Klompertje Klomp
DE DIRIGENT
}ll
ERP
entrale
feuilleton
I
eiling ge-
eiling en
STUUR.
Toezicht op uitvoering
ziektewet.
OPROEP.
GEMENGD NIEUWS
Een oplossing voor het achterlicht-probleem
mom
PUBLICATIES
VRAAG EH AANROR
36 cent per vifS regels
IVOROLDe Kwalifeits-tandpaste.
EEN ECHTE HOLLANDSE JONGEN
ww
NIEUWS IN 'I KORT
1
II f
I
lp
'KP
Pagina 6
ALKMAARSCHE COURANT VAN DINSDAG 2 SEPTEMBER 1941.
O
CO o.
0 m
o CH CS
o a;
•M .S
Oh
•ïi J3
O "55 L.
HO
<44
5V2 uur.
ur.
ANDEN.
N A"
raat 45
Alkmaar-
leverancier.
25 jaar
sloot, en
e nieuwe
gen en
lag van
BTIGDE
een vastgestelde
en richtlijn te
gebracht mogen
iber.
.1 groenten of
van de beste
en lager moeten
op de beste
0.08 per kg
0.22
st«
0.19
99
0.15
99
99
0.10
99
99
0.14
if
kg
1 0.17
99
99
I 0.14
99
99
0.17
99
St.
0.14
99
99
0.11
99
99
V 0.07
5*
0.11
kg
0.20
99
99
0.13
ft
99
0.08
99
99
0.07
99
St.
0.13
99
kg
0.20
99
J®
0.13
99
99
0.10
99
99
0.20
99
99
Éi)) 0.62
99
St.
0.32
99
0.20
99
99
o.io
99
99
n) 0.91
99
kg
spin
0.76
99
99
0.54
99
99
0.32
99
99
z.
0.54
99
99
0.39
99
99
0.17
99
99
e
0.35
99
99
0.17
99
99
0.25
0.17
ïkige
0.10
0.54
0.20
0.42
0.20
0.35
0.20
ti 0.07
0.07 i>
per kg berekend
npelen gewogen
orgen van aard-
rden. Voor het
rorden, met dien
vordt.
er kg of per bos
mortelen vóór het
ekening gebracht
raL
Benoemingen door
den secr.-generaal.
's-Gravenhage, 1 September. Bij
besluit van den secretaris-generaal
van het departement van sociale
zaken is wijziging gebracht in den
algemeenen maatregel van bestuur
betreffende het college van toe
zicht op de uitvoering van de ziek
tewet door de erkende bedrijfsver-
eenigingen.
Thans is bepaald, dat, indien
de werkgevers- of werknemers-
vereenigingen, op wier voor
dracht tweederde van het aan
tal leden van dit college is be
noemd, worden opgeheven, het
lidmaatschap van de op voor
dracht dier opgeheven vereeni-
gingen benoemde personen ver
valt. De secretaris-generaal van
het departement benoemt in hun
plaats nieuwe werkgevers-, on
derscheidenlijk arbeidersleden.
Voorts heeft de secretaris-gene
raal bepaald, dat, indien- door het
ontbreken van werkgevers- en of
arbeidersleden in het bestuur van
een bedrijfsvereeniging gevaar be
staat, dat de bedrijfsvereeniging
haar taak niet naar behooren kan
voortzetten, het college van toe
zicht bevoegd is de noodige maat
regelen voor de voortzetting van de
werkzaamheden der bedrijfsvereeni
ging te treffen, b.v. door de be
stuursbevoegdheid op te dragen aan
den administrateur der bedrijfsver
eeniging. Dit besluit treedt heden in
werking door haar afkondiging in
de Staatscourant van hedenavond.
Van ladder gevallen. - Terwijl
de 15-jarige schildersknecht G. J.
Krol, gistermiddag aan een, perïeel
'aan de Assendorperstraat te Zwolle
werkzaamheden verrichtte, viel hij,
door onbekende oorzaak, van den
ladder. Hij was vrijwel op slag dood.
