Dl PR00H tweede blad STILLE No 9 DASHIELL HAMMETT 102 VKAAQ EN AANRUK 36 cent per vijf regels DE GEDACHTENSTRIJD IN BELGIE. BELANGWEKKENDE UITLATINGEN. geschreven door teekeningen van ALEXANDER RAYMOND NIETS IK VREES DAT HET GEEN NUT HEEFT NIET IN STAAT HAAR TRANEN TE BEDWINGEN. KEERT ZIJ IN HAAR HOTELAKMER TERUG UZ" ALS MENEER 1 DEXTER MAAR WIST HOEZEER IK ZIJN HULP NOODIG HEB 1 19)4. Kin* fatum Syndieut, lw Grr»t Bnr terijen cenige maanden gevangenis straf heeft ondergaan. Waarom heeft de beroemde pinaist het kind dadelijk als het zijne geac cepteerd? Dat vertelt hij den rechter van in structie en wat hij vertelt wordt door de film in beeld gebracht, de ge schiedenis van een moedeloos artist, die een eind aan zijn leven zou heb ben gemaakt als een eenvoudig gar derobemeisje hem niet had tegen gehouden en den moed had gegeven verder te leven om eens het succes te kunnen bereiken. De groote vraag houdt de toeschouwers in spanning: wie loste de beide schoten? De oplossing is verrassend en toen zoo heel eenvoudig. Wie ze kennen wil ga deze goed geënsceneerde, zeer goed gespeelde en gevoelige film, waarin Magda Schneider als Maria en Ivan Petro- visch als Hans Martenrood optreedt deze week eens in het Roxy-Theater bekijken. Vooraf: een Ufa-film, uitgebreid Profiltie-nieuws en een interessante Tobis-film over de edelsmeedkunst. TRAUM-MUSIK. City-Theater. Inderdaad een prachtfilm, die het City-Theater thans zijn bezoekers biedt. De bekwame regisseur Geza von Bolvary is er in geslaagd van het gegeven door schitterende opna men, fraaien zang en uitstekend sa menspel een bijzonder geheel te maken. De film verplaatst den toe schouwer naar Italië, waar in Rome de eindexamens van het conservato rium worden afgenomen. Michele Donato, de beste det componisten klasse, dirigeert gedeelten uit zijn onvoltooide opera en Carla Holm, de beste zangleerlinge, zingt de hoofdrol. Groot succes en geslaagd. Maar dan komt de moeilijke tijd. Zij komen te werken in een cabaret, waar de impressario Hutter Carla hoort zingen en haar meteen voor de opera engageert. Zij zingt in de Sca la te Milaan met Benj amino Gigli in La Bohème en gaat een prachtige toekomst tegemoet. Maar Donato wordt teleurgesteld. Zijn compositie kan geen genade vinden. Hij ver dwijnt uit Carla's leven en leeft verder onder den naam Mac Dynar. Als jazz- en revue-componist wordt hij beroemd. Intusschen is het Carla gelukt Michele's opera eindelijk in Boedapest opgevoerd te krijgen. Zij zal met Gigli de hoofdpartijen ver tolken. Mac Dynar is juist in ~iif- de stad bezig met de generale „epe- titie van zijn nieuwste revue: Traum-musik. Carla bemerkt dat hij gedeelten van zijn opera tot jazz heeft omgewerkt en weet Michele te bewegen zijn revue af te zeggen. De opvoering van de opera wordt een groot succes en brengt de beide ge liefden weer tot elkaar. Marte Harell heeft Carla zeer mooi gespeeld en gezongen. En ten zeer ste zal men genoten hebben van een gedeelte uit de eerste acte van La Bohème, waarin Benjamino Gigli schitterend zong. Boeiende opnamen van de revue Traum-musik trekken verder de aandacht, evenals het spel van Werner Hinz, die steeds meer als acteur naar voren komt, Albrecht Schönhals en Lizzy Waldmüller. De ze laatste gaf van de revue-ster Odette een bijzondere creatie. (Dinsdags en Vrijdags inzenden.) WOENSDAGS EN ZATERDAGS Alleen 2de handscb goederen. uitsluitend a contant. Gebruikte Rijwielen te Koop ge vraagd (met goede banden). NIEROP, Heerenstraat 10. Tel. 3827. Te koop: 2d© handseh Meisjesfiets van 10 tot 14 jaar. BAANPAD 3, Alkmaar. Te koop: 2 Hal. Accordeons, Pianoklavier, 120 Bassen, 1 ge bruikt Heerenrijwiel. P. PLEVIER, Oterleek. Tel. 210. Stofzuiger te koop, sledemodel, 200 volt, spotprijs 15. F B. KOOPMAN, Vogelenzang 10, Alkmaar, zijstr. Kennemersingel. Te koop 2 zoo goed als nieuwe •©huren, 4 bij 10 