PAH BIJ DE MAANAPEN HET GEHEIM STILLE NO DOODELIJKE GIF. RADIOPROGRAMMA INGEZOtfDEN STUKKEN Maatschappelijke nood in stad en land. 74 KANTONGERECHT DASHIELL HAMMETÏ Seuiiletan VAK HET jssöé» i§ «ssl®B»» en' dat is *t laatste goud. jon- GENS LATÉN WE GAAN ZLJH - DE BOMMEN J^S3Ïl V* OEDE? Jj DAT ZIET ER UIT ALS DE PYTHIA ER ZIJN TWEE SCHEPENl u KUNT U ER NIET BOVÈN KOMEN? J ALLES KLAAR. BINNEN TIEN MINUTEN IS ER NIETS MEER VAN DIT SCHIP OVER! 'T IS TE iPROBEEUEN, SCHIET OP EN LOSMAKEN WAT 'T OOK IS. WIJ MOETEN HIER VANDAAN I TWEEDE BLA O» DINSDAG. HILVERSUM I, 415,5 M. (Nederl. progr.) 6.45 Gr.pl. 6.50 Ochtendgym nastiek. 7.Gr.pl. 7.45 Ochtendgym nastiek. 8.— Schriflezing en medi tatie. (voorbereid door de Christ. Radio-Stichting). 8.10 Gewijde mu ziek (gr.pl.) 8.30 ANP-ber. 8.45 Gr.pl. 10.Orgelspel. 10.20 Deel. 10.40 Spaarne-sextet. 11.15 Zang, fluit en piano. 12.Omroeporkest. 12.30 Boerenrep. 12.42 Almanak. 12.45 ANP: Nieuws- en eeon. ber. 1.Gr.pl. 1.20 De Romancers en solisten. 2.10 Kookles. 2.30 Musette- orkest „Les Gars de Paris", soliste en Ensemble Tonny Roxini. 3.45 Gr.pl. 4.Cyclus „Ons geloof en ons werk" (voorbereid door het Vrijz.-Prot. Kerkcomité). 4.20 Gr.pl. 4.30 „Ka mermuziek voor blaas-instr.", cau serie met gr.pl. 5.Gr.pl. 5.15 ANP: Nieuws-, econ.- en beursber. 5.30 Gr.pl. 5.45 Revida-sextet. 6.15 „Het dorpstooneel", causerie. 6.30 De Ram blers. 7.ANP: Vragen van den dag. 7.15 Gr.pl. 7.30 Duitsche les. 8. hechtenis. J. A. te Wognum, C. M. te Schagen, iedér 5 boete of 3 dagen hechtenis. A. H. B. te Medemblik, N. C. S. te Wormer, F. L. D. en N. N. te Alkmaar, ieder 6 boete of 4 da gen hechtenis. L. V. te Amster dam, 12 boete of 8 dagen hechtenis. Overtreding van het Kunstmestdistributie- besluit: G. de B. te Barsinger- h o r n, 5 boete of 3 dagen hechte nis. O.vertredingen van het aardappelen besluit: D. Z. te Koedijk, 2 maal 10 boete of 6 dagen hechtenis met verbeurdver klaring van de inbeslag genomen aardappelen. Overtredingen'van het landbouwinventarisa- tiebesluit: Jac. de G. te Zijpe, 30 boete of 20 dagen hechtenis met verbeurdverklaring van de inbeslag genomen haver. J. P. B. te Zijpe. 50 boete of 30 dagen hechtenis met verbeurdverklaring van de inbeslag genomen haver en tarwe. Overtredingen van het kapverbo-d: W. V. te Zwaag, 10 boete of r dagen hechtenis. Overtredingen van de verordening op den identiteitsplicht: N. P. H. te Uitgeest, 2 boete of 1 week tuchtschool. P. L. te Alkmaar, 4 boee of 2 dagen hechtenis. J. J. S. te Egmond aan den Hoef, 4 boete of 2 dagen hechtenis. Overtredingen van de Verordening op ver keer' s b e p e r k i n g (te laat op straat): J. J. S. te Dirkshorn, 10 plus 2 maal 2.50 boete of 5 plus 2 maal 2 dagen hechtenis. Overtredingen van het Crisiszuivelbesluit: J. S. te Harenkarspel, 8 boete of 4 dagen hechtenis. Overtredingen van Art. 453 van het Wet boek van Strafrecht (dronkenschap): J. B. te Alkmaar, 6 boete of 6 dagen hechtenis. ANP-ber. 8.15 Spiegel van den dag, 8.30 Ber. (Eng.) 8.45 Omroeporkest en solist. 9.30 Gr.pl. 9.40 Avondwij- ding (voorbereid door het Vrijz.- Prot. Kerkcomité). 9.45 ANP: Eng. ber. 10.ANP-ber., sluiting. HILVERSUM II, 301,5 M. (Nederl, piogr.) 6.45 Gr.pl. 6.50 Ochtendgym nastiek. 7.Gr.pl. 7.45 Ochtend gymnastiek. 