KLOMPERTJE KLOMP
De uitschakeling der parlementaire
vergaderingen.
I
I
Commissarissen der provincies en burgemeesters
verantwoordelijk voor het openbaar bestuur.
Wijzigingen in het
onderwijs.
Zomer-verkoudheid
Q? Z) O iTliïnfiazdtje*
VERDMSTERINGS.
TIJDEN
van 21.11 tot 6.20
op 23.43 onder 14.13
EEN ECHTE HOLLANDSE JONGEN
tweede blad
I
i
Uniform en ondeelbaar
staatsbestuur.
Op de gisteren gehouden pers
conferentie te 's-Gravenhage heeft
dr. K. Rabl op Verordening nr. 152
de volgende toelichting gegeven:
Bij beschouwing van de Verorde
ning nr. 152/41 is het 't beste uit te
gaan van de beschouwingen over
het thema „parlementarisme en
ontbinding van de partij", die dezer
dagen zijn gehouden in de „Deut
sche Zeitung in den Niederlanden"
Zooals men weet, verbiedt de Ne
derlandsche Grondwet in art. 89
aan de leden der Tweede Kamer
van de Staten-Generaal bij het uit
brengen van hun stem bevelen van
hun kiezers te aanvaarden of rug
gespraak met hen te houden. Een
bepaling in denzelden geest bevat
art. 72 van de Provinciale Wet en
art. 51 van de Gemeentewet. De
bedoeling van deze bepalingen is de
afgevaardigden onafhankelijk te
maken van alle invloeden van bui
ten, aanwijzingen en bevelen. Vol
gens den wil van den wetgever
moest het onbeïnvloede inzicht en
het overleg onder eigen verant-
wóordelijkheid het eenige richt
snoer voor het optreden der af
gevaardigden zijn. De,. Nederland
sche wetgeving wees dus de ge
dachte der eenzijdige politieke ver
tegenwoordiging van belangen en
groepen af.
De afgevaardigde behoorde zich
daarentegen bij de uitoefening van
zijn mandaat uitsluitend te laten
leiden door zijn inzicht en zijn ge
weten. Dé gang van zaken nu heeft
bewezen, dat dit denkbeeld niet in
practijk te brengen was. Veéleer is
de band, die de afgevaardigde
vroeger met de patricische geslach
ten of adellijke families verbond,
overgegaan in een band met de po
litieke partij, waartoe de afgevaar
digde behoorde. Dit feit is welis
waar niet tot uitdrukking gekomen
in de geschreven Nederlandsche
rechtsorde, maar daarom is het niet
minder juridische werkelijkheid.
Het stelsel van den band der af
gevaardigden met de partijen was
afhankelijk van de voorwaarde, dat
de partijen, die het droegen, in feiti
ook dragers van de politieke mee-
ningvorming en verantwoordelijk
heid waren en bleven. Deze voor
waarde is uiterlijk na den herfst
van vorig jaar in toenemende mate
vervallen. De politieke meening
'vorming voltrok zich bij het Neder
landsche volk ten slotte niet meer
binnen het bestek der parlemen
taire partijen van vroeger, doch
binnen den kring van andere orga
nisaties, bewegingen en, groepen.
De partijen hebben deze situatie
ook erkend en zich ten slotte ont
houden van alle activiteit, die
rechtstreeks in het openbaar aan
den dag trad. Maar zelfs indien zij
dit niet hadden gewild, had haar
na 22 Juni geen werkzaamheid
meer toegestaan kunnen worden,
want in het bezette Nederlandsche
gebied kan nog slechts, nadat de
oorlog tusschen Europa en het
bolsjewisme is ontbrand, één crite
rium voor de politieke meening-
vorming bestaan, en wel dat van
den strijd en de bereidheid tot den
strijd tegen het bolsjewisme. Alle
andere tegenstellingen zijn daar
tegenover van ondergeschikte be-
teekenis en aan niemand kan wor
den toegestaan het Nederlandsche
volk met tactische tegenstellingen
van de partijpolitiek bezig te hou
den en het daardoor af te voeren
vanbezinning op het fundamen-
teele politieke probleem van het
eigen bestaan. Concreet gesproken
is 't van belang, dat het Nederland
sche volk in den strijd tegen het
bolsjewisme partij kiest. Daar
tegenover is evenwel zonder be
lang, of het treffen van zekere
practische maatregelen door be
paalde fracties uit overwegingen
van partijtactiek wordt bevorderd
of tegengewerkt.
