Dl PR00H
tweede blad
STILLE No 9
DASHIELL
HAMMETT
102
VKAAQ EN AANRUK
36 cent per vijf regels
DE GEDACHTENSTRIJD IN BELGIE.
BELANGWEKKENDE UITLATINGEN.
geschreven door
teekeningen van
ALEXANDER
RAYMOND
NIETS IK
VREES DAT
HET GEEN
NUT HEEFT
NIET IN STAAT HAAR TRANEN TE BEDWINGEN.
KEERT ZIJ IN HAAR HOTELAKMER TERUG
UZ"
ALS MENEER 1
DEXTER MAAR
WIST HOEZEER
IK ZIJN HULP
NOODIG HEB 1
19)4. Kin* fatum Syndieut, lw Grr»t Bnr
terijen cenige maanden gevangenis
straf heeft ondergaan.
Waarom heeft de beroemde pinaist
het kind dadelijk als het zijne geac
cepteerd?
Dat vertelt hij den rechter van in
structie en wat hij vertelt wordt door
de film in beeld gebracht, de ge
schiedenis van een moedeloos artist,
die een eind aan zijn leven zou heb
ben gemaakt als een eenvoudig gar
derobemeisje hem niet had tegen
gehouden en den moed had gegeven
verder te leven om eens het succes
te kunnen bereiken. De groote vraag
houdt de toeschouwers in spanning:
wie loste de beide schoten?
De oplossing is verrassend en toen
zoo heel eenvoudig.
Wie ze kennen wil ga deze goed
geënsceneerde, zeer goed gespeelde
en gevoelige film, waarin Magda
Schneider als Maria en Ivan Petro-
visch als Hans Martenrood optreedt
deze week eens in het Roxy-Theater
bekijken.
Vooraf: een Ufa-film, uitgebreid
Profiltie-nieuws en een interessante
Tobis-film over de edelsmeedkunst.
TRAUM-MUSIK.
City-Theater.
Inderdaad een prachtfilm, die het
City-Theater thans zijn bezoekers
biedt. De bekwame regisseur Geza
von Bolvary is er in geslaagd van
het gegeven door schitterende opna
men, fraaien zang en uitstekend sa
menspel een bijzonder geheel te
maken. De film verplaatst den toe
schouwer naar Italië, waar in Rome
de eindexamens van het conservato
rium worden afgenomen. Michele
Donato, de beste det componisten
klasse, dirigeert gedeelten uit zijn
onvoltooide opera en Carla Holm,
de beste zangleerlinge, zingt de
hoofdrol. Groot succes en geslaagd.
Maar dan komt de moeilijke tijd.
Zij komen te werken in een cabaret,
waar de impressario Hutter Carla
hoort zingen en haar meteen voor de
opera engageert. Zij zingt in de Sca
la te Milaan met Benj amino Gigli in
La Bohème en gaat een prachtige
toekomst tegemoet. Maar Donato
wordt teleurgesteld. Zijn compositie
kan geen genade vinden. Hij ver
dwijnt uit Carla's leven en leeft
verder onder den naam Mac Dynar.
Als jazz- en revue-componist wordt
hij beroemd. Intusschen is het Carla
gelukt Michele's opera eindelijk in
Boedapest opgevoerd te krijgen. Zij
zal met Gigli de hoofdpartijen ver
tolken. Mac Dynar is juist in ~iif-
de stad bezig met de generale „epe-
titie van zijn nieuwste revue:
Traum-musik. Carla bemerkt dat hij
gedeelten van zijn opera tot jazz
heeft omgewerkt en weet Michele te
bewegen zijn revue af te zeggen. De
opvoering van de opera wordt een
groot succes en brengt de beide ge
liefden weer tot elkaar.
Marte Harell heeft Carla zeer mooi
gespeeld en gezongen. En ten zeer
ste zal men genoten hebben van een
gedeelte uit de eerste acte van La
Bohème, waarin Benjamino Gigli
schitterend zong. Boeiende opnamen
van de revue Traum-musik trekken
verder de aandacht, evenals het spel
van Werner Hinz, die steeds meer
als acteur naar voren komt, Albrecht
Schönhals en Lizzy Waldmüller. De
ze laatste gaf van de revue-ster
Odette een bijzondere creatie.