Uitgesloten slagers. - Het Rijks
bureau voor de voedselvoorziening
lin oorlogstijd maakt bekend, dat
wederom acht slagers wegens frau
duleuze slachtingen of het voor
handen hebben van vleesch, af
komstig van frauduleuze slachtin
gen, voor geruimen tijd van een toe-
Wijzing van vee en vleesch door de
Neder landsche Veehouderijcentrale
'zijn uitgesloten. Tegen deze slagers
'is proces-verbaal opgemaakt.
Doodelijk ongeval. - Zondag
middag is de 56-jarige motorrijders
S. Ansems, uit Tiliburg, op den rijks
weg BredaTilburg onder de ge
meente Huiten, op een vrachtauto
gereden. A. was op slag dood. De
36-jarige echtgenoote van A., die op
de duo zat, kreeg een schouderfrac
tuur. v
Bommen op Teheran.
's-Gravenhage, 2 September.
Dezer dagen, brachten de cou
ranten het ontstellende bericht dat
de Sovjets (hoewel de vijandelijk
heden In Iran gestaakt zijn) voort
gaan met het bombardeeren, o.a
van de hoofdstad Teheran.
Ziehier de mentaliteit der Sovjets
ziehier een voorproefje van
wat de bevolking van Iran te wach
ten staat, als straks de volgelingen
van Stalin de macht in handen zul
len hebben.
De bommen op Teheran zijn een
aanmaning voor hen, die nog steeds
niet schijnen te beseffen, waarom
Adolf Hitler Europa bewaard heeft,
toen hij zijn legers opdracht gaf de
Sovjet-Unie binnen te rukken en
het bolsjewisme te vernietigen, Dei-
zelfde bommen die op Teheran ge
worpen worden, zouden zonder het
tijdig ingrijpen van de Duitsche
weermacht en met haar verbonden
legers, nu op onze eigen steden
neerhageien.
De bommen op Teheran zijn even
zooveel bewijzen dat de duizenden
Nederlanders die zich melden voor
ons legioen en die intussehen reeds'
naar het oosten vertrokken zijn, een
plicht gaan vervullen, die vervuld
móét worden, in het belang van ons
eigen land en volk.
Ons eigen land, ons eigen volk
verwacht van u, dat u weet dat ook
uw plaats is in de gelederen van het
Almeloër ontdekt middel om
lostrillen te voorkomen.
Koninginnegracht 22,
's-Gravenhage.
GEMEENTELIJK BUREAU VOOR
OCIALE ZAKEN.
Bekendmaking.
De directeur van het Gemeente
lijk Bureau voor Sociale Zaken
deelt aan belanghebbenden mede,
dat gedurende hel tijdvak van
Woensdag 3 September tot en met
Dinsdag 9 September 1941 de vol
gende kleuren bonnen geldig zijn:
Margarinebonnen bruine kleur;
Vetbonnen rose kleur.
Alkmaar, 2 September 1941.
De directeur voornoemd,
v. d. HEUVEL.
(Dinsdags en Vrijdags inzenden.)
WOENSDAGS EN ZATERDAGS
Alléén 2de handsch goederen.
uitsluitend a contant.
Een schoenmaker die
niet bjj zyn leest bleef.
Bij de wielrijders heeft het ach
terlichtje nooit bijzonder in de
gratie gestaan. Toen het eindelijk
verplichtend werd gesteld, zag men
het groote nut en de noodzakelijk
heid er niet van in, later moest het
worden afgeschermd en weer later
kwam het voorschrift, dat 't lichtje
aan bepaalde eischen moet voldoen.
Men sprak toen van 'n „achter
lichtjes-misère", vooral ook omdat
het gemakkelijker gezegd dan ge
daan is om het achterlichtje onder
elke weersomstandigheid te laten
branden.
Nu we al ruim naderhalf jaar
„verduisterd" leven zal er wel geen
wielrijder meer zijn, die niet over
tuigd is van het nut en de noodza
kelijkheid van eèn goed brandend
rood achterlicht, al is het nog
steeds een bron van voortdurende
zorg. Nu eens is het een versleten
of afgeknapte draad, kortsluiting of
doorgebrand lampje, dan weer be
merkt men, dat het lichtje is uitge
gaan, terwijl hst even tevoren nog
brandde, waarvan de oorzaak vaak
moet worden gezocht in het feit,
dat het lampje is losgetrild en geen
contact meer maakt. Dit is van het
begin af zoo geweest en zal ook wel
zoo blijven, totdat ons achterlichtje
oodanig geperfectionneerd is, dat
storingen nagenoeg niet meer voor-
komen.
