Steuriuitkeering opgevoerd tot 70 °|0 von het loon. Het ingang van 1 October. ZWARE STRAFFEN WEGENS PLUNDERING EN HELING. Huizen onder kolenslik bedolven. ALKMAARSCHE COURANT VAN ZATERDAG 6 SEPTEMBER 1941. Pagina 3 T£r%32buM H IH /VOOR den aanvang van een persexcursie, georganiseerd van wege het departement van sociale zaken, welke ten doel had, den vertegenwoordigers der Nederlandsche dagbladpers een inzicht te geven in hetgeen op het gebied van de werkverrui ming in Noord-Brabant wordt gepresteerd, heeft de commissaris van het N. V. V., de heer H. J. Woudenberg, den jour nalisten enkele zeer belangrijke mededeelingen gedaan ten aanzien van de werkloosheidsverzekering. Zooals men weet, berust deze verzekering in Nederland op de uitvoering door de vakbeweging, met staatstoezicht en staats subsidie, m.a.w. iedere vakorganisatie heeft haar eigen werk- loozenkas. Dit heeft tot gevolg, dat de voorschriften betreffende plichten en uitkeeringsrechten zeer uiteenloopend zijn. Voor de groote handarbeidersorganisaties bedragen de uitkeeringen ge middeld 50 a 55 van het loon, niettegenstaande het werkloos heidsbesluit 1917 de mogelijkheid opent van uitkeeringen tot 70 van het loon. Het ligt nu in de bedoeling per 1 October a.s. de uitkeeringen van de bij de N. V. V. aangesloten werkloozenkassen op te voeren tot 70 met een maximumgrens naar boven, zonder daarbij contributieverhooging in te voeren. Dit laatste is moge lijk door de sterk afgenomen werkloosheid. De heer Woudenberg herinnerde er voorts aan, dat ruim een maand geleden de nieuwe loon- en arbeidsvoorwaardenregeling voor de werkverruiming in werking is getreden. Daarbij is ge bleken, dat bij de omschakeling niet alle arbeiders een direct loonvoordeel konden boeken; er waren er zelfs, die, in verge lijking met voorafgaande weken, eenigermate achteruit gingen. De oorzaken daarvan zijn velerlei. In de eerste plaats toonden de weken na de invoering een zoodanig regenverlet, dat het een veelvoud vormde van het verlet in de weken, voorafgaande aan den invoeringsdatum. In de tweede plaats zijn door de gelijk schakeling in de tarieven, iets wat niet in het loonbesluit is vastgelegd, talrijke misverstanden ontstaan, die tot loonachter- uitgang aanleiding gaven. Het gevolg is geweest, dat thans, mede dank zij de bemoeiingen van het N. V. V., door den Rijks dienst op vele werken de tarieven worden herzien. Hoe men de zaak ook beziet, vast staat, dat de nieuwe loon regeling practisch geen achteruitgang kan geven, doch dat, zoo deze zich toch voordoet, de oorzaken elders liggen. Vanzelf sprekend zal het N. V. V. in samenwerking met het Departe- ook trachten hierin een goede oplossing te vinden. Een Rijksarbeidsbureau wordt ingesteld. Ui aansluiting op de mededee lingen van den heer Woudenberg belichtte vervolgens de heer A. Ver meulen, leider der Sociaal-Economi sche Afdeeling van het N.V.V., twee aspecten van het werkloosheidspro bleem, welke thans in het bijzonder de aandacht vragen. In de eerste plaats kan men onder de huidige omstandigheden waarne men, dat de werkloosheid in belang rijke mate wordt beïnvloed door grondstoffengebrek van wisselen den omvang, terwijl in de tweede plaats rekening moet worden gehou den met de wijzigingen in de moge lijkheden tot im- en export. In het sociale leven voltrekken zich groote veranderingen. Velen en wel de besten onder ons volk, die reeds jarenlang in practisehen en theoretischen arbeid zich met sociale vraagstukken bezig hielden, zien zich thans ais het ware vereenigd door de gedachte: „Een nieuwe or dening der maatschappelijke ver houdingen is noodzakelijk". Deze nieuwe ordening zal de kapitalisti sche productie vervangen, niet al leen omdat deze verouderd