s|i
if I
De Distributiewet en Handel
en Nijverheid.
Si?
B g
aLira c
ft
TO
TO
TO TO
P
TO TO
In»
to 2
ft
s t
S
"E
to
p a.
a§ t-
L
TO TO
in
3
*-t TO
TO TO
TO
ARTIKEL
BON No.
GELDIG
RANTSOEN
101 nieuwe kaart
7 Juli t. er» m. 3 Aug.
1 kilogram
Jam, stroop, honing e. d,
103 A D
14 Juli t. en m. 10 Aug.
500 gram
Koffie en Thee
46 A D
23 Juni t. en m. 20 Juli
40 gr. thee of
250 gram koffiesurrogaat
26 nieuwe broodkaart
14 Juli t. en m. 20 Juli
14 Juli t. en m. 10 Aug.
100 gram brood of
1 rantsoen gebak
Bloem, brood of gebak
10 Bik.
35 gram tarwebloem,
tarwemeel, roggebloem,
roggemeel of zelfrijzend
bakmeel
50 gram brood
half rantsoen gebak
Aardappelen
26 reserve
14 Juli t. en m. 20 Juli
3 kilogram
Melk.
26 MK
14 Juli t. en m. 20 Juli
13|4 liter melk
22 en 23 B K
30 Juni t. en m. 16 Juli
250 gram boter
Vet
22 en 23 Vetk.
30 Juni t. en m. 16 Juli
250 gr. boter
Vleesch
25 VK
10 Juli t. en m. 17 Juli
xxxx) 50 gr. vleesch of een
half rantsoen vleeschwaren
Vleeschwaren
25 Worst e. d.
10 Juli t. en m. 17 Juli
xxxx) een half rantsoen
vleeschwaren
Rijst, rijstebloem, rijstemeel,
rijstgries of gruttenmeel
102 AD
„A-Rijst" v. d. papkaart B1
14 Juli t. en m. 10 Aug.
14 Juli t. en m 10 Aug.
250 gram
250 gram
Gort, gorfmout of grutten
45 AD
16 Juni t. en m. 10 Aug.
250 gram
Havermout, havervlokken, haver-
bloem, aard.meelvlokken, gort,
gorfmout of grutten.
44 AD
„A-Havermout" papkaart
16 Juni t. en m. 10 Aug.
14 Juli t. en m. 10 Aug.
250 gram
250 gram
Vermicelli, Macaroni of Spaghetti
54 AD
16 Juni t. en m. 10 Aug.
100 gram
Maizena, griesmeel, sago, aard
appelmeel of puddingpoeder
of puddingsauspoeder
55 AD
16 Juni t. en m. 10 Aug.
100 gram
26 en 27
69 en 79 AD
14 Juli t. en m. 27 Juli
t. en m. 27 Juli
100 gram per ban
Eieren
26 nieuwe kaart
14 Juli t. en m. 20 Juli
1 ei
38 AD
Bon K Textielkaart
30 Juni t. en m. 3 Aug.
1 Mei t. en m. 31 Aug.
xx) zie noot pag. 3
xxx) Zie noot pag. 3
Petroleum
bon 11 van de nieuw
uitgereikte bonkaart
„M" en „O"
16 Juni t. en m. 10 Aug.
2 liter
24 Juni t. en m< 31 Dec.
l-gffie
|Sr" g
Ssis^I
sEc Ep
s
N
in to
TO
TO
a
B?
1
to a
3 P
ass
Q TO
P1 0
era
ro 5+
3 m 2.
TO CD iP
0 3
0 3 5.ff
0" W CD
g-M
aas
S' e*
cn 2
<J
g 3
(0 c
*r
E 0 5;
OSS
p- 8 3
a ro o
BlJ I 3. 2.
Q. I TO e
Eo g
a e o-
aEgiag
a3.aa<
8 1 8^11
0 r 1 1
3 &to
SL*
cm hj
to to
cr" to
0 o pr
3 w
dc»'
to 3 s
0* 0^
£ft TO
(-T- r"1
2- 3
o
8 o
<i to
s
to b
- a
3 2 N 3
ft Si S cr
|eH
ft? W öj
*i jj'
(S S
n &e§
e„ s
3
S-
"S
cm
P3
ga 5
TO 3; to
Efr&o
SV 5üi *0 m
2, C 3 w
2 S! O n
P cn i-j K
1,3 -SS
0
P TO
ft4?
w
<3 ju
2 2
3 »-i
pi
TO TO
H TO
3 TO 3 1W
p: N
P TO
3 pu C*
Iff*
3
E® 2
c3. i T3
p aq
5'
O
Pj o
O Ï3
3 0-
«-t- m
to 3
CA
O
S
S3
•n
M
ft
2;
1/3
a. S
Is
p.* sz:
<o o
»-t ftt
w p_
P
3 co
»-*■
Co
lv> O
<o
3
TO w
3 pr
«-ft P
3 B.
a. 8
P
Hi EJ.