(Dinsdags en Vrijdags inzenden.)
WOENSDAGS EN ZATERDAGS
Alleen 2de handscb goederen.
uitsluitend a contant.
Gebruikte Rijwielen te Koop ge
vraagd (met goede banden).
NIEROP, Heerenstraat 10. Tel. 3827.
Te koop: 2d© handseh Meisjesfiets
van 10 tot 14 jaar.
BAANPAD 3, Alkmaar.
Te koop: 2 Hal. Accordeons,
Pianoklavier, 120 Bassen, 1 ge
bruikt Heerenrijwiel.
P. PLEVIER, Oterleek. Tel. 210.
Stofzuiger te koop, sledemodel,
200 volt, spotprijs 15.
F B. KOOPMAN, Vogelenzang 10,
Alkmaar, zijstr. Kennemersingel.
Te koop 2 zoo goed als nieuwe
•©huren, 4 bij 10 meter bij
A. HELDER, Oudburgerweg 14,
Bergen.
Te koop gevraagd: Jongensrijwiel,
leeftijd 10 jaar. Brieven onder let
ter F 131 bureau van dit blad.
Te koop: een massief mahoniehoU'
ten buffet met marmerblad, uit-
sehuifbladen en spiegelopzet in
uitstekenden staat. Voorstraat 34,
Egmond aan Zee.
Te koop: pracht moderne eiken
Piano (als- nieuw), billijken prijs.
Tevens Phonola voorzetapparaat
mst 80 rollen, past voor eiken piano
25. DEKKER, Spoorstraat 5.
Te koop: 2 beste loopplanken, lang
4 M., breed 250 m.M., dik 40 m.M.
en 14 meter dik henneptouw.
STOUTJESDIJK, Voordam 5.
Te koop: prima zware Juncker
bakfiets, banden z. g. a. n.
NIEUWESLOOT 129.
Te koop een z. g. a. n. Damesrijwiel.
STATIONSWEG 12a, Alkmaar.
Te koop: groote brandvrije geld
kist (gelijk een brandkast), voor
25, Kamerclosetstoel, prima
Stofzuiger 20, Ledikanten, Zeil,
enz. DEKKER, Spoorstraat 5.
Te koop: mooi Damesrijwiel, goede
banden, nieuwe kettingkast, enz.
f 22.50, Stofzuiger Electrolux met
hulpstukken 125 volt 17.50.
LIJTWEG 21, Bergen.
Wie een fraaie revue-, speel- en
zangfilm weet te waardeeren, mag
Traum-musik vooral niet verzuimen.
Het voorprograma was eveneens
zeer geslaagd. Het Tobis-nieuws
bracht o.m. mooie opnamen van
A.D.O.—D.H.C. Verder was er een
mooie film over de zeil- en water
sport onder den titel: Zon, wind en
witte zeilen.
Zeer interessant was ook de film
van Java: Van Oerwoud tot Cultuur
gebied. Mooie opnamen van land en
volk.
(Van onzen correspondent).
III.
Brussel, April 1941.
Wij spraken reeds over de richting,
in België, die gehecht is aan de ge
renoveerde „idéé beige", waarin een
ruimere, zeggen we volwaardige
plaats zou voorbehouden blijven aan
het Vlaamsche element, bovendien
ingesteld op de omwentelingsidee, die
aoor dên oorlog als een bom is los
gekomen. Men blijft bij de idee, om
dat elke verwezenlijking buiten de
grenzen ligt van het huidige. In de
meeste Waalsche organen komen
deze gedachten tot uiting, evenals in
de Brusselsche organen „Le Nouveau
Journal", „Le Soir", „Le Pays Réel",
in het weekblad „Cassandre". Nog
niet zoolang geleden werd een pole
miek gevoerd over de „idéé beige"
welke thans is uitgestorven, doch in
de ideologische artikelen blijven de
zaken verder uit dezen gezichtshoek
bekeken. Het zou geen zin hebben
op deze achter den rug liggende po
lemiek te wijzen, ware het niet dat
zij gelegenheid biedt om te herinne
ren aan een artikel van den heer
August Haase, hoofdredacteur van de
„Brüsseler Zeitung", naar aanleiding
daarvan, waarin deze het had over
de „Belgische ziel". Steller stipte er
in aan dat sedert 1830 de breede
massa's in België Vlamingen en
Walen gebleven waren en dat natio
naal Belgische bewegingen slechts
voet wisten te vatten in Brussplsche
advokaten- en journalistenkringen.
