WAARIN
STILLEF
Wandelingen door een wereldstad:
Montparnasse.
Een bezoek aan den beeldhouwer Benneteau.
BEKENDMAKING.
Victorie
Duitschland wint
voor Europa op
alle fronten.
UIT EEN VERDWENEN HOFKRING.
DASHIE
HAMME'
alexande:
ra ymon:
ALKMAAR
U KANT VAN ZATERDAG 6 SEPTEMBER 1941.
Pagina 4
Pennehrassen uit Parijs.
(Van onzen Parijschen
correspondent).
Parijs, eind Augustus.
Montparnasse is een interessante
wijk van Parijs en de beeldhouwer
Bennetau is één der Interessante
menschen van Montparnasse. Als
men nu Magny, prefect van de
Seine, spreekt, of den rector van
de Sorbonne, Kees van Dongen of
een beroemden schrijver, ieder kent
Benneteau, en in het atelier van
den beeldhouwer vindt men de
portretten van politici en diploma
ten, van geleerden en letterkun
digen.
Het zou alles stijf zijn eh deftig
en bedaard als het geen Montpar
nasse was. Maar het is Montpar
nasse en alleen daarom al is Ben
neteau niet deftig en niet bedaard
en daarom heerscht er in zijn atelier
die sfeer van bohemien en haast
baldadige desorde, want wanorde is
te sterk, die het tegendeel' is van
stijfheid. Vaak op mijn wandelin
gen door deze wereldstad loop ik
even langs de rixe de Cherche-Midi
en praat er een poosje met den
beeldhouwer, één der begaafde
leerlingen van Rodin. Of ik rommel
wat in zijn bibliotheek, allemaal
boeken met opdrachten van Cle-
menceau en Poincaré, van Branley
en van Albert Lambert van de
Comédie Frangaise en de portretten
met de handteekeningen van alle
mogelijke artisten. En als er een
model is neem ik maar een vel tee
kenpapier, immer voorradig, en
schets in houtskool, om mijn hou
ding en de gêne van het meisje te
redden. Soms ook belt de beeld
houwer onverwacht op: „Er komt
vanmiddag een hooge piet posee
ren." Geen manier zoo gemakkelijk
om „hooge pieten" te spreken te
krijgen. Ze gedragen zich bovendien
meer ongedwongen en laten meer
los dan van achter hun respect-af
dwingende schrijfbureau ergens in
een officieel en bijna ontoeganke
lijk gebouw.
Een lust is het den straks zestig
jarigen Felex Bennetau Degrois aan
aen arbeid te zien. Zijn werk is
hem meer dan een voldoening, het
is een vreugde. „Hoe zou het anders
kunnen", vraagt hij eenvoudig, „iets
1. Alle mannelijke Rijksduit-
schers, die geboren zijn in de
jaren 1910 tot en met 1913, moe
ten zich voor keuring, en de
dienstplichtigen, geboren in de
jaren 1914 tot en met 1933, die
bij de voorjaarskeuring 1941 nog
niet verschenen zijn, voor in
schrijving en keuring melden
bij de volgende instanties:
a. Uit de provincies Zuidholland
en Zeeland bij de Wehrmachtkom-
mandantur den Haag, Lange Voor
hout 38, op 24.9 des voormiddags
8.30 uur de letters A-P; op 25.9 des
voormiddags 8.30 uur de létters Q-Z.
b. Uit de provincie Noordholland
bij de Wehrmachtkommandantur
Amsterdam, Museumplein, op 26.9
des voormiddags 8.30 uur de letters
A-P; op 27.9 des voormiddags 8.30
uur de letters Q-Z.
c. Uit de provincies Friesland,
Groningen, Drenthe en Overijsel bij
de Wehrmachtkommandantur Zwol
le, Westerstraat 5 op 29.9 des voor
middags 8.30 uur de letters A-P; op
30.9 des voormiddags 8.30 uur de let
ters Q-Z.
d. Uit de provincies Gelderland,
Utrecht en Noordbrabant bij de
Ortskommandantur 's-Hertogen-
bosch, Julianaplein 2. Op 2.10 des
voormiddags 8.30 uur de letters
A-G; op 3.10 des voormiddags 8.30
uur de letters H-O; op 4.10 d'es voor
middags 8.30 uur de letters P-T; op
6.10 des voormiddags 8.30 uur de
letters U-Z.
e. Uit de provincie Limburg bij de
Wehrmachtkommandantur Maas
tricht, Vrijthof 46. Op 8.10 des voor
middags 8.30 uur de letters A-D; op
9.10 des voormiddags 8.30 uur ie
letters E-H; op 10.10 des voormid
dags 8.30 uur de letters I-M; op
11.10 des voormiddags 8.30 uur de
letters N-Q; op 12.10 des voormid
dags 8.30 uur de letters R-T; op
13.10 des voormiddags 8.30 uur de
letters U-W; op 14.10 des voormid
dags 8.30 uur de letters X-Z.
