Doelmatige voeding ondanks distributie. DE MOEILIJKHEDEN DER HUISVROUW Calorieën en vitaminen. [7 DE HUISVROUW VRAAGT ES BEEPT ZELF RAAD l Geijkfe gerechten vragen nu en dan om herziening. reikt door de distributieperiode voor brood voorloopig te verkorten tot zes dagen. De mee „14" genum merde bonnen der broodkaart geven derhalve gedurende het tijdvak van Maandag 28 April tot en met Z a- terdag 3 Mei, dus niet, zooals bij het algemeene bericht be treffende de bonaanwijzingen is be kend gemaakt, tot en met Zondag 4 Mei, elk recht op het koopen van ongeveer i00 gram brood of een rantsoen gebak. Deze bonnen mogen voorts nog ge bruikt worden gedurende het tijdvak van 4 tot en met 11 Mei a.s. De eerstvolgende brood bon zal dus over- eenhomstig#iot bovenstaande geldig worden verklaard voor een periode van zes dagen, aanvangende Zondag 4 Mei. werp „Onze strijd tegen de dis tributie" (doelmatige voeding ondanks distributie). Gedurende de laatste jaren van den vorigen wereldoorlog aldus spr. hebben wij ingrijpende maat regelen gekend, die den verkoop van vrijwél alle belangrijke voedings middelen aan banden legden. Wij huisvrouwen lieten ons willoos mee drijven op dien stroom van maat regelen. We spraken er veel over, veel te vee! zelfs, zoodat het scheen of de ellende van den oorlog in het niet verzonk vergeleken met de bon nenmisère We hebben in dien tijd wel het gebruik geleerd van enkele nieuwe artikelen, als melkpoeder, we hebben wat aardappelen en boo- nen verbouwd, doch dit alles had weinig te beduiden. We hebben niet systematisch getracht onze voedings gewoonten aan te passen aan de om standigheden. Sindsdien is veel ver anderd. Onze houding tegenover de voeding heeft zich gewijzigd, dank zij de groote ontwikkeling die de voedingsleer in de laatste jaren heeft doorgemaakt. We kennen nu de eischen. die men tegenwoordig meent aan een behoorlijke voeding te moe ten stellen, we beschikken over ta bellen en kunnen van dag tot dag globaal nagaan of we niet te veel in onzen plicht jegens het gezin te kort schieten. In den vorigen oorlog waren we passief, ditmaal vangt onze geest actief de nieuwe overheidsbepa lingen op. De eerste vraag, die we ons stellen is: „Kunnen we genoeg krijgen, kun nen we verzadigd worden?" Hiermee bedoelen we: Krijgt ons lichaam vol doende voedsel om steeds warmte te kunnen afstaan en arbeid te ver richten, zonder dat daarvoor reserve- stoffen verbruikt worden? Dezelfde beteékenis heeft de vraag: Levert het voedsel ons voldoende calorieën? Deze ontleenen we aan bepaalde deelen van het voedsel, n.l. aan de koolhydraten, de vetten en de ei witten. Wie zwaar werk verricht heeft veel calorieën noodig, krijgt ook in derdaad extra rantsoenen. Zij, die brood bakken uit graan van eigen oogst, en in verband daarmede destijds hun brood kaarten hebben ingeleverd, kun nen zich, indien zij minder dan 15 kg aardappelen per gezinslid in voorraad hebben, bij de plaat selijke distri' utiekantoren ver voegen ter verkrijging van losse rantsoenbonnen voor aardappe len, teneinde daarmede gedu rende het tijdvak van 28 April tot en met 11 Mei aardappelen te betrekken. Hetzelfde geldt voor hen, die op medisch voorschrift hun broodkaart hebben ingele verd ter verkrijging van rant soenbonnen voor andere artike len. In een afzonderlijke publicatie zijn de telers, groothandel, handel en in stellingen met van belang zijnde voorschriften bekend gemaakt. Calorieën-sommen. Wat de calorieën betreft verkeeren gezinnen met kleine kinderen in de gunstigste omstandigheden. Moei