8.Gr.pl. 8.30 ANP- ber. 8.45 Gewijde muziek (gr.pl.) 9.15 Gr.pl. 10.20 Pianovoordracht. 11.— Deel. 11.20 Gr.pl. 11.35 Ama- bile-sextet. (12.12.15 Ber.) 12.45 ANP: Nieuws- en econ. ber. 1. Omroeporkest en gr.pl. 2.Rotter- damseh Philh. orkest en solisten (opn.) en gr.pl. 3.30 Voor de zieken. 4.Gr.pl. 4.30 Voor de kinderen. 5.Gr.pl. 5.15 ANP: Nieuws-, econ. en beursber. 5.30 Gr.pl. 6.„Oud- Vaderlandsche hoenderrassen", vraaggesprek. 6.15 Orgelconcert en zang. 6.45 Rep. 7.ANP: Vragen van den dag. 7.15 Russisch orkest „Slawa" en solisten. 8.ANP-ber. 8.15 Spiegel van den dag of gr.pl. 8.30 Gr.pl. 8.40 Radiotooneel. 9.30 Ne- derlandsche volksliedren. 10.ANP- ber.," hierna sluiting. Overtredingen van de Jachtwet: E. S. te Egmond aan Zee, 10 boete of 6 dagen hechtenis. Overtredingen van het Varkensbesluit: Th. de G. te Castricum, 8 boete of 4 dagen hechtenis met verbeurdverklaring van de in beslag genomen varkens. Overtredingen van de Veewet: K. W. te Grootscher mer, geen straf toegepast. WINTERHULP 1941. M. de Redacteur. Nu er bericht is gekomen dat er géén brandstoffen-bonnen meer worden aangewezen, verzoekt on- dergëteekende beleefd een klein plaatsje in uy? blad. Hier in Koedijk zijn er velen die met electrisch of op gas koken. La ten zij diegenen, die dat £oen, an deren, die op het oogenblik geheel zonder brandstof zijn, helpen om hun eten gaar te krijgen, met dien verstande dat de onkosten door die menschen betaald worden, want er zijn vrouwen, die als hun mannen van hun zwaren arbeid thuis ko men, het eten niet klaar kunnen hebben. Dat men in de kou moet zitten is nu eenmaal niet anders, maar treurig is het als er zieke menschen te bed liggen en de kachel koud is. En nog dit: Als men behoorlijk kan stoken, zou men toch wel des Zondags een gezin kunnen vragen om te komen, bfaar rang jof stand behoeft men tegenwoordig niet te kijken. Dat zou mijns inziens de ware Winterhulp zijn en juist in dezen tijd moet men toch met meer gevoel met de menschen mee leven en niet kijken of de een meer is dan de ander. Laat men niet wachten. Dankend voor de plaatsruimte, A. MOL—OVER. Koedijk 313. Alkmaarsche uitgaven, voor voor armenzorg waren in 1940 26.000 lager dan in 1939, Nu door tal van omstandigheden en bepaalde overheidsmaatregelen de werkloosheid onder de valide ar- beidérs gelukkig voor een groot deel is terug gedrongen, is de maatschap pelijke nood onder andere bevol kingsgroepen een van de meest klemmende vraagstukken geworden, dat aan actueele beteekenis nog niets heeft ingeboet. Het Centraal Bureau voor de Sta tistiek heeft dezer dagen officieele gegevens gepubliceerd over den om vang van dezen maatschappelijken nood in het vierde kwartaal van 1940. Gecombineerd met de cijfers uit vroegere publicaties van hetzelf de Rijksbureau stellen deze nieuwe gegevens in staat, zich een beeld te vormen van het verloop der armlas tigheid in ons land als geheel, maar tevens van den gang van zaken in dit opzicht in elke stad afzonderlijk. Wat dit laatste betreft, blijken uit de officieele cijfers opvallend groote verschillen tusschen diverse steden onderling. Bij het trekken van con clusies uit deze verschillen is intus- schen groote voorzichtigheid gebo den, daar uitéénloopende plaatselijke omstandigheden de individueele steunbedragen zoowel als