Een flinke stap in deze richting
is thans gedaan, dank zij de uit
vinding van den heer J. W. F. Ch.
de .Leur, wonende aan den Nijrees-
weg te Almelo, die een instrumen
tje heeft weten te vervaardigen,
waardoor o.m. het lostrillen van
het lampje in de fitting kan worden
voorkomen.
Op deze vinding heeft de heer De
Leur, thans octrooi verkregen.
Dit was voor ons aanleiding hem
eens in zijn klein? schoenmakerij
aan de Tuinstraat op te zoeken. De
hamer werd voor enkele oogen-
blikken neergelegd, de leest werd
n eindje aan den kant geschoven,
de juffrouw, die een rijwielband
wilde laten repareeren waar
schoenmakers tegenwoordig al niet
goed voor zijn! werd vlug de
aeur „uitgewerkt" en met eenigen
trots haalde onze uitvinder een
groote enveloppe onder het spijker
kistje vandaan; „Dat is het"
We hadden het Octrooibewijs, dat
v Dor den heer De Leur nu een on
schatbare waarde vertegenwoordigt
en een officieele erkenning is van
zijn uitvinding, in onze handen.
Het is een frahi uitgevoerd en
zeer officieel stuk, gesierd met een
oranje lint en daarin staat te lezen,
159. Nou, dat W '"obd< ««.«.it
zou wel voor
elkaar komen, |„VI„tw,U£„4,
meende Klom- R-"'J >wt€.
pertje. Hij had
al zoveel kar
weitjes met
succes opge
knapt, dat kon
er nog wel bij.
Wat, zouden ze
in Palingdam
wel van hem
zeggen, als ze
wisten, dat hij
tot geheim
koerier van
den Maanko-
ning was be
vorderd
160. Koning
Mano Rexo gaf
Klompertje
een brief mee,
waarop het
adres stond,
waar hij die
geheime pa
pieren zou
moeten halen.
Dat was net
iets voor een
Hollandse jon
gen. Typis
toch, dat zo'n
vreemde ko
ning hem met
een maar ver
trouwde. Och,
hoe kon het
ook anders
dat aan A W. F. Oh. de Leur te
Almelo door den Octrooiraad octrooi
is verleend op een „Inrichting ter
beveiliging van gloeilampen met
schroeffitting tegen lostrillen".
Het Octrooibewijs is uitgereikt
25 Augustus van dit jaar.
Dan volgt een technische be
schrijving van de „inrichting", die
niet meer is dan een stukje staal
draad op een bepaalde wijze gebo
gen en in de fitting van het achter
lichtje bevestigd.
In erg officieele taal staat er in
het» Octrooibewijs, dat het is „een
veerend orgaan, bestaande uit een
enkelen metalen draad, die zooda
nig gevormd is, dat hij bestaat uit
twee beenen, die eenerzijds verbon
den zijn door een schroefsluiting,
die het eigenlijke veerende ele
ment vormt en bij ingeschroefde
lamp tegen de bovenzijde daarvan
aanligt en aan hun andere einden
haakvormig zijn omgebogen met
behulp van welke» haakjes het or
gaan scharnierbaar en zijdelings
veerend in den lamphouder beves
tigd kan worden."
Kunt u er zich aan de hand van
deze beschrijving een voorstelling
van maken?
In minder officieele taal is het
een doodeenvoudig staaldraadje, dat
op zulk een wijze gebogen en in de
fitting bevestigd is, dat het
lampje iedere mogelijkheid om los
te trillen ontneemt, doch aan den
anderen kant geen drukkende wer
king uitoefent, maar een veerend
geheel vormt.
Je moet maar op de gedachte
komen om het op deze manier te
doen
Hoe de heer D© Leur er op ge
komen is, heeft hij ons verteld. Het
bleek ons daarbij, dat hij reeds in
1939 zijn uitvinding heeft gedaan,
die eerst na twee jaar geoctrooieerd
werd. Je krijgt immers gelukkig
niet zoo maar een octrooi!
