DE TIJGER Mr. Rost van Tonningen over de staatsleening. Rheumatische pijnen I TtUJniiwidffeó De „Nederlandsche landstand". Uiteenzetting Van oificieele zijde. Szuïtietcm ALKMAARSCHE COURANT VAN Z Naar aanleiding van het slagen dat de 3'A pet. Staatsleening Ne derland 1941 is ten deel gevallen, heeft een redacteur van het ANP een onderhoud gehad met den heer M. M. Rost van Tonningen, presi dent der Nederlandsche bank. Deze verklaarde o.m., dat hier voor het eerst sedert jaren weer een Staats leening van het 31/. pet. type aan de emissiemarkt kon worden gebracht, terwijl de laatste drie leeningen al le van het 4 pet. type waren. In ge val van mislukking van deze 3]4 pet. leening zou niet alleen op het individueele vermogen, maar ook op het fiscale vermogen van naamloo- ze vennootschappen zijn teruggedre- pen. Daarentegen waren thans ze kere categorieën van institutioneele beleggers, de spaarbanken en boe- releenbanken bijv., bij voorbaat voor de stok achter de deur gevrijwaard. Dit is geschied om kenbaar te ma ken, dat aan deze institutioneele in stellingen een groot eigen initiatief wordt gelaten in de te voeren be- leggingspolitiek. Ook de rijksfond sen waren vrijgesteld. Het is de bedoeling geweest de leening uitsluitend te do'en op brengen met gelden, waarover de overheid geen directe controle heeft. Dat deze operatie is geslaagd stemt tot voldoening. Na geprobeerd te hebben over het streven om de markt op een rente niveau van 3% pet. te brengen, zei spr.: Doelbewust is derhalve de ka pitaalmarkt sinds eenige maanden geblokkeerd voor gemeentelee- ningen, die een hooger rentetype hadden, opdat geen storing zou in treden ten opzichte van de bestaan de plannen. Het eerste gevolg was, dat de vo rige 4 pet. leeningen de parikoers wisten te bereiken, en zelfs over schreden. Vervolgens konden op de pandbriefmarkt enkele 4 pet. pand brieven worden geconverteerd in 3% pet. stukken. Van deze ontwik keling zal op den duur het geheele economische leven in ons land pro- fiteeren. Voorts uitte spr. de hoop, dat de rente van hypothecaire schuldvorderingen in de naaste toe komst een overeenkomstige geleide lijke daling zal inslaan. Zoodra de nieuwe Staatsleening door de markt voldoende is ver werkt en de stukken in vaste han den zijn gekomen, zal de markt wederom voor gemeenteleeningen worden opengesteld. Waar inschrijvers hun plicht, de den, moesten maatregelen worden genomen om hun belangen te be schermen. Slechts door feiten, aldus spr., zal 25 OCTOBER 1941. ARBEIDERS STALEN MOTOREN. De politie te Hengelo heeft 13 personen gearresteerd, die bij een groote fabriek van electro-motoren motoren en onderdeelén ontvreem den, tezamen vertegenwoordigende een bedrag van om en bij de 2500. Twaalf personen zijn later vnorloopig weer vrijgelaten.. Een arbeider van deze fabriek had op zekeren dag een motor gekocht en hij kwam tot de ontdekking, dat het en nog onafgewerkte motor van ■zijn fabriek was. Een uitgebreid Onderzoek leidde tot de arrestatie van twaalf fabrieksarbeiders en een ander persoon, verdacht van diefstal van motoren. Het was den arbeiders toegestaan hoeveelheden stroo mee naar huis te nemen, ten einde deze hier te gebruiken voor hun konijnenhokken e. d. Tusschen het stroo werd dan een motor ge pakt en zoo de fabriek uitgesmok keld. Ook geschiedde dit met drijf riemen en andere onderdeelen. ARBEID OP ZATERDAG IN WASSCHERIJEN. De secr.