Dl QROOH
UtaSSetoH
Radiotoestellen in
meubelopslag
plaatsen.
Man vermoordde zijn
vrouw.
rwigaa BLAD. ALKMAARSCHE COURANT VAN MAANDAG 9 JUNI 1941.
door
Eleanor Ê8»t CarrolL
„Je doet niets van dat alles, on
dankbare patiënt, dat je bent! Nu
doe ik zoo mijn best, je aan het
zweeten te krijgen! Je bent op het
oogenblik gelukkig doornat. Als je
kinine ingenomen hebt, moet je
heel voorzichtig zijn. Blijf dus stil
liggen en goed onder dek. Wat het
eten betreft, hebben we voorraad
genoeg bij de hand".
Hij keek nu niet meer stroef en
volgde zwijgend al haar bewe
gingen. Al had ze dan ook nog
zoo'n hekel aan hem, toch was ze
een wonderlijk lief meisje! Zou ze
hem altijd blijven haten? Als ze nu
eens niet gered werden? Als ze nu
eens samen op dit eiland moesten
blijven, tot ze oud en grijs gewor
den waren en dan toch nog even
ver van elkaar af stonden, als nu?
Dat zou ondenkbaar erg, dat zou
een ondragelijke kwelling worden!
Heel den nacht kletterde de regen
op het door Gwynne zoo goed mo
gelijk herstelde dak. Hij lag met
half gesloten oogen naar haar te
kijken. Ze lag in den anderen hoek
der hut en hij durfde zich nauwe
lijks verroeren, uit vrees, dat ze
het hooren zou en opstaan, om te
kijken, of hij iets noodig had.
„Wat moet je toch een uitste
kende verpleegster zijn geweest",
zei hij eens, toen ze zijn gelaat met
water wiesch en hem warm water,
dat ze in een goed gereinigd blik
gekookt had, te drinken gaf. „Doe
je dat soort werkjes graag?"
„Bedoel je, of ik graag- zieken
verpleeg?" vroeg ze.
Hij knikte bevestigend. Het eene
oogenblik verlangde hij er naar,
haar wat rust te zien nemen; hel
volgende moment snakte hij naar
haar zacht verplegende hand. Hij
bleef doorpraten, om haar naast
zich te houden.
„Ja", zei ze. „Ik hield van het
werk. In St. Margaret's ziekenhuis
was het prettig werken en de an
dere meisjes waren zulke echt
aardige en goede vriendinnen".
Ze dacht terug aan Sue, aan Ge-
raldine, aan Freda. Vooral aan Sue
met haar plagende voorspellingen.
Haar voorspelling was uitgekomen.
Ze had werkelijk den eenigen man
ter wereld ontmoet, aan wien ze
met haar heele wezen zou willen
i toebehqpren. En die man lag daar
en had haar liefdevolle hart in zijn
handen verbrijzeld
Robin babbelde verder.. „Ik ben
vanmorgen op verkenning geweest
naar het zuidelijk deel van het
eiland, maar dat heeft niet veel ge
geven. Wat verderop ligt een moe
ras, dat wel een paar honderd me
ter breed is. Het scheelde maar
weinig, of ik was in de zwarte
modder weggezonken".
Haar hart stokte. Dus was haar
angst niet ongegrond geweest. Haar
hand beefde, toen zij die op zijn
voorhoofd legde.
„Dat moet je nooit meer pro-
beeren, Robin! Beloof je me dat?"
Hij deed, alsof het van weinig
beteekeriis was geweest. Maar haar
bezorgdheid vervulde hem met on
gekende vreugde.
„O, maar ik ben vlug ter been.
Zoodra ik den grond voelde weg
zakken, nam ik een sprong en
\greep me aan een tak beet. Ik trok
me eruit. Ik geloof, dat mijn natte
voeten oorzaak van mijn ziekte
zijn".
„Je voeten?" vroeg Gwynne, het
dek van zijn voeten wegtrekkend.
„En ik noem me nogal een ver
pleegster! Ik ben gewoonweg een
sufferd!" En onder het praten be
gon ze haastig Robin's doorweekte
avondschoenen uit te trekken. Hij
ging rechtop zitten.
