DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Gemeenteraden en Prov. Staten niet meer in werking. Corivooi bij de Erigelsche kust aangevallen. Burgemeester benoemt de wethouders. OFFERZIN. Inrichting van provin ciaal bestuur. De commissaris van een gewest benoemt be stuursraden. OPROEP. VRIJWIL1 N E6IOEH D ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN DAG, behalve Zon» en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.10 franco door het geheele Rijk 2.63. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. 143e Jaargang No. 189. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA, Alkmaar. Zes pagina's. Woensdag 13 Augustus 1941 Hoofd der gemeente .kiest raadsleden uit de volksgenooten. Het gisteren verschenen Veror deningenblad bevat de achtste ver ordening voor het bezette Neder- landsche gebied betreffende bijzon dere maatregelen op administratief gebied. Deze verordening luidt als volgt: Afdeelingl. Bepalingen be treffende de werkzaamheden van publiekrechtelijke vertegenwoordi gende lichamen en publiekrechte lijke organen. Art. 1. (1) De werkzaam- van de gemeenteraden en van de provinciale staten blijven rusten. Verkiezingen voor deze vertegenwoordigende lichamen vinden niet plaats. (2) Verder blijven de werk zaamheden rusten: 1) van de collegers van bur gemeesters en wethouders; 2) van Gedeputeerde Staten; 3) van de commissies, ge vormd uit de Staten-Generaal; 4) van de stembureaux (ar tikelen 32, 33 en 58 van de Kieswet). (3) De werkzaamheden van de gemeentelijke commissies blijven rusten, voor zoover de burgemeester zulks bepaalt. Hetzelfde geldt ten aanzien van de werkzaamehden van de provinciale commissies, voor - - zoover de commissaris der pro vincie zulks bepaalt. Art. 2. (1) De leden der Staten- Generaal, der Provinciale Staten en der gemeenteraden zijn, onvermin derd het bepaalde bij de leden 1 en 2 van art. 27, van de verplichtin gen ontheven, welke voortsproten uit het lidmaatschap van deze pu bliekrechtelijke vertegenwoordi gende lichamen. Derhalve komen hun de uit dit lidmaatschap voort spruitende bevoegdheden en aan spraken niet meer toe. (2) Behooren leden der Staten- Generaal, der Provinciale Staten of der gemeenteraden tot bestuursor ganen van privaatrechtelijke licha men, in welke het rijk, een provin cie of een gedeelte deelneemt, dan kunnen dezen, 1) wanneer het leden der Sta ten-Generaal betreft, door den se cretaris-generaal van het betref fende departement van algemeen bestuur, 2) wanneer het leden der Pro vinciale Staten betreft, door den commissaris der provincie, 3) wanneer het leden van een gemeenteraad betreft, door den burgemeester met onmiddellijke werking of tegen een ander hem goeddunkend tijdstip worden ont slagen en in hun plaats andere per sonen naar de bestuursorganen worden afgevaardigd. (3) Commissies van toezicht van privaatrechtelijke lichamen, in welke het rijk, een provincie of een gemeente deelneemt, worden be schouwd als bestuursorganen in den zin van het tweede lid. (4) De bevoegdheid, omschreven m het tweede lid, onder 3, komt den burgemeester mede toe ten aanzien van leden van de gemeen teraden, die behooren tot bestuurs organen van rechtspersoonlijkheid bezittende lichamen of commissies, ingesteld ^er behartiging van de gemeenschappelijke belangen van twee of meer gemeenten. Afdeeling2. Voorschriften inrichting ge meentebestuur. Art. 3. De taak van den ge- ^frJl aa+ en van het college van bu gemeester en wethouders wordt dooi den burgemeester waargeno men Hetzelfde geldt ten aanzien van de taak van die gemeentelijke commissies, welker werkzaamheid blijft rusten op grond van een be slissing overeenkomstig het be paalde bij artikel 1, lid 3, eersten volzm. Art. 4. (1) De burgemeester be noemt voor den tijd van zes jaren ten minste, twee, doch niet meer dan zes wethouders, ten einde hem bij het besturen der gemeente te vertegenwoordigen. (2) Raadsleden der gemeente (artikel 7) kunnen niet tot wethou der worden benoemd. Art. 5. (1) De benoeming van een wethouder behoeft de toestemming van het toezichthoudend orgaan. (2) Met toestemming van het toezicht houdend orgaan kan de