f
Wederopbouw van verwoeste
boerderijen.
BROODBELEGSELS.
De prinses van de
groentenwereld.
t sili
5 g-s
1
Rhabarberlimonade.
De voedingsraad schrijft over:
en dat wordt uitgedrukt door een
hooger vermenigvuldigingscijfer. Als
b.v. het cijfer voor zindelijkheid van
handen en kleeding met twee of drie
wordt vermenigvuldigd, is dat voor
regelmatig en krachtig melken een
uitkomst van een verinenigvuldiging
met negen. Zoo bereikt men, dat de
candidaten tenslotte een totaal van
minstens 146 moeten halen, met als
eisch, dat de drie voornaamste
eischen: manier van melken, regel
matig melken en uitmelken alle 3
absoluut voldoende moeten zijn. En
•dat zijn juist de punten, waarop, veel
candidaten sneuvelen.
De eene koe is gemakkelijker te
melken dan de andere. Daarom wor
den de beesten aan de candidaten
bij loting toegewezen. Iedere candi-
daat moet n.l. twee koeien melken.
Daar staan ze, de Janna's en de
Rika's van het Overijsselsche land,
de Hendrikken en de Jannen en er
is ter afwisseling ditmaal ook een
Suzanna bij. De naam komt op de
boerderij niet zoo dikwijls voor. De
dames hebben heldere schorten
voorgedaan en 'n eendere blauwe
doek om het hoofd gewonden, die
haar den indruk van geuniformde
frischheid geeft.
Met de heeren melkers is het niet
anders. Ze trokken voor de plechtig
heid schoone overalls aan en alle
candidaten hebben een schoone
bonte handdoek onder riem of cein
tuur. Ze zijn uitgerust met een har
den borstel en ze plensen ijverig met
pompwater, want een melker moet
niet bang zijn z'n handen eens een
keertje extra te wasschen. En dan
natuurlijk in frisch water. Er waren
in een lang verleden tijd werkelijk
wel eens boeren, die hun knuisten,
waarmee ze, zoo van achter de schop
of de mestkar onder de koe kropen
in de eerste melkstralen eventjes be
vochtigden. Van die veehouders zijn
deze candidaten de propere tegen
stelling.
Belangrijke uiterlijkheden.
De examinatoren letten op die
uiterlijkheden.* Zindelijkheid van
handen en kleeding, waaronder be
grepen het feit, dat allen het hoofd
gedekt hebben, behoort tot de eerste
eischen van het examen.
En dan wordt Suzanna aanstonds
bekend als een goed melkster in de
wijze waarop ze haar koe spant, dat
wil zeggen, de achterpooten stevig
bindt, zoodat niet een onverwachte
beweging de emmer onderst boven
kiepert. Zoo'n koe heeft den heelen
dag in de wei geloopen en gelegen,
Is weinig kieskeurig geweest in het
zoeken van haar rustplaats en toont
mitsdien alle sporen van het weiland
in aanklevende ongerechtigheid. Een
klap van de zwaaiende staart en iets
van die substantie, ofwel het stof van
den dag rolt in de emmer en de melk
is niet zuiver meer. Daarom borstelt
Suzanna de heele achterhand van
de koe, zooals dat heet met den
harden borstel, die zij bij zich draagt
af, ze wascht de spenen en de om
ringende deelen alsmede de heele
uiter schoon, dan wascht zij bij de
pomp opnieuw haar handen en dan
melkt ze de eerste stralen in 'n apart
bekertje weg. Oudere menschen
hebben altijd verteld, dat in die
eerste stralen het beste van de melk
zat.
Maar Suzanna leerde het beter.
Het is zoo goed als waardeloos vocht,
dat niet bij de andere melk in den
emmer mag komen.
Hoe zit je onder een koe? Ook dat
is een vraag, die gesteld wordt, zij
het ook op papier. Suzanna's hou
ding geeft er antwoord op en het
houden van den emmer is er bij in
begrepen. Intusschen is zij met 't
eigenlijke werk begonnen. Haar
vingerstand is een allerbelangrijkst
onderdeel van de melkerskunst.
