Ufa
maakt reeds eenige maanden een
triomftocht door ons land. Van
morgen af draait zij in het Har
monie-Theater. De boeiende novel
le van A. S. Puschkin heeft reeds
eerder als onderwerp voor een
firm gediend. Thans is echter de
geschiedenis van den Russischen
postmeester en zijn knappe dochter
Dunja, is een nieuw Ufa-werk tot
leven gekomen. Een boeiend kunst
werk van buitengewone kwaliteit,
mede door de sterke bezetting.
Heinrich George speelt nl. in de
titelrol één zijner grootste succes
sen, terwijl Hilda Krahl door haar
uitbeelding van Dunja sterk de
aandacht heeft getrokken. Verder
vervullen Siegfried Breuer en Hans
Holt belangrijke rollen in deze
film van fel oplaaiende hartstoch
ten.
SINGENDE JUGEND.
City-Theater.
De zoo mooie en meermalen ont
roerende film van de Wiener San-
gerknaben komt in het City-Theater
en zal ook nu weer velen boeien.
Want er gaat van deze fraaie zang
en speelfilm een bijzondere aan
trekkingskracht uit. Het natuurlijk
spel der jongens, de vriendschap
van Toni met den straatmuzikant en
de moederlijke liefde van Zuster
Maria voor den kleinen zanger zul
len ook nu .niet nalaten grooten
indruk te maken.
ROZEN IN TIROL.
Victoria-Theater.
Naar motieven van de operette
„Der Vogelhandier" is een schitte
rende amusementsfilm vervaardigd
die thans met Marte Harell en on
zen landgenoot Johan Heesters in
de hoofdrollen haar entree in ons
land heeft gemaakt en reeds mor
gen in het Victoria-Theater alhier
zal worden vertoond.
Naast het goede spel en den
fraaien zang der hoofdpersonen,
trekken bijzonder de aandacht de
drie komische krachten Hans
Moser, Theo Lingen en Leo Slezak,
die in de alleraardigste geschiede
nis voor groote vroolijkheid zorgen.
Dat het milieu, waarin de film
speelt, gelegenheid biedt voor
prachtige opnamen spreekt van zelf
zoodat alle factoren voor een succes
aanwezig zijn.
OPGAVE
AMSTERDAMSCHE BANK N.V.
Bijkantoor Alkmaar,
van Donderdag 13 Maart 1941
tark.
y?5/8
951/2.
805/16
851/M
.1097,
STAATSLEEN1NGEN.
4 Nederland 1941
4 Nederland 1940 II
3— 3% Nederl. 1938
3 Ned.-lndië 1937
BANK-INSTELLINGEN
Amsterd Bank
Hande' Mij. Cert. v.
250 1183/4
Koloniale Bank. .1(1
Ned. lnd. Handelsbank 120
IND. OND. B1NNENL.
Alg. Kunstzijde Unie 97
CaTvé Delft Cert. 64
Nederl Ford335
Lever Bros 104
Phil. Gloeil. Gem. Bezit D2
IND. OND. BUITENL.
Am. Smelting
Anaconda
Bethleh Steel
Cities Service
General Motors
Kennecott Copper
North American Rayon
Republic Steel
Standard Brands
Steel comm
CULTUUR MAATSCH.
H. V. A
Java Cultuur
Ned. Ind Suiker Unie
Verg. Vorstenlanden
PETROLEUM.
Kon. Petr.
Phillips Oil 33
Shell Union
Tide Water
RUBBERS.
Amsterd. Rubber
Deli Bat. Rubber
Hessa Rubber
Oostkust
Serbadjadi
Interc. Rubber
SCHEEPVAARTEN.
HollandAmerika lijn
JavaChina—Japan lijn 139
Kon. Ned. Stoomboot 14272
Scheepvaart Unie 166i/s
TABAKKEN.
Deli Batavia .182
Oude Deli ,228
Senembah193
AMER. SPOORWEGEN.
Atchison lopeka 249/16
Illinois Central 93/„
Southern Pacific 103/4
Southern Railw. 1 al/a
Union Pacific .817s
Can Pac 43/.
OFFICIEELE VALUTAKOERSEN
DER NEDERLANDSCHE BANK,
13 MAART.
Schrift, en tel. transacties.