burgemeester een wethouder te al len tijde ontslaan. De burgemeester dient een wethouder terstond te ontslaan, indien het toezicht hou dend orgaan zulks verlangt. (3) De burgemeester bepaalt de volgorde, waarin de wethouders worden geroepen om als zijn alge- meene vertegenwoordiger op te treden. In de gevallen, bedoeld in het tweede lid van artikel 84 der gemeentewet, worden de noodige maatregelen door het toezichthou dend orgaan getroffen. Art. 6 (1) Het toezicht houdend orgaan, den burgemeester gehoord, bepaalt: 1) het getal der wethou ders; 2) hoeveel wethouders bezol diging genieten; 3)' het bedrag der wedde der bezoldigde wethouders. (2) De wethouders worden be schouwd als gemeente-ambtenaren in den zin van de Ambtenarenwet 1929. (3) De bezoldigde wethouders ver vullen hun ambt als hoofdberoep. Benoeming raadslieden der gemeente. Art. 7. (1) De burgemeester be noemt raadslieden der gemeente uit de gezamenlijke volksgenooten, die ingezetenen der gemeente zijn. ((2) Het getal der raadslieden is vastgesteld overeenkomstig het bepaalde bij art. 5 van de Ge meentewet, met dien verstande, dat het telkens de helft van het met een verminderde, aldaar aangege ven getal der leden bedraagt. (3) Wethouders kunnen niet tot raadslieden der gemeente worden benoemd. (4) Het bepaalde bij de art. 21, 22, 23, 25 en 26 van de Gemeente wet ten aanzien van de voorwaar den voor het lidmaatschap van den gemeenteraad en van de daarmede onvereenigbare betrekkingen en verrichtingen is op de raadslieden der gemeente van overeenkomstige toepassing. Art. 8. (1) De benoeming tot raadsman der gemeente kan wor den geweigerd en het ontslag als zoodanig kan worden verlangd, wanneer daarvoor een gewichtige reden bestaat. (2) Als gewichtige reden wordt in het bijzonder aangemerkt het feit, dat de benoemde 1) reeds meer dan zes jaren zonder onder breking een openbaar ambt onbe zoldigd heeft vervuld; 2) een gees telijk ambt vervult; 3) -over meer dan twee personen voogd of cura tor is; 4) meermalen of langdurig buiten de gemeente vertoeft; 5) aanhoudend ziek is, of ouder is dan zestig jaren. Art. 9. (1) De burgemeester deelt de benoeming tot raadsman der ge meente onverwijld aan het toezicht houdend orgaan mede. (2) De burgemeester dient een raadsman der gemeente terstond te ontslaan, wanneer het toezicht houdend orgaan zulks verlangt. Art. 10. (1) De raadslieden der gemeente hebben tot taak: 1) den burgemeester bij het besturen der gemeente van raad te dienen en voorstallen te doen; 2) de inwoners begrip bij te brengen omtrent de maatregelen van den burgemeester. (2) De raadslieden der gemeente worden als zoodanig niet bezoldigd. Art. 11. (1) De raadslieden der gemeente zijn verplicht over aan gelegenheden der gemeente, van welke zij in hun hoedanigheid van raadsman der gemeente kennis krijgen, overeenkomstig dezelfde grondslagen als de gemeente-amb tenaren geheimhouding te bewaren. (2) Aan een raadsman der ge- meente, die zijn geheimhoudings- Een echt Nederlandsche eigenschap, bekend tot ver over onze grenzen. Voor een liefdadig doel heeft men nog nimmer vergeefs een beroep op ons volk giedaan. Ambulances voor Abessi- nië en Finland. Deze kon den dank zij de offervaar digheid van tienduizenden landgenooten-, veel hulp bieden en veel nood lenigen. En de Nederlandsche ambulance voor het Oost front? Ook deze zal binnen kort vertrekken. Uitstekend uitgerust. Het wordt de beste ambulance die ooit uit Nederland naar het front vertrok. Voor het geval dat u nog geen bijdrage stortte, ver melden wij nog eens het gironummer: 87600 Nederlandsche Ambulance, Koninginnegracht 22, 's-Gravenhage. plicht opzettelijk of door grove schuld schendt, kan op vordering van den burgemeester door het toe zicht houdend orgaan een boete van ten hoogste tienduizend gulden worden opgelegd. (3) De boete (lid 2) wordt, met inachtneming van het bepaalde bij de wet van 22 Mei 1845 (Staats blad no. 22) op de invordering van 's Rijks directe belastingen, inge vorderd. Art. 12. (1) De raadslieden der gemeente worden voor vier jaar benoemd. (2) Het ambt van raadsman ein digt eerder: (1) wanneer hij zijn woonplaats buiten de