Uit dezen staat van zaken heeft
verordening nr. 120/41 de conse
quentie getrokken en zij heeft acht
van de negen politieke partijen in
totaal, die vertegenwoordigd waren
in de Staten-Generaal, ontbonden.
Echter bleef nog steeds de wette
lijk bepaalde belangrijke bevoegd
heid bestaan van de afgevaar
digden, die aan deze partijen waren
verbonden om binnen het kader
der publiekrechtelijke vertegen
woordigende lichamen in provincie
en gemeente autonome bepalingen
uit te vaardigen, begrootingen vast
te stellen en het toezicht op haar
uitvoering te houden. De vraag
werd geopperd, of deze toestand
kon voortduren.
De overheid is na rijpe overwe
ging van den staat van zaken tot de
slotsom gekomen, dat dit niet moge
lijk is. Zij is volgens het geldende
volkenrecht verantwoordelijk voor
de openbare orde en de veiligheid
van het openbare leven in de bezet
te Nederlandsche gebied en zij kon
zich niet verhelen, dat de bovenom
schreven toestand een acuut gevaar
voor deze rechtsgoederen met zich
bracht. Zij was derhalve verplicht
de noodige maatregelen van be
stuursrechtelijken aard ter handha
ving van de ongeschondenheid dezer
rechtsgoederen te nemen en heeft
dit in verordening nr. 152/41 ge
daan.
De inhoud van deze verordening
is, naar op den voorgrond moet wor
den gesteld, met de bevoegde Ne
derlandsche instanties uitvoerig be
sproken. Uitgaande van de politieke
en juridische feiten, die op het te
genwoordige tijdstip den toon aan
geven, is ook instemming van alle
betrokken Nederlandsche instanties
met de onderhavige regeling bereikt,
Het is dus geen octrooi, maar een
regeling die op Duitsch-Nederland-
sche overeenstemming berust en in
vele opzichten van de zijde der be
trokken Nederlandsche ministeries
zelfs zeer is toegejuicht.
Leidende gedachten
De leidende gedachten van de ver
prdening zijn de volgende:
1. Aan het hoofd van provincie en
gemeente staat in de toekomst niet
meer een parlementaire vergade
ring, doch een man, de commissaris
der -provincie, resp. de burgemees
ter. In zijn handen berust de geheele
macht, die tot dusverre verdeeld
was over den Commissaris der Pro
vincie, Ged. Staten en /Provinciale
Staten, resp. den burgemeester, Wet
college van B. en W. en den gemeen
teraad. De Commissaris der Provin
cie resp. de burgemeester, op wien
thans alle bevoegdheden binnen het
kader van het provinciale resp. ge
meentebestuur zijn overgegaan
draagt derhalve voortaan ook de al-
geheele verantwoordelijkheid voor
het openbaar bestuur van zijn ge
bied.
2. De Commissaris der Provincie
resp. de burgemeester, behoeft even
wel den feitelijken en deskundigen
raad van mannen, die vertrouwd en
vergroeid zijn met het cultureele
economische en sociale leven van
provincie resp. gemeente. Hij kan
zijn taak niet los van de bevolkin_
volbrengen. Hem moeten derhalve
raadgevers terzijde treden, wier taak
het is hem bij de leiding van het be
stuur te adviseeren, hem wenken te
verschaffen en bij de burgerij be
grip voor zijn maatregelen te wek
ken.