Valuta's:
New-York 1.88 3/16—1.88 9/16; Ber
lijn 75.28—75.43; Brussel 30.11—30.17;
Helsinki 3.813.82; Stockholm 44.81
tot 44.90; Zurich 43.63—43.71.
Bankpapier:
Berlijn 75.1975.34; New-York
I.86K1.90 1/4; Brussel 30.08—30.20;
Stockholm 44.7644.94; Zurich 43.59
tot 43.75,
43
2U/,
79
5i3/10
497/s
343/,
223/8
231/,
5l/s
62
.394
.233
240
110
218
n'%6
913/,6
.261
.203
.135
152
125
43/,
.108
plm 2 u
9'%
9Ws
86
551/s
i J97
118
171
121
963/,
64
337
1031/,
190
42
28
79
5'/,
49Vs
35
227,
24
5%
627,
398
237
237
1J9
217
323U
12
93/,
259
203
135
150
123
4%e
1087,
139
142
166
177%
2267
188
243/,
98/,
103/,
14
82
4%
De Haagsche Courant
schreef b.v. o.m.:
Onder de bekwame regie van
Geza von Bolvary is „Rozen in
Tirol" een bewerking van „Der
Vogelhandier" een operettefilm
van de zeer goede soort geworden,
een werk dat in alle opzichten aan
de hoogste eischen voldoet. De
technische bewerking is in één
woord af, de opzet is grootsch en de
inhoud is rijk aan geest zoodat men
niet alleen vol bewondering de in
teressante gebeurtenissen volgt
maar zich bovendien kostelijk amu
seert om de malle situaties, waarin
de vorst van Lichtenberg komt te
verkeeren. En buitendien beleeft
men veel vreugde aan de voortref
felijke uitbeelding der hoofdrollen.
TWEE VAN DEN ZUID-EXPRESS.
Roxy-Theater.
Een sensationeele speelfilm, die
laat zien welk een fatalen invloed
een jonge lichtzinnige vrouw uit
oefent op het leven van twee goede
vrienden, den machinist en den sto
ker van den geweldigen D-Trein
locomotief. Marie speelt met het
geluk van deze beide mannen, haat
ontstaat zelfs tusschen deze beide,
maar' juist bijtijds worden hun
de oogen geopend en samen staan
de vrienden dan weer op de loco
motief.
Trude Berliner, Otto Wernecke
en Ernst Busch vervullen de hoofd
rollen.
(Ongecorrigeerd.),
TWINTiGDUIZEND CiUlMja^AÜil
IN SJANGHAI OP STRAAT
GESTORVEN.
Sjanghai, 13 Mrt- (D.N.B.) Bijna
20.OU Chineezen zijn in den loop
van het vorige jaar in de straten
van Sjanghai dood gevonden, naar
blijkt uit het zooeven verschenen
jaarrapport van het bureau voor
gezondheid van de internationale
nederzetting. In kringen te Sjanghai
heeft dit bericht groot opzien ge
baard. Men verklaart hier, dat het
feit, dat duizenden Chineezen dood-
gevroeren en verhongerd zijn ge
vonden, een kras licht werpt op de
in de Chineesche handelsmetropool
heerschende ellende.
DE UITWERKING VAN
DUITSCHE LUCHTAANVALLEN.
Berlijn, 13 Mrt. (D.N.B.) De alumi-
niumfabriek Fort William aan de
Westkust van Schotland is op 12
Maart gebombardeerd, waarbij het
noordwestelijke deel van de fabriek
hevig getroffen werd. Nog op een
afstand van vijftig km waren groote
brandhaarden voor de vliegtuigbe-
itianningen zichtbaar.
GEVECHTSACTIE AAN
HET ALBANEESCHE FRONT
TOEGENOMEN.
Belgrado, 13 Mrt. (D.N.B.) De
Politika meldt uit Saloniki, dat
volgens van het front ontvangen
berichten, de gevechtsactie aan het
Albaneesche front nog steeds toe
neemt. De aandacht der militaire
kringen blijft gericht op het centrale
front, waar zware bloedige gevech
ten gaande zijn. Van beide "zijden
zijn de aanvallen gisteravond ver
scherpt. De luchtmacht heeft in de
gevechten een groot aandeel.