TO 3t
V
3
Bug*
•-( n-
2. ao.
no.
f
p
a p
I r-f
P-
TO O
3 3
«-♦•
N.
P
P
P
P
g5
TO 3
r-+-
1-t OOw
TO TO
o*-t
TO
3 <i
I-. P
3 3
TO Pi 05
P TO 3
g-
3
ra2. S
S&--
<jff f
S E I
MM p>
O
3 p i-1
T' O 5 I
J es g;«
3 ot E 7»
M
E
ft?
n
1 ro -
»P 3
3 3
S3»
fl 5 S
g
goj
3 w
g TO TO
«2. 3
I,
3-W
TO
H O
I—
3 3
Sft-O
3'es
?g>3
a I
3
s»>
■2 J2 M
ssj?
3" M zt
1 I
- 3 TO
TO H
G O
W c/i
TO 3-
e-h
P
I
ik. f
f^S
5?
p
3
o
ta
w"
rt*
p
0
o 0 TO Ï3
cr N i- a. t
o w E ft p
p e S P N
0 Q, p* p
S N H-. 5' t*
Pes 5 p 0
3 w p w
3 O? S- 3:
0 0 ftCg
o p ra P
P 0 ft
P 0 >0
3W»»
o cr 2L»O
3* 3 CD
ü:2 2u'£
3 (3 n w
i—*"3 TO o 3
«3:2 to 2
ST.4
C
2 -+-
3 TO
cm
s
E
0 B
KA 3
<J
TO
to crcra
^2 g
i*TO P5
P
04
TO
3
l&P;
sis
f-t- f-.
TO 5
»0 Q3
en c S
a to 3 c
£f 3 TO
TO W
-
Pïpf
ct-
- .52
o o
S-S
pro
N 3 P
3i: 5»r 04
TO M
»-i Q, H H»
J2 P OJ w
Itoh
ft
3- P
TO 3 M
TO ft
^S'P
TO 5
TO C*3
IIs
BONNEN-NIEUWS. (Week van 14 Juli fot en met 19 Juli).
(26-4 rants.)
(Op bonnen, waarop staat ver
meld „4 rantsoenen - 400 gram
brood oi 4 rantsoenen gebak.)
Nieuwe vleeschkaart
Nieuwe vleeschkaart
(10 Aug.)
Kaart „haarden en kachels J." bons 01, 02 en 03. Kaart
„haarden en kachels K." bons 01, 02, 03 en 04, „centrale
verwarming L", bons 01 tot en met 11 elk één eenheid
vaste brandstoffen.
Bons 05, 06 en 07 „haarden en kachels J.". 05, 06, 07 en 08
„haarden en kachels K." elk recht op 300 st. persturf; 450 st.
baggerturf, 275 K.G. Peel-turf of 200 K.G. andere soorten.
Bons „brandstoffen één eenheid" recht op; één eenheid.
{,Vi ftp
ftjS:ro
33: P co
to p* o
33c'
3
TO
3
ft
TO 3*
HJ M P
TO 3* P
Ui P I—
a s3
ft S ft: O
p g ^to
to cm p <1
TO O P
3 om o 3
^8 «jo3
«3. pj1 J13 to
0" orq IKi
3 3
3 73 O
03
»ft§ ft
ft S 2
rt- O <0 no
fl 1
"*-s CO O vw
O 3" ie 3
to ra
Z
p
3 H
I
"III
sias
I O
1 E:"- O
12 E<p
g 0
"2. B'71
?Sï°S' ft
ffq TO
8 B ai
o-fe-S"™'»
2 g I»
O
>-3 2 S P
4 °3
p
W co 3 co
ft H
o t3
- co 5
10 2S
j—o
P H
P CO P
"•"E
tm
-°§-w
M b
mp if
aS'gl-S
UJ CO g S:
o w
CO
TO 0
SP.3SB
w
I
p
p
3 gié r S-
Sst»g-rf
0 m S
0 x m 2.
x S- 3 s «P
o re m a> 3
3 TO CO.
S?'
o to
M M c+
5 ft-j-f- TO
N® p 3
i w r- D*
5 D rr\ ITD
rs w to 3
O ft-4 O 04
w i
3 Sö
3 *f p tw c:
s
ft.