gemeente overbrengt; (2) wanneer hij wordt ontslagen. Raadslieden-vergadering. Art. 13. (1) De burgemeester roept de raadslieden der gemeente ter vergadering bijeen in alle ge vallen, waarin ingevolge de voor schriften van de gemeentewet een besluit van den gemeenteraad was vereischt. (2) De burgemeester stelt de dagorde vast. De vergaderingen zijn openbaar, wanneer de burge meester zulks bepaalt; dit wordt openlijk bekend gemaakt. (3) Ter vergadering worden de afzonderlijke onderwerpen der dagorde besproken. Er wordt niet gestemd, noch een besluit genomen. De raadslieden der gemeente zijn verplicht hun meening kenmaar te maken, wanneer deze van die van den burgemeester afwijkt. Zooda nige uitingen dienen in de notulen der vergadering te worden opgeno men. (4) De burgemeester dient den raasdlieden der gemeente onver wijld zijn beslissing in zake ieder besproken onderwerp op een ge schikte wijze mede te deelen. (5) Kan de afdoening eener aan gelegenheid geen uitstel lijden, dan kan de burgemeester van de be raadslagingen ter vergadering af zien. Hij dient den raadslieden der gemeente onverwijld de wijze van afdoening op een geschikte wijze mede te deelen. (6) De burgemeester kan den raad van de raadslieden der ge meente ook anders dan ter verga dering inwinnen. (7) De burgemeester kan ook van andere volksgenooten vorde ren, dat zij hem in bepaalde aange legenheden, rakende het bestuur der gemeente, van raad dienen. Volksgenooten, die ingezetenen der gemeente van bovenbedoelden-, burgemeester zijn, zijn gehouden aan de overeenkomstig het bepaal de bij den eersten volzin door den burgemeester aan hen gerichte vordering te voldoen. Art. 14. (1) Het toezicht houdend orgaan ziet toe, dat de gemeente door den burgemeester met inacht neming van de geldende rechts voorschriften wordt bestuurd en dat het bestuur der gemeente strekt tot bevordering van het algemeen belang van het rijk. (2) Het toezicht houdend orgaan kan den burgemeester aanwijzin gen geven. De burgemeester is aan deze aanwijzingen gebonden. (3) De secretaris-generaal van het Departement van Binnenland- sche Zaken is ten opzichte van de gemeenten bedoeld in artikel 15, lid 1, 'onder 2, mede bevoegde aanwij zingen te geven in alle aangelegen heden, met uitzondering van die betreffende den waterstaat. De secretaris-generaal van het Depar tement van Waterstaat is ten aan zien van alle gemeenten mede be voegd aanwijzingen te geven in aangelegenheden betreffende den waterstaat. Art. 15. (1) Toezicht houdend or gaan over alle aangelegenheden, met uitzondering van die betref fende den waterstaat, is 1) voor de gemeenten 's-Gravenhage, Amster dam en Rotterdam de secretaris generaal van het departement van binnenlandsche zaken; 2) voor alle overige gemeenten de commissaris der provincie, onverminderd het geen bij de geldige voorschriften is bepaald omtrent de bevoegdheid van den secretaris-generaal van het Departement van Binnenland sche Zaken. (2) Toezicht houdend orgaan over aangelegenheden, den water staat betreffende, is voor alle ge meenten de comissaris der provin cie, onverminderd hetgeen bij de geldige rechtsvoorschriften is be paald omtrent de bevoegdheid van den secretaris-generaal van het Departement van Waterstaat. Afdeeling 3. Art. 16. (1) De taak van de provin ciale staten wordt door den com missaris der provincie waargenomen. (2) Hetzelfde geldt (1) ten aan zien van de taak van die provinciale commissies, welker werkzaamheden blijven rusten op grond van een be slissing overeenkomstig het bepaalde bij artikel 1, lid 3, tweeden volzin; (2) ten aanzien van de taak van Ged. Staten, welke ingevolge artikel 17 niet door den commissaris der pro vincie en de bestuursraden (artikel 19) gemeenschappelijk worden waar genomen. Art. 17. Voor zoover tot dusver Ged. Staten (1) kennis ramen van geschillen van bestuur, of (2) uit drukkelijk waren aangewezen om te oordeelen over andere geschillen of (3) verordeningen of besluiten der besturen van waterschappen, veen- schappen of veenpolders konden schorsen of vern' tigen, worden deze werkzaamheden gemeenschap pelijk door den commissaris der pro vincie en