Voordam Alkmaar
Tel. 3320
Zeg ik kan van hier niets zien.
Laat mij het dan eens probee-
ren, ik kjjjk seheeL
opgebouwde reclame-cam
pagne9 voor een goed ar
tikel ol eeo goede taak,
systematisch In couranten
gevoerd, moeten (lagen.
Kind verdronken. - Het twee
jarige zoontje van de familie Blok
te Achterveld bij Amersfoort is gis
teren te water geraakt en verdronken.
OVERGEHOUDEN GERANIUMS.
Aangezien het woord Pelargonium
door geen enkele liefhebber gebruikt
wordt, hoewel het toch de eenige
juiste benaming is voor onze ge-
jiefde potplant, hebben we het maar
met in het opschrift vermeld.
Menigeen die deze planten in den
zomer buiten heeft gehad, nam ze
m het najaar op en zette ze in huis
in een koele vorstvrije kamer of
kast, waar zij zonder begoten te
worden den winter hebben door
gebracht. Sommigen zetten de plan
ten in volkomen duister, maar ik
zelf bewaar ze s winters op de
badkamer gewoon in het volle licht,
waai ze zelfs den vorigen strengen
winter doorstaan hebben.
Nu het beter weer begint te wor
den, gaat onze aandacht ook weer
naar deze tijdelijk verwaarloosde
olanten uit, die we nu gaarne weer
willen opkweeken om ze in den
zomer weer als tuinversiering te
.runnen gebruiken.
Wie ze in het donker heeft be
waard, kan dan allereerst beginnen,
ue planten in het volle licht te bren
gen, waar we al gauw zien of er nog
leven in zit, en als aat het geval is,
verwijderen we alle oude bladeren
en zetten er zonder schroom het mes
in. Geraniums groeien sterk in de
hoogte, en wanneer we ze thans niet
inkorten, krijgen we krachtelooze
exemplaren, die weinig of niet zullen
bloeien We snijden ze dus flink in,
waarbij we ons niet bekommeren om
ae kleine zwakke scheutjes die in
den winter ontstaan zijn, en die toch
geen levenskracht bezitten.
De planten zullen ons spoedig
haar dankbaarheid toonen, wanneer
we ze thans tot onder de bladaan-
groei insnijden, zoodat er voor het
oogenbiik alleen onoogelijke stomp
jes overblijven, waaruit binnenkort
nieuwe loten zullen ontspruiten,
waardoor de plant zich naar alle
Kanten ontwikkelen, zal en een
inooien gedrongen vorm zal krijgen.
Het is uitstekend om bovendien
een deel van de oude aarde te ver
wijderen en er wat nieuwe door
heen te mengen, met ten overvloede
enkele stukjes houtskool als bemes
ting, waarmee we de planten tijdens
den bloei ook van tijd tot tijd kunnen
verwennen, zij zullen ons met des te
meer bloemen beloonen.
Deze behandeling, speciaal het
inkorten passen we niet toe op de
Pelargonium „Black Vesevius", de
aardige dwergvorm met zijn donkere
blad, die we alleen als kamerplant
zien. Deze kan haar bladertooi be
houden, en volop in de zon gezet
worden, waar zij als alle Geraniums
weinig water Krijgt. Wel is het goed
haar in het voorjaar te verplanten,
waarbij we vooral de kleine pot be
houden. en een mengsel gebruiken
van bladaarde met wat zand, waarin
de plant zich het beste thuis voelt
en zich dan al weer spoedig met haar
vurige oranje scharlaken bloemen
zal tooien.
MOLSLA.
Zou er wel één groente te vinden
zijn, waarvan de cultuur zoo een
voudig is en zoo weinig zorg ver
eischt als de Molsla? En toch is het
voor de meeste menschen een onbe
kende lekkernij, en slechts weinigen
weten dat het onze gevreesde paarde
bloem is, in onze tuinen als lastig on
kruid geweerd, die de smakelijke
molsla levert, voor fijnproevers wer
kelijk een delicatesse.
