WAARIN STILLEF Wandelingen door een wereldstad: Montparnasse. Een bezoek aan den beeldhouwer Benneteau. BEKENDMAKING. Victorie Duitschland wint voor Europa op alle fronten. UIT EEN VERDWENEN HOFKRING. DASHIE HAMME' alexande: ra ymon: ALKMAAR U KANT VAN ZATERDAG 6 SEPTEMBER 1941. Pagina 4 Pennehrassen uit Parijs. (Van onzen Parijschen correspondent). Parijs, eind Augustus. Montparnasse is een interessante wijk van Parijs en de beeldhouwer Bennetau is één der Interessante menschen van Montparnasse. Als men nu Magny, prefect van de Seine, spreekt, of den rector van de Sorbonne, Kees van Dongen of een beroemden schrijver, ieder kent Benneteau, en in het atelier van den beeldhouwer vindt men de portretten van politici en diploma ten, van geleerden en letterkun digen. Het zou alles stijf zijn eh deftig en bedaard als het geen Montpar nasse was. Maar het is Montpar nasse en alleen daarom al is Ben neteau niet deftig en niet bedaard en daarom heerscht er in zijn atelier die sfeer van bohemien en haast baldadige desorde, want wanorde is te sterk, die het tegendeel' is van stijfheid. Vaak op mijn wandelin gen door deze wereldstad loop ik even langs de rixe de Cherche-Midi en praat er een poosje met den beeldhouwer, één der begaafde leerlingen van Rodin. Of ik rommel wat in zijn bibliotheek, allemaal boeken met opdrachten van Cle- menceau en Poincaré, van Branley en van Albert Lambert van de Comédie Frangaise en de portretten met de handteekeningen van alle mogelijke artisten. En als er een model is neem ik maar een vel tee kenpapier, immer voorradig, en schets in houtskool, om mijn hou ding en de gêne van het meisje te redden. Soms ook belt de beeld houwer onverwacht op: „Er komt vanmiddag een hooge piet posee ren." Geen manier zoo gemakkelijk om „hooge pieten" te spreken te krijgen. Ze gedragen zich bovendien meer ongedwongen en laten meer los dan van achter hun respect-af dwingende schrijfbureau ergens in een officieel en bijna ontoeganke lijk gebouw. Een lust is het den straks zestig jarigen Felex Bennetau Degrois aan aen arbeid te zien. Zijn werk is hem meer dan een voldoening, het is een vreugde. „Hoe zou het anders kunnen", vraagt hij eenvoudig, „iets 1. Alle mannelijke Rijksduit- schers, die geboren zijn in de jaren 1910 tot en met 1913, moe ten zich voor keuring, en de dienstplichtigen, geboren in de jaren 1914 tot en met 1933, die bij de voorjaarskeuring 1941 nog niet verschenen zijn, voor in schrijving en keuring melden bij de volgende instanties: a. Uit de provincies Zuidholland en Zeeland bij de Wehrmachtkom- mandantur den Haag, Lange Voor hout 38, op 24.9 des voormiddags 8.30 uur de letters A-P; op 25.9 des voormiddags 8.30 uur de létters Q-Z. b. Uit de provincie Noordholland bij de Wehrmachtkommandantur Amsterdam, Museumplein, op 26.9 des voormiddags 8.30 uur de letters A-P; op 27.9 des voormiddags 8.30 uur de letters Q-Z. c. Uit de provincies Friesland, Groningen, Drenthe en Overijsel bij de Wehrmachtkommandantur Zwol le, Westerstraat 5 op 29.9 des voor middags 8.30 uur de letters A-P; op 30.9 des voormiddags 8.30 uur de let ters Q-Z. d. Uit de provincies Gelderland, Utrecht en Noordbrabant bij de Ortskommandantur 's-Hertogen- bosch, Julianaplein 2. Op 2.10 des voormiddags 8.30 uur de letters A-G; op 3.10 des voormiddags 8.30 uur de letters H-O; op 4.10 d'es voor middags 8.30 uur de letters P-T; op 6.10 des voormiddags 8.30 uur de letters U-Z. e. Uit de provincie Limburg bij de Wehrmachtkommandantur Maas tricht, Vrijthof 46. Op 8.10 des voor middags 8.30 uur de letters A-D; op 9.10 des voormiddags 8.30 uur ie letters E-H; op 10.10 des voormid dags 8.30 uur de letters I-M; op 11.10 des voormiddags 8.30 uur de letters N-Q; op 12.10 des voormid dags 8.30 uur de letters R-T; op 13.10 des voormiddags 8.30 uur de letters U-W; op 14.10 des voormid dags 8.30 uur de letters X-Z. 2. De personen, die zich moeten aan melden, moeten legitimatiepapieren en twee pasfoto's van 37 bij 52 mm genomen in burgerkleeding zonder hoofdbedekking medebrengen. De genen, die een bril dragen, moeten het recept voor de bril medebren gen. Joden moeten niet verschijnen. 