3. Leiding van het bestuur en
verstrekking van advies worden
duidelijk gescheiden. Niemand kan
op beide gebieden tegelijkertijd
werkzaam zijn. Door toepassing
van d-it beginsel wordt de bepaling
van duidelijk omschreven aan
sprakelijkheden het beste gediend.
4. Daar het den Commissaris
der Provincie, resp. den burge
meester om technische redenen
onmogelijk is de zaken alleen af
te handelen, wordt gezorgd dat als
zijn vertegenwoordigers bestuurs
raden resp. wethouders worden
aangewezen. Bestuursraden en wet
houders zullen afgezien van
enkele uitzonderingen op het ge
bied van het bestuur der gemeente
dit ambt als hoofdberoep ver
vullen en de hoedanigheid van
ambtenaren hebben. Het doel van
dezen maatregel is een volstrekt
zakelijk, onbeïnvloede en vooringe
nomen bestuur te waarborgen. Het
vroegere stelsel, waarbij de gede
puteerden en wethouders lieden
waren-, die hun werkzaamheid als
nevenberoep en derhalve opzet
telijk of onbedoeld niet geheel
vrij van persoonlijke, maatschappe
lijke of zakelijke overwegingen
verrichten, is daarmede afgeschaft.
5. Nopens het toezicht op de
werkzaamheid van provincie en ge
meenten worden duidelijke rechts
verhoudingen ingevoerd. Het toe
zicht op de gemeenten oefenen in
het algemeen de .Commissarissen
der Provincies. Slechts de gemeen
ten Den Haag, Amsterdam en Rot
terdam staan onmiddellijk ond-er
toezicht van den secretaris-generaal
van het ministerie van Binnen-
landsche Zaken. De provinciën
staan onder toezicht van den-zelfden
secretaris-generaal. In water
schapsaangelegenheden is het des
kundig toezicht van den secretaris
generaal- van het ministerie van
Waterstaat gewaarborgd.
6. Van bijzonder belang is de
invoering van het recht, dat de
autoriteit, die het toezicht oefent,
heeft tegenover de instantie, die aan
dit toezicht- is onderworpen. Daar
door wordt de provincie de tus
schen-, de gemeente de onderste af-
deeling van een uniform, ondeel
baar staatsbestuur. De lagere in
stantie kan zich niet tegenover een
bevel van een centrale autoriteit
van centrale regeering beroepen op
bijzondere bevoegdheden of auto
nome rechten. De consequente toe
passing van dit beginsel m-oet be
schouwd worden als onmisbare
voorwaarde voor een geordend,
doortastend' bestuur, vooral met
het oog op de thans bestaande be
hoefte.
Het Nederlandsche volk zal op
een later tijdstip gelegenheid krij
gen uit te maken, of verordening
'nr. 152/41, die de bezettende over-
Radiorede van prof.
Van Dam.
dr.
Gisterayond heeft de Secretaris-
Generaal van het Departement van
Opvoeding, Wetenschap en Cultuur
bescherming, prof. dr. J. van Dam,
voor de radio een rede gehouden
over voorgenomen wijzigingen in het
onderwijs. De dragers van de geeste
lijke en politieke bewegingen van
heden zijn er, naar spr, getuigde, zich
van bewust, dat het voor den op
bouw van de wereld, die na dezen
oorlog zal verrijzen, noodzakelijk zal
zijn, te beschikken over een jeug
dige generatie, die van de denkbeel
den en de idealen, die aan dezen
nieuwen wereldopbouw ten grond
slag liggen, heeft kennis genomen en
ten opzichte van deze een eigen
standpunt heeft bepaald.