meter bij A. HELDER, Oudburgerweg 14, Bergen. Te koop gevraagd: Jongensrijwiel, leeftijd 10 jaar. Brieven onder let ter F 131 bureau van dit blad. Te koop: een massief mahoniehoU' ten buffet met marmerblad, uit- sehuifbladen en spiegelopzet in uitstekenden staat. Voorstraat 34, Egmond aan Zee. Te koop: pracht moderne eiken Piano (als- nieuw), billijken prijs. Tevens Phonola voorzetapparaat mst 80 rollen, past voor eiken piano 25. DEKKER, Spoorstraat 5. Te koop: 2 beste loopplanken, lang 4 M., breed 250 m.M., dik 40 m.M. en 14 meter dik henneptouw. STOUTJESDIJK, Voordam 5. Te koop: prima zware Juncker bakfiets, banden z. g. a. n. NIEUWESLOOT 129. Te koop een z. g. a. n. Damesrijwiel. STATIONSWEG 12a, Alkmaar. Te koop: groote brandvrije geld kist (gelijk een brandkast), voor 25, Kamerclosetstoel, prima Stofzuiger 20, Ledikanten, Zeil, enz. DEKKER, Spoorstraat 5. Te koop: mooi Damesrijwiel, goede banden, nieuwe kettingkast, enz. f 22.50, Stofzuiger Electrolux met hulpstukken 125 volt 17.50. LIJTWEG 21, Bergen. Wie een fraaie revue-, speel- en zangfilm weet te waardeeren, mag Traum-musik vooral niet verzuimen. Het voorprograma was eveneens zeer geslaagd. Het Tobis-nieuws bracht o.m. mooie opnamen van A.D.O.—D.H.C. Verder was er een mooie film over de zeil- en water sport onder den titel: Zon, wind en witte zeilen. Zeer interessant was ook de film van Java: Van Oerwoud tot Cultuur gebied. Mooie opnamen van land en volk. (Van onzen correspondent). III. Brussel, April 1941. Wij spraken reeds over de richting, in België, die gehecht is aan de ge renoveerde „idéé beige", waarin een ruimere, zeggen we volwaardige plaats zou voorbehouden blijven aan het Vlaamsche element, bovendien ingesteld op de omwentelingsidee, die aoor dên oorlog als een bom is los gekomen. Men blijft bij de idee, om dat elke verwezenlijking buiten de grenzen ligt van het huidige. In de meeste Waalsche organen komen deze gedachten tot uiting, evenals in de Brusselsche organen „Le Nouveau Journal", „Le Soir", „Le Pays Réel", in het weekblad „Cassandre". Nog niet zoolang geleden werd een pole miek gevoerd over de „idéé beige" welke thans is uitgestorven, doch in de ideologische artikelen blijven de zaken verder uit dezen gezichtshoek bekeken. Het zou geen zin hebben op deze achter den rug liggende po lemiek te wijzen, ware het niet dat zij gelegenheid biedt om te herinne ren aan een artikel van den heer August Haase, hoofdredacteur van de „Brüsseler Zeitung", naar aanleiding daarvan, waarin deze het had over de „Belgische ziel". Steller stipte er in aan dat sedert 1830 de breede massa's in België Vlamingen en Walen gebleven waren en dat natio naal Belgische bewegingen slechts voet wisten te vatten in Brussplsche advokaten- en journalistenkringen. Dit Belgische staatsnationalisme was bevorderd geworden door den ge schiedschrijver Pirenne, die den Te koop: enkele cost., damesman tels en japonnen en kinderkleeding z. g. a. n. DEN HARTOG, Koningsweg 72. Ter overname gevraagd: prima hooge vetlederen werkschoenen, maat 44-45 en eenige overalls, flinke maat. NIEUWPOORTSLAAN 26. Naaimachines te koop 10, 15, 20, 25 en 3'0 guld. met garantie. Kleer makermachine in goeden -staat 25. KLUNNEN, Hofdijkstraat 13, bij Emmabrug. Invalidenwagens, Rolstoelen, Baby weegschalen z. g. a. n. .HYGIENA", Achterstraat 45. Telef. 