De „herinneringen" van Hendrik de Man over socialistische en Belgische politiek. Een boek dat druk wordt besproken. Voorioopig afscheid AMSTERDAMSCHE BEURS 9V>kt TWEEDE BLAD v- In het blauw- tusschen zooals iten van 0, wordt ing erop •jet-Unie e voor- rag en al id steeds ie docu- liteenge- ases van 'ikkeling tANT. jf klein an s ZOON fANT. zoo da- oet dus dat u zoudt u t er van i opda- u me er bent heesche zat haar ;n haar tgeplakt. >m eeni- ter aan i heeft, aar wat ;rbij. oor een d. Mijn ordt be- uur. Ik ndelsrei- alle on- en ver brieven", ïièld den aan de sch op en door naar zin- t „Mijne volgd). (Van onzen correspondent.) Brussel, Mei 1941. De personaliteit van den heer H. de Man, gewezen voorzitter van de Belgische Werkliedenpartij, heeft andermaal belangstelling naar aan leiding van de verschijning van zijn boek „Herinneringen" (De Sikkel. Antwerpen), dat een merkwaardig getuigenis-document is voor wie de Belgische politiek van de laatste jaren heeft gevolgd. Het is een vlot en boeiend levensverhaal oor spronkelijk geschreven in het Fransch van een man die steeds wat had te vertellen en wiens be toog over tal van strijdvragen in verband met de socialistische levensbeschouwing immer aanlei ding heeft gegeven tot hartstochte lijke betwistingen. Dat reeds kenschetst de figuur van den schrijver van „Au dela du Marxisme" en „L'Idée Socialiste". Voor wie er zich nog niet voldoende rekenschap van gaf toonen deze herinneringen ook aan hoe sterk omstreden zijn persoon reeds was gedurende de laatste jaren voor den oorlog in den schoot van zijn eigen partij en het feit dat hij desondanks een belangrijke rol heeft gespeeld, om het tenslotte zelfs tot partijvoor zitter te brengen, bewijst hoe de Belgische socialisten in werkelijk heid arm waren aan leiders met een zeker formaat, die aan de partij een doctrinale stuwkracht konden ge ven en haar doen uitgroeien boven het verstarrende electorale bureau- cratisme, dat De Man voortdurend aanklaagt. Deze stuwkracht moest rekening houden met de eigen fou ten, de politi'eke vervreemding en ontaarding in eigen schoot,* de ont wikkeling van de gebeurtenissen, de' filosofische t politieke evolutie. Hij werd aanvaard ondanks hee! zijn politieke en filosofische bagage, die hem vrijwel radicaal tegenovei de leidende partijbonzen plaatste, zooals Emile Vandervelde en Louis de Brouckère, om er maar twee te noemen. In zijn boek heeft De Man een hoekje van den sluier opgelicht die zooniet het geheim dan toch het raadselachtige van sommige inci denten en botsingen die zich in de laatste jaren hebben voorgedaan, be dekte, en die verder reiken dan per soonlijke geschillen en ambities. Zij liggen intusschen reeds in het ver leden en zijn historie geworden! De personaliteit van den heer De Man heeft steeds iets bevreemdends gehad en indien deze politieke kam per eigenlijk nooit den invloed heeft gehad van een Vandervelde b.v. dan is daarin wellicht een reden te zoe ken. Als jonge man, verwant aan do familie Van Beers, is hij in botsing gekomen met zijn omgeving om zijn eigeri weg, naar een te dien tijde scherp revolutionnair geldend» overtuiging te kunnen gaan. Hij verbleef jaren lang in Duitschland voor en na den wereldoorlog en ook in Amerika, bereisde de wereld en het onstandvastige in zijn levens houding is opvallend. Hij is als een zwerver geweest die door het leven niet kon worden vastgegrepen en geeft dit overigens ook herhaaldelijk toe. „Ik ben door het leven gegaan, zoo schrijft hij, zooals een reiziger zonder reisgoed, in figuurlijken zoo als in werkelijken zin. Toen ik in mijn eigen meubelen ben beginnen te leven was ik 48 jaar oud. En dan zorgde ik er nog voor ze zoo te kie zen dat zij geen waarde vertegen woordigden, waarvan het verlies me eenig leed zou aandoen". En ver- dc:: „Telkens war.