Dl droom lAfesterweg. 9teuïÏÏelw De. spaarbanken in 1939 en 1940. Vonken uit gas generatoren. Directeur en bediende van speculatiebank in arrest. D. )E HOUTTIL 780 18351 949 1014 L648 1682 2683 2799 2325 3331 2959 4056 L829 4908 >883 6025 5421 6470 7058 7065 7655 7703 3323 8415 9108 9354 0026 10037 1361 11547 2306 12384 3068 13136 2547 13696 1742 15089 3562 16582 7271 17354 3290 18468 9130 19235 )673 19971 3694 20715 324 326 755 757 L002 1020 L137 1156 L320 1333 L59l 1607 L808 1864 2091 2114 2363 2382 2673 2892 2895 2169 3175 3274 3295 3574 3593 3896 3899 1041 4043 1337 4339 1547 4570 1874 4876 5088 5099 >306 5325 5514 5515 5814 5852 3158 6170 6379 6650 7107 7108 7420 7454 7827 7833 8365 3620 8625 2185 9193 3407 9431 3767 9825 D054 10061 3431 10479 3795 10797 L046 11056 L314 11334 L498 11504 L762 11803 989 12000 2240 12305 2779 12781 3024 13076 3270 13298 3462 13473 3693 13707 14007 1172 14175 1423 14426 14584 1805 14817 5218 15228 >384 15426 >769 15855 3208 16263 >724 16733 U35 17146 f586 17628 r850 17853 3301 18323 1463 18497 2764 18769 19034 19390 1660 19667 >938 19943 >232 20379 >604 20606 5406 BIJ ANDIJK WORDT DE OUDE ZUIDERZEEDIJK OPGERUIMD, welke na het gereed komen van den proefpolder, overbodig was geworden. De steenen van de glooiïng van den dijk kan men goed gebruiken bij den wegenaanleg. Links de proef polder met een staatsboerderij, welke aan particulieren is verpacht. (Polygoon) DE HONINGPRODUCTIE WEER IN VOLLEN GANG. Nu het in de natuur warmer is geworden en de bijen dus weer kunnen uitvliegen om honing te puren, krijgt ook de imker druk werk. Een druk „bewoond" broedraam. (Polygoon) Dezer dagen is bij de N.V. Druk kerij Albani te 's-Gravenhage ver- schenèn de statistiek der spaarban ken over het jaar 1939, publicatie van het centraal Bureau voor de Statistiek. Hoewel de gegevens be trekking hebben op een tijdperk, dat reeds eenigen tijd achter ons ligt, verdient toch dit samenvattende overzicht van het Nederlandsche spaarwezen alle aandacht, temeer waar het hier het laatste jaar voor het uitbreken van den oorlog geldt en in de publicatie ook cijfers over 1940 voorkomen, welke op duidelijke wijze de door den oorlogstoestand veroorzaakte schokken toonen. De onrust in de internationale ver houdingen, welke in September 1938 in de spaarbankcijfers reeds tot uiting was gekomen, nam in 1939 ernstiger vormen aan. De stijging van het saldo-tegoed der spaarinstellingen in voorgaande jaren veranderde hier door in een daling. Het saldo-tegoed bij de rijkspostspaarbank daalde in 1939 van 679 tot 670 millioen, dat bij de bijzondere spaarbanken van 562 tot 515 millioen en dat bij de boerenleenbanken van 480 tot 454 millioen. Ondanks de daling van het saldo tegoed der spaarders is het aantal spaarbankboekjes bij bovengenoem de banken, alsmede bij enkele andere instellingen, toegenomen van 4.387.000 einde 1938 tot 4.430.000 einde 1939. Men krijgt een indruk van het groote aantal boekjes, als men bedenkt, dat hiermede meer dan 50 boekjes op de 100 inwoners in omloop zijn. Voorts is in deze publicatie vermeld bij hoe veel kantoren gelegenheid tot sparen bestaat. Bij ongeveer 4.000 postkan toren, hoofd- en bijkantoren dezer spaarinstellingen e.d. kan men gelden inleggen en terughalen. Bij een beschouwing der gegevens van de rijkspostspaarbank en van de bijzondere spaarbanken blijkt het, dat de eerste acht maanden van 1939, met uitzondering van April, nog inlegsaldi vertoonen, doch na het uitbreken van den oorlog zijn