2052, Alkmaar. Te koop een blauwe kinderwagen en een wieg. AKERSLAAN 35. Aangeb. eikenhouten buffet, 2 fauteuils en 4 stoelen. Adres bureau van dit blad. Te koop aangeb. massief Mahonie houten salontafel. J. v. SCORELKADE 17. Een best Heerenrijwiel met prima banden te koop, 25. l ANDSTRAAT 19. oorsprong van het Staatsgebouw van 1830 tot ver in het verleden deed opklimmen en den Belgischen Staat verklaarde tot een nakomeling van Lotharingen en Boergondië. Hij her innerde ook aan het verzet dat steeds, zoowel van Waalsche als van Vlaam sche zijde is opgerezen tegen de thesis van Pirenne, thesis welke ge steund was door Edmond Picard. Bij gebrek aan een werkelijk" volsch bindmiddel, een Belgisch eenheids ideaal, waarin zich, indien zij be stond, de Belgische eenheidsziel trouw zou hebben weerspiegeld, werd de geschiedenis ingeroepen om er de Belgische ziel uit op te tooveren. De heer Haase waarschuwde diegenen die thans nog met verouderde of zin ledige begrippen voor voor den dag komen, dat de intrede in het nieuwe Europa offers vergt als bijdrage tot de Germaansche revolutie die er zich in voltrekt. De Belgische nederlaag mag niet uitsluitend uit den gezichts hoek der militaire macht gezien worden. Men moet hier ook histori sche elementen als belangrijke fac toren in rekening brengen. Men spreekt veel over België als kruis punt der politieke, economische en cuLureele hoofdlijnen van Europa, maar België heeft deze taak niet vol bracht, omdat het een voorpost der Romaansche cultuur en der Fransche diplomatie is geworden. Deze hou ding was een inbreuk tegen een eisch der geschiedenis en een zonde tegen den geest. De heer Haase ver- blaarde verder dat, wanneer Lotha ringen en het Bourgondische rijk zonder meer door sommigen als Bel gische rijken in beslag genomen worden, zulks een brutale en plompe vervalsching der geschiedenis is. Hij besloot met deze overweging: De menschen zoeken heden een uitweg uit den geestelijken nood van den tijd. Dat is de groote strooming, die ook den enkeling in Vlaanderen en in Wallonië beroert. Belicht de ge schiedenis thans niet de opgave van die ruimte, den strijd tusschen Neder- duitschers en Welschen te beëindi gen en de groote verzoening te be werkstelligen?" Hiermee werd een gedachtenstrijd bepaald, waarvan de beteekenis overigens beperkt is, omdat de tijd nog niet ie gekomen hiervan ook getuigde de heer Haase om uit te maken hoe de Nederlanden in de toekomst er zullen uit zien. Doch, al vormen de Nederlanden, en vooral het Vl.-Waalsch woongebied, slechts een zeer klein alhoewel ingewikkeld onderdeel van het problemencomplex Jat op te lossen is, en om te beletten at de opbouw der toekomst nog door valsche denkbeelden zou ver troebeld worden, achtte hij een critisch onderzoek dezer denkbeelden thans reeds gerechtvaardigd. Men mag gerust aannemen dat de bedoelingen en opvattingen van de genen die een» vernieuwden Belgi schen Staat wenschen, met een poli tieke organisatie die aan de Vlamin gen volledige autonomie zou schen ken, ingegeven zijn door eerlijke ge voelens, al moet ook de overweging gelden dat hierdoor getracht wordt den Vlamingen de wind uit de zeilen te nemen met het oog op Brussel. Intusschen zou een uitvoerige bloemlezing van wat in de reeds ge noemde organen wordt gepubliceerd belangwekkend zijn. Wij zullen ons echter op dit gebied niet te ver be geven daar dergelijke lectuur als herkauwde kost tenslotte niet bijster onderhoudend is. Nochtans bevat ten deze uitlatingen overwegingen -waardoor men zich een objectief oor deel kan vormen. De hoofdredacteur van „Le Soir", Raymond de Becker, schreef o.m. dat de taalkundige dualiteit van België op zich zelf geen absolute politieke verdeeldheid hoeft te verwekken en de werkelijkheid van een Belgische volksgemeenschap niet aantast. Hij is het er echter over eens dat zij een taal- en cultuurpolitiek oplegt welke zeker de tegenovergestelde zijn moet van deze van het oud-regime, dat zij een andere binnenlandsche structuur noodzakelijk maakt, dat zij twee volksgemeenschappen moet erkennen. Hij deed tevens opmerken aan de Vlamingen, dat dezen die deze gedachten nu verdedigen, dit ook vroeger hebben gedaan en pro testeerde heftig tegen elk opzet om de verdedigers van de nieuwe „idéé beige" te vereenzelvigen met dezen die oppositie voeren tegen elke nieuwe Europeesche orde. Het België waarvoor wij