ummuiiiTtii SUS 52 u. SKttuua- ALBAHIË42'hc. NEVELVLEKKEN. J FILMNIEUVUS AMSTERDAMSCHE BEURS LAA1STE BERlChTEN N.V. v.h. Herms. Goster Zn, DESKUNDIG KLEINE TUINEN Voorjaar bij itigers. TWEEDE ELAD. 3 DE POSTMEESTER. Harmonie-Theater. Deze Wien-film van de Ufa maakt reeds eenige maanden een triomftocht door ons land. Van morgen af draait zij in het Har monie-Theater. De boeiende novel le van A. S. Puschkin heeft reeds eerder als onderwerp voor een firm gediend. Thans is echter de geschiedenis van den Russischen postmeester en zijn knappe dochter Dunja, is een nieuw Ufa-werk tot leven gekomen. Een boeiend kunst werk van buitengewone kwaliteit, mede door de sterke bezetting. Heinrich George speelt nl. in de titelrol één zijner grootste succes sen, terwijl Hilda Krahl door haar uitbeelding van Dunja sterk de aandacht heeft getrokken. Verder vervullen Siegfried Breuer en Hans Holt belangrijke rollen in deze film van fel oplaaiende hartstoch ten. SINGENDE JUGEND. City-Theater. De zoo mooie en meermalen ont roerende film van de Wiener San- gerknaben komt in het City-Theater en zal ook nu weer velen boeien. Want er gaat van deze fraaie zang en speelfilm een bijzondere aan trekkingskracht uit. Het natuurlijk spel der jongens, de vriendschap van Toni met den straatmuzikant en de moederlijke liefde van Zuster Maria voor den kleinen zanger zul len ook nu .niet nalaten grooten indruk te maken. ROZEN IN TIROL. Victoria-Theater. Naar motieven van de operette „Der Vogelhandier" is een schitte rende amusementsfilm vervaardigd die thans met Marte Harell en on zen landgenoot Johan Heesters in de hoofdrollen haar entree in ons land heeft gemaakt en reeds mor gen in het Victoria-Theater alhier zal worden vertoond. Naast het goede spel en den fraaien zang der hoofdpersonen, trekken bijzonder de aandacht de drie komische krachten Hans Moser, Theo Lingen en Leo Slezak, die in de alleraardigste geschiede nis voor groote vroolijkheid zorgen. Dat het milieu, waarin de film speelt, gelegenheid biedt voor prachtige opnamen spreekt van zelf zoodat alle factoren voor een succes aanwezig zijn. OPGAVE AMSTERDAMSCHE BANK N.V. Bijkantoor Alkmaar, van Donderdag 13 Maart 1941 tark. y?5/8 951/2. 805/16 851/M .1097, STAATSLEEN1NGEN. 4 Nederland 1941 4 Nederland 1940 II 3— 3% Nederl. 1938 3 Ned.-lndië 1937 BANK-INSTELLINGEN Amsterd Bank Hande' Mij. Cert. v. 250 1183/4 Koloniale Bank. .1(1 Ned. lnd. Handelsbank 120 IND. OND. B1NNENL. Alg. Kunstzijde Unie 97 CaTvé Delft Cert. 64 Nederl Ford335 Lever Bros 104 Phil. Gloeil. Gem. Bezit D2 IND. OND. BUITENL. Am. Smelting Anaconda Bethleh Steel Cities Service General Motors Kennecott Copper North American Rayon Republic Steel Standard Brands Steel comm CULTUUR MAATSCH. H. V. A Java Cultuur Ned. Ind Suiker Unie Verg. Vorstenlanden PETROLEUM. Kon. Petr. Phillips Oil 33 Shell Union Tide Water RUBBERS. Amsterd. Rubber Deli Bat. Rubber Hessa Rubber Oostkust Serbadjadi Interc. Rubber SCHEEPVAARTEN. HollandAmerika lijn JavaChina—Japan lijn 139 Kon. Ned. Stoomboot 14272 Scheepvaart Unie 166i/s TABAKKEN. Deli Batavia .182 Oude Deli ,228 Senembah193 AMER. SPOORWEGEN. Atchison lopeka 249/16 Illinois Central 93/„ Southern Pacific 103/4 Southern Railw. 