ISlIJlfi
c
a
II 6 a "S
IPf
§§*°f
l§«
0-«W
S S a
*°Öf fi
Welke Yoorraadartikelein moeten worden
opgebruikt.
Wenken voor de zuinige
huisvrouw.
Variatie in de bereiding
ran spruitjes.
Aromatische kruiden,
VOOR DE HUISVROUW.
Koolraap smaakt best!
Nu er weer schapen-
vleesch is.
O)
0)
u
0
a
o
ro
2 JP;
«s
JX
O
<u
O
c
"cd
5
o e
O 0.5
«5 o
"*5»
aJ
■O e
01s
a
0
n4
M
m.'e
s«
fc-S
m g
8|
"m"
a> S3
El
s 13
O
15 <u
cd S
'S „A
5H 73 W
a> S) -
-*.» <D
<D ojO H
«J CU
i/ï
a
s -
I e Pi
s? s o
<w> <-> Si
- -3 a a
3b
<5 O ft
33 üo
.8 .sa
0) ;g N
Xt X V
cm 2 -Q
3 O
O) S
M -H O»
3 <D
•r cö
r-, A
CU O
CU £4 CU
«i M £5
W N W
W i^ _j
■>Jj*
MfiS,,
8 ""2 3
H .sf o
■7 H rj w
?ëiz
_Q PH
C
co <i>
H N O ij
<ll 3 ^3^3
.a N a
S<D g -Q W CD
UO p CU
C 5-1 Ui
CD H cU
S-2f'S
uöïg^
"3 <i> w 3 g 0
5K d O
n) -e ti c
ft N ,Q M E
-Ö
*2
CD
73
cö
C bfl
«B-
s
Ui
w
O
CD
<D
-•§ £i:Q
CD *3 o
H rj W G
•a c rid a S
P CU rt Jo co
a-S Nh^
S 2 3
So-ë73
W^sssisss1-1
SjH3fG£l0G^w(D!l!0C
^a!§|S:la.
SSS^;SSSEo:SiS!>
<V Xt rG T3 co-o C l>0
c 73
cd a -
XJ rj w -Hf
<D
I O
'C "O ta
- W).tï
p
H
OT X3 CD
ft
JMg-ë
H H--3 I
°&s.§
x c§
■g 2J
S-Ö w J
N nJ «S -G
CD CO rj O
bO'Ö +a 3
N w W P
I
Het Voorlichtingsbureau van den
Voedingsraad deelt mede:
Nu het voorjaar zijn intrede doet,
is het aan te raden den geregeld ge-
controleerden voorraad nog eens wat
nauwkeuriger na te gaan. Er moet
een splitsing gemaakt worden tus-
schen die artikelen, welke nog lan-
geren tijd bewaard kunnen worden
en die, welke nu dienen te worden
opgebruikt.
De duurzaamheid van bepaalde
voedingsmiddelen is moeilijk vast te
stellen, daar verschillende factoren
hierop hun invloed uitoefenen. Men
weet niet, hoe lang een artikel reeds
bij den fabrikant, grossier of winke
lier gelegen heeft en zoo kan dit
reeds oud geweest zijn, toen het in
het bezit van de huisvrouw kwam.
Vóór alles bedenke men dus, dat
de vochtigheid en de temperatuur
van de lucht, met daarnaast de kwa
liteit en ouderdom van het artikel
een grooten invloed op de duurzaam
heid uitoefenen.
De e i e r e n, in kalk en water
glas, moeten langzamerhand worden
opgemaakt, vooral als het water
glas tot een dikke massa, met hier
en daar scheuren, begint te worden.
Ook de kalkeieren moeten opge
bruikt worden, daar de schalen dun
beginnen te worden.
De ingelegde boter,
waarvan het pekellaagje telkens ver-
verscht werd, moet langzamerhand
opgebruikt worden. Mocht de boter
eenigszins in kwaliteit zijn achteruit
gegaan, dan behoeft deze nog niet
als „bedorven" te worden beschouwd
en worden weggedaan. In de keuken
is ze in den regel nog uitstekend
bruikbaar, als ze eerst verhit wordt.
Hierdoor verdwijnen n.l. de vluchti
ge stoffen en aldus de „ranzige"
smaak.