„Schei uit!" beval hij. „Dat kan
ik beter zelf doen en.„"
„Mondje dicht en blijven liggen",
viel ze hem in de rede, zijn voch
tige sokken afstroopend. „Ik ben de
baas in de ziekenkamer en ik zal
een van die borstrokken warmen
en om je voeten wikkelen. Zorg
jij, dat hij erom blijft zitten".
Toen dit gebeurd was, boog ze
zich bezorgd over hem heen.
„Zoo beter? Is het warm ge
noeg?"
„Ja, kleine tiran".
„Dat ben je zelf!" schold ze te
rug, maar er kwam een flauw
glimlachje om haar mond, toen ze
haar eigen legerstede weer op
zocht.
Een grauwe morgen brak aan,
mef dreigende wolken in het Oos
ten. De boomen dropen. De stortre
gen was veranderd in een dichten
motregen en het bulderen van de
branding vergrootte de trieste
stemming.
Robin lag doodstil en ademde
regelmatig. Gwynne legde haar
hand op zijn hoofd en loosde een
zucht van verlichting, toen ze voel
de, dat het koel geworden was. De
koorts was gezakt. Ze scharrelde
rond in de nauwe hut, rakelde het
vuur op, bracht water voor hem
en zichzelf aan de kook, en ge
bruikte een zakdoek als wasch-
handje. Eenig toilet maken vond ze
toch noodig.
Robin had nu niet meer zooveel
dek noodig. Het was drukkend
warm in de hut geworden. Ze nam
een linnen pak van hem weg en
sloop ermee naar buiten, zonder
hem te wekken. Haar keurige wit
te rok was tot een oud vod verfom
faaid. Ze verwisselde hem voor een
wit linnen wijden broek.
,;Ik ben benieuw, hoe ik er in dit
pak uitzie', mompelde ze met een
vreugdeloos lachje.
Toen Robin een poosje later wak
ker werd, staarde hij verbluft naar
de slanke gedaante in mannen-
kleeren, die de hut in en uit liep.
Een oogenblik verbeeldde hij zich,
dat het een vreemde was, maar
teen Gwynne haar gelaat naar hem
toewendde, riep hij jongensachtig
vroolijk: „Hallo, ouwe jongen! Als
je andere haren had, kon je best
voor een matroosje doorgaan. Ik
dacht het eerste oogenblik, dat we
gezelschap hadden gekregen".
Ze stak haar handen in de broek
zakken en nam een braniehouding
aan.
„Ik ben Billy van de veerboot",
antwoordde ze grappig. „Vergeet
dat voortaan niet meer!"
„Dan heet ik Bob", zei Robin,
blij, dat er blijkbaar wapenstilstand
tusschen hen gesloten was. „Hoe is
het weer buiten, maat?"
„Meer dan rottig, schipper!" ant
woordde ze spottend, tegen haar
slaap tikkend bij wijze van saluut.
„We hebben wind aan stuurboord
en het regent aan één stuk..." Ze
zweeg plotseling en werd meteen
weer de bezorgde verpleegster.
„Hoe maak je het vanmorgen? Zijn
die koude rillingen heelemaal ver
dwenen?"
„Volkomendank jouw zorgen.
Als het 'buiten niet te nat is, zou
ik
„Willen vragen, dat ik een eind
je ga wandelen, om jou gelegenheid
te geven, je ook als zeeman te ver-
klceden?" voltooide zij zijn vraag.
„Weet je wel heel zeker, dat je
daarvoor al sterk genoeg bent?"
„Beslist! Ik heb me in mijn hee
le leven nog nooit zoo sterk en ge
zond gevoeld. Ik voel me in staat,
een stadhuis en een postkantoor
heelemaal eigenhandig te bouwen".
„Mooi zoo, maar vandaag dan
toch niet", zei Gwynne, naar bui
ten kijkend.
„Ik heb het mijn heele leven nog
nooit zoo erg zien regenen. Jij wel?
Toe, schiet op met aankleeden; dan
gaan we ontbijten".
