Klompertje Klomp DE DIRIGENT }ll ERP entrale feuilleton I eiling ge- eiling en STUUR. Toezicht op uitvoering ziektewet. OPROEP. GEMENGD NIEUWS Een oplossing voor het achterlicht-probleem mom PUBLICATIES VRAAG EH AANROR 36 cent per vifS regels IVOROLDe Kwalifeits-tandpaste. EEN ECHTE HOLLANDSE JONGEN ww NIEUWS IN 'I KORT 1 II f I lp 'KP Pagina 6 ALKMAARSCHE COURANT VAN DINSDAG 2 SEPTEMBER 1941. O CO o. 0 m o CH CS o a; •M .S Oh •ïi J3 O "55 L. HO <44 5V2 uur. ur. ANDEN. N A" raat 45 Alkmaar- leverancier. 25 jaar sloot, en e nieuwe gen en lag van BTIGDE een vastgestelde en richtlijn te gebracht mogen iber. .1 groenten of van de beste en lager moeten op de beste 0.08 per kg 0.22 st« 0.19 99 0.15 99 99 0.10 99 99 0.14 if kg 1 0.17 99 99 I 0.14 99 99 0.17 99 St. 0.14 99 99 0.11 99 99 V 0.07 5* 0.11 kg 0.20 99 99 0.13 ft 99 0.08 99 99 0.07 99 St. 0.13 99 kg 0.20 99 J® 0.13 99 99 0.10 99 99 0.20 99 99 Éi)) 0.62 99 St. 0.32 99 0.20 99 99 o.io 99 99 n) 0.91 99 kg spin 0.76 99 99 0.54 99 99 0.32 99 99 z. 0.54 99 99 0.39 99 99 0.17 99 99 e 0.35 99 99 0.17 99 99 0.25 0.17 ïkige 0.10 0.54 0.20 0.42 0.20 0.35 0.20 ti 0.07 0.07 i> per kg berekend npelen gewogen orgen van aard- rden. Voor het rorden, met dien vordt. er kg of per bos mortelen vóór het ekening gebracht raL Benoemingen door den secr.-generaal. 's-Gravenhage, 1 September. Bij besluit van den secretaris-generaal van het departement van sociale zaken is wijziging gebracht in den algemeenen maatregel van bestuur betreffende het college van toe zicht op de uitvoering van de ziek tewet door de erkende bedrijfsver- eenigingen. Thans is bepaald, dat, indien de werkgevers- of werknemers- vereenigingen, op wier voor dracht tweederde van het aan tal leden van dit college is be noemd, worden opgeheven, het lidmaatschap van de op voor dracht dier opgeheven vereeni- gingen benoemde personen ver valt. De secretaris-generaal van het departement benoemt in hun plaats nieuwe werkgevers-, on derscheidenlijk arbeidersleden. Voorts heeft de secretaris-gene raal bepaald, dat, indien- door het ontbreken van werkgevers- en of arbeidersleden in het bestuur van een bedrijfsvereeniging gevaar be staat, dat de bedrijfsvereeniging haar taak niet naar behooren kan voortzetten, het college van toe zicht bevoegd is de noodige maat regelen voor de voortzetting van de werkzaamheden der bedrijfsvereeni ging te treffen, b.v. door de be stuursbevoegdheid op te dragen aan den administrateur der bedrijfsver eeniging. Dit besluit treedt heden in werking door haar afkondiging in de Staatscourant van hedenavond. Van ladder gevallen. - Terwijl de 15-jarige schildersknecht G. J. Krol, gistermiddag aan een, perïeel 'aan de Assendorperstraat te Zwolle werkzaamheden verrichtte, viel hij, door onbekende oorzaak, van den ladder. Hij was vrijwel op slag dood. Uitgesloten slagers. - Het Rijks bureau voor de voedselvoorziening lin oorlogstijd maakt bekend, dat wederom acht slagers wegens frau duleuze slachtingen of het voor handen hebben van vleesch, af komstig van frauduleuze slachtin gen, voor geruimen tijd van een toe- Wijzing van vee en vleesch door de Neder landsche Veehouderijcentrale 'zijn uitgesloten. Tegen deze slagers 'is proces-verbaal opgemaakt. Doodelijk ongeval. - Zondag middag is de 56-jarige motorrijders S. Ansems, uit Tiliburg, op den rijks weg BredaTilburg onder de ge meente Huiten, op een vrachtauto gereden. A. was op slag dood. De 36-jarige echtgenoote van A., die op de duo zat, kreeg een schouderfrac tuur. v Bommen op Teheran. 