- -cr ik^kon be koord worden om me in een goede positie te vestigen bezweek ik voor het verlangen een andere te'zoeken". Het avontuurlijke in dit leven is bijzonder kenschetsend en de Jezer wordt er in de appreciatie van de beteekenis der figuur zelf eenigszins vreem'd door getroffen, want de karaktertrek van rusteloosheid schijnt wel wat anders te zijn dan het verlangen om ruimer te ademen. Dit belet niet dat de indruk wordt gevestigd dat de heer De Man in zijn evolutie en studie immer langs de rechte lijn is gegaan. Zijn standpunt ten opzichte van de verwording der sociaal-democratische partijen wijst er voldoende op dat hij klaar heeft gezien en het verzet tegen het Plan van den Arbeid, dat hij had ont worpen, en dat gesteund was op ideeën welke thans reeds veel ver der zijn doorgebroken, toont ook aan dat deze verwording zoo ver was ge vorderd dat de stroom niet meer was te keeren. De heer De Man ver telt uitvoerig de geschiedenis van het Plan van den Arbeid, dat in den DE BETREKKINGEN TUSSCHEN DENEMARKEN EN DE SOVJET UNIE VERBROKEN. De Deensche regeering heeft medegedeeld, dat Denemarken niet aan het oorlogsconflict deelneemt, maar dat het, in verband met het gemeenschappelijke' Deensche be lang, geenszins onverschillig staat tegenover de ontwikkeling. Door het terugroepen van het Deensche ge zantschap te Moskou is uiting ge geven aan dit inzicht. De betrekkingen ^tusschen Dene marken en dë Sovjet-Unie zijn hier mede verbroken. schoot van de socialistische partij openlfjke maar vooral geheime be- kampers had „die het plan omhels den om het des te gemakkelijker te kunnen verwurgen". Het beeld dat de schrijver ophangt van een man als Louis de Brouckère is vernieti gend en wat hij schrijft over een man als wijlen Emile Vandervelde is doordrongen van een sterke waar deering maar niettemin ook ontgoo chelend. Vandervelde was een ster ke personaliteit maar kon zich van zekere begrippen niet losmaken. Het standpunt van De Man, die in Duitschland zijn beste leerschool heeft gehad, naar hij zélf erkent, waar hij opkwam voor corporatieve en autoritaire beginselen, was op zich zelf voldoende om hem tot een van zijn bekampers te maken, me de om een zeker wrokkig gevoel wegens het hem ontglippende lei derschap. Vandervelde bleef ge hecht aan het oude liberale parle mentarisme en was blind voor het bureaucratisme dat de socialistische partij had overwoekerd, terwijl hij niet wou inzien dat de klassenstrijd moest plaats maken voor een waar volksverbond, met middenstanders, arbeiders en boeren. Het zijn de pu riteinen van het orthodoxe marxis me geweest, die De Man bij elke ge legenheid hebben aangevallen en hem als verkapt fascist hebben be stookt. Na zijn beruchte artikels in „Leiding", waarin hij opkwam voor de Staatshervorming, voor een na tionaal socialisme en voor een wer kelijke Belgische neutraliteit, wer den deze puriteinen versterkt door alle francophielen die België onmid dellijk tot het Europeesche slagveld wilden maken