Want zij zijn van invloed op het
regelmatig en krachtig melken en op
de hoedanigheid der stralen. Onaf
gebroken moet het sissende geluid,
waarmee de melk uit het koeien-
lichaam in den melkemmer bruist
worden gehoord en daar moet een
schuimmassa ontstaan, die een bewijs
is van de kundigheid van de melkster.
De laatste drop.
En dan wordt er natuurlijk op
toegezien, dat de koe „leeg" gemol
ken wordt. Dat is niet alleen in het
belang van de melk die laatste
druppels bevatten een zeer groot
vetgehalte doch ook in het belang
van de koe. Resteerende melkdeelen
gaan, ook in het koeiënlijf, verzuren
en ontstoken spenen zijn er het ge
volg van. Dat uitmelken vooral is
de groote kunst van het melken.
Meent de candidaat, dat hij klaar
is, dan melkt de voormelker het
beest na. En dan mag er, wil de
examinandus een voldoende op zijn
lijstje krijgen, niet meer dan 10 ku
bieke centimeter door den voormel
ker in den emmer gemolken wor
den.
De afwerking van de koe, het op
nieuw reinigen van de uier is het
besluit. De voormelkers-examinato
ren kunnen zich dan al een aardig
beeld vormen van de kundigheid
van den melker of de melkster.
De melk verdwijnt in de groote
bussen, die terzijde van het wei
land staan. Het schuimt in een heer
lijke roomwitte kleur. Wat zit er cl
niet in: boter, kaas, poeder, zelfs
weefsel voor kleeding en wat niet
meer.
Neen, het is wel van het aller
grootste belang, dat er goed gemol
ken wordt, en vooral, dat er zinde
lijk gemolken wordt.
Dat laatste vormt dan ook de
hoofdmoot van de toespraak, waar
mee de voorzitter van de examen
commissie aan het einde van het
examen de diploma's uitreikt. Let
op het uitmelken en let op de zin
delijkheid. Het gaat om het vette
van de melk, dat bij uitstek Neder -
landsche product, dat zon en wei te
zamen produceeren.
De gediplomeerde melker is een
waarborg voor den verbruiker, dat
hij die melk drinkt zuiver en on
vermengd met schadelijke bestand-
deelen of stoffen, die er niet in
hoor en.
Het stelsel van rangen en stan
den beperkt zich niet tot onze men-
sohenwereld, want ziet ook onder
de groenten vindt men er, die maar
„gewoon" zijn en andere, die „def
tigheid" suggereeren. Er is werke
lijk een groote afstand tusschen het
bietje en de kool eenerzijds en edele
dames als de artisjok en de asperge
anderzijds.
Ja, de asperge verfijnd en
blank en kaarsrechtop "zij heeft
waarlijk alle kwaliteiten, om be
schouwd te worden als de Prinses
van de Groentenwereld! Gelukkig is
deze groente op een bepaalden tijd
van het jaar niet al te duur, zoodat
velen van ons wel eens kunnen ge
nieten van haar fijnen smaak.
Hoe komt de asperge zoo blank
en zoo recht?
De blanke kleur is een gevolg van
het feit, dat ze een ondergrondsch
stengeldeel is, dat tijdens den groei
zorgvuldig van het licht wordt af
gesloten en ze is recht, daar men
haar kweekt op goed losgemaakten
zandgrond, waardoor ze zich zonder
moeite kan heenwerken.
De bloemen zijn geel-wit en han
gend, haar vruchten worden ver
miljoen-rood van kleur en haar za
den zijn driehoekig en zwart. Men
zaait op zaai bedden, waarin de jonge
aspergeplantjes soms zelfs 2 of 3
jaar blijven staan. Daarna verplant
men ze op haar blijvende plaats, in
een „aspergebed". De kweeker legt
de „bedden" aan, door vooraf los-
Tal van variaties
mogelijk.