Het vollemelkpoeder,
dat door het daarin aanwezige melk
vet op den duur ranzig wordt, kan
in het algemeen niet langer dan 36
maanden bewaard worden. Het is
dus aan te raden het poeder, dat den
vorigen zomer gekocht is, nu te ge
bruiken en niet nog eens een warm-
terperiode te laten doormaken.
Taptemelkpoeder daar
entegen, dat weinig vet be
vat, kan althans in een waterdichte
verpakking, veel langer bewaard
worden.
Bij de gecondenseerde melk hangt
het van het merk af of ze langeren
of korteren tijd houdbaar is. Het
beste is, eens een blikje te probeeren
en afhankelijk daarvan den voorraad
snel of geleidelijk op te maken.
Spek, worst en gedroogd
vleesch moeten, al naar de bewaar
plaats, langzamerhand opgebruikt
worden. Goed geweckt of ingeblikt
vleesch kan bewaard blijven.
Heeft men nog een vrij groote
hoeveelheid gesteriliseerde
groenten en vruchten, dan
behoeft deze niet snel achter elkaar
opgebruikt te worden. Het te veel
kan rustig tot een volgend jaar be
waard blijven.
Zoodra de jonge groenten ver
krijgbaar zijn en binnen het bereik
van de verschillende beurzen komen,
moet men deze gebruiken. De win
terwortelen, bieten en koolraap, die
in zand bewaard werden, moeten
tegen dat de nieuwe groenten er
zijn, zijn opgebruikt.
Ht duurt nog wel even voordat de
nieuwe aardappelen er zijn.
Verschillende aardappelen beginnen
echter uit te loopen, doordat men ze
niet zoo koel bewaren kan als men
wel wenscht. Het verdient aanbe
veling deze aardappelhoopen nog
eens extra om te zetten.
De n a t i n m a a k zal in de
meeste gezinnen reeds grootendeels
ten einde loopen; mocht dit niet het
geval zijn, dan wordt aangeraden ze
op te gebruiken.
Dezuurk ooi mag bij de ver-
sche groenten gerekend worden.
Daar zuurkool door de geringe hoe
veelheid zout maar weinig geconser
veerd is, moet ze nu toch opgebruikt
worden, anders bederft ze. Boven
dien vermindert het vitamine c ge
halte sterk.
Depeulvruchten, die, toen
ze aangeschaft werden, al overjarig
waren, worden opgebruikt in soe
pen, stamppotten enz.
„Denk aleer gij doende zijt
en doende denk dan nog."
Dit gezegde is op velerlei van toe
passing en vooral ook op het werk
van de huisvrouw.
Hoe vaak gebeurt het niet, dat wij
ons zonder overdenking van onze
dagtaak aan ons werk begeven en
beginnen met wat we het eerste
tegenkomen?
Dat is niet de goede manier, want
wie zóó te werk gaat, komt altijd te
kort, moet zich altijd haasten en
heeft nooit tijd voor iets extra's,
enz., enz.
Hoe kunnen we hierin verandering
brengen?
Door 's morgens voor den dag be
gint of nog liever den avond te vo
ren, onze dagtaak te overdenken en
in te deelen.
Dat wil dus zeggen, dat we eigen
lijk een lijstje moeten maken, waar
in volgorde op staat, wat er dien dag
moet gebeuren.
We beginnen bij het opmaken van
zoo'n lijstje, eerst op te schrijven,
op welke tijden gegeten moet wor
den, wanneer man en kinderen
thuis komen, enz., enz. Dus eerst alle
vaststaande punten in onzen dag.
Om deze vaste tijden heen groepee-
ren we ons werk, want we moeten
het werk ons nooit de baas laten
worden en steeds bedenken, dat we
al het werk verrichten voor, dus ten
behoeve van het gezin en dat dus
het gezin hoofdzaak is.
Hoe vaak gebeurt het echter niet
andersom? B.v.: De kinderen komen
thuis uit school, maar moeder heeft
geen tijd om zich bezig te houden
met de kinderen. „Moeder heeft wel
wat anders te doen, dan rustig te
gaan zitten en luisteren naar de ver
halen van de kinderen". En tóch is
het noodig, dat moeder wél gaat zit
ten en wél luistert, zij hoeft dezen
tijd echter niet werkloos voorbij te
laten gaan, al luisterende kan zij best
wat stoppen, breien of naaien.