2. De personen, die zich moeten aan
melden, moeten legitimatiepapieren
en twee pasfoto's van 37 bij 52 mm
genomen in burgerkleeding zonder
hoofdbedekking medebrengen. De
genen, die een bril dragen, moeten
het recept voor de bril medebren
gen. Joden moeten niet verschijnen.
3. Dengenen, die zich moeten
aanmelden, wordt het reisgeld derde
klasse bij de aanmelding terugbe
taald tegen vertoon van het reisbil
jet. In geval van afwezigheid van
langer dan 8 uur uit hun woonplaats
ontvangen zij verder een vergoe
ding voor vertering.
De Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied,
De commissaris-generaal voor
de openbare veiligheid,
Rauter, SS-Gruppenführer en
luitenant-generaal der politie,
scheppen. Niet alleen creatuur zijn
maar ook creatief?" En hij vertelt
van Rodin, wiens Balzac daar den
boulevard domineert van Fal
guière, die een leven noodig had
om de superioriteit van Rodin te
erkennen, doch het dééd wat niet
de beste wereld weet, en van
Mefcié Van BoUrdelle en Maillol,
van Despiau.
Het is een genot naar dezen man
te luisteren en een les in kunsthis
torie op den koop toe. Alleen over
zichzelf spreekt Benneteau bitter
weinig; in een boek over beeld
houwers heb ik zijn „Premier grand
prix de Rome" moeten ontdekken en
slechts toevallig werd ik gewaar,
dat hij de beeldhouwer is van het
bekende „monument aux morts" in
de Comédie Frangaise, de „maisson
de Molière". Daarentegen is zijn
voorraad anecdoten van politici en
bekende persoonlijkheden onuitput
telijk naar het schijnt, hij praat over
Lamartine en Verlaine, over de
Fransche revolutie en de geleide eco
nomie, over de philisophie en de po
litiek van Pétain met een verbluf
fende kennis van zaken, en heeft
meer landen bereisd en volkeren be
studeerd dan menig geograaf.
En dat alles wordt maar simpel
meegedeeld als de eenvoudigste zaak
onder de zon, terwijl de bustes en de
boeken, de gipsfiguren en de levend
geworden marmeren beelden ons
aankijken. Aan de wanden hangen
oude meesters, die tienduizenden
francs waard zijn, naast de huid van
een krokodil en het veelvertakte ge
wei van een hert; een opgengeslagen
boek zwerft ergens op den draai
baren divan voor het model. En door
de zachte, grijze gordijnen valt nog
zachter, nog grijzer licht naar binnen
en beschijnt de gezellige desorde die
op zichzelf weer een orde is.
Montparnasse. Een interessante
v/ijk van Parijs. Maar niet in de
eerste plaats om zijn Dome en zijn
Rotonde, de café's met de permanen
te schilderijententoonstellingen,
waar de vreemdelingen plachten
neer te strijken om de bohemien-
stemming op te doen. Niet in de
eerste plaats om de herinnering aan
Modigliani, Picasso, Soutine en
Metzingér, de bohémiens, en de vele
-ismen die hun tijd hebben uitge
diend. Maar om de werkelijk inte
ressante menschen, die men nu een
maal minder in café's ziet, om de
grooten, die niet immer het meeste
gedruisch maken. De ware artisten,
die hun hart hebben verpand aan
hun werk en het daar steeds terug
vinden in de vreugde van den
Scheppenden arbeid. Waarvan de
beeldhouwer Benneteau één is, al
zou hij boos worden als ik het zei-
de. En dus zeg ik het maar niet.
T. O.
LAATSTE BERICHTEN
Ongecorrigeerd.
AANVULLING BONAANWIJZING
KAAS.
's-Gravenhage, 6 Sept. De secre
taris-generaal van het departement
van landbouw en visscherij maakt
het volgende bekend omtrent de
bonaanwijzing voor kaas.
Zooals bekend geeft gedurende de
week van 7 tot en met 13 September
a.s. de met „34 kaas" gemerkte bon
recht op het koopen van 100 gram
kaas.
De aandacht wordt erop ge
vestigd, dat deze bon na 13 Sept.
nog drie weken geldig blijft, dat
wil dus zeggen tot en met 4
Oct. a.s.