de totale armenzorglasten sterk kunnen be ïnvloeden. Zoo genieten in gemeen ten met een groot aantal z.g. hofjes, als Amsterdam, Haarlem, Leiden e.d., veel oude lieden huisvesting met ge- heele of gedeeltelijke verzorging in natura en deze behoeven dus geen of slechts zeer geringe ondersteuning in geld. In andere steden, zooals Zaandam, Hilversum, Schiedam, Eindhoven, Tilburg e.a., is veel werk gelegenheid voor inwonende kinde ren in fabrieken, waardoor tal van ondersteunden gezinsinkomsten heb ben, en ook in deze gevallen kan dus met een lagere gemeentelijke onder steuning volstaan worden. Over het geheele jaar 1940 werd in de gezamenlijke gemeenten met meer dan 20.000 inwoners, bij elkaar tellen deze ruim 4.500.000 in gezetenen en zij huisvesten dus iets meer dan de helft van het geheele Nederlandsehe volk aan publieke armenzorg uitgekeerd 42.810.000. Per duizend zielen komt dat neer op f 9.500. In 1939 beliep dit bedrag 9.400 en in 1938 9.300. Van jaar tot jaar blijkt dus een verdere stij ging! Neemt men daarbij dan nog hi aanmerking, dat over 1940 deze bij na drie-en-veertig millioen gulden voor ondersteuning noodzakelijk wa ren buiten hetgeen werd uitgekeerd aan valide werkloozen en buiten den onderstand van diaconale of paro chiale armbesturen en neutrale in stellingen van weldadigheid, terwijl er toch ook in de andere helft van het volk, d.w.z. onder de inwoners van de kleinere steden en de dorpen, nog heel wat steunbehoevenden ge vonden worden, dan geeft dit alias een beklemmenden indruk van den omvang der armlastigheid in ons land. Hoe de toestand in Alkmaar was. Hoe het verloop van de armlastig heid in Alkmaar over 1940 geweest is, blijkt uit onderstaande opgave, waarin wij de aantallen ondersteun - de gezinnen en ondersteunde alleen- wonenden vermelden, die in elke maand voor geregelden gemeente lijken onderstand in aanmerking 1940 Gezinnen: Alleenw. kwamen. Januari 522 289 Februari 553 294 Maart 517 279 April 485 271 Mei 514 284 Juni 483 283 Juli 403 263 Augustus 395 261 September 345 255 October 346 258 November 359 258 December 374 269 Het zeer hooge aantal steunbehoe vende gezinnen bij den aanvang van het jaar 'iep onder invloed, van de seizoenwisseling in Maart en April terug. Deze daling werd tengevolge .van de Mei-gebeurtemssen tijdelijk onderbroken maar reeds in Juni bleek de daling hervat te zijn en deze heeft zich tot September-Octo ber verder voortgezet. In November en December was het aantal steun behoevende gezinnen weer wat hooger, een normaal waterver schijnsel maar het jaar sloot met een véél lager aantal dan waarmede het begonnen was. Dit zeer gunstige verloop deed zich niet bemerken bij de groep ondersteunde alleenwonen- den, doch dit is geheel een uitvloei sel van het bijzondere karakter aezer groep, waartoe o.a. ook veel oudere lieden, weduwen e.d. behoo- ren, die onder alle economische om standigheden, en ongeacht ook het seizoen, voor ondersteuning in aan merking komen. Voor de stedelijke ondersteuning aan gezinnen en alleenwonenden te zamen was kwartaalsgewijze in onze woonplaats benoodigd: le kwartaal: f 63.676 2e kwartaal: 61.269 3e kwartaal: 52.602 4e kwartaal: 51.357 Totaal: 228.904 De totale gemeentelijke armen zorg-ondersteuningen over 1940 heb ben in Alkmaar derhalve^ bijna 229 mille bedragen en dat zij een zware last voor het gemeentelijk budget oeteekenen is zonder meer duidelijk. Evenwel, over 1939 bedroegen de ondersteuningen rond 255.000 en in 1938 zefs 271.000. Per duizend in woners omgerekend kwamen de uit gaven neer op f 8.700 in 1938; op 8.000 in 1939 en op f 7.000 in 1940. Op grond van de hierboven aan gegeven overwegingen zullen wij ons ervan onthouden, dit bedrag te ver gelijken met de uitgaven,, die in an dere steden van overeenkomstige grootte als Alkmaar per duizend in woners moesten worden uitgekeerd. Maar een vergelijking met het ge middelde bedrag, dat in alle gemeen ten van twintig tot vijftig duizend inwoners tezamen noodig was, biedt uiteraard minder bezwaren. Welnu, dit bedrag beliep in 1938 4.500, ia 1939 f 4.300 en in 1940 f 4.600. TEBKKN1NGBX YÉg ALEXANDER RAYMOND (Uitspraken van de strafzitting van Vrijdag 4 April 1941). Schriftelijke uitspraken. P. G. en G. J. M. te Zaandam, overtredingen van de Visscherijwet, 6 plus 20 boete of 4 plus 10 dagen hechtenis met verbeurdverklaring van de,inbeslag genomen aalreepen. Mondelinge uitspraken. Overtredingen van de verduisteringsverorde ning (woning): W. A. v. d. B. te Bergen 5 boete of 3 dagen hechte nis. N. K. te Heerhugowaard, J. N. S. te Alkmaar, ieder 10 boete of 6 dagen hechtenis. Overtredingen van de verduisteringsverorde ning (rijwiel enz.): H. K. te Alk maar, 2 boete of 1 dag hechtenis met verbeurdverklaring van de in beslag genomen lantaarn. N. P. H. te Uitgeest 2 boete of 1 week tucht- De Alkmaarsche cijfers liggen der halve ver boven dit groepsgemiddel de, en in zooverre zijn ze zeer on gunstig te achten. Daar staat echter tegenover, dat de groepscijfers in 1940 hooger waren dan in 1939, ter wijl de Alkmaarsche uitgaven juist met duizend gulden per duizend zjelen te?'ug geloopen zijn. school. A. M. H. C. v. d. G. te Alkmaar, 3 boete of 1 dag hechte nis. K. F. te Haarlem, A. N. T. te Alkmaar, ieder 3 plus 2 boete of 2 plus 1 dag hechtenis. L. S. te Alk maar 2 plus 6 boete of 1 plus 3 dagen hechtenis. Politieveror d.e n i n g e n: H. B, te Heiloo. ,T. d. E. te Alkmaa' A. M. R. te Bergen, ieder 2 boete of 1 dag hechtenis. R. J. te Alk maar 2.50 boete of 1 week tucht school. P. de M. te Alkmaar, f 2.50 boete of 2 dagen hechtenis. P. J. B. te Uitgeest, J. v. W. te Alk maar, ieder 3 boete of 2 dagen hechtenis. W. Z. te Uitgeest, J. J. S. te Egmond a/d Hoef, ieder 4 boete of 2 dagen hechtenis. M. O. te Hoorn, 4 boete of 4 dagen hech tenis. J. H. te Heiloo, 5 boete of 3 dagen hechtenis. J. S. te Uit geest, 6 boete of 4 dagen hechtenis. Overtredingen van de Motor- en Rijwielwet: G. J. S. te Egmond aan Zee, 0.50 boete of 1 week tuchtschool. P. F. -de Alkmaar, J. R. te Burgervlotbrug, ieder 1 boete of 1 dag hechtenis. L. J. B". te Heiloo, 2 boete of.l dag hechtenis. C. B. te Heiloo, 2.50 boete of 2 dagen hechtenis. D. D. te Rotterdam, P. v. d. M. te Heiloo, I. R. te den Helder, P. W. te Uit geest, ieder 3 boete of 2 dagen hechtens. A. H. te Amsterdam, 4 boete of 2 dagen hechtenis. J. V. te Westzaan, 4 boete of 4 dagen 218. Pam wordt voorlopig met rust gelaten. De achter gebleven apen schijnen hem alleen maar goed te willen bewaken. Ze stellen zich in een wijde kring om hem heen op, waarbij hij goed in het oog wordt gehouden. GESCHREVEN DOOR 217. De andere maanapen verdwijnen nu een voor een en Pam ziet hen even later langs een rotspad lopen, achter elkaar, met een tussenruimte van een aantal meters. Wat zouden die gaan doen? Door FRANK F. BRAUN. 