1 al/a Union Pacific .817s Can Pac 43/. OFFICIEELE VALUTAKOERSEN DER NEDERLANDSCHE BANK, 13 MAART. Schrift, en tel. transacties. Valuta's: New-York 1.88 3/16—1.88 9/16; Ber lijn 75.28—75.43; Brussel 30.11—30.17; Helsinki 3.813.82; Stockholm 44.81 tot 44.90; Zurich 43.63—43.71. Bankpapier: Berlijn 75.1975.34; New-York I.86K1.90 1/4; Brussel 30.08—30.20; Stockholm 44.7644.94; Zurich 43.59 tot 43.75, 43 2U/, 79 5i3/10 497/s 343/, 223/8 231/, 5l/s 62 .394 .233 240 110 218 n'%6 913/,6 .261 .203 .135 152 125 43/, .108 plm 2 u 9'% 9Ws 86 551/s i J97 118 171 121 963/, 64 337 1031/, 190 42 28 79 5'/, 49Vs 35 227, 24 5% 627, 398 237 237 1J9 217 323U 12 93/, 259 203 135 150 123 4%e 1087, 139 142 166 177% 2267 188 243/, 98/, 103/, 14 82 4% De Haagsche Courant schreef b.v. o.m.: Onder de bekwame regie van Geza von Bolvary is „Rozen in Tirol" een bewerking van „Der Vogelhandier" een operettefilm van de zeer goede soort geworden, een werk dat in alle opzichten aan de hoogste eischen voldoet. De technische bewerking is in één woord af, de opzet is grootsch en de inhoud is rijk aan geest zoodat men niet alleen vol bewondering de in teressante gebeurtenissen volgt maar zich bovendien kostelijk amu seert om de malle situaties, waarin de vorst van Lichtenberg komt te verkeeren. En buitendien beleeft men veel vreugde aan de voortref felijke uitbeelding der hoofdrollen. TWEE VAN DEN ZUID-EXPRESS. Roxy-Theater. Een sensationeele speelfilm, die laat zien welk een fatalen invloed een jonge lichtzinnige vrouw uit oefent op het leven van twee goede vrienden, den machinist en den sto ker van den geweldigen D-Trein locomotief. Marie speelt met het geluk van deze beide mannen, haat ontstaat zelfs tusschen deze beide, maar' juist bijtijds worden hun de oogen geopend en samen staan de vrienden dan weer op de loco motief. Trude Berliner, Otto Wernecke en Ernst Busch vervullen de hoofd rollen. (Ongecorrigeerd.), TWINTiGDUIZEND CiUlMja^AÜil IN SJANGHAI OP STRAAT GESTORVEN. Sjanghai, 13 Mrt- (D.N.B.) Bijna 20.OU Chineezen zijn in den loop van het vorige jaar in de straten van Sjanghai dood gevonden, naar blijkt uit het zooeven verschenen jaarrapport van het bureau voor gezondheid van de internationale nederzetting. In kringen te Sjanghai heeft dit bericht groot opzien ge baard. Men verklaart hier, dat het feit, dat duizenden Chineezen dood- gevroeren en verhongerd zijn ge vonden, een kras licht werpt op de in de Chineesche handelsmetropool heerschende ellende. DE UITWERKING VAN DUITSCHE LUCHTAANVALLEN. Berlijn, 13 Mrt. (D.N.B.) De alumi- niumfabriek Fort William aan de Westkust van Schotland is op 12 Maart gebombardeerd, waarbij het noordwestelijke deel van de fabriek hevig getroffen werd. Nog op een afstand van vijftig km waren groote brandhaarden voor de vliegtuigbe- itianningen zichtbaar. GEVECHTSACTIE AAN HET ALBANEESCHE FRONT TOEGENOMEN. Belgrado, 13 Mrt. (D.N.B.) De Politika meldt uit Saloniki, dat volgens van het front ontvangen berichten, de gevechtsactie aan het Albaneesche front nog steeds toe neemt. De aandacht der militaire kringen blijft gericht op het centrale front, waar zware bloedige gevech ten gaande zijn. Van beide "zijden zijn de aanvallen gisteravond ver scherpt. De luchtmacht heeft in de gevechten een groot aandeel. Voordam Alkmaar Tel. 3320 Zeg ik kan van hier niets zien. Laat mij het dan eens probee- ren, ik kjjjk seheeL opgebouwde reclame-cam pagne9 voor een goed ar tikel ol eeo goede taak, systematisch In couranten gevoerd, moeten (lagen. Kind verdronken. - Het twee jarige zoontje van de familie Blok te Achterveld bij Amersfoort is gis teren te water geraakt en verdronken. OVERGEHOUDEN GERANIUMS. Aangezien het woord Pelargonium