3. Dengenen, die zich moeten aanmelden, wordt het reisgeld derde klasse bij de aanmelding terugbe taald tegen vertoon van het reisbil jet. In geval van afwezigheid van langer dan 8 uur uit hun woonplaats ontvangen zij verder een vergoe ding voor vertering. De Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, De commissaris-generaal voor de openbare veiligheid, Rauter, SS-Gruppenführer en luitenant-generaal der politie, scheppen. Niet alleen creatuur zijn maar ook creatief?" En hij vertelt van Rodin, wiens Balzac daar den boulevard domineert van Fal guière, die een leven noodig had om de superioriteit van Rodin te erkennen, doch het dééd wat niet de beste wereld weet, en van Mefcié Van BoUrdelle en Maillol, van Despiau. Het is een genot naar dezen man te luisteren en een les in kunsthis torie op den koop toe. Alleen over zichzelf spreekt Benneteau bitter weinig; in een boek over beeld houwers heb ik zijn „Premier grand prix de Rome" moeten ontdekken en slechts toevallig werd ik gewaar, dat hij de beeldhouwer is van het bekende „monument aux morts" in de Comédie Frangaise, de „maisson de Molière". Daarentegen is zijn voorraad anecdoten van politici en bekende persoonlijkheden onuitput telijk naar het schijnt, hij praat over Lamartine en Verlaine, over de Fransche revolutie en de geleide eco nomie, over de philisophie en de po litiek van Pétain met een verbluf fende kennis van zaken, en heeft meer landen bereisd en volkeren be studeerd dan menig geograaf. En dat alles wordt maar simpel meegedeeld als de eenvoudigste zaak onder de zon, terwijl de bustes en de boeken, de gipsfiguren en de levend geworden marmeren beelden ons aankijken. Aan de wanden hangen oude meesters, die tienduizenden francs waard zijn, naast de huid van een krokodil en het veelvertakte ge wei van een hert; een opgengeslagen boek zwerft ergens op den draai baren divan voor het model. En door de zachte, grijze gordijnen valt nog zachter, nog grijzer licht naar binnen en beschijnt de gezellige desorde die op zichzelf weer een orde is. Montparnasse. Een interessante v/ijk van Parijs. Maar niet in de eerste plaats om zijn Dome en zijn Rotonde, de café's met de permanen te schilderijententoonstellingen, waar de vreemdelingen plachten neer te strijken om de bohemien- stemming op te doen. Niet in de eerste plaats om de herinnering aan Modigliani, Picasso, Soutine en Metzingér, de bohémiens, en de vele -ismen die hun tijd hebben uitge diend. Maar om de werkelijk inte ressante menschen, die men nu een maal minder in café's ziet, om de grooten, die niet immer het meeste gedruisch maken. De ware artisten, die hun hart hebben verpand aan hun werk en het daar steeds terug vinden in de vreugde van den Scheppenden arbeid. Waarvan de beeldhouwer Benneteau één is, al zou hij boos worden als ik het zei- de. En dus zeg ik het maar niet. T. O. LAATSTE BERICHTEN Ongecorrigeerd. AANVULLING BONAANWIJZING KAAS. 