's-Gravenhage, 2 September. Dezer dagen, brachten de cou ranten het ontstellende bericht dat de Sovjets (hoewel de vijandelijk heden In Iran gestaakt zijn) voort gaan met het bombardeeren, o.a van de hoofdstad Teheran. Ziehier de mentaliteit der Sovjets ziehier een voorproefje van wat de bevolking van Iran te wach ten staat, als straks de volgelingen van Stalin de macht in handen zul len hebben. De bommen op Teheran zijn een aanmaning voor hen, die nog steeds niet schijnen te beseffen, waarom Adolf Hitler Europa bewaard heeft, toen hij zijn legers opdracht gaf de Sovjet-Unie binnen te rukken en het bolsjewisme te vernietigen, Dei- zelfde bommen die op Teheran ge worpen worden, zouden zonder het tijdig ingrijpen van de Duitsche weermacht en met haar verbonden legers, nu op onze eigen steden neerhageien. De bommen op Teheran zijn even zooveel bewijzen dat de duizenden Nederlanders die zich melden voor ons legioen en die intussehen reeds' naar het oosten vertrokken zijn, een plicht gaan vervullen, die vervuld móét worden, in het belang van ons eigen land en volk. Ons eigen land, ons eigen volk verwacht van u, dat u weet dat ook uw plaats is in de gelederen van het Almeloër ontdekt middel om lostrillen te voorkomen. Koninginnegracht 22, 's-Gravenhage. GEMEENTELIJK BUREAU VOOR OCIALE ZAKEN. Bekendmaking. De directeur van het Gemeente lijk Bureau voor Sociale Zaken deelt aan belanghebbenden mede, dat gedurende hel tijdvak van Woensdag 3 September tot en met Dinsdag 9 September 1941 de vol gende kleuren bonnen geldig zijn: Margarinebonnen bruine kleur; Vetbonnen rose kleur. Alkmaar, 2 September 1941. De directeur voornoemd, v. d. HEUVEL. (Dinsdags en Vrijdags inzenden.) WOENSDAGS EN ZATERDAGS Alléén 2de handsch goederen. uitsluitend a contant. Een schoenmaker die niet bjj zyn leest bleef. Bij de wielrijders heeft het ach terlichtje nooit bijzonder in de gratie gestaan. Toen het eindelijk verplichtend werd gesteld, zag men het groote nut en de noodzakelijk heid er niet van in, later moest het worden afgeschermd en weer later kwam het voorschrift, dat 't lichtje aan bepaalde eischen moet voldoen. Men sprak toen van 'n „achter lichtjes-misère", vooral ook omdat het gemakkelijker gezegd dan ge daan is om het achterlichtje onder elke weersomstandigheid te laten branden. Nu we al ruim naderhalf jaar „verduisterd" leven zal er wel geen wielrijder meer zijn, die niet over tuigd is van het nut en de noodza kelijkheid van eèn goed brandend rood achterlicht, al is het nog steeds een bron van voortdurende zorg. Nu eens is het een versleten of afgeknapte draad, kortsluiting of doorgebrand lampje, dan weer be merkt men, dat het lichtje is uitge gaan, terwijl hst even tevoren nog brandde, waarvan de oorzaak vaak moet worden gezocht in het feit, dat het lampje is losgetrild en geen contact meer maakt. Dit is van het begin af zoo geweest en zal ook wel zoo blijven, totdat ons achterlichtje oodanig geperfectionneerd is, dat storingen nagenoeg niet meer voor- komen. Een flinke stap in deze richting is thans gedaan, dank zij de uit vinding van den heer