-gen. van; het dept. van soc. zaken heeft aan hoofden of bestuurders van wasscherijen en strijkinrichtingen, in wier fabrieken of werkplaatsen tengevolge van de bestaandeverduisteringsvoorschrif ten niet bij 'kunstlicht mag worden gewerkt, een afwijking toegestaan in de werktijdregeling voor den Zaterdag. Op de Zaterdagen in het tijdvak van 6 December 1941 tot en met 17 Januari 1942 mag door het in deze ondernemingen werkzame persc- neel worden gearbeid tusschen een half uur vóór zonsopgang en een half uur na zonsondergang. Op de overige Zaterdagen in het tijdvak van heden tot en met 31 Maart 1942 mag dan gedurende 3% uur per dag worden gewerkt, onder beding, dat deze arbeidstijd gelegen moet zijn binnen een tijdsbestek, dat een half uur voor zonsopgang kan aan vangen en uiterlijk lA uur na zons opgang moet zijn geëindigd. het Nederlandsche publiek vertrou wen krijgen in de gevoerde finan- cieele politiek. De uitvoering van de plannen tot waarborging der nationale voedsel voorziening kost geld. De op brengst der nieuwe leening oa.. zal hiervoor dienen. Pagina 3. DE DUITSCHE TROEPEN NADEREN DE KRIM. TER HER INNERING....Een foto van een zestal pijnigers en beulen in Eupatoria, gedurende de terreur in de Krim na de nederlaag van generaal Wrangel in 1920. Tienduizenden moorden hebben zij op hun geweten. (Continental-Holland) CHARKOW IN HET OPERATIEGEBIED. EEN HERINNERING....Menschelijke „hand schoenen"; de huid van menschenhanden, gevonden in een martelkamer te Charkow, na het vertrek der Bolsjewiki in 1920. (Continental-Holland) NED. HANDELSINSTITUUT. (A.N.P.) Nadat de Ver. „Het Ne derlandsche Handelsinstituut" van den secr.-gen. van opvoeding, we tenschap en cultuurbescherming de verzekering had gekregen, dat de vereeniging door de oprichting van de Ned. associatie van praktijk- examens in geen enkel opzicht was bekort in haar recht tot het orga- niseeren van haar praktijk-examens in boekhouden, handelscorrespon dentie, stenografie en machine- schrijven, heeft het bestuur van deze vereeniging besloten tot het instellen van een nieuwen raad van toezicht. Tot voorzittervan dezen raad van toezicht is benoemd de heer G. F. Vlekke te Haarlem. De overige leden van den raad zullen door hem worden benoemd. Door deze benoeming wenscht de ver eeniging uiting te geven aan haar wil tot medewerking aan de her ziening in volkschen geest van ons onderwijs in het algemeen en van het particulier handelsonderwijs in het bijzonder. DE N. S. W. G. ONTBONDEN. Blijkens een bericht in „Het Volk" van gisteren is de Neder landsche Socialistische Werk Ge meenschap ontbonden. Het bestuur van de N.S.W.G. zegt in een ver klaring o. m. dat de opzet van de N.S.W.G. niet anders is geweest, dan met oprechte bedoelingen de socialistische waarden in een veel jarigen strijd door de Nederland sche arbeiders verworven, zoover zulks mogelijk was, te behouden en te beschermen. De ondermijnende geruchten over leiding en leden zijn verspreid, de grievende bejegeningen, welke leiding en leden dagelijks bij hun arbeid moesten ondervinden, zijn de oorzaak geweest, dat de in het belang der Nederlandsche arbei ders gewenschte groei uitbleef. Leiding en leden vinden het aller minst onteerend te moeten erken nen, dat de N.S.W.G. tegenover de verspreide laster en de op groote schaal ondervonden ondermijnende tegenwerking, geen middelen ter beschikking staan, om, met zicht baar resultaat, practische politiek op socialistischen grondslag te voeren. Het is op deze gronden, dat lei ding en leden besloten hebben, alle toegetredenen hun vrijheid te her geven en' met ingang van 19 Octo ber 1941 tot ontbinding der N.S.W.G. zijn overgegaan. Besloten is het nog aanwezige kassaldo ter beschikking te stellen van „Winterhulp-Nederland". De bekendmaking was ondertee kend door de heeren Tj. v. d. Zee, voorzitter; G. Stempher, secretaris; W. D. Bekking, penningmeester; A. v. d. Hazel en J. M. Overbeeke. Zooals bekend is de tweede voor zitter, de heer W. van Dok, weth. van Beverwijk, reeds in het begin van het jaar uitde N.S.W.G. getreden. Volksdans. - Tot leidster van de afd. volksdans van het theater- gilder der Nederlandsche Cultuur kamer i.o. is benoemd mevrouw dr. ,Elise v. d. Venten Bensel te Oos terbeek. TOEPASSING KINDERWETTEN. Statistiek over het jaar 1939. Uit de aanwijzingen, die de door het