Het begon hem te vervelen
Het was in het begin van 1939,
zoo vertelde de heer De Leur, dat
mij het gezeur met het achterlich
tje dik begon te vervelen. Het ding
wilde vaak niet branden en als je
dacht dat hét weer in orde was,
,werd je onderweg aangehouden
omdat het achterlicht niet brand
de Mijn kinderen ondervonden
hetzelfde. Het werd echt vervelend.
Ik heb toen de fitting eens aandach
tig bekeken en ben aan het knut
selen gegaan. Ik boog een staal
draadje op de manier, zooals u reeds
weet, boorde twee gaatjes in de
fitting, deed da beide einden van
het draadje daar in en vanaf dat
oogenblik is mijn achterlichtje nooit
meer uitgegaan. De oorzaak van het
niet branden van het lichtje was
n.l. gelegen in het lostrillen van
het lampje, een euvel dat zich in
deze dagen, nu wordt aangeraden
steeds met harde banden te rijden,
heel vaak voorkomt
Ik besefte heelemaal niet dat ik
een uitvinding had gedaan, dat ik
iets had gemaakt, dat voor alle
wielrijders bruikbaar zou zijn.
Maar ik liet het d'ing eens een keer
zien aan Ir. B. ter Brugge, leeraar
van het Chr. Lyceum, die tegen me
rei: Neem er patent op.
En zoo ging de aanvrage weg,
die op 25 April 1939 te tien uur,
zooals op het Octrooibewijs staat
geschreven, in Den Haag is ont
vangen.
Een teleurstellend
antwoord.
Eerst na drie maanden kreeg ik
bericht. Ik had er in het begin niet
veel gedachten op, dat het iets zou
worden, maar algemeen was men
van meendng dat het instrumentje
een geheel nieuwe vinding was en
dus in aanmerking kwam voor een
octrooi. Het bericht luidde echter,
dat in het vooronderzoek was ge
bleken, dat het instrumentje niet
voor octrooi bestemd was, aange
zien er al iets dergelijks in Amerika
was, waarop ook octrooi bestond.
Dat Amerikaansche octrooi heb
ik toen maar eens aangevraagd.'De
beschrijving was in de Engelsche
taal gesteld, doch iemand heeft het
voor me vertaald en toen bleek me,
dat er sinds 1920 al een octrooi be
stond op een instrumentje dat veel
op het mijne geleek, maar toch lang
niet hetzelfde was.
Daarna ben ik naar Mr. Sybran-
dy gestapt en die heeft een groot
stuk voor me opgesteld.
Weer na drie maanden kwam er
antwoord: de uitvinding was reeds
bekend. Dit was de conclusie van
ae vooronderzoekers en u kunt zich
voorstellen, dat ik met spanning de
uitspraak van den Octrooiraad heb
afgewacht. In Maart van verleden
jaar kreeg ik een oproep om voor
den Octrooiraad te verschijnen.Wat
hiervan de bedoeling was, wist ik
niet. Ik dacht, ze zullen me wel
even willen vertellen, dat mijn in
strumentje geen uitvinding is. Maar
ik ging. er heen, al zag ik er wel
wat tegen op. Je weet immers nooit
wat ze je vragen zullen.
In het groote gebouw aange
komen, werd ik al spoedig naar een
kamer gebracht, waar twee heeren
zaten en een juffrouw die alles wat
er gezegd werd, op schreef.
U kunt zich mijn verbazing voor-
.éllsn, toen ik hoorde dat de heeren
het met het vooronderzoek niet
eens waren, mijn uitvinding als
nieuw beschouwden en bereid
waren er octrooi op te verleenen.
Op een paar vragen moest ik nog
antwoord geven en ik verliet het
gebouw met de mededeeling, dat
na een jaar het octrooi zou worden
bevestigd.
Toen kwam de oorlog, ik hoorde
er niets meer van en dacht, dat er
niets van kwam.
Plotseling kreeg ik echter bericht,
dat mijn octrooi o*p een bepaalden
datum openbaar zou worden ge
maakt en dat ik geld moest sturen.