Dit is maar een klein voorbeeld,
maar zoo zouden er vele te noemen
zijn.
In welke volgorde rangschikken
we nu ons dagelijks, terugkeerende
werk?
Nadat 's morgens man en kinderen
de deur uit zijn, kunnen we met
onze dagtaak beginnen. Na de bed
den afgehaald te hebben (wanneer
de kinderen dit tenminste nog niet
zelf hebben gedaan), beginnen we
het woonvertrek een beurt te geven,
zoodat we er altijd rustig kunnen
ontvangen. Daarna maken we de
slaapkamers aan kant en vervolgens
beginnen we met toebereidselen te
maken voor het middagmaal. Wan
neer het eten op staat, wasschen we
af. Is er voldoende ruimte in de keu
ken, dan is het waard om te over
wegen of we niet beter de afwasch
Nu de groenten duurder zijn,
neme men in de eerste plaats
die groente, die het seizoen
oplevert.
Plantkundig bezien behooren
spruitjes tot de koolsoorten; toch
wijken ze in verschillende opzichten
zooveel af van roode, witte en sa-
voyekool, dat spruitjes voor velen
een aangename afwisseling vormen
op het wintermenu. Des te grooter
wordt deze afwisseling, als de sprui
ten niet altijd worden klaargemaakt
volgens het aloude recept, dat van
grootmoeder op moeder en van moe
der op dochter is overgeleverd. (Dat
we van dit aloude recept in zooverre
afwijken, dat we de groente nu niet
meer onder water opzetten, maar
slechts met een bodem water, is voor
de verstandige huisvrouw vanzelf
sprekend).
Juist deze winter is afwisseling
in de groentebereiding zoo ge-
wenscht, omdat we door samenloop
van omstandigheden o.a. doordat
vele kassen niet zoo goed verwarmd
zijn en wij door een langen, kouden
winter langer op de voorjaarsgroen
ten zullen moeten Wachten een
keertje vaker dan andere jaren de
wintergroente op tafel moeten bren
gen.
Variatie in spruitjes is bijvoor
beeld mogelijk door ze te combinee
ren met een andere groente. Vrij al
gemeen bekend zijn „spruitjes met
kastanjes". Daar de laatsten echter
op 't oogenblik zeer prijzig zijn, zal
een andere, eveneens zeer geslaagde,
combinatie meer toepassing kunnen
vinderi, n.l. „spruitjes met knolsel
derij".
Behalve dat dit gerecht heel sma
kelijk is, hebben we tevens het
voordeel dat een groente, die wel
rijk is aan eiwit en aan vitamine-C,
maar betrekkelijk arm aan vitamine
A (n.l. spruitjes) samengevoegd
wordt met een groente, die veel vi
tamine A en slechts weinig vitamine
C bevat (n.l. knolselderij).
Spruitjes met knolselderij.
(groente voor 4 personen). 500
gr (1 pond) schoongemaakte
spruitjes (niet schoongemaakt
ongeveer 1J4 pond); 1 middel
matig groote selderijknol (onge
veer 1 pond); 20 gr (1 afgestre
ken eetlepel) boter; y2 eetlepel
zout.
Wasch de spruitjes. Snijd de selde
rijknol in plakken van ongeveer 1
cm dikte en schil deze zoo dun mo
gelijk. Snijd de plakken in reepen
en deze weer in blokjes. Wasch de
blokjes knolselderij, doe ze met de
spruitjes in de pan en schud ze door
elkaar. Breng ze aan de kook met
een kopje water en laat ze een half
uur zachtjes' doorkoken in goed ge
sloten pan; het water zal in dien tijd
verkoken. Voeg de boter en het zout
toe en schud de groente hiermee
even om. Dien ze daarna meteen op.
(niet nastoven!).
Als we een smakelijke vleeschloo-
ze jus willen opdienen, die toch nog
van 's morgens kunnen laten staan
tot na het middageten, we wasschen
dan alles in één keer af, dit spaart
ons vuur en zeep.
Na de middagafwasch is er tijd
voor extra werk als strijken, verstel
len of andere werkjes.