deze verdwenen en overtreffen de terug betalingen verre de inlagen. In 1940 lijkt het aanvankelijk of de stroom van opvragingen zal verminderen, maar het betrekken van Nederland in den oorlog bracht weer groote saldi aan terugbetalingen boven de inlagen met zich mee. Opmerkelijk hierbij is, dat in 1940 bij de rijks postspaarbank veel meer geld werd teruggehaald dan bij de bijzondere spaarbanken, terwijl in 1939 het om gekeerde het geval was. Gevaar voor brand. Voor het goed functionneeren van den gasgenerator, is het, aldus de A.N.W.B., noodzakelijk, dat zoo nu en- dan de aschruimte wordt ge reinigd. Tengevolge hiervan treft men dikwijls langs den weg stilstaande motorrijtuigen aan, voorzien van gasgeneratoren, waarvan de be stuurder bezig' is de verbrande brandstof te verwijderen, welke dan op den weg wordt gedepo neerd. Bij' eenigen wind vliegen daarbij vaak vonken door de lucht, hetgeen in onbewoonde oorden in het pol derland in den regel geen gevaar zal opleveren, behalve dat het wegdek, indien het uit bitumineuze stoffen is samengesteld, door ver branding kan worden beschadigd. Op de wegen, welke in bosch- en heidestreken zijn gelegen, zijn de wegvliegende vonken echter een ernstig gevaar voor bosch- en heidebrand. Om deze redenen meent de A.N.W.B. hierop de bijzondere aan dacht te moeten vestigen' van de bestuurders van genoemde motor rijtuigen en hun in overweging te geven bij het schoonmaken de giootst mogelijke voorzichtigheid te betrachten. Het A.N.P. meldt: De recherche te Den Haag heeft aangehouden den 52-jarigen direc teur van een speculatiebank ver dacht van verduistering c.q. valsch- heid in geschrifte gepaard gaande met oplichting. Eveneens is aangehouden zijn 52- jarigen kantoorbediende ter zake van medeplichtigheid aan bovenge noemde feiten. Het spreekt vanzelf, dat de spaar banken de middelen voor deze terug betalingen hebben moeten vinden, in 1939 zijn zij evenwel nog niet of in geringen mate tot realisatie der ef fecten overgegaan. Uit een vergelij king van de effectenportefeuilles der spaarbanken in 1939 met die van 1938 blijkt, dat het nominale bedrag der (binncnlandsche) effecten nage noeg niet verminderd is, ofschoon de fcalanswaarde tengevolge van de koersdaling der effecten veel lager was. EEN HONDERDJARIGE TE LEEUWARDEN. Gisteren vierde de weduwe J. KregerReinhart te Leeuwarden haar honderdsten verjaardag. De Lekkumerstraat, waar het oudje woot, was door de bui"en versierd. Talrijke gelukwenschen werden de jarige toegezonden. De burge meester wenschte haar namens de gemeente geluk. Namens de diaco nie der Ned. hervormde gemeente werd het oude bloemen en een en velop met inhoud aangeboden. Ook van Winterhulp Nederland mocht rr.ej. Kreger een geschenk in ont vangst nemen. DE STOFFENDIEFSTAL TE AMSTERDAM. Elf arrestaties. In een kleedingmagazijn aan de Rozengracht te Amsterdam werd zooals bericht verleden week een inbraak gepleegd, waarbij niet minder dan twaalf balen heeren- stoffen ter waarde van 2500. werden gestolen. Het politie en recherchewerk in deze zaak verricht, heeft spoedig tot resultaat geleid, zoodat reeds thans in verband met deze inbraak elf menschen zijn gearresteerd, van v/ié een aantal verdacht van dief stal, anderen van heling. Naar is gebleken, is een der in brekers, onder voorwendsel dat hij kwam solliciteeren, overdag dé kleermakerij binnen gekomen, waar hij zich verstopte, om, toen een maal de duisternis gevallen was, zijn medeplichtigen binnen te laten. Het vervoer