?ft to
s ft p
3 ft- 3
04
öl^ft
s p-a p
<3 g p
ft H- O
to TO to
SS'EÊ
.J
•E^af?
S H"
r3" 9 ft- O
3
03 CO
3 g-
3
3 *3
asi
p
o.
Eww
h3S
«?S:
Sg»
o ft 0
- cm p
W w
n»o
3 o 3
§§S
?r
is.
3' B
TO 3
P 04
co cm p p
03 CO C_| H
,%XE
Ho?:
i-1 p to 1
3i 3
0 1
P 2 TO
ft a
::S
I 04 S-
CO
TO tO
»p ft
p o
OQ 3
TO
TO
Qp|
>5 E 3
E3
n\ m r
Distributie-Nieuws
No. 50.
(VERSCHIJNT ELKEN MAANDAG).
14 Juli 1941.
Reeds vóór het begin der vijan
delijkheden in September 1939 had
de Nederlandsche regeering een
aantal wettelijke maatregelen geno
men, die haar de bevoegdheid ver
schaften in het economische leven
in te grijpen.
De toestand van bezetting en
blokkade, die in Mei 1940 intrad,
maakte het noodzakelijk aanzienlijk
d:eper in te grijpen dan voordien
was geschied. Sedert het oogenblik,
waarop ons land op Overzeesehen
aanvoer niet langer kon rekenen,
trad een geheel nieuwe situatie in.
Onder deze omstandigheden stond
de overheid voor de taak door ver
strekkende maatregelen de econo
mische belangen van het Neder
landsche volk zoo goed mogelijk
te beschermen.
Hiertoe behoort in de eerste
plaats de distributie.
Nu zal men bij het begrip distri
butie in de meeste gevallen denken
aan gerantsoeneerde levensmidde
len. Er bestaat echter een groot
aantal distributie-regelingen, welke
met de voedselvoorziening niets te
maken hebben, waarvan het publiek
ais regel minder gewaar moge wor
den dan van de voorschriften, die
op het dagelijksch menu betrekking
hebben, maar welke voor een goe
den gang van zaken van de grootste
beteekenis zijn.
Distributiewet 1939.
De distributiewet 1939 stelt de
overheid in staat zoowel de pro
ductie als den handel te regelen en
aan gedetailleerde voorschriften te
binden, voorschriften te geven aan
gaande de samenstelling en den om
vang der productie, omtrent de
hoeveelheid, die mag worden afge
leverd, omtrent de afnemers enz.
Deze omstandigheden maken het
onvermijdelijk, dat productie en
handel georganiseerd worden op
een wijze, die met de bestaande
schaarschte in overeenstemming is.
Van iedere grondstof en van ieder
product, waarvan de voorraad on
voldoende is, moet worden vastge
steld, voor welke doeleinden zij het
besi kunnen worden gereserveerd.
Het spreekt vanzelf, dat hierbij
allereerst afstand moet worden ge
daan van alles, wat als luxe kan
worden beschouwd, teneinde daar
door zooveel mogelijk grond- en
hulpstoffen te sparen voor die be
hoeften, welke van wezenlijke be
teekenis zijn.
Taak der Rijksbureaus.
De uitvoering der distributie-
voorschriften is opgedragen aan de
Rijksbureaux voor handel en nij
verheid. Deze rijksbureaux zijn
overheidsorganen en vervullen een
officieele functie. De werkzaam
heden der rijksbureaux bestonden
van het begin af in de uitvoering
van de bepalingen der distributie-
wet. Later werd deze taak geleide
lijk uitgebreid tot de medewerking
aan de uitvoering van verscheidene
andere wetten (o.a. de prijsopdrij-
vings- en hamsterwet). Hun voor
naamste taak is echter nog steeds
gelegen op het gebied der distri
butie.
Op het terrein, dat door het de
partement van handel, nijverheid
en scheepvaart wordt bestreken,
zijn thans twintig rijksbureaux
werkzaam.
Distributie-regelingen.