J. W. F. Ch. de .Leur, wonende aan den Nijrees- weg te Almelo, die een instrumen tje heeft weten te vervaardigen, waardoor o.m. het lostrillen van het lampje in de fitting kan worden voorkomen. Op deze vinding heeft de heer De Leur, thans octrooi verkregen. Dit was voor ons aanleiding hem eens in zijn klein? schoenmakerij aan de Tuinstraat op te zoeken. De hamer werd voor enkele oogen- blikken neergelegd, de leest werd n eindje aan den kant geschoven, de juffrouw, die een rijwielband wilde laten repareeren waar schoenmakers tegenwoordig al niet goed voor zijn! werd vlug de aeur „uitgewerkt" en met eenigen trots haalde onze uitvinder een groote enveloppe onder het spijker kistje vandaan; „Dat is het" We hadden het Octrooibewijs, dat v Dor den heer De Leur nu een on schatbare waarde vertegenwoordigt en een officieele erkenning is van zijn uitvinding, in onze handen. Het is een frahi uitgevoerd en zeer officieel stuk, gesierd met een oranje lint en daarin staat te lezen, 159. Nou, dat W '"obd< ««.«.it zou wel voor elkaar komen, |„VI„tw,U£„4, meende Klom- R-"'J >wt€. pertje. Hij had al zoveel kar weitjes met succes opge knapt, dat kon er nog wel bij. Wat, zouden ze in Palingdam wel van hem zeggen, als ze wisten, dat hij tot geheim koerier van den Maanko- ning was be vorderd 160. Koning Mano Rexo gaf Klompertje een brief mee, waarop het adres stond, waar hij die geheime pa pieren zou moeten halen. Dat was net iets voor een Hollandse jon gen. Typis toch, dat zo'n vreemde ko ning hem met een maar ver trouwde. Och, hoe kon het ook anders dat aan A W. F. Oh. de Leur te Almelo door den Octrooiraad octrooi is verleend op een „Inrichting ter beveiliging van gloeilampen met schroeffitting tegen lostrillen". Het Octrooibewijs is uitgereikt 25 Augustus van dit jaar. Dan volgt een technische be schrijving van de „inrichting", die niet meer is dan een stukje staal draad op een bepaalde wijze gebo gen en in de fitting van het achter lichtje bevestigd. In erg officieele taal staat er in het» Octrooibewijs, dat het is „een veerend orgaan, bestaande uit een enkelen metalen draad, die zooda nig gevormd is, dat hij bestaat uit twee beenen, die eenerzijds verbon den zijn door een schroefsluiting, die het eigenlijke veerende ele ment vormt en bij ingeschroefde lamp tegen de bovenzijde daarvan aanligt en aan hun andere einden haakvormig zijn omgebogen met behulp van welke» haakjes het or gaan scharnierbaar en zijdelings veerend in den lamphouder beves tigd kan worden." Kunt u er zich aan de hand van deze beschrijving een voorstelling van maken? In minder officieele taal is het een doodeenvoudig staaldraadje, dat op zulk een wijze gebogen en in de fitting bevestigd is, dat het lampje iedere mogelijkheid om los te trillen ontneemt, doch aan den anderen kant geen drukkende wer king uitoefent, maar een veerend geheel vormt. Je moet maar op de gedachte komen om het op deze manier te doen Hoe de heer D© Leur er op ge komen is, heeft hij ons verteld. Het bleek ons daarbij, dat hij reeds in 1939 zijn uitvinding heeft gedaan, die eerst na twee jaar geoctrooieerd werd. Je krijgt immers gelukkig niet zoo maar een octrooi! Het begon hem te vervelen Het was in het begin van 1939, zoo vertelde de heer De Leur, dat mij het gezeur met het achterlich tje dik begon te vervelen. Het