door geen enkele liefhebber gebruikt wordt, hoewel het toch de eenige juiste benaming is voor onze ge- jiefde potplant, hebben we het maar met in het opschrift vermeld. Menigeen die deze planten in den zomer buiten heeft gehad, nam ze m het najaar op en zette ze in huis in een koele vorstvrije kamer of kast, waar zij zonder begoten te worden den winter hebben door gebracht. Sommigen zetten de plan ten in volkomen duister, maar ik zelf bewaar ze s winters op de badkamer gewoon in het volle licht, waai ze zelfs den vorigen strengen winter doorstaan hebben. Nu het beter weer begint te wor den, gaat onze aandacht ook weer naar deze tijdelijk verwaarloosde olanten uit, die we nu gaarne weer willen opkweeken om ze in den zomer weer als tuinversiering te .runnen gebruiken. Wie ze in het donker heeft be waard, kan dan allereerst beginnen, ue planten in het volle licht te bren gen, waar we al gauw zien of er nog leven in zit, en als aat het geval is, verwijderen we alle oude bladeren en zetten er zonder schroom het mes in. Geraniums groeien sterk in de hoogte, en wanneer we ze thans niet inkorten, krijgen we krachtelooze exemplaren, die weinig of niet zullen bloeien We snijden ze dus flink in, waarbij we ons niet bekommeren om ae kleine zwakke scheutjes die in den winter ontstaan zijn, en die toch geen levenskracht bezitten. De planten zullen ons spoedig haar dankbaarheid toonen, wanneer we ze thans tot onder de bladaan- groei insnijden, zoodat er voor het oogenbiik alleen onoogelijke stomp jes overblijven, waaruit binnenkort nieuwe loten zullen ontspruiten, waardoor de plant zich naar alle Kanten ontwikkelen, zal en een inooien gedrongen vorm zal krijgen. Het is uitstekend om bovendien een deel van de oude aarde te ver wijderen en er wat nieuwe door heen te mengen, met ten overvloede enkele stukjes houtskool als bemes ting, waarmee we de planten tijdens den bloei ook van tijd tot tijd kunnen verwennen, zij zullen ons met des te meer bloemen beloonen. Deze behandeling, speciaal het inkorten passen we niet toe op de Pelargonium „Black Vesevius", de aardige dwergvorm met zijn donkere blad, die we alleen als kamerplant zien. Deze kan haar bladertooi be houden, en volop in de zon gezet worden, waar zij als alle Geraniums weinig water Krijgt. Wel is het goed haar in het voorjaar te verplanten, waarbij we vooral de kleine pot be houden. en een mengsel gebruiken van bladaarde met wat zand, waarin de plant zich het beste thuis voelt en zich dan al weer spoedig met haar vurige oranje scharlaken bloemen zal tooien. MOLSLA. Zou er wel één groente te vinden zijn, waarvan de cultuur zoo een voudig is en zoo weinig zorg ver eischt als de Molsla? En toch is het voor de meeste menschen een onbe kende lekkernij, en slechts weinigen weten dat het onze gevreesde paarde bloem is, in onze tuinen als lastig on kruid geweerd, die de smakelijke molsla levert, voor fijnproevers wer kelijk een delicatesse. De naam ontleent zij aan het dier. dat haar groei mogelijk maakt, want in de natuur ontwikkelen zich de malsche blaadjes onder de door de mollen opgeworpen aarde. Daar be vinden zich meestal wel eenige wor tels van de paardebloem, die in het vroege voorjaar uhloopen, en de zoo ontstane blaadjes die geheel van het licht afgesloten zijn, en dus van zelf gebleekt worden, kunnen geoogst worden, door ze uit te steken, een werkje dat vroeger zeer veel door arme menschen werd gedaan, die de molsla langs de deuren trachtten