Het voorlichtingsbureau van den
voedingsraad deelt mede:
De broodbelegsels zijn er niet al
leen om de boterham smakelijk te
maken, zij dienen ook om de voed
zaamheid te verhoogen.
Nu de gebruikelijke belegsels en
smeersels, zooals kaas, vleesch, bo tel
en jam in beperkte mate te verkrij
gen zijn, is het moeilijker dan an
ders de boterhammen zoo te beleg
gen, dat zij smakelijk zijn en vol
doende voedingswaarde bezitten.
Men kan trachten toch met het ge
rantsoeneerde uit te komen door de
verschillende belegsels een oogen-
schijnlijke vermeerdering te laten
ondergaan.
Eenige voorbeelden hiervan zijn:
gewelde boter, geraspte kaas, gesne
den boterhamvleesch in een sausje
e.d.
Het bezwaar hiervan is, dat wel
het volume, maar niet de voedings
waarde vermeerderd wordt.
Er zijn echter ook andere beleg
sels, die in het begin vreemd lijken,
maar die zeer smakelijk en voed
zaam zijn. Zij hebben tevens het
voordeel, dat zij zonder boter op de
boterham gesmeerd kunnen worden.
Te noemen zijn mengsels als:
boonen-purée met tomatenpuree,
peper en zout;
boonen-purée met gehakte of ge
raspte uien, al of niet in een weinig
boter gaar gemaakt;
kwark (wrongel) met fijngesne
den garnalen, peterselie en zout;
kwark (wrongel) met verschil
lende fijngesneden groenten, versche
kruiden (peterselie, kervel, selderij,
tomaat, radijs, ramenas) en zout;
kwark (wrongel) met jam, stroop
of vruchtenmoes;
gemaakten grond 1 voet diep uit te
graven. De tusschenruimten tus
schen de bedden hoogt hij op met
de verkregen aarde. Na voedings
stoffen aan den grond te hebben
toegevoegd, wordt tenslotte tegen
beide zijden van de greppel een rij
planten geplaatst, tegen het uitdroo-
gen met een laag aarde bedekt.
(Westlandsche methode.)
In den winter, die op het aan
leggen van het bed volgt, worden
de greppels met aarde gevuld, zoo
dat het tweede jaar het terrein ge
heel vlak komt te liggen. In het
voorjaar van het derde jaar begint
pas de eerste oogst. Men heeft dan
uit de ruimten tusschen de bedden
zooveel aarde gehaald, dat de plan
ten met een laag van 30 cm dikte
zijn opgehoogd en de bedden zien er
dan uit als kleine dijkjes. De eerste
stengels hebben omstreeks half
April, begin Mei, de oppervlakte
van het bed bereikt en nu let de
kweeker zéér goed op, want zoodra
de stengels boven de aarde uitko
men, krijgen ze' een blauwachtige
kleur en verliezen van haar han
delswaarde, hoewel ze dan voor het
gebruik even goed geschikt zijn.
De aspergekweeker heeft echter
een practisch middel bedacht, om
dit blauw-worden te voorkomen.
Door middel van een goed geschaaf
de plank maakt hij de bovenkant
der bedden glad en even voordat
een stengel, die de oppervlakte na
dert, boven den grond kan komen,
ziet men daar een barstje in de aar
de komen. Dan wordt de aarde tot
aan den voet van den stengel weg-
gegraven, waarna deze met de hand
van den wortelstok wordt getrok
ken, of met een speciaal mes wordt
afgesneden (bet z.g. „asperge ste
ken".)
gesuikerde gecondenseerde melk
met vruchtenmoes.
Zoekt men naar belegsels, die no.g
te krijgen zijn, dan heeft men uit
stekende voedingsmiddelen in visch,
garnalen en groenten. Visch en gar
nalen staan in voedingswaarde ge
lijk met vleesch en kunnen het bo
terhamvleesch zeer goed vervan
gen. Zoo kan men b.v. in plaats van
ham, rookworst en rookvleesch, ge
kookte of gezouten visch nemen.
Voor- een warm belegsel leent
zich bij uitstek -visch- of garnalen-
ragout, met een sausje van melk of
vischwater, dat met bloem gebon
den is.