ding wilde vaak niet branden en als je dacht dat hét weer in orde was, ,werd je onderweg aangehouden omdat het achterlicht niet brand de Mijn kinderen ondervonden hetzelfde. Het werd echt vervelend. Ik heb toen de fitting eens aandach tig bekeken en ben aan het knut selen gegaan. Ik boog een staal draadje op de manier, zooals u reeds weet, boorde twee gaatjes in de fitting, deed da beide einden van het draadje daar in en vanaf dat oogenblik is mijn achterlichtje nooit meer uitgegaan. De oorzaak van het niet branden van het lichtje was n.l. gelegen in het lostrillen van het lampje, een euvel dat zich in deze dagen, nu wordt aangeraden steeds met harde banden te rijden, heel vaak voorkomt Ik besefte heelemaal niet dat ik een uitvinding had gedaan, dat ik iets had gemaakt, dat voor alle wielrijders bruikbaar zou zijn. Maar ik liet het d'ing eens een keer zien aan Ir. B. ter Brugge, leeraar van het Chr. Lyceum, die tegen me rei: Neem er patent op. En zoo ging de aanvrage weg, die op 25 April 1939 te tien uur, zooals op het Octrooibewijs staat geschreven, in Den Haag is ont vangen. Een teleurstellend antwoord. Eerst na drie maanden kreeg ik bericht. Ik had er in het begin niet veel gedachten op, dat het iets zou worden, maar algemeen was men van meendng dat het instrumentje een geheel nieuwe vinding was en dus in aanmerking kwam voor een octrooi. Het bericht luidde echter, dat in het vooronderzoek was ge bleken, dat het instrumentje niet voor octrooi bestemd was, aange zien er al iets dergelijks in Amerika was, waarop ook octrooi bestond. Dat Amerikaansche octrooi heb ik toen maar eens aangevraagd.'De beschrijving was in de Engelsche taal gesteld, doch iemand heeft het voor me vertaald en toen bleek me, dat er sinds 1920 al een octrooi be stond op een instrumentje dat veel op het mijne geleek, maar toch lang niet hetzelfde was. Daarna ben ik naar Mr. Sybran- dy gestapt en die heeft een groot stuk voor me opgesteld. Weer na drie maanden kwam er antwoord: de uitvinding was reeds bekend. Dit was de conclusie van ae vooronderzoekers en u kunt zich voorstellen, dat ik met spanning de uitspraak van den Octrooiraad heb afgewacht. In Maart van verleden jaar kreeg ik een oproep om voor den Octrooiraad te verschijnen.Wat hiervan de bedoeling was, wist ik niet. Ik dacht, ze zullen me wel even willen vertellen, dat mijn in strumentje geen uitvinding is. Maar ik ging. er heen, al zag ik er wel wat tegen op. Je weet immers nooit wat ze je vragen zullen. In het groote gebouw aange komen, werd ik al spoedig naar een kamer gebracht, waar twee heeren zaten en een juffrouw die alles wat er gezegd werd, op schreef. U kunt zich mijn verbazing voor- .éllsn, toen ik hoorde dat de heeren het met het vooronderzoek niet eens waren, mijn uitvinding als nieuw beschouwden en bereid waren er octrooi op te verleenen. Op een paar vragen moest ik nog antwoord geven en ik verliet het gebouw met de mededeeling, dat na een jaar het octrooi zou worden bevestigd. Toen kwam de oorlog, ik hoorde er niets meer van en dacht, dat er niets van kwam. Plotseling kreeg ik echter bericht, dat mijn octrooi o*p een bepaalden datum openbaar zou worden ge maakt en dat ik geld moest sturen. Het was voor mij nogal een vrij groot bedrag. Ik heb een eenvou dige schoenmakerij, waarvan ik met mijn