Dit Belgische staatsnationalisme was
bevorderd geworden door den ge
schiedschrijver Pirenne, die den
Te koop: enkele cost., damesman
tels en japonnen en kinderkleeding
z. g. a. n.
DEN HARTOG, Koningsweg 72.
Ter overname gevraagd: prima
hooge vetlederen werkschoenen,
maat 44-45 en eenige overalls,
flinke maat.
NIEUWPOORTSLAAN 26.
Naaimachines te koop 10, 15, 20, 25
en 3'0 guld. met garantie. Kleer
makermachine in goeden -staat 25.
KLUNNEN, Hofdijkstraat 13, bij
Emmabrug.
Invalidenwagens, Rolstoelen, Baby
weegschalen z. g. a. n.
.HYGIENA", Achterstraat 45.
Telef. 2052, Alkmaar.
Te koop een blauwe kinderwagen
en een wieg.
AKERSLAAN 35.
Aangeb. eikenhouten buffet, 2
fauteuils en 4 stoelen.
Adres bureau van dit blad.
Te koop aangeb. massief Mahonie
houten salontafel.
J. v. SCORELKADE 17.
Een best Heerenrijwiel met prima
banden te koop, 25.
l ANDSTRAAT 19.
oorsprong van het Staatsgebouw
van 1830 tot ver in het verleden deed
opklimmen en den Belgischen Staat
verklaarde tot een nakomeling van
Lotharingen en Boergondië. Hij her
innerde ook aan het verzet dat steeds,
zoowel van Waalsche als van Vlaam
sche zijde is opgerezen tegen de
thesis van Pirenne, thesis welke ge
steund was door Edmond Picard. Bij
gebrek aan een werkelijk" volsch
bindmiddel, een Belgisch eenheids
ideaal, waarin zich, indien zij be
stond, de Belgische eenheidsziel
trouw zou hebben weerspiegeld, werd
de geschiedenis ingeroepen om er de
Belgische ziel uit op te tooveren. De
heer Haase waarschuwde diegenen
die thans nog met verouderde of zin
ledige begrippen voor voor den dag
komen, dat de intrede in het nieuwe
Europa offers vergt als bijdrage tot
de Germaansche revolutie die er zich
in voltrekt. De Belgische nederlaag
mag niet uitsluitend uit den gezichts
hoek der militaire macht gezien
worden. Men moet hier ook histori
sche elementen als belangrijke fac
toren in rekening brengen. Men
spreekt veel over België als kruis
punt der politieke, economische en
cuLureele hoofdlijnen van Europa,
maar België heeft deze taak niet vol
bracht, omdat het een voorpost der
Romaansche cultuur en der Fransche
diplomatie is geworden. Deze hou
ding was een inbreuk tegen een
eisch der geschiedenis en een zonde
tegen den geest. De heer Haase ver-
blaarde verder dat, wanneer Lotha
ringen en het Bourgondische rijk
zonder meer door sommigen als Bel
gische rijken in beslag genomen
worden, zulks een brutale en plompe
vervalsching der geschiedenis is. Hij
besloot met deze overweging: De
menschen zoeken heden een uitweg
uit den geestelijken nood van den
tijd. Dat is de groote strooming, die
ook den enkeling in Vlaanderen en
in Wallonië beroert. Belicht de ge
schiedenis thans niet de opgave van
die ruimte, den strijd tusschen Neder-
duitschers en Welschen te beëindi
gen en de groote verzoening te be
werkstelligen?"