Deze dagindeeling geldt natuur
lijk niet op dagen, waarop b.v. ge-
wasschen moet worden of wanneer
Zaterdagswerk gedaan moet worden,
enz. Op dergelijke dagen moeten we
het dagelijksche werk beperken tot
het allernoodzakelijkste en den
maaltijd zoo kiezen, dat er zoo min
mogelijk werk aan is, maar ook op
die dagen moeten we er aan denken,
dat cms gezin niet in gedrang komt.
(H. v. h. N.)
ALKMAAR.
De Leider van den Distributie-
dienst ALKMAAR brengt ter ken
nis van die handelaren enz., die nog
in het bezit zijn van een groote
hoeveelheid opplakvellen MD 18,
oud model, dat deze formulieren nog
tot nader order mogen worden ge
bruikt voor alle bonnen, waarvoor zij
voorheen werden gebezigd.
De handelaren enz., die niet meer
over een te groot kwantum opplak
vellen MD 18 oud model beschikken,
dienen alléén gebruik te maken van
MD 18 nieuw model.
Alkmaar, 22 Maart 1941.
De Leider voornoemd,
H. BAKKER.
een hooge voedingswaarde bezit, dan
gebruiken wij daarvoor taptemelk
poeder en bereiden de jus volgens
onderstaand recept:
voor 4 personen: 60 gr. (3 afge
streken eetlepels) boter, 30 gr
(4 eetlepels) bloem, 20 gr (2 eet
lepels) taptemelkpoeder, 1
bouillon- of jusblokje, zout, pe
per en een mespunt-koffiestroop,
y, liter water.
Laat in een braadpan de boter en
de bloem bruin worden. Voeg in
eens 5 of 6 kopjes water en de met
een weinig lauw water aangemeng
de taptemelkpoeder toe. Laat de jus
zachtjes enkele minuten doorkoken
en maak ze op kleur en - smaak af
met de koffiestroop, het bouillon
blokje de peper en het zout.
die specerijen kunnen
vervangen of
aanvullen.
Een tweetal bereidingswijzen
van de ui.
We leven in een tijd, waarin we
niet altijd alles kunnen krijgen zoo
als we dat vroeger gewend waren,
we moeten leeren ons zoo goed mo
gelijk te behelpen met de dingen,
die wél verkrijgbaar zijn. Denk b.v.
aan de specerijen, als nootmuskaat,
peper, kruidnagelgruis, enz. Tot
voor kort meenden we, dat deze
specerijen bij de bereiding van ver
schillende gerechten niet gemist
konden worden. De smaak van het
gerecht zou dus bij gebrek aan spe
cerijen achteruitgaan.
Hoe kunnen we dit nu voorko
men?
We zoeken natuurlijk naar een
vervangingsmiddel voor de gebrui
kelijke specerijen en kunnen dit
vinden in de versche tuinkruiden,
die vroeger, voordat de specerijen
in ons land ingevoerd werden, alge
meen gebruikt werden. Welke zijn
deze tuinkruiden?
In de eerste plaats de ui en de aan
de ui nauw verwante sjalot, bies- en
knof-look. Verder kennen we de
tijm, boonenkruid, lavas, mieriks
wortel, peterselie, blad- en knolsel
derij.
Het gebruik van vele van deze
kruiden moeten we eerst weer lee
ren. Een kleine aanwijzing geeft het
volgende lijstje, waaruit we kunnen
zien, waarin de verschillende krui
den gebruikt kunnen worden:
tijm als toekruid bij vleesch in
sauzen en soepen;
boonenkruid bij tuinboonen;
lavas in verschillende soepen;
mierikswortel bij vleesch;
peterselie en selderij op verschil
lende groenten, in soepen en sau
zen;
knolselderij in soepen;
ui, sjalot, bies- en knoflook bij
vleesch, groenten, soepen, sauzen en
aardappelgerechten.
Natuurlijk heeft niet ieder direct
al deze kruiden ter beschikking. Het
verdient daarom voor houders van
tuinen of tuintjes aanbeveling, een
VASTGESTELDE MAXIMUMPRIJZEN.
Bericht No. I.
De achter de hieronder genoemde artikelen vermelde prijzen zijn
tot nadere aankondiging de hoogste prijzen waartegen die artikelen
aan het publiek in rekening mogen worden gebracht.
Aardappelen:
Kleiaardappelen Zeeuwsche bonte en blauwe
Eigenheimers
Alpha
Bintje
Zand en veenaardappelen
Voor thuisbezorging mag 1 cent extra per kg worden berekend.