Het is hét overgroote deel van het
Nederlandsche volk reeds geruimen
tijd duidelijk geworden, dat de
wereld van vóór 10 Mei onder geen
enkele omstandigheid meer kan te-
rugkeeren. Het is noodzakelijk om
zich reeds thans een voorstelling te
vormen van de veranderingen, die te
verwachten zijn. Bij alles, wat thans
gebeurt en bij wat komt, hebben wij
het algemeen Nederlandsche belang,
de Nederlandsche toekomst, vóór
alles in het oog te houden.
De algemeene vrijheid van onder
wijs, welke steeds richtsnoer is ge
weest van onze geheele onderwijs-
wetgeving, brengt in de tegenwoor
dige omstandigheden bepaalde be
zwaren/ met zich mede. Niet in de
eerste plaats bezwaren van princi-
pieelen aard, want het recht op bij
zonder onderwijs wordt ook thans
voor hen, die daaraan behoefte ge
voelen, volkomen erkend, doch wel
bezwaren van algemeen-bestuur
lijken aard.
Zoo was de Nederlandsche regee
ring niet bevoegd om leerkrachten
bij het bijzonder onderwijs te be
noemen of te ontslaan.
De politieke situatie heeft het
noodzakelijk gemaakt, hierin eenige
wijziging te brengen. Het gevolg is
de verordening op de benoemingen
en de ontslagen geweest, die sinds
eenigen tijd werkt en niet tot moei
lijkheden van ernstigen aard aan
leiding heeft gegeven. Intusschen is
het noodzakelijk gebleken, vooral in
het belang van de positie van Neder
land in Europa, nog een stap verder
te gaan én wel op twee belangrijke
punten. Het is het probleem van de
orde en de rust in onze scholen, en
dat van het leerplan en de leefmid
delen.
De rechten van schoolbesturen
ingekort.
Onze jeugd heeft ten deele nog
steeds niet begrepen, dat een houding
van verzet en opstandigheid, zooals
nog altijd hier en daar vaardig is, in
dezen tijd niet geduld kan worden
en ons onwaardig is. Ik wil ruiterlijk
erkennen, zei spr., dat de onder
wijzers en leeraren er in het alge
meen toe medewerken, de jeugd rus
tig te houden en te zorgen, dat er
geen incidenten ontstaan. Daar de
maatregelen, die het Departement
van Opvoeding, Wetenschap en Cul
tuurbescherming tegen nog steeds
voorkomende gevallen van onver
stand kan nemen, nog niet doeltref
fend genoeg waren, heeft de rijks
commissaris bevoegdheid gegeven,
zoo noodig door te tasten en, b ij ge
bleken onwil van het school
bestuur, aan bijzondere scholen do
centen te schorsen of te ontslaan,
leerlingen weg te sturen, de school
te sluiten of aan de macht van het
schoolbestuur te onttrekken. Het. ligt
in de macht der schoolbesturen, dat
dit wapen nooit behoeft te worden
toegepast. Men ial goed doen door in
moeilijke gevallen de tusschenkomst
in te roepen van den sinds kort aan
het Departement van Opvoeding,
Wetenschap en Cultuurbescherming
erbonden inspecteur van het onder
wijs in algeme'enen dienst, dr. Noor-
dijk, die speciaal belast is met de
opvoeding tot en het toezicht op orde
en tucht aan onze scholen.
Verder heeft de rijkscommissaris
aan den secretaris-generaal van Op
voeding, Wetenschap en Cultuurbe
scherming de bevoegdheid verleend,
ook voor de bijzondere scholen voor
schriften te geven op het gebied van
het leerplan en de leermiddelen.
Het ligt geenszins in de bedoeling,
daarbij het principieele karakter van
de bijzondere school aan te tasten.
