KLOMPERTJE KLOMP De uitschakeling der parlementaire vergaderingen. I I Commissarissen der provincies en burgemeesters verantwoordelijk voor het openbaar bestuur. Wijzigingen in het onderwijs. Zomer-verkoudheid Q? Z) O iTliïnfiazdtje* VERDMSTERINGS. TIJDEN van 21.11 tot 6.20 op 23.43 onder 14.13 EEN ECHTE HOLLANDSE JONGEN tweede blad I i Uniform en ondeelbaar staatsbestuur. Op de gisteren gehouden pers conferentie te 's-Gravenhage heeft dr. K. Rabl op Verordening nr. 152 de volgende toelichting gegeven: Bij beschouwing van de Verorde ning nr. 152/41 is het 't beste uit te gaan van de beschouwingen over het thema „parlementarisme en ontbinding van de partij", die dezer dagen zijn gehouden in de „Deut sche Zeitung in den Niederlanden" Zooals men weet, verbiedt de Ne derlandsche Grondwet in art. 89 aan de leden der Tweede Kamer van de Staten-Generaal bij het uit brengen van hun stem bevelen van hun kiezers te aanvaarden of rug gespraak met hen te houden. Een bepaling in denzelden geest bevat art. 72 van de Provinciale Wet en art. 51 van de Gemeentewet. De bedoeling van deze bepalingen is de afgevaardigden onafhankelijk te maken van alle invloeden van bui ten, aanwijzingen en bevelen. Vol gens den wil van den wetgever moest het onbeïnvloede inzicht en het overleg onder eigen verant- wóordelijkheid het eenige richt snoer voor het optreden der af gevaardigden zijn. De,. Nederland sche wetgeving wees dus de ge dachte der eenzijdige politieke ver tegenwoordiging van belangen en groepen af. De afgevaardigde behoorde zich daarentegen bij de uitoefening van zijn mandaat uitsluitend te laten leiden door zijn inzicht en zijn ge weten. Dé gang van zaken nu heeft bewezen, dat dit denkbeeld niet in practijk te brengen was. Veéleer is de band, die de afgevaardigde vroeger met de patricische geslach ten of adellijke families verbond, overgegaan in een band met de po litieke partij, waartoe de afgevaar digde behoorde. Dit feit is welis waar niet tot uitdrukking gekomen in de geschreven Nederlandsche rechtsorde, maar daarom is het niet minder juridische werkelijkheid. Het stelsel van den band der af gevaardigden met de partijen was afhankelijk van de voorwaarde, dat de partijen, die het droegen, in feiti ook dragers van de politieke mee- ningvorming en verantwoordelijk heid waren en bleven. Deze voor waarde is uiterlijk na den herfst van vorig jaar in toenemende mate vervallen. De politieke meening 'vorming voltrok zich bij het Neder landsche volk ten slotte niet meer binnen het bestek der parlemen taire partijen van vroeger, doch binnen den kring van andere orga nisaties, bewegingen en, groepen. De partijen hebben deze situatie ook erkend en zich ten slotte ont houden van alle activiteit, die rechtstreeks in het openbaar aan den dag trad. Maar zelfs indien zij dit niet hadden gewild, had haar na 22 Juni geen werkzaamheid meer toegestaan kunnen worden, want in het bezette Nederlandsche gebied kan nog slechts, nadat de oorlog tusschen Europa en het bolsjewisme is ontbrand, één crite rium voor de politieke meening- vorming bestaan, en wel dat van den strijd en de bereidheid tot den strijd tegen het bolsjewisme. Alle andere tegenstellingen zijn daar tegenover van ondergeschikte be- teekenis en aan niemand kan wor den toegestaan het Nederlandsche volk met tactische tegenstellingen van de partijpolitiek bezig te hou den en het daardoor af te voeren vanbezinning op het fundamen- teele politieke probleem van het eigen bestaan. Concreet gesproken is 't van belang, dat het Nederland sche volk in den strijd tegen het bolsjewisme partij kiest. Daar tegenover is evenwel zonder be lang, of het treffen van zekere practische maatregelen door be paalde fracties uit overwegingen van partijtactiek wordt bevorderd of tegengewerkt. Uit