Steuriuitkeering opgevoerd tot 70 °|0
von het loon.
Het ingang van 1 October.
ZWARE STRAFFEN WEGENS PLUNDERING
EN HELING.
Huizen onder kolenslik
bedolven.
ALKMAARSCHE COURANT VAN ZATERDAG 6 SEPTEMBER 1941.
Pagina 3
T£r%32buM H IH
/VOOR den aanvang van een persexcursie, georganiseerd van
wege het departement van sociale zaken, welke ten doel had,
den vertegenwoordigers der Nederlandsche dagbladpers een
inzicht te geven in hetgeen op het gebied van de werkverrui
ming in Noord-Brabant wordt gepresteerd, heeft de commissaris
van het N. V. V., de heer H. J. Woudenberg, den jour
nalisten enkele zeer belangrijke mededeelingen gedaan ten
aanzien van de werkloosheidsverzekering.
Zooals men weet, berust deze verzekering in Nederland op de
uitvoering door de vakbeweging, met staatstoezicht en staats
subsidie, m.a.w. iedere vakorganisatie heeft haar eigen werk-
loozenkas. Dit heeft tot gevolg, dat de voorschriften betreffende
plichten en uitkeeringsrechten zeer uiteenloopend zijn. Voor de
groote handarbeidersorganisaties bedragen de uitkeeringen ge
middeld 50 a 55 van het loon, niettegenstaande het werkloos
heidsbesluit 1917 de mogelijkheid opent van uitkeeringen tot
70 van het loon.
Het ligt nu in de bedoeling per 1 October a.s. de uitkeeringen
van de bij de N. V. V. aangesloten werkloozenkassen op te
voeren tot 70 met een maximumgrens naar boven, zonder
daarbij contributieverhooging in te voeren. Dit laatste is moge
lijk door de sterk afgenomen werkloosheid.
De heer Woudenberg herinnerde er voorts aan, dat ruim een
maand geleden de nieuwe loon- en arbeidsvoorwaardenregeling
voor de werkverruiming in werking is getreden. Daarbij is ge
bleken, dat bij de omschakeling niet alle arbeiders een direct
loonvoordeel konden boeken; er waren er zelfs, die, in verge
lijking met voorafgaande weken, eenigermate achteruit gingen.
De oorzaken daarvan zijn velerlei. In de eerste plaats toonden
de weken na de invoering een zoodanig regenverlet, dat het een
veelvoud vormde van het verlet in de weken, voorafgaande aan
den invoeringsdatum. In de tweede plaats zijn door de gelijk
schakeling in de tarieven, iets wat niet in het loonbesluit is
vastgelegd, talrijke misverstanden ontstaan, die tot loonachter-
uitgang aanleiding gaven. Het gevolg is geweest, dat thans,
mede dank zij de bemoeiingen van het N. V. V., door den Rijks
dienst op vele werken de tarieven worden herzien.
Hoe men de zaak ook beziet, vast staat, dat de nieuwe loon
regeling practisch geen achteruitgang kan geven, doch dat, zoo
deze zich toch voordoet, de oorzaken elders liggen. Vanzelf
sprekend zal het N. V. V. in samenwerking met het Departe-
ook trachten hierin een goede oplossing te vinden.
Een Rijksarbeidsbureau
wordt ingesteld.
Ui aansluiting op de mededee
lingen van den heer Woudenberg
belichtte vervolgens de heer A. Ver
meulen, leider der Sociaal-Economi
sche Afdeeling van het N.V.V., twee
aspecten van het werkloosheidspro
bleem, welke thans in het bijzonder
de aandacht vragen.
In de eerste plaats kan men onder
de huidige omstandigheden waarne
men, dat de werkloosheid in belang
rijke mate wordt beïnvloed door
grondstoffengebrek van wisselen
den omvang, terwijl in de tweede
plaats rekening moet worden gehou
den met de wijzigingen in de moge
lijkheden tot im- en export.
In het sociale leven voltrekken
zich groote veranderingen. Velen en
wel de besten onder ons volk, die
reeds jarenlang in practisehen en
theoretischen arbeid zich met sociale
vraagstukken bezig hielden, zien
zich thans ais het ware vereenigd
door de gedachte: „Een nieuwe or
dening der maatschappelijke ver
houdingen is noodzakelijk". Deze
nieuwe ordening zal de kapitalisti
sche productie vervangen, niet al
leen omdat deze verouderd is, maar
daarenboven voor den arbeider on
waardig. Niet de winst, maar de ar
beidende mensch zal weer doel der
productie worden.