Hoe de distributieregeling voor
elk artikel zal luiden, met andere
woorden, aan welke beperkingen
voortbrenging en handel worden
onderworpen, wordt bepaald door
de omstandigheden, die van geval
tot geval sterk uiteen loopen. De
meest voorkomende regeling is, dat
koop en verkoop, productie-bewer
king en eventueele andere bedrijfs-
handelingen worden verboden, ter-
Wijl vervolgens van dit algemeene
verbod op bepaalde voorwaarden
dispensaties worden verleend. Hier
door wordt bereikt, dat alle be-
drijfshandelingen, die in normale
tijden door de onderneming vrij en
onbelemmerd worden uitgeoefend,
slechts kunnen worden verricht,
voorzoover de overheid daarmede
uitdrukkelijk accoord gaat.
Onttrekken aan verplich
ting.
Het aantal voorschriften, dat in
den loop der laatste maanden op
grond van de distributiewet is af
gekondigd, is tot een aanzienlijke
hoogte gestegen. Op velerlei wijze
zijn voortbrenging, handel en ver
bruik aan banden gelegd. Er be
staan echter tal van manieren,
waarop de betrokkenen zich aan
hun verplichtingen zouden kunnen
onttrekken.
In de eerste plaats kan een on
derneming nalaten zich te doen in
schrijven. Deze nalatigheid kan
medebrengen, dat de onderr ng
de onbelemmerde beschikk =s-
macht over haar voorraden blijft
uitoefenen, waardoor zij zich geheel
buiten de distributieregeling stelt.
Een verdere inbreuk op de distri
butievoorschriften doet zich voor,
wanneer de onderneming onnauw
keurige of onvolledige gegevens
verschaft.
De onderneming kan ook uit een
ten deele geblokkeerden voorraad
een grootere productie vervaardi
gen dan is toegestaan of zij kan
haar grondstoffen gebruiken voor
een productie, die verboden is. Zij
kan haar producten verkoopen in
grootere hoeveelheden dan is toe
gestaan of aan andere dan de uit
sluitend toegelaten afnemers.
Langs al deze wegen zouden
groote hoeveelheden kostbare
grondstoffen en producten aan hun
wettige bestemming onttrokken
kunnen worden en aan de belangen
van de Nederlandsche volksge
meenschap zou groote schad© wor
den toegebracht.
Bedrijfsleven en publiek.
De belangrijkste overtredingen
der distributiewet worden zonder
twijfel aangetroffen in het bedrijfs
leven. Echter is er een onverbreke
lijk verband tusschen de overtre
dingen in de industrie en de houding
van het publiek.
De beteekenis van de strafbare
handelingen, die het publiek begaat,
mogen niet worden onderschat. Een
ongeoorloofde transactie, waarbij de
consument geen bonnen of een on
voldoend aantal bonnen aan zijn
leveranciers ter band stelt, is op
zichzelf meestal van te verwaarloo-
zen beteekenis. Gegeven echter het
feit, dat breede lagen van verbrui
kers bereid zijn aan deze praktijken
mede te werken, is het totale quan
tum goederen, dat op deze wijze aan
de distributie wordt onttrokken,
van zeer aanzienlijke beteekenis.
Een belangrijk deel van de over
tredingen, die in het bedrijfsleven
worden begaan, spruit ook voort uit
den wensch van den producent om
aan de vraag op de zwarte markt te
voldoen. Het kwaad, dat de consu
ment sticht, woekert op deze wijze
door tot ver in ie productie.
Uit dit alles volgt, dat de over
heid de beschikking moet hebben
over vele middelen, welke haar in
staat stellen, de handhaving der
distributie-voorschriften te verzeke
ren.
De economische rechter.
Maatregelen, die een snellere
rechtspleging verzekeren, zijn kort
geleden reeds tot stand gekomen. De
berechting van overtredingen van
de distributievoorschriften en van
andere economische overtredingen is
in handen gelegd van den economi-
schen rechter. De economische rech
ter is op zijn gebied een specialist;
bij behoeft zijn aandacht niet te ver-
deelen over een groot aantal onge
lijksoortige misdrijven en is aan
minder formaliteiten gebonden. De
snelheid en de paraatheid van de
rechtspleging worden hierdoor ten
zeerste bevorderd.
Om dit te bewijzen diene de vol
gende vergelijking van een aantal
uitspraken van diverse arrondisse
mentsrechtbanken in de periode
Icopende van den herfst 1939 tot aan
15 Mei 1941 (datum instelling van
den economischen rechter) en in de
maand daarna. Als vergelijkings
materiaal zijn genomen 650 vonnis
sen uit de eerste periode (herfst
193915 Mei 1941) en 520 vonnissen
van den economischen rechter (die
ruim een maand geleden zijn werk
zaamheden heeft aangevangen).