door de neutraliteit in dienst van Frankrijk en. Engeland te plaatsen. Van deze periode af dagteekent de oriënteering van Spaak op de autoritaire democratie, welke De Man voorstond, ten einde het ideologische anti-fascisme te vervangen, dat slechts een conserva tieve uiting was, welke totaal blind bleef voor het revolutionnaire ka rakter van de „fascistische" bewe gingen. Het artikel „Genoeg sabotage van de neutraliteit" deed. een storm los barsten. In Vlaamsche kringen be antwoordde het neutraliteitsbegrip aan een werkelijkheid. Bij Fransch- sprekende kringen was de toestand heelemaal anders. Herhaaldelijk hebben wij hierop voor 10 Mei 1940 gewezen. De heer De Man rechtvaardigt uitvoerig zijn intrede in het kabinet Van Zeeland, waarvan hij verwacht te dat het in staat zou zijn een ge deelte van zijn opvattingen door te voeren teneinde de werkloosheid te bestrijden door pianistische en diri gistische maatregelen. De heer De Man brengt een warme hulde aan de technische bekwaamheid van den heer van Zeeland, die evenwel zwak bleef ten opzichte van de conjunc tuurproblemen. De heer De Man verklaart dat de heer van Zeeland echter geen hervormer wou zijn en veel minder het regime wou wijzi gen dan tot het toppunt komen van eer en positie. „Hij had een werke lijke virtuositeit bereikt in de kunst van oplossingen te vinden die anders waren dan ze schenen" betoogt hij, en wie van dichtbij, zooals wij, de campagne tegen van Zeeland en den „spaarpot" van de Nationale Bank heeft gevolgd, alsmede zijn verweer, leest met buitengewone belangstelling het gedeelte van de „Herinneringen" dat aan de verant woording van den heer van Zeeland is gewijd, en waarin deze, door de feiten, in een waarlijk ongunstig daglicht wordt geplaatst. Men her innert zich dat de spaarpot van de Nationale Bank er in bestond de re gelmatige vergoedingen van de lei ders aan te vullen met sommen die globaal waren voorzien in de boek houding en gecamoufleerd werden. Er werd ook uit geput voor andere, lichtschuwende doeleinden, terwijJ aldus ook werd vermeden dat de leiders 10 t.h. lieten vallen die als afhouding werd opgelegd op de wedden van het personeel om va derlandslievende doeleinden. De heer De Man verhaalt uitvoerig in welke omstandigheden de eerste minister heeft moeten toegeven dat hij als minister nog 330.000 fr. uit den „spaarpot" had ontvangen, na dat hij in het parlement had ver klaard dat hij niets meer had ge trokken sedert hij het vice-gouver- neurschap van de Nationale Bank had opgegeven om eerste-minister te worden. Men zal zich wellicht herinneren dat de heer van Zeeland ontslag nam nadat het parket-gene raal een vervolging was begonnen wegens onregelmatigheden in de boekhouding van de bank. De uit eenzetting van den heer De Man is belangrijk voor een interessant hoofdstuk van de politieke geschie denis van België, maar maakt het duidelijk dat de heer van Zeeland, op wie veel verwachtingen waren gebouwd, vóór hij halfweg was is blijven staan, en de gelegenheid heeft gemist om met al het gezag van den bewindvoerder'het roer van het binnenlandsch beleid in al zijn vormen zooals van het buitenlandsch beleid om te gooien. De gewezen voorzitter van de Bel gische Werkliedenpartij getuigt in het slot van zijn boek hoe de Koning de eenige macht was in. den Staat die bekwaam was om aan de bui- tenlandsche politiek de noodige continuïteit en oriënteering