is, maar daarenboven voor den arbeider on waardig. Niet de winst, maar de ar beidende mensch zal weer doel der productie worden. Het zal dus zaak zijn, in de maat schappij den beschikbaren arbeid te ordenen en wel in die mate, dat de drager van dezen arbeid op de voor hem meest geëigende plaats werk zaam is. Hiervoor is noodig een staatsorgaan en wel een Rijksar beidsbureau. Teneinde een nauwkeurig over zicht te kunnen verkrijgen van de arbeidsmarkt, zal op iederen werker in geval van werkloosheid de plicht rusten, zich te laten inschrijven bij het Rijksarbeidsbureau. Het Rijks arbeidsbureau zal verder de beschik king moeten hebben over gegevens, aan de hand waarvan het bureau de behoefte aan arbeiders door inkrim ping en uitbreiding der productie kan nagaan. Het Rijksarbeidsbureau zal derhalve een belangrijke taak vervullen bij de" beheersching van de arbeidsmarkt. Deze beheersching zal niet volko men kunnen zijn. Eenige reserve aan arbeid zal steeds aanwezig moeten zijn. Men denke hierbij slechts aan werkloosheid door seizoenoorzaken en den invloed van technische ver beteringen. Het moet mogelijk zijn, de werkloosheid tot een minimum te beperken. Voor dit minimum, dus het restant werkloozen, moeten er twee dingen zijn, n.l. een arbeidsre serve en een werkloosheidsverzeke ring. Nu dient men de jongste reor ganisatie van de Werkverruiming juist in dit licht te zien. Hierin is de arbeids-reserve-gedachte tot werke lijkheid geworden. De cultuur-tech nisch werken zijn n.l. bij uitstek ge schikt om in wisselend tempo te doen uitvoeren. Bij grootere werk loosheid kan men veel van deze wer ken laten uitvoeren en in een pe riode met weinig werkloosheid, kan men den omvang der cultuur-tech nische werken inperken. In de praktijk zal het echter voor komen, dat tengevolge van tijdelijke spannigen de werkverruiming niet voldoende zal zijn om de geheele werkloosheid op te vangen. Om deze periode, welke uiteraard van korten duur zal zijn, te overbruggen, is een goede werkloosheidsverzekering on misbaar. De nieuwe verhooging van de uit keeringen gaat uit van de gedachte, dat de tijdelijk werklooze arbeider zeker moet kunnen zijn van een re' delijk bestaan en de werkloosheids verzekering onttrokken moet wor den aan de steunsfeer. Evenals uit voorgaande sociale voorzieningen, aan welker totstandkoming het N.V.V. een belangrijk aandeel heeft gehad, blijkt uit de veranderingen in de werkloosheidsverzekering, dat de werklooze arbeider wordt losge rukt uit de steun- en armenzorg sfeer. Tot zoover de voor de Nederland sche arbeiders ongetwijfeld zeer be langrijke verklaringen van de voor mannen van het N.V.V., die wij om begrijpelijke redenen vooraf hebben laten gaan aan ons verslag van de excursie langs enkele cultuur-tech nische werken in Noordbrabant. Wat is werkverruiming? Er bestaat nog altijd een categorie van menschen, die meenen dat werkverruiming weinig meer betee- kent dan het den eenen dag doen graven van een kuil, die men den volgenden dag weer laat dicht gooien. Maar zoo simpel, zoo geest- doodend en improductief is hetgeen op dit gebied wordt verricht, aller minst. Integendeel, als men den aard der cultuurtechnische werken, die in Noordbrabant in werkverruiming worden uitgevoerd, nagaat, don moet men wel tot de conclusie komen dat het hier gaat om zeer belangrijke objecten, waarvan de totstandko ming welvaart en voorspoed zal brengen in eens doodsche, verlaten oorden. Op het lijstje van den cul- tuurtechnischen dienst dan komen voor: ontginning van woeste gron den tot bouw- en weiland en tot bosch, ontginning van bosch tot bouw- en weiland, herontginning en verbetering van bestaanden cultuur grond en van bosschen, ontwate- ringswerken, verbetering van