de bestuursraden (artikel 19) waargenomen. Art. 18 (1) De commissaris der provincie is bevoegd (1) zich door alle overheidsinstanties in de provin cie, voor zoover deze niet ook buiten het gebied der provincie bevoegdheid bezitten, inlichtingen te doen ver strekken, aan deze instanties voor stellen te doen, zoomede haar in aangelegenheden, welke geen uitstel kunnen lijden, aanwijzingen te ge ven, onverminderd het recht van het bevoegde centraal gezag om zulks te doen; (2) zich door alle overheids instanties, welke ook buiten het ge bied der provincie bevoegdheid be zitten; met uitzondering van het cen traal gezag, inlichtingen te doen ver strekken en aan deze instanties voor stellen te doen. (2) De in het eerste lid, onder 1, bedoelde bevoegdheden komen den commissaris der provincie tegenover instanties der Nederlandsche politie slechts toe, voor zoover hij binnen den kring zijner bevoegdheden maat regelen treft, welke door deze in stanties dienen te worden uitge voerd. De commissaris der provincie en de gewestelijke directeur van po litie verstrekken elkaar wederkeerig de inlichtingen, welke zij voor de vervulling van hun taak behoeven. Zij kunnen elkaar wederkeerig voor stellen doen. (3) Het bepaalde bij artikel 14, lid 2, blijft onverminderd van kracht. (4) De bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, komen den commis saris niet toe tegenover de gerechten. (5) Als centraal gezag in den zin van het eerste lid wordt beschouwd iedere instantie, welker bevoegdheid nch uitstreki. over het geheele be zette Nedeijagdsche gebied, .Duitschland strijdt voor Europa., Het Duitsche legerbericht. Hoofdkwartier van den Führer, 12 Aug. (D.N.B.) Het opperbevel der weermacht deelt mede: „De operaties aan het O. front blijven zich gunstig ontwikkelen. Gevechtsvliegtuigen hebben in den afgeloopen nacht militaire in stallaties te Moskou en verschei dene belangrijke spoorwegknoop punten gebombardeerd. Op spoor wegemplacementen werden groote branden en hevige ontploffingen veroorzaakt. Motortorpedobooten hebben in den nacht van 10 op 11 Augustus bij een vaart naar de Britsche kust een krachtig door torpedojagers beschermd convooi aangevallen. In weerwil van het zware weer en den hevigen afweer drongen zij tot midden in het convooi door en brachten een gewapend koop vaardijschip van 6000 ton tot zin ken. Aan de Atlantische kust heeft een blokkadebreker der marine een Britsch gevechtsvliegtuig neergeschoten. Op den Atlanti- .schen oceaan, ten W. van Cadiz, heeft een gevechtsvliegtuig voor grooten afstand een tankschip van 8000 ton vernietigd. Bij den aanval op de reede van Suez in den voorlaatsten nacht werden twee groote koopvaarders ernstig getroffen door de bommen van Duitsche gevechtsvliegtuigen. Britsche vliegtuigen hebben in den afgeloopen nacht bommen op West-Duitschland laten vallen. Op eenige plaatsen, vooral te Duis burg, werden gebouwen vernield of beschadigd. Systeemlooze aan- valspogingen van Sovjetvliegtui gen op het N.O. van Duitschland hadden geen enkele uitwerking. Bestuursraden der provincies, Art. 19. (1) De commissaris der provincie benoemt voor den tijd van zes jaren ten minste twee, doch niet meer dan zes bestuursraden, ten einde hem bij het besturen der pro- vincie te vertegenwoordigen. (2) Raadslieden der provincie kun. nen niet tot bestuursraad worden be noemd. (3) Overigens is ten aanzien van de benoeming en van het ontslag van een bestuursraad het bepaalde bij artikel 5, leden 1 en 2, van overeen komstige toepassing. (4) Met betrekking tot de volgorde bij de algemeene vertegenwoordiging ds het bepaalde bij artikel 5, lid 3, eersten volzin, van overeenkomstige toepassing. Bij ongesteldheid, afwe zigheid of ontstentenis van den com missaris der provincie en van aEe bestuursraden worden door het toe zicht houdende orgaan de noodige maatregelen getroffen. Art. 20. (1) De bestuursraden worden beschouwd als provin ciale ambtenaren in den zin van de Ambtenarenwet 1929. (2) Het toezicht houdend or gaan bepaalt, den commissaris der provincie gehoord, het getal en de wedde van de bestuurs raden. (3) De bestuursraden vervul len hun ambt als