opkomen, ver volgde hij, is een België dat zich aan sluit bij de continentale eenheid, ver wezenlijkt onder de leiding van de spilmogendheden, dat bewust is van zijn historische rol, wat zoowel geldt voor Vlamingen als Walen, als noor delijke voorpost ten opzichte van het Zuiden, om aldus bij te dragen tot het smeden van de Europeesche een heid. In „Le Pays Réel" liet, enkele da gen geleden, de rexistische leider Léon Degrelle, een artikel verschij nen over de kwestie van een een heidspartij. Hierin gebruikte hij ar gumenten om te betoogen waarom deze eenheidspartij er nog niet is, welke in het raam van dit overzicht kunnen worden aangehaald, daar zij, op dit oogenblik een algemeene beteekenis hebben. Hij stelde vast dat de leiders van de partijen die het oude regime hebben bestreden vurig samenwerking verlangen. Doch vooral dient men te weten wat België morgen worden zal en zoo lang dat niet bekend is kan de wensch van samenwerking slechts een vrome wensch blijven. Om tot daden over te gaan moet men eerst uit de onzekerheid zijn getreden, waarin men zich thans bevindt. De moeilijkheid dringt zich op, van zoo dra wordt gesproken over een unie waarin Vl.-nationalistische elemen ten zouden treden. Niemand weet of België morgen nog zal bestaan zoo als wij het thans kennen. Er is geen enkel besluit genomen. Er zal ver moedelijk nog een Belgische Staat be staan, aldus Degrelle, doch niets staat dienaangaande vast. Niemand kan weten wat de onzekere toekomst brengen zal. Zelfs indien het behoud van den Belgischen Staat verzekerd is kan niemand weten welke de toe stand van Vlaanderen zijn zal in de zen Staat. Hoe kan men zich dan voorstellen dat het V.N.V. zou in gaan op een voorstel tot samenwer king? Door zulks te doen zou het V.N.V. zich op een bepaalden weg begeven. Indien Vlaanderen op zich zelf leeft moet de rest van België er niet meer in zijn belangen tusschen komen. Het is voldoende op deze onzekerheid te wijzen om dadelijk in te zien, dat indien het V.N.V. de beste betrekkingen onderhoudt met andere bewegingen, zulks niet belet dat het slechts deelnemen zal aan een eenheidspartij met Vlaamsche en Romaansche elementen, wanneer het de zekerheid hebben zal dat het zijn actie zal moeten ontplooien in het raam van een Staat, die alle Vlaamsche en Romaansche provin ciën omvat. Hier gaf Degrelle blijk baar een negatief antwoord op zijn eigen vraag, tot samenwerking, uit gesproken op een vergadering te Luik, en gesteund op het vroeger ac- coord met het V.N.V. Anderzijds verklaarde Degrelle, dat een van de bezwaren om tot een heidspartij te komen de omstandig heid is dat er op het oogenblik geen vijftig vooraanstaande industrieelen, kooplieden, professoren, rechtsge leerden zouden te vinden zijn die zich openlijk zouden wenschen te compromitteeren, door zich bij de beweging te voegen. Deze verklaring vereischt o.i. deze aanvulling dat Degrelle door zijn vrij wispelturige en onbesuisde, alhoe wel moedige houding, die hem den wind uit de zeilen heeft genomen, reeds enkele jaren voor den oorlog, voor velen niet de man is rondom wie zich de elite van groot formaat, waarvan hij begrijpelijkerwijze de aansluiting noodzakelijk acht, zou kunnen scharen. Een belangwekken de uitlating in „Le Nouveau Jour nal" van 17 April wenschen wij ook nog onder uw oogen te brengen. Een van de oorzaken van het groote mis verstand dat de voorstanders van een vernieuwing en de „attentisten" verdeelt, schreef dit blad, is de on mogelijkheid reeds thans een on middellijke taak aan het land op te leggen. De omstandigheden mili taire bezetting stilzwijgen van het natuurlijk hoofd der gemeenschap en nog meer andere oorzaken ver zetten er zich tegen. De toetreding tot de nieuwe orde blijft dus tot het ideologische terrein beperkt. Men twist in het ijle om een doel te berei ken, waarvan de noodzakelijkheid iedereen