De verschillende in stukjes gesne
den of geraspte groenten vormen
een uitstekend belegsel; zij bevatten
weliswaar niet de voedingswaarde
van vleesch, maar zij bevatten vita
minen, die het weerstandsvermogen
helpen vergrooten. Deze groen-
tenbelegsels moeten niet fe lang van
te voren klaar - gemaakt worden;
men doet het beste ze aan tafel te
snijden of te raspen. De meeste van
deze beleggingen smaken heel goed
met weinig boter.
Als zoet belegsel kunnen ook de
versche vruchten dienst doen. Zij
bevatten meer vitaminen en vragen
minder suiker dan jam.
Algemeen bekende groenten- en
vruéhtenbelegsels zijn: geraspte
wortel, aardbeien of plakjes tomaat,
komkommer, ramenas en radijs.
Men denkt echter te weinig aan
frambozen, bramen, tuinkers, ge
raspte knolraap, appel en peer:
De groenten of vruchten moeten
zorgvuldig gewasschen worden en
aan tafel gesneden of geraspt. De
smaak wordt nog verbeterd door
toevoeging van suiker, zout of een
sausje van wat karnemelk met ge
raspte ui, zout, azijn of citroensap
en afwisselend wat mosterd, aroma,
soja of ander smaak en kleur veran
derend product.
Daarmede zijn de goede zorgen
voor onze Prinses der groenten
evenwel nog niet ten einde, want
een gemakkelijke dame is ze waar
lijk niet! Na den oogst moet ze be
waard worden op een koele plaats,
gewoonlijk in kuipen of betonnen
bakken met water, dat voortdurend
ververscht wordt. Vervolgens wordt
ze „opgebost" en tenslotte ver
koopt men haar op de groentenvei-
lingen.
Dat smaken verschillen komt ook
bij de asperge eer tot uiting, want
waar de Nederlanders en Duitschers
slechts houden van een smetteloos
blanke asperge, geeft men in Frank
rijk en Engeland de voorkeur aan
groente, die den invloed van het
zonlicht hebben ondergaan!
En tenslotte nog iets over de nede
rige afkomst van de edele dame uit
Bergen op Zoom of het Westland: in
de duinen groeit ze in het wild! Men
kan haar daar aantreffen op hooge
punten, die 5 meter en meer boven
den grondwaterspiegel gelegen zijn
en haar lange wortels kunnen door
heel deze diepte heendringen, om
voedsel te vergaren.
In plaats met de voorheen gebrui
kelijke gesmolten of gewelde boter
kunnen we asperges zeer wel eten
met een kwarksaus, wat niet alleen
smakelijk is, doch bovendien aanbe
velenswaardig uit voedingsoogpunt,
want kwark bevat veel eiwit. We
vermengen daartoe de kwark met
wat melk tot een roomige massa ter
dikte van een stevige mayonnaise en
maken deze op smaak af met wat
zout en nootmuskaat. Zoo kunnerr
de asperges met deze kwarksaus
en zoo mogelijk enkele partjes hard
gekookt ei een zeer smakelijk ge
recht vormen.
MANYA BEUKMAN.
-
ca
g g
10
-8
til) S <D
o -Elc
(D d)
c '3 R
<U O t-
is g
3 co bo I
<d S:
P e.R w
iï-S
0) c)
0) bo v T?
11-
o* S
(D G Jb
■*5 Ti
iJCo 3
c S"S 1
10 S
a»
g 0,S'S
-O g-g g
W jU
'y Q) O
g hÖ
,1P
Q)
2 S
-g!