Het was voor mij nogal een vrij
groot bedrag. Ik heb een eenvou
dige schoenmakerij, waarvan ik met
mijn gezin kan leven, maar meer
ook niet. Goede raad was duur. Ik
(Foto H. Lugt, Almelo)
heb toen een paar oude machines
verkocht en zoo kwam ook dat
voor elkaar.
En Maandag j.l. kwam 't Octrooi
bewijs. Zoo is het gegaan.11
Hebt u al van die instrumen
tjes in den handel gebracht?
Ja zeker, een goede kennis van
me heeft er buiten de stad een be
trekkelijk groot aantal geplaatst bij
rij wielhandelaren,
En wat was het oordeel van
deze menschen?
Heel gunstig.
Bestond er voor u een speciale
reden om buiten de stad met den
verkoop te beginnen?
Och meneer, u weet toch ook
wel, dat een profeet in zijn eigen
stad niet geëerd is.
Wat zijn nu uw verdere plan
nen?
De tijdsomstandigheden zijn
niet gunstg, het materiaal dat ik
noodig heb mag niet meer verwerkt
worden.
Voorloopig wacht ik af, maar het
is wel mijn bedoeling het octrooi in
eigen hand te houden, tenzij
enfin, dat behoef ik u niet te ver
tellen.
Hierna heeft de heer De Leur
zoo'n instrumentje voor ons ver
vaardigd. In enkele minuten was
het gereed met een klein machien
tje, dat door den heer De Leur
eveneens zelf is gemaakt. Het is,
zoo vertelde hij ons, een onderdeel
van een naaimachine.
Hiermee wordt de vereischte
'orm aan het staaldraadje gegeven.
Voor het aanbrengen van de haak
jes heeft onze uitvinder eveneens
een klein, maar handig apparaat
vervaardigd. Het is maar een weet,
zoo besloot schoenmaker De Leur,
die nu eens niet bij zijn leest bleef.
Sov^t-vliegtuigen naar Was
hington. (D.N.B.) - Te Nome in
Alaska zijn, naar de Associated
Press meldt, twee watervliegtuigen
der Sovjets aangekomen, die op weg
rijn naar Washington. De beide
vliegtuigen hadden 47 passagiers
aan boord, die allen voorzien waren
van diplomatenpassen.
Vlaamsch-nationaal zangers
feest te Brussel. (A.N.P.) - Een
groot aantal mannen-, vrouwen-,
jongens- en meisjeskoren heeft gis
teren op de aloude Groote Markt al-
te Brussel het Vlaaansch-nationale
zangfeest gevierd, dat een bijzonder
karakter kreeg door den indrukwek-
kenden gemeenschappelijken zang
van Vlaamsche volks- en vrijheids
liederen. De bekende Vlaamsche
dichter en activist Wies Moens hield
een vurige rede.
Brandstichting te Royat. (D.N.B.)
Te Royat (Fr.) is in den afgeloopen
nacht de bedrijfsafdeeling van het
plaatselijke Casino door brandstich
ting grootendeels vernietigd. De 21-
jarige dader, Jacques Longuet ge-
heeten, is gearresteerd. Er wordt
een onderzoek ingesteld.
Vliegtuigongeluk in Frankrijk.
(D.N.B.) - Een Fransch passagiers
vliegtuig is gister op weg naar Tou
louse in het meer van Bolmon ge
stort. Alle dertien inzittenden kwa
men om. Onder hen bevond zich
een lid van de Fransch-Italiaansche
wapenstilstandscommissie.
Negen dooden bij treinongeluk
Spanje. (D.N.B.) - Bij Tablade
is gister een trein, als gevolg van een
verkeerden wisselstand ontspoord.
Twee treiften vielen omver, waar
bij negen personen cm het leven
kwamen. Talrijke reizigers werden
levensgevaarlijk gewond.
Britsche vliegtuigen beven
Duitsch gebied. (D.N.B.) - Het En
gelsche tuehtwapen is in den afge
loopen nacht met zwakke strijd
krachten het Westen van Duitsch-
land binnengevlogen. Behalve scha
de aan huizen ontstond geen mili
taire of militair-economische schade.