Het gaat veeleer om eenige in
hoofdzaak technische dingen, waar
in het Nederlandsche onderwijs vol
gens spr.'s meening bij dat van de
naburige landen achterstaat. Daarbij
heid als maatregel van zuivel be
stuursrechtelijk karakter in overeen
stemming met het geldende volken
recht ter handhaving van de open
bare orde en van de veiligheid van
het openbare leven heeft getroffen,
zich er ook niet toe leent onder de
gewijzigde omstandigheden van een
toekomstige situatie als grondslag
voor de nieuwe Nederlandsche
constitutie in den ruimsten zin te
dienen. Men moet in dit verband
vooral niet uit het oog verliezen,
dat wat hier is ingevoerd de
autoritaire verstrakking van de
bestuursorganisatie in provincie en
gemeente reeds sedert vele jaren
door de beste koppen van de Neder
landsche bestuursleer en bestuurs
praktijk met aandrang is geëischt.
komen in de eerste plaats de vakken
Nederlandsch, Duitsch en lichame.
lijke oefening in het geding, waarbij
het van essentieel belang is, dat het
onderwijs daarin geen al te groote
verschillen of afwijkingen vertoont.
Verder zal de overdreven
voorkeur voor intellectueele ont
wikkeling op den duur moeten
wijken voor een scholing, die
meer rekening houdt met alle
krachten van den mensch.
Duitsch op de lagere school
in de zevende klas. Een
achtste leerjaar wordt inge
voerd.
Het is noodzakelijk dat op den duur
elke Nederlander eenigszins ver
trouwd raakt met de Duitsche taal.
Er is geen twijfel aan, dat het Ne
derlandsch thans sterker dan vroe
ger is blootgesteld aan Duitschen
invloed en dat die invloed voor de
zuiverheid van onze taal gevaarlij
ker is dan b.v. die van het Fransch
en van het Engelsch, het gevolg van
de groote gelijkenis, die er, naast
aanzienlijke verschillen, tusschen
het Duitsch, en het Nederlandsch
bestaat. Dien invloed kan men alleen
weren of ten goede keeren, als men
zelf het Duitsch kent. Aan den an
deren kant moet men met het on
derwijs in een vreemde taal, en
vooral in het zoo verwante Duitsch,
niet beginnen, voordat het kind vol
doende kennis van den bouw en de
spraakkunst van zijn eigen taal
heeft verworven en de geestelijke
rijpheid bezit, om de beginselen van
een vreemde taal in zich op te ne
men. Daarom zal met het Duitsch
pas in de 7e klasse een begin moe
ten worden gemaakt. Dit onderwijs
begint met het nieuwe schooljaar
1941/42. In den volgenden cursus zal
er dan aan de lagere school een
achtste schooljaar worden toege
voegd, eveneens met onderwijs in
het Duitsch. Daarmede zal dan het
van verschillende zijden reeds lang
gewenschte achtste schooljaar een
feit geworden zijn.
Wij krijgen dus met ingang
van 1941/43 een Nederlandsche
volksschool van 8 leerjaren,
terwijl in de twee hoogste leer
jaren Duitsch en wel 3 uur per
week zal worden onderwezen.
Deze thans gevallen principiee
le beslissing stelt het departe
ment in staat, aan de uitwer
king ervan in de practijk en met
name aan de kwesties van de
aansluiting tusschen 1. o. en
v. h. m. o. en tusschen 1. o. en
u. 1. o te beginnen.
Intusschen zal het duidelijk zijn,
dat met de bepaling van drie uren
per week een voor alle scholen
dwingend voorschrift betreffende
het leerplan moet worden gegeven.
Ten einde zekerheid te verkrij-
'gen, dat dit onderwijs doeltreffend
is, zal er ook een voorschrift be
treffende de leermiddelen dienen te
komen.
Om aan de moeilijkheden, dat er
thans op de lagere_ scholen geen
leerboekje voor Duitsch bestaat, het
hoofd te kunnen bieden en vooral
de methodische bezwaren, die aan 'f
onderwijs aan zoo jonge kinderen
verbonden zijn, te kunnen onder
vangen, is er een boekje in voorbe
reiding, dat volgens een nieuwe, op
den leeftijd berekende methode de
grondbeginselen van het Duitsch
zal onderwijzen.