Een poosje later zaten ze aan de
scheepskist tegenover elkaar met
gekruiste beenen op den leemen
vloer. Met behulp van een zwaren
steen en zijn zakmesje was Robin
er in geslaagd, de kokosnoot open
te krijgen. Hij had de schaal in
tweeën weten te verdeelen en
daaruit dronken ze nu de eerlijk
verdeelde melk.
Wordt vervolgd.
Ten aanzien van radiotoestellen
welke zich in meubelopslagplaatsen
bevinden, zijn met ingang van
Zaterdag de volgende voorschriften
van kracht.
Zoowel de eigenaar van een
radiotoestel, dat zich in 'n meubel
opslagplaats 'bevindt als de exploi
tant van betreffende opslag
plaats zijn verplicht, hienvan onver
wijld kennis te geven aan het
hoofdbestuur der P.T.T. technische
dienst radio, Scheveningscheweg 6,
's-Gravenhage. Verkeert de exploi
tant van een meubelopslagplaats
in onzekerheid, of zich bij de bij
hem opgeslagen goederen radio
toestellen bevinden, dan- dient hij
zich voor zoover mogelijk hierover
bij de eigenaars dezer goederen
zekerheid te verschaffen. De
exploitanten van meubelopslag
plaatsen dienen van heden af, wan
neer zich onder de bij hen onder te
brengen goederen radiotoestellen
bevinden, er voor zorg te dragen,
dat deze toestellen op zoodanige
wijze worden geplaatst, dat con
trole op eenvoudige Wijze mogelijk
is. Reeds eender bij hen onderge
brachte radiotoestellen kunnen blij
ven, waar zij zich thans bevinden.
Verzegeling van radiotoestellen
ondergebracht in meubelopslag
plaatsen, kan achterwege blijven.
VER. VOOR FACULTATIEVE
LIJKVERBRANDING
VERGADERDE.
Zaterdagmiddag is te Driehuis
Westerveld onder groote belang
stelling uit alle deelen des lands
het nieuwe kantoorgebouw der
Vereeniging voor facultatieve Lijk
verbranding geopend. Onder de
aanwezigen bevonden zich o.m. ir.
H. Dudok, de architect van het
nieuwe gebouw; Andries de Rosa,
namens de arbeidersvereemiging
voor lijkverbranding, het bijna vol
tallige hoofdbestuur der vereeni
ging voor facultatieve lijkverbran
ding en vele afdeelingsafgevaar-
digden.
Na de ontvangst in de groote aula
hield de algemeen voorzitter der
vereeniging, dr. P. H. van Rooijen,
een toespraakt. Hij zeide o.m., dat
het kantoorgebouw reeds eenigen
tijd tot groote tevredenheid van het
bestuur inofficieel in gebruik ge
nomen was. Spr. herinnerde aan
enkele belangrijke data uit de ge
schiedenis der crematiebeweging
in ons land: de eerste crematie 1
April 1913, het tegen de vereeni
ging gevoerde proces, het toenemen
van het aantal crematies, het in
gebruik nemen van nieuwe ovens
en de nieuwe aula en het record
cijfer over 1940 dat sloot met HJ61
crematies. Dit getal beweegt zich in
een nog steeds stijgende lijn.
Het nieuwe gebouw bestaat uit
drie gedeelten: een groote ontvang
zaal met daaraan verbonden een
keukeninrichting, in het midden
gedeelte vindt men de ruime mo
dern geoutilleerde kantoren met
ontvangzalen en de hoofdbestuurs
kamer. De andere vleugel van het
gebouw wordt gevormd door de
woning van den directeur van het
crematorium. In een der zalen is
een plaquette aangebracht, wijlen
de heer Frank Blaauw, voorstellend.
De heer Blaauw, de jong gestor
ven eerste directeur, heeft veel voor
de crematie-idee en voor de ver
eeniging gedaan. Spr. zeide, dat
men nooit zijn groote werkkracht
zou vergeten en bracht wanne
hulde aan dezen strijder der cre
matiebeweging in Nederland.
