DE TIJGER
Mr. Rost van Tonningen
over de staatsleening.
Rheumatische pijnen I
TtUJniiwidffeó
De „Nederlandsche
landstand".
Uiteenzetting Van
oificieele zijde.
Szuïtietcm
ALKMAARSCHE COURANT VAN Z
Naar aanleiding van het slagen
dat de 3'A pet. Staatsleening Ne
derland 1941 is ten deel gevallen,
heeft een redacteur van het ANP
een onderhoud gehad met den heer
M. M. Rost van Tonningen, presi
dent der Nederlandsche bank. Deze
verklaarde o.m., dat hier voor het
eerst sedert jaren weer een Staats
leening van het 31/. pet. type aan de
emissiemarkt kon worden gebracht,
terwijl de laatste drie leeningen al
le van het 4 pet. type waren. In ge
val van mislukking van deze 3]4
pet. leening zou niet alleen op het
individueele vermogen, maar ook op
het fiscale vermogen van naamloo-
ze vennootschappen zijn teruggedre-
pen. Daarentegen waren thans ze
kere categorieën van institutioneele
beleggers, de spaarbanken en boe-
releenbanken bijv., bij voorbaat voor
de stok achter de deur gevrijwaard.
Dit is geschied om kenbaar te ma
ken, dat aan deze institutioneele in
stellingen een groot eigen initiatief
wordt gelaten in de te voeren be-
leggingspolitiek. Ook de rijksfond
sen waren vrijgesteld.
Het is de bedoeling geweest de
leening uitsluitend te do'en op
brengen met gelden, waarover de
overheid geen directe controle heeft.
Dat deze operatie is geslaagd stemt
tot voldoening.
Na geprobeerd te hebben over het
streven om de markt op een rente
niveau van 3% pet. te brengen, zei
spr.: Doelbewust is derhalve de ka
pitaalmarkt sinds eenige maanden
geblokkeerd voor gemeentelee-
ningen, die een hooger rentetype
hadden, opdat geen storing zou in
treden ten opzichte van de bestaan
de plannen.
Het eerste gevolg was, dat de vo
rige 4 pet. leeningen de parikoers
wisten te bereiken, en zelfs over
schreden. Vervolgens konden op de
pandbriefmarkt enkele 4 pet. pand
brieven worden geconverteerd in
3% pet. stukken. Van deze ontwik
keling zal op den duur het geheele
economische leven in ons land pro-
fiteeren. Voorts uitte spr. de hoop,
dat de rente van hypothecaire
schuldvorderingen in de naaste toe
komst een overeenkomstige geleide
lijke daling zal inslaan.
Zoodra de nieuwe Staatsleening
door de markt voldoende is ver
werkt en de stukken in vaste han
den zijn gekomen, zal de markt
wederom voor gemeenteleeningen
worden opengesteld.
Waar inschrijvers hun plicht, de
den, moesten maatregelen worden
genomen om hun belangen te be
schermen.
Slechts door feiten, aldus spr., zal
25 OCTOBER 1941.
ARBEIDERS STALEN
MOTOREN.
De politie te Hengelo heeft 13
personen gearresteerd, die bij een
groote fabriek van electro-motoren
motoren en onderdeelén ontvreem
den, tezamen vertegenwoordigende
een bedrag van om en bij de
2500. Twaalf personen zijn later
vnorloopig weer vrijgelaten.. Een
arbeider van deze fabriek had op
zekeren dag een motor gekocht en
hij kwam tot de ontdekking, dat het
en nog onafgewerkte motor van
■zijn fabriek was. Een uitgebreid
Onderzoek leidde tot de arrestatie
van twaalf fabrieksarbeiders en
een ander persoon, verdacht van
diefstal van motoren. Het was den
arbeiders toegestaan hoeveelheden
stroo mee naar huis te nemen, ten
einde deze hier te gebruiken voor
hun konijnenhokken e. d. Tusschen
het stroo werd dan een motor ge
pakt en zoo de fabriek uitgesmok
keld. Ook geschiedde dit met drijf
riemen en andere onderdeelen.
ARBEID OP ZATERDAG IN
WASSCHERIJEN.
De secr.-gen. van; het dept. van
soc. zaken heeft aan hoofden of
bestuurders van wasscherijen en
strijkinrichtingen, in wier fabrieken
of werkplaatsen tengevolge van de
bestaandeverduisteringsvoorschrif
ten niet bij 'kunstlicht mag worden
gewerkt, een afwijking toegestaan
in de werktijdregeling voor den
Zaterdag.