gezin kan leven, maar meer ook niet. Goede raad was duur. Ik (Foto H. Lugt, Almelo) heb toen een paar oude machines verkocht en zoo kwam ook dat voor elkaar. En Maandag j.l. kwam 't Octrooi bewijs. Zoo is het gegaan.11 Hebt u al van die instrumen tjes in den handel gebracht? Ja zeker, een goede kennis van me heeft er buiten de stad een be trekkelijk groot aantal geplaatst bij rij wielhandelaren, En wat was het oordeel van deze menschen? Heel gunstig. Bestond er voor u een speciale reden om buiten de stad met den verkoop te beginnen? Och meneer, u weet toch ook wel, dat een profeet in zijn eigen stad niet geëerd is. Wat zijn nu uw verdere plan nen? De tijdsomstandigheden zijn niet gunstg, het materiaal dat ik noodig heb mag niet meer verwerkt worden. Voorloopig wacht ik af, maar het is wel mijn bedoeling het octrooi in eigen hand te houden, tenzij enfin, dat behoef ik u niet te ver tellen. Hierna heeft de heer De Leur zoo'n instrumentje voor ons ver vaardigd. In enkele minuten was het gereed met een klein machien tje, dat door den heer De Leur eveneens zelf is gemaakt. Het is, zoo vertelde hij ons, een onderdeel van een naaimachine. Hiermee wordt de vereischte 'orm aan het staaldraadje gegeven. Voor het aanbrengen van de haak jes heeft onze uitvinder eveneens een klein, maar handig apparaat vervaardigd. Het is maar een weet, zoo besloot schoenmaker De Leur, die nu eens niet bij zijn leest bleef. Sov^t-vliegtuigen naar Was hington. (D.N.B.) - Te Nome in Alaska zijn, naar de Associated Press meldt, twee watervliegtuigen der Sovjets aangekomen, die op weg rijn naar Washington. De beide vliegtuigen hadden 47 passagiers aan boord, die allen voorzien waren van diplomatenpassen. Vlaamsch-nationaal zangers feest te Brussel. (A.N.P.) - Een groot aantal mannen-, vrouwen-, jongens- en meisjeskoren heeft gis teren op de aloude Groote Markt al- te Brussel het Vlaaansch-nationale zangfeest gevierd, dat een bijzonder karakter kreeg door den indrukwek- kenden gemeenschappelijken zang van Vlaamsche volks- en vrijheids liederen. De bekende Vlaamsche dichter en activist Wies Moens hield een vurige rede. Brandstichting te Royat. (D.N.B.) Te Royat (Fr.) is in den afgeloopen nacht de bedrijfsafdeeling van het plaatselijke Casino door brandstich ting grootendeels vernietigd. De 21- jarige dader, Jacques Longuet ge- heeten, is gearresteerd. Er wordt een onderzoek ingesteld. Vliegtuigongeluk in Frankrijk. (D.N.B.) - Een Fransch passagiers vliegtuig is gister op weg naar Tou louse in het meer van Bolmon ge stort. Alle dertien inzittenden kwa men om. Onder hen bevond zich een lid van de Fransch-Italiaansche wapenstilstandscommissie. Negen dooden bij treinongeluk Spanje. (D.N.B.) - Bij Tablade is gister een trein, als gevolg van een verkeerden wisselstand ontspoord. Twee treiften vielen omver, waar bij negen personen cm het leven kwamen. Talrijke reizigers werden levensgevaarlijk gewond. Britsche vliegtuigen beven Duitsch gebied. (D.N.B.) - Het En gelsche tuehtwapen is in den afge loopen nacht met zwakke strijd krachten het Westen van Duitsch- land binnengevlogen. Behalve scha de aan huizen ontstond geen mili taire of militair-economische schade. Een vijandelijk vliegtuig werd door het Duitsche afweergeschut neerge schoten. DOOR O. R. 5) Hjj monsterde de meisjes, vond