inziet, n.l. de beste organi satie voor een degedesorganiseerd land. Welke personen en met welke middelen zal deze taak moeten wor den opgenomen? Dat is op het oogen blik onmogelijk te bepalen. Hierbij kunnen wij het laten. Intusschen worden geleidelijk maatregelen ge nomen die aanwijzingen bevatten voor de nieuwe structuur, ingesteld op het thans, bestaande. Enkele van bedoelde maatregelen zullen het on derwerp vormen van een volgenden brief. NAGEKOMEN PREDIKBEURTEN. SCHOORL, zie Groet. GROET, 10 uur, ds. Boeke; 11.15 uur, Zondagsschool. DIRKSHORN, 7.30 uur, ds. Boeke, ,-an Schoorl. DRIEHUIZEN, 10 uur, ds. Loysen. WEST-GRAFTDIJK, 2.30 uur, ds. Loysen. OOST-GRAFTDIJK. geen dienst. JmMeton 41 door Eleanor Elliot Carroll. Ze volgde den kleinen Oosterling °P zijn zachte muilen en hij bracht haar naar den salon van „De Droom". Wanden en vloer waren met zachte gordijnen en tapijten bedekt, electrische wandlusters vormden de verlichting en overal stonden met rood leer bekleede armstoelen. Midden in het vertrek stond een massieve tafel met een groote kussenbank. Op die tafel la gen stapels tijdschriften stonden boeken tusschen bronzen standaards en middenop stond een zilveren mandje met fruit gevuld. Ademloos van verrukking keek Gwynne in het rond. Wat een prachtschip! Zoo iets moois had ze zich niet kunnen droomen. Het leek wel een palels! In een schemerig hoekje stond een kleine vleugel- Pinao. Met een gesmoord kreetje liep ze erheen en raakte de toetsen eerbiedig aan. Ze was zoo graag muziek gaan studeeren, als ze voor baar brood geen verpleegster had moeten worden. Ze sloeg enkele accoorden aan van het oude liedje, dat heel dien middag door haar ge dachten had gezongen: Waar is de vreugde en vroolijkheid Robin is hier Plotseling hield ze op en luister de. Een voetstap. Ze keek om. Robin Lee stond naast haar. En zijn blau we oogen twinkelden guitig. „Gaat u door", drong hij bij haar aan. „Wat u daar aan het spelen v/as, klinkt me zoo bekend. Wat was het?" Gwynne draaide zich op het krukje naar hem om en begon te blozen. „Och, het is maar een heel ge woon ouderwetsch liedje. Ik kan het niet goed meer spelen: ik heb in eeuwen niet gespeeld. Heelemaal den slag kwijt. En vroeger ver beeldde ik me nog al, dat ik zonder piano niet leven kon! Dat was vóór den dood van moeder. Voor dat ons huishouden werd opgebro ken". Roin liet zich naast de piano kruk op een stoel neervallen en hield zijn oogen strak op haar ge vestigd. In het getemperde licht waren haar omtrekken vervaagd, maar haar hoofdje met de rood bruine krullen in haar hals werd helder verlicht door de lamp bo ven den muzleklessenaar. Hij scheen diep onder den indruk. „Ik kan me niet voorstellen, dat u een verpleegster bent", zei hij opeens. „Ik heb altijd gedacht, dat die groot en sterk moesten zijn in staat, zware menschen op te til len en hard werk te doen". „Ze doen ook hard werk", zei Gwynne lachend „Maar de groot sten zijn niet altijd de sterksten. Ik heb veel stevige spieren". Ze stak haar slanken blanken arm uit en boog hem speelsch als een kind dubbel, om hem haar spieren te toonen. Robin glimlachte en stak zijn hand uit. De aanraking van zijn stevige hand bezorgde Gwynne een lichte rilling over haar rug. Om haar verlegenheid te verbergen liet ze haar arm dadelijk langs haar zij omlaag zakken en haar zilveren lachje tinkelde door den schemerigen salon. „Spieren voor een beroepsbokser, is het zoo niet?" plaagde de jonge man lachend. „Maar ik mag dat wel, als iemand op z'n kracht" groot gaat. In geval van nood zoudt u best het werk van een matroos kunnen doen, is het zoo niet?" Twee hartelijke jonge menschen hebben niet veel tijd noodig, om met elkaar bevriend te raken. Te gen dat de tweede gong over het schip galmde, hadden Gwynne en Robin het gevoel,- of ze elkaar van jongsaf kenden. Toen Ambrose Maitland en dokter