's-Gravenhage, 6 Sept. De secre taris-generaal van het departement van landbouw en visscherij maakt het volgende bekend omtrent de bonaanwijzing voor kaas. Zooals bekend geeft gedurende de week van 7 tot en met 13 September a.s. de met „34 kaas" gemerkte bon recht op het koopen van 100 gram kaas. De aandacht wordt erop ge vestigd, dat deze bon na 13 Sept. nog drie weken geldig blijft, dat wil dus zeggen tot en met 4 Oct. a.s. EEN PROCLAMATIE VAN MAARSCHALK ANTONESCU. Boekarest, 5 Sept. (D.N.B.) Ter gelegenheid van den verjaardag dei- overneming van de staatsmacht heeft maarschalk Antonescu een pro clamatie uitgevaardigd. Daarin ver klaart hij, dat hij zich 6 Sept. 1940 aan het hoofd van een ontredderd, ontaard, ontmoedigd, gedesorgani seerd, verlaten volk heeft gesteld, na jarenlang gestreden te hebben voor de grondslagen van een ge zond, sterk nationaal land. Hij heeft er voortdurend naar getroefd het land zijn eer en vrijheid te herge ven en de schaduwen van het verle den te doen verbleeken. In vertrouwen op een nieuwen geest in het land, zoo vervolgt An tonescu, heeft hij de draden van het Roemeensche lot weer aaneen kun nen knoopen door Roemenië in waardigen bond met Duitschland, Italië en Japan te vereenigen, waar door niet alleen een rustige ontwik keling werd gewaarborgd, maar het land ook werd beschermd tegen het bolsjewistische gevaar en het daar enboven de vervulling van zijn hei lige rechten verkreeg. Ik heb, aldus de proclamatie, dit bondgenootschap gesloten met de loyaliteit van een volk, dat zijn eer en zijn grondgebied wil verdedigen. Ik heb begrip gevonden bij het groo- te Duitsche volk en het Italiaansche volk, den bestendigen, eerlijken steun van den Führer en rijkskanse lier, Adolf Hitler, en het bloedoffer der Duitsche soldaten, die op Roe- meenschen bodem voor zijn bevrij ding en voor de beschaving hebben gestreden. Ik heb gezegd, toen ik dit bond genootschap sloot, dat den grondslag vormt van ons recht, dat ik nooit iets zou verraden, wat Roemeensch is en dat ik zou strijden voor de we deroprichting van onze nationale waardigheid. Thans kimt gij, Roe menen, tot het besef komen, dat ons land niet meer alleen staat, dat ik met dit bondgenootschap niet slechts de overleveringen van ons land be schermde, die door de communisti sche horden werden bedreigd, maar dat ik door onzen strijd in het Oos ten Roemeenschen grond kon bevrij den en onze eer kon schoonwasscheu met het bloed ohzer soldaten. De Conducator behandelt vervol gens de successen van zijn eerste re- geerlngsjaaf op het gebied der bin- nenlandsche politiek en betoogt, dat hij den staat weer op de grond slagen van eerlijkheid en arbeid heeft gesteld. Na nog meer maatre gelen op het terrein der binnenland sche politiek te hebben aangekon digd, besluit Antonescu: Een jaar van werken is voorbij. De bevrij ding, die het heeft gebracht, is even wel niet maar een bevrijding van Roemeensch gebied geweest, doch ook de roep van het volk om een nieuwe taak. W.A.-MAN AAN VERWONDING BEZWEKEN. 's-Gravenhage, 6 September. De persdienst van de N.S.B. meldt a.m.: Nadat cp Vrijdag 6 Juni j.l. de wachtmeester der W. A. Jac Janse van ban 1, vendel 1 te Utrecht door een onbekend gebleven dader tij dens een marsch door een der druk ke straten van Utrecht in den rug Werd aangevallen en met een mes steek in zijn hals ernstig werd ge wend, is het slachtoffer van dezen laffen moordaanslag thans in den vroegen morgen van 5 September, na tevergeefs operatief ingrijpen, aan de bekomen verwonding over leden. Hij vervulde in de beweging de taak van huismeester van het bankwartier der W.A. in Utrecht alwaar hij met zijn vrouw en 3 jonge kinderen woonde. Bij een colportagetocht door Utrecht, welke gevolgd werd door een marsch, volgde wachtmeester Janse met eenige van zijn kameraden in een kleine troep de twee groote groepen der W.A., die vroolijk zin gend door Utrechts drukste straten trokken. Tot in de buurt van