te ver zekeren. In 1936 had hij dit bewe zen door openlijk aan de nieuwe on af hankelijkheidspolitiek deel te ne men. Terloops herinnert er de heer De Man aan dat hij, na de conferen tie van München, een officieuse op dracht volbracht, door reizen naar Den Haag, Kopenhagen, Parijs, Lon den, Berlijn en Rome, ten einde, door bemiddeling van de Oslostaten, een nieuwe conferentie van de Sta ten van München bijeen te roepen, om de verdragen van 1919 door nieuwe, vrij aanvaarde overeenkom sten te vervangen. Hij acht het ocgenblik nog niet gekomen om de oorzaken na te gaan die tot de mis lukking van deze poging hebben ge leid. De heer De Man spreekt ten slotte met veel nadruk over de zeld zame eigenschappen van koningin Elisabeth en koning Leopold. Dit boek is als de inleiding ge weest tot een propaganda voor de politieke opvattingen die door den persoon van den heer De Man wor den vertegenwoordigd. In deze pro paganda, waarop wij nog terugko men, wordt de gewezen leider van de B.W.P. echter sterk gehinderd door de omstandigheid dat hij nooit het volle vertrouwen heeft weten te winnen van de Vlamingen die thans de leidende rol vervullen. DE ZEEPDISTRIBUTIE. De secretaris-egneraal van het departement van handel, nijverheia en scheepvaart maakt inzake de distribtie van zeep het volgende bekend: Het komt voor, dat handelaren reeds thans tegen inname van bon nen van de nieuw uitgereikte bon kaarten P en Q (extra zeep voor kinderen) zeep en toiletzeep aan het publiek afleveren. Deze bonnen evenwel zijn nog niet geldig ver klaard, zoodat het verboden is om reeds thans op deze bonnen zeep af te leveren. Ingeval van overtreding zijn zoowel de kooper als de ver- kooper strafbaar. NIEUWE BURGEMEESTER VAN APELDOORN. Het rijkscommissariaat maakt be kend: v De rijkscommissaris voor de be zette Nederlandsche gebieden, rijks minister Seyss-Inquart, heeft op grond van par. 1 van zijn verorde ning 3/40 over de uitoefening van de regeeringsbevoogdheden in Ne derland den burgemeester van Apldoorn, jhr. dr. Quarles van Uf- ford, gepensionneerd. In zijn veror dening 108/40 (vierde verordening over bijzondere bestuursrechtelijke maatregelen) mr. C. den Besten, ad vocaat te Utrecht, tot burgemeester van Apeldoorn benoemd. HET GEDENKRAAM VOOR ALKMAAR. Het glas-in-lood-raam, dat door ruim 17.000 oud-Amersfoortsche ge- evacueerden, die de Meidagen 1940 in Alkmaar hebben doorgebracht, zal op Donderdag 10 Juli 's middags te twee uur op het gemeentehuis te Alkmaar aan het gemeentebestuur worden overgedragen. NIEUW VERORDENINGENBLAD. Heden zal verschijnen een nieuw verordeningenblad, waarin de vol gende verordeningen zijn opgeno men: No. 114 schaft de geldende, voor schriften van het Nederlandsche recht af, waarbij aan leden van kerkgenootschappen die een ande ren dag dan den Zondag als rustdag hebben (in de eerste plaats dus de Joden) de mogelijkheid gegeven wordt, op Zondagen te werken, resp. winkels open te houden. No. 115 behelst een zuiver tech nische wijziging in-de verordening no. 213/1940 over mataregelen op het gébied van het verzekeringsbedrijf. No. 116 machtigt den secretaris generaal in het ministerie van fi nanciën, buiten landsche effecten aan de Nederlandsche Bank te laten aanbieden. No. 117 voert als vooruitbetaling op de inkomsten- en winstbelasting eqn dividendbelasting in van de hoofdopbrengst uit aandeelen en dergelijke stukken. No. 118 