slech te zandwegen en aanleg van rijwiel paden, ruilverkaveling en verzwa ren van dijken. Noord-Brabant biedt op dit ter rein vele mogelijkheden; het bezit nog groote complexen woeste gron den, er bestaat groote behoefte aan verbetering van de ontwatering, aan ruilverkaveling, tal van onverharde wegen vragen om herstel en veel cultuurgrond is in vroeger jaren onvoldoende ontgonnen, zoodat her ontginning geen overbodige luxe is. Doordat de werkloosheid in Noord-Brabant aanvankelijk niet zulke groote afmetingen had aange- nopien als elders in den lande, is men eerst in de laatste jaren er toe overgegaan, de uitvoering van deze werken met kracht ter hand te nempn. Gedurende het jaar 1940 bedroeg vanaf 1 Maart tot 1 December het gemiddeld aantal tewerkgestelden 6530, uitsluitend uit Noord-Brabant zelf afkomstig. Over dezelfde perio de v/aren gemiddeld 10170 personen in zorg (steun- en werkverruiming samen) zoodat dus bijna 2/3 deel van het totale aantal was tewerkge steld. Met inbegrip van de van el ders afkomstige arbeiders bedroeg het gemiddeld aantal tewerkgestel den over dezelfde periode van 1940 7375 man. De maanden Januari, Februari en Maart blijven hier bui ten beschouwing, omdat er toen tengevolge van den strengen winter vrijwel niet gewerkt kon worden. Het hoogste aantal tewerkgestel den werd bereikt in de maand Juni, n.l. ruim 11000. Over het eerste halfjaar van 1941 bedroeg het gemiddeld aantal in zorg zijnde personen 5931, waarvan 4270 waren tewerkgesteld of 72 pet. Het hoogste aantal tewerkgestelden bedroeg in dit tijdvak 7100. Dpze WRAKKEN, NIETS DAN WRAKKENvernielde voertuigen van den vijand op den autoweg MinskMoskou bij Jarzewo. (Hoffmann) Duiisch hooggerechtshof. 13 inwoners uit Den Helder stonden terecht. 's-Gravenhage, 5 Sept. A.N.P. Het Duitsche hoogerechtshof (Ober- gericht) onder presidium van Kam- mergerichtsrat dr. Randermann heeft in het gebouw van den Hoogen Raad te 's-Gravenhage eenige dagen zitting gehouden ter behandeling van een complex van diefstallen en helingen van tallooze partijtjes le vensmiddelen, rookwaren, sieraden manufacturen en distributiekaarten ten nadeele van ingezetenen van den Helder in de periode van November- Maart j.l. Niet minder dan dertien verdach ten waren in deze zaak gedagvaard, van wie 'een tweetal als hoofdver dachten in diverse inbraken en dief stallen en de overigen wegens he ling van gestolen artikelen. De inbraken en diefstallen waren nagenoeg alle gepleegd in de avond uren tijdens de verplichte verduiste ring en in magazijnen of woningen, waarvan de bewoners 's nachts el ders vertoefden in verband met het gevaar voor luchtaanvallen, dat in genoemde stad was te duchten. Als eerste verdachte had zich ds 19-jarige loopjongen A. P. N. te ver antwoorden, die een 15-tal plunde- deringen van dezen aard, deels te zamen met den 40-jarigen werkman J. de G., zou hebben verricht. Laatstgenoemde had reeds 24 ver oordeelingen wegens diefstal, in braak e.d. achter den rug. Derde verdachte was de koopman J. N.. die de meeste der gestolen goederen van A. P. N. en de G. opkocht of verborg en die tezamen met zijn vrouw des avonds thuis daartoe ont ving. Het geld, dat de gestolen waren opbrachten, besteedden A.P.N. en de G. in hoofdzaak voor amuse mentsdoeleinden. De overige verdachten speelden in deze affaire minder belangrijke rollen. In zijn requisitoir legde Staatsan- walt dr. Durth allereerst den nadruk op den ernst van de door A. P. N. gepleegde feiten: het stelen van allerlei goederen uit winkels en pakhuizen, tijdens de verduistering en tijdens afwezigheid van de eige naars wegens het gevaar van oor logshandelingen. Op deze misdrij ven staat principieel de doodstraf. Slechts de jeugd van dezen