de Ka naalstraat was alles goed gegaan. In de houding van het publiek wees niets op de komende incidenten. In tegendeel, de stemming was zeer rus tig. In de buurt van de Kanaalstraat veranderde dit evenwel en kwam het publiek scheldend toegeloopen. De W. A. echter marcheerde rustig verder. De twee vooropgaande groote groepen werden dan ook met rust gelaten, maar het gepeupel zag blijk baar een betere kans In het over vallen van het kleine achteraan komende troepje. Het volk drong op en v o o rdat de mannen zich nog bewust waren van het gevaar, waar in zij verkeerden, had iemand met een mes, dat hij tevoren geopend in de hand gereed hield, wachtmeester Janse een diepen steek in de hals toe gebracht om onmiddellijk daarna tusschen de menigte te verdwijnen. De politie, die op eenige meters afstand aanwezig was, is er niet in geslaagd den dader te ontmaskeren. TOEZICHT OP DE ZIEKEN FONDSEN. Raad van Bijstand. 's-Gravenhage, 6 Sept. In het heden verschenen verordeningen blad is opgenomen het eerste uit voeringsbesluit van den secretaris generaal van het departement van sociale zaken ingevolge het zieken- fondsenbesluit. Hierin worden rege len gesteld omtrent den Raad van Bijstand van den commissaris, be last met het toezicht op de zieken fondsen. ingevolge dit besluit zal deze raad bestaan uit vijftien leden, bestaande uit drie groepen van vijf leden. O.m. hebben de geneeskun dige en de pharmacêutische hoofd inspecteur van de volksgezondheid in den raad zitting, evenals het hoofd van de afdeeling arbeiders verzekering van het departement van sociale zaken of diens plaats vervanger. De ambtsperiode van de leden van Raad van Bijstand duurt voor de eerste maal tot en met 31 De cember 1941, overigens vijf jareh. Dit besluit treedt heden in werking. AANVOER VEILING L.G.C. Aan de Langendijker Groenten- centrale werd in Augustus 1941 aan gevoerd: 2.598.265 kg roode kool (1.854.775 kg); 247.475 kg gele kool (191.690 kg); 11.498 kg uien (230.299 kg); 320 st. bloemkool (11.024 st. 25.344 kg tomaten (24.437 kg); 20.900 kg bieten (19.650 kg); 17.275 kg Ra barber 1.195.998 kg aardappelen (1.580.920 kg); 587.075 kg vroege witte kool (555.350 kg); 3.124 kg druiven (8.713 kg). 760 kg zilveruien (8.275 kg); Breek- peen 29.250 kg (10.425 kg); Waspeen (1.500 kg); Bospeen 1.096 bos (1.882 bos); Stamboonen 185.563 kg (94.213 kg); Stoksnijboonen 72 kg (321 kg); Tuinboonen 1.887 kg (950 kg); Kom kommers 3.395 stuks (3.392 st.); Kropsla 480 krop. De totalen omzet bedroeg 246.040.17 (in Aug. 1940: 169.463.18). Tusschen haakjes Augustus 1940. BEZOLDIGING PERSONEEL VOORMALIGE NED. LEGER. 's-Gravenhage, 6 September. Het heden verschenen Verordeningenblad bevat het derde uitvoeringsbesluit van het hoofd van het afwikkelings bureau van het departement van De fensie nopens maatregelen ten aanzien van de bezoldiging en verzorging van militair en burgerlijk personeel der voormalige Nederlandsche zee- en landmacht, Hierin is bepaald, dat met ingang van 1 December 1940 aan de tót het beroepspersonëel behoóréndè gehuw de militairen van de voormalige zee macht, zoomede aan de tót hét be- roepspersoneel behóorende gehuwde, jaarwedde of soldij genietende mili tairen van de voormalige landmacht, een tijdelijke toelage Wórdt vêrleênd van zes ten hónderd Van de brUtö-be- zoldiging, voor zóóver de brutó-be- zoldiging, vermeerderd met deze toe lage, één bedrag van 19Ó0 's jaars niet overschrijdt. Het bovenstaande is niet van toepassing, wanneer ingevolge een algemeene bezoldigingsverhooging na 31 December 1937 de bezoldiging V van vorenbedoelde militairen is ver hoogd. Voor de toepassing van deze rege ling wordt onder bruto-bezoldiging