De „herinneringen" van Hendrik de Man over
socialistische en Belgische politiek.
Een boek dat druk wordt besproken.
Voorioopig afscheid
AMSTERDAMSCHE
BEURS
9V>kt
TWEEDE BLAD
v-
In het
blauw-
tusschen
zooals
iten van
0, wordt
ing erop
•jet-Unie
e voor-
rag en al
id steeds
ie docu-
liteenge-
ases van
'ikkeling
tANT.
jf klein
an
s ZOON
fANT.
zoo da-
oet dus
dat u
zoudt u
t er van
i opda-
u me
er bent
heesche
zat haar
;n haar
tgeplakt.
>m eeni-
ter aan
i heeft,
aar wat
;rbij.
oor een
d. Mijn
ordt be-
uur. Ik
ndelsrei-
alle on-
en ver
brieven",
ïièld den
aan de
sch op
en door
naar zin-
t „Mijne
volgd).
(Van onzen correspondent.)
Brussel, Mei 1941.
De personaliteit van den heer H.
de Man, gewezen voorzitter van de
Belgische Werkliedenpartij, heeft
andermaal belangstelling naar aan
leiding van de verschijning van zijn
boek „Herinneringen" (De Sikkel.
Antwerpen), dat een merkwaardig
getuigenis-document is voor wie de
Belgische politiek van de laatste
jaren heeft gevolgd. Het is een vlot
en boeiend levensverhaal oor
spronkelijk geschreven in het
Fransch van een man die steeds
wat had te vertellen en wiens be
toog over tal van strijdvragen in
verband met de socialistische
levensbeschouwing immer aanlei
ding heeft gegeven tot hartstochte
lijke betwistingen.
Dat reeds kenschetst de figuur
van den schrijver van „Au dela du
Marxisme" en „L'Idée Socialiste".
Voor wie er zich nog niet voldoende
rekenschap van gaf toonen deze
herinneringen ook aan hoe sterk
omstreden zijn persoon reeds was
gedurende de laatste jaren voor den
oorlog in den schoot van zijn eigen
partij en het feit dat hij desondanks
een belangrijke rol heeft gespeeld,
om het tenslotte zelfs tot partijvoor
zitter te brengen, bewijst hoe de
Belgische socialisten in werkelijk
heid arm waren aan leiders met een
zeker formaat, die aan de partij een
doctrinale stuwkracht konden ge
ven en haar doen uitgroeien boven
het verstarrende electorale bureau-
cratisme, dat De Man voortdurend
aanklaagt. Deze stuwkracht moest
rekening houden met de eigen fou
ten, de politi'eke vervreemding en
ontaarding in eigen schoot,* de ont
wikkeling van de gebeurtenissen, de'
filosofische t politieke evolutie.
Hij werd aanvaard ondanks hee!
zijn politieke en filosofische bagage,
die hem vrijwel radicaal tegenovei
de leidende partijbonzen plaatste,
zooals Emile Vandervelde en Louis
de Brouckère, om er maar twee te
noemen. In zijn boek heeft De Man
een hoekje van den sluier opgelicht
die zooniet het geheim dan toch het
raadselachtige van sommige inci
denten en botsingen die zich in de
laatste jaren hebben voorgedaan, be
dekte, en die verder reiken dan per
soonlijke geschillen en ambities. Zij
liggen intusschen reeds in het ver
leden en zijn historie geworden!
De personaliteit van den heer De
Man heeft steeds iets bevreemdends
gehad en indien deze politieke kam
per eigenlijk nooit den invloed heeft
gehad van een Vandervelde b.v. dan
is daarin wellicht een reden te zoe
ken. Als jonge man, verwant aan do
familie Van Beers, is hij in botsing
gekomen met zijn omgeving om zijn
eigeri weg, naar een te dien tijde
scherp revolutionnair geldend»
overtuiging te kunnen gaan. Hij
verbleef jaren lang in Duitschland
voor en na den wereldoorlog en ook
in Amerika, bereisde de wereld en
het onstandvastige in zijn levens
houding is opvallend. Hij is als een
zwerver geweest die door het leven
niet kon worden vastgegrepen en
geeft dit overigens ook herhaaldelijk
toe. „Ik ben door het leven gegaan,
zoo schrijft hij, zooals een reiziger
zonder reisgoed, in figuurlijken zoo
als in werkelijken zin. Toen ik in
mijn eigen meubelen ben beginnen
te leven was ik 48 jaar oud. En dan
zorgde ik er nog voor ze zoo te kie
zen dat zij geen waarde vertegen
woordigden, waarvan het verlies me
eenig leed zou aandoen". En ver-
dc:: „Telkens war.- -cr ik^kon be
koord worden om me in een goede
positie te vestigen bezweek ik voor
het verlangen een andere te'zoeken".