Hiermee werd een gedachtenstrijd
bepaald, waarvan de beteekenis
overigens beperkt is, omdat de tijd
nog niet ie gekomen hiervan ook
getuigde de heer Haase om uit te
maken hoe de Nederlanden in de
toekomst er zullen uit zien. Doch, al
vormen de Nederlanden, en vooral
het Vl.-Waalsch woongebied, slechts
een zeer klein alhoewel ingewikkeld
onderdeel van het problemencomplex
Jat op te lossen is, en om te beletten
at de opbouw der toekomst nog
door valsche denkbeelden zou ver
troebeld worden, achtte hij een
critisch onderzoek dezer denkbeelden
thans reeds gerechtvaardigd.
Men mag gerust aannemen dat de
bedoelingen en opvattingen van de
genen die een» vernieuwden Belgi
schen Staat wenschen, met een poli
tieke organisatie die aan de Vlamin
gen volledige autonomie zou schen
ken, ingegeven zijn door eerlijke ge
voelens, al moet ook de overweging
gelden dat hierdoor getracht wordt
den Vlamingen de wind uit de zeilen
te nemen met het oog op Brussel.
Intusschen zou een uitvoerige
bloemlezing van wat in de reeds ge
noemde organen wordt gepubliceerd
belangwekkend zijn. Wij zullen ons
echter op dit gebied niet te ver be
geven daar dergelijke lectuur als
herkauwde kost tenslotte niet bijster
onderhoudend is. Nochtans bevat
ten deze uitlatingen overwegingen
-waardoor men zich een objectief oor
deel kan vormen.
De hoofdredacteur van „Le Soir",
Raymond de Becker, schreef o.m. dat
de taalkundige dualiteit van België
op zich zelf geen absolute politieke
verdeeldheid hoeft te verwekken en
de werkelijkheid van een Belgische
volksgemeenschap niet aantast. Hij is
het er echter over eens dat zij een
taal- en cultuurpolitiek oplegt welke
zeker de tegenovergestelde zijn
moet van deze van het oud-regime,
dat zij een andere binnenlandsche
structuur noodzakelijk maakt, dat zij
twee volksgemeenschappen moet
erkennen. Hij deed tevens opmerken
aan de Vlamingen, dat dezen die
deze gedachten nu verdedigen, dit
ook vroeger hebben gedaan en pro
testeerde heftig tegen elk opzet om
de verdedigers van de nieuwe „idéé
beige" te vereenzelvigen met dezen
die oppositie voeren tegen elke
nieuwe Europeesche orde. Het
België waarvoor wij opkomen, ver
volgde hij, is een België dat zich aan
sluit bij de continentale eenheid, ver
wezenlijkt onder de leiding van de
spilmogendheden, dat bewust is van
zijn historische rol, wat zoowel geldt
voor Vlamingen als Walen, als noor
delijke voorpost ten opzichte van het
Zuiden, om aldus bij te dragen tot
het smeden van de Europeesche een
heid.
In „Le Pays Réel" liet, enkele da
gen geleden, de rexistische leider
Léon Degrelle, een artikel verschij
nen over de kwestie van een een
heidspartij. Hierin gebruikte hij ar
gumenten om te betoogen waarom
deze eenheidspartij er nog niet is,
welke in het raam van dit overzicht
kunnen worden aangehaald, daar
zij, op dit oogenblik een algemeene
beteekenis hebben. Hij stelde vast
dat de leiders van de partijen die
het oude regime hebben bestreden
vurig samenwerking verlangen.