Het vragen van hoogere prijzen is strafbaar.
0.08 per kg
0.07^ per kg
0.07 per kg
0.07 per kg
0.06 M per kg
aan het publiek in
Bericht No. 2,
De volgende prijzen mogen ten hoogste
rekening worden gebracht:
S p e c e r ij e n
witte peper
)f ff
zwarte peper
J> ff
kruidnagelen
ff
Ceylon kaneel
J>
Foelie
ff
Nootmuskaat
1) Naar gelang van de kwaliteit.
Het vragen van hoogere prijzen is strafbaar.
BEWAAR DEZE OPGAVE EN GEBRUIK HAAR.
Nieuwe opgaven kunnen de vroegere ongeldig maken.
0.12
per busje van 20
gr.
0.21
if
ft
it
50
gr.
0.11
ff
it
ff
20
gr.
0.19
ff
ft
t>
50
gr.
0.16
ft
ft
ti
20
gr.
0.33
ft
ft
fi
50
gr.
0.16 en 0.17
ft
ff
ft
20
gr. 1)
0.32 en 0.33
0.20 t/m„ 0.27
ff
ff
it
50
gr. 1)
van
ft
ff
ff
20
gr. 1)
van
0.40 t/m .0.59
ft
ft
it
50
gr. 1)
van
0.13 t/m 0.18
ff
ft
it
20
gr. 1)
van
0.25 t/m 0.35
ft
ft
ft
50
gr. 1)
kleinen kruidentuin aan te leggen,
deze neemt weinig ruimte in en kan
veel voldoening geven. Voorloopig
zullen we ons moeten redden met
de kruiden die de groenteboer ons
kan leveren, waarvan ui en sjalot
wel de belangrijkste zijn.
De ui heeft door de tijden heen
steeds een voorname plaats bij de
bereiding van onze gerechten inge
nomen, denk maar eens aan „het
gefruite uitje", wat aan veel saus
jes en soepen een lekkeren smaak
moet geven, aan het rauwe gesnip
perde uitje of sjalotje in vele sla
soorten; aan aardappelgerechten,
die zonder toevoeging van een uitje
weinig smaakvol zouden zijn, enz.
enz.
Maar bovendien wordt de ui nog
op andere wijze gebruikt, b.v. bij
verwerking van restantjes vleesch,
in haché, in stamppot van uien en
aardappelen, verder in de minder
bekende uiensoep en gestoofde uien.
Uiensoep.
Hieronder volgen de recepten van
de twee laatstgenoemde gerechten:
Uiensoep (4 borden): 2 uien
200 gr.), y, 1 water, y2 1
melk of 1 1 water en 100 gr
taptemelkpoeder, 40 gr boter
2 lepels (glad afgestreken),
40 gr. (4 lepels) maizena of
bloem, 5 lepels geraspte of ge
malen oude kaas, zout en
„aroma" naar smaak.
Fruit de gesnipperde uien in de
boter licht bruin, voeg het water toe.
Dan binden we de soep met de mai
zena of de bloem, voegen de melk
of het met een weinig lauw water
aangelengde taptemelkpoeder toe en
roeren er van het vuur af de gerasp
te kaas door en maken de soep op
smaak af met zout en spijsaroma.
Deze soep wordt als een bordje
vooraf gegeven.
Gestoofde uien (4 personen).
Kies hiervoor 1 kg kleine uien of
snijd groote uien in stukken. Schil
en wasch ze en zet ze op met wei
nig kokend water en iets zout. Na
\y2 uur zijn de uien gaar. Van het
overtollige kooknat en melk, boter
en bloem maken we een sausje op
de volgende manier:
Roer voor een sausje van 2 dl 2
lepels bloem en 1 lepel boter in een
pannetje op het vuur door elkaar,
voeg het mengsel van 1 dl kooknat
door
MARTINE
WITTOP KONING.
't Is maar de kwestie, of U er
de juiste bereidingswijze op
toepast. Daarom: met een
„bodempje" water vlug gaar
maken!
Er wordt nogal eens geklaagd over
den „sterken" smaak van de kool
raap, en dat is des te meer jammer,
omdat deze groente ons zooveel
goeds heeft te brengen, dat nu door
den niet gewenschten smaak van
zelf maar weinig heeft heeft om te
werden aanvaard. Het gehalte van
kalk, b.v. en aan de vitamines BI en
C is in de koolraap zeker voor onze
gezondheid de moeite waard.