Het avontuurlijke in dit leven is
bijzonder kenschetsend en de Jezer
wordt er in de appreciatie van de
beteekenis der figuur zelf eenigszins
vreem'd door getroffen, want de
karaktertrek van rusteloosheid
schijnt wel wat anders te zijn dan
het verlangen om ruimer te ademen.
Dit belet niet dat de indruk wordt
gevestigd dat de heer De Man in zijn
evolutie en studie immer langs de
rechte lijn is gegaan. Zijn standpunt
ten opzichte van de verwording der
sociaal-democratische partijen wijst
er voldoende op dat hij klaar heeft
gezien en het verzet tegen het Plan
van den Arbeid, dat hij had ont
worpen, en dat gesteund was op
ideeën welke thans reeds veel ver
der zijn doorgebroken, toont ook aan
dat deze verwording zoo ver was ge
vorderd dat de stroom niet meer
was te keeren. De heer De Man ver
telt uitvoerig de geschiedenis van
het Plan van den Arbeid, dat in den
DE BETREKKINGEN TUSSCHEN
DENEMARKEN EN DE SOVJET
UNIE VERBROKEN.
De Deensche regeering heeft
medegedeeld, dat Denemarken niet
aan het oorlogsconflict deelneemt,
maar dat het, in verband met het
gemeenschappelijke' Deensche be
lang, geenszins onverschillig staat
tegenover de ontwikkeling. Door het
terugroepen van het Deensche ge
zantschap te Moskou is uiting ge
geven aan dit inzicht.
De betrekkingen ^tusschen Dene
marken en dë Sovjet-Unie zijn hier
mede verbroken.
schoot van de socialistische partij
openlfjke maar vooral geheime be-
kampers had „die het plan omhels
den om het des te gemakkelijker te
kunnen verwurgen". Het beeld dat
de schrijver ophangt van een man
als Louis de Brouckère is vernieti
gend en wat hij schrijft over een
man als wijlen Emile Vandervelde is
doordrongen van een sterke waar
deering maar niettemin ook ontgoo
chelend. Vandervelde was een ster
ke personaliteit maar kon zich van
zekere begrippen niet losmaken. Het
standpunt van De Man, die in
Duitschland zijn beste leerschool
heeft gehad, naar hij zélf erkent,
waar hij opkwam voor corporatieve
en autoritaire beginselen, was op
zich zelf voldoende om hem tot een
van zijn bekampers te maken, me
de om een zeker wrokkig gevoel
wegens het hem ontglippende lei
derschap. Vandervelde bleef ge
hecht aan het oude liberale parle
mentarisme en was blind voor het
bureaucratisme dat de socialistische
partij had overwoekerd, terwijl hij
niet wou inzien dat de klassenstrijd
moest plaats maken voor een waar
volksverbond, met middenstanders,
arbeiders en boeren. Het zijn de pu
riteinen van het orthodoxe marxis
me geweest, die De Man bij elke ge
legenheid hebben aangevallen en
hem als verkapt fascist hebben be
stookt. Na zijn beruchte artikels in
„Leiding", waarin hij opkwam voor
de Staatshervorming, voor een na
tionaal socialisme en voor een wer
kelijke Belgische neutraliteit, wer
den deze puriteinen versterkt door
alle francophielen die België onmid
dellijk tot het Europeesche slagveld
wilden maken door de neutraliteit
in dienst van Frankrijk en. Engeland
te plaatsen. Van deze periode af
dagteekent de oriënteering van
Spaak op de autoritaire democratie,
welke De Man voorstond, ten einde
het ideologische anti-fascisme te
vervangen, dat slechts een conserva
tieve uiting was, welke totaal blind
bleef voor het revolutionnaire ka
rakter van de „fascistische" bewe
gingen.