dezen staat van zaken heeft verordening nr. 120/41 de conse quentie getrokken en zij heeft acht van de negen politieke partijen in totaal, die vertegenwoordigd waren in de Staten-Generaal, ontbonden. Echter bleef nog steeds de wette lijk bepaalde belangrijke bevoegd heid bestaan van de afgevaar digden, die aan deze partijen waren verbonden om binnen het kader der publiekrechtelijke vertegen woordigende lichamen in provincie en gemeente autonome bepalingen uit te vaardigen, begrootingen vast te stellen en het toezicht op haar uitvoering te houden. De vraag werd geopperd, of deze toestand kon voortduren. De overheid is na rijpe overwe ging van den staat van zaken tot de slotsom gekomen, dat dit niet moge lijk is. Zij is volgens het geldende volkenrecht verantwoordelijk voor de openbare orde en de veiligheid van het openbare leven in de bezet te Nederlandsche gebied en zij kon zich niet verhelen, dat de bovenom schreven toestand een acuut gevaar voor deze rechtsgoederen met zich bracht. Zij was derhalve verplicht de noodige maatregelen van be stuursrechtelijken aard ter handha ving van de ongeschondenheid dezer rechtsgoederen te nemen en heeft dit in verordening nr. 152/41 ge daan. De inhoud van deze verordening is, naar op den voorgrond moet wor den gesteld, met de bevoegde Ne derlandsche instanties uitvoerig be sproken. Uitgaande van de politieke en juridische feiten, die op het te genwoordige tijdstip den toon aan geven, is ook instemming van alle betrokken Nederlandsche instanties met de onderhavige regeling bereikt, Het is dus geen octrooi, maar een regeling die op Duitsch-Nederland- sche overeenstemming berust en in vele opzichten van de zijde der be trokken Nederlandsche ministeries zelfs zeer is toegejuicht. Leidende gedachten De leidende gedachten van de ver prdening zijn de volgende: 1. Aan het hoofd van provincie en gemeente staat in de toekomst niet meer een parlementaire vergade ring, doch een man, de commissaris der -provincie, resp. de burgemees ter. In zijn handen berust de geheele macht, die tot dusverre verdeeld was over den Commissaris der Pro vincie, Ged. Staten en /Provinciale Staten, resp. den burgemeester, Wet college van B. en W. en den gemeen teraad. De Commissaris der Provin cie resp. de burgemeester, op wien thans alle bevoegdheden binnen het kader van het provinciale resp. ge meentebestuur zijn overgegaan draagt derhalve voortaan ook de al- geheele verantwoordelijkheid voor het openbaar bestuur van zijn ge bied. 2. De Commissaris der Provincie resp. de burgemeester, behoeft even wel den feitelijken en deskundigen raad van mannen, die vertrouwd en vergroeid zijn met het cultureele economische en sociale leven van provincie resp. gemeente. Hij kan zijn taak niet los van de bevolkin_ volbrengen. Hem moeten derhalve raadgevers terzijde treden, wier taak het is hem bij de leiding van het be stuur te adviseeren, hem wenken te verschaffen en bij de burgerij be grip voor zijn maatregelen te wek ken. 3. Leiding van het bestuur en verstrekking van advies worden duidelijk gescheiden. Niemand kan op beide gebieden tegelijkertijd werkzaam zijn. Door toepassing van d-it beginsel wordt de bepaling van duidelijk omschreven aan sprakelijkheden het beste gediend. 4. Daar het den Commissaris der Provincie, resp. den burge meester om technische redenen onmogelijk is de zaken alleen af te handelen, wordt gezorgd dat als zijn vertegenwoordigers bestuurs raden resp. wethouders worden aangewezen. Bestuursraden en wet houders zullen afgezien van enkele uitzonderingen op het ge bied van het bestuur der gemeente dit ambt als hoofdberoep ver vullen en de hoedanigheid van ambtenaren hebben. Het doel van dezen maatregel is een volstrekt zakelijk, onbeïnvloede en vooringe nomen bestuur te waarborgen. Het vroegere stelsel, waarbij de gede puteerden en wethouders lieden waren-, die hun werkzaamheid als nevenberoep en derhalve opzet telijk of onbedoeld niet geheel vrij van persoonlijke, maatschappe lijke of zakelijke overwegingen verrichten, is daarmede afgeschaft. 