lijker zijn deze in gezinnen van vol wassenen en vooral die met kinderen van 12 jaar af. Doch ook in de laatste gezinnen hoeft geen honger geleden te worden, mits men de voedingsge woonten wijzigt. Wanneer men een optelsommetje maakt van de calorieënwaarde der twee koude maaltijden, veronder stellende, dat daaraan gebruikt wor den.alle brood, boter, suiker, die we krijgen, het ei en het stukje kaas, dit aangevuld met y. liter melk per per soon per dag en een flinke portie rauwe groente of vruchten, blijkt de uitkomst laag te zijn. Deze maaltijden hebben een aanvulling noodig en het beste leek spr. daarom bij het kof fiemaal een aardappelgerecht op te dienen, bij voorkeur versche in de schil gekookte aardappels, die men met een kluitje boter eet, of een ge recht, bereid uit overgebleven groen ten en aardappelen. Ook het warme middagmaal is anders dan vroeger. Een maaltijd, bestaande uit vleesch, groente, aardappelen met een vette saus, stelde een volledig maal voor, mits de spijzen op de juiste wijze waren bereid. Groente en aardappe len alleen leveren te weinig calorieën en zijn arm aan eiwit. Aan een „stoofpot" (het vaak be reiden van stamppot is immers af te raden, daar bij het energiek dooreen werken van den spijs bij hooge tem peratuur een deel van het vitamine C verloren gaat) kan men melk of melkpoeder, erwten of boonen toe voegen. Of men kan vooraf een soep geven van beentjes getrokken, met veel groente en een bindmiddel, of Een toespijs liefst van melk met een der grutterswaren, die de rantsoe neering ons in voldoende hoeveelheid toestaat. Geen honger lijden. Honger hoeven we dus niet te lij den. Een vraag, die menigeen zich stelt, is: „Krijgen we genoeg v e t?H Behoefte aan veel vet hebben vooral zij, die veel calorieën noodig hebben, we zullen hun dus geven, wat we dagelijks aan plantaardig en dier lijke uitgesmolten vetten (ook spek) kunnen geven. Elk onzer huisge- nooten heeft echter behoefte aan een dagelij ksche portie der waarde volle vetten, die niet alleen een goede brandstof vertegenwoordigen, maar die enkele onmisbare stoffen (als vitamine A en D) bevatten. Deze kostbare vetten vinden we in de melk (boter, kaas), eidooier, het levervet van magere visch en het lichaamsvet van vette visch. Eiwit. We weten, dat eiwit niet alleen een brandstof voor het lichaam is, doch dat het onmisbaar is voor den groei, den opbouw en instandhou ding. Melkeiwit is voldoende voor handen, ook in afgeroomde melk, we vullen het aan met het dierlijk eiwit ontleend aan vleesch en visch en eieren. Belangrijk zijn ook de plant aardige eiwitten-, die we ontleenen aan brood, grutterswaren (maizena is arm), peulvruchten, aardappels, groenten en vruchten. De veelzijdige eiwitvoeding, die mogelijk is, maakt, dat we niet te kort komen. Minerale stoffen krijgen we bij de veelzijdige voeding, die we ons gezin kunnen verschaffen, genoeg, mits de spijzen op de juiste wijze worden klaar gemaakt. Calcium ontleenen we voldoende aan melk, ook tapte- en karnemelk, aangevuld met groen ten, aardappelen, vruchten. Voor het ijzer zijn, als reeds*gezegd, het on- gebuilde brood, peulvruchten en bladgroenten (vooral waterkers) be langrijk. Groenten, vruchten en vita minen. Het is een bijzondere gunstige om standigheid, dat aardappelen, groen ten en vruchten buiten de distributie vallen, want deze artikelen zijn bij i itstek geschikt om de leemten aan te vullen. Ze compenseeren een te kort aan calorieën, aan mineralen, aan vitaminen, zoo noodig ook aan eiwitten. Maar deze belangrijke rol der