hier geen arbeidsstof het type was te eenvoudig geen mogelijk heden tot afzonderen, geen tegen stand, die bron kon zijn van ver denking. Toen ze weer buiten in den cor ridor waren, vroeg hij aan Tenas: ,,Het zou van belang voor me zijn, te weten, of er tusschen Stroganoff en enkele meisjes een intieme ver houding heeft bestaan". Tenas fronste de wenkbrauwen: zijn gezicht kreeg een samengekne pen, bittere uitdrukking. „Een enkele?" zei hij. „Waar schijnlijk allemaal! Dat was zoo zijn gewoonte". Van Mieth knikte. Nu begreep hij den inspiciënt Tenas beter, dien mathematischen man, die lang niet zonder hartelijkheid was bij al zijn systematiek. Er bestond ongetwij feld een band van absoluut ver trouwen tusschen hem en deze inge wikkelde schaar jonge meisjes, voor wie hij tegelijkertijd voogd, tolk en bemiddelaar was. Nog in de deur keerde hij zich tot haar om, en zijn dorre gezicht plooide zich tot een glimlach, geruststellend en vrien delijk. Hij hief de linkerhand op: Nu was het voorbij! en knikte tot afscheid. „Nu wensch ik", zei Van Mieth, „de verschillende zangers systema tisch te verhooren. Ik verzoek u, mij den weg te wijzen naar mon sieur Paschkiris kleedkamer" Een lange magere man stond voor hen, toen de deur, die Paschkin's vi sitekaartje droeg, van binnen ge opend werd. „Ja, ik ben Paschkin", zei hij. „Ik heb uw bezoek' al verwacht. Neemt u plaats". Hij voer nerveus door het vertrek en schoof op den groo- ten divan zijn barderobe bij elkaar: den brokaten kaftan en pels van den Bojaar, borstels en kammen van met zilver ingelegd schildpad. „Hier, gaat u zitten, gaat u zit ten!" Hij was nog in het zijden costuum van de groote acte. De mouwen van zijn kanten hemd vielen over zijn knokkels, maar zijn voeten staken in een paar moderne sloffen. De Bojarenpruik hing aan een kapstok boven den kostbaren toitletspiegel een druipende bos bloedroode manen. En de tenor vertoonde nog de grime van den Bojaar met ge schilderde zwarte wenkbrauwen en smachtende, rood opgezwollen oogen. Over de witte schminklaag liepen kronkelende sporen van tra nen; en nu voer hij, na een be angsten blik in den spiegel met de poederkwast over zijn gezicht, zich hullend in een wolk van het witte meel. Maar daarop zonk hij in el kaar op den divan, gebogen en slap, de handen tuschen dè enkels saam- gevouwen. „U bent gekomen om mij te ver hooren. U kunt me vragen: ik zal vertellen wat ik weet, alles al les!" En op Van Mieth's uitnoodiging begon hij verslag te doen, afgebro ken door tusschenpoozen, waarin hij opstond en dramatisch de handen uitstrekte, verward rondwarend tus schen zijn garderobe, die op den grond slingerde, jammerend, ander maal grijpend naar de poederkwast, begon te vertellen van dat vree- selijke oogenblik vanavond, toen hij midden in de groote scène, net voor zijn groote triomf-aria, in een oogenblik van buitengewone gedis poneerdheid en conditie, onderbro ken werd door dien valhet geluid van iets kolossaals, gigantesks,\ dat omviel „Ah! de muziek in mijn hart stond stil op dat oogenblik, de toon ver liet mij, alsof de ziel uit mijn lichaam ging Ik zag hem niet val len. Maar ik zag plotseling die ga pende leegte die hij achterliet die zwarte poel van leegheid in de ruimte de plaats, die van den Meester was geweestU weet niet, neen, u weet