5. Nopens het toezicht op de werkzaamheid van provincie en ge meenten worden duidelijke rechts verhoudingen ingevoerd. Het toe zicht op de gemeenten oefenen in het algemeen de .Commissarissen der Provincies. Slechts de gemeen ten Den Haag, Amsterdam en Rot terdam staan onmiddellijk ond-er toezicht van den secretaris-generaal van het ministerie van Binnen- landsche Zaken. De provinciën staan onder toezicht van den-zelfden secretaris-generaal. In water schapsaangelegenheden is het des kundig toezicht van den secretaris generaal- van het ministerie van Waterstaat gewaarborgd. 6. Van bijzonder belang is de invoering van het recht, dat de autoriteit, die het toezicht oefent, heeft tegenover de instantie, die aan dit toezicht- is onderworpen. Daar door wordt de provincie de tus schen-, de gemeente de onderste af- deeling van een uniform, ondeel baar staatsbestuur. De lagere in stantie kan zich niet tegenover een bevel van een centrale autoriteit van centrale regeering beroepen op bijzondere bevoegdheden of auto nome rechten. De consequente toe passing van dit beginsel m-oet be schouwd worden als onmisbare voorwaarde voor een geordend, doortastend' bestuur, vooral met het oog op de thans bestaande be hoefte. Het Nederlandsche volk zal op een later tijdstip gelegenheid krij gen uit te maken, of verordening 'nr. 152/41, die de bezettende over- Radiorede van prof. Van Dam. dr. Gisterayond heeft de Secretaris- Generaal van het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuur bescherming, prof. dr. J. van Dam, voor de radio een rede gehouden over voorgenomen wijzigingen in het onderwijs. De dragers van de geeste lijke en politieke bewegingen van heden zijn er, naar spr, getuigde, zich van bewust, dat het voor den op bouw van de wereld, die na dezen oorlog zal verrijzen, noodzakelijk zal zijn, te beschikken over een jeug dige generatie, die van de denkbeel den en de idealen, die aan dezen nieuwen wereldopbouw ten grond slag liggen, heeft kennis genomen en ten opzichte van deze een eigen standpunt heeft bepaald. Het is hét overgroote deel van het Nederlandsche volk reeds geruimen tijd duidelijk geworden, dat de wereld van vóór 10 Mei onder geen enkele omstandigheid meer kan te- rugkeeren. Het is noodzakelijk om zich reeds thans een voorstelling te vormen van de veranderingen, die te verwachten zijn. Bij alles, wat thans gebeurt en bij wat komt, hebben wij het algemeen Nederlandsche belang, de Nederlandsche toekomst, vóór alles in het oog te houden. De algemeene vrijheid van onder wijs, welke steeds richtsnoer is ge weest van onze geheele onderwijs- wetgeving, brengt in de tegenwoor dige omstandigheden bepaalde be zwaren/ met zich mede. Niet in de eerste plaats bezwaren van princi- pieelen aard, want het recht op bij zonder onderwijs wordt ook thans voor hen, die daaraan behoefte ge voelen, volkomen erkend, doch wel bezwaren van algemeen-bestuur lijken aard. Zoo was de Nederlandsche regee ring niet bevoegd om leerkrachten bij het bijzonder onderwijs te be noemen of te ontslaan. De politieke situatie heeft het noodzakelijk gemaakt, hierin eenige wijziging te brengen. Het gevolg is de verordening op de benoemingen en de ontslagen geweest, die sinds eenigen tijd werkt en niet tot moei lijkheden van ernstigen aard aan leiding heeft gegeven. Intusschen is het noodzakelijk gebleken, vooral in het belang van de positie van Neder land in Europa, nog een stap verder te gaan én wel op twee belangrijke punten. Het is het probleem van de orde en