plantaardige levensmiddelen valt of staat met de wijze van bereiding. Gaan we verkeerd te werk, dan kan van de voedingswaarden toch nog zooveel verloren gaan, dat tekorten in de voeding optreden. De wijze waarop de groente wordt gekocht, is belangrijk. De huisvrouw moet er zelf op uit trekken om het beste en meest versche uit te zoeken. Zij moet op de groentemarkt de oogen den kost geven. De huisvrouw moet bovenal begrijpen, dat alles wat v e r s c h is een eereplaats ver dient op onze menu's (een onderzoek leerde dat versche spinazie per 100 g 24 mg c bevatte, na 2 dagen 13, na 3 dagen 4.4?mg). Op de markt nu dringt het direct tot de huismoeder door, welk artikel in overvloed voor radig is en ze zal daarvan zooveel mogelijk koopen. Ze moet het gevoel hebben, dat onze groenteteelt ge beurt in een enormen gemeenschap- pelijken tuin. Ze kan niet zelf daar heen gaan om te oogsten, maar ze moet naar de plaats gaan, waar de oogst zoo versch mogelijk wordt aangevoerd en er zooveel van ge bruiken dat er niet tijdelijk hoeveel heden zijn, waarvoor geen bestem ming bestaat. Wanneer ze logisch handelt, is dit in het voordeel van den kweeker, van haar eigen huis houdbeurs en bovenal van de voe ding van haar huisgenooten.' De wijze vah schoonmaken dei- groente is belangrijk. Er bestaat geen enkele reden om buitenste bla ren van kool, andijvie, sla, enz. weg te gooien. Ze vertegenwoordigen juist dikwijls het beste deel. Geble ken is b.v. dat de buitenste andijvie - klaren méér ijzer bevatten dan de binnenste, buitenste slablaren kun nen 30 x zooveel carotine en 3 x zoo veel vitamine C bevatten dan de ge bleekte binnenste. Alleen wat geheel verdord of verrot is, wordt verwij derd, de hoeveelheid afval wordt tot een minimum beperkt. Hoe groenten te wassehen? Op wetenschappelijke wijze is on derzocht, hoe de groente gewasschen moet worden: in ongesneden toe stand moet ze kort en krachtig ge spoeld worden. Gesneden groente mag men vooral niet lang in het water laten staan, dan lossen aller lei belangrijke bestanddeelen op en gaan dus verloren. Alleen verlepte groente mag men een tijdlang in water zetten, tot ze wat opgefleurd is. Vooral groente, die rauw genut tigd wordt, moet zorgvuldig gerei nigd. Na het wassehen kan men de groente snijden, doch dan vlak vóór dat ze in de pan gaat. Men kan ze ook in haar geheel of in enkele stuk ken verdeeld koken. De massa moet snel op kooktemperatuur worden ge bracht, o.a. om aanwezige oxydasen, die tezamen met de zuurstof der lucht het vitamine C vernietigen, on schadelijk te maken. Het koken gaat steeds gepaard met een verlies aan dit vitamine, men late het dus zoo kort mogelijk gebeuren, kijke niet in de pan, brenge de groente zoo snel mogelijk op tafel. Het kooknat wordt niet weggegooid, maar tegelijk met de groente genuttigd of op andere wijze gebruikt. Nooit moet men gekookte groente met water overgieten. Dit gebeurt nogal eens met groente uit bus of flesch terwille van de kleur, Wat er dan overblijft, heeft echter nauwe lijks nog voedingswaarde. Aardappelen. Onze aardappelen beteekenen on der de huidige omstandigheden voor ons een groote rijkdom. Ze geven een prachtige aanvulling in veler lei opzicht. Zelfs een tekort aan vita mine C, dat in het voorjaar het meest dreigt, kunnen we met de aardappelen bestrijden. De huis vrouw zal dus haar best doen de aardappels zoo te bereiden, dat van de van nature aanwezige voedings factoren zoo weinig mogelijk ver loren gaat. Worden de aardappelen een dag te voren geschild en den nacht over in het