Het artikel „Genoeg sabotage van
de neutraliteit" deed. een storm los
barsten. In Vlaamsche kringen be
antwoordde het neutraliteitsbegrip
aan een werkelijkheid. Bij Fransch-
sprekende kringen was de toestand
heelemaal anders. Herhaaldelijk
hebben wij hierop voor 10 Mei 1940
gewezen.
De heer De Man rechtvaardigt
uitvoerig zijn intrede in het kabinet
Van Zeeland, waarvan hij verwacht
te dat het in staat zou zijn een ge
deelte van zijn opvattingen door te
voeren teneinde de werkloosheid te
bestrijden door pianistische en diri
gistische maatregelen. De heer De
Man brengt een warme hulde aan de
technische bekwaamheid van den
heer van Zeeland, die evenwel zwak
bleef ten opzichte van de conjunc
tuurproblemen. De heer De Man
verklaart dat de heer van Zeeland
echter geen hervormer wou zijn en
veel minder het regime wou wijzi
gen dan tot het toppunt komen van
eer en positie. „Hij had een werke
lijke virtuositeit bereikt in de kunst
van oplossingen te vinden die anders
waren dan ze schenen" betoogt hij,
en wie van dichtbij, zooals wij, de
campagne tegen van Zeeland en
den „spaarpot" van de Nationale
Bank heeft gevolgd, alsmede zijn
verweer, leest met buitengewone
belangstelling het gedeelte van de
„Herinneringen" dat aan de verant
woording van den heer van Zeeland
is gewijd, en waarin deze, door de
feiten, in een waarlijk ongunstig
daglicht wordt geplaatst. Men her
innert zich dat de spaarpot van de
Nationale Bank er in bestond de re
gelmatige vergoedingen van de lei
ders aan te vullen met sommen die
globaal waren voorzien in de boek
houding en gecamoufleerd werden.
Er werd ook uit geput voor andere,
lichtschuwende doeleinden, terwijJ
aldus ook werd vermeden dat de
leiders 10 t.h. lieten vallen die als
afhouding werd opgelegd op de
wedden van het personeel om va
derlandslievende doeleinden. De
heer De Man verhaalt uitvoerig in
welke omstandigheden de eerste
minister heeft moeten toegeven dat
hij als minister nog 330.000 fr. uit
den „spaarpot" had ontvangen, na
dat hij in het parlement had ver
klaard dat hij niets meer had ge
trokken sedert hij het vice-gouver-
neurschap van de Nationale Bank
had opgegeven om eerste-minister
te worden. Men zal zich wellicht
herinneren dat de heer van Zeeland
ontslag nam nadat het parket-gene
raal een vervolging was begonnen
wegens onregelmatigheden in de
boekhouding van de bank. De uit
eenzetting van den heer De Man is
belangrijk voor een interessant
hoofdstuk van de politieke geschie
denis van België, maar maakt het
duidelijk dat de heer van Zeeland,
op wie veel verwachtingen waren
gebouwd, vóór hij halfweg was is
blijven staan, en de gelegenheid
heeft gemist om met al het gezag
van den bewindvoerder'het roer van
het binnenlandsch beleid in al zijn
vormen zooals van het buitenlandsch
beleid om te gooien.
De gewezen voorzitter van de Bel
gische Werkliedenpartij getuigt in
het slot van zijn boek hoe de Koning
de eenige macht was in. den Staat
die bekwaam was om aan de bui-
tenlandsche politiek de noodige
continuïteit en oriënteering te ver
zekeren. In 1936 had hij dit bewe
zen door openlijk aan de nieuwe on
af hankelijkheidspolitiek deel te ne
men. Terloops herinnert er de heer
De Man aan dat hij, na de conferen
tie van München, een officieuse op
dracht volbracht, door reizen naar
Den Haag, Kopenhagen, Parijs, Lon
den, Berlijn en Rome, ten einde,
door bemiddeling van de Oslostaten,
een nieuwe conferentie van de Sta
ten van München bijeen te roepen,
om de verdragen van 1919 door
nieuwe, vrij aanvaarde overeenkom
sten te vervangen. Hij acht het
ocgenblik nog niet gekomen om de
oorzaken na te gaan die tot de mis
lukking van deze poging hebben ge
leid. De heer De Man spreekt ten
slotte met veel nadruk over de zeld
zame eigenschappen van koningin
Elisabeth en koning Leopold.