EEN PROCLAMATIE VAN
MAARSCHALK ANTONESCU.
Boekarest, 5 Sept. (D.N.B.) Ter
gelegenheid van den verjaardag dei-
overneming van de staatsmacht
heeft maarschalk Antonescu een pro
clamatie uitgevaardigd. Daarin ver
klaart hij, dat hij zich 6 Sept. 1940
aan het hoofd van een ontredderd,
ontaard, ontmoedigd, gedesorgani
seerd, verlaten volk heeft gesteld,
na jarenlang gestreden te hebben
voor de grondslagen van een ge
zond, sterk nationaal land. Hij heeft
er voortdurend naar getroefd het
land zijn eer en vrijheid te herge
ven en de schaduwen van het verle
den te doen verbleeken.
In vertrouwen op een nieuwen
geest in het land, zoo vervolgt An
tonescu, heeft hij de draden van het
Roemeensche lot weer aaneen kun
nen knoopen door Roemenië in
waardigen bond met Duitschland,
Italië en Japan te vereenigen, waar
door niet alleen een rustige ontwik
keling werd gewaarborgd, maar het
land ook werd beschermd tegen het
bolsjewistische gevaar en het daar
enboven de vervulling van zijn hei
lige rechten verkreeg.
Ik heb, aldus de proclamatie, dit
bondgenootschap gesloten met de
loyaliteit van een volk, dat zijn eer
en zijn grondgebied wil verdedigen.
Ik heb begrip gevonden bij het groo-
te Duitsche volk en het Italiaansche
volk, den bestendigen, eerlijken
steun van den Führer en rijkskanse
lier, Adolf Hitler, en het bloedoffer
der Duitsche soldaten, die op Roe-
meenschen bodem voor zijn bevrij
ding en voor de beschaving hebben
gestreden.
Ik heb gezegd, toen ik dit bond
genootschap sloot, dat den grondslag
vormt van ons recht, dat ik nooit iets
zou verraden, wat Roemeensch is
en dat ik zou strijden voor de we
deroprichting van onze nationale
waardigheid. Thans kimt gij, Roe
menen, tot het besef komen, dat ons
land niet meer alleen staat, dat ik
met dit bondgenootschap niet slechts
de overleveringen van ons land be
schermde, die door de communisti
sche horden werden bedreigd, maar
dat ik door onzen strijd in het Oos
ten Roemeenschen grond kon bevrij
den en onze eer kon schoonwasscheu
met het bloed ohzer soldaten.
De Conducator behandelt vervol
gens de successen van zijn eerste re-
geerlngsjaaf op het gebied der bin-
nenlandsche politiek en betoogt,
dat hij den staat weer op de grond
slagen van eerlijkheid en arbeid
heeft gesteld. Na nog meer maatre
gelen op het terrein der binnenland
sche politiek te hebben aangekon
digd, besluit Antonescu: Een jaar
van werken is voorbij. De bevrij
ding, die het heeft gebracht, is even
wel niet maar een bevrijding van
Roemeensch gebied geweest, doch
ook de roep van het volk om een
nieuwe taak.
W.A.-MAN AAN VERWONDING
BEZWEKEN.
's-Gravenhage, 6 September. De
persdienst van de N.S.B. meldt a.m.:
Nadat cp Vrijdag 6 Juni j.l. de
wachtmeester der W. A. Jac Janse
van ban 1, vendel 1 te Utrecht door
een onbekend gebleven dader tij
dens een marsch door een der druk
ke straten van Utrecht in den rug
Werd aangevallen en met een mes
steek in zijn hals ernstig werd ge
wend, is het slachtoffer van dezen
laffen moordaanslag thans in den
vroegen morgen van 5 September,
na tevergeefs operatief ingrijpen,
aan de bekomen verwonding over
leden. Hij vervulde in de beweging
de taak van huismeester van het
bankwartier der W.A. in Utrecht
alwaar hij met zijn vrouw en 3
jonge kinderen woonde.
Bij een colportagetocht door
Utrecht, welke gevolgd werd door
een marsch, volgde wachtmeester
Janse met eenige van zijn kameraden
in een kleine troep de twee groote
groepen der W.A., die vroolijk zin
gend door Utrechts drukste straten
trokken. Tot in de buurt van de Ka
naalstraat was alles goed gegaan. In
de houding van het publiek wees
niets op de komende incidenten. In
tegendeel, de stemming was zeer rus
tig. In de buurt van de Kanaalstraat
veranderde dit evenwel en kwam
het publiek scheldend toegeloopen.