Centraal Bureau voor de statis tiek gepubliceerde statistiek over 1939 geeft omtrent de beweging der jeugdcriminaliteit blijkt, dat het aan tal Onherroepelijk schuldig ver klaarde jeugdigen van 1932 tot 1937 steeg van 1642 tot 3061. De daling van 1938 duurde in 1939 niet Voort. De 'vermeerdering was echter zeer gering, n.l. van 2789 tot 2809, dus slechts 20. Het aantal schuldigver- klaarde jongens verminderde met 40, het aantal meisjes steeg met 60. Het percentage betreffende de meis jes bleef echter in vergelijking met dat der jongens gering: resp. 10,5 en 89,5. Wegens eenvoudigen diefstal wer den veel minder jeugdigen schuldig verklaard (1938: 1104, 1939: 994). Daarentegen waren de cijfers van gekwalificeerden diefstal, verduiste ring, heling en gekwalificeerde strooperij hooger. Het cijfer betref fende eenvoudige en gekwalificeerde mishandeling bleef vrijwel stabiel (190); dat t.a.v. zedenmisdrijven bleef stijgen. Door 275 door het rijk gesubsi dieerde instellingen werden 12294 voogdijkinderen verzorgd en door 30 instellingen 1042 regeerings- kinderen. DE ONDERGANG VAN DE „SLAMAT." Londen, 24 October (A.N.P.) Thans zijn nadere bijzonderheden bekend geworden over den onder gang van de „slamat" van de Rotterdamschen Lloyd. Het schip had opdracht gekregen, naar Grie kenland te varen om Engelsche troepen aan boord te nemen, die vluchten moesten voor de Duitsche weermacht. Op weg naar een Grieksche haven werd de „Slamat" door Duitsche stuka's aangevallen. Het schip werd beschadigd, maar aangezien het) zijn zeewaardigheid nog niet verloren had, zette het de reis voort, Op -de plaats van be stemming nam de „Slamat" een contingent Britsche troepen aan boord. Kort na het vertrek vielen de Duit'sche stuka's opnieuw aan. Het schip kreeg een voltreffer, zoodat het snel begon te zinken. Van de heele bemanning en bezet ting hebben slechts vier het leven weten te redden. PUDDINGVERP AKKERS, PAKTEN IN EN WEG Een fabrikant van pudding poeder, aan de van Ostadestraat te Amsterdam, had een overeenkomst aangegaan met eenige mannen, die in een onderstuk aan de Ruys- daelkade voor de verpakking zou den zorgen. De poeder werd daar bezorgd en later werden de gevul de pakjes weggehaald. Aanvankelijk ging alles goed, doch tenslotte kwam uit dat de inpakkers niet minder dan 4000 pakjes verdonkeremaand hadden. PRIJSAANDUIDINGSBESLUIT SCHOENHERSTELLERS. In de Staatscourant is een be schikking gepubliceerd, waarin ook de schoenherstellers verplicht wor den hun prijzen op goed zichtbare wijze aan te duiden. De daarvoor benoodigde lijsten zijn hun door den directeur van het Rijksbureau voor Huiden en Leder reeds versterkt. hebben een grondigepijnuitdrijvende werking. Toelichting. Ter toelichting op den Nederland- schen landstand ontving het ANP de volgende uiteenzetting: De verordening op de oprichting van den Nederlandschen landstand vormt de hoofdwet van den eersten publiekrechtelijken landelijken be roepsstand in Nederland. Het gege ven kader zal in de komende maan den met uitvoeringsbepalingen, vooral echter door het opbouwwerk van den landstand zelf, worden aan gevuld. Daarbij zullen arbeid en in vloed van den landstand steeds ver der reiken dan door wet en veror deningen kan worden bepaald. De verordening is, evenals de ver ordening op de marktordening der voedingshuishouding, gegrondvest op de Nederlandsche grondwet. De in de grondwet in den kiem aanwe zige gedachte, dat de aangelegenhe den van een beroepstand of van een tak van huishouding met verantwoordelijkheid door des- zelfs leden worden bestuurd en ge leid, is daarmede voor de eerste maal volledig verwezenlijkt. De landstand is geen belangenvertegen woordiging, want hij legt zijn arbeid op jegens het geheele volk verant woordelijke wije ten uitvoer. Het recht tot regeling van de eigen aan gelegenheden sluit verplichtingen jegens het geheel in. Het