de rust in onze scholen, en dat van het leerplan en de leefmid delen. De rechten van schoolbesturen ingekort. Onze jeugd heeft ten deele nog steeds niet begrepen, dat een houding van verzet en opstandigheid, zooals nog altijd hier en daar vaardig is, in dezen tijd niet geduld kan worden en ons onwaardig is. Ik wil ruiterlijk erkennen, zei spr., dat de onder wijzers en leeraren er in het alge meen toe medewerken, de jeugd rus tig te houden en te zorgen, dat er geen incidenten ontstaan. Daar de maatregelen, die het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Cul tuurbescherming tegen nog steeds voorkomende gevallen van onver stand kan nemen, nog niet doeltref fend genoeg waren, heeft de rijks commissaris bevoegdheid gegeven, zoo noodig door te tasten en, b ij ge bleken onwil van het school bestuur, aan bijzondere scholen do centen te schorsen of te ontslaan, leerlingen weg te sturen, de school te sluiten of aan de macht van het schoolbestuur te onttrekken. Het. ligt in de macht der schoolbesturen, dat dit wapen nooit behoeft te worden toegepast. Men ial goed doen door in moeilijke gevallen de tusschenkomst in te roepen van den sinds kort aan het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming erbonden inspecteur van het onder wijs in algeme'enen dienst, dr. Noor- dijk, die speciaal belast is met de opvoeding tot en het toezicht op orde en tucht aan onze scholen. Verder heeft de rijkscommissaris aan den secretaris-generaal van Op voeding, Wetenschap en Cultuurbe scherming de bevoegdheid verleend, ook voor de bijzondere scholen voor schriften te geven op het gebied van het leerplan en de leermiddelen. Het ligt geenszins in de bedoeling, daarbij het principieele karakter van de bijzondere school aan te tasten. Het gaat veeleer om eenige in hoofdzaak technische dingen, waar in het Nederlandsche onderwijs vol gens spr.'s meening bij dat van de naburige landen achterstaat. Daarbij heid als maatregel van zuivel be stuursrechtelijk karakter in overeen stemming met het geldende volken recht ter handhaving van de open bare orde en van de veiligheid van het openbare leven heeft getroffen, zich er ook niet toe leent onder de gewijzigde omstandigheden van een toekomstige situatie als grondslag voor de nieuwe Nederlandsche constitutie in den ruimsten zin te dienen. Men moet in dit verband vooral niet uit het oog verliezen, dat wat hier is ingevoerd de autoritaire verstrakking van de bestuursorganisatie in provincie en gemeente reeds sedert vele jaren door de beste koppen van de Neder landsche bestuursleer en bestuurs praktijk met aandrang is geëischt. komen in de eerste plaats de vakken Nederlandsch, Duitsch en lichame. lijke oefening in het geding, waarbij het van essentieel belang is, dat het onderwijs daarin geen al te groote verschillen of afwijkingen vertoont. Verder zal de overdreven voorkeur voor intellectueele ont wikkeling op den duur moeten wijken voor een scholing, die meer rekening houdt met alle krachten van den mensch. Duitsch op de lagere school in de zevende klas. Een achtste leerjaar wordt inge voerd. Het is noodzakelijk dat op den duur elke Nederlander eenigszins ver trouwd raakt met de Duitsche taal. Er is geen twijfel aan, dat het Ne derlandsch thans sterker dan vroe ger is blootgesteld aan Duitschen invloed en dat die invloed voor de zuiverheid van onze taal gevaarlij ker is dan b.v. die van het Fransch en van het Engelsch, het gevolg van de groote gelijkenis, die er, naast aanzienlijke verschillen, tusschen het Duitsch, en het Nederlandsch bestaat. Dien invloed kan men alleen weren of ten goede keeren, als men zelf het Duitsch kent. Aan den an deren kant moet men met het on derwijs in een vreemde taal, en vooral in het zoo verwante Duitsch, niet beginnen, voordat het