wijzigt de verordening in zake de omzetbelasting 1940 aldus, dat deze belasting wordt aangepast bij de in het Duitsche rijk geldende regeling voor de omzetbelasting. Nieuw zijn in het bijzonder de belas tingtarieven vervat in par. 6. No. 119 maakt het oprichten, uit breiden en wijzigen van industrie- en handelsbedrijven ondergeschikt aan de goedkeuring van den secretaris generaal in het ministerie voor han del, industrie en scheepvaart. Daar door moeten economisch ongewensch- te nieuwe oprichtingen en verschui vingen van dergelijke bedrijven ver meden worden. HONGARIJE IN OORLOG MET DE SOVJET-UNIE. Boedapest, 27 Juni. (D.N.B.) Officieel wordt medegedeeld: „Hongarije beschouwt zich, ten gevolge van de herhaalde Sov jet-luchtaanvallen op Hon- gaarsch rechtsgebied, die in strijd met het Volkenrecht zijn, in staat van oorlog met de Sovjet-Unie". Dat die jongen van nummer 43 een presentje heeft gekregen voor zijn verjaardag zou mij niet aan gaan, indien het geen trompet was. Weliswaar staan de speel goedwinkels vol spoortjes en autotjes, maar neen, 't moest een trompet wezen. Zaterdag vernamen we de rau we' geluiden voor het eerst. Aan vankelijk dachten we, dat er ru zie was en probeerden te luiste ren, maar spoedig werd het dui delijk, dat de schorre kreten langs technischen weg werden verkre gen. „Ze hebben 't een of andere ding en daar doen ze het mee", zei mijn vrouw. Ik twijfelde -nog, maar toen ik even later de hond uitliet, zag ik den jongen in de voorkamer zitten met zijn hoorn. Hij blies en spoog er in en dan viel dat ge kerm te vernemen. Eerst dacht ik dat het ding gauw kapot zou zijn, maar het bleek solide; Maandag blies hij nóg en Dinsdag was reeds een soort wijsje te on derscheiden. Woensdag probeerde het te syncopeeren en Donderdag waren wij aan den rand der neu rasthenie. Tot in alle hoeken van onze woning drongen de muzikale studiën door. Wij moesten er bo ven uitschreeuwen, zij schroeiden onze gehoorvliezen. Wij gaven het praten tenslotte op en zaten stom tegenover elkander aan de disch, als menschen aan wie iets onher stelbaars is overkomen. Toen ik Donderdagmiddag om half zes gereed stond om op num mer 43 te gaan bellen, hield het geluid, na een rauwe extase, plot seling op. „Het ding is gebarsten", stelde ik opgelucht vast, maar de werkelijkheid bleek anders. De jongen zweeg alleen, omdat hij zijn maal moest verorberen. Te zeven uur precies kreet hij op nieuw. Nu stel ik er prijs op te zeggen, dat ik een goedmoedig mensch ben. Wie ruzie met mij krijgen wil, moet heel wat ondernemen. De jongen van nummer 43 had dit gedaan: ik was ziedend, zette mijn hoed op en snelde vastberaden de trap af. Bij mijn buurman belde ik aan. Het gedrocht zat in de voorkamer met zijn toeter. Toen hij mij zag, nam hij het verdoem de ding uit den mond om te lachen. Hij wuifde mij zelfs toe, maar'ik draaide hem mijn achter deel toe en belde riogeens. Toen kwam zijn vader, de deur ging open. „Wel beste vriend, dat is....", be gon hij zoetsappig. „Niks te beste-vrienden!", riep ik heesch. „Ik kom hier als uw vijand en ik eisch van u, dat u dien jongen zal laten ophouden met zijn vervloekte toeter: Hij zal ons nog gek maken!" „Daarin is hij al geslaagd, vrees ik", antwoordde de ander koel. „Hebt u geen manieren?" „Ik had ze", schreeuwde ik, „maar uw zoon heeft ze wegge blazen. Waarom trapt u dat ding niet in elkaar? Wilt u ons onge