te verkoopen. Het oogsten kan slechts in het vroege voorjaar geschieden, omdat, zoodra de zon meer kracjit ontwikkelt, de blaadjes boven de aarde gaan uitgroeien, een groene kleur aannemen en als groente waar deloos zijn geworden. We behoeven echter niet alleen van de mollen afhankelijk te zijn en kunnen ook heel goed zelf molsla kweeken, waarbij we de mollen imi- teeren, en de plantjes in het najaar met aarde dekken. Hoewel molsla geen eischen stelt, is het goed om diep te spitten, opdat we flinke 'wortels kunnen kweeken. Het is niet noodig er een zonnig plekje voor af te staan, want ook onder opgaand ge boomte of struikgewas zal molsla kunnen groeien. In Maart of April kunnen we zelf zaaien, en dat doen we op rijen, 25 c.M. uit elkaar, en dan dunnen we later uit, zoodat de plantjes 10 c.M tusschenruimte krijgen. Hoe onge stoorder ze gedurende den zomer kunnen groeien, hoe dikker in het najaar de wortels zullen zijn, en dus houden we het bed onkruidvrij, het geen eigenaardig klinkt, omdat we immers bezig zijn een onkruid te kweeken. Door bij opvolging een deel der plantjes met aarde te dek ken, kunnen we eenigen tijd achter een van een zelfde bed oogsten, 's Winters is een bedekking van stroo, blad of riet wel gewenscht, opdat de koude den groei niet zal remmen. Tijdens de bloeiperiode snijden we aile bloemstengels af, niet alleen om sterkere planten te krijgen, maar tevens om te voorkomen dat de paar debloemen onzen tuin gaan ver knoeien, want haar talrijke zaad pluizen zorgen meer voor het na geslacht dan ons lief is. Als groente wordt zij klaar ge maakt met een bloem- en melk- sausje op de manier van andijvie, en eventueel afgemaakt met nootmus kaat. A. C. MULLERIDZERDA. Spring dan toch Emma. Dit is geen winter meer, dit is voorjaar. Hoog oprijzend nog kale, maar door lentezon omspeelde, in voorjaarsglans blinkende beukestam- men. Paarse gloed over de kruinen van iepen en berken; paarse tinten over de bouwakkers. Alom het prille lied van mees en vink en merel. En het licht, het over alles zich uitstor tende, milde, heerlijke licht, waarin iets is dat niet meer van den winter heeten mag, dat volop voorjaarsch genoemd worden moet. Dit is een uur, dat uitlokt om eens naar de reigers te gaan zien. Ver behoef ik er niet voor van huis te gaan, als ik op de fiets stap, ben ik cr binnen de tien minuten. Er ilgt hier, als ik onze laan uit en een stukje Corverboscli door ben, een aaneengeschakelde reeks prachtige, deels in het bezit van Natuurmonu menten gekomen, oude landgoederen, waarvan Gooilust en Hilvërbeek de voornaamste zijn en daar hebben de reigers een veilige en uitgebreide kolonie, die wel van eeuwen her da teeren zal. Van eeuwen her. Als je bier zoo door de statige beuken lanen van het oude landgoed dwaalt, eenzaam meest, want slechts leden van Natuurmonumenten hebben hier toegang en dat aantal is helaas be trekkelijk klein dan kun je je in je gedachten vrij gemakkelijk naar oude tijden overplaatsen. Het gerucht van de wereld is, wanneer niet toevallig een vlieg machine voorbijgaat, hier ver. De hooge hemel, het warme lentelicht, de schichtige voorbijgang van een eekhoorn, het meezengetwinkel, de vinkeslag, het merellied, de hoog opstrevende stoere beukestammen, het mos aan hun voet, het ijs als laatste winterrest in de grachten en daar hoog in de kruinen de reiger- nesten en het roepen en vliegen van de vogels, dat alles is er nu, het was er, het was hier een eeuw. het was