Op de Zaterdagen in het tijdvak
van 6 December 1941 tot en met 17
Januari 1942 mag door het in deze
ondernemingen werkzame persc-
neel worden gearbeid tusschen een
half uur vóór zonsopgang en een
half uur na zonsondergang. Op de
overige Zaterdagen in het tijdvak
van heden tot en met 31 Maart 1942
mag dan gedurende 3% uur per
dag worden gewerkt, onder beding,
dat deze arbeidstijd gelegen moet
zijn binnen een tijdsbestek, dat een
half uur voor zonsopgang kan aan
vangen en uiterlijk lA uur na zons
opgang moet zijn geëindigd.
het Nederlandsche publiek vertrou
wen krijgen in de gevoerde finan-
cieele politiek.
De uitvoering van de plannen tot
waarborging der nationale voedsel
voorziening kost geld. De op
brengst der nieuwe leening oa.. zal
hiervoor dienen.
Pagina 3.
DE DUITSCHE TROEPEN NADEREN DE KRIM. TER HER
INNERING....Een foto van een zestal pijnigers en beulen
in Eupatoria, gedurende de terreur in de Krim na de nederlaag
van generaal Wrangel in 1920. Tienduizenden moorden hebben
zij op hun geweten. (Continental-Holland)
CHARKOW IN HET OPERATIEGEBIED. EEN
HERINNERING....Menschelijke „hand
schoenen"; de huid van menschenhanden,
gevonden in een martelkamer te Charkow, na
het vertrek der Bolsjewiki in 1920.
(Continental-Holland)
NED. HANDELSINSTITUUT.
(A.N.P.) Nadat de Ver. „Het Ne
derlandsche Handelsinstituut" van
den secr.-gen. van opvoeding, we
tenschap en cultuurbescherming de
verzekering had gekregen, dat de
vereeniging door de oprichting van
de Ned. associatie van praktijk-
examens in geen enkel opzicht was
bekort in haar recht tot het orga-
niseeren van haar praktijk-examens
in boekhouden, handelscorrespon
dentie, stenografie en machine-
schrijven, heeft het bestuur van
deze vereeniging besloten tot het
instellen van een nieuwen raad van
toezicht. Tot voorzittervan dezen
raad van toezicht is benoemd de
heer G. F. Vlekke te Haarlem. De
overige leden van den raad zullen
door hem worden benoemd. Door
deze benoeming wenscht de ver
eeniging uiting te geven aan haar
wil tot medewerking aan de her
ziening in volkschen geest van ons
onderwijs in het algemeen en van
het particulier handelsonderwijs in
het bijzonder.
DE N. S. W. G. ONTBONDEN.
Blijkens een bericht in „Het
Volk" van gisteren is de Neder
landsche Socialistische Werk Ge
meenschap ontbonden. Het bestuur
van de N.S.W.G. zegt in een ver
klaring o. m. dat de opzet van de
N.S.W.G. niet anders is geweest,
dan met oprechte bedoelingen de
socialistische waarden in een veel
jarigen strijd door de Nederland
sche arbeiders verworven, zoover
zulks mogelijk was, te behouden
en te beschermen.
De ondermijnende geruchten
over leiding en leden zijn verspreid,
de grievende bejegeningen, welke
leiding en leden dagelijks bij hun
arbeid moesten ondervinden, zijn
de oorzaak geweest, dat de in het
belang der Nederlandsche arbei
ders gewenschte groei uitbleef.
Leiding en leden vinden het aller
minst onteerend te moeten erken
nen, dat de N.S.W.G. tegenover de
verspreide laster en de op groote
schaal ondervonden ondermijnende
tegenwerking, geen middelen ter
beschikking staan, om, met zicht
baar resultaat, practische politiek
op socialistischen grondslag te
voeren.
Het is op deze gronden, dat lei
ding en leden besloten hebben, alle
toegetredenen hun vrijheid te her
geven en' met ingang van 19 Octo
ber 1941 tot ontbinding der
N.S.W.G. zijn overgegaan.
Besloten is het nog aanwezige
kassaldo ter beschikking te stellen
van „Winterhulp-Nederland".
De bekendmaking was ondertee
kend door de heeren Tj. v. d. Zee,
voorzitter; G. Stempher, secretaris;
W. D. Bekking, penningmeester;
A. v. d. Hazel en J. M. Overbeeke.
Zooals bekend is de tweede voor
zitter, de heer W. van Dok, weth.
van Beverwijk, reeds in het begin
van het jaar uitde N.S.W.G.
getreden.
Volksdans. - Tot leidster van
de afd. volksdans van het theater-
gilder der Nederlandsche Cultuur
kamer i.o. is benoemd mevrouw dr.
,Elise v. d. Venten Bensel te Oos
terbeek.
TOEPASSING KINDERWETTEN.
Statistiek over het
jaar 1939.
Uit de aanwijzingen, die de door
het Centraal Bureau voor de statis
tiek gepubliceerde statistiek over
1939 geeft omtrent de beweging der
jeugdcriminaliteit blijkt, dat het aan
tal Onherroepelijk schuldig ver
klaarde jeugdigen van 1932 tot 1937
steeg van 1642 tot 3061. De daling
van 1938 duurde in 1939 niet Voort.