De W. A. echter marcheerde rustig
verder. De twee vooropgaande groote
groepen werden dan ook met rust
gelaten, maar het gepeupel zag blijk
baar een betere kans In het over
vallen van het kleine achteraan
komende troepje. Het volk drong op
en v o o rdat de mannen zich nog
bewust waren van het gevaar, waar
in zij verkeerden, had iemand met
een mes, dat hij tevoren geopend in
de hand gereed hield, wachtmeester
Janse een diepen steek in de hals toe
gebracht om onmiddellijk daarna
tusschen de menigte te verdwijnen.
De politie, die op eenige meters
afstand aanwezig was, is er niet in
geslaagd den dader te ontmaskeren.
TOEZICHT OP DE ZIEKEN
FONDSEN.
Raad van Bijstand.
's-Gravenhage, 6 Sept. In het
heden verschenen verordeningen
blad is opgenomen het eerste uit
voeringsbesluit van den secretaris
generaal van het departement van
sociale zaken ingevolge het zieken-
fondsenbesluit. Hierin worden rege
len gesteld omtrent den Raad van
Bijstand van den commissaris, be
last met het toezicht op de zieken
fondsen. ingevolge dit besluit zal
deze raad bestaan uit vijftien leden,
bestaande uit drie groepen van vijf
leden. O.m. hebben de geneeskun
dige en de pharmacêutische hoofd
inspecteur van de volksgezondheid
in den raad zitting, evenals het
hoofd van de afdeeling arbeiders
verzekering van het departement
van sociale zaken of diens plaats
vervanger.
De ambtsperiode van de leden
van Raad van Bijstand duurt voor
de eerste maal tot en met 31 De
cember 1941, overigens vijf jareh.
Dit besluit treedt heden in werking.
AANVOER VEILING L.G.C.
Aan de Langendijker Groenten-
centrale werd in Augustus 1941 aan
gevoerd: 2.598.265 kg roode kool
(1.854.775 kg); 247.475 kg gele kool
(191.690 kg); 11.498 kg uien (230.299
kg); 320 st. bloemkool (11.024 st.
25.344 kg tomaten (24.437 kg); 20.900
kg bieten (19.650 kg); 17.275 kg Ra
barber 1.195.998 kg aardappelen
(1.580.920 kg); 587.075 kg vroege
witte kool (555.350 kg); 3.124 kg
druiven (8.713 kg).
760 kg zilveruien (8.275 kg); Breek-
peen 29.250 kg (10.425 kg); Waspeen
(1.500 kg); Bospeen 1.096 bos (1.882
bos); Stamboonen 185.563 kg (94.213
kg); Stoksnijboonen 72 kg (321 kg);
Tuinboonen 1.887 kg (950 kg); Kom
kommers 3.395 stuks (3.392 st.);
Kropsla 480 krop.
De totalen omzet bedroeg 246.040.17
(in Aug. 1940: 169.463.18).
Tusschen haakjes Augustus 1940.
BEZOLDIGING PERSONEEL
VOORMALIGE NED. LEGER.
's-Gravenhage, 6 September. Het
heden verschenen Verordeningenblad
bevat het derde uitvoeringsbesluit
van het hoofd van het afwikkelings
bureau van het departement van De
fensie nopens maatregelen ten aanzien
van de bezoldiging en verzorging van
militair en burgerlijk personeel der
voormalige Nederlandsche zee- en
landmacht,
Hierin is bepaald, dat met ingang
van 1 December 1940 aan de tót het
beroepspersonëel behoóréndè gehuw
de militairen van de voormalige zee
macht, zoomede aan de tót hét be-
roepspersoneel behóorende gehuwde,
jaarwedde of soldij genietende mili
tairen van de voormalige landmacht,
een tijdelijke toelage Wórdt vêrleênd
van zes ten hónderd Van de brUtö-be-
zoldiging, voor zóóver de brutó-be-
zoldiging, vermeerderd met deze toe
lage, één bedrag van 19Ó0 's jaars
niet overschrijdt. Het bovenstaande is
niet van toepassing, wanneer ingevolge
een algemeene bezoldigingsverhooging
na 31 December 1937 de bezoldiging
V
van vorenbedoelde militairen is ver
hoogd.