van het gestolene vorderde echter veel hulp, vandaar, dat het aantal arrestanten zoo groot is Ook de ontvreemde stoffen zijn achterhaald en in beslag genomen. DE NED. SLAGERSBOND 50 JAAR. Gisteren herdacht de Nederland sche slagerbond den dag, waarop hij voor vijftig jaar werd opgericht en ter gelegenheid hiervan wordt te Utrecht een tweedaagsch congres gehouden. Het slagerscoigres begon gistermiddag met een herdenkings vergadering in een der zalen van net jaarbeursrestaurant en voor deze bijeenkomst bestond uit alle slagerskringen in Nederland een groote belangstelling, terwijl voorts prof. dr. H. C. L. E. Berger en dr. K. Reitsma, respectievelijk 'hoofd inspecteur en inspecteur van den dienst voor de volksgezondheid, door hun aanwezigheid van hun belangstelling getuigden. Na de begroeting hield de voorzitter, de heer E. Weima. een herdenkings rede. UITVOER VAN SNIJBLOEMEN NAAR DUITSCHLAND. Er heerscht thans te Aalsmeer het centrum van de Nederlandsche snijbloemencultuur groote drukte. De bloemenkweekers zijn weer geholpen. Uit onderstaande gegevens blijkt, dat Duitschland thans de grootste afnemer van de Hollandsche snijbloemen is. De export overtrof in de eerste 4 maanden van dit jaar den gezamenlijken export naar alle landen, behalve Duitschland, in de jaren 1937, 1938 en 1939. Wanneer de uitvoer zoo voort gaat, zal Nederland een bloemenexport naar Duitschland hebben, welke den 'export naar andere landen veelvuldig zal overtreffen. Dit bewijst, dat Duitschland de natuurlijke afnemer is voor Hol landsche producten op velerlei gebied. 1937 Naar Duitschland Naar andere landen Samen 1938 Naar Duitschland Naar andere landen Samen 1939 Naar Duitschland Naar andere landen Samen 1940 Naar Duitschland Naar andere landen Samen 1941 Januari t/m. 30 April Naar Duitschland Naar andere landen Samen R.M. R.M. 1.524.700 2.302.340 R.M. R.M. R.M. 3.827.040 1.361.500 2.737.600 R.M. 4.099.100 R.M. R.M. 1.250.000 2.395.230 R.M. 3.645.230 R.M. R.M. 2.541.400 617.910 R.M. 3.159.310 R.M. 3.079.342 R.M. 23'5.975 R.M. 3.315.317 Op onze foto een overzicht van een groote hal in een der Aalsmeersche veilinggebouwen, waar op eiken wagen pl.m. 6000 rozen liggen opgestapeld. (Polygoon) OPLICHTING DOOR TWEE MANNEN. De naam Winterhulp wordt den laatsten tijd meer dan eens mis bruikt door ongure idividuën, die zich uitgeven voor ambtenaren van deze instelling en zoodoende min der gesitueerde menschen oplichten. Dezer dagen vervoegden zich bij een 77-jarigen bewoner, van den Zuid Buitensingel te den Haag twee mannen, die zeiden van Winterhulp te komen. Zij deden den bewoner allerlei schoone beloften en een van hen troonde hem naar boven,- zoogenaamd om te gaan kijken wat er moest worden opgeknapt. On derwijl drong de andere man de huiskamer binnen en onderzocht de kasten. Hij zag kans de distributie bescheiden, 10 gulden uit een por- temonnaie en een zilveren horloge te ontvreemden. Na eenigen tijd kwam men naar beneden; er werd nog even gepraat, waarna de beide mannen vertrokken. Later deed de bewoner de ontstellende ontdek king en deed aangifte bij de politie. In een ander perceel aan den- zelfden singel kwam ook een man aanbellen. Hij deed een soortgelijk verhaal en zag kans distributie bescheiden, 2.5-0 en een dames horloge weg te nemen. door Eleanor Elliot CarrolL 29) Op andere oogenblikken ver- wenschte hij zichzelf om dat dwaze verlangen. Was hij dan niet flink genoeg, om een nederlaag te erken nen en te aanvaarden? Kende hij dan het oude