Het zal dus zaak zijn, in de maat
schappij den beschikbaren arbeid te
ordenen en wel in die mate, dat de
drager van dezen arbeid op de voor
hem meest geëigende plaats werk
zaam is. Hiervoor is noodig een
staatsorgaan en wel een Rijksar
beidsbureau.
Teneinde een nauwkeurig over
zicht te kunnen verkrijgen van de
arbeidsmarkt, zal op iederen werker
in geval van werkloosheid de plicht
rusten, zich te laten inschrijven bij
het Rijksarbeidsbureau. Het Rijks
arbeidsbureau zal verder de beschik
king moeten hebben over gegevens,
aan de hand waarvan het bureau de
behoefte aan arbeiders door inkrim
ping en uitbreiding der productie
kan nagaan. Het Rijksarbeidsbureau
zal derhalve een belangrijke taak
vervullen bij de" beheersching van
de arbeidsmarkt.
Deze beheersching zal niet volko
men kunnen zijn. Eenige reserve aan
arbeid zal steeds aanwezig moeten
zijn.
Men denke hierbij slechts aan
werkloosheid door seizoenoorzaken
en den invloed van technische ver
beteringen. Het moet mogelijk zijn,
de werkloosheid tot een minimum
te beperken. Voor dit minimum, dus
het restant werkloozen, moeten er
twee dingen zijn, n.l. een arbeidsre
serve en een werkloosheidsverzeke
ring. Nu dient men de jongste reor
ganisatie van de Werkverruiming
juist in dit licht te zien. Hierin is de
arbeids-reserve-gedachte tot werke
lijkheid geworden. De cultuur-tech
nisch werken zijn n.l. bij uitstek ge
schikt om in wisselend tempo te
doen uitvoeren. Bij grootere werk
loosheid kan men veel van deze wer
ken laten uitvoeren en in een pe
riode met weinig werkloosheid, kan
men den omvang der cultuur-tech
nische werken inperken.
In de praktijk zal het echter voor
komen, dat tengevolge van tijdelijke
spannigen de werkverruiming niet
voldoende zal zijn om de geheele
werkloosheid op te vangen. Om deze
periode, welke uiteraard van korten
duur zal zijn, te overbruggen, is een
goede werkloosheidsverzekering on
misbaar.
De nieuwe verhooging van de uit
keeringen gaat uit van de gedachte,
dat de tijdelijk werklooze arbeider
zeker moet kunnen zijn van een re'
delijk bestaan en de werkloosheids
verzekering onttrokken moet wor
den aan de steunsfeer. Evenals uit
voorgaande sociale voorzieningen,
aan welker totstandkoming het
N.V.V. een belangrijk aandeel heeft
gehad, blijkt uit de veranderingen
in de werkloosheidsverzekering, dat
de werklooze arbeider wordt losge
rukt uit de steun- en armenzorg
sfeer.
Tot zoover de voor de Nederland
sche arbeiders ongetwijfeld zeer be
langrijke verklaringen van de voor
mannen van het N.V.V., die wij om
begrijpelijke redenen vooraf hebben
laten gaan aan ons verslag van de
excursie langs enkele cultuur-tech
nische werken in Noordbrabant.
Wat is werkverruiming?
Er bestaat nog altijd een categorie
van menschen, die meenen dat
werkverruiming weinig meer betee-
kent dan het den eenen dag doen
graven van een kuil, die men den
volgenden dag weer laat dicht
gooien. Maar zoo simpel, zoo geest-
doodend en improductief is hetgeen
op dit gebied wordt verricht, aller
minst.
Integendeel, als men den aard der
cultuurtechnische werken, die in
Noordbrabant in werkverruiming
worden uitgevoerd, nagaat, don moet
men wel tot de conclusie komen dat
het hier gaat om zeer belangrijke
objecten, waarvan de totstandko
ming welvaart en voorspoed zal
brengen in eens doodsche, verlaten
oorden. Op het lijstje van den cul-
tuurtechnischen dienst dan komen
voor: ontginning van woeste gron
den tot bouw- en weiland en tot
bosch, ontginning van bosch tot
bouw- en weiland, herontginning en
verbetering van bestaanden cultuur
grond en van bosschen, ontwate-
ringswerken, verbetering van slech
te zandwegen en aanleg van rijwiel
paden, ruilverkaveling en verzwa
ren van dijken.