25) Toen de dokter kwam, wachtte Otto Horn alleen nog maar zijn on derzoek af. Mevrouw Fabreani leefde. Een hartaanval, die wel voorbij zou gaan. Rust zou haar goed doen, ver der niets. Otto nam afscheid van de allengs weer tot zichzelf komende Angeli ca, verzocht haar de groeten over te brengen aan haar moeder en haar beterschap te wenschen, maakte 'n stijve buiging voor Peter Braubach en ging heen. Dora liet hem uit. Ze beefde van opwinding. Otto's hoed viel haar eerst nog uit de hand. „Wat was er met hem?" vroeg Angelica. „Geven jullie elkaar niet eens een hand?" Peter Braubach haalde zijn schou ders op. „Hij zal wel weten, waar om hij me geen hand heeft gege ven.", zei hij en gaf verder geen vopMarto. r. .ah,.*»»!*. Angelica keek hem aan. Een vraag lag haar op de lippen, maar ze zei niets. Later zou daar wel tijd voor zijn. Nu waren er belangrij ker dingen- te doen, ze moest voor haar moeder zorgen. Ze liet hem alleen. Dat scheen Peter Braubach een beetje teleur te stellen. Maar hij troostte zich ook; er zou wel gele genheid zijn, met haar over het ge beurde op dezen avond te spreken. Wat hij haar zeggen wilde, wist hij al. HOOFDSTUK X. Op dezen avond zei Dora Haas haar betrekking op. Ze vertelde het Angelica, daar mevrouw Fabreani te bed lag, en wilde den volgenden dag al weg gaan. Angelica was boos. „Natuurlijk kun je gaan, Dora, maar pas op den laatsten dag van de maand. Dat weet je .toch wel. Vandaag is het de twaalfde". „Ik zou liever dadelijk weggaan, juffrouw Angelica. Desnoods op den vijftienden, zoodat u een ander meisje nemen kunt, maar langer blijf ik niet. Ik krijg voor het ge recht ook zeker gelijk, als u het daarop laat aankomen en u wilt me niet laten gaan. Ik vind het hier in dit huis akelig. Hier gebeu ren akelige dingerf. Eerst die ge schiedenis met' dat vergif, waaraan waar mijnheer Braubach zoo ziek van is geweest, dat hij er bijna aan dood is gegaan en nu die geschie denis met het electra Zc schud de haar hoofd. „Nee, dat is hier niet in orde. Geo0 mensch kan me dwingen, hier te blijven. Misschien ben ik de volgende keer aan de beurt! Ik ben er liever uit!" „Dora, je hebt wat last van je zenuwen gekrgeen. Je praat on zin". „Onzin? Nee, juffrouw Angelica, dat is geen onzin. Wanneer u op de beide heeren gelet had, dan zou u het wel beter begrijpen. Hier ge beurt wat, dat niet in orde is. Ik wil er niet tusschen zitten en er dan bij een voorkomnde gelegen heid ook aan moeten gelooven". Angelica werd er geheel door van haar stuk gebracht. „Dora, wat zeg je daar!" Dora bedwong zich. „Niets. Ikf wil hier alleen maar weg". Ze liep heen. Ze wilde niets gezegd hebben, maar toen ze later op den gvond juffrouw Pienemans, een vriendin van haar, ontmoette, stortte ze nog eens haar hart uit. Ze raakte op dreef en overdreef haar verhaal. Er moestén vreeselijke en levensge vaarlijke toestanden in de woning van de generaalsweduwe heer- schen. lederen dag was er iemand dood of was er iemand na aan toe om te sterven. Juffrouw. Pienemans hoorde het verhaal