luk?" „Meneer, ik zal u zeggen...." be gon hij, maar ik wilde hem niet langer aanhooren. „U brengt die hoorn tot zwijgen, of ik zend u morgen een koppel agenten!, riep ik. Meteen draaide ik mij om en trok de deur met een nijdigen klap achter mij dicht, om aan te duiden, dat het onderhoud ten einde was. Ziezoo, die man twij felde tenminste niet aan mijn ge voelens. Ik was bepaald opgelucht en stapteDat wil zeggen, ik stapte niet. Ik kon niet stappen want ik werd van achteren vastgehou den, omdat 'n stuk van mijn col bert tusschen de deur was blijven zitten. Ik rukte en herhaalde dit eenige malen, totdat ik de vruch teloosheid ervan inzag. Aanbellen was werkelijk het eenige. Ik deed het met groote tegen zin, want het is allerellendigst een dienst te moeten vragen aan iemand, met wien men even tgvo- -ren ruzie heeft gemaakt. Mijn dreigement, agenten te zullen zenden, was zoo'n mooi slot ge weest, nu moest ik de conversa tie weer opvatten, in gansch an dere sfeer. Veel uitwerking had mijn gebel intusschen niet. Ik trok nogeens aan het ding, harder nu, en zag eenige oogenblikken later den jongen voor het venster verschij nen. Hij had zijn toeter in de hand en zag grijnzend, in welk een par ket ik mij bevond. Spoedig stond zijn vader naast hem. Zij wezen mij elkander grinnikend aan. De kwajongen trok daarop eenige lange neuzen. Dit alles was onduldbaar. Ik was vastgeklonken aan het huis van mijn vijand en werd bespot en bespogen. Zonder mij verder te bedenken zette ik mijn tanden op elkaar, verzamelde al mijn krachten, gaf een ruk Het stuk van mijn jasje dat ik achterliet, vond ik den volgenden morgen in mijn brievenbus, want op hun manier zijn die lui van nummer 43 nog eerlijk S. CARMÏGGELT. KUNST EN WETENSCHAP. ORPHEUS. In groote getale trok men gister avond naar de Groote Kerk waar het mannenkoor „Orpheus" met een jubileumsconcert het 35-jarig be staan van dit koor zou vieren. De aanvang van het concert was op half acht gesteld maar 't was onge veer een kwartier later toen de stroom van menschen ophield. Ter herdenking aan hen die het koor in die jaren ontvallen zijn zong het koor het bekende motet van Handl, Ecce quomodo moritur" hetgeen aan de uitvoering een zekere wijding gaf. Als hoofdnum mer van het koor moet de compo sitie van Roeske „Groot is de Heer" beschouwd worden, een imposant nummer dat onder de suggestieve leiding van Karei Böhne (B. diri geerde alle nummers zonder parti tuur) schitterend gezongen werd, evenals „Jerusalem" van Olman en „Les Martyrs aux Arènes" van de Rille, (de Zee van Theo v. d. Bijl hoorde ik niet). Het groote koor, dat, wanneer allen op hun post zijn, tegenwoordig 95 leden- telt, is nu volkomen in staat werken als die van Roeske en Olman naar eisch uit te voeren. De soliste van dezen avond, mej. Annie Woud, in 't bezit van een fameuze altstem zong op een wijze, die grooten indruk maakte, twee arias van Handel, waaronder „Süsse stille, sanfte Quelle"; „Hoe groot o Heer", uit de Gedenck- clanck" van Valerius en de solo in de Rhapsodie van Brahms. In de Rhapsodie werd, met koor en orkest een zeer schoon ensemble bereikt; de ingetogen zang van het koor, de begeleiding van het „Zaansch kamerorkest en daar bovenuit deze altstem vormden een prachtig ge heel. Het Zaansch kamerorkest gaf, als aparte nummers een symphonie in bes groote terts, van Schubert, „Ases Tod" en „Anitra's Tanz", uit öt eerste