•E, S
WÜc
O JU
w U
S
,-r-j CÜ
w> bo 5
G c
SÜV
<U
■o e"
M? C
O 0J
T! "S
O ft m
e g
v iK i-
c m
ca p
v 3
G
.2 Q
<u
0) CD
u C
(1) <D
bo
q'Ü
w>
CO <U
bO
'G a»
3 rj
4->
b0
G <0 .S C
:G> TJ r-. G - p»
i <U T3 G w
fc Q> a> o.-M
C <u G rG -Q -G
W S H -
B.3 S
OJ u-m
bO w
co G
"2 c
Q)
bO
<D
<U
M Q)
o 3
.2
<u
va *0
ra C c
"M 0) Q)
TJ U
bO cu
GO-O
c0 O C0
ft G
cu -
12 G
O) G CU
bo 2 bo
tn
?§-
iSs
n
G -rj tn
Sm"0
G q)
_G TJ
G o;
o O) -
-o CO
g g
<U -G -4-»
G
u 3
CU r*
O
CO <D
Zm
G
q rG
Q. CU
v 2
WT} G
<U
*G n cg
r< O O G
§.-§■§ S
S
2
V g 0
hC-G-S
-
SPC .Si
C 33, c.
t—
G
CO
G
'3
H
co
Q>
a
G
s
TJ
4)
T3
G
O
-Q
G
u
V
"S3
co
H
O)
G
a
rG
O
G
0)
a
a
o
d
G?
CD
3
0)
Q
<D
Ti
o
T3
G
O
Van de 530 thans 454 aanbesteed
en gegund.
In het belang van de
voedselvoorziening.
Naar het Rijksbureau voor de
Voedselvoorziening ons meedeelt, is
op het oogenblik de wederopbouw
van vierhonderd-vier-en-vijftig van
de vijfhondérddertig boerderijen,
verwoest ten gevolge van maat
regelen, door het Departement van
Defensie ter verdediging des lands
genomen, of ten gevolge van krijgs
verrichtingen na het uitbreken van
denoorlog, aanbesteed en gegund,
tot een totaal bedrag van ruim zes
millioen. N
Ongeveer de helft der verwoeste
boerderijen is vernield als gevolg
van onvermijdelijke defensiemaat
regelen. De andere helft is het
slachtoffer van krijgsverrichtingen
geworden.
De herbouw geschiedt door het
Bureau Wederopbouw Boerderijen,
dat onder leiding staat van den heer
A. D. van Eek, die als hoofd van
den bouwkundigen dienst van de
Wieringermeer een schat van er- j
varirfg op het gebied van den bcer-
derijenbouw heeft verzameld. Het
Bureau Wederopbouw Boerderijen
ressorteert onder het Bureau Ont
ruiming, dat, zooals men weet, een
afdeeling is van het Rijksbureau
voor de Voedselvoorziening.
Het bijzonder snelle tempo van
den herbouw der boerderijen is
zeer treffend. Het is te danken aan
de omstandigheid, dat men in het
kader van den algemeenen weder
opbouw voor ons land het boeren
bedrijf een uitzonderingspositie
heeft laten innemen. Dit is ten volle
gerechtvaardigd, gezien het pri
maire belang van een functionriee-
rend-boerenbedrijf voor de voedsel
voorziening van ons volk.
Als men weet, uit welke distric
ten het Bureau'Wederopbouw Boer
derijen bestaat, begrijpt men tevens,
waar de boerderijen, die moeten
worden herbouwd, zich bevinden.
Het zijn de districten Amersfoort,
Veenendaal, Mill (N.B.); Deurne
(N.B.) en Dordrecht. Voorts is er
voor de verspreid-liggende boer
derijen een district, dat,'evenals het
hoofdbureau, te Amersfoort is ge
vestigd.
Bij de plannen is men uitgegaan
van de veronderstelling, dat de
vroegere oppervlakte van bedrijf en
woning eener vernielde boerderij
zou worden gehandhaafd. (Onder
„bedrijf" verstaat men het complex
van schuren, stallen e.d.) De boer
In ons vorig Distributienummer
was het recept voor rhabarberlimo
nade onduidelijk. De lezeressen vin
den hier nu een verbeterd recept:
Rhabarberlimonade.
3 kg rhabarber, mooie roode
stelen, ongeveer 2 liter water,
een vanillestokje.