Ten einde dit boekje voor al
le scholen van Nederland ge
schikt te houden, zal het zich
van elke politieke uiting en
partijkiezing onthouden. Het
ligt in de bedoeling, dit boekje
na deze zomervaentie verplicht
te stellen.
Ook het middelbaar onderwijs
wordt herzien.
Wat het middelbaar onderwijs be
treft, ook dit zal in den loop van
den volgenden winter op de helling
worden genomen.
Het ligt in de bedoeling, de plaats,
het leerplan en de eindexamen-
eischen van alle vakken te herzien
ir, den geest, die voor het lager
onderwijs zal gelden.
Intusschen zal reeds- bij het
begin van den nieuwen cursus
een belangwekkende proefne
ming op onderwijsgebied wor
den ondernomen: er zal wor
den geopend een Nederlandsche
Jagen de kou er uit. Doos 10 en 50ct.
instelling voor volksche opvoe
ding (afgekort N. I. V. O.), die
in den trant van de Duitsche
national-politische Erziehungs-
anstalt zal worden ingericht,
maar op Nederlandsche leest
zal worden geschoeid.
In deze school worden jongens
van den leeftijd, die geschikt is voor
de middelbare school, opgenomen,
Zij leven daar als in een kostschool
en ontvangen een opvoeding, die ge
richt is op een harmonische ont
wikkeling van geest en lichaam.
Naast de studie van de belangrijk
ste vakken van het M. O. (waarbij
Nederlandsch het hoofdvak is)
staat een veelzijdige ontwikkeling
op het gebied van lichaamsoefe
ningen en sport. Binnenkort volgen
er over deze N. I. V. O. nadere me-
dedeelingen.
Intusschen wacht dus vooral het
lager onderwijs een jaar,, waarin be
langrijke dingen worden voorbereid.
Onnoodig te zeggen, dat ook het on
derwijs in het Nederlandsch, zoowel
als andere onderdeelen van het
leerplan aan een nauwgezet onder
zoek zullen worden onderworpen.
Mededeelingen daarover worden op
geschorst totdat de maatregelen ver
der uitgewerkt zullen zijn.
ook eenradiocursus
modelzweefvliegtuig-
bouw in september.
De persdienst van den Neder-
landschen Omroep maakt het vol
gende bekend:
Eenigen tijd geleden is medege
deeld, dat de Nederlandsche om
roep duizend Nederlandsche jon
gens tusschen twaalf en achttien
jaar in de gelegenheid zal stellen
om van 13 tot en met 23' Augustus
een radiocursus modelzweefvlieg-
tuigbouwen te volgen.
Echter staat de omroep thans
voor het feit, dat zich meer dan
2200 jongens voor de deelname
hebben omgegeven, terwijl er
slechts duizend bouwpakketten be
schikbaar zijn.
Deze pakketten zijn inmiddels
aan 1000 jongens afgezonden; doch
wat gebeurt er nu met de overige
1200? Voor hen zal in September
een tweede cursus worden georga
niseerd. De daarvoor benoodigde
pakketten zijn reeds besteld en er
wofdt in twee fabrieken met man
en macht gewerkt om ze tijdig
klaar te krijgen.
Al diegenen, die zich hebben op
gegeven en geen bouwpakket heb
ben ontvangen, worden automa
tisch overgeschreven naar den
tweeden cursus en ontvangen in de
tweede helft van September het
bouwpakket thuis. Ter vermijding
van misverstand wordt er op gewe
zen, dat nieuwe aanmeldingen niet
meer worden aangenomen.
Men is verplicht te verduis
teren tusschen zonsondergang
en zonsopgang, dus heden
avond
Maans op- en ondergang
13 Augustus:
inval in speelhol.