kind vol doende kennis van den bouw en de spraakkunst van zijn eigen taal heeft verworven en de geestelijke rijpheid bezit, om de beginselen van een vreemde taal in zich op te ne men. Daarom zal met het Duitsch pas in de 7e klasse een begin moe ten worden gemaakt. Dit onderwijs begint met het nieuwe schooljaar 1941/42. In den volgenden cursus zal er dan aan de lagere school een achtste schooljaar worden toege voegd, eveneens met onderwijs in het Duitsch. Daarmede zal dan het van verschillende zijden reeds lang gewenschte achtste schooljaar een feit geworden zijn. Wij krijgen dus met ingang van 1941/43 een Nederlandsche volksschool van 8 leerjaren, terwijl in de twee hoogste leer jaren Duitsch en wel 3 uur per week zal worden onderwezen. Deze thans gevallen principiee le beslissing stelt het departe ment in staat, aan de uitwer king ervan in de practijk en met name aan de kwesties van de aansluiting tusschen 1. o. en v. h. m. o. en tusschen 1. o. en u. 1. o te beginnen. Intusschen zal het duidelijk zijn, dat met de bepaling van drie uren per week een voor alle scholen dwingend voorschrift betreffende het leerplan moet worden gegeven. Ten einde zekerheid te verkrij- 'gen, dat dit onderwijs doeltreffend is, zal er ook een voorschrift be treffende de leermiddelen dienen te komen. Om aan de moeilijkheden, dat er thans op de lagere_ scholen geen leerboekje voor Duitsch bestaat, het hoofd te kunnen bieden en vooral de methodische bezwaren, die aan 'f onderwijs aan zoo jonge kinderen verbonden zijn, te kunnen onder vangen, is er een boekje in voorbe reiding, dat volgens een nieuwe, op den leeftijd berekende methode de grondbeginselen van het Duitsch zal onderwijzen. Ten einde dit boekje voor al le scholen van Nederland ge schikt te houden, zal het zich van elke politieke uiting en partijkiezing onthouden. Het ligt in de bedoeling, dit boekje na deze zomervaentie verplicht te stellen. Ook het middelbaar onderwijs wordt herzien. Wat het middelbaar onderwijs be treft, ook dit zal in den loop van den volgenden winter op de helling worden genomen. Het ligt in de bedoeling, de plaats, het leerplan en de eindexamen- eischen van alle vakken te herzien ir, den geest, die voor het lager onderwijs zal gelden. Intusschen zal reeds- bij het begin van den nieuwen cursus een belangwekkende proefne ming op onderwijsgebied wor den ondernomen: er zal wor den geopend een Nederlandsche Jagen de kou er uit. Doos 10 en 50ct. instelling voor volksche opvoe ding (afgekort N. I. V. O.), die in den trant van de Duitsche national-politische Erziehungs- anstalt zal worden ingericht, maar op Nederlandsche leest zal worden geschoeid. In deze school worden jongens van den leeftijd, die geschikt is voor de middelbare school, opgenomen, Zij leven daar als in een kostschool en ontvangen een opvoeding, die ge richt is op een harmonische ont wikkeling van geest en lichaam. Naast de studie van de belangrijk ste vakken van het M. O. (waarbij Nederlandsch het hoofdvak is) staat een veelzijdige ontwikkeling op het gebied van lichaamsoefe ningen en sport. Binnenkort volgen er over deze N. I. V. O. nadere me- dedeelingen. Intusschen wacht dus vooral het lager onderwijs een jaar,, waarin be langrijke dingen worden voorbereid. Onnoodig te zeggen, dat ook het on derwijs in het Nederlandsch, zoowel als andere onderdeelen van het leerplan aan een nauwgezet onder zoek zullen worden onderworpen. Mededeelingen daarover worden op geschorst totdat de maatregelen ver der uitgewerkt zullen zijn. ook eenradiocursus modelzweefvliegtuig- bouw in september. De persdienst van den Neder- landschen Omroep maakt het vol gende bekend: Eenigen tijd geleden is medege deeld, dat de Nederlandsche om roep duizend Nederlandsche jon gens tusschen twaalf en achttien jaar