verdach te, die, toen de feiten werden be gaan, nauwelijks achttien jaar was, kan oorzaak zijn, dat hij den ernst van zijn misdrijven niet in die mate heeft beseft als met een volwassene het geval zou zijn geweest. Wat het echtpaar N. betreft, een bekend spreekwoord zegt: de heler is erger dan de steler. Zoo is het ook hier gegaan, aldus spr., want, indien J. N. de goederen had gewei gerd, dan zou A. P. N. waarschijn lijk niet met deze diefstallen zijn doorgegaan. Ook ten aanzien van de meeste der overige van heling verdachten was spreker van meening, dat in ernstige mate schuld aanwezig was. In het bijzonder de verdachten B. en S., die de distributiekaarten in grool ten getale van A. P. N. en de G. had den „gekocht", moeten geweten hebben, dat deze kaarten gestolen waren. Spr. eischte tegen A. P. N. een tuchthuisstraf voor den tijd van tien cijfers hebben alleen betrekking op Brabantsche arbeiders. De personen die thans nog in de steunregeling zijn opgenomen, zijn, behalve een aantal gedeeltelijk werkloozen, vrijwel allen menschen, die niet in staat zijn om grondwerk te verrichten, hetzij wegens hun leeftijd, hetzij wegens hun physieke gesteldheid. Er zijn tientallen ge meenten waar sinds geruimen tijd niemand meer in de steunregeling is opgenomen. Men kan dan ook veilig izeggen, dat iedereen in Bra bant die kan en wil werken, ook inderdaad bij de werkverruiming geplaatst kan worden. jaren, tegen J. N. vijf jaren tucht huisstraf, tegen de echtgenoote van J. N. een jaar en zes maanden tucht huisstraf, tegen B. en S. ieder twee jaar en zes maanden gevangenis straf, tegen zekeren D., die even eens een groot deel van den buit had gekocht, een jaar en zes maanden gevangenisstraf en tegen vier andere verdachten geldboeten van 120 tot 300. Slechts ten aanzien van twee ver dachten, het echtpaar K., oordeelde spreker het bewijs niet wettig en overtuigend geleverd, zoodat voor hen vrijspraak werd gevraagd. Ten opzichte van den verdachte de G. gaf dr. Durth in overweging de behandeling af te scheiden en een onderzoek naar diens geestestoe stand in te stellen, omdat G. beweer de meermalen aan geestesziekte ge leden te hebben. Als verdedigers traden op mr. C. R. C. Wijckerheld Bisdom uit den Haag en mr. Th. J. Eskens uit Am sterdam. Zij vroegen, evenals de verdachten met uitzandering van het echtpaar K., een mildere bestraf fing. Hét hooggerechtshof veroordeelde heden A. P. N. tot tien jaren tucht huisstraf, J. N. tot vijf jaren idem en twee verdachten tot gevangenis straffen van een jaar en minder, terwijl enkele verdachten er met geldboeten afkwamen. Twee verd. (K. en echtgenoote) werden vrijge sproken. De behandeling van de zaak tegen de G., zoomede die tegen B. en 3., welke daarmede verband hield, werd uitgesteld. De voorzitter van het Hoogge rechtshof wees in het bijzonder op de misdadige handelwijze van A. P. N. en J. N., wier daden tot de groot ste verontrusting der bewoners van den Helder hadden geleid. De ernst van de door hen begane misdrijven heeft noodzakelijk geleid tot hun zware bestraffing. Van de opleg ging der doodstraf ten opzichte van A. P. N. is slechts wegens diens on voldoenden wasdom afgezien. POSTVERKEER MET ROEMENIE. De onlangs aangekondigde beper kingen in het postverkeer met Roe menië zijn grootendeels opgeheven. Men kan thans naar dit land ver zenden: gewone en aangeteekende brieven en briefkaarten, geïllus treerde briefkaarten, drukwerken (ook visitekaartjes), monsters, akten, briefpakjes en postpakketten (zonder aangegeven waarde). De adressen en de tekst van correspondentie voor Roemenië mogen uitsluitend in de Roemeensche, Duitsche, Italiaansche en Fransche taal zijn gesteld, con- nossementen ook in de Engelsche taal. Drukwerken