Peer Gynt Suite van Grieg en een suite in vier deelen van Tschaikowsky. Zeer beschaafd, muzikaal werk (daarvoor is de dirigent, de heer van Me ver, borg) werd in deze nummers gegeven. De organist van Langen, vast me dewerker bij de Orpheusconcerten, opende met eer. sonate van Scar latti, een werk hoofdzakelijk geba seerd op 't technische en begeleid de ook de soliste. Als steeds' leverde van Langen werk wat van een ter zake kundig organist verwacht mag en kan worden. Orpheus heeft het 35-jarig bestaan waardig en kunst vol gevierd maar het programma was veel te lang. A. K. DE KAASMARKT. ALKMAAR, 27 Juni. Op de heden gehouden kaasmarkt waren in totaal 27 stapels, wegende 61000 kg, kaas aangevoerd, waarvan de prijzen als volgt: 19 stapels Kleine fabriekskaas 35.25 en 8 stapels Kleine Boeren kaas 34.50. Alles met rijksmerk. Handel vlug. LEEUWARDEN, 27 Juni 1941. Vee markt: 523 Melk- en Kalfkoeien 175—430; 38 Pinken 175—430; 180 Lammeren 1632; 32 Drachtige varkens 130215; 214 Kleine big gen 1424, loopers 2564; ver ders: 41 Stieren, 235 Vette koeien, 81 Graskalveren, 215 Nuchtere kalve ren, 117 Weide schapen, 80 Vette var kens, 88 Bokken en geilten en 5 Paarden. Totaal aanvoer 1849 stuks. Eierhandel. 12500 kg Kipeieren, prijs 58 1/10 cent; 100 kg Eenden eieren, prijs 7 'A8 cent per stuk. Pluimvee: Slachthanen 1.50 2.75, Slachtkippen 1.503, Jonge hanen 1.252.50; Jonge duiven 25 cent. Vereen, van Zuivelmaatschappijeri. Edammerkaas 20 plus 44, 40 plus 67.50, Goudsche kaas 20 plus 44, 40 plus 67.50; Broodkaas 40 plus 67.50 per 100 kg. BROEK OP LANGENDIJK, 27 Juni. (Lang. Groenten veiling). 3300 kg Rabarber 6, afw. 4.80; 1100 bos Peen 11; 129300 kg Aardappelen: Schotsche muizen 10 en kriel 3; 480 krop sla 11.10. NOORDSCHARWOUDE, 27 Juni. 21000 kg Rabarber 4.80; 9950 kg Schotsche muizen 10 en Kriel 3. WARMENHUIZEN, 26 Juni 1941. 8000 kg Rabarber 4.80. SCHAGEN, 26 Juni '41. Veemarkt: 2 Pinkstieren 250; 20 Geldekoeien (mag.) 225325; 8 Kalfkoeien 350—475; 2 Pinken 275; 70 Nuch tere kalveren (fok) 2050; 18 Schapen (magere) 6070; 83 Lam meren 2236; 6 Varkens (mag.) 34.50; 103 Biggen 20—26; 35 Ko nijnen 1.508; 30 Kippen 13. Voor centrale: 48 Vette Geldekoeien en een gedeelte van de 70 Nuchtere kalveren. Als de Junimaand zijn einde nadert, als de langste dag voorbij is, als officieel de zomer is begonnen, dan beteekent dat een voorlloopig afscheid van veel schoons en goeds. Een voorioopig afscheid, naar wij wenschen en hopen, niet een af scheid, voorgoed, een voorloopige afscheid omdat"in een nieuwe lente alles weer zal keeren, wat wij nu vaarwel moeten zeggen. Natuurlijk is de overgang niet abrupt. Wij stappen niet op een bepaalden morgen zoo maar uit de lente naar den zomer over, evenmin .ais straks het einde van den'zomer in het laatst van September een plotselinge wisseling naar den herfst beteekenen zal. Er lag al een stuk zomer in sc-mmige Junidagen, zooals er nog een stuk lente in het begin van Juli liggen kan. Maar ja, een mijlpaal vormt de laatste Juniweek toch wel, een toeken van kenterend getij. Ook de laatste boomen staan nu in blad en ook het laatste blad heeft zijn eerste prille zachtgroene lentekleur al verloren. Waar, in het bijzonder in het waterland, tot dusver ook in Mei en Juni het dorre van het oude riet nog kon domineeren in het landschap, daar heeft nu het alles overwinnende groen ook hier de triomf behaald. Ook de