De ongeschilde, in blokjes gesne
den, gewasschen rhabarber opzetten
met het vanillestokje en alles samen
laten trekken. Het vocht mag niet
koken. Als alles flink uitgetrokken
is de massa door een doek of een
paardeharen zeef gieten en zonder
persen uit laten lekken.. Nu het sap
meten en op elke dl. (klein kopje)
vocht 100 gr. of 1 kopje suiker toe
voegen. Op elke liter 20 gr. citroen-
Kuur toevoegen. Onder nu en dan
roeren (zoodat suiker en citroen
zuur oplossen) een dag laten staan,
'daarna de schoongemaakte flesschen
ermee vullen. Afsluiten met een
lapje, niet met een kurk.
kan een grooter woonhuis en een
grooter bedrijf krijgen, wanneer
hij het kostenverschil dadelijk bij
betaalt. In enkele gevallen, niet
dikwijls, wordt hiervan gebruik ge
maakt.
De eigenaar draagt in de
kosten bij.
De eigenaar van de verwoeste
boerderij krijgt een deel te dragen
van de som der wederopbouwkos-
ten en het honorarium van den ar
chitect, Zijn deel bedraagt tusschen
de tien en vijf-en-twintig percent.
De grootte van het percentage tus
schen tien en vijf-en-twintig wordt
door den leeftijd van het verwoeste
gebouw bepaald. Boven tien percent
bedraagt het aandeel van den eige
naar een half percent voor elk jaar,
dat het vernielde gebouw heeft be
staan. Heeft het minder dan twin
tig jaar bestaan, dan bedraagt het
aandeel van den eigenaar toch tien
percent, het minimum. Heeft het
verwoeste gebouw bijvoorbeeld zes
tig jaar bestaan, dan draagt de eige
naar niet dertig percent bij, maar
vijf-en-twintig, het maximum.
Wanneer de schaderegelingscom
missie de bijdrage heeft vastgesteld,
beoordeelt de belastinginspecteur,
of de eigenaar uit liquide middelen
het bedrag geheel of gedeeltelijk
aanstonds kan betalen. Blijkt dit het
geval, dan is hij hiertoe verplicht.
Blijkt het niet mogelijk wat
meestentijds het geval is, vooral,
wanneer de eigenaar een boer is
dan neemt hij een hypothecaire in
schrijving, waarvan rente en aflos
sing vijf percent per jaar bedragen.
De hypotheek wordt in dertig jaar
afbetaald. Dit komt neer op een
rente van 2 3/4 percent. De hypo
thecaire voorwaarden zijn dus bil
lijk.
Aanvankelijk hadden boeren er
bezwaar tegen, dat zij een deel van
de herbouwkosten moesten dragen.
Men wees hen er echter op, dat zij
in plaats van het oude gebouw, dat
verwoest was, een geheel nieuw ge
bouw zouden krijgen, zoodat een
bijdrage hunnerzijds in de kosten
daarvan alleszins redelijk is. Mis
schien zijn er boeren, die alleen
Ooor dezen rechtsgrond niet aan
stonds volkomen worden overtuigd.
Maar de ervaring leert, dat hun
stemming verbetert, naai mate het
nieuwe gebouw hun voor oogen
komt te staan. Zij nemen ook in aan
merking, dat de onderhoudskosten
Boerderij met schuren in aanbouw (Hoogland).
(Foto G. J. Lauwers, Utrecht,
Ook heeft het bureau ruim vijftig
steenen noodwoningen opgetrokken!
die later tot bedrijfsruimten, als
varkenshokken e.d., zullen worden,
yerbouwd. Tevens heeft het in 1940,
reeds vóór het najaar, tweehonderd*
vijftig noodstallen, voor vier dub-
zend tweehonderd stuks vee, gc«
bouwd van. hout, door het Bureau
Ontruiming uit de stellingen van.
defensie gehaald, en van materiaaH
uit de afbraak der verwoeste per»
ceelen.