Voor de toepassing van deze rege
ling wordt onder bruto-bezoldiging
verstaan de bezoldiging (voor het per
soneel der zeemacht bij plaatsing aan
wal, vermeerderd met de geldelijke
inkomsten, voor zoover deze bij de be
rekening van den pensioensgrondslag
in aanmerking komen. Dagelijksche
soldijen en andere dagelijksche in
komsten worden tot inkomsten over
een jaar herleid, waarbij het jaar
wordt gerekend op 365 dagen,
Het bedrag der bovenbedoelde
tijdelijke toelage wordt naar boven
afgerond tót een vollen gulden.
Met ingang van 1 Januari 1941
wordt bij wijze van tijdelijken
maatregel, hét minimumbedrag van
de kindertoelage, bedoeld in artikel
69 van de „regeling van de bezoldi
ging va nHet militaire personeel der
zeemacht", en artikel 39, eerste lid,
van het „reglement voor de mili
taire ambtenaren der landmacht"
van 60 's jaars per kind, opge
voerd tot 75 's jaars per kind.
U ook adverteert, wélk
ander reclame-middel U ook
gebruikt O kunt er «lechts
menschen mee bereiken, die
vandaag de courant hebben
gelezen en ze morgen even
zeer zullen lezen. Vandaar,
dat courantenreclame on
weersprekelijk de basis Is
van Iedere goede reclame-
•ampagne.
Historische figuren.
Hofkringen hebben steeds de
nieuwsgierigheid der menschen ge
trokken. Dat is begrijpelijk. De
meerdere of mindere omslotenheid
waarin vorstelijke personen leven,
èn de beteekenis, welke regeerende
vorsten en wie hun na bestaan, heb
ben op het lot van een volk al
thans kunnen hebben maken
dat men hen voortdurend eenigszins
bespionneert. Men laat hen niet met
rust; men Wil weten, wat zij doen tot
zelfs in hun particuliere leven. Naar
mate het meer onttrokken wordt aan
het oog, wekt het grooter belangstel
ling. Daardoor hebben steeds de boe
ken, die beweren een gordijn te kun
nen oplichten, waarachter zich de
geheimen der hoven verborgen,
groot succes, zelfs wanneer dat gor
dijn opgelicht wordt voor een gefan-
taseerden achtergrond. Aangezien
echter geen enkel vorstelijk leven
geheel onttrokken kan blijven aan
de blikken van het publiek, is er alle
kans, dat zelfs bij den grootsten fan
tast, die schrijft over wat achter de
Schermen der paleizen gebeurt, eeni
ge waarheid gevonden wordt. Die
waarheid word* grooter, naarmate
de tijd, waarin de onthullingen
plaats hebben, critischer is en de
middelen om te controleeren talrij
ker zijn. Wie in onze dagen met zijn
rijkdom aan historische documenten
en gelegenheid om die te raadplegen
met onthullingen aankomt, moet ech
ter goed beslagen op het ijs der pu
bliciteit komen, vooral wanneer hij
vertelt van tijden, die nog vallen
binnen de persoonlijke herinnering
van zeer velen.
Waarschijnlijk was Paul Wiegler,
de twintig jaar geleden bekende
Duitsche essayist, goed beslagen ge
weest, toen hij bij het Avalun-Ver
lag te Hellerau bij Dresden een boek
uitgaf, dat tot titel had: Wilhelm
der Erste, Sein Leben und seine Zeit.
Dit werk bevatte een grooten voor
raad onbekende mededeelingen over
den eersten keizer van het door den
Fransch-Duitschen oorlog van 1870/
'71 keizerrijk geworden Duitsche
rijk. Het sprak o.m. over enkele be
kende personen in verband met ge
bruiken, die aan het hof in zwang
waren, en over zwakke plekken in
de in naam zoo ernstige kringen.
Het gedeelte van het boek, waarop
ik doel, had het over den tijd nu
zoo lang geleden dat aan het hof
van den Duitschen keizer in de Witte
Zaal de ministers, gekleed in van
goudborduursel stijf staande gala-
costumes, „den koninklijk-Pruisi-
schen fakkeldans" uitvoerden. Het
was een merkwaardig schouwspel,
den nog al gebuikten minister Camp-
hausen bij de bruiloft van Prinses
Charlotte, of den sarcastischen graaf
Fritz Eulenburg, of den nuchter-
goedmoedigen dr. Falk, die hele
maal niet in de hofomgeving paste,
of den jovialen minister van oorlog
von Kameke, wien het reeds moei
lijk viel zijn gezicht bij belangrijke
aangelegenheden in een ernstige
plooi te houden, -— het was een
merkwaardig schouwspel om al die
heeren, elk met een waskaars in de
hand, paarsgewijs te zien naderen,
terwijl zij met veel moeite aan hun
gezichten een plechtige uitdrukking
trachtten te gevent
De ommegang, met pages voorop,
in plechtigen, langzamen pas op het
rhythme van den marsch, dien de
jonge prins Albrecht daarvoor gecom
poneerd had, herhaalde zich in het
oneindige en op het laatst had men
diep medelijden met de heeren mi
nisters, op wier gezichten langzamer
hand de vermoeidheid duidelijk
merkbaar werd. Vorst Bismarck was
er niet bij. De schrijver van het
boek drukte later tegenover den
grooten staatsman zijn teleurstelling
Uit, dat hij hem niet in de uitoefe
ning dezer „ministerieele functie'
had kunnen zien. Bismarck ant
woordde:
„Auf der Hochzeit von Prinz Al
brecht Sohn habe ich auch noch den
Fackeltanz mitgemacht, aber jetzt.