in de gelegenheid zal stellen om van 13 tot en met 23' Augustus een radiocursus modelzweefvlieg- tuigbouwen te volgen. Echter staat de omroep thans voor het feit, dat zich meer dan 2200 jongens voor de deelname hebben omgegeven, terwijl er slechts duizend bouwpakketten be schikbaar zijn. Deze pakketten zijn inmiddels aan 1000 jongens afgezonden; doch wat gebeurt er nu met de overige 1200? Voor hen zal in September een tweede cursus worden georga niseerd. De daarvoor benoodigde pakketten zijn reeds besteld en er wofdt in twee fabrieken met man en macht gewerkt om ze tijdig klaar te krijgen. Al diegenen, die zich hebben op gegeven en geen bouwpakket heb ben ontvangen, worden automa tisch overgeschreven naar den tweeden cursus en ontvangen in de tweede helft van September het bouwpakket thuis. Ter vermijding van misverstand wordt er op gewe zen, dat nieuwe aanmeldingen niet meer worden aangenomen. Men is verplicht te verduis teren tusschen zonsondergang en zonsopgang, dus heden avond Maans op- en ondergang 13 Augustus: inval in speelhol. Op het'vermoeden dat in een woning aan de Valckeniersstraat te Amsterdam gelegenheid werd ge geven tot hazardspel, heeft de politie Maandag daar een inval ge daan. Twaalf personen waren bezig met klaverjassen en pokerspel en werden met de bewoners naar het bureau J. D. Meijerplein gebracht. generaal seyffardt sprak tot het nederlandsche Volk. Gisteravond hield luitenant-ge neraal H. A. Seyffardt, chef van het Vrijwilligerslegioen Nederland, over den zender Hilversum I een toespraak tot het Nederlandsche volg,- ter opwekking van hen, die nog niet besloten hebben, zich mede in te zetten voor den strijd tegen het bolsjewisme. Hij herin nerde aan het vertrèk van de bei de contingenten, op 26 Juli en den vorigen Donderdag, vol enthou siasme, naar Krakau, waar hun Ne derlandsche kameraden hen met het oranje-wit-blauwe vaandel hebben opgewacht. En wanneer straks een derde contingent zal zijn gevolgd, zal daar een krachtige eenheid staan, die met vertrouwen kan worden ingezet daar waar het Duitsche opperbevel dat noodig acht. Zij zullen den naam van den Nederlandschen soldaat hoog hou den, naast de soldaten van de over winnende Duitsche legers. „Bah, wordt er hier in ons land gefluisterd, ging spr. voort. Over winnend? Alles opsnijderij. Zij worden daar bij duizenden in de pan gehakt". Zijn die fluister aars dan alles vergeten? vroeg spr. zich af, en dan memoreerde hij de veldtochten in Polen, Frankrijk, Noorwegen, den Balkan en Lybië. Och kom, vervolgde hij, die lie den weten dat alles wel, maar zij trachten elkaar op deze wijze moed in te fluisteren. Zij sugereeren nog een Engelsche overwinning op het vasteland van Europa, vooral nu de bolsjewiek te hulp snelt! En dan bekladden zij de ware vaderlanders, die een open oog hebben voor het groote wereldgebeuren, waarvan de fluisteraars en saboteurs niets be grijpen willen. Die schimpen dan, dat die mannen de oorlogsdagen van Mei 1940 vergeten zijn. Neen, die mannen hebben die droevige dagen niet vergeten. Het was ook te ver schrikkelijk, die strijd tusschen broe dervolken, die zijde aan zijde had den moeten vechten tegen den eeni gen werkelijken vijand van den vrede in Europa. Toen die strijd was gestreden en verloren, kwamen zij langzaam aan weer tot bezinning en begrepen, dat het onafwendbare was geschied. Want onze toenmalige regeering had al jaren aan den En- gelschen leiband geloopen, had zoo'n doofzichtige, schijnbare neu traliteitspolitiek bedreven, dat een kind zich daardoor niet om den. tuin zou hebben laten leiden. Zij had toen het te laat was grootsche plannen om het leger, dat zij mate rieel en moreel in den grond had geboord, weer op te bouwen. Voort gaande, schilderde spr. het hier te lande gebeurde in de