landvolk zal deze verplichtingen echter er kennen en bevestigen in tegenstel ling tot de plichten, die het lidmaat schap van de crisisorganisaties met zich mede bracht, want daar bestond practisch geen verantwoordelijk me- debepalingsrecht. Met de uitwer king van de marktordeningsorgani saties en den opbouw van den land stand zal derhalve het einde geko men zijn van de crisisorganisaties. De landstand omvat' het landvolk in den breedsten zin des woords, niet alleen den boer, den pachter of tuinder, maar ook den grondbezitter, die grond verpacht of op andere wijze door 'andereh laat gebruiken. Tot den landstand behooren de zoetwater- en kustvisschers, ook alle door J. REGIS. 25 „Monsieur Rambouillet spreekt nóg geen Zweedsch", voegde Wal- lion eraan toe. „Nou, maar een heel klein béét je", zei Rambouillet, die hem wel verstaan had. „Ik kan me in een kapperssalon en een schoenwinkel verstaanbaar maken met behulp van een gids". „Prachtig", lachte de journalist. „Maar daar ik niet van plan ben, met u over schoenen te spreken, kunnen we misschien beter in het Fransch verder gaan?" Hij keek op zijn horloge. „Ik heb ergens even nog iets te doen. Nog één vraag, mevrouw Chrisman, heeft u ooit van Walter Cray hoorèn spreken of iets met hem te maken gehad?" landarbeiders zijn lid van den land stand en eveneens leden van het landelijke gezin, dus de vrouwen van boeren en landarbeiders, de jonge en de oude boer. De voornaamste taak van den landstand is de zorg voor al de zij nen en de bescherming van hun standseer. De landstand moet dus den flinken landman, die zijn naam eer aandoet, steunen. Hij moet er derhalve invloed-op hebben, dat de landelijke bodem in handen komt van den besten bewerker. Hij moet den ongeschikten gegadigde 'voor koop, pacht of vestiging kunnen uitschakelen. De landstand zal ook het recht krijgen voorstellen te doen betreffende vertegenwoordigers van den landbouw in alle belangrijke corporaties, die beslisen over land bouwbelangen. Niet alleen bij de keuze van men- schen, maar ook bij alle groote pro blemen, die den landbouw betref fen, zal de landstand reeds om zijn deskundigheid betrokken moeten worden, zooals bijvoorbeeld bij alle plannen op het gebied van neder zetting en landelijke cultuur. De zorg voor vrouw en jeugd ten plattelande biedt een breed terrein van actie. Achting en begrip voor arbeid en leven op het land moeten behouden en gewekt worden. Ook de staat zal hier met den landstand samenwerken en bij de opstelling van het leerplan der vakscholen voor den landbouw meer dan tot dusver ideëele gezichtpunten op den voorgrond moeten stellen. De zorg voor den landarbeider mag niet beperkt blijven tot een rechtvaardige regeling van de lan delijke arbeids- en loontoestanden. Behalve dit moet de innerlijke ver bondenheid van den landarbeider en zijn gezin met de plaats van arbeid op de hoeve versterkt worden. De opvoering der productie, het bereiken van topprestaties in ieder bedrijf was tot dusver reeds een der voornaamste taken, die het staatsbe heer en de tot dusver aanwezige bonden en organisaties van den landbouw tezamen hadden. Door den landstand ontstaat thans de mo gelijkheid om binnen het kader van de door den staat gegeven richtlij nen ook den laatsten boer én land arbeider in te schakelen in de groo te taak, die de geheele landelijke Suzanne herhaalde den naam, ze had hem blijkbaar nog nooit eerder gehoord. Ze schudde het hoofd. „Wie is dat?" vroeg ze. „Ik zie me genoodzaakt, monsieur Rambouillet-te vragen, u dat te ver tellen. U zult zijn geschiedenis heel belangrijk vinden. Waar kan ik u over ongeveer twee uur treffen, monsieur Rambouillet?" „Waarom niet hier?" viel Suzanne hem in de rede. „Hier is toch het hoofdkwartier?" Ze trachtte te schertsen, ofschoon ze bleek was van spanning. De heeren verklaarden zich door een buiging met dit voorstel ac- coord. Daarop wendde de Fnansch- man zich plotseling tot den journa list. „Waar wilt u heen, monsieur?" „Naar Walter Cray!" antwoordde Wallion. HOOFDSTUK IX. Een volkomen nederlaag. Maurice Wallion bleef op den hoek van de Parklaan en den Kar- iaweg staan. Aan den overkant van de straat zag hij het gezochte huis. RONDLEIDINGEN TENTOON STELLING „EEUWIG LEVENDE TEEKENS." 