en monsters mogen de volgens internationaal gebruik toegelaten bijvoegingen en aandui dingen niet bevatten. Alle postzen- dingen van en voor Roemenië zijn aan censuur onderworpen. De Roe meensche administratie aanvaardt geen aansprakelijkheid wegens ver lies, enz. van aangeteekende stukken, postpakketten, enz. MAKELAAR IN SLEEPWERK BINNENVAART. Vandaag is de heer H. G. J. M. Drabbe, voorzitter van de Vereeni- ging van Scheepsbevrachters in Ne derland en lid van de Vereeniging van sleepagenten, beëedigd als make laar in sleepwerk voor de Rijn- en binnenvaart. De eher Drabbe is de eerste, die deze beëedigde functie vervult. BUURMAN NAM DISTRIBUTIE BESCHEIDEN WEG. De marechaussee te Oudewater kreeg aangifte van een diefstal van distributiebescheiden. Een onder zoek werd ingesteld en hierbij kwam uit, dat een buurman van den bestolene de distributiebeschei den had gestolen en deze voor een bedrag van 39 gulden aan een caféhouder had verkocht. Zoowel tegenden buurman als tegen den- caféhouder is procesverbaal opge maakt. ALS DE LAMMEREN GROOT GENOEG ZIJN om op „eigen beenen" te kunnen staan, worden zij van de schapen weggehaald. Gedurende de volgende drie maanden geven de schapen veel melk, die gebruikt wordt voor de fabricage van schapenkaas en -boter. West-Friesland staat bekend om zijn heerlijke ge kruide schapenkaas. Schapen-melktijd. (Polygoon-Kuiper) DONDERDAGMIDDAG HEBBEN TALLOOZEN de bekende artiste Julia Cuypers in den Stadsschouwburg te Amsterdam gefeliciteerd met haar 71en verjaardag en 60-jarig tooneeljubileum. V.l.n.r. Marie van Westerhoven, Rika Hopper-van Lier, de zoon van mevrouw Cuypers, Jhr. van Riemsdijk, oud-directeur van het Rijksmuseum, Cor van der Lugt en de jubilaresse. (Polygoon-Noske) ALG. VERGADERING NED. HEIDEMAATSCHAPPIJ. In het verloop van de gisteren middag te Arnhem gehouden algë- meene vergadering der Ned. Heide maatschappij kwam aan de orde een voorstel van de afd. Noordholland boven het IJ, betreffende het be houd van het natuurschoon met het oog op de buitengewoon groote uit breiding van de in cultuurbrenging van gronden en terreinen. De afdee ling acht het noodig, dat bij de keuze van de bestemming van gron den en terreinen voor cultuur-doel einden op groote schaal, krachtig wordt samengewerkt door alle or ganisaties en regeeringslichamen welke op dit terrein werkzaam zijn, met de Ned. Heide Mij., om die ter reinen, die voor behoud in ongerep- ten toestand in aanmerking komen, ook inderdaad te behouden en van rijkswege aan te koopen of- finan cieel te steunen, wanneer het parti culiere initiatieff daartoe niet in staat mocht zijn. In een praeadvies betuigde de raad van commissaris sen zijn instemming met het streven tot bescherming en behoud van na tuurschoon. Gezien hetgeen den laatsten tijd van overheidswege wordt ondernomen om op dit gebied coördinatie te scheppen (men denke slechts aan de instelling van het na tionale plan) was de raad van com missarissen van meening, dat op het oogenblik geen aanleiding bestond tot het doen van bepaalde stappen door particuliere instanties. Geadvi seerd werd te volstaan met instem ming te betuigen met de algemeene strekking van het ingediende ont werp. Na eenige discussie waarbij het streven tot behoud van het na tuurschoon algemeen werd onder steund, werd het advies van den raad van commissarissen aangeno men. DE LANGEMARCKSTUDIE. 