Doch vooral dient men te weten wat
België morgen worden zal en zoo
lang dat niet bekend is kan de
wensch van samenwerking slechts
een vrome wensch blijven. Om tot
daden over te gaan moet men eerst
uit de onzekerheid zijn getreden,
waarin men zich thans bevindt. De
moeilijkheid dringt zich op, van zoo
dra wordt gesproken over een unie
waarin Vl.-nationalistische elemen
ten zouden treden. Niemand weet of
België morgen nog zal bestaan zoo
als wij het thans kennen. Er is geen
enkel besluit genomen. Er zal ver
moedelijk nog een Belgische Staat be
staan, aldus Degrelle, doch niets
staat dienaangaande vast. Niemand
kan weten wat de onzekere toekomst
brengen zal. Zelfs indien het behoud
van den Belgischen Staat verzekerd
is kan niemand weten welke de toe
stand van Vlaanderen zijn zal in de
zen Staat. Hoe kan men zich dan
voorstellen dat het V.N.V. zou in
gaan op een voorstel tot samenwer
king? Door zulks te doen zou het
V.N.V. zich op een bepaalden weg
begeven. Indien Vlaanderen op zich
zelf leeft moet de rest van België er
niet meer in zijn belangen tusschen
komen. Het is voldoende op deze
onzekerheid te wijzen om dadelijk in
te zien, dat indien het V.N.V. de
beste betrekkingen onderhoudt met
andere bewegingen, zulks niet belet
dat het slechts deelnemen zal aan
een eenheidspartij met Vlaamsche
en Romaansche elementen, wanneer
het de zekerheid hebben zal dat het
zijn actie zal moeten ontplooien in
het raam van een Staat, die alle
Vlaamsche en Romaansche provin
ciën omvat. Hier gaf Degrelle blijk
baar een negatief antwoord op zijn
eigen vraag, tot samenwerking, uit
gesproken op een vergadering te
Luik, en gesteund op het vroeger ac-
coord met het V.N.V.
Anderzijds verklaarde Degrelle,
dat een van de bezwaren om tot een
heidspartij te komen de omstandig
heid is dat er op het oogenblik geen
vijftig vooraanstaande industrieelen,
kooplieden, professoren, rechtsge
leerden zouden te vinden zijn die
zich openlijk zouden wenschen te
compromitteeren, door zich bij de
beweging te voegen.
Deze verklaring vereischt o.i. deze
aanvulling dat Degrelle door zijn vrij
wispelturige en onbesuisde, alhoe
wel moedige houding, die hem den
wind uit de zeilen heeft genomen,
reeds enkele jaren voor den oorlog,
voor velen niet de man is rondom
wie zich de elite van groot formaat,
waarvan hij begrijpelijkerwijze de
aansluiting noodzakelijk acht, zou
kunnen scharen. Een belangwekken
de uitlating in „Le Nouveau Jour
nal" van 17 April wenschen wij ook
nog onder uw oogen te brengen. Een
van de oorzaken van het groote mis
verstand dat de voorstanders van
een vernieuwing en de „attentisten"
verdeelt, schreef dit blad, is de on
mogelijkheid reeds thans een on
middellijke taak aan het land op te
leggen. De omstandigheden mili
taire bezetting stilzwijgen van het
natuurlijk hoofd der gemeenschap
en nog meer andere oorzaken ver
zetten er zich tegen. De toetreding
tot de nieuwe orde blijft dus tot het
ideologische terrein beperkt. Men
twist in het ijle om een doel te berei
ken, waarvan de noodzakelijkheid
iedereen inziet, n.l. de beste organi
satie voor een degedesorganiseerd
land. Welke personen en met welke
middelen zal deze taak moeten wor
den opgenomen? Dat is op het oogen
blik onmogelijk te bepalen. Hierbij
kunnen wij het laten. Intusschen
worden geleidelijk maatregelen ge
nomen die aanwijzingen bevatten
voor de nieuwe structuur, ingesteld
op het thans, bestaande. Enkele van
bedoelde maatregelen zullen het on
derwerp vormen van een volgenden
brief.
NAGEKOMEN
PREDIKBEURTEN.
SCHOORL, zie Groet.
GROET, 10 uur, ds. Boeke; 11.15
uur, Zondagsschool.
DIRKSHORN, 7.30 uur, ds. Boeke,
,-an Schoorl.
DRIEHUIZEN, 10 uur, ds. Loysen.
WEST-GRAFTDIJK, 2.30 uur,
ds. Loysen.
OOST-GRAFTDIJK. geen dienst.
JmMeton
41
door
Eleanor Elliot Carroll.