Dr. van Roojen besloot»met dank
te brengen aan al'len, die tot den
bouw van het nieuwe utiliteits-
complex hadden bijgedragen. Daar
na verklaarde hij het gebouw ge
opend.
Na een korte rondwandeling over
cle terreinen heeft men den nieuw
bouw in oogenschouw genomen.
POSTQUITANTIEVERKEER MET
DUITSCHLAND.
Afzenders van postquitanties,
verrekenzendingen en venreken-
pakketten naar Duitschland kunnen
thans weder verlangen, dat op deze
stukken ingevorderde bedragen op
een door hen in Duitschland ge
opende of te openen postrekening
worden gestort. De in te vorderen
bedragen moeten in rijksmarken
worden uitgedrukt. Voor nadere
inlichtingen wende men zich tot de
postkantoren.
Een regeling in denzelfden geest
is vastgesteld voor postquitanties,
verrekenzendingen en verreken
pakketten, welke van Duitschland
naar Nederland worden verzon
den.
MAJOOR KRUYT'S PARTIJ.
Het A.N.P. meldt:
Naar ons medegedeeld wordt,
heeft majoor Kruyt de opheffing
van zijn partij met ingang van 6
Juni 1941 bekend gemaakt. Met de
opheffing van de N.S.N.A.P.-Kruyt
is verdere klaarheid ontstaan in
zake de bestaande nationaal-
socialistische partijen. Behalve de
N.S.B. bestaat thans slechts nog de
groot-Duitsche beweging der
N.S.N.A.P.-dr. van Rappard.
Beestachtige misdaad.
De nadere bijzonderheden welke
de politie Zaterdag aan de pers
verstrekte inzake den moord in
Amsterdam Oost werpen een som
ber licht op de gruwelijke wijze
waarop de 52-jarige werkloöze
DUITSCHE SLAGSCHEPEN nemen de bemanningen van tot
zinken gebrachte Engelsche schepen over. De bedieningsmanschappen
van het geschut der vijandelijke, handelsschepen dragen stalen
helmen. (Holland)
GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORDHOLLAND hebben
voorgesteld ten behoeve van de restauratie van het perceel O. Z.
Voorburgwal 14 te A'dam, aan de vereeniging „Hendrik de Keyzer"
een subsidie te verleenen. (Polygoon).
monteur in de woning aan de Bali-
straat zijn vrouw om het leven
heeft gebracht doch tevens zijn zij
een bewijs voor de onverflauwde
activiteit van de Amsterdamsche
pölitie, die, met zoo weinig ge
gevens in handen en geheel op
eigen initiatief, binnen zoo korten
tijd tien dagen deze moord
tot volledige klaarheid te brengen.
Naar men zich zal herinneren
kwam op 27 Mei 1.1. bij de politie
het bericht binnen, dat in het
Merwedekanaal nabij het zwembad
Nieuwe diep een pakket was ge
vonden, dat bij opening een vrou
wenhoofd bleek te bevatten. v Het
hoofd, dat' tamelijk verminkt was>
was opgevuld met een prop, be
staande uit een zakdoek en een
stuk windsel, en verpakt in een
vaatdoek, welke met steenen was
verzwaSrd.
Dit waren alle gegevens, over
welke de politie bij het begin van
het onderzoek beschikte, en aller
eerst ging men na, of er bij de in
den laatsten tijd aangegeven ver
miste vrouwen, iemand was, wier
signalement eenigszins met het ge
vonden hoofd overeen kwam. Dit
was inderdaad met een vrouw het
geval en hoewel de kleur van de
oogen niet geheel overeenstemde
met de bedoelde vermiste, werd tot
huiszoeking op de woning van deze
vermiste vrouw besloten. Hier vond
de politie nieuwe aanwijzingen, n.l.
windsel en vaatdoeken, welke ge
lijkenis vertoonden met de uit het
water opgehaalde.
Deze vondst gaf de politie aan
leiding, den man (die n.'b. zelf op
8 Mei aangifte van de vermissing
had gedaan) van de vermiste vrouw
in Hillegersberg, waar hij zich bij
kennissen bevond, te doen arrestee
ren. Deze arrestatie geschiedde
door de politie aldaar en onmiddel
lijk daarop togen inspecteur
Bijlsma vergezeld van de recher
cheurs Becking en Moes, naar Hil
legersberg om den man aan den
tand te voelen. Dit had echter wei
nig succes daar de man volkomen
kalm hardnekkig ontkende, iets
van den moord op zijn vrouw af te
weten.