aan, terwijl zij afwisselend met het hoofd schudde en knikte. Daarop moest Dora verder, ze brieschte nog eens opgewonden in haar zakdoekje; juffrouw Piene mans ging naar huis. Ze vertelde haar man, wat zij zoo juist gehoord had. „Wat zeg jij daarvan, Theo?" Theo Pienemans zei heelemaal niets. Hij stond op en wandelde naar een telefooncel. Hij belde de politie op. Toen hij den naam Fa breani noemde, kreeg hij op het hoofdbureau,, dadelijk de juiste aan sluiting. Hoofdinspecteur Kybander hoor de het verhaal aan. „Misschien is het allemaal larie, inspecteur, maar ik wilde u in ieder geval ervan op de hoogte brengen". „Daar heeft u goed aan gedaan, mijnheer Pienemans; daar spreken we nog wel eens over. Voorloopig bedank ik u wel. Ik zal eens on derzoeken, of er waarheid schuilt in het gepraat van die Dora Haan". „Haan, inspecteur?" „Wat zegt u?" „Dora Haas heet ze". „O, juist. Inderdaad. Tot zoover dus, mijnheer Pienemans".* Commissaris Larris legde den kotelepfoon neer. Hij had alles me de aangehoord. Kybander zei, terwijl hij reeds was opgstaeon: „Daar schijnt de duivel los te zijn!" „Het ban een toeval zijn, Kyban- 4et". De hoofdinspecteur schudde het hoofd. „Het ziet er naar uit, dat er meer achter steekt, commissaris. Eerst de zoon. nu de oude mevrouw". „Ga eerst die lamp, waarvan hier sprake is, maar eens 'goed bekij ken". „Dat spreekt vanzelf". Kybander haalde zijn grijze overjas en zijn hoed uit de kast. „Ik ga er dadelijk heen. Kan ik u straks nog berei ken?" „Ik wacht wel op je. Als het heel laat wordt, bel me dan maar thuis op". Tot Dora's verschrikte verrassing belde hoofdinspecteur Kybander te gen acht uur aan en vroeg binnen gelaten te worden. Hij hield zich ook niet bij Dora op. „Meld me maar even aan bij juffrouw Fabre ani", zei hij. Angelica had iets gehoord, ze kwam reeds zonder geroepen te zijn de gang in. „Inspecteur zei ze en ze wist niet, wat ze nog verder zou zeg gen. Van het gepraat van Dora en de overbrenging van het gesprek aan de politie was haar niets be kend. „Hoe gaat het met mevrouw uw moeder?" informeerde hij. „Weet u er dan van? Dank u, het gaat haar tamelijk goed". „Is ze buiten gevaar?" „De dokter wilde morgen fiog eens terugkomen maar hij heeft me gerust gesteld". Kybander knikte. „Wilt u me alstublieft even naar den salon brengen, waar de bureaulamp staat die het onheil heeft aangericht?" „Wat is er dan nu weer aan de hand, inspecteur?" vroeg Angelica. Ze was nog zeer bleek, maar dat kon ook aan de belichting liggen. „Kunt u dat niet bedenken, juf frouw Fabreani? Ik wil trachten vast te stellen, of hier onlangs een poging 'tot moord ondernonem is". „Om 's hemels wil! Vermoedt u dat ook al?" „Wie deed dat dan nog meer?" Angelica maakte een afwerende handbeweging. „Dora", zei ze. Daarop keek ze den hoofdinspec teur doordringend aan. „Hoe komt het, dat de politie iets van het voorval afweet? Heeft Dora u op geheld?" „Nee", zei Kybander, en hij was tevreden, dat hij niet behoefde te liegen. „Dora heeft ons niet opge beld". Hij trad den salon binnen. Peter Braubach stond op. Ze be groetten elkaar. „Is dit de lamp soms?" „Ja", zei Braubach. ,U kunt er gerust aankomen, de stekker zit niet in het contact".. (Wordt vervolgd). iv,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 8