verstaan de bezoldiging (voor het per soneel der zeemacht bij plaatsing aan wal, vermeerderd met de geldelijke inkomsten, voor zoover deze bij de be rekening van den pensioensgrondslag in aanmerking komen. Dagelijksche soldijen en andere dagelijksche in komsten worden tot inkomsten over een jaar herleid, waarbij het jaar wordt gerekend op 365 dagen, Het bedrag der bovenbedoelde tijdelijke toelage wordt naar boven afgerond tót een vollen gulden. Met ingang van 1 Januari 1941 wordt bij wijze van tijdelijken maatregel, hét minimumbedrag van de kindertoelage, bedoeld in artikel 69 van de „regeling van de bezoldi ging va nHet militaire personeel der zeemacht", en artikel 39, eerste lid, van het „reglement voor de mili taire ambtenaren der landmacht" van 60 's jaars per kind, opge voerd tot 75 's jaars per kind. U ook adverteert, wélk ander reclame-middel U ook gebruikt O kunt er «lechts menschen mee bereiken, die vandaag de courant hebben gelezen en ze morgen even zeer zullen lezen. Vandaar, dat courantenreclame on weersprekelijk de basis Is van Iedere goede reclame- •ampagne. Historische figuren. Hofkringen hebben steeds de nieuwsgierigheid der menschen ge trokken. Dat is begrijpelijk. De meerdere of mindere omslotenheid waarin vorstelijke personen leven, èn de beteekenis, welke regeerende vorsten en wie hun na bestaan, heb ben op het lot van een volk al thans kunnen hebben maken dat men hen voortdurend eenigszins bespionneert. Men laat hen niet met rust; men Wil weten, wat zij doen tot zelfs in hun particuliere leven. Naar mate het meer onttrokken wordt aan het oog, wekt het grooter belangstel ling. Daardoor hebben steeds de boe ken, die beweren een gordijn te kun nen oplichten, waarachter zich de geheimen der hoven verborgen, groot succes, zelfs wanneer dat gor dijn opgelicht wordt voor een gefan- taseerden achtergrond. Aangezien echter geen enkel vorstelijk leven geheel onttrokken kan blijven aan de blikken van het publiek, is er alle kans, dat zelfs bij den grootsten fan tast, die schrijft over wat achter de Schermen der paleizen gebeurt, eeni ge waarheid gevonden wordt. Die waarheid word* grooter, naarmate de tijd, waarin de onthullingen plaats hebben, critischer is en de middelen om te controleeren talrij ker zijn. Wie in onze dagen met zijn rijkdom aan historische documenten en gelegenheid om die te raadplegen met onthullingen aankomt, moet ech ter goed beslagen op het ijs der pu bliciteit komen, vooral wanneer hij vertelt van tijden, die nog vallen binnen de persoonlijke herinnering van zeer velen. Waarschijnlijk was Paul Wiegler, de twintig jaar geleden bekende Duitsche essayist, goed beslagen ge weest, toen hij bij het Avalun-Ver lag te Hellerau bij Dresden een boek uitgaf, dat tot titel had: Wilhelm der Erste, Sein Leben und seine Zeit. Dit werk bevatte een grooten voor raad onbekende mededeelingen over den eersten keizer van het door den Fransch-Duitschen oorlog van 1870/ '71 keizerrijk geworden Duitsche rijk. Het sprak o.m. over enkele be kende personen in verband met ge bruiken, die aan het hof in zwang waren, en over zwakke plekken in de in naam zoo ernstige kringen. Het gedeelte van het boek, waarop ik doel, had het over den tijd nu zoo lang geleden dat aan het hof van den Duitschen keizer in de Witte Zaal de ministers, gekleed in van goudborduursel stijf staande gala- costumes, „den koninklijk-Pruisi- schen fakkeldans" uitvoerden. Het was een merkwaardig schouwspel, den nog al gebuikten minister Camp- hausen bij de bruiloft van Prinses Charlotte, of den sarcastischen graaf Fritz Eulenburg, of den nuchter- goedmoedigen dr. Falk, die hele maal niet in de hofomgeving paste, of