Moge het bovenstaande den lezefl
overtuigen, dat het Bureau Weder
opbouw Boerderijen bezig is, in een.
ongekend snel tempo een veelom-
vattenden arbeid te verrichten, in
het belang eener boerenbevolking
van ettelijke duizenden personen
en dit is onder de gegeven om
standigheden nog gewichtiger
ten bate van de voedselvoorziening
van ons volk.
Een schilderachtig gelegen nieuwe boerderij. (Hoogland).
(Foto G. J. Lauwers, Utrecht.
van het nieuwe gebouw veel ge
ringer zijn en dat de wederopbouw
van het bedrijf aanleiding is tot een
moderniseering, die een groote
verbetering beteekent.
Er zijn ongeveer honderdvijftig
architecten bij den herbouw be
trokken. Toegelaten zijn die, welke
in de laatste vijf jaar voldoende er
varing van boerderijen-bouw hebben
opgedaan. Voor zoover noodig, wor
den hun aesthetische adviseurs toe
gevoegd. Men acht schablonen-
werk uit den booze en streeft er
naar, in elke streek des lands boer
derijen van het streektype te bou
wen.
In het schetsplan der architecten
moet het districtsbureau in vele ge
vallen de noodige versoberingen
aanbrengen. Men stelt -zich op het
standpunt, dat de bedrijven (dus de
stallen, schuren, enz.) zoo goed mo
gelijk moeten zijn ingericht en dat
bij het woongedeelte luxe behoort
te worden vermeden. (Natuurlijk
moeten de boerenwoningen wel aan
zekere hygiënische en aesthetische
eischen voldoen.) De boer wordt
volledig in de bouwplannen gekend
en is, binnen het financieel-rede
lijke, bevoegd," den architect aan-
wijzingen betreffende de inrichting
van zijn bedrijf en woning te ge
ven. Het komt voor, dat op zijn
aandrang wijzigingen in de plannen
woiden aangebracht.
Begrooting en materialen.
Het opmaken van de begrooting
levert onvermijdelijk zekere moei
lijkheden op, doordat de materiaal-
prijzen en de arbeidsloonen vrij
sterk zijn gestegen. Wat de mate
rialen betreft, gedurende een zeke
ren tijd kon er weinig hout worden
verwacht, zoodat het raadzaam was,
ook in het woongedeelte stéenen
vloeren te leggen. Nu de houtbe
hoefte voorloopig is gedekt, brengt
men -daar weer de normale, war
mere, houten vloeren aan.
In het begin heeft men het stel
sel .van. publieke, aanbestedingen
toegepast, maar na een korten tijd-
drecf het oude euvel van de opzet-
gelden de bouwkosten omhoog. De
ondershandsche aanbestedingen,
weermee men nu werkt, geven een
besparing op de bouwkosten. Da
Bannemipgssommen beloopen tus
schen acht- en vijf-en-veertig dui
zend gulden. Men komt, ondanks de
tegenwoordige, hooge materiaalprij-
zen, tot 'een' vrij behoorlijken, ge
middelden prijs per kubieken meter.
Krachtig streeft men ernaar, alid
boerderijen dit jaar zoo ver gereed
te krijgen, dat de oogst er in elk
geval in zal kunnen worden gebor
gen. Daarom gaat de bedrijïsbouw
vóór, al moét het gezin misschien
nog eenigen tijd in een noodwoning
huizen. Ongetwijfeld is dit laatste,
vooral, als de familie talrijk is, on
aangenaam. Maar wat het zwaarste
is, moet het zwaarste wegen: in dit
geval een zoo goed mogelijke voed
selvoorziening van ons volk. Geluk
kig zien de boerengezinnen zeiven
dit over het algemden zeer wel in.
Vele boeren hebben na de ver
woesting van hun oude boerderij
aanstonds zelf noodwoningen ge
bouwd. Met de verbetering hiervan
heeft het Bureau Wederopbouw,
Boerderijen den commissaris voor
den afvoer der burgerbevolking ge
holpen. Het heeft deze noodwonin
gen, ongeveer honderd in getal,
dubbelwandig, waterdicht en ooi-
overigens meer bewoonbaar ge
maakt.