's-Gravenhage, 5 Sept. (ANP). Op de persconferentie te 's-Graven- hage sprak heden de heer B. H. Staal van het Nederlandsch Bureau van de Langemarckstudie, Waals- dorperweg 12 te 's-Gravenhage. De heer Staal deelde o.m. mede, dat thans in een tiental Duitsche ste den de Langemarckscholen opgericht zijn. Hier vinden jongelui van 1724 jaar, die da lagere school doorloopen hebben en nadien een of ander be roep uitoefenen of een vakopleiding ontvingen, een tweejarige opleiding, die met de middelbare school gelijk staat en de poorten opent tot de hoogeschool of universiteit. De leer lingen kiezen hun studievak zelve, doch moeten dit doen in de richting van hun oude beroep of beroeps opleiding. De Langemarckstudie is dus meer sociale vervangster van het systeem van rijksstudiebeurzen, familieleden, enz. Bij dit laatste systeem werd te eenzijdig op intel lect gelet. De Langemarckstudie is daarentegen volksch, let op den gan- schen mensch en stelt opvoeding bo ven opleiding. Ze schift de candida- ten niet slechts op aanleg, doch voor al op karakter en voorts op lichame lijke gezondheid en afstamming; ze vraagt zich af of haar leerlingen later plichtsbewuste mannen zullen zijn, die geenszins op de gemeen schap zullen parasiteeren, doch haar dienen. Harmonische, alzijdige ont wikkeling is het deel. Voor jonge mannen uit Nederland is thans deze studie ook opengesteld. De opleiding voor dien duurt 2)4 jaar. Zij komen in het internaat te Hannover. Na elk half jaarsch semes ter volgt een flinke vacantie. De op leiding is kosteloos, evenals de uni versiteitsopleiding hierna. Bovendien kunnen zij, na de studie aan een Duitsche hoogeschool of een univer siteit begonnen te zijn (dit is ver plicht) deze in Nederland beëindi gen. Verplichtingen voor den tijd na de beëindiging der studie behoeft niemand op zich te nemen. Wie zich aanmelden wil, wende zich tot het in den aanhef van dit bericht genoemd adres. CLANDESTIENE HANDEL IN THEE. Eenige dagen geleden kreeg de politie te Winschoten een aanwijzing, dat aldaar een drietal personen ver toefden, die in het bezit zouden zijn van thee. De politie stelde een on derzoek in en vond in een viertal koffers van deze personen 62 kg. thee, die clandestien gekocht bleken te zijn in Rotterdam. De betrokkenen zijn gearresteerd. Voorts werden aangehouden twee personen uit Zwaagwesteinde, die eveneens trachtten een hoeveelheid clandestien verkregen thee aan den man te brengen. Hier werd 9 kg. thee in beslag genomen. Bij den inbraak in een goederen loods van de Stoomtram Mij. Ooste lijk Groningen, werd kort geleden een hoeveelheid thee gestolen, toebe- hoorend aan een winkelier te Oude- Pekela. Bij het politieonderzoek kwam aan het licht, dat deze thee thans weer in het bezit was van den betrokken winkelier, die op deze wijze voor de tweede maal zijn eigen thee had .gekocht van den dief, die kon worden gearresteerd. Een kleine boeveelheid thee kon nog in beslag worden genomen. In de zoogenaamde Huskenskolo- nie, een nederzetting van mijnwer kers der Oranje Nassaumijn te Heer len, is Woensdagavond tussehen zeven en acht uur geheel onver wacht een hooge dijk aan den voet van een steenberg bezweken. Een groote massa kolenslik, die door dezen dijk werd tegengehouden, kwam in beweging, overstroomde als lava de terreinen en kwam zelfs terecht op verschillende huizen van de kolonie, in sommige zelfs tot ruim een halven meter hoogte. Deze zware brijachtige massa richtte in kamers, keukens en kelders veel schade aan. Een klein half uur bleef het slik in actie en met leede oogen moest worden aangezien, hoe deze brandstof veel vernielde buiten op het veld en in de huizen. Vooral de Maasstraat werd getroffen. De menschen trachtten nog te redden van de meubelen, wat zij konden.. Enkele wegen werden totaal onbe gaanbaar. Den geheelen Donderdag zijn mijnwerkers bezig geweest met de opruimingswerken. Intusschen is veel kolenslik, een in de mijnstreek populaire brandstof, door de bewo ners der kolonie mee naar huis ge voerd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 5