Op het'vermoeden dat in een
woning aan de Valckeniersstraat te
Amsterdam gelegenheid werd ge
geven tot hazardspel, heeft de
politie Maandag daar een inval ge
daan. Twaalf personen waren bezig
met klaverjassen en pokerspel en
werden met de bewoners naar het
bureau J. D. Meijerplein gebracht.
generaal seyffardt sprak
tot het nederlandsche
Volk.
Gisteravond hield luitenant-ge
neraal H. A. Seyffardt, chef van
het Vrijwilligerslegioen Nederland,
over den zender Hilversum I een
toespraak tot het Nederlandsche
volg,- ter opwekking van hen, die
nog niet besloten hebben, zich
mede in te zetten voor den strijd
tegen het bolsjewisme. Hij herin
nerde aan het vertrèk van de bei
de contingenten, op 26 Juli en den
vorigen Donderdag, vol enthou
siasme, naar Krakau, waar hun Ne
derlandsche kameraden hen met
het oranje-wit-blauwe vaandel
hebben opgewacht. En wanneer
straks een derde contingent zal
zijn gevolgd, zal daar een krachtige
eenheid staan, die met vertrouwen
kan worden ingezet daar waar het
Duitsche opperbevel dat noodig
acht. Zij zullen den naam van den
Nederlandschen soldaat hoog hou
den, naast de soldaten van de over
winnende Duitsche legers.
„Bah, wordt er hier in ons land
gefluisterd, ging spr. voort. Over
winnend? Alles opsnijderij. Zij
worden daar bij duizenden in de
pan gehakt".
Zijn die fluister aars dan alles
vergeten? vroeg spr. zich af, en dan
memoreerde hij de veldtochten in
Polen, Frankrijk, Noorwegen, den
Balkan en Lybië.
Och kom, vervolgde hij, die lie
den weten dat alles wel, maar zij
trachten elkaar op deze wijze moed
in te fluisteren. Zij sugereeren nog
een Engelsche overwinning op het
vasteland van Europa, vooral nu de
bolsjewiek te hulp snelt! En dan
bekladden zij de ware vaderlanders,
die een open oog hebben voor het
groote wereldgebeuren, waarvan de
fluisteraars en saboteurs niets be
grijpen willen. Die schimpen dan,
dat die mannen de oorlogsdagen van
Mei 1940 vergeten zijn. Neen, die
mannen hebben die droevige dagen
niet vergeten. Het was ook te ver
schrikkelijk, die strijd tusschen broe
dervolken, die zijde aan zijde had
den moeten vechten tegen den eeni
gen werkelijken vijand van den
vrede in Europa. Toen die strijd
was gestreden en verloren, kwamen
zij langzaam aan weer tot bezinning
en begrepen, dat het onafwendbare
was geschied. Want onze toenmalige
regeering had al jaren aan den En-
gelschen leiband geloopen, had
zoo'n doofzichtige, schijnbare neu
traliteitspolitiek bedreven, dat een
kind zich daardoor niet om den. tuin
zou hebben laten leiden. Zij had
toen het te laat was grootsche
plannen om het leger, dat zij mate
rieel en moreel in den grond had
geboord, weer op te bouwen. Voort
gaande, schilderde spr. het hier te
lande gebeurde in de Meidagen van
1940 met de arrestatie van duizen
den landgehooten.
En thans heeft die zelfde regee
ring onder pressie van Engeland
zich solidair verlaard met de Sov
jet-horden, die de Westersche be
schaving en cultuur wilden gaan
verwoesten. Dat optreden heeft me
de den stoot gegeven aan het be
sluit een Nederlandsch legioen te
vormen, dat zal meevechten tegen
het afschuwelijke bolsjewisme. Maar
omdat de fluisteraars dat alles niet
kunnen ontkennen, komen zij weer
met iets anders en vragen: zijt gij
den eed van trouw vergeten, dien
ge eens hebt afgelegd? Daarop kan
ik antwoorden: neen vergeten is dat
niet. En ik kan respect hebben voor
hen, die zich nog gebonden voelen.