Dit boek is als de inleiding ge
weest tot een propaganda voor de
politieke opvattingen die door den
persoon van den heer De Man wor
den vertegenwoordigd. In deze pro
paganda, waarop wij nog terugko
men, wordt de gewezen leider van
de B.W.P. echter sterk gehinderd
door de omstandigheid dat hij nooit
het volle vertrouwen heeft weten
te winnen van de Vlamingen die
thans de leidende rol vervullen.
DE ZEEPDISTRIBUTIE.
De secretaris-egneraal van het
departement van handel, nijverheia
en scheepvaart maakt inzake de
distribtie van zeep het volgende
bekend:
Het komt voor, dat handelaren
reeds thans tegen inname van bon
nen van de nieuw uitgereikte bon
kaarten P en Q (extra zeep voor
kinderen) zeep en toiletzeep aan het
publiek afleveren. Deze bonnen
evenwel zijn nog niet geldig ver
klaard, zoodat het verboden is om
reeds thans op deze bonnen zeep af
te leveren. Ingeval van overtreding
zijn zoowel de kooper als de ver-
kooper strafbaar.
NIEUWE BURGEMEESTER
VAN APELDOORN.
Het rijkscommissariaat maakt be
kend: v
De rijkscommissaris voor de be
zette Nederlandsche gebieden, rijks
minister Seyss-Inquart, heeft op
grond van par. 1 van zijn verorde
ning 3/40 over de uitoefening van
de regeeringsbevoogdheden in Ne
derland den burgemeester van
Apldoorn, jhr. dr. Quarles van Uf-
ford, gepensionneerd. In zijn veror
dening 108/40 (vierde verordening
over bijzondere bestuursrechtelijke
maatregelen) mr. C. den Besten, ad
vocaat te Utrecht, tot burgemeester
van Apeldoorn benoemd.
HET GEDENKRAAM VOOR
ALKMAAR.
Het glas-in-lood-raam, dat door
ruim 17.000 oud-Amersfoortsche ge-
evacueerden, die de Meidagen 1940
in Alkmaar hebben doorgebracht,
zal op Donderdag 10 Juli 's middags
te twee uur op het gemeentehuis te
Alkmaar aan het gemeentebestuur
worden overgedragen.
NIEUW VERORDENINGENBLAD.
Heden zal verschijnen een nieuw
verordeningenblad, waarin de vol
gende verordeningen zijn opgeno
men:
No. 114 schaft de geldende, voor
schriften van het Nederlandsche
recht af, waarbij aan leden van
kerkgenootschappen die een ande
ren dag dan den Zondag als rustdag
hebben (in de eerste plaats dus de
Joden) de mogelijkheid gegeven
wordt, op Zondagen te werken, resp.
winkels open te houden.
No. 115 behelst een zuiver tech
nische wijziging in-de verordening
no. 213/1940 over mataregelen op het
gébied van het verzekeringsbedrijf.
No. 116 machtigt den secretaris
generaal in het ministerie van fi
nanciën, buiten landsche effecten aan
de Nederlandsche Bank te laten
aanbieden.
No. 117 voert als vooruitbetaling
op de inkomsten- en winstbelasting
eqn dividendbelasting in van de
hoofdopbrengst uit aandeelen en
dergelijke stukken.
No. 118 wijzigt de verordening in
zake de omzetbelasting 1940 aldus,
dat deze belasting wordt aangepast
bij de in het Duitsche rijk geldende
regeling voor de omzetbelasting.
Nieuw zijn in het bijzonder de belas
tingtarieven vervat in par. 6.
No. 119 maakt het oprichten, uit
breiden en wijzigen van industrie- en
handelsbedrijven ondergeschikt aan
de goedkeuring van den secretaris
generaal in het ministerie voor han
del, industrie en scheepvaart. Daar
door moeten economisch ongewensch-
te nieuwe oprichtingen en verschui
vingen van dergelijke bedrijven ver
meden worden.
HONGARIJE IN OORLOG MET
DE SOVJET-UNIE.