water gezet, dan lost de helft van het vitamine C daarin op en gaat dus verloren. Schilt men patatten niet, dan gaat er niets verloren van de hoeveelheid voedsel en ook het vitamine C-ge- balte neemt weinig af. Boter. Uit een onlangs in ons land ver richt onderzoek is gebleken, dat de boter nog onbekende, belangrijke voedingsfactoren bevat (dit geldt vooral voor de zomerboter). Boven dien weten we, dat ze nu onze voor naamste bron van vitamine A is. Dus redenen te over om de boter in eere te houden en zóó te gebruiken, dat ze zoo goed mogelijk tot haar recht komt. Ze moet koel bewaard worden en zoo weinig mogelijk verwarmd, zeker niet bruin gebakken. Daarbij gaat een deel van het vitamine A verloren en hetzelfde kan gelden voor de andere factoren. Grootendeels zullen we de boter op het brood ge bruiken, maar de boterhammen niet langen tijd tevoren smeren. Met de s u i k e r is het een ander geval, dit is een zeer eenzijdig voedingsmid del. Het wordt in ons lichaam „ver brand", zonder dat er iets van over blijft. Suiker is een 100 pet, zuivere koolhydraat, bevat geen waardevolle bestanddeelen. Het belangrijkste van de suiker is haar onmisbaarheid bij den inmaak. Brood. Wanneer wittebrood als hoofd» voedsel aan de koude maaltijden wordt genomen en we een tabelletje maken van de voedingswaarden in onze dagelij ksche levensmiddelen, dan blijkt al dadelijk, dat er te wei nig vitamine BI en ijzer in aanwezig is. Vervangt men het wittebrood door een volkorenproducf, dan is het resultaat onmiddellijk beter. Bruin In het tweedaagsch congres van de Nederlandsche Vereeniging van Huisvrouwen, dat' te Utrecht werd gehouden, heeft mevrouw J. van ItersonRotgans een lezing gehouden over het onder- De overwinning der Huis vrouw wordt in de oogen harer huisgenooten volko menals blijkt, dat ze ook on der de moeilijkste omstan digheden in niets tekort komen. Belofte maakt schuld. Voor twee .weken beloofden we eenige recepten Voor gerechten van gort. Als eerste verscheen het recept yan gekookte gort met rauwe bes sensap. Als tweede komt vandaag het ge vraagde recept van een zoete gortsoep. 100 gram Alkmaarsche gort, 114 l. water, >4 fl. bessensap, 1 citroen, 100 gram rozijntjes, krenten of andere gedroogde vruchten, ook te Vervangen door versche vruchten zooals een appel, stukjes rabarber, kruisbessen, enz., ±100 gram suiker of half suiker en half zoetstof (1 tabletje is gelijk aan 7 a 8 gram suiker). Wasch de gort en zet ze den vorigen dag in de wéék met 1 >4 1. water. Voeg, als er gedroogde vruch ten worden gebruikt, ook de ge wasschen vruchten toe en het citroen schilletje. Breng de gort na 24 uur aan de kook, laat ze 15 min. door koken en pak ze in een achttal kran ten of zet ze in de hooikist. Laat ze daarin eenige uren staan (3 Uur). Breng daarna de gortsoep weer aan den kook, voeg bessensap of ander vruchtensap en suiker of zoet stof toe. Laat, bij gebruik van versche vruchten, de schoon gemaakte en gesneden vruchten, slechts eenige minuten mee koken en pas op dat ze niet stuk koken. Verwijder de ci troenschil voor het opdoen. Voeg flesgewenscht ook wat ditroensap toe. Gort smaakt echter ook goed in een hartige soep. De origineele ossestaartsoep b.v. werd bereid met gort. Gewoonlijk was dat een najaarsgerecht, dat op- gedischt werd als de slacht gedaan was. Er werden, zooals het seizoen mee bracht, grove wintergroenten voor gebruikt, die wij anders niet zoo dikwijls in soep verwerken: n.l. kool, koolraap, winterwortelen en natuur lijk seldery en prei. Bij gebrek aan een ossestaart smaakt gortsoep óók met groenten alleen of in een bouillon van beentjes getrokken. In onderstaand recept kan de win tergroente gevoegelijk worden ver vangen door voorjaars- en zomer groente, als de tijd van het jaar dat meebrengt. Gortsoep met groenten. 