er eeuwen geleden. In stilten en stormen van vroeger en van nu is het hetzelfe gebleven. De zachte adem van de jonge lente is er al zoovele keeren over heen ge gaan na de verstarring van den wintertijd, zooveel welige zomers en stil-pralende of fel door stormen bewogen herfsten gingen voorbij, maar dit bleef wisseling en ver gankelijkheid trotseeren. En deze reigers, hun eigenaardig krijschend roepen, hun rusteloos vliegen, staan straks, roerloos aan den waterkant langs de weide- randen rondom, het hoort bij ons landschap, zooals het daar sinds jaar en dag onder de hemelen ligt. Ik houd van deze reigergestalten en het is mij een vreugde ze op dit vroege Maartsche uur weer te mogen be groeten: lenteboden ook zij. Want ja, mijn verwachting, dat ze, al is het nog geen half Maart, er wel weer zijn zullen en wel weer met de voorbereidselen voor den broedtijd bezig zullen zijn, wordt vervuld. Eerst lijkt het wel even van niet, van nóg niet, de eerste boomen zijn wel gevuld met per boom een zes-, een acht-, een tiental oude nesten, maar het lawaai, dat opklinkt, is van de kraaien afkomstig, die aan den rand van de reigerkolonie het geluid der reigers overstemmen. Maar al heel gauw, als ik de eerste nestboo- men gepasseerd ben, zie ik de rei gers zelf ook klaar zich afteekenend tegen den helderen, zonnigen hemel. Wie op een mooien zomeravond den sterrenhemel aandachtig beschouwt, ziet, met het bloote oog althans, niet anders dan sterren. De helderste daarvan, de sterren van de eerste grootte kent iedereen, die zich een beetje voor de sterrenkunde interesseert, wel bij name. De meeste mensehen Kunnen ook wel de voor naamste sterrenbeelden onderscheiden, te beginnen met de po pulaire Groote Beer, of, als het winter is, het sterrenbeeld Orion, dat ook heel makkelijk is te herkennen, maar daarmee houdt het dan ook op. Nemen we echter aen kleinen kijker ter hand, dan schouwt ons oog nog veel meer wonderen dan we ooit hadden kunnen denken. In de eerste plaats zijn we dan al in staat om enkele van de meest bekende dubbelsterren te scheiden, maar in enkele gevallen komen we dan ook terecht bij zwak lichtende vlekjes op sommige punten aan den hemel. Het zijn de zooge naamde nevelvlekken, die sinds lang de astronomen bezighouden, wijl men van den beginne af aan de haast intuïtieve gedachte heeft gehad, dat men door een nauwkeurige bestudeering van deze nevelvlekken en hun geira gingen zou kunnen doordringen tot een van de diepste geheimen van het heelal, namelijk het mysterie van het ontstaan van zonnestelsels en werelden. INDERDAAD heeft deze studie belangrijke hypothesen opgeleverd niet alleen hoeveel zekerheden van thans zijn vroeger niet ook hy pothesen geweest? maar boven dien inzicht in en bevredigend ant woord op tal van vragen gegeven. Men moet namelijk weten, dat men tegenwoordig scherp onderscheid maakt tusschen twee soorten van nevelvlekken, en wel tusschen de zoogenaamde spiraalnevels en andere verschijningen van „nevelachtigen" vorm. Naar de moderne astronomie leert bestaat er inderdaad een fun damenteel onderscheid tusschen de gewone" nevels, die verschillenden vorm kunnen hebben, en de nevels, die een duidelijken spiraalvorm vertoonen. Ter meerdere verduidelij king zij opgemerkt, dat de laatsten met het bloote oog heelemaal niet zijn te zien, en sommige van de e- „gewone" nevels, die verschillenden plekjes aan den hemel, ten minste als deze volkomen helder is en men over een scherp