den jovialen minister van oorlog von Kameke, wien het reeds moei lijk viel zijn gezicht bij belangrijke aangelegenheden in een ernstige plooi te houden, -— het was een merkwaardig schouwspel om al die heeren, elk met een waskaars in de hand, paarsgewijs te zien naderen, terwijl zij met veel moeite aan hun gezichten een plechtige uitdrukking trachtten te gevent De ommegang, met pages voorop, in plechtigen, langzamen pas op het rhythme van den marsch, dien de jonge prins Albrecht daarvoor gecom poneerd had, herhaalde zich in het oneindige en op het laatst had men diep medelijden met de heeren mi nisters, op wier gezichten langzamer hand de vermoeidheid duidelijk merkbaar werd. Vorst Bismarck was er niet bij. De schrijver van het boek drukte later tegenover den grooten staatsman zijn teleurstelling Uit, dat hij hem niet in de uitoefe ning dezer „ministerieele functie' had kunnen zien. Bismarck ant woordde: „Auf der Hochzeit von Prinz Al brecht Sohn habe ich auch noch den Fackeltanz mitgemacht, aber jetzt. bin ich zu alt dazu diesen princillons etwas vorzutanzen". Paul Wiegler's werk, waaruit we het voorgaande opnamen, ontleende veel aan een boek, dat in 1884 ver schenen was, in het Fransch, met den titel La société de Berlin. Des schrijvers naam gaat verborgen ach ter een pseudoniem, n.l. „Comte Paul Vasili". Het bevat een reeks van mededeelingen, afkomstig van iemand, die goed uit zijn oogen heeft gezien en de omgeving van keizer Wilhelm van nabij heeft ge kend. Met goede- pen schrijft de on bekende over de „oude parade- paardjes" van keizer Wilhelm. Graaf Lehndorff b.v. was volgens hem een soort „ex-Lovelac", ijdel, egoïst, maar niet kwaadaardig. „Twee jaar gele den had de graaf tot vertwijfeling van een groot aantal jonge meisjes en een mooie weduwe, die zóó zeker op een huwelijk met hem had gere kend, dat zij reeds een studeerkamer voor hem had laten inrichten, om de hand gevraagd van freule Gret.e von Kanitz; een jong meisje van 20 jaren, knap maar onbeduidend, de laatste persoon voor een ouden „Lebemann" om te huwen. Het hu welijk had plaats. Men haalde er met een wanhopig gebaar de schou ders over op entot dusver is het paar een der gelukkigste in deze kringen". Over prins Reusz heet het: „hij is gehaat bij de jónge officieren, wier evancement hij verhindert door zijn protegeeren van de generaals. Vorst Radziwill, die een Fransche vrouw gehuwd heeft, wordt inge deeld bij de „internationale aristo cratie". Pruis in Berlijn, Franschman in Frankrijk. En dan „die drei Schwestern!" Die drie zusters zijn de gravin von Moltke, zusters van graaf Kuno von Moltke, den vriend van Philipp Eulenburg: gravin Fritz Perponcher, gravin Donkelmann en mevrouw von Prillwitz. De eerste is weduwe, nog mooi, zeer rijk, zeer elegant. Zij heeft „successen" gehad. De tweede is de koningin van de mode en wordt omzwermd door de Gardes-du- Corps, een goed geconserveerd stand beeld. De derde heeft avond aan avond haar' salons open. „Men komt er om te spelen, te rooken, te dansen en te flirten, alles naar keus. En er zijn zeer gemakkelijke fauteuils, waarin men den nacht kan doorbren gen". Het is een soort club. „De volle bierglazen circuleeren: de jonge offi cieren knoopen hun wapenrok óf hem dolman los". De groote misdaad der drie zusters is, dat zij den eer bied voor de vrouw bij de jonge mannen van de artistocratische krin gen gedood hebben. Even komt op den achtergrond de figuur van prins Wilhelm, den lateren keizer Wilhelm II, op sympa thieke wijze te voorschijn. Graaf Waldersee schrijft naar aanleiding van een schandaal, dat naar buiten uitlekt: „In „der Gesellschaft" is nu be kend geworden, dat prins