Faust een poos je later den salon binnenkwamen, vonden ze hen zóó in gesprek ver diept, dat ze hen eraan moesten herinneren, dat het etenstijd was. „Leuk, dat we een van de dames bij den eersten maaltijd buitengaats aan tafel hebben", zei Ambrose, zijn dikken arm om het slanke middel van het meisje slaande, toen ze de gang door naar de eetzaal gingen. „Margaret ligt al in bed en Inez is natuurlijk ook al zeeziek. Ze geven allebei veel te veel toe aan haar voorgevoel, dat ze wel zeeziek zullen worden. Er is geen rimpeltje op het water!" Gwynne voelde medelijden met den hartelijken man. Ze was er reeds van overtuigd, dat beide vrouwen misbruik maakten van en speculeerden op zijn goedhartig heid. De eetzaal bevond zich onder de brug op het voordek. Evenals de salon was het een lang, smal ver trek, met ramen over de geheele lengte. Een lamp tegen het plafond wierp een zachten schijn over de met zilver en kristal rijk gedekte tafel. Zwart gelakte stoelen werden voor het gezelschap door bedienden aangeschoven en Wang, de kleine Chinees, die, naar Gwynne ontdek te, een meer dan uitstekende kok was, verscheen nu en dan in de deuropening van zijn kombuis, met een angstig vragend gezicht mijn heer Maitland aankijkend, in de hoop een goedkeurenden blik van hem te mogen opvangen. Het werd een vroolijke maaltijd. Gwynne voelde zich als een jonge koningin, door hovelingen omringd Haar natuurlijke opgewektheid, lang binnen de muren van het zie kenhuis gedempt, kwam bijna ter stond met volle levendigheid tol uiting. Enkele terloopsche vragen van dokter Faust over St. Marga ret's Hospital maakten haar tong los. Ze boeide de drie mannen door haar levendige verhalen over het doen en laten der verpleegsters in het ziekenhuis, waar ze met veer tig andere meisjes gewerkt had. Daarna kwam het gesprek op boeken en literatuur.. En Robin, die gretig naar elk woord door haar gesproken luisterde stond verbaasd en verrukt over de bekendheid van Gwynne met de nieuwere literatuur Hij zelf las graag en veel en dit be wijs van gelijkgezindheid vermeer derde zijn belangstelling voor het 'lieftallige meisje. Na het diner verdwenen Mait land en de dokter naar den rook- salon, om een spelletje te gaan kaarten en Robin stelde Gwynne voor, een wandelingetje aan dek te maken. Arm in arm drentelden ze vredig heen en weer en babbelden over alles en nog wat. Het was ver na middernacht, toen hij voor de deur van haar hut afscheid van haar nam. Zij keek zijn hooge, lenige gestal te na, tot hij uit haar gezicht ver dwenen was. „Goedennacht, Robin Adair!" fluisterde ze zachtjes bij het sluiten van haar deur. II. Ontluikende liefde. De eerste dagen op zee waren mistig en onaangenaam, zooals dat sems op de Stille Zuidzee in Sep tember kan voorkomen. Zoowel Inez als mevrouw Maitland bleven in haar hut, niet omdat ze ziek wa ren, maar omdat ze vreesden ziek te worden, zooals neef Ambrose meermalen tegen Gwynne verze kerde. „Verwende en bedorven kinderen, allebei", bromde hij, „We ten zelf niet, wat ze willen". Dokter Faust besteedde het groot ste gedeelte van zijn tijd aan de „zieken-uit-eigen-verkiezing" en dat was eveneens het geval met Gwynne. In die dagen deed ze heel wat ondervinding op betreffende verwende vrouwen en verloor nu en dan haar geduld onder haar dwaze grillen. Doch ze slaagde er in, haar ergernis te verbergen. De avonden had ze echter vrij en dan begon haar eigenlijke leven pas. Die uren waren ongestoord van haar, en Robin Lee was altijd aan haar zijde. Wat door Inez en Margaret Maitland voor een saaie en eentonige reis werd uitgekreten, was voor het onbereisde meisje een onvermengd genot. Haar opgeto genheid en aanstekelijke lachje, sa men met haar onbedorven jeugd, maakten Gwynne tot een aantrek kelijk gezelschap voor alle drie de heeren aan boord. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 7