Ze volgde den kleinen Oosterling
°P zijn zachte muilen en hij bracht
haar naar den salon van „De
Droom". Wanden en vloer waren
met zachte gordijnen en tapijten
bedekt, electrische wandlusters
vormden de verlichting en overal
stonden met rood leer bekleede
armstoelen. Midden in het vertrek
stond een massieve tafel met een
groote kussenbank. Op die tafel la
gen stapels tijdschriften stonden
boeken tusschen bronzen standaards
en middenop stond een zilveren
mandje met fruit gevuld.
Ademloos van verrukking keek
Gwynne in het rond. Wat een
prachtschip! Zoo iets moois had ze
zich niet kunnen droomen. Het leek
wel een palels! In een schemerig
hoekje stond een kleine vleugel-
Pinao. Met een gesmoord kreetje
liep ze erheen en raakte de toetsen
eerbiedig aan. Ze was zoo graag
muziek gaan studeeren, als ze voor
baar brood geen verpleegster had
moeten worden. Ze sloeg enkele
accoorden aan van het oude liedje,
dat heel dien middag door haar ge
dachten had gezongen:
Waar is de vreugde en
vroolijkheid
Robin is hier
Plotseling hield ze op en luister
de. Een voetstap. Ze keek om. Robin
Lee stond naast haar. En zijn blau
we oogen twinkelden guitig.
„Gaat u door", drong hij bij haar
aan. „Wat u daar aan het spelen
v/as, klinkt me zoo bekend. Wat
was het?"
Gwynne draaide zich op het
krukje naar hem om en begon te
blozen.
„Och, het is maar een heel ge
woon ouderwetsch liedje. Ik kan
het niet goed meer spelen: ik heb
in eeuwen niet gespeeld. Heelemaal
den slag kwijt. En vroeger ver
beeldde ik me nog al, dat ik zonder
piano niet leven kon! Dat was
vóór den dood van moeder. Voor
dat ons huishouden werd opgebro
ken".
Roin liet zich naast de piano
kruk op een stoel neervallen en
hield zijn oogen strak op haar ge
vestigd. In het getemperde licht
waren haar omtrekken vervaagd,
maar haar hoofdje met de rood
bruine krullen in haar hals werd
helder verlicht door de lamp bo
ven den muzleklessenaar. Hij
scheen diep onder den indruk.
„Ik kan me niet voorstellen, dat
u een verpleegster bent", zei hij
opeens. „Ik heb altijd gedacht, dat
die groot en sterk moesten zijn
in staat, zware menschen op te til
len en hard werk te doen".
„Ze doen ook hard werk", zei
Gwynne lachend „Maar de groot
sten zijn niet altijd de sterksten. Ik
heb veel stevige spieren". Ze stak
haar slanken blanken arm uit en
boog hem speelsch als een kind
dubbel, om hem haar spieren te
toonen. Robin glimlachte en stak
zijn hand uit. De aanraking van
zijn stevige hand bezorgde Gwynne
een lichte rilling over haar rug.
Om haar verlegenheid te verbergen
liet ze haar arm dadelijk langs
haar zij omlaag zakken en haar
zilveren lachje tinkelde door den
schemerigen salon.
„Spieren voor een beroepsbokser,
is het zoo niet?" plaagde de jonge
man lachend. „Maar ik mag dat
wel, als iemand op z'n kracht" groot
gaat. In geval van nood zoudt u
best het werk van een matroos
kunnen doen, is het zoo niet?"
Twee hartelijke jonge menschen
hebben niet veel tijd noodig, om
met elkaar bevriend te raken. Te
gen dat de tweede gong over het
schip galmde, hadden Gwynne en
Robin het gevoel,- of ze elkaar van
jongsaf kenden. Toen Ambrose
Maitland en dokter Faust een poos
je later den salon binnenkwamen,
vonden ze hen zóó in gesprek ver
diept, dat ze hen eraan moesten
herinneren, dat het etenstijd was.
„Leuk, dat we een van de dames
bij den eersten maaltijd buitengaats
aan tafel hebben", zei Ambrose,
zijn dikken arm om het slanke
middel van het meisje slaande, toen
ze de gang door naar de eetzaal
gingen. „Margaret ligt al in bed en
Inez is natuurlijk ook al zeeziek. Ze
geven allebei veel te veel toe aan
haar voorgevoel, dat ze wel zeeziek
zullen worden. Er is geen rimpeltje
op het water!"