en geoefend oog beschikt. Hoe het zij, de spiraalnevels dan, die alleen zichtbaar zijn in de sterk ste kijkers, blijken te zijn, naar men thans vrij algemeen aanneemt, zelf standige melkwegstelsels, dus im mense opeenhoopingen van sterren, die in één stelsel bij elkaar behooren, zooals ook ons zonnestelsel deel uit maakt van den melkweg, dien wij als een lichtende band op heldere avonden langs den hemel zien ge slingerd; zulk een melkwegstelsel, bestaande uit millioenen en mil- lioenen vaste sterren, zijn dus de spiraalnevels ook. Men is er in ge slaagd iets omtrent deze nevels te weten te komen, niet het minst dooi den spectroscoop, het tegenwoordig volkomen onmisbare instrument voor den astronoom, dat den aardmensch al heel wat geheimen omtrent de sterrenwereld ontsluierd heeft. De spectroscoop dan heeft den onderzoekers verteld, dat deze ster renstelsels zich met ongelooflijK groote snelheden van ons verwijde ren, snelheden, waarvan wij ons een voudig geen voorstelling kunnen ma ken. Bovendien neeft het licht, dat zij uitstralen, millioenen jaren noo dig om tot ons te komen, zoodat deze nevels zich, naar onze wijze van voorstellen, wel aan de uiterste gren zen van het heelal moeten bevinden. En toch weten wij zeker, dat zij met ongelooflijk groote snelheden zich steeds verder van ons verwijderen. Hoe moet dat dan zoo zal de nuchtere mmsch vragen met dal heelal? Is dat dan oneindig groot, of heeft het ook zijn grenzen? UITERMATE moeilijke vraag, uiter mate moeilijk te beantwoorden, om dat wij, bij het in beschouwing ne men van het heelal, ons gaan bege ven op een terrein, waarop onze zin tuigen en ons voorstellingsvermogen ons volkomen in den steek laten, namelijk op het gebied van de meer dere dimensies. Wij, aardsche ïen- schen, zijn nu eenmaal gebonden aan onze drie afmetingen, lengte, breedte en diepte, en kunnen ons eenvoudig niet indenken, dat er ook een mogelijkheid van meerdere di mensies bestaat: de wiskunde werkt er mee, zooals zij ook zonder eenige moeite met drie dimensies arbeid-: Alleen ons voorstellingsvermogen laat ons in den steek, en daarom zul len wij er in dit bestek ook niet verder op in gaan. Slechts zij gecon stateerd, dat wij hiermede vlak in de buurt zijn geweest van de beken de theorie omtrent het uitdijende heelal, ten aanzien waarvan onze landgenoot prof. de Sitter zich groote verdiensten heeft verworven. Tot zoover de geheimzinnige spi raalnevels, die dus in feite geen nevels zijn, waaromtrent wfj dus nooit veel meer te weten zullen komen, waarschijnlijk. De andere nevels zijn groote gasmassa's en wonen, om het nu zoo maar eens uit te drukken, veel dichter bij de deur, want zij behooren allemaal tot ons eigen melkwegstelsel, waartoe ook ons zonnestelsel behoort. Wat niet wegneemt, dat ze toch nog dik wijls honderden lichtjaren een lichtjaar is de afstand, welke het licht in een jaar aflegt van ons verwijderd zijn. De studie van deze nevels nu, heeft eenige bijzondere feiten aan het licht gebracht. Het is namelijk ge- oleken, uit verschillende onderzoe- kingèn, dat deze nevels, die inder daad geweldig groote lichtende gas massa's blijken te zijn, die ergens in het heelal ronddrijven, hoogstwaar schijnlijk ontstaan zijn ten gevolge van het opvlammen van een nieuwe ster, een zoogenaamde nova. Zoo af en toe leest men wel eens, dat er een nieuwe ster is ontdekt, of dat een tot nog toe heel lichtzwak sterretje plotseling veel helderder wordt, en dan soms