1 y. liter water, 150 gram gort, soepbeentjes (b.v. J4 kg-), 10 gram zout, een stukje kool, 34 winterwor tel, 2 preien, een bosje seldery of andere soepgroente naar verkiezing, aroma soya of andere extracten al naar ze verkrijgbaar zijn. Laat de soepbeentjes vooral klein hakken, wasch ze en zet ze op met de helft van het water, het zout en een paar stelen van peterselie en seldery. Laat ze héél langzaam trekken, zoodat ze een geurige bouil lon geven (3 a 4 uur). Wasch reeds den vorigen dag de gort en week ze met de andere helft van het water en kook ze in de hooi kist gaar (zie het vorige recept). brood met boter, een rauw product als radijs, ramenas en een glas melk, stelt een volledigen maaltijd voor, Als peulvruchten het hoofdbestand deel van het middagmaal uitmaken, geve men er aardappelen en een ver sche sla of vruchten bij. Onze overwinning wordt in de oogen onzer huisgenooten volkomen, wanneer hun blijkt, dat ze ook onder de moeilijkste omstandigheden in niets tekort komen. Zeef de bouillon om de beensplin ters te verwijderen, doe er de ge kookte gort bij en laat de soep zachtjes aan den kook komen. Maak de groenten allen naar hun aard schoon en kook ze in de bouillon, ge lijk met de gort, tot ze juist gaar zijn. Maak de soep vervolgens op smaak af en voeg, als er geen vet uit de beentjes is gekookt en de voorraad laat het toe, nog een stukje boter toe. Deze soep zou zooals ze nu is opgegeven ook als hoofdgerecht van maaltijd kunnen worden ge bruikt, maar is dan wat arm aan eiwit. Met witte boonen en aardappelen aangevuld zou ze theoretisch beter \erantwoord zijn. Lekkerder is het echter als de soep als stevig voorgerecht wordt gegeten en de witte boonen en aardappelen worden gegeven als tweede gerecht. Een pittige saus, waarvoor tomaten saus met veel peterselie er in dienst kan doen, maakt zulk een maaltijd heel smakelijk. Gort kan ook verwerkt worden tot allerlei andere gerechten, zooals tot koekjes van gort of gortmout in piaats van vleesch te gebruiken, tot een schotel, waarin ook groenten een groote rol spelen enz. Van dergelijke gerechten komen later de recepten nog eens. Nu eischt de plicht der dankbaar heid dat wij melding maken van een schrijven van mevr. v. B. uit L. Als dank voor de recepten, die mevrouw v. B. reeds in deze kolom men mocht vinden, zond z'' ons een bijdrage in de hoop daarmee anderen weer een genoegen te doen. Als a a-n v u 11 i n g van den broodmaaltijd geeft zij een Huzarensla zonder vleesch (en heeft daarmee groot succes). 4 koude aardappelen, y2 ui, 200 gram wortelen (winterwortelen of kleine worteltjes), 1 appel, 2 eetlepels zéér fijn gesneden peterselie, zout, peper, wat geraspte kaas, waarvoor een kortje heel goed dienst kan doen en zoo mogelijk 2 lepels slasaus. Maal de wortelen, de ui en de aardappelen door den vleeschmolen. Snijd den appel, evenals de peter selie heel fijn. Meng alle'ingrediënten goed door één proef het mengsel en maak het op smaak af. Druk de „huzarensla" in een voch tig gemaakte kom of een schaaltje en stort de massa op een platten' vleeschschotel Garneer de sla, als het gerecht er wat verzorgd uit moet zien met groen (van andijvie, veldsla of andere sla), een paar augurkjes of met een hard gekookt ei. Ieder kan deze huzarensla naar eigen opvatting