Wij moeten dus trachten den ster
ken rapensmaak weg te nemen. En
nu zult U iets verwonderlijks hoo-
ren: we doen dat niet door de
groente in ruim water op te zetten
en af te koken, maar we berei
ken ons doel juist door ze met
slechts een bodempje water vlug
gaar te maken en geen druppel van
het water weg te doen!
Eigenlijk is de verklaring van dit
raadselachtige voorschrift heel een
voudig. De koolraap bevat veel sui
ker; suiker is in water gemakkelijk
oplosbaar en zal dus des te volko-
mener aan de groente worden ont
trokken, naarmate we ze met meer
water opzetten en ze een langeren
kooktijd geven. Die suiker echter
overheerscht den minder gewensch
ten rapensmaak: probeert U 't maar
aan een rauw stukje koolraap, dat
in 't volle bezit van zijn zoetheid
even goed smaakt als b.v. een
rauw worteltje. Trouwens menige
en 1 dl melk toe en blijf roeren tot
het sausje doorkookt. Maak het
daarna op smaak af met iets zout en
wat aroma.
Het is ook zeer smakelijk, het
sausje alleen van kooknat te maken,
waaraan. 2 lepels taptemelkpoeder
en een scheutje azijn zijn toege
voegd; de bereiding is verder de
zelfde.
huisvrouw heeft de gewoonte om de
afgekookte, niet meer lekker sma
kende koolraapstukjes af te maken
met een paar schepjes suiker en ze
op die manier tenminste eetbaar te
maken.
Een vreemde handelwijze, immers
eerst onttrekken we de suiker aan
de groente en dan roepen we den
suikerpot te hulp; voordeelig is dit
zeker niet!
Bovendien zullen ook andere be-
standdeelen in het water oplossen
(kalk, ijzer, vitamines); alleen de
rapensmaak blijft en 't resultaat van
al de pogingen om dien te doen ver
dwijnen is dus negatief en brengt
zelfs een grooten achteruitgang mee
in de waarde van onze groente.
Hoe we wél met succes te werk
kunnen aan, leeren ons de beide vol
gende recepten:
Koolraap „als worteltjes"
(4 personen).
1 middelmatig groote koolraap
ongeveer 1 kg), 30 gr. (1%
afgestreken eetlepel) boter,
snuifje zout, 1 afgestreken
eetlepel gehakte peterselie.
Snijd de koolraap in gelijke plak
ken, schil ze vrij dik zóó, dat het
hcutige gedeelte geheel verwijderd
wordt leg eenige plakken op
elkaar en snijd die in gelijke reepjes,
ongeveer zoo groot als worteltjes.
Zet ze op met een bodempje water
en een ietsje zout (vooral héél wei
nig!); breng ze vlug aan de kook etl
laat ze op een zacht vuur gaar en
tegelijk droog worden (20 a 30 mi
nuten). Schud er tenslotte de boter
en de peterselie door.
Koolraap met een melksausje
(4 personen).
1 middelmatig groote kool
raap (ongeveer 1 kg) 1/4 L.
mek, 20 gr. (1 afestreken eet-
lepel) boter, 20 gr. (2 afge
streken eetlepels) bloem,
snuifje zout, wat geraspte
nootmuskaat.
Bereid de koolraap voor op de
wijze, die in het vorige recept is be
schreven, kook ze ook met slechts
een bodempje water en een ietsje
zout gaar (20 a 30 minuten). Ver
warm intusschen op een zacht vuur
roerende de boter met de bloem tot
een gelijk papje, verdun dit scheutje
voör scheutje met de melk en laat
het sausje even doorkoken; roer het
door de gare koolraapstukjes en
strooi er op de schaal wat nootmus
kaat over.
Vermeng, wanneer ge b.v. be
schikken kunt over een moeilijk te
snijden restje van uw kaasrantsoen,
de saus op het laatste oogenblik met
een paar lepels van de tevoren ge
raspte kaas: voor menigeen is dit
wegens den pittigen smaak een wel
kome toevoeging.
Centraal Distributiekantoor:
Louise Henriëttestraat 10,
's-Gravenhage.