De naam ontleent zij aan het dier.
dat haar groei mogelijk maakt, want
in de natuur ontwikkelen zich de
malsche blaadjes onder de door de
mollen opgeworpen aarde. Daar be
vinden zich meestal wel eenige wor
tels van de paardebloem, die in het
vroege voorjaar uhloopen, en de zoo
ontstane blaadjes die geheel van het
licht afgesloten zijn, en dus van zelf
gebleekt worden, kunnen geoogst
worden, door ze uit te steken, een
werkje dat vroeger zeer veel door
arme menschen werd gedaan, die de
molsla langs de deuren trachtten te
verkoopen. Het oogsten kan slechts
in het vroege voorjaar geschieden,
omdat, zoodra de zon meer kracjit
ontwikkelt, de blaadjes boven de
aarde gaan uitgroeien, een groene
kleur aannemen en als groente waar
deloos zijn geworden.
We behoeven echter niet alleen
van de mollen afhankelijk te zijn en
kunnen ook heel goed zelf molsla
kweeken, waarbij we de mollen imi-
teeren, en de plantjes in het najaar
met aarde dekken. Hoewel molsla
geen eischen stelt, is het goed om
diep te spitten, opdat we flinke
'wortels kunnen kweeken. Het is niet
noodig er een zonnig plekje voor af
te staan, want ook onder opgaand ge
boomte of struikgewas zal molsla
kunnen groeien.
In Maart of April kunnen we zelf
zaaien, en dat doen we op rijen, 25
c.M. uit elkaar, en dan dunnen we
later uit, zoodat de plantjes 10 c.M
tusschenruimte krijgen. Hoe onge
stoorder ze gedurende den zomer
kunnen groeien, hoe dikker in het
najaar de wortels zullen zijn, en dus
houden we het bed onkruidvrij, het
geen eigenaardig klinkt, omdat we
immers bezig zijn een onkruid te
kweeken. Door bij opvolging een
deel der plantjes met aarde te dek
ken, kunnen we eenigen tijd achter
een van een zelfde bed oogsten,
's Winters is een bedekking van
stroo, blad of riet wel gewenscht,
opdat de koude den groei niet zal
remmen.
Tijdens de bloeiperiode snijden we
aile bloemstengels af, niet alleen om
sterkere planten te krijgen, maar
tevens om te voorkomen dat de paar
debloemen onzen tuin gaan ver
knoeien, want haar talrijke zaad
pluizen zorgen meer voor het na
geslacht dan ons lief is.
Als groente wordt zij klaar ge
maakt met een bloem- en melk-
sausje op de manier van andijvie, en
eventueel afgemaakt met nootmus
kaat.
A. C. MULLERIDZERDA.
Spring dan toch Emma.
Dit is geen winter meer, dit is
voorjaar. Hoog oprijzend nog kale,
maar door lentezon omspeelde, in
voorjaarsglans blinkende beukestam-
men. Paarse gloed over de kruinen
van iepen en berken; paarse tinten
over de bouwakkers. Alom het prille
lied van mees en vink en merel. En
het licht, het over alles zich uitstor
tende, milde, heerlijke licht, waarin
iets is dat niet meer van den winter
heeten mag, dat volop voorjaarsch
genoemd worden moet.
Dit is een uur, dat uitlokt om eens
naar de reigers te gaan zien. Ver
behoef ik er niet voor van huis te
gaan, als ik op de fiets stap, ben ik
cr binnen de tien minuten. Er ilgt
hier, als ik onze laan uit en een
stukje Corverboscli door ben, een
aaneengeschakelde reeks prachtige,
deels in het bezit van Natuurmonu
menten gekomen, oude landgoederen,
waarvan Gooilust en Hilvërbeek de
voornaamste zijn en daar hebben de
reigers een veilige en uitgebreide
kolonie, die wel van eeuwen her da
teeren zal. Van eeuwen her. Als je
bier zoo door de statige beuken
lanen van het oude landgoed dwaalt,
eenzaam meest, want slechts leden
van Natuurmonumenten hebben hier
toegang en dat aantal is helaas be
trekkelijk klein dan kun je je in
je gedachten vrij gemakkelijk naar
oude tijden overplaatsen.