Noord-Brabant biedt op dit ter
rein vele mogelijkheden; het bezit
nog groote complexen woeste gron
den, er bestaat groote behoefte aan
verbetering van de ontwatering, aan
ruilverkaveling, tal van onverharde
wegen vragen om herstel en veel
cultuurgrond is in vroeger jaren
onvoldoende ontgonnen, zoodat her
ontginning geen overbodige luxe is.
Doordat de werkloosheid in
Noord-Brabant aanvankelijk niet
zulke groote afmetingen had aange-
nopien als elders in den lande, is
men eerst in de laatste jaren er toe
overgegaan, de uitvoering van deze
werken met kracht ter hand te
nempn.
Gedurende het jaar 1940 bedroeg
vanaf 1 Maart tot 1 December het
gemiddeld aantal tewerkgestelden
6530, uitsluitend uit Noord-Brabant
zelf afkomstig. Over dezelfde perio
de v/aren gemiddeld 10170 personen
in zorg (steun- en werkverruiming
samen) zoodat dus bijna 2/3 deel
van het totale aantal was tewerkge
steld. Met inbegrip van de van el
ders afkomstige arbeiders bedroeg
het gemiddeld aantal tewerkgestel
den over dezelfde periode van 1940
7375 man. De maanden Januari,
Februari en Maart blijven hier bui
ten beschouwing, omdat er toen
tengevolge van den strengen winter
vrijwel niet gewerkt kon worden.
Het hoogste aantal tewerkgestel
den werd bereikt in de maand Juni,
n.l. ruim 11000.
Over het eerste halfjaar van 1941
bedroeg het gemiddeld aantal in
zorg zijnde personen 5931, waarvan
4270 waren tewerkgesteld of 72 pet.
Het hoogste aantal tewerkgestelden
bedroeg in dit tijdvak 7100. Dpze
WRAKKEN, NIETS DAN WRAKKENvernielde voertuigen van
den vijand op den autoweg MinskMoskou bij Jarzewo.
(Hoffmann)
Duiisch hooggerechtshof.
13 inwoners uit Den
Helder stonden terecht.
's-Gravenhage, 5 Sept. A.N.P.
Het Duitsche hoogerechtshof (Ober-
gericht) onder presidium van Kam-
mergerichtsrat dr. Randermann
heeft in het gebouw van den Hoogen
Raad te 's-Gravenhage eenige dagen
zitting gehouden ter behandeling
van een complex van diefstallen en
helingen van tallooze partijtjes le
vensmiddelen, rookwaren, sieraden
manufacturen en distributiekaarten
ten nadeele van ingezetenen van den
Helder in de periode van November-
Maart j.l.
Niet minder dan dertien verdach
ten waren in deze zaak gedagvaard,
van wie 'een tweetal als hoofdver
dachten in diverse inbraken en dief
stallen en de overigen wegens he
ling van gestolen artikelen.
De inbraken en diefstallen waren
nagenoeg alle gepleegd in de avond
uren tijdens de verplichte verduiste
ring en in magazijnen of woningen,
waarvan de bewoners 's nachts el
ders vertoefden in verband met het
gevaar voor luchtaanvallen, dat in
genoemde stad was te duchten.
Als eerste verdachte had zich ds
19-jarige loopjongen A. P. N. te ver
antwoorden, die een 15-tal plunde-
deringen van dezen aard, deels te
zamen met den 40-jarigen werkman
J. de G., zou hebben verricht.
Laatstgenoemde had reeds 24 ver
oordeelingen wegens diefstal, in
braak e.d. achter den rug. Derde
verdachte was de koopman J. N..
die de meeste der gestolen goederen
van A. P. N. en de G. opkocht of
verborg en die tezamen met zijn
vrouw des avonds thuis daartoe ont
ving.
Het geld, dat de gestolen waren
opbrachten, besteedden A.P.N. en
de G. in hoofdzaak voor amuse
mentsdoeleinden.
De overige verdachten speelden
in deze affaire minder belangrijke
rollen.
In zijn requisitoir legde Staatsan-
walt dr. Durth allereerst den nadruk
op den ernst van de door A. P. N.
gepleegde feiten: het stelen van
allerlei goederen uit winkels en
pakhuizen, tijdens de verduistering
en tijdens afwezigheid van de eige
naars wegens het gevaar van oor
logshandelingen. Op deze misdrij
ven staat principieel de doodstraf.