's-Gravenhage, 24 October. Uit de cijfers van. het bezoek aan de tentoonstelling „Eeuwig levende teekens" te 's-Gravenhage blijkt, dat de belangstelling voor deze expositie, welke eenig is in Europa, nog steeds stijgende is. Voor groepen personen,, vereehigingen en derge lijke bestaat de mogelijkheid tot het maken van rondgangen over de tentoonstelling onder deskundige leiding. Men wende zich hiertoe tot den heer Bierman van de Volksche werkgemeenschap, R. J. Schim- melpeimincklaan 12 te 's-Graven hage, tel. 334383 en-335232. EEN SLUIKHANDEL IN „SAOLIE". De Utrechtsche politie heeft de hand gelegd op twee kooplieden, die 29 flesschen slaolie leverden zonder bon, tegen den prijs van 5.25 per flesch. De „slaolie" bleek voor 95 te bestaan uit water en voor de rest uit azijnzuur, een kleurstpf en een bindmiddel. - HOTELS EN CAFE'S MOETEN TARIEVEN DUIDELIJK AANGEVEN. De gemachtigde voor de prijzen heeft twee beschikkin gen uitgevaardigd, waarbij de prijsaanduidingsplicht voor spijzen en dranken verstrék- kende inrichtingen en voor logies-bedrijven wordt geregeld. In de eerstgenoemde beschikking worden ondernemers van inrichtin gen waar voor het publiek gereed gemaakte spijzen of dranken ver krijgbaar, worden gesteld, tot prijs aanduiding verplicht. Dit moet bij spijzen geschieden door middel van menu's of dagkaarten en bij' dran ken door middel van tarief- of wijnkaarten. Deze kaarten moeten gedagteekend' zijn of wel den datum vermelden, waarop zij voor het eerst golden, terwijl zij verder in voldoend aantal in de inrichting ter inzage moeten worden gelegd. De tweede beschikking bevat de verplichting tot prijsaanduiding voor ondernemers van inrichtingen, waar aan hét publiek logies wordt verleend. Hieronder vallen niet de pensions. Beide beschikkingen treden op 8 November 1941 in werking. bevolking in den huidigen tijd moet vervullen. De landstand zelf zal uit eigen recht, eigen aandrift en ook met eigen middelen opbouwwerk leveren en door onderwijs- en proef bedrijven het functioneeren van de staatsinstituten en van de ambtena ren steunen. Een deel der tot dusver omscljre- ve werkzaamheden stond ook reeds op het werkplan van bestaande or ganisaties van den landbouw. Alles, wat tot dusver aan voorbereidend werk is geschied, Wordt definitief gestaafd door de samenvatting in den landstand. De tot dusver aanwe zige stands- en beroepsorganisaties zullen met haar werk niet vernie tigd maar opgenomen worden in een grooter geheel, waar haar arbeid, vrij van alle tot dusver aanwezige juridische of politieke beperkingen, voortgezet zal worden. De tn de ver ordening opgenomen mogelijkheid tot inschakeling baant voor deze bonden den geschikten weg. Ver wacht kan worden, dat de meerder heid der bestaande organisaties de ze mogelijkheid niet zal laten voor bijgaan. De door de inschakeling ontstaande juridische consequenties zullen door een spoedig te verwach ten uitvoeringsverordening geregeld worden. Terwijl de inschakeling het mid del is om de beroeps- en stands organisaties definitief te verbinden met den landstand, geeft de ver ordening door de aanhechting van organisaties en bonden de mogelijk heid een verband tot stand te bren gen met die privaatrechtelijke cor poraties, die zich bezig houden met de opvoering der productie en met andere bedrijfshuishoudelijke taken, dus bijvoorbeeld veefokvereenigin- gen, vereenigingen voor het fokken van hengsten enz. Deze organisaties behouden daarmede haar juridische zelfstandigheid, doch moeten