niet, monsieur, wat hij beduidde voor mij, voor mijn leven, voor mijn kunst, mijn geliefde, hoo- ge leven, voor mijn kunst, mijn,ge liefde, hooge Meester!Verder weet ik niets, niets, dan dat ik mezelf in den foyer vond staan, ge heel in de war, vragend aan ieder een, die me voorbij liep, wat er ge beurd was, maar niemand wist het ware. Toen ging ik hierheen. En eerst een oogenblik geleden kreeg ik te hooren ah! het verschrik kelijke „Van wie hebt u het gehoord, monsieur Paschkin?" „Van Sadi. Hij kwam hier even bij me, hij was beneden op het tooneel geweestzei, dat de politie er bij was gekomen". „Kunt u niet eenig licht in deze zaak verspreiden, zoodat we ten- ministe iets hebben om ons naar te richten?" „Neen- Niets! Verder weet ik niets". „Weet u ook, weet u misschien toevallig, of er iemand van het per soneel gewapend pleegt rond te loo- pen met eeri revolver, bijvoor beeld?" Paschkin kreeg een schok, zag scherp en uitvorschend van Mieth aan. „Revolver? Nee Hij stond snel op, ging voelen, of de deur af gesloten was, kwam terug, ging zitten, en keek van Mieth recht in de oogen. „Zei ik nee? Maar ik bedoel ja. Vandaag heb ik gezien..." hij hield op. ,,Het is uw plicht, deze inlichting te geven", zei van Mieth. „Dat weet ik. Dat weet ik heel goed. En daar er niets, absoluut mets achter zit, doe ik niemand kwaad met het te vertellen. Nu dan weet u: Ik zat vandaag tegen één uur in het groote theater-café hier onder in het gebouw, toen er ln mijn tegenwoordigheid een betreu renswaardig voorval plaats had". „Wacht even. Waren er, behalve u, nog meer leden van de opera te genwoordig?" „Ja, zoowat allemaal. Zelfs de ko risten zijn er getuige van geweest, die zaten namelijk achter in de zaal thee te drinken. Het ging zoo: Op eens komt Sadi binnen loopen. Mei zijn pels aan en zijn bontmuts op. Voor het raam zit Mile Chervais, onze sopraan, en tegenover haar heeft een paar minuten tevoren monsieur Stroganoff plaats geno men. Hij buigt zich over 't tafeltje heen, lachend, beminnelijk als al tijd. Ik geloof, dat hij zijn rechter hand over haar beide handen legde ja, nu weet ik het: zij had hand schoenen aan, en haar handen lagen gevouwen op t&fel. Zij verroerde zich- niet, maar ze zat hem aan te kijken op diezelfde versluierde ma nier ah! ik ken dat zooals alle ■vrouwen nu eenmaal Stroganoff aankeken in een soort roes, be neveling weet ik het. Van Mieth viel hem niet in de re de. Paschkin sprak verder, terwijl hij voor zich uit staarde,' als zag hij het tooneel, dat hij beschreef, weer voor zich. „Maar op dit oogenblik is het, dat Sadi binnenkomt, woedend, wit van kwaadheid, hij houdt stil en staat voorover tegen het tafeltje aange leund, met zijn rug naar mij toe, midden tusschen de twee in Stroga noff blijft lachen. Hij zit te spelen met een lucifers-étui, staat niet op, maar kijkt vragend op naar Sadi, al glimlachend die groote handen van hem toonend. Wat ze zeggen kan ik niet verstaan. Maar toen hoor ik Sadi iets roepen, zie hem in den zak van zijn pels grijpen ,en in het vol gende oogenblik zwaait hij een klein blinkend revolvertje door de lucht, gaat eenige passen achteruit en strekt zijn arm „En schoot hij?" vroeg van Mieth, ondanks zich zelff meegesleept door het verhaal. (Wordt vervolgd). uil

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 5