Boedapest, 27 Juni. (D.N.B.)
Officieel wordt medegedeeld:
„Hongarije beschouwt zich, ten
gevolge van de herhaalde Sov
jet-luchtaanvallen op Hon-
gaarsch rechtsgebied, die in
strijd met het Volkenrecht zijn,
in staat van oorlog met de
Sovjet-Unie".
Dat die jongen van nummer 43
een presentje heeft gekregen voor
zijn verjaardag zou mij niet aan
gaan, indien het geen trompet
was. Weliswaar staan de speel
goedwinkels vol spoortjes en
autotjes, maar neen, 't moest een
trompet wezen.
Zaterdag vernamen we de rau
we' geluiden voor het eerst. Aan
vankelijk dachten we, dat er ru
zie was en probeerden te luiste
ren, maar spoedig werd het dui
delijk, dat de schorre kreten langs
technischen weg werden verkre
gen. „Ze hebben 't een of andere
ding en daar doen ze het mee",
zei mijn vrouw. Ik twijfelde -nog,
maar toen ik even later de hond
uitliet, zag ik den jongen in de
voorkamer zitten met zijn hoorn.
Hij blies
en spoog
er in en
dan viel
dat ge
kerm te
vernemen.
Eerst
dacht ik dat het ding gauw kapot
zou zijn, maar het bleek solide;
Maandag blies hij nóg en Dinsdag
was reeds een soort wijsje te on
derscheiden. Woensdag probeerde
het te syncopeeren en Donderdag
waren wij aan den rand der neu
rasthenie. Tot in alle hoeken van
onze woning drongen de muzikale
studiën door. Wij moesten er bo
ven uitschreeuwen, zij schroeiden
onze gehoorvliezen. Wij gaven het
praten tenslotte op en zaten stom
tegenover elkander aan de disch,
als menschen aan wie iets onher
stelbaars is overkomen.
Toen ik Donderdagmiddag om
half zes gereed stond om op num
mer 43 te gaan bellen, hield het
geluid, na een rauwe extase, plot
seling op. „Het ding is gebarsten",
stelde ik opgelucht vast, maar de
werkelijkheid bleek anders. De
jongen zweeg alleen, omdat hij
zijn maal moest verorberen. Te
zeven uur precies kreet hij op
nieuw.
Nu stel ik er prijs op te zeggen,
dat ik een goedmoedig mensch
ben. Wie ruzie met mij krijgen
wil, moet heel wat ondernemen.
De jongen van nummer 43 had dit
gedaan: ik was ziedend, zette mijn
hoed op en snelde vastberaden de
trap af. Bij mijn buurman belde
ik aan. Het gedrocht zat in de
voorkamer met zijn toeter. Toen
hij mij zag, nam hij het verdoem
de ding uit den mond om te
lachen. Hij wuifde mij zelfs toe,
maar'ik draaide hem mijn achter
deel toe en belde riogeens.
Toen kwam zijn vader, de deur
ging open.
„Wel beste vriend, dat is....", be
gon hij zoetsappig.
„Niks te beste-vrienden!", riep
ik heesch. „Ik kom hier als uw
vijand en ik eisch van u, dat u
dien jongen zal laten ophouden
met zijn vervloekte toeter: Hij zal
ons nog gek maken!"
„Daarin is hij al geslaagd, vrees
ik", antwoordde de ander koel.
„Hebt u geen manieren?"
„Ik had ze", schreeuwde ik,
„maar uw zoon heeft ze wegge
blazen. Waarom trapt u dat ding
niet in elkaar? Wilt u ons onge
luk?"
„Meneer, ik zal u zeggen...." be
gon hij, maar ik wilde hem niet
langer aanhooren. „U brengt die
hoorn tot zwijgen, of ik zend u
morgen een koppel agenten!, riep
ik. Meteen draaide ik mij om en
trok de deur met een nijdigen
klap achter mij dicht, om aan te
duiden, dat het onderhoud ten
einde was. Ziezoo, die man twij
felde tenminste niet aan mijn ge
voelens.
Ik was bepaald opgelucht en
stapteDat wil zeggen, ik stapte
niet. Ik kon niet stappen want
ik werd van achteren vastgehou
den, omdat 'n stuk van mijn col
bert tusschen de deur was blijven
zitten. Ik rukte en herhaalde dit
eenige malen, totdat ik de vruch
teloosheid ervan inzag. Aanbellen
was werkelijk het eenige.