Het gerucht van de wereld is,
wanneer niet toevallig een vlieg
machine voorbijgaat, hier ver. De
hooge hemel, het warme lentelicht,
de schichtige voorbijgang van een
eekhoorn, het meezengetwinkel, de
vinkeslag, het merellied, de hoog
opstrevende stoere beukestammen,
het mos aan hun voet, het ijs als
laatste winterrest in de grachten en
daar hoog in de kruinen de reiger-
nesten en het roepen en vliegen
van de vogels, dat alles is er nu,
het was er, het was hier een eeuw.
het was er eeuwen geleden. In
stilten en stormen van vroeger en
van nu is het hetzelfe gebleven. De
zachte adem van de jonge lente is
er al zoovele keeren over heen ge
gaan na de verstarring van den
wintertijd, zooveel welige zomers en
stil-pralende of fel door stormen
bewogen herfsten gingen voorbij,
maar dit bleef wisseling en ver
gankelijkheid trotseeren.
En deze reigers, hun eigenaardig
krijschend roepen, hun rusteloos
vliegen, staan straks, roerloos
aan den waterkant langs de weide-
randen rondom, het hoort bij ons
landschap, zooals het daar sinds jaar
en dag onder de hemelen ligt. Ik
houd van deze reigergestalten en het
is mij een vreugde ze op dit vroege
Maartsche uur weer te mogen be
groeten: lenteboden ook zij. Want
ja, mijn verwachting, dat ze, al is
het nog geen half Maart, er wel
weer zijn zullen en wel weer met de
voorbereidselen voor den broedtijd
bezig zullen zijn, wordt vervuld.
Eerst lijkt het wel even van niet,
van nóg niet, de eerste boomen zijn
wel gevuld met per boom een zes-,
een acht-, een tiental oude nesten,
maar het lawaai, dat opklinkt, is van
de kraaien afkomstig, die aan den
rand van de reigerkolonie het geluid
der reigers overstemmen. Maar al
heel gauw, als ik de eerste nestboo-
men gepasseerd ben, zie ik de rei
gers zelf ook klaar zich afteekenend
tegen den helderen, zonnigen hemel.
Wie op een mooien zomeravond den sterrenhemel aandachtig
beschouwt, ziet, met het bloote oog althans, niet anders dan
sterren. De helderste daarvan, de sterren van de eerste grootte
kent iedereen, die zich een beetje voor de sterrenkunde interesseert,
wel bij name. De meeste mensehen Kunnen ook wel de voor
naamste sterrenbeelden onderscheiden, te beginnen met de po
pulaire Groote Beer, of, als het winter is, het sterrenbeeld Orion,
dat ook heel makkelijk is te herkennen, maar daarmee houdt het
dan ook op. Nemen we echter aen kleinen kijker ter hand, dan
schouwt ons oog nog veel meer wonderen dan we ooit hadden
kunnen denken. In de eerste plaats zijn we dan al in staat om
enkele van de meest bekende dubbelsterren te scheiden, maar in
enkele gevallen komen we dan ook terecht bij zwak lichtende
vlekjes op sommige punten aan den hemel. Het zijn de zooge
naamde nevelvlekken, die sinds lang de astronomen bezighouden,
wijl men van den beginne af aan de haast intuïtieve gedachte
heeft gehad, dat men door een nauwkeurige bestudeering van
deze nevelvlekken en hun geira gingen zou kunnen doordringen
tot een van de diepste geheimen van het heelal, namelijk het
mysterie van het ontstaan van zonnestelsels en werelden.
INDERDAAD heeft deze studie
belangrijke hypothesen opgeleverd
niet alleen hoeveel zekerheden
van thans zijn vroeger niet ook hy
pothesen geweest? maar boven
dien inzicht in en bevredigend ant
woord op tal van vragen gegeven.
Men moet namelijk weten, dat men
tegenwoordig scherp onderscheid
maakt tusschen twee soorten van
nevelvlekken, en wel tusschen de
zoogenaamde spiraalnevels en andere
verschijningen van „nevelachtigen"
vorm. Naar de moderne astronomie
leert bestaat er inderdaad een fun
damenteel onderscheid tusschen de
gewone" nevels, die verschillenden
vorm kunnen hebben, en de nevels,
die een duidelijken spiraalvorm
vertoonen. Ter meerdere verduidelij
king zij opgemerkt, dat de laatsten
met het bloote oog heelemaal niet
zijn te zien, en sommige van de e-
„gewone" nevels, die verschillenden
plekjes aan den hemel, ten minste
als deze volkomen helder is en men
over een scherp en geoefend oog
beschikt.