bin ich zu alt dazu diesen princillons
etwas vorzutanzen".
Paul Wiegler's werk, waaruit we
het voorgaande opnamen, ontleende
veel aan een boek, dat in 1884 ver
schenen was, in het Fransch, met
den titel La société de Berlin. Des
schrijvers naam gaat verborgen ach
ter een pseudoniem, n.l. „Comte Paul
Vasili". Het bevat een reeks van
mededeelingen, afkomstig van
iemand, die goed uit zijn oogen
heeft gezien en de omgeving van
keizer Wilhelm van nabij heeft ge
kend. Met goede- pen schrijft de on
bekende over de „oude parade-
paardjes" van keizer Wilhelm. Graaf
Lehndorff b.v. was volgens hem een
soort „ex-Lovelac", ijdel, egoïst, maar
niet kwaadaardig. „Twee jaar gele
den had de graaf tot vertwijfeling
van een groot aantal jonge meisjes
en een mooie weduwe, die zóó zeker
op een huwelijk met hem had gere
kend, dat zij reeds een studeerkamer
voor hem had laten inrichten, om
de hand gevraagd van freule Gret.e
von Kanitz; een jong meisje van 20
jaren, knap maar onbeduidend,
de laatste persoon voor een ouden
„Lebemann" om te huwen. Het hu
welijk had plaats. Men haalde er
met een wanhopig gebaar de schou
ders over op entot dusver is het
paar een der gelukkigste in deze
kringen". Over prins Reusz heet het:
„hij is gehaat bij de jónge officieren,
wier evancement hij verhindert door
zijn protegeeren van de generaals.
Vorst Radziwill, die een Fransche
vrouw gehuwd heeft, wordt inge
deeld bij de „internationale aristo
cratie".
Pruis in Berlijn, Franschman in
Frankrijk.
En dan „die drei Schwestern!"
Die drie zusters zijn de gravin von
Moltke, zusters van graaf Kuno von
Moltke, den vriend van Philipp
Eulenburg: gravin Fritz Perponcher,
gravin Donkelmann en mevrouw von
Prillwitz. De eerste is weduwe, nog
mooi, zeer rijk, zeer elegant. Zij
heeft „successen" gehad. De tweede
is de koningin van de mode en wordt
omzwermd door de Gardes-du-
Corps, een goed geconserveerd stand
beeld. De derde heeft avond aan
avond haar' salons open. „Men komt
er om te spelen, te rooken, te dansen
en te flirten, alles naar keus. En er
zijn zeer gemakkelijke fauteuils,
waarin men den nacht kan doorbren
gen". Het is een soort club. „De volle
bierglazen circuleeren: de jonge offi
cieren knoopen hun wapenrok óf
hem dolman los". De groote misdaad
der drie zusters is, dat zij den eer
bied voor de vrouw bij de jonge
mannen van de artistocratische krin
gen gedood hebben.
Even komt op den achtergrond
de figuur van prins Wilhelm, den
lateren keizer Wilhelm II, op sympa
thieke wijze te voorschijn. Graaf
Waldersee schrijft naar aanleiding
van een schandaal, dat naar buiten
uitlekt:
„In „der Gesellschaft" is nu be
kend geworden, dat prins Wilhelm
het huis van -mevrouw von Prillwitz
voor zijn officieren verboden heeft;
er wordt beweerd ik Vermoed
door kwaadwilligen dat hij ook
het huis van de Perponchers in het
verbod heeft betrokken, wat niet
waar is. Het bevel zal waarschijnlijk
een „schandaal eerste klasse" ver
oorzaken, doch het valt niet te ont
kennen, dat de prins velen aan zijn
zijde heeft. De te Berlijn zoo grof
geworden gezelschapstoon en de
achteruitgang van de reputatie der
gezelschappelijke kringen worden
voor een niet gering deel in verband
gebracht met de salons en het voor
beeld der „drie zusters" en men
wenscht van harte, dat er beterschap
komt. Bovendien heeft hofmaar
schalk Perponcher door zijn ver
waandheid en door het feit, dat hij
de uitnoodigingen ten hove voor zijn
eigen uitnoodigingen aanziet, zich
vele vijanden gemaakt. Dat hij een
toontje lager zal moeten zingen, zal
velen, zelfs in den kring van het
eigenlijke hof, verheugen.