Ik deed het met groote tegen
zin, want het is allerellendigst een
dienst te moeten vragen aan
iemand, met wien men even tgvo-
-ren ruzie heeft gemaakt. Mijn
dreigement, agenten te zullen
zenden, was zoo'n mooi slot ge
weest, nu moest ik de conversa
tie weer opvatten, in gansch an
dere sfeer.
Veel uitwerking had mijn gebel
intusschen niet. Ik trok nogeens
aan het ding, harder nu, en zag
eenige oogenblikken later den
jongen voor het venster verschij
nen. Hij had zijn toeter in de hand
en zag grijnzend, in welk een par
ket ik mij bevond. Spoedig stond
zijn vader naast hem. Zij wezen
mij elkander grinnikend aan. De
kwajongen trok daarop eenige
lange neuzen.
Dit alles was onduldbaar. Ik
was vastgeklonken aan het huis
van mijn vijand en werd bespot
en bespogen. Zonder mij verder
te bedenken zette ik mijn tanden
op elkaar, verzamelde al mijn
krachten, gaf een ruk
Het stuk van mijn jasje dat ik
achterliet, vond ik den volgenden
morgen in mijn brievenbus, want
op hun manier zijn die lui van
nummer 43 nog eerlijk
S. CARMÏGGELT.
KUNST EN WETENSCHAP.
ORPHEUS.
In groote getale trok men gister
avond naar de Groote Kerk waar
het mannenkoor „Orpheus" met een
jubileumsconcert het 35-jarig be
staan van dit koor zou vieren. De
aanvang van het concert was op
half acht gesteld maar 't was onge
veer een kwartier later toen de
stroom van menschen ophield.
Ter herdenking aan hen die het
koor in die jaren ontvallen zijn
zong het koor het bekende motet
van Handl, Ecce quomodo moritur"
hetgeen aan de uitvoering een
zekere wijding gaf. Als hoofdnum
mer van het koor moet de compo
sitie van Roeske „Groot is de Heer"
beschouwd worden, een imposant
nummer dat onder de suggestieve
leiding van Karei Böhne (B. diri
geerde alle nummers zonder parti
tuur) schitterend gezongen werd,
evenals „Jerusalem" van Olman en
„Les Martyrs aux Arènes" van de
Rille, (de Zee van Theo v. d. Bijl
hoorde ik niet). Het groote koor,
dat, wanneer allen op hun post zijn,
tegenwoordig 95 leden- telt, is nu
volkomen in staat werken als die
van Roeske en Olman naar eisch
uit te voeren.
De soliste van dezen avond, mej.
Annie Woud, in 't bezit van een
fameuze altstem zong op een wijze,
die grooten indruk maakte, twee
arias van Handel, waaronder
„Süsse stille, sanfte Quelle"; „Hoe
groot o Heer", uit de Gedenck-
clanck" van Valerius en de solo in
de Rhapsodie van Brahms. In de
Rhapsodie werd, met koor en orkest
een zeer schoon ensemble bereikt;
de ingetogen zang van het koor, de
begeleiding van het „Zaansch
kamerorkest en daar bovenuit deze
altstem vormden een prachtig ge
heel.
Het Zaansch kamerorkest gaf, als
aparte nummers een symphonie in
bes groote terts, van Schubert,
„Ases Tod" en „Anitra's Tanz", uit
öt eerste Peer Gynt Suite van
Grieg en een suite in vier deelen
van Tschaikowsky. Zeer beschaafd,
muzikaal werk (daarvoor is de
dirigent, de heer van Me ver, borg)
werd in deze nummers gegeven.
De organist van Langen, vast me
dewerker bij de Orpheusconcerten,
opende met eer. sonate van Scar
latti, een werk hoofdzakelijk geba
seerd op 't technische en begeleid
de ook de soliste. Als steeds' leverde
van Langen werk wat van een ter
zake kundig organist verwacht mag
en kan worden. Orpheus heeft het
35-jarig bestaan waardig en kunst
vol gevierd maar het programma
was veel te lang.
A. K.
DE KAASMARKT.