Een vijandelijk vliegtuig werd door
het Duitsche afweergeschut neerge
schoten.
DOOR O. R.
5)
Hjj monsterde de meisjes, vond
hier geen arbeidsstof het type
was te eenvoudig geen mogelijk
heden tot afzonderen, geen tegen
stand, die bron kon zijn van ver
denking.
Toen ze weer buiten in den cor
ridor waren, vroeg hij aan Tenas:
,,Het zou van belang voor me zijn,
te weten, of er tusschen Stroganoff
en enkele meisjes een intieme ver
houding heeft bestaan".
Tenas fronste de wenkbrauwen:
zijn gezicht kreeg een samengekne
pen, bittere uitdrukking.
„Een enkele?" zei hij. „Waar
schijnlijk allemaal! Dat was zoo
zijn gewoonte".
Van Mieth knikte. Nu begreep hij
den inspiciënt Tenas beter, dien
mathematischen man, die lang niet
zonder hartelijkheid was bij al zijn
systematiek. Er bestond ongetwij
feld een band van absoluut ver
trouwen tusschen hem en deze inge
wikkelde schaar jonge meisjes, voor
wie hij tegelijkertijd voogd, tolk en
bemiddelaar was. Nog in de deur
keerde hij zich tot haar om, en zijn
dorre gezicht plooide zich tot een
glimlach, geruststellend en vrien
delijk. Hij hief de linkerhand op:
Nu was het voorbij! en knikte tot
afscheid.
„Nu wensch ik", zei Van Mieth,
„de verschillende zangers systema
tisch te verhooren. Ik verzoek u,
mij den weg te wijzen naar mon
sieur Paschkiris kleedkamer"
Een lange magere man stond voor
hen, toen de deur, die Paschkin's vi
sitekaartje droeg, van binnen ge
opend werd.
„Ja, ik ben Paschkin", zei hij. „Ik
heb uw bezoek' al verwacht. Neemt
u plaats". Hij voer nerveus door
het vertrek en schoof op den groo-
ten divan zijn barderobe bij elkaar:
den brokaten kaftan en pels van den
Bojaar, borstels en kammen van
met zilver ingelegd schildpad.
„Hier, gaat u zitten, gaat u zit
ten!"
Hij was nog in het zijden costuum
van de groote acte. De mouwen van
zijn kanten hemd vielen over zijn
knokkels, maar zijn voeten staken
in een paar moderne sloffen. De
Bojarenpruik hing aan een kapstok
boven den kostbaren toitletspiegel
een druipende bos bloedroode
manen. En de tenor vertoonde nog
de grime van den Bojaar met ge
schilderde zwarte wenkbrauwen en
smachtende, rood opgezwollen
oogen. Over de witte schminklaag
liepen kronkelende sporen van tra
nen; en nu voer hij, na een be
angsten blik in den spiegel met de
poederkwast over zijn gezicht, zich
hullend in een wolk van het witte
meel. Maar daarop zonk hij in el
kaar op den divan, gebogen en slap,
de handen tuschen dè enkels saam-
gevouwen.
„U bent gekomen om mij te ver
hooren. U kunt me vragen: ik zal
vertellen wat ik weet, alles al
les!"
En op Van Mieth's uitnoodiging
begon hij verslag te doen, afgebro
ken door tusschenpoozen, waarin hij
opstond en dramatisch de handen
uitstrekte, verward rondwarend tus
schen zijn garderobe, die op den
grond slingerde, jammerend, ander
maal grijpend naar de poederkwast,
begon te vertellen van dat vree-
selijke oogenblik vanavond, toen hij
midden in de groote scène, net voor
zijn groote triomf-aria, in een
oogenblik van buitengewone gedis
poneerdheid en conditie, onderbro
ken werd door dien valhet geluid
van iets kolossaals, gigantesks,\ dat
omviel
„Ah! de muziek in mijn hart stond
stil op dat oogenblik, de toon ver
liet mij, alsof de ziel uit mijn
lichaam ging Ik zag hem niet val
len. Maar ik zag plotseling die ga
pende leegte die hij achterliet
die zwarte poel van leegheid in de
ruimte de plaats, die van den
Meester was geweestU weet niet,
neen, u weet niet, monsieur, wat hij
beduidde voor mij, voor mijn leven,
voor mijn kunst, mijn geliefde, hoo-
ge leven, voor mijn kunst, mijn,ge
liefde, hooge Meester!Verder
weet ik niets, niets, dan dat ik
mezelf in den foyer vond staan, ge
heel in de war, vragend aan ieder
een, die me voorbij liep, wat er ge
beurd was, maar niemand wist het
ware. Toen ging ik hierheen. En
eerst een oogenblik geleden kreeg
ik te hooren ah! het verschrik
kelijke
„Van wie hebt u het gehoord,
monsieur Paschkin?"