Wilhelm het huis van -mevrouw von Prillwitz voor zijn officieren verboden heeft; er wordt beweerd ik Vermoed door kwaadwilligen dat hij ook het huis van de Perponchers in het verbod heeft betrokken, wat niet waar is. Het bevel zal waarschijnlijk een „schandaal eerste klasse" ver oorzaken, doch het valt niet te ont kennen, dat de prins velen aan zijn zijde heeft. De te Berlijn zoo grof geworden gezelschapstoon en de achteruitgang van de reputatie der gezelschappelijke kringen worden voor een niet gering deel in verband gebracht met de salons en het voor beeld der „drie zusters" en men wenscht van harte, dat er beterschap komt. Bovendien heeft hofmaar schalk Perponcher door zijn ver waandheid en door het feit, dat hij de uitnoodigingen ten hove voor zijn eigen uitnoodigingen aanziet, zich vele vijanden gemaakt. Dat hij een toontje lager zal moeten zingen, zal velen, zelfs in den kring van het eigenlijke hof, verheugen. Kort voordat prins Wilhelm aldus ingreep had hij getracht op te treden tegen het hazard-spel in de „Union- club", waarvan de hertog van Rati- bor president en de oude keizer be schermheer was. De prins verbiedt deze club voor de officieren van het regiment huzaren van de garde. Ra- tibor verzoekt den prins schriftelijk om dat verbod in te trekken. „Hij beweert aldus graaf Waldersee dat jonge officieren daar nooit spéél den. De prins heeft zijn beschuldi ging met goede argumenten gehand haafd en op de zeer uiteenloopenóe elementen gewezen, die in de club gevonden worden. Aangezien nu de keizer aan den bevelhebber van het garde-korps duidelijke opmerkingen heeft gemaakt wegens het hand over hand toenemend hazardspel, hoop ik, dat de monarch zijn beschermheer schap van de club zal neerleggen". Maar de heer von Albedyll wil niét toegeven. Ratibor gaat nu naar den keizer, maar verboden wordt het hazardspel toch omin het geheim voortgezet te worden. In het „Palais" van vorst Blücher op de Pariser Platz woont Guido, graaf Henckel von Donnersmarck, gerechtigd tot het dragen van vele titels. •Deze groot-grondbezitter en mijn- magnaat woonde onder Napoleon III als particulier te Parijs, waar hij een Russische of, eene Duitsche trouwde men is niet zeker van hare nationaliteit. die als „la Paï- va" zijn vriendin was geweest. Haar naam was Pauline Therese Blanche Lachmann; zij was eerst getrouwd met een pruts-kleermakertje, daarna met een in schulden zittenden Por- .tugees, den markies Albino de Païva y Aranjo. Zij had een ruim hart. De hertog de Gramont deed haar over aan den hertog de Guiches en deze deed hetzelfde aan graaf Henckel von Donnersmarck, die voor haar een schitterend huis in de Champs Elysées inricht. De beeldhouwer Da- lou levert de plastiek van de schoor steenmantels, de schilder Baudry schildert de plafonds, op één waar van „la Païva" als „de Nacht" zonder eenig omhulsel vereeuwigd wordt. Er wordt veel ontvangen in het „hotel Donnersmarck". Taine, Theo- phile Gautier, de gebroeders de Goncourt zijn gasten op diners en soirées. Wie den indruk wil weten, dien gastheer en gastvrouw op en kele gasten maken, kan dien lezen bij de Goncourts. Ik wil dien hier liever niet citeeren. Doch de daar melodramatisch geschilderde vrouw wordt in 1870, nadat haar katholiek huwelijk met den markies ontbonden is, protestant. De markies pleegt zelfmoord. In de eerste weken van den Fransch-Duitschen oorlog be noemt Bismarck den graaf van Don nersmarck tot prefect van Metz. In Januari roept hij hem naar Versail les om bij de onderhandelingen over de krijgsschatting tegenwoordig te zijn. Donnersmarck stelt zes milliard voor. Dat is een milliard meer dan Frankrijk tenslotte wordt opgelegd. Dan