Hoe het zij, de spiraalnevels dan,
die alleen zichtbaar zijn in de sterk
ste kijkers, blijken te zijn, naar men
thans vrij algemeen aanneemt, zelf
standige melkwegstelsels, dus im
mense opeenhoopingen van sterren,
die in één stelsel bij elkaar behooren,
zooals ook ons zonnestelsel deel uit
maakt van den melkweg, dien wij
als een lichtende band op heldere
avonden langs den hemel zien ge
slingerd; zulk een melkwegstelsel,
bestaande uit millioenen en mil-
lioenen vaste sterren, zijn dus de
spiraalnevels ook. Men is er in ge
slaagd iets omtrent deze nevels te
weten te komen, niet het minst dooi
den spectroscoop, het tegenwoordig
volkomen onmisbare instrument voor
den astronoom, dat den aardmensch
al heel wat geheimen omtrent de
sterrenwereld ontsluierd heeft.
De spectroscoop dan heeft den
onderzoekers verteld, dat deze ster
renstelsels zich met ongelooflijK
groote snelheden van ons verwijde
ren, snelheden, waarvan wij ons een
voudig geen voorstelling kunnen ma
ken. Bovendien neeft het licht, dat
zij uitstralen, millioenen jaren noo
dig om tot ons te komen, zoodat deze
nevels zich, naar onze wijze van
voorstellen, wel aan de uiterste gren
zen van het heelal moeten bevinden.
En toch weten wij zeker, dat zij met
ongelooflijk groote snelheden zich
steeds verder van ons verwijderen.
Hoe moet dat dan zoo zal de
nuchtere mmsch vragen met dal
heelal? Is dat dan oneindig groot,
of heeft het ook zijn grenzen?
UITERMATE moeilijke vraag, uiter
mate moeilijk te beantwoorden, om
dat wij, bij het in beschouwing ne
men van het heelal, ons gaan bege
ven op een terrein, waarop onze zin
tuigen en ons voorstellingsvermogen
ons volkomen in den steek laten,
namelijk op het gebied van de meer
dere dimensies. Wij, aardsche ïen-
schen, zijn nu eenmaal gebonden
aan onze drie afmetingen, lengte,
breedte en diepte, en kunnen ons
eenvoudig niet indenken, dat er ook
een mogelijkheid van meerdere di
mensies bestaat: de wiskunde werkt
er mee, zooals zij ook zonder eenige
moeite met drie dimensies arbeid-:
Alleen ons voorstellingsvermogen
laat ons in den steek, en daarom zul
len wij er in dit bestek ook niet
verder op in gaan. Slechts zij gecon
stateerd, dat wij hiermede vlak in
de buurt zijn geweest van de beken
de theorie omtrent het uitdijende
heelal, ten aanzien waarvan onze
landgenoot prof. de Sitter zich groote
verdiensten heeft verworven.
Tot zoover de geheimzinnige spi
raalnevels, die dus in feite geen
nevels zijn, waaromtrent wfj dus
nooit veel meer te weten zullen
komen, waarschijnlijk.
De andere nevels zijn groote
gasmassa's en wonen, om het nu
zoo maar eens uit te drukken,
veel dichter bij de deur, want zij
behooren allemaal tot ons eigen
melkwegstelsel, waartoe ook ons
zonnestelsel behoort. Wat niet
wegneemt, dat ze toch nog dik
wijls honderden lichtjaren
een lichtjaar is de afstand, welke
het licht in een jaar aflegt van
ons verwijderd zijn.
De studie van deze nevels nu, heeft
eenige bijzondere feiten aan het
licht gebracht. Het is namelijk ge-
oleken, uit verschillende onderzoe-
kingèn, dat deze nevels, die inder
daad geweldig groote lichtende gas
massa's blijken te zijn, die ergens in
het heelal ronddrijven, hoogstwaar
schijnlijk ontstaan zijn ten gevolge
van het opvlammen van een nieuwe
ster, een zoogenaamde nova.