Slechts de jeugd van dezen verdach
te, die, toen de feiten werden be
gaan, nauwelijks achttien jaar was,
kan oorzaak zijn, dat hij den ernst
van zijn misdrijven niet in die mate
heeft beseft als met een volwassene
het geval zou zijn geweest.
Wat het echtpaar N. betreft, een
bekend spreekwoord zegt: de heler
is erger dan de steler. Zoo is het
ook hier gegaan, aldus spr., want,
indien J. N. de goederen had gewei
gerd, dan zou A. P. N. waarschijn
lijk niet met deze diefstallen zijn
doorgegaan.
Ook ten aanzien van de meeste
der overige van heling verdachten
was spreker van meening, dat in
ernstige mate schuld aanwezig was.
In het bijzonder de verdachten B. en
S., die de distributiekaarten in grool
ten getale van A. P. N. en de G. had
den „gekocht", moeten geweten
hebben, dat deze kaarten gestolen
waren.
Spr. eischte tegen A. P. N. een
tuchthuisstraf voor den tijd van tien
cijfers hebben alleen betrekking op
Brabantsche arbeiders.
De personen die thans nog in de
steunregeling zijn opgenomen, zijn,
behalve een aantal gedeeltelijk
werkloozen, vrijwel allen menschen,
die niet in staat zijn om grondwerk
te verrichten, hetzij wegens hun
leeftijd, hetzij wegens hun physieke
gesteldheid. Er zijn tientallen ge
meenten waar sinds geruimen tijd
niemand meer in de steunregeling
is opgenomen. Men kan dan ook
veilig izeggen, dat iedereen in Bra
bant die kan en wil werken, ook
inderdaad bij de werkverruiming
geplaatst kan worden.
jaren, tegen J. N. vijf jaren tucht
huisstraf, tegen de echtgenoote van
J. N. een jaar en zes maanden tucht
huisstraf, tegen B. en S. ieder twee
jaar en zes maanden gevangenis
straf, tegen zekeren D., die even
eens een groot deel van den buit had
gekocht, een jaar en zes maanden
gevangenisstraf en tegen vier andere
verdachten geldboeten van 120 tot
300.
Slechts ten aanzien van twee ver
dachten, het echtpaar K., oordeelde
spreker het bewijs niet wettig en
overtuigend geleverd, zoodat voor
hen vrijspraak werd gevraagd.
Ten opzichte van den verdachte
de G. gaf dr. Durth in overweging
de behandeling af te scheiden en een
onderzoek naar diens geestestoe
stand in te stellen, omdat G. beweer
de meermalen aan geestesziekte ge
leden te hebben.
Als verdedigers traden op mr. C.
R. C. Wijckerheld Bisdom uit den
Haag en mr. Th. J. Eskens uit Am
sterdam. Zij vroegen, evenals de
verdachten met uitzandering van
het echtpaar K., een mildere bestraf
fing.
Hét hooggerechtshof veroordeelde
heden A. P. N. tot tien jaren tucht
huisstraf, J. N. tot vijf jaren idem
en twee verdachten tot gevangenis
straffen van een jaar en minder,
terwijl enkele verdachten er met
geldboeten afkwamen. Twee verd.
(K. en echtgenoote) werden vrijge
sproken.
De behandeling van de zaak tegen
de G., zoomede die tegen B. en 3.,
welke daarmede verband hield,
werd uitgesteld.
De voorzitter van het Hoogge
rechtshof wees in het bijzonder op
de misdadige handelwijze van A. P.
N. en J. N., wier daden tot de groot
ste verontrusting der bewoners van
den Helder hadden geleid. De ernst
van de door hen begane misdrijven
heeft noodzakelijk geleid tot hun
zware bestraffing. Van de opleg
ging der doodstraf ten opzichte van
A. P. N. is slechts wegens diens on
voldoenden wasdom afgezien.
POSTVERKEER MET ROEMENIE.
De onlangs aangekondigde beper
kingen in het postverkeer met Roe
menië zijn grootendeels opgeheven.
Men kan thans naar dit land ver
zenden: gewone en aangeteekende
brieven en briefkaarten, geïllus
treerde briefkaarten, drukwerken
(ook visitekaartjes), monsters, akten,
briefpakjes en postpakketten (zonder
aangegeven waarde). De adressen en
de tekst van correspondentie voor
Roemenië mogen uitsluitend in de
Roemeensche, Duitsche, Italiaansche
en Fransche taal zijn gesteld, con-
nossementen ook in de Engelsche
taal. Drukwerken en monsters mogen
de volgens internationaal gebruik
toegelaten bijvoegingen en aandui
dingen niet bevatten. Alle postzen-
dingen van en voor Roemenië zijn
aan censuur onderworpen. De Roe
meensche administratie aanvaardt
geen aansprakelijkheid wegens ver
lies, enz. van aangeteekende stukken,
postpakketten, enz.