gaat Donnersmarck met zijne vrouw naar slot Hendlitz in Silezië, waar zij in 1884 sterft. Drie jaar later hij is dan zeven en vijftig huwt hij Katharina von Slepzow, de gescheiden vrouw van den Russi- schen minister en gezant Nikolai Mu- rawjew. Deze Henckel von Donnersmarck zal zich later interesseeren in groote industrieele ondernemingen en hij zal Bismarck getrouw blijven ook na diens val. Velen uit de omgeving van den ouden keizer, die ook keizer Wilhelm II nog hebben gediend, de den dit niet. Die hartelijke vereering voor den uit den zadel gelichten staatsman komt ten goede aan de be oordeeling van den kring, waarin Donnersmarck zich ook bewoog en van welken het bovenstaande eenige figuren vluchtig schetste. A .T p^-'D Pl'Pr- "TOUWET ALKMAARSCHE COU GESCHREVEN TEF.KENlNGEN 198 KANTONGEl Zitting van Vrijdag 5 Overtredingen 5 R ij w i e 1 w e t: J. B. 0.50 boete of 1 dag hec C- S. te Heiloo, 1 bo hechtenis. Th, H, J. Z, G. van W. te'Alkmaar, B we-Niedorp en L. P. L, i ieder 2 boete of 1 dag W. P. F. B. te Zaandijk, J Barsingerhorn, N. S. te Ze G. S„ M. S„ S. P. V. en P. ster, J. P, G, te Monnike te Noordscharwoude, J. 1 Maarten, G. v, d. B. te Hei Schoorldam en J. de J ieder 3 boete of 2 dag( A. B. te Amsterdam, week tuchtschool. H. F, lem, 4 boete of 1 week H, J. ten H. te Bergen, en A. S. te Amsterdam, Alkmaar en J. R. te Beei 4 boete of 2 dagen heel G. V. te Haarlem en J, Amsterdam, ieder 3 plu; of 2 plus 3 dagen hechtenis Amsterdam 6 boete of 1 school met toewijzing der dering ad 8.25. J. K. NooTdschermer, 15 boete hechtenis. Overtredingen V< ringsverordening: F C. A. W. van B. te Alkmaa boete of 1 dag hechtenis. Alkmaar, 1 plus 0.50 maal 1 dag hechtenis. - J Siflt-Pancras, T. B. te Alkn Z. te Schoorl en J. F. P, ieder 2 boete of 1 dag hi E. de W. en F. T. te Berge; Rotterdam, S. K. te Heer P. H. te Alkmaar en A. J. Heemskerk, ieder 3 boete hechtenis. D. B. te Alk boete of 2 dagen hechtenis, S. te Alkmaar, 3 jrius 2 maal 1 week tuchtschool, Beemster en J. R. te D,e J 3 plus 1 boete of 2 p hechtenis. P. v. L. te All boete of 4 dagen hechtenis. De Rijp, 3 plus 2 boete 1 dag hechtenis. W. W. te Langendijk en P. A. B. te ieder 5 boete of 3 dhgen T. v. d. V. en A. K. te ieder 6 boete of 4 dagen 1 Overtredingen Ider plicht: L. A. H. te Amstei straf toegepast. F. A. R. te 1 boete of 1 dag hechtenis te Den Helder, 2 boete i hechtenis. A, G. J. en R Heiloo en C. C. D. te Laren, boete of 2 dagen hechtenis. Overtredingen v ning Verkeersbeper' M. te Warmenhuizen, berisp M. te Warmenhuizen, 2 b< week tuchtschool. K.K. t scharwoude, 2 boete of hecht. J. R, te Alkmaar, of 2 dagen hechtenis. N. Warmenhuizen, 5 boete of hechtenis. C. van E. te eras, 6 boete óf 4 dagen hc Overtreding Iep: t e w e t: J, J. M. L. te Pap 10 boete of 5 dagen hechte: Overtreding Wege: ment: J. G. Azn. te De Rijp, te of 4 dagen hechtenis. Overtreding Art, 45 Str. (openbare dr schap): C. F. D. te De Rijp, te of 10 dagen hechtenis. Overtredingen V: rij wet: J. S., J. G. S, en Alkmaar, ieder 3 boete of hechtenis. Overtredingen Art. v. Str, (loopen over den grond): W. A. te 0,50 boete of 1 dag hechten C. M. en C. K. te Ilpendam, maal 2 boete of 2 maal 1 d tenis. Overtredingen P verordeningen: B. B. te 3 boete of 2 dagen hechteni G. te Alkmaar, 4 boete of hechtenis. J, R. te Zaanda boete of 3 dagen hechtenis. Overtredingen Ar w e t: A. H. te Alkmaar en J. S te Warmenhuizen, ieder 3 1 3 dagen hechtenis. Overtreding Art. 424 Str. (baldadigheid): H. d Bergen, 5 boete of 3 dagen tenis. Overtreding Art. 425 str. (hond los laten lo J. L. M. C. te Heiloo, 5 boet da^eo hechtenis.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 6