Gwynne voelde medelijden met
den hartelijken man. Ze was er
reeds van overtuigd, dat beide
vrouwen misbruik maakten van en
speculeerden op zijn goedhartig
heid.
De eetzaal bevond zich onder de
brug op het voordek. Evenals de
salon was het een lang, smal ver
trek, met ramen over de geheele
lengte. Een lamp tegen het plafond
wierp een zachten schijn over de
met zilver en kristal rijk gedekte
tafel. Zwart gelakte stoelen werden
voor het gezelschap door bedienden
aangeschoven en Wang, de kleine
Chinees, die, naar Gwynne ontdek
te, een meer dan uitstekende kok
was, verscheen nu en dan in de
deuropening van zijn kombuis, met
een angstig vragend gezicht mijn
heer Maitland aankijkend, in de
hoop een goedkeurenden blik van
hem te mogen opvangen.
Het werd een vroolijke maaltijd.
Gwynne voelde zich als een jonge
koningin, door hovelingen omringd
Haar natuurlijke opgewektheid,
lang binnen de muren van het zie
kenhuis gedempt, kwam bijna ter
stond met volle levendigheid tol
uiting. Enkele terloopsche vragen
van dokter Faust over St. Marga
ret's Hospital maakten haar tong
los. Ze boeide de drie mannen door
haar levendige verhalen over het
doen en laten der verpleegsters in
het ziekenhuis, waar ze met veer
tig andere meisjes gewerkt had.
Daarna kwam het gesprek op
boeken en literatuur.. En Robin, die
gretig naar elk woord door haar
gesproken luisterde stond verbaasd
en verrukt over de bekendheid van
Gwynne met de nieuwere literatuur
Hij zelf las graag en veel en dit be
wijs van gelijkgezindheid vermeer
derde zijn belangstelling voor het
'lieftallige meisje.
Na het diner verdwenen Mait
land en de dokter naar den rook-
salon, om een spelletje te gaan
kaarten en Robin stelde Gwynne
voor, een wandelingetje aan dek te
maken. Arm in arm drentelden ze
vredig heen en weer en babbelden
over alles en nog wat. Het was ver
na middernacht, toen hij voor de
deur van haar hut afscheid van
haar nam.
Zij keek zijn hooge, lenige gestal
te na, tot hij uit haar gezicht ver
dwenen was.
„Goedennacht, Robin Adair!"
fluisterde ze zachtjes bij het sluiten
van haar deur.
II.
Ontluikende liefde.
De eerste dagen op zee waren
mistig en onaangenaam, zooals dat
sems op de Stille Zuidzee in Sep
tember kan voorkomen. Zoowel
Inez als mevrouw Maitland bleven
in haar hut, niet omdat ze ziek wa
ren, maar omdat ze vreesden ziek
te worden, zooals neef Ambrose
meermalen tegen Gwynne verze
kerde. „Verwende en bedorven
kinderen, allebei", bromde hij, „We
ten zelf niet, wat ze willen".
Dokter Faust besteedde het groot
ste gedeelte van zijn tijd aan de
„zieken-uit-eigen-verkiezing" en
dat was eveneens het geval met
Gwynne. In die dagen deed ze heel
wat ondervinding op betreffende
verwende vrouwen en verloor nu
en dan haar geduld onder haar
dwaze grillen. Doch ze slaagde er
in, haar ergernis te verbergen.
De avonden had ze echter vrij en
dan begon haar eigenlijke leven
pas. Die uren waren ongestoord
van haar, en Robin Lee was altijd
aan haar zijde. Wat door Inez en
Margaret Maitland voor een saaie
en eentonige reis werd uitgekreten,
was voor het onbereisde meisje een
onvermengd genot. Haar opgeto
genheid en aanstekelijke lachje, sa
men met haar onbedorven jeugd,
maakten Gwynne tot een aantrek
kelijk gezelschap voor alle drie de
heeren aan boord.
(Wordt vervolgd.)