MAKELAAR IN SLEEPWERK
BINNENVAART.
Vandaag is de heer H. G. J. M.
Drabbe, voorzitter van de Vereeni-
ging van Scheepsbevrachters in Ne
derland en lid van de Vereeniging
van sleepagenten, beëedigd als make
laar in sleepwerk voor de Rijn- en
binnenvaart.
De eher Drabbe is de eerste, die
deze beëedigde functie vervult.
BUURMAN NAM DISTRIBUTIE
BESCHEIDEN WEG.
De marechaussee te Oudewater
kreeg aangifte van een diefstal van
distributiebescheiden. Een onder
zoek werd ingesteld en hierbij
kwam uit, dat een buurman van
den bestolene de distributiebeschei
den had gestolen en deze voor een
bedrag van 39 gulden aan een
caféhouder had verkocht. Zoowel
tegenden buurman als tegen den-
caféhouder is procesverbaal opge
maakt.
ALS DE LAMMEREN GROOT GENOEG ZIJN om
op „eigen beenen" te kunnen staan, worden zij van
de schapen weggehaald. Gedurende de volgende drie
maanden geven de schapen veel melk, die gebruikt
wordt voor de fabricage van schapenkaas en -boter.
West-Friesland staat bekend om zijn heerlijke ge
kruide schapenkaas. Schapen-melktijd.
(Polygoon-Kuiper)
DONDERDAGMIDDAG HEBBEN TALLOOZEN de bekende artiste
Julia Cuypers in den Stadsschouwburg te Amsterdam gefeliciteerd met
haar 71en verjaardag en 60-jarig tooneeljubileum. V.l.n.r. Marie van
Westerhoven, Rika Hopper-van Lier, de zoon van mevrouw Cuypers,
Jhr. van Riemsdijk, oud-directeur van het Rijksmuseum,
Cor van der Lugt en de jubilaresse.
(Polygoon-Noske)
ALG. VERGADERING NED.
HEIDEMAATSCHAPPIJ.
In het verloop van de gisteren
middag te Arnhem gehouden algë-
meene vergadering der Ned. Heide
maatschappij kwam aan de orde een
voorstel van de afd. Noordholland
boven het IJ, betreffende het be
houd van het natuurschoon met het
oog op de buitengewoon groote uit
breiding van de in cultuurbrenging
van gronden en terreinen. De afdee
ling acht het noodig, dat bij de
keuze van de bestemming van gron
den en terreinen voor cultuur-doel
einden op groote schaal, krachtig
wordt samengewerkt door alle or
ganisaties en regeeringslichamen
welke op dit terrein werkzaam zijn,
met de Ned. Heide Mij., om die ter
reinen, die voor behoud in ongerep-
ten toestand in aanmerking komen,
ook inderdaad te behouden en van
rijkswege aan te koopen of- finan
cieel te steunen, wanneer het parti
culiere initiatieff daartoe niet in
staat mocht zijn. In een praeadvies
betuigde de raad van commissaris
sen zijn instemming met het streven
tot bescherming en behoud van na
tuurschoon. Gezien hetgeen den
laatsten tijd van overheidswege
wordt ondernomen om op dit gebied
coördinatie te scheppen (men denke
slechts aan de instelling van het na
tionale plan) was de raad van com
missarissen van meening, dat op het
oogenblik geen aanleiding bestond
tot het doen van bepaalde stappen
door particuliere instanties. Geadvi
seerd werd te volstaan met instem
ming te betuigen met de algemeene
strekking van het ingediende ont
werp. Na eenige discussie waarbij
het streven tot behoud van het na
tuurschoon algemeen werd onder
steund, werd het advies van den
raad van commissarissen aangeno
men.
DE LANGEMARCKSTUDIE.
's-Gravenhage, 5 Sept. (ANP).
Op de persconferentie te 's-Graven-
hage sprak heden de heer B. H.
Staal van het Nederlandsch Bureau
van de Langemarckstudie, Waals-
dorperweg 12 te 's-Gravenhage.