hoofdberoep. Art. 21. De bestuursraden zijn met betrekking hunner werkzaam heden, bedoeld in artikel 17, aan geenerlei aanwijzingen gebonden. Art. -22. (1) De commissaris der provincie benoemt raadslieden der provincie uit de gezamenlijke volks genooten, die ingezetenen der pro vincie zijn. (2) Het getal dier raadslieden is vastgesteld overeenkomstig het be paalde bij artikel 2 van de Provin ciale Wet, met dien verstande, dat het telkens een derde van het al daar aangegeven getal bedraagt. Breuken worden verwaarloosd. (3) Bestuursraden kunnen niet tot raadsman eener provincie wor den benoemd. (4) Het bepaalde bij de artikelen 17, 18, 20, 21, 22 en 57 van de Pro- vinicale Wet ten aanzien van de voorwaarden voor het lidmaatschap van de Provinicale Staten en de daarmede onvereenigbare betrek kingen en verrichtingen, is op de raadslieden der provincie van over eenkomstige toepassing. Art. 23. De benoeming tot raads man der provincie kan worden ge weigerd en het ontslag als zoodanig worden verlangd, wanneer daarvoor een gewichtige reden bestaat. Het geen in het bijzonder als gewichtige reden wordt aangemerkt, blijkt uit het bepaalde bij artikel 8, lid 2. Art. 24. Met betrekking tot' het provinicale bestuur zijn verder de volgende bepalingen van overeen komstige toepassing: 1) Het bepaalde bij artikel 9 om trent benoeming en ontslag van raadslieden der gemeente, 2) Het bepaalde bij artikel 10 om trent de taak en de onbezolgdige ambtsverrichting van de raadslie den der gemeente, 3) Het bepaalde bij art. 11 om trent den geheimhoudingsplicht voor de raajj§liedep der gemeente, Een uitspraak van Churchill. Het was op 20 Januari 1940 dat Churchill in het Lagerhuis verklaar de „het bolsjewisme is geen politiek systeem, maar een ziekte". Dit was naar aanleiding van het feit, dat de Sovjet-Unie het kleine dappere Finland had aangevallen. Sindsdien is het bolsjewisme waar lijk niet veranderd. Het is een ge vaarlijke ziekte gebleven, die zoo spoedig mogelijk moet worden uitge roeid. Bolsjewisme is de kanker die vreet aan de Westersche beschaving, het is een gevaarlijk gezwel in het lichaam van Europa, dat moet wor den uitgesneden. Europa kan alleen dan weer ge zond en gelukkig worden als het bolsjewisme radicaal wordt uitge brand. Hier- is geen compromis mo gelijk, hier zouden zachte heelmees ters stinkende wonden maken. Adolf Hitler heeft dit ingezien en de tienduizenden, die zich meldden voor de vrijwilligerslegioenen, heb ben den Führer begrepen. Landgenooten, begrijpt dat het bols jewisme te vuur en te zwaard bestre-, den moet worden, meldt U aan bij Koninginnegracht 22, 's-Gravenhage. 4) Het bepaalde bij art. 12 om trent den ambtsduur van de raads lieden der gemeente, 5) Het bepaalde bij art. 13 om trent de werkzaamheden van de raadslieden der gemeente, de be voegdheid van den burgemeester te beslissen, alsmede zijn bevoegdheid volksgenooten, die geen raadsman der gemeente zijn, te raadplegen. Art. 25. Het toezicht houdend or gaan heeft ten opzichte van het be stuur door den commissaris der provincie een taak overeenkomstig die, welke is omschreven in art. 14. Art. 26. 1) Toezicht houdend or gaan over alle aangelegenheden, met uitzondering van die betreffen de den waterstaat, is de secretaris generaal van het Departement van Binnenlandsche Zaken. 2) Toezicht houdend orgaan over de aangelegenheden, den waterstaat betreffende, is de secretaris-gene raal van het Departement van Wa terstaat. Overgangs- en slotbepalingen. Art. 27. (1) De wethouders, die tot dusver hun bediening waarne men, verrichten de werkzaamheden der wethouders, bedoeld in de art. 4. 5 en 6 tot op het tijdstip, dat de burgemeester hen ontslaat. (2) De leden der Gedeputeerde Staten verrichten de werkzaamhe den van de bestuursraden, bedoeld in de art. 19 en 20, alsmede gemeen schappelijk met den commissaris der provincie de werkzaamheden, be doeld in de art. 17 en 21, tot op het tijdstip, met ingang waarvan de commissaris der provincie hen ont slaat. (3) Het toezichthoudend orgaan kan tot nader order op verzoek van dp burgejjiefi^tgr van hgt bepaalde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 1