zelfs met het bloote oog zichtbaar wordt. Men neemt aan, dat zulk een feit veroor zaakt wordt door de een of andere catastrofe in het wereldruim, een ontploffing op geweldige schaal, een botsing met een ander hemellichaam, of iets dergelijks, waardoor enorm hooge temperaturen ontstaan. Bij een van de jongste novae nu heeft men kunnen constateeren, dat zij zich langzamerhand met een nevelrïng omhulde, welke geregeld in omvang toenam, totdat de nova in een reus- achtigen lichtenden nevel kwam te liggen. De moeilijkheid was echter alleen, dat men van verschillende nevels, die al jaren bekend zijn, geen centrale ster kende, doch toen men eenmaal op groote schaal fotografische platen ging gebruiken, kwamen die cen trale sterren van die nevels ook voor den dag: zij straalden grootendeels ultra violet licht uit, dat, zooals men weet, door het menschelijk oog niet kan worden waargenomen, doch door de fotografische plaat wel. En aan gezien deze sterren de heetste zijn, lag de conclusie voor de hand, dat zij ook de jongste in de heele ver zameling zijn. Zoo zijn er uitgestrekte nevels, die het menschelijk oog nog nooit heeft aanschouwd, omdat zij geheel en al ultra violet licht uitzenden. Zoo is bijvoorbeeld de beroemde nevel in Orion, het groote sterrenbeeld, dat onzen winterschen hemel opluistert, veel en veel grooter, dan hij met den kijker schijnt te zijn. Hij blijkt een donkere gasmassa te zijn, die weer lichtend wordt gemaakt door eenige zeer heete ultra violette sterren, welke er vlak in de buurt staan. Nog een enkel woord over die lichtjaren, de astronomische eénheid van afstand. Als wij ons zouden kun nen verplaatsen naar een ster, die op 400 lichtjaren afstand van ons ligt, en wij zouden bovendien nog in staat zijn, om vandaar op onze eigen aarde te blikken, dan zouden wij natuurlijk kunnen zien, wat er zich 400 jaar geleden op aarde afspeelde. Het is een merkwaardige gedachte, dat er in de wereldruimte nog plaat sen zijn, waar wij de veelbewogen geschiedenis van het menschelijk ge slacht op aarde nog op den voet zouden kunnen volgen, als het ware geprojecteerd tegen de eeuwigheid. Óns verleden „leeft" nog ergens. Is er dan veel fantasie voor noodig om te stellen, dat ook onze toekomst reeds ergens „leeft"? Wij hadden het zoo juist over de novae. Veronderstel eens, dat zoo'n nieuwe ster op 800 lichtjaren van ons verwijderd staat. Wij zien dan de ster opvlammen, wij constateeren een catastrophe in het heelal, doch in feite heeft die gebeurtenis 800 jaar geleden plaats gehad Ze zijn er weer en ze zullen nu weer de weken vullen met de ge spannenheid en de bedrijvigheid van den drukken tijd, die hen wacht. Het aantal gaat, voor ons land als geheel gesproken, stellig niet voor uit. Al zijn zij daarvan niet de ergste slachtoffers, omdat het niet bepaald moerasvogels zijn in engeren zin, toch zullen de vele ontginningen der laatste decennia daar wel de grootste oorzaak van zijn, terwijl pok de strenge winterseizoenen der laatste jaren onder de dtterwThTS* raars heel wat slachtoffers hebben gevraagd. Gelukkig dat er op vele plaatsen in ons land hier en elders kleinere of meer uitgebreide reigerkolonies zijn, die overal waar zij voorkomen, in eere mogen worden gehouden. Een uitgebreide reigerbevolking behoort vanouds bij ons landschap en moge er tot in lengte van dagen een belangrijk onderdeel, een schoone tooi van blijven vormen. A. L. B.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 7