zich met haar werk voegen in de alge- meene plannen van den landstand en in zooverre ook instructies aanvaar den en een opgedragen taak ten uitvoer leggen, waarvoor eventueel ook de landstand subsidies kan ver- leenen. Als derde arbeidsgebied naast de zorg voor en de regeling van de bedrijfshuishoudelijke toestanden heeft de landstand ook tot taak mede te werken aan de voedselvoorzie- Het was een massief gebouw van twee verdiepingen, bijna blokvor mig, met baksteenroode muren en zuilen van zandsteen. Het groote hek lag juist voor den tamelijk on- aanzienlijken ingang van het. huis; aan de rechterhand was echter nog een traliedeur aanwezig en een ge- aspbalteerde weg leidde van* daar achter het huis om naar een vrij staande lage garage. De journalist opende de traliedeur en ging den met sneeuw bedekten weg voor de auto op. De eiken huisdeur droeg geen naambordje, maar Wallion drukte op de bel en wachtte. Hij moest geruimen tijd wachten. Tenslotte ging de deur zacht en on verwacht open en in de opening vertoonde zich een man. Zijn ge zicht maakte den indruk, zich naar beneden geconcentreerd te hebben: een onbeteekenend voorhoofd, klei ne onbewegelijke oogen, een korte breede neus, maar een kingedeelte als dat van een bulldog. Hij had een gedrongen en breede gestalte en de manier, waarop hij den journalist bekeek, herinnerde eveneens aan 'n kettinghond. LEVENSLOOP E. 3. ROSKAM. De persdienst van de NSB meldt, dat Evert Jan Roskam die door den rijkscommissaris werd benoemd tot Nederlandsch boerenleider en den landstand, werd den 22en Januari 1892 te Barneveld geboren uit een geslacht van Saksische vrije boeren. Tijdens de revolutiestormen dien in 1918 over ons land trokken, was hij in Amsterdam ter verdediging van het gezag op zijn post. De verwerping der vlootwet in 1923 bracht hem in botsing met de in dien tijd heerschende reaction- naire democratische stroomingen, door welke de regeering zich liet beïnvloeden. Met enkele getrouwen werkte hij in 1923 aan de eerste po gingen in nat. soc. zin. Kort na de oprichting der NSB schaarde hij'zich achter Mussert. Tn de NSB bekleed de de heer Roskam diverse functies. Hij is o.m. hoofd van de afd. agra rische zaken van de NSB en leider van het Ned. agrarisch front. Van zijn hand verschenen vele boeken, brochures en artikelen. Aanmelding bij N.V.V. - De Persdienst van het N.V.V. meldt, dat het is gebleken, dat velen, die zich naar aanleiding van het door den commissaris van het N.V.V. aangekondigde „Generaal Pardon" tot 1 Nov. a.s. voor het lidmaat schap van het. N.V.V. willen op geven, niet bekend zijn jnet het adres, waaraan zulks dient te ge schieden. Men wende zich tot het Ned. Verbond van Vakvereenigin- gen, P. C. Hooftstraat 178-180, Am sterdam (afd. Organisatie). ning. Het werk en de opofferingen, die het landvolk thans brengt voor de voeding van het algemeen, ver dienen de inschakeling van zijn be roepsstand in de plannen en het be heer en in het bijzonder- in de uit voering van de voedingshuishouding, voor zoover zij den boeren betreft. Met behoud van de uitsluitende ver antwoordelijkheid van den staat in de leiding van de voedingshuishou ding juist in oorlogstijden bestaat hier de weg om vooral bij de pro vinciale en plaatselijke instanties een samenwerking vol vertrouwen tot stand te brengen tusschen het staatsbestuur en de vertegenwoordi gers van den landstand. Voor de staatsorganen zal deze samenwer king een vergemakkelijking brengen van hun moeilijke taak, voor den- landstand echter de mogelijkheid om zorg te dragen voor een rechtvaar dige uitvoering, daarnaast echter ook de verplichting om zijn leden te over tuigen van de noodzakelijkheid ook van harde maatregelen. Zodra deze wisselwerking tusschen staat en landstand tot stand is gebracht, is het tijdperk van de crisisorganisatie definitief overwonnen. De inwendige organisatie van