Zoo af en toe leest men wel eens,
dat er een nieuwe ster is ontdekt, of
dat een tot nog toe heel lichtzwak
sterretje plotseling veel helderder
wordt, en dan soms zelfs met het
bloote oog zichtbaar wordt. Men
neemt aan, dat zulk een feit veroor
zaakt wordt door de een of andere
catastrofe in het wereldruim, een
ontploffing op geweldige schaal, een
botsing met een ander hemellichaam,
of iets dergelijks, waardoor enorm
hooge temperaturen ontstaan. Bij een
van de jongste novae nu heeft men
kunnen constateeren, dat zij zich
langzamerhand met een nevelrïng
omhulde, welke geregeld in omvang
toenam, totdat de nova in een reus-
achtigen lichtenden nevel kwam te
liggen.
De moeilijkheid was echter alleen,
dat men van verschillende nevels, die
al jaren bekend zijn, geen centrale
ster kende, doch toen men eenmaal
op groote schaal fotografische platen
ging gebruiken, kwamen die cen
trale sterren van die nevels ook voor
den dag: zij straalden grootendeels
ultra violet licht uit, dat, zooals men
weet, door het menschelijk oog niet
kan worden waargenomen, doch door
de fotografische plaat wel. En aan
gezien deze sterren de heetste zijn,
lag de conclusie voor de hand, dat
zij ook de jongste in de heele ver
zameling zijn.
Zoo zijn er uitgestrekte nevels, die
het menschelijk oog nog nooit heeft
aanschouwd, omdat zij geheel en al
ultra violet licht uitzenden. Zoo is
bijvoorbeeld de beroemde nevel in
Orion, het groote sterrenbeeld, dat
onzen winterschen hemel opluistert,
veel en veel grooter, dan hij met den
kijker schijnt te zijn. Hij blijkt een
donkere gasmassa te zijn, die weer
lichtend wordt gemaakt door eenige
zeer heete ultra violette sterren,
welke er vlak in de buurt staan.
Nog een enkel woord over die
lichtjaren, de astronomische eénheid
van afstand. Als wij ons zouden kun
nen verplaatsen naar een ster, die
op 400 lichtjaren afstand van ons
ligt, en wij zouden bovendien nog in
staat zijn, om vandaar op onze eigen
aarde te blikken, dan zouden wij
natuurlijk kunnen zien, wat er zich
400 jaar geleden op aarde afspeelde.
Het is een merkwaardige gedachte,
dat er in de wereldruimte nog plaat
sen zijn, waar wij de veelbewogen
geschiedenis van het menschelijk ge
slacht op aarde nog op den voet
zouden kunnen volgen, als het ware
geprojecteerd tegen de eeuwigheid.
Óns verleden „leeft" nog ergens. Is
er dan veel fantasie voor noodig om
te stellen, dat ook onze toekomst
reeds ergens „leeft"?
Wij hadden het zoo juist over de
novae. Veronderstel eens, dat zoo'n
nieuwe ster op 800 lichtjaren van ons
verwijderd staat. Wij zien dan de
ster opvlammen, wij constateeren
een catastrophe in het heelal, doch in
feite heeft die gebeurtenis 800 jaar
geleden plaats gehad
Ze zijn er weer en ze zullen nu
weer de weken vullen met de ge
spannenheid en de bedrijvigheid
van den drukken tijd, die hen
wacht.
Het aantal gaat, voor ons land als
geheel gesproken, stellig niet voor
uit. Al zijn zij daarvan niet de ergste
slachtoffers, omdat het niet bepaald
moerasvogels zijn in engeren zin,
toch zullen de vele ontginningen
der laatste decennia daar wel de
grootste oorzaak van zijn, terwijl
pok de strenge winterseizoenen der
laatste jaren onder de dtterwThTS*
raars heel wat slachtoffers hebben
gevraagd.
Gelukkig dat er op vele plaatsen
in ons land hier en elders kleinere
of meer uitgebreide reigerkolonies
zijn, die overal waar zij voorkomen,
in eere mogen worden gehouden.
Een uitgebreide reigerbevolking
behoort vanouds bij ons landschap
en moge er tot in lengte van dagen
een belangrijk onderdeel, een
schoone tooi van blijven vormen.
A. L. B.