Maar talloozea chtenswaardige man
nen hebben gevoeld, dat zij geen
waarde meer konden hechten aan
dien eed tegenover een regeering,
welke het door dien eed gewrochte
verband eenzijdig verbrak, toen zij
ons vaderland in het meest kritieke
moment verliet.
Neen, gij smettenwerpers, gij treft
hen niet, die het legioen organisee-
ren en evenmin treft gij hen, wier
leeftijd en gezondheid het hun mo
gelijk maakt daadwerkelijk ten
strijde te trekken. Zij hebben het
rustige vertrouwen, dat zij hun va
derland op de beste wijze hebben
gediend. Dat zal de toekomst bewij
zen, dan zult gij in uw schulp krui
pen! Tenslotte wekte spr. op tot
dienstneming of als dat niet moge
lijk is tot steun met een gave aan
de legioen-ambulance.
125. Het was
een tumult van
belang, want
het bleef maar
stikkedonker
en omdat er
geen enkel
raam in de
zaal was, kon
niemand een
han<j voor
ogen zien.
Daar moest
wat bijzonders
aan de hand
zijn, dacht
Klompertje,
als daar maar
geen ongeluk
ken van
komen.
126. Ineens
ging het licht
weer aan. Dat
was een op
luchting
iedereen
blij dat
niets was
beurd.
en
was
er
ge-
Maar
jawel, dat had
den ze lelijk
mis, want daar
was me de fon
kelende ster
uit de kroon
van den ko
ning verdwe
nen. De die
naar, die
Klompertje
gebracht had,
zag het onmid
dellijk.
Uit het hoe
Führer, 13 Ar
perbevel van
bekend:
In de Z. Ot
divisies infant
pen van het D
de bondgenoot
vens van de
den vijand. De
den strijd gen;
verliezen. Aan
van het O. fro
len van Duitsi
succesen. Vrij
vechtsvliegtuigi
den afgelooper
spoorwegknoop
bied ten W. ve
treffende wijze
brandbommen.
In den strijd
ravitailleeringss
nietigden gevec
dag bij de Fe
vrachtschepen,
brt. en brachtei
nacht voor de C
land een koo
5000 brt. tot zi
nachtelijke aai
luchtwapen wa
op wapenfabrie
ham, alsmede oj
Berlijn, 13 Aug
vulling op het
verneemt het D.I
zijde, dat de 12de
een zwarte dag
luchtmacht was.
overdag en des x
op de Kanaalkust,
bied, verloren d
totaal 58 vliegtuig
geen Duitsche ver
den afweer der aj
dag werden 42 E
door jagers, afwec
ne-artillerie neerg
werden 16 machrr
De versterkte B
in het W. stuit du
den energieken
Duitschen afweer,
sche actie, die zoc
brengt, geen scha
industrie of milita
veroorzaakt. Men
dat de grootere 1
Britsche luchtmac
klaard door druk v
zooals begrijpelijk
schen te worden.
Aan het O. front
D.N.B. voorts, acht
bonden strijdkrach'
lijke Oekraine den
rugwijkenden vijan
ken marschen. De
Sovjets, die daarbij
wordt gedwongen,
groote verliezen. O
van het front wor
aanvallen met su
waarbij opnieuw i
pen ingesloten en
vernietigd werden,
luchtmacht bombare
belangrijke spool
achter het Sovjet-fi
lende, wijze. Vergee
Sovjets de nieuwe,
ties tot staan te bre
r" d.e Zuidelijke
de Duitsche luchti
bijzonder hevige ai
op de punten, waa
Vluchtende Sovjet!
rnGii, om don Dnjep
Aan het Oostelijl
de Sovjets, naar he
in de laatste 24 uui
vernietigd. Vier e
keerden niet op hun
een aanval van neg<
pers der Sovjets on
acht jagers, heeft
Wintergerst gisterei
menwerpers neer,
worden talrijke sue
Duitsche luchtmach
het Oostelijk front u