De strafbare feiten, terzake waar
van een veroordeeling plaats had,
zijn dezelfde gebleven, n.l. de door
en tegenover het publiek begane
overtredingen, dus hoofdzakelijk
het koopen en verkoopen zonder
bon van levensmiddelen en andere
voor dagelijksch gebruik noodzake
lijke artikelen.
Het aantal gevallen, waarin de
gewone rechter in bedoelde arron
dissementen veroordeelde tot een
geldboete van f 100 of meer of tot
vrijheidsstraf, bedroeg 15 (2.3
van het totaal aantal vonnissen). De
economische rechter sprak deze ver
oordeelingen reeds 148 maal
(28.5 uit. Let men alleen op de
vrijheidsstraffen, dan is de ver
houding nog opvallender, n.l. 7
(ruim 1 %o) bij den gewonen rech
ter en 93 (18 J4) bij den economi
schen rechter.
Hieruit blijkt wel duidelijk de
tendens tot strengere berechting.
Deze tendens is des te merkwaar
diger, gezien den korten tijd, dat de
economische rechter nog maar heeft
kunnen werken. Men ziet dus, dat
er met dit nieuwe instituut niet te
spotten valt.
Administratieve maatregelen.
Er is echter nog een andere mo
gelijkheid, n.L de toepassing van ad
ministratieve maatregelen tegen be
paalde bedrijven. Een voorbeeld uit
den laatsten tijd: een rubberfabriek,
welke niet aan haar verplichting tot
levering had voldaan, zag zich voor
de volgende feiten geplaatst: Het
rijksbureau besloot de verwerkings
vergunning in te trekken, hetgeen
tot gevolg had, dat het bedrijf ter
stond stilgelegd zou moeten worden.
Aan het rïjkskolenbureau werd ver
zocht bij de toewijzing van industrie
kolen hiermee rekening te houden,
terwijl aan de arbeids-inspectie
medegedeeld werd, dat de stopzet
ting van het bedrijf geen aanleiding
kon zijn om bet personeel te ont
slaan. De directie der fabriek, die
wellicht aanvankelijk gedacht had;
wie doet ons wat, zal wel even ont
hutst zijn geweest van dit over
heidsoptreden en vooral van het
complex van maatregelen, welke de
overheid ter beschikking staan. Zij
koos eieren voor haar geld, voldeed
alsnog aan haar verplichting en
kwam er op deze wijze met een mi
nimale schade af.
Alleen het departement en de
rijksbureaux bezitten voldoende
overzicht over den stand van zaken
om te kunnen beoordeelen hoe in
ieder afzonderlijk geval de verhou
ding is tusschen de beschikbare
grond- en hulpstoffen en de. nor
male behoefte aan deze artikelen.
Het zijn dus uitsluitend deze orga
nen, die kunnen vaststellen, in
welke dringende behoeften nog kan
worden voorzien en welke minder
belangrijke bestedingsmogelijkheden
moeten worden opgeofferd.
De situatie zal des te nijpender
worden, wanneer producenten, han
delaren of verbruikers door het
plegen van overtredingen den zorg-
vuldigen opzet verstoren. Steeds
wanneer ondernemer of een consu
ment zich het recht aanmatigt over
de ontoereikende voorraden naar
goeddunken te bechikken of zich op
andere wijze aan de hem opgeleg
de beperkingen te onttrekken, wordt
de schaarschte voor anderen ver
groot.
Gevolgen.
In andere gevallen strekken de
gevolgen van ontduiking zich nog
aanzienlijk verder uit. Ongeoorloofd
gebruik van hout als brandstof kan
de bouwindustrie benadeelen; onge
oorloofde verwerking van soda voor
huishoudelijk gebruik schaadt, be
halve vele andere bedrijfstakken,
de glasindustrie en daarmede de fa
bricage van conserven; ontduiking
van de benzïnedistributie raakt
rechtstreeks het uiterst precaire
transportprobleem. Deze voorbeel
den kunnen naar believen worden
vermenigvuldigd.
Niet het wenschelijke maar
het mogelijke.
Alle distributievoorschriften zijn
uit harde noodzaak geboren. Hier,
past niet de vraag, wat wenschelijk
is, maar slechts wat mogelijk is.
Wanneer de overheid niet had inge-