ALKMAAR, 27 Juni. Op de heden
gehouden kaasmarkt waren in totaal
27 stapels, wegende 61000 kg, kaas
aangevoerd, waarvan de prijzen als
volgt: 19 stapels Kleine fabriekskaas
35.25 en 8 stapels Kleine Boeren
kaas 34.50. Alles met rijksmerk.
Handel vlug.
LEEUWARDEN, 27 Juni 1941. Vee
markt: 523 Melk- en Kalfkoeien
175—430; 38 Pinken 175—430; 180
Lammeren 1632; 32 Drachtige
varkens 130215; 214 Kleine big
gen 1424, loopers 2564; ver
ders: 41 Stieren, 235 Vette koeien, 81
Graskalveren, 215 Nuchtere kalve
ren, 117 Weide schapen, 80 Vette var
kens, 88 Bokken en geilten en 5
Paarden. Totaal aanvoer 1849 stuks.
Eierhandel. 12500 kg Kipeieren,
prijs 58 1/10 cent; 100 kg Eenden
eieren, prijs 7 'A8 cent per stuk.
Pluimvee: Slachthanen 1.50
2.75, Slachtkippen 1.503, Jonge
hanen 1.252.50; Jonge duiven 25
cent.
Vereen, van Zuivelmaatschappijeri.
Edammerkaas 20 plus 44, 40 plus
67.50, Goudsche kaas 20 plus 44,
40 plus 67.50; Broodkaas 40 plus
67.50 per 100 kg.
BROEK OP LANGENDIJK, 27 Juni.
(Lang. Groenten veiling). 3300 kg
Rabarber 6, afw. 4.80; 1100 bos
Peen 11; 129300 kg Aardappelen:
Schotsche muizen 10 en kriel 3;
480 krop sla 11.10.
NOORDSCHARWOUDE, 27 Juni.
21000 kg Rabarber 4.80; 9950 kg
Schotsche muizen 10 en Kriel 3.
WARMENHUIZEN, 26 Juni 1941.
8000 kg Rabarber 4.80.
SCHAGEN, 26 Juni '41. Veemarkt:
2 Pinkstieren 250; 20 Geldekoeien
(mag.) 225325; 8 Kalfkoeien
350—475; 2 Pinken 275; 70 Nuch
tere kalveren (fok) 2050; 18
Schapen (magere) 6070; 83 Lam
meren 2236; 6 Varkens (mag.)
34.50; 103 Biggen 20—26; 35 Ko
nijnen 1.508; 30 Kippen 13.
Voor centrale: 48 Vette Geldekoeien
en een gedeelte van de 70 Nuchtere
kalveren.
Als de Junimaand zijn einde
nadert, als de langste dag voorbij is,
als officieel de zomer is begonnen,
dan beteekent dat een voorlloopig
afscheid van veel schoons en goeds.
Een voorioopig afscheid, naar wij
wenschen en hopen, niet een af
scheid, voorgoed, een voorloopige
afscheid omdat"in een nieuwe lente
alles weer zal keeren, wat wij nu
vaarwel moeten zeggen.
Natuurlijk is de overgang niet
abrupt. Wij stappen niet op een
bepaalden morgen zoo maar uit de
lente naar den zomer over, evenmin
.ais straks het einde van den'zomer
in het laatst van September een
plotselinge wisseling naar den
herfst beteekenen zal.
Er lag al een stuk zomer in
sc-mmige Junidagen, zooals er nog
een stuk lente in het begin van
Juli liggen kan.
Maar ja, een mijlpaal vormt de
laatste Juniweek toch wel, een
toeken van kenterend getij. Ook de
laatste boomen staan nu in blad en
ook het laatste blad heeft zijn
eerste prille zachtgroene lentekleur
al verloren. Waar, in het bijzonder
in het waterland, tot dusver ook in
Mei en Juni het dorre van het oude
riet nog kon domineeren in het
landschap, daar heeft nu het alles
overwinnende groen ook hier de
triomf behaald. Ook de laatste
zangers en andere vogels zijn
gekomen, hebben hun nest ge
bouwd, hebben hun lied gezongen.
Bloei valt af, al zal er nog heel veel
gaan bloeien, vruchten zetten zich.