De heer Staal deelde o.m. mede,
dat thans in een tiental Duitsche ste
den de Langemarckscholen opgericht
zijn. Hier vinden jongelui van 1724
jaar, die da lagere school doorloopen
hebben en nadien een of ander be
roep uitoefenen of een vakopleiding
ontvingen, een tweejarige opleiding,
die met de middelbare school gelijk
staat en de poorten opent tot de
hoogeschool of universiteit. De leer
lingen kiezen hun studievak zelve,
doch moeten dit doen in de richting
van hun oude beroep of beroeps
opleiding. De Langemarckstudie is
dus meer sociale vervangster van
het systeem van rijksstudiebeurzen,
familieleden, enz. Bij dit laatste
systeem werd te eenzijdig op intel
lect gelet. De Langemarckstudie is
daarentegen volksch, let op den gan-
schen mensch en stelt opvoeding bo
ven opleiding. Ze schift de candida-
ten niet slechts op aanleg, doch voor
al op karakter en voorts op lichame
lijke gezondheid en afstamming; ze
vraagt zich af of haar leerlingen
later plichtsbewuste mannen zullen
zijn, die geenszins op de gemeen
schap zullen parasiteeren, doch haar
dienen. Harmonische, alzijdige ont
wikkeling is het deel.
Voor jonge mannen uit Nederland
is thans deze studie ook opengesteld.
De opleiding voor dien duurt 2)4
jaar. Zij komen in het internaat te
Hannover. Na elk half jaarsch semes
ter volgt een flinke vacantie. De op
leiding is kosteloos, evenals de uni
versiteitsopleiding hierna. Bovendien
kunnen zij, na de studie aan een
Duitsche hoogeschool of een univer
siteit begonnen te zijn (dit is ver
plicht) deze in Nederland beëindi
gen. Verplichtingen voor den tijd na
de beëindiging der studie behoeft
niemand op zich te nemen.
Wie zich aanmelden wil, wende
zich tot het in den aanhef van dit
bericht genoemd adres.
CLANDESTIENE HANDEL IN
THEE.
Eenige dagen geleden kreeg de
politie te Winschoten een aanwijzing,
dat aldaar een drietal personen ver
toefden, die in het bezit zouden zijn
van thee. De politie stelde een on
derzoek in en vond in een viertal
koffers van deze personen 62 kg. thee,
die clandestien gekocht bleken te zijn
in Rotterdam. De betrokkenen zijn
gearresteerd.
Voorts werden aangehouden twee
personen uit Zwaagwesteinde, die
eveneens trachtten een hoeveelheid
clandestien verkregen thee aan den
man te brengen. Hier werd 9 kg.
thee in beslag genomen.
Bij den inbraak in een goederen
loods van de Stoomtram Mij. Ooste
lijk Groningen, werd kort geleden
een hoeveelheid thee gestolen, toebe-
hoorend aan een winkelier te Oude-
Pekela. Bij het politieonderzoek
kwam aan het licht, dat deze thee
thans weer in het bezit was van den
betrokken winkelier, die op deze
wijze voor de tweede maal zijn eigen
thee had .gekocht van den dief, die
kon worden gearresteerd. Een kleine
boeveelheid thee kon nog in beslag
worden genomen.
In de zoogenaamde Huskenskolo-
nie, een nederzetting van mijnwer
kers der Oranje Nassaumijn te Heer
len, is Woensdagavond tussehen
zeven en acht uur geheel onver
wacht een hooge dijk aan den voet
van een steenberg bezweken. Een
groote massa kolenslik, die door
dezen dijk werd tegengehouden,
kwam in beweging, overstroomde
als lava de terreinen en kwam zelfs
terecht op verschillende huizen van
de kolonie, in sommige zelfs tot
ruim een halven meter hoogte. Deze
zware brijachtige massa richtte in
kamers, keukens en kelders veel
schade aan. Een klein half uur bleef
het slik in actie en met leede oogen
moest worden aangezien, hoe deze
brandstof veel vernielde buiten op
het veld en in de huizen. Vooral de
Maasstraat werd getroffen. De
menschen trachtten nog te redden
van de meubelen, wat zij konden..
Enkele wegen werden totaal onbe
gaanbaar. Den geheelen Donderdag
zijn mijnwerkers bezig geweest met
de opruimingswerken. Intusschen is
veel kolenslik, een in de mijnstreek
populaire brandstof, door de bewo
ners der kolonie mee naar huis ge
voerd.