Meidagen van 1940 met de arrestatie van duizen den landgehooten. En thans heeft die zelfde regee ring onder pressie van Engeland zich solidair verlaard met de Sov jet-horden, die de Westersche be schaving en cultuur wilden gaan verwoesten. Dat optreden heeft me de den stoot gegeven aan het be sluit een Nederlandsch legioen te vormen, dat zal meevechten tegen het afschuwelijke bolsjewisme. Maar omdat de fluisteraars dat alles niet kunnen ontkennen, komen zij weer met iets anders en vragen: zijt gij den eed van trouw vergeten, dien ge eens hebt afgelegd? Daarop kan ik antwoorden: neen vergeten is dat niet. En ik kan respect hebben voor hen, die zich nog gebonden voelen. Maar talloozea chtenswaardige man nen hebben gevoeld, dat zij geen waarde meer konden hechten aan dien eed tegenover een regeering, welke het door dien eed gewrochte verband eenzijdig verbrak, toen zij ons vaderland in het meest kritieke moment verliet. Neen, gij smettenwerpers, gij treft hen niet, die het legioen organisee- ren en evenmin treft gij hen, wier leeftijd en gezondheid het hun mo gelijk maakt daadwerkelijk ten strijde te trekken. Zij hebben het rustige vertrouwen, dat zij hun va derland op de beste wijze hebben gediend. Dat zal de toekomst bewij zen, dan zult gij in uw schulp krui pen! Tenslotte wekte spr. op tot dienstneming of als dat niet moge lijk is tot steun met een gave aan de legioen-ambulance. 125. Het was een tumult van belang, want het bleef maar stikkedonker en omdat er geen enkel raam in de zaal was, kon niemand een han<j voor ogen zien. Daar moest wat bijzonders aan de hand zijn, dacht Klompertje, als daar maar geen ongeluk ken van komen. 126. Ineens ging het licht weer aan. Dat was een op luchting iedereen blij dat niets was beurd. en was er ge- Maar jawel, dat had den ze lelijk mis, want daar was me de fon kelende ster uit de kroon van den ko ning verdwe nen. De die naar, die Klompertje gebracht had, zag het onmid dellijk. Uit het hoe Führer, 13 Ar perbevel van bekend: In de Z. Ot divisies infant pen van het D de bondgenoot vens van de den vijand. De den strijd gen; verliezen. Aan van het O. fro len van Duitsi succesen. Vrij vechtsvliegtuigi den afgelooper spoorwegknoop bied ten W. ve treffende wijze brandbommen. In den strijd ravitailleeringss nietigden gevec dag bij de Fe vrachtschepen, brt. en brachtei nacht voor de C land een koo 5000 brt. tot zi nachtelijke aai luchtwapen wa op wapenfabrie ham, alsmede oj Berlijn, 13 Aug vulling op het verneemt het D.I zijde, dat de 12de een zwarte dag luchtmacht was. overdag en des x op de Kanaalkust, bied, verloren d totaal 58 vliegtuig geen Duitsche ver den afweer der aj dag werden 42 E door jagers, afwec ne-artillerie neerg werden 16 machrr De versterkte B in het W. stuit du den energieken Duitschen afweer, sche actie, die zoc brengt, geen scha industrie of milita veroorzaakt. Men dat de grootere 1 Britsche luchtmac klaard door druk v zooals begrijpelijk schen te worden. Aan het O. front D.N.B. voorts, acht bonden strijdkrach' lijke Oekraine den rugwijkenden vijan ken marschen. De Sovjets, die daarbij wordt gedwongen, groote verliezen. O van het front wor aanvallen met su waarbij opnieuw i pen ingesloten en vernietigd werden, luchtmacht bombare belangrijke spool achter het Sovjet-fi lende, wijze. Vergee Sovjets de nieuwe, ties tot staan te bre r" d.e Zuidelijke de Duitsche luchti bijzonder hevige ai op de punten, waa Vluchtende Sovjet! rnGii, om don Dnjep Aan het Oostelijl de Sovjets, naar he in de laatste 24 uui vernietigd. Vier e keerden niet op hun een aanval van neg< pers der Sovjets on acht jagers, heeft Wintergerst gisterei menwerpers neer, worden talrijke sue Duitsche luchtmach het Oostelijk front u

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 6