Het zomerkoren wuift al hooger
opschietend in den wind, volop
groen nog, maar aldra het eerste
goud en geel vertoonend.
Al deze teekenen, de vele zichtbare
en hoorbare, de vele onnaspeurlijke
ook, toonen aan dat onherroepelijk
een afscheid gekomen is, een van
de vele afscheiden, die de wente
ling der seizoenen altijd weer
brengt. De herinnering blijft aan
veel schoons en heerlijks, dat ook
deze laat gekomen lente ons heeft
gebracht.
U kan geen winter verjagen
Beelden uit zaligen tijd,
Trouw zal mijn hart u bewaren
Regen en stormen ten spijt.
Een voorioopig afscheid beteekent
ook dit artikel van den schrijver
dezer bijdragen en zijn lezers. Niet
heel gewichtig in den woelenden
stroom dezer tijden, toch in elk
geval voor hem, die zoo vaak het
woord op deze plaats tot u richten
mocht, belangrijk genoeg om een
oogenblik bij stil te staan. Geduren
de 17 jaren mocht ik in deze
kolommen het natuurleven voor u
schetsen, voor schoone landschap
pen uw belangstelling vragen, op
de hooge waarde der natuurbe
scherming uw aandacht richten.
Het was in mijn Amsterdamsche,
mijn studentenjaren, dat het
verzoek daartoe tot mij kwam, op
mijn studentenkamer in de hoofd
stad eerst, daarna in de pastorie te
Hmdeloopen, straks te Harliqgen
gedurende bijna een tiental jaren,
heb ik dit werk, dat mij zeer lief
was, gedaan, om tenslotte midden
in de volheid van het rijke Gooische
natuurschoon nog een paar jaar de
pen voor u te voeren. Deze tijd,
een sombere oorlogstijd, die zoo
veel breekt en neerslaat, en tot
allerlei beperking en bezuiniging
noodzaakt, noopt ook onder dezen
arbeid voorioopig een streep te
zetten. Ik dank den lezers, die mij
hun belangstelling gegeven hebben
er menig keer ook deze belang
stelling door woord of brief hebben
getoond. Moge ook dit afscheid
inderdaad slechts een voorioopig
afscheid beteekenen en in betere
tjiden door een „weerzien" worden
gevolgd.
En mogen wij, de krant, de
lezers, schrijver dezes, samen trouw
op de bres blijven staan, waar het
geldt het heboud van de heerlijke,
veelzijdige schoonheid van ons
prachtige Nederlandsche landschap,
dat zoozeer onze liefde waard is en
orza bescherming verdient en
noodig heeft! Den lezer heil!
A. L. B.
OPGAVE
AMSTERDAMSCHE BANK N.V,
Bijkantoor Alkmaar.
van Vrijdag 27 Juni 1941
STAATSLEENINGEN.
4 Nederland 1941
4 Nederland 1940 11
1—3H Neder!
3 Ned.-lndië 1937.
BANK-INSTELLINCEN
Amsterd Bank
Handel Mij, Cert. V.
250.
Koloniale Bank
Ned. Ind. Handelsbank
INO. OND. BINNENL.
Alg. Kunstzijde Unie
Calvé Delft Cert.
Nederl. Ford
Lever Bros
Phil. Gloeil. Gem. Bezit
CULTUUR MAATSCH.
H. V. A
Java Cultuur
Ned. Ind. Suiker Unie
Verg. Vorstenlanden
PETROLEUM.
Kon. Petr.
RUBBERS.
Amsterd. Rubber
Deli Bat. Rubber
Hessa Rubber
Oostkust
Serbadjadi
SCHEEPVAARTEN.
HollandAmerika lijn
Java—China—Japan lijn
Kon. Ned. Stoomboot
Scheepvaart Unie
TABAKKEN.
Deli Batavia t
Oude Deli
Senerobab
Vor. k.
9615lK
S0V,
114
127
184
120l/4
139
671/4
288
114
207
411
230
225
II41/4
233
255
2051/2
1281/s
149
1313/4
111
147
1593/4
1673/4
209
2761/4
218
plm 2 u
wa»
91
903/8
113
128
184
120%
1391/2
671/s
28S
113
204
408
233
229
1143/4
2321/s
258
208
130
148
133
111
149i/4
159
168
201
276
218