den landstand zal voor het geheele staatsgebied uniform zijn. Zij berust op de door den boerenleider op te stellen statuten. Ook zijn financieele aangelegenheden regelt de landstand zelf op grond van de bijdragen van zijn leden. De staatscontrole, die is opge dragen aan het ministerie voor Land bouw en Visscherij, omvat het recht om de statuten goed te keuren en het financieele beheer -te contro leeren. Binnen het bestek van de staatscontrole zal er voorts voor ge zorgd moeten worden, dat het op treden van den staat en dat van den landstand niet met elkander in strijd komen. De hoofdzaak van den landstand is en blijft de van alle politieke en overige beperkingen vrije samen vatting van het geheele landvolk, teneinde de zware taken van den tegenwoordigen tijd ten uitvoer te leggen en om aan den anderen kant het landvolk de grootst mogelijke rechten te geven. Om die reden heeft de bezettende mogendheid de vorming van den landstand ter hand genomen. „Ik zou graag monsieur Cray spre ken", zei Wallion kort De man deed een stap terug, zon der een woord te spreken, en Wal lion ging hem voorbij. Hij stond in een diepe hal, die in het halfduister verzonken lag, alleen recht voor hem was een belooperde trap door een kroontje van electrische lampen in roode kelken verlicht. Wallion deed zijn overjas uit, die de man zwijgend in ontvangst nam, waaróp hij een teeken maakte in de richting van de trap en voor hem uit ging. De journalist volgde hem en kwam op een portaal, waar zijn stomme gids opnieuw een gebaar maakte, ditmaal naar een paar openstaande vleugeldeuren op den achtergrond, om daarna zelf door een deur aan den linkerkant te verwijnen. Wallion, die een grobte verlichte kamer met een dik rood tapijt voor zich zag, trad, na eenige seconden gewacht te hebben-, binnen. Er was geen mensch. Rechts en links bevond zich een gesloten deur. Tegen den linker wand stond bovendien een onge woon groot en fraai kamerorgel en een omvangrijke muziekstandaard, tegen den rechter een groote spie gel, die van den vloer tot de zolde ring reikte. In den hoek bij het ven ster, naast het orgel, stond een bronzen buste van "Voltaire op een voetstuk van massief eikenhout. Het overige was een tamelijk prot serige, smakelooze salon-inrichting. De journalist zag dit alles met een enkelen blik, terwijl hij dwars door de kamer liep en met den rug tegen het middelste venster ging staan. Hij bekeek in afwachting de geslo ten deur naast het orgel en hij glim lachte, toen hij het geluid van nade rende voetstappen vernam lang zame, vermoeide schreden en een stok, die even langzaam en ver moeid op den vloer stampje. De deur ging open en Wallion maakte- een onwillekeurige bewe ging. De man, die langzaam, op zijn stok gesteund, in het licht te voor schijn kwam, was langer dan hij zelf en belangrijk breeder geschou derd. maar zijn houding was gebo gen en als gebroken. Zijn hoofd was bijna kaal met een .krans van spaar- aaine peper-eq-zout-kleurige haren boven de slapen, en zijn gezicht was glad geschoren en bleek, maar krachtig van lijn en onbewegelijk als een gipsmasker. Zijn bril schit terde als twee blanke doode vlek ken, toen hij zich tot den journalist wendde. „Neemt u me niet kwalijk, wan neer ik u gestoord heb, monsieur Cray", zei de journalist in het Fransch. „Mijn naam is Wallion, me dewerker van De Koerier, en ik kom u een paar inlichtingen vra gen", Cray nam zijn stok in zijn linker hand en wees naar een stoel. Wal lion ging zitten en de heer des hui zes volgde zijn voorbeeld, waarbij hij met klaarblijkelijke moeite zijn rechter voet, waaraan hij een pan toffel droeg, op een tabouret zette. Hij zonk geheel in elkaar en zucht te zacht. „Uw bezoek verheugt me zeer, monsieur Wallion", zei hij. „Voor zoover me dat mogelijk is, sta ik ge heel tot uw beschikking,.." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 5