Intusschen werd het onderzoek
naar alle kanten voortgezet, waar
bij ook de vrouw, bij wie de ver
dachte in Hillegersberg vertoefde,
aan een scherp verhoor werd on
derworpen, Het bleek al spoedig
dat zij de laatste weken van den
verdachte allerlei goederen ten ge
schenke had gekregen, o.a. een
naaimachine, welke uit de' woning
van den verdachte afkomstig was
en verscheidene kleedingstukken,
welke aan de vermiste vrouw had
den toebehoord. Daaronder bevond
zich ook een wintermantel, die de
vermiste vrouw (men wist nog
steeds niet met zekerheid, dat zij
ook de vermoorde vrouw zou zijn),
zeker zou hebben aangetrokken, als
zij, volgens de opgayé van den man,
op 5 Mei de woning had verlaten.
De aanwijzingen tegen den
verdachte waren ten slotte zoo
sterk, dat de man daarvoor be
zweek en Vrijdag voor den
rechter-eommissaris bekende,
zijn vrouw te hebben vermoord.
Dit zou. overdag op 5 Mei in de
woning zijn geschied.
Volgens de lezing van den moor
denaar zou er ruzie tusschen hem
en zijn vrouw zijn ontstaan, hij
zou daarbij de vrouw naar de keel
zijn gevlogen en haar in drift heb
ben gewurgd. Daarop heeft hij het
lijk naar den zolder gebracht en in
stukken gesneden, welke hij, ver-
pkt, op verschillende plaatsen in
hef water heeft' gedeponeerd. Een
van deze lichaamsdeelen (behalve
het reeds eerder gevondene) is
gisteren op zijn aanwijzing ergens
uit hét water opgehaald.
Een bewijs van de geraffineerd
heid, waarmee de dader het lijk
heeft laten verdwijnen, is wel, dat
noch zijn zoon (het echtpaar had
twee kinderen, van wie een ge
trouwd en een nog thuis was) toen
hij 's avonds van zijn werk thuis
kwam, noch een van de buren iets
bemerkt had van het gruwelijke
drama, dat zich in de woning had
afgespeeld.
LANGZAMERHAND VALT DE NOORD-OOST-POLDER DROOG. Tegenover
Vollenhove nadert het eerste gebouw in den nieuwen polder zijn voltooiïr-g. Het is
het reparatiegebouw van de Cultuur Mij., waar in de toekomst de landbouwgereed
schappen gerepareerd zullen worden,, (Polygoon)
18-JARIGE AUTORIJDER
MAAKT ONGELUKKEN.
De 18-;jarige A. J. K. te Rotter
dam heeft Zaterdag met een auto
van zijn patroon, welke hij uit de
garage had weggenomen, enkele
ongevallen veroorzaakt, waaronder
een met doodelijken afloop. Tijdens
dezen rit is hij op den Stadionweg
tegen een lichtmast gebotst. De
jongen brak zelf het rechteronder-
been. Voorts werden aangereden
de 15-jarige betonwerker P. v. d.
Veeke, die ernstig gewond werd, de
46-jarige H. Hoovens, die een
bloedende hoofdwonde en een bek
kenfractuur opliep, de 40-jarige
H. J. van Aalst, die kneuzingen aan
de heupbeenderen opliep en de 47-
jarige J. Visser, die o.a. aan hét
hoofd werd.gewond. Alle slachtof
fers fietsten op den Stadionweg. Zij
zijn allen met auto's van den
G.ó.D. naar het Zuiderziekenhuis
overgebracht, waar zij ter verple
ging zijn opgenomen. De auto en
de rijwielen werden ernstig be
schadigd.
NA DE LANDING OP HET EILAND KRETA. Het transportvliegtuing JU 52
brengt motorfietsen en munitie ter versterking aan. (Holland).
N