Telefoon 7 2 010 0
Interlocaal letters XXX
Inspecteur van het Westen des
lands:
D. J. Scheffel, Oudegracht
182, Alkmaar.
WENKEN VAN DEN
VOEDINGSRAAD.
Het voorlichtingsbureau van den
voedingsraad deel het volgende
mede:
Nu het weer mogelijk is scha-
penvleesch te verkrijgen, is het aan
te raden, dat de huisvrouw er ook
gebruik van maakt.
De voedingswaarde van 't scha-
penvleesch is gelijk aan dat van
andere vleeschsoorten. Desondanks
worden schapenvleesch en lams-
vleesch in ons land weinig ge
bruikt. Deels komt dit uit vooroor
deel, deels omdat men de goede
bereiding niet kent.
Het schapenvleesch heeft een
aparten smaak, maar bij een goede
behandeling is het zeer smakelijk
te maken.
Als vet bij het braden kan scha
penvet dienst doen. Smakelijker is
het echter om hiervoor ander,
zachter vet, boter of margarine te
gebruiken, daar schapenvet spoedig
stolt. Om dezelfde reden gebruikt
men warme borden bij den maal
tijd.
Het schapenvet kan dan dienst
doen voor het braden van rund-
vleesch en gaat zoodoende niet
verloren. Door op deze wijze te
werk te gaan, heeft men bovendien
minder last van den smaak van het
vet.
Nu volgen eenige recepten voor
de bereiding van schapenvleesch,
berekend voor 4 personen.
In de recepten kan men in plaats
van de foelie, peperkorrels en lau
rierblad ook gemengde vleesch-
kruiden nemen. Deze zijn in busjes
in den handel.
Soep van schapenvleesch.
150200 gr. schapenvleesch of
100 gram vleesch en wat beentjes,
l'A L watei;, ui, een wortel, selde
rij, peterselie, een flinke eetlepel
rijst of gort, zout, aroma.
Het vleesch en de beentjes met
wat zout met koud water opzetten,
aan de kook brengen en 2 uur
laten trekken. Na l'A uur het vet
van de soep scheppen, dit echter
bewaren en na het afkoelen bijv.
voor het braden van rundvleesch,
voor groente of stamppot gebrui
ken. Indien men beentjes gebruikt,
de bouillon zeven. Het laatste half
uur de gesnipperde ui, wortel en
selderij toevoegen met de gewas-
schen rijst. Alles nog een half uur
zachtjes laten koken.' De soep op
smaak afmaken met wat aroma en
de fijngehakte peterselie toevoe
gen. De soep op vooraf verwarmde
borden scheppen. Gebruikt men in
plaats van rijst gort, dan wordt
deze vooraf in een weinig water
gaar gekookt.
Wie de soep dikker wil hebben,
kan deze met wat bloem binden.
Gestoofde schapenlappen.
300 gr. schapenlappen, vet, boter
of margarine om in te bakken, zout,
gemengde vleeschkruiden, zoo moge
lijk wat tomatenpuree of een ver
sche tomaat, aardappelmeel.
Het vleesch schrappen en met de
kruiden en het zout inwrijven. De
lappen in de boter of het vet bruin
bakken. Een weinig water en de
tomatenpure of de in stukken gesne
den tomaat toevoegen. De lappen
gaar laten stoven. De jus op de ge-
wenschte hoeveelheid brengen met
wat water en binden met aardappel
meel.
Schapengehakt.
250 gr. schapenvleesch, wat oud
brood, beschuit of gekookte aardap
pelen, wat ei of melk, een weinig
peper, nootmuscaat, kruidnagelgruis,
gemalen foelie, geraspte ui, zout, vet,
boter of margarine om in te bakken.
Het vleesch wasschen, fijnmalen
en vermengen met het ei of de melk,
het geweekte, goed uitgeknepen
brood, de beschuit of de fijngemaak
te koude aardappelen, de ui, de krul
den en het zout. Een bal er van ma
ken, deze door wat beschuitkruim ofi
paneermeel wentelen en aan alle
zijden bruin bakken. Wat water toe
voegen en het gehakt gaar stoven.
Zoodra er een regeling is getroffen
voor de huisslachting van schapen
zullen nog enkele wenken over het
bewaren van schapenvleesch wor
den gegeven.