gezegde niet, dat „als liefde komt tot haat, dan is het duivel's kwaad?" Die oude spreek woorden waren maar al te waar! Gwynne had geen greintje gevoel meer voor hem overAls ze ooit iets om hem gegeven hadnu deed ze dat zeker niet meer. Zelfs hun vriendschapsband was zoo teer dat één onbewaakt woord dien ver breken kon. Dan zouden ze eikaars tegenwoordigheid niet meer kun nen uitstaan. En zoo werd hij, zon der te beseffen, welk een wanhopi- gen strijd Gwynne moest voeren om haar ware gevoelens te verber gen, prikkelbaar en somber. Hij bracht uren door in stilzwijgen, sneed stukjes hout tot figuurtjes en beeldjes, om ze even later in het vuur te gooien. Het meisje, dat hem had gadegeslagen zonder iets te zeggen, kwam daar tegen op. „Nee maar, dat is veel te schat tig!" riep ze uit, zich bukkend om een keurig gesneden scheepje uit het vuur te redden. Hij keek niet eens op en zij stopte het scheepje stilletjes weg in een der broekzak ken van haar matrozenpakje, dat ze droeg met de zwierigheid van een echten zeeman. „Waarom zou je niet eens pro- beeren, een paar borden en schalen voor ons te maken?" stelde ze hem schuchter voor. „Overal ligt schors en hout in overvloed. Waarom zou dat niet gaan?" Hij keek plotseling op en zijn blauwe oogen flikkerden. Haar ge maakte vroolijkheid werkte op zijn overspannen zenuwen. Waarom was ze niet als andere vrouwen aanhankelijk, hulpbehoevend, ver trouwend op zijn hulp? Zelfs een huilbui zou hem liever geweest zijn, dan deze zelfbeheersching, de ze supérieure houding. Ze behan- derde hem feitelijk, of hij een klein, stout kind was, dat bezig ge houden moest worden, omdat het regende! Toch zag dat smalle, ernstige ge laat er zoo bleek en verdrietig uit. dat het een snaar in zijn binnenste roerde. Heel even zag hij' achter dat masker van rust de ziel van een hopeloos verliefd jong ^meisje, dat met ongeëvenaarden moed haar best deed, zich goed te houden. En hij, die toch als man sterk moest zijn, hij gaf het op? Hij balde zijn vuisten, zoodat de nagels hem diep in de handpalm drongen. „Dat is een prachtidee!" zei hij opstaande en zich uitrekkend. „Jij vormt het denkend deel der natie! Voordat we weer gaan eten, zal ik zorgen, dat we borden hebben. Waar heb je het materiaal gezien?" Ze wees hem de plek en volgde hem met haar blikken, toen hij er heen ging. Ze dacht aan den eer sten keer, dat ze Robin Lee in de spreekkamer van _het ziekenhuis ge zien had. Aan zijn blauwe oogen. die haar zoo doorvorschend hadden aangekeken; aan zijn schitterend witte tanden, als hij glimlachte; aan zijn bos geelblond haar, 'dat over zijn voorhoofd viel op de eenige manier, waarop het, volgen.; haar meisjesidealen, vallen moest. Heimelijk had ze hem „Robin Adair" genoemd, naar den held uit het oude Iersche liedje, zoo vaak door haar geneuried, als ze aan hem dacht. Ze beet zich op de lippen om zich goed te houden Hij kwam terug. Ze moest haar rol blijven spelen. Er zat niets an ders op. Hij was nu eenmaal Robin Lee, de verloofde van Inez Mait- land, die op dit oogenblik ongetwij feld in wanhoop naar hem zocht, cm hem, dood of levend, terug te vinden. Hij was niets voor Gwynne Cameron. Zelfs geen trouwe vriend, al hielden ze zich ook zoo: Dien nacht draaide de wind naar het Noorden. Op haar bed van mos in den anderen hoek-der-hut, achter een scherm van bamboestengels en palmbladeren, lag Gwynne te luis teren naar het ruischen der palm bladeren achter de kleine hut en zond een gebed van dankbaarheid ten