laatste zangers en andere vogels zijn gekomen, hebben hun nest ge bouwd, hebben hun lied gezongen. Bloei valt af, al zal er nog heel veel gaan bloeien, vruchten zetten zich. Het zomerkoren wuift al hooger opschietend in den wind, volop groen nog, maar aldra het eerste goud en geel vertoonend. Al deze teekenen, de vele zichtbare en hoorbare, de vele onnaspeurlijke ook, toonen aan dat onherroepelijk een afscheid gekomen is, een van de vele afscheiden, die de wente ling der seizoenen altijd weer brengt. De herinnering blijft aan veel schoons en heerlijks, dat ook deze laat gekomen lente ons heeft gebracht. U kan geen winter verjagen Beelden uit zaligen tijd, Trouw zal mijn hart u bewaren Regen en stormen ten spijt. Een voorioopig afscheid beteekent ook dit artikel van den schrijver dezer bijdragen en zijn lezers. Niet heel gewichtig in den woelenden stroom dezer tijden, toch in elk geval voor hem, die zoo vaak het woord op deze plaats tot u richten mocht, belangrijk genoeg om een oogenblik bij stil te staan. Geduren de 17 jaren mocht ik in deze kolommen het natuurleven voor u schetsen, voor schoone landschap pen uw belangstelling vragen, op de hooge waarde der natuurbe scherming uw aandacht richten. Het was in mijn Amsterdamsche, mijn studentenjaren, dat het verzoek daartoe tot mij kwam, op mijn studentenkamer in de hoofd stad eerst, daarna in de pastorie te Hmdeloopen, straks te Harliqgen gedurende bijna een tiental jaren, heb ik dit werk, dat mij zeer lief was, gedaan, om tenslotte midden in de volheid van het rijke Gooische natuurschoon nog een paar jaar de pen voor u te voeren. Deze tijd, een sombere oorlogstijd, die zoo veel breekt en neerslaat, en tot allerlei beperking en bezuiniging noodzaakt, noopt ook onder dezen arbeid voorioopig een streep te zetten. Ik dank den lezers, die mij hun belangstelling gegeven hebben er menig keer ook deze belang stelling door woord of brief hebben getoond. Moge ook dit afscheid inderdaad slechts een voorioopig afscheid beteekenen en in betere tjiden door een „weerzien" worden gevolgd. En mogen wij, de krant, de lezers, schrijver dezes, samen trouw op de bres blijven staan, waar het geldt het heboud van de heerlijke, veelzijdige schoonheid van ons prachtige Nederlandsche landschap, dat zoozeer onze liefde waard is en orza bescherming verdient en noodig heeft! Den lezer heil! A. L. B. OPGAVE AMSTERDAMSCHE BANK N.V, Bijkantoor Alkmaar. van Vrijdag 27 Juni 1941 STAATSLEENINGEN. 4 Nederland 1941 4 Nederland 1940 11 1—3H Neder! 3 Ned.-lndië 1937. BANK-INSTELLINCEN Amsterd Bank Handel Mij, Cert. V. 250. Koloniale Bank Ned. Ind. Handelsbank INO. OND. BINNENL. Alg. Kunstzijde Unie Calvé Delft Cert. Nederl. Ford Lever Bros Phil. Gloeil. Gem. Bezit CULTUUR MAATSCH. H. V. A Java Cultuur Ned. Ind. Suiker Unie Verg. Vorstenlanden PETROLEUM. Kon. Petr. RUBBERS. Amsterd. Rubber Deli Bat. Rubber Hessa Rubber Oostkust Serbadjadi SCHEEPVAARTEN. HollandAmerika lijn Java—China—Japan lijn Kon. Ned. Stoomboot Scheepvaart Unie TABAKKEN. Deli Batavia t Oude Deli Senerobab Vor. k. 9615lK S0V, 114 127 184 120l/4 139 671/4 288 114 207 411 230 225 II41/4 233 255 2051/2 1281/s 149 1313/4 111 147 1593/4 1673/4 209 2761/4 218 plm 2 u wa» 91 903/8 113 128 184 120% 1391/2 671/s 28S 113 204 408 233 229 1143/4 2321/s 258 208 130 148 133 111 149i/4 159 168 201 276 218

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 7