Kort voordat prins Wilhelm aldus
ingreep had hij getracht op te treden
tegen het hazard-spel in de „Union-
club", waarvan de hertog van Rati-
bor president en de oude keizer be
schermheer was. De prins verbiedt
deze club voor de officieren van het
regiment huzaren van de garde. Ra-
tibor verzoekt den prins schriftelijk
om dat verbod in te trekken. „Hij
beweert aldus graaf Waldersee
dat jonge officieren daar nooit spéél
den. De prins heeft zijn beschuldi
ging met goede argumenten gehand
haafd en op de zeer uiteenloopenóe
elementen gewezen, die in de club
gevonden worden. Aangezien nu de
keizer aan den bevelhebber van het
garde-korps duidelijke opmerkingen
heeft gemaakt wegens het hand over
hand toenemend hazardspel, hoop ik,
dat de monarch zijn beschermheer
schap van de club zal neerleggen".
Maar de heer von Albedyll wil niét
toegeven. Ratibor gaat nu naar den
keizer, maar verboden wordt het
hazardspel toch omin het geheim
voortgezet te worden.
In het „Palais" van vorst Blücher
op de Pariser Platz woont Guido,
graaf Henckel von Donnersmarck,
gerechtigd tot het dragen van vele
titels.
•Deze groot-grondbezitter en mijn-
magnaat woonde onder Napoleon III
als particulier te Parijs, waar hij
een Russische of, eene Duitsche
trouwde men is niet zeker van
hare nationaliteit. die als „la Paï-
va" zijn vriendin was geweest. Haar
naam was Pauline Therese Blanche
Lachmann; zij was eerst getrouwd
met een pruts-kleermakertje, daarna
met een in schulden zittenden Por-
.tugees, den markies Albino de Païva
y Aranjo. Zij had een ruim hart. De
hertog de Gramont deed haar over
aan den hertog de Guiches en deze
deed hetzelfde aan graaf Henckel
von Donnersmarck, die voor haar
een schitterend huis in de Champs
Elysées inricht. De beeldhouwer Da-
lou levert de plastiek van de schoor
steenmantels, de schilder Baudry
schildert de plafonds, op één waar
van „la Païva" als „de Nacht" zonder
eenig omhulsel vereeuwigd wordt.
Er wordt veel ontvangen in het
„hotel Donnersmarck". Taine, Theo-
phile Gautier, de gebroeders de
Goncourt zijn gasten op diners en
soirées. Wie den indruk wil weten,
dien gastheer en gastvrouw op en
kele gasten maken, kan dien lezen
bij de Goncourts. Ik wil dien hier
liever niet citeeren. Doch de daar
melodramatisch geschilderde vrouw
wordt in 1870, nadat haar katholiek
huwelijk met den markies ontbonden
is, protestant. De markies pleegt
zelfmoord. In de eerste weken van
den Fransch-Duitschen oorlog be
noemt Bismarck den graaf van Don
nersmarck tot prefect van Metz. In
Januari roept hij hem naar Versail
les om bij de onderhandelingen over
de krijgsschatting tegenwoordig te
zijn. Donnersmarck stelt zes milliard
voor. Dat is een milliard meer dan
Frankrijk tenslotte wordt opgelegd.
Dan gaat Donnersmarck met zijne
vrouw naar slot Hendlitz in Silezië,
waar zij in 1884 sterft. Drie jaar
later hij is dan zeven en vijftig
huwt hij Katharina von Slepzow, de
gescheiden vrouw van den Russi-
schen minister en gezant Nikolai Mu-
rawjew.
Deze Henckel von Donnersmarck
zal zich later interesseeren in groote
industrieele ondernemingen en hij
zal Bismarck getrouw blijven ook na
diens val. Velen uit de omgeving van
den ouden keizer, die ook keizer
Wilhelm II nog hebben gediend, de
den dit niet. Die hartelijke vereering
voor den uit den zadel gelichten
staatsman komt ten goede aan de be
oordeeling van den kring, waarin
Donnersmarck zich ook bewoog en
van welken het bovenstaande eenige
figuren vluchtig schetste.