vereenvoudigen of verfraaien. Er kan gerust wat meer groenten of andere groenten in. Zijn er meer aardappelen over, dan zal het ook niet erg zijn als er een paar aardappelen extra worden gebruikt. En als er te kort mocht zijn aan boter voor de boterham, dan kan zoo'n slaatje ook op die boterham de dienst doen van belegging en besmering beide. Naast dit eenvoudige slaatje gaf mevrouw ons ook het recept van een aardappelkoek met rauwe spinazie. Als zooals nu, de aardappelen slecht gaan worden, dan is het soms beter een aardappelgerecht op tafel te brengen in plaats van de gewone ge kookte aardappelen. Aardappelpurée (die ook zonder jus smakelijk kan worden gegeten) kent iedereen. Aardappelsoep is wat minder bekend en aardappelkoek met groenten maakt bijna niemand. Toch is het een aanbevelenswaardig gerecht. Aardappelkoek met spi nazie, 34 kg. gekookte aardappe len, pl.m. 10 gram boter, 250 gram rauwe spinazie,100 gram (liefst oude) kaas, 1 ei, zout en nootmus- caat, boter of olie om in te bakken. Wasch de spinazie en zoek ze goed uit, laat ze zoo droog mogelijk uit lekken. Maal ze met de aardappelen door den vleeschmolen. Meng aardappelen en spinazie met geklopt ei, boter, geraspte kaas, zout en kruiden. Maak het mengsel op smaak af. Vorm van dit deeg dat vrij stevig moet zijn, 8 platte koekjes. Bak ze met behulp van zoo weinig mogelijk heete olie of boter in de koekepan vlug bruin en warm. Pa neer desgewenscht de koeken en ge bruik daarbij een eiwit vervangings middel inplaats van kippeneiwit en paneermeel. Gepaneerde koeken, of dat nu vleesch-, visch- of aardappelkoekjes zijn, vragen gewoonlijk wat meer vet omdat de korst wat extra vet op neemt. Ieder moet dus voor zich zelf .uitmaken of de vetvoorraad het lij den kan dat er mooie, gladde, gepa-' neerde koekjes worden gebakken. Het uiterlijk van het gerecht wint door het paneeren, dat is zeker. Tot, slot zooals dat ook bij de maaltijden het geval is het toetje. Een eenvoudig nagerecht voor 5 a 6 pers., vlug gemaakt en zonder versche melk bereid maakte mevr. v. B. van de volgende ingrediënten: één blik appelmoes, 10 lepels havermout, X> d.l. water, 2 citroenen, y, blikje gecondenseerde melk met suiker en desgewenscht wat honing. Week de havermout met de gecon denseerde melk in het water gedu- lende eenige uren. Voeg eventueel wat honing toe, roer dit mengsel door het appelmoes én meng het met citroensap. Maali het moes op smaak af door meer citroensap toe je voe'gen of door zoo noodig nog te zoeten. Mochten er andere vruchten voorhanden zijn of restjes vruchten te verwerken zijn overgebleven, dan vormen zij een heel smakelijke toevoeging en gar neering. Dien dit nagerecht b.v. in kleine schaaltjes op in glazen per persoon één, op. Met hartelijken dank voor de me dewerking en goed succes voor allen, die het voor het eerst probeeren! R. L.—H. BERGEN. Inleveren van melkkaarten door melkveehouders. Hierbij werd bekend gemaakt, dat, melkveehouders hun melkkaarten, benevens die van hun inwonende gezinsleden moeten inleveren vóór 30 April 1941 op het Distributie bureau, Kerkstraat 2, alhier. Alle distributiestamkaarten mede- nenjen!. De leider van den distributie kring Bergen. Er zijn in de Hollandsche keuken gerechten, die van geslacht op ge slacht zijn overgegaan en die dus met recht als „nationaal" mogen worden beschouwd. De samenstelling houdt in de eerste plaats verband met onze bodem productie en we vinden er dus over 't algemeen de combinatie in van wat landbouw, tuinbouw en veeteelt op leveren. Groente, aardappelen en vleesch verschaffen ons met elkaar den in Nederland zoo bekenden stamppot; groene erwten, soepgroenten en vleesch zorgen voor onze beroemde erwtensoep; bruine boonen of capu- cijners vormen ons geijkte peul- vruchtenmaal; melk of karnemelk met diverse graanproducten bezor gen ons de vooral ten plattelande zoo geliefde pappen. 