hemel op. Morgen zou het hel der weer zijn en zouden ze de kans wellicht krijgen, de aandacht van een voorbijvarend schip te trekken. Ze hadden alle mogelijke sprok kelhout verzameld en tot een hoo- gen berg op het smalle strand op gestapeld. Dit was slechts flink honderd meter in de lengte en ein digde in een strook moerassigen grond. Zoodra ze een schip bespeurden wilde Robin dien stapel aansteken. Het diende nergens toe, dit te doen. voordat ze met hun kijker een schip ontdekt hadden. Brandstof verspillen zou in hun omstandighe den onverantwoord zijn. Hun voor raad was niet onuitputtelijk. De zon kwam in een rooden gloed op en al spoedig baadde het gehee- le eiland in een wonderbaren glans. Robin's afgezakte stemming veerde op. Ze gebruikten hun primitieve ontbijt van broodvruchten, bananen en kokosmelk, en toen ze klaar wa ren, zei Robin opeens, dat hij uit ging. „Ik wou dien grooten kokospalm eens inklauteren, dien ik je laatst heb aangewezen", zei hij tegen het meisje. „Ik heb zoo'n idee, dat ik van daaruit het heele eiland kan overzien". „Maar zou dat- niet .gevaarlijk zijn? Het is een heele klim", vroeg het meisje angstig en teleurgesteld, omdat hij alleen ging. Maar hij scheen het zoo te willen en zij durfde niet opdringen. „Ik zal heel voorzichtig zijn", be loofde hij haar. „Maar zeg, zouden we een van die witte jasjes kun nen missen? Om boven in dien boom te binden, snap je? Bij wijze van vlagom de aandacht te trek ken, mocht er iemand in de buurt komen". Ze dacht aan haar bedorvén wit ten rok en kwam daarmee aandra gen. Hij rukte hem bijna uit haar hand. „Nog veel beter! Die is zoo licht, dat hij in den wind wappert, wat zoo'n stijf linnen jas niet zou doen. Ik blijf niet lang weg en ga niet zóó ver, dat je me niet kunt be schreeuwen. Roep dus, als je me hebben moet, maar ik denk niet, dat het noodig zal zijn". Hij verwijderde zich met opge richt hoofd en rechte schouders. Hij floot zelfs een deuntje! Maar toen hij eenmaal buiten het gezicht was van de tengere gedaante in de deuropening der hut, nam hij den rok onder zijn arm vandaan en streelde hem met zijn gebruinde hand. Die hand trilde en de spie ren van zijn gelaat vertrokken zich krampachtig. Alleen achtergebleven, zocht Gwynne- naar een of andere bezig heid. Het vuur brandde flink en daardoor was het bepauwd warm in de hut. Ze ging naar buiten en zette zich naar op een gevallen boomstam. Brokstukken van het oude, geliefde liedje ontsnapten aan haar lippen: „Waar zijn de vreugde en vroolijkheid, Die het leven een hemel op aarde maakten? Och, met jou zijn ze weg gevlucht, Robin Adair!" Haar hoofd zonk voorover. Ze bedekte haar gelaat en liet den vrijen loop aan haar tranen, die ze zoolang ingehouden had. Onder de struiken vandaan kwam een klein wollig dier gekropen en keek met blikkerende oogjes naar het voor hem vreemde schepsel. Gwymie zag het diertje niet. Intusschen had Robin zijn ge- bruikelijken voorraad voedsel ge plukt en op een hoop bijeen gelegd en was nu bezig naar den top van den zwaaienden, maar toch ster ken, buigzamen palmboom te klim men, die een heel eind boven zijn soortgenooten uitstak. In den waai-- eryormigen top gekomen, sloeg hij zijn beenen stevig om den stam. heen en stelde den door hem mee- gebrachten kijker zoo scherp mo gelijk. Daarmee speurde hij aan dachtig zee en land af. (Wordt vervolgd). - y;i,i-|.J,rw>w" TWEEDE BLAD. ALKMAARSCHE COURANT VAN WOENSDAG 11 JUNI 1941.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 5