A .T p^-'D Pl'Pr- "TOUWET
ALKMAARSCHE COU
GESCHREVEN
TEF.KENlNGEN
198
KANTONGEl
Zitting van Vrijdag 5
Overtredingen 5
R ij w i e 1 w e t: J. B.
0.50 boete of 1 dag hec
C- S. te Heiloo, 1 bo
hechtenis. Th, H, J. Z,
G. van W. te'Alkmaar, B
we-Niedorp en L. P. L, i
ieder 2 boete of 1 dag
W. P. F. B. te Zaandijk, J
Barsingerhorn, N. S. te Ze
G. S„ M. S„ S. P. V. en P.
ster, J. P, G, te Monnike
te Noordscharwoude, J. 1
Maarten, G. v, d. B. te Hei
Schoorldam en J. de J
ieder 3 boete of 2 dag(
A. B. te Amsterdam,
week tuchtschool. H. F,
lem, 4 boete of 1 week
H, J. ten H. te Bergen,
en A. S. te Amsterdam,
Alkmaar en J. R. te Beei
4 boete of 2 dagen heel
G. V. te Haarlem en J,
Amsterdam, ieder 3 plu;
of 2 plus 3 dagen hechtenis
Amsterdam 6 boete of 1
school met toewijzing der
dering ad 8.25. J. K.
NooTdschermer, 15 boete
hechtenis.
Overtredingen V<
ringsverordening: F
C. A. W. van B. te Alkmaa
boete of 1 dag hechtenis.
Alkmaar, 1 plus 0.50
maal 1 dag hechtenis. - J
Siflt-Pancras, T. B. te Alkn
Z. te Schoorl en J. F. P,
ieder 2 boete of 1 dag hi
E. de W. en F. T. te Berge;
Rotterdam, S. K. te Heer
P. H. te Alkmaar en A. J.
Heemskerk, ieder 3 boete
hechtenis. D. B. te Alk
boete of 2 dagen hechtenis,
S. te Alkmaar, 3 jrius
2 maal 1 week tuchtschool,
Beemster en J. R. te D,e
J 3 plus 1 boete of 2 p
hechtenis. P. v. L. te All
boete of 4 dagen hechtenis.
De Rijp, 3 plus 2 boete
1 dag hechtenis. W. W. te
Langendijk en P. A. B. te
ieder 5 boete of 3 dhgen
T. v. d. V. en A. K. te
ieder 6 boete of 4 dagen 1
Overtredingen Ider
plicht: L. A. H. te Amstei
straf toegepast. F. A. R. te
1 boete of 1 dag hechtenis
te Den Helder, 2 boete i
hechtenis. A, G. J. en R
Heiloo en C. C. D. te Laren,
boete of 2 dagen hechtenis.
Overtredingen v
ning Verkeersbeper'
M. te Warmenhuizen, berisp
M. te Warmenhuizen, 2 b<
week tuchtschool. K.K. t
scharwoude, 2 boete of
hecht. J. R, te Alkmaar,
of 2 dagen hechtenis. N.
Warmenhuizen, 5 boete of
hechtenis. C. van E. te
eras, 6 boete óf 4 dagen hc
Overtreding Iep:
t e w e t: J, J. M. L. te Pap
10 boete of 5 dagen hechte:
Overtreding Wege:
ment: J. G. Azn. te De Rijp,
te of 4 dagen hechtenis.
Overtreding Art, 45
Str. (openbare dr
schap): C. F. D. te De Rijp,
te of 10 dagen hechtenis.
Overtredingen V:
rij wet: J. S., J. G. S, en
Alkmaar, ieder 3 boete of
hechtenis.
Overtredingen Art.
v. Str, (loopen over
den grond): W. A. te
0,50 boete of 1 dag hechten
C. M. en C. K. te Ilpendam,
maal 2 boete of 2 maal 1 d
tenis.
Overtredingen P
verordeningen: B. B. te
3 boete of 2 dagen hechteni
G. te Alkmaar, 4 boete of
hechtenis. J, R. te Zaanda
boete of 3 dagen hechtenis.
Overtredingen Ar
w e t: A. H. te Alkmaar en J. S
te Warmenhuizen, ieder 3 1
3 dagen hechtenis.
Overtreding Art. 424
Str. (baldadigheid): H. d
Bergen, 5 boete of 3 dagen
tenis.
Overtreding Art. 425
str. (hond los laten lo
J. L. M. C. te Heiloo, 5 boet
da^eo hechtenis.