't Is met zulke gerechten als met graag gedragen kleeren, waaraan we ons gehecht hebben en waar we zijn „ingegroeid". Helaas staat dan echter naast het „ingroeien" ook het „uitgroeien". Zooals op een gegeven moment onze oude vertrouwde kleeren niet meer dat zijn, zoo breekt ook voor bepaal de geijkte gerechten het oogenblik aan, dat we gaan twijfelen aan hun waarde, dat we op grond van ver standelijke of van economische over wegingen er veranderingen in wenschen aan te brengen, die ze beter doen passen in den tegenwoor- digen tijd. Daar is b.v. het vleesch in stamppot en in soep. Is dat be paald noodig of kunnen we het, nu' de vleeschprijzen zoo gestegen zijn, wellicht vervangen? Het vleesch in stamppot en in soep verzorgt in hoofdaaak de eiwit- waarde van het betrokken gerecht. Melk echter kan diezelfde taak op zich nemen met minder onkosten; melkpoeder komt zelfs nog goed- kooper uit. Vervangen we dus in stamppot of in soep de per persoon gebruikelijke 100 g (1 ons) vleesch door 50 g (34 ons of 1 niet te groot theekopje) melkpoe'der, dan dalen onze uit gaven van ongeveer 15 ets tot onge veer 6 ets een aanzienlijke be sparing; die de. voedingswaarde van het gerecht onaangetast laat. In de practijk brengt deze wijziging geen moeilijkheden mee; integendeel, de lange kooktijd van het vleesch wordt erbij uitgeschakeld: het met wat lauw water glad aangemengde melk poeder wordt eenvoudig door het gaargekookte gerecht geroerd en kookt een oogenblik mee. Dan is er verder de peülvrueh» tenmaaltijd, waaronder verstaan werd, dat uitsluitend de „boonen met spek" het middagmaal verzorgden. Ons peulvruchtenrantsoen is niet ruim en in verschillende gezimpn zal dus de anders gebruikelijke hoe veelheid boonen moeten worden be perkt. Komt dat neer op vermindering van de voedingswaarde? Ook dat is weer niet noodig; zelfs vertelt ons de hedendaagsche voe dingsleer, dat het vervangen van een gedeelte der peulvruchten door aard appelen ten goede komt aan de har monie van den maaltijd, omdat be» -paalde bouwsteensn uit het aard appeleiwit een gunstige aanvulling vormen van het voor ons lichaam anders niet zoo volwaardige boonen eiwit. Richten we dus den vroegeren peulvruohtenmaaltijd zóó in, dat per persoon b.v. 100 a 125 g (1 a l1/* ons) boonen wordt gsgeven inplaats van de vroeger gebruikelijke 250 g, maar geven we er per persoon minstens 400 g (4 ons) aardappelen bij, dan komen we nipt alleen beter uit met ons peulvruchtenrantsoen, maar we hebben ook de eiwitwaarde van ons maal beter in orde gebracht. En wat nu de p a p p e n betreft? Als gerechten zullen we die niet graag missen, hoewel de keus van de te gebruiken graanproducten mis schien om eenige herziening vraagt. Bij 't bereiden van pappen is men langzamerhand voorkeur gaan toonen voor de fabriekmatig behandelde fijnere maalproducten en het zou zeker èn uit een oogpunt van voe dingswaarde èn om financiëele rede nen beter zijn, als we meer aandacht gaven aan gort, aan grof tarwemeel en aan ongebuild roggemeel dan aan de thans bij voorkeur genoemde bloemsoorten met inbegrip van maï zena, custardpoeder en pudding poeder. (Martine Wittop Koning.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 8