„Van Sadi. Hij kwam hier
even bij me, hij was beneden op het
tooneel geweestzei, dat de politie
er bij was gekomen".
„Kunt u niet eenig licht in deze
zaak verspreiden, zoodat we ten-
ministe iets hebben om ons naar te
richten?"
„Neen- Niets! Verder weet ik
niets".
„Weet u ook, weet u misschien
toevallig, of er iemand van het per
soneel gewapend pleegt rond te loo-
pen met eeri revolver, bijvoor
beeld?"
Paschkin kreeg een schok, zag
scherp en uitvorschend van Mieth
aan. „Revolver? Nee Hij stond
snel op, ging voelen, of de deur af
gesloten was, kwam terug, ging
zitten, en keek van Mieth recht in
de oogen.
„Zei ik nee? Maar ik bedoel ja.
Vandaag heb ik gezien..." hij hield
op.
,,Het is uw plicht, deze inlichting
te geven", zei van Mieth.
„Dat weet ik. Dat weet ik heel
goed. En daar er niets, absoluut
mets achter zit, doe ik niemand
kwaad met het te vertellen. Nu dan
weet u: Ik zat vandaag tegen één
uur in het groote theater-café hier
onder in het gebouw, toen er ln
mijn tegenwoordigheid een betreu
renswaardig voorval plaats had".
„Wacht even. Waren er, behalve
u, nog meer leden van de opera te
genwoordig?"
„Ja, zoowat allemaal. Zelfs de ko
risten zijn er getuige van geweest,
die zaten namelijk achter in de zaal
thee te drinken. Het ging zoo: Op
eens komt Sadi binnen loopen. Mei
zijn pels aan en zijn bontmuts op.
Voor het raam zit Mile Chervais,
onze sopraan, en tegenover haar
heeft een paar minuten tevoren
monsieur Stroganoff plaats geno
men. Hij buigt zich over 't tafeltje
heen, lachend, beminnelijk als al
tijd. Ik geloof, dat hij zijn rechter
hand over haar beide handen legde
ja, nu weet ik het: zij had hand
schoenen aan, en haar handen lagen
gevouwen op t&fel. Zij verroerde
zich- niet, maar ze zat hem aan te
kijken op diezelfde versluierde ma
nier ah! ik ken dat zooals alle
■vrouwen nu eenmaal Stroganoff
aankeken in een soort roes, be
neveling weet ik het.
Van Mieth viel hem niet in de re
de. Paschkin sprak verder, terwijl
hij voor zich uit staarde,' als zag hij
het tooneel, dat hij beschreef, weer
voor zich.
„Maar op dit oogenblik is het, dat
Sadi binnenkomt, woedend, wit van
kwaadheid, hij houdt stil en staat
voorover tegen het tafeltje aange
leund, met zijn rug naar mij toe,
midden tusschen de twee in Stroga
noff blijft lachen. Hij zit te spelen
met een lucifers-étui, staat niet op,
maar kijkt vragend op naar Sadi, al
glimlachend die groote handen van
hem toonend. Wat ze zeggen kan ik
niet verstaan. Maar toen hoor ik
Sadi iets roepen, zie hem in den zak
van zijn pels grijpen ,en in het vol
gende oogenblik zwaait hij een klein
blinkend revolvertje door de lucht,
gaat eenige passen achteruit en
strekt zijn arm
„En schoot hij?" vroeg van Mieth,
ondanks zich zelff meegesleept door
het verhaal.
(Wordt vervolgd).
uil