De 'vermeerdering was echter zeer
gering, n.l. van 2789 tot 2809, dus
slechts 20. Het aantal schuldigver-
klaarde jongens verminderde met
40, het aantal meisjes steeg met 60.
Het percentage betreffende de meis
jes bleef echter in vergelijking met
dat der jongens gering: resp. 10,5
en 89,5.
Wegens eenvoudigen diefstal wer
den veel minder jeugdigen schuldig
verklaard (1938: 1104, 1939: 994).
Daarentegen waren de cijfers van
gekwalificeerden diefstal, verduiste
ring, heling en gekwalificeerde
strooperij hooger. Het cijfer betref
fende eenvoudige en gekwalificeerde
mishandeling bleef vrijwel stabiel
(190); dat t.a.v. zedenmisdrijven
bleef stijgen.
Door 275 door het rijk gesubsi
dieerde instellingen werden 12294
voogdijkinderen verzorgd en door
30 instellingen 1042 regeerings-
kinderen.
DE ONDERGANG VAN DE
„SLAMAT."
Londen, 24 October (A.N.P.)
Thans zijn nadere bijzonderheden
bekend geworden over den onder
gang van de „slamat" van de
Rotterdamschen Lloyd. Het schip
had opdracht gekregen, naar Grie
kenland te varen om Engelsche
troepen aan boord te nemen, die
vluchten moesten voor de Duitsche
weermacht. Op weg naar een
Grieksche haven werd de „Slamat"
door Duitsche stuka's aangevallen.
Het schip werd beschadigd, maar
aangezien het) zijn zeewaardigheid
nog niet verloren had, zette het de
reis voort, Op -de plaats van be
stemming nam de „Slamat" een
contingent Britsche troepen aan
boord. Kort na het vertrek vielen
de Duit'sche stuka's opnieuw aan.
Het schip kreeg een voltreffer,
zoodat het snel begon te zinken.
Van de heele bemanning en bezet
ting hebben slechts vier het leven
weten te redden.
PUDDINGVERP AKKERS,
PAKTEN IN EN WEG
Een fabrikant van pudding
poeder, aan de van Ostadestraat te
Amsterdam, had een overeenkomst
aangegaan met eenige mannen,
die in een onderstuk aan de Ruys-
daelkade voor de verpakking zou
den zorgen. De poeder werd daar
bezorgd en later werden de gevul
de pakjes weggehaald.
Aanvankelijk ging alles goed,
doch tenslotte kwam uit dat de
inpakkers niet minder dan 4000
pakjes verdonkeremaand hadden.
PRIJSAANDUIDINGSBESLUIT
SCHOENHERSTELLERS.
In de Staatscourant is een be
schikking gepubliceerd, waarin ook
de schoenherstellers verplicht wor
den hun prijzen op goed zichtbare
wijze aan te duiden. De daarvoor
benoodigde lijsten zijn hun door den
directeur van het Rijksbureau voor
Huiden en Leder reeds versterkt.
hebben een grondigepijnuitdrijvende werking.
Toelichting.
Ter toelichting op den Nederland-
schen landstand ontving het ANP de
volgende uiteenzetting:
De verordening op de oprichting
van den Nederlandschen landstand
vormt de hoofdwet van den eersten
publiekrechtelijken landelijken be
roepsstand in Nederland. Het gege
ven kader zal in de komende maan
den met uitvoeringsbepalingen,
vooral echter door het opbouwwerk
van den landstand zelf, worden aan
gevuld. Daarbij zullen arbeid en in
vloed van den landstand steeds ver
der reiken dan door wet en veror
deningen kan worden bepaald.
De verordening is, evenals de ver
ordening op de marktordening der
voedingshuishouding, gegrondvest
op de Nederlandsche grondwet. De
in de grondwet in den kiem aanwe
zige gedachte, dat de aangelegenhe
den van een beroepstand of
van een tak van huishouding
met verantwoordelijkheid door des-
zelfs leden worden bestuurd en ge
leid, is daarmede voor de eerste
maal volledig verwezenlijkt. De
landstand is geen belangenvertegen
woordiging, want hij legt zijn arbeid
op jegens het geheele volk verant
woordelijke wije ten uitvoer. Het
recht tot regeling van de eigen aan
gelegenheden sluit verplichtingen
jegens het geheel in. Het landvolk
zal deze verplichtingen echter er
kennen en bevestigen in tegenstel
ling tot de plichten, die het lidmaat
schap van de crisisorganisaties met
zich mede bracht, want daar bestond
practisch geen verantwoordelijk me-
debepalingsrecht. Met de uitwer
king van de marktordeningsorgani
saties en den opbouw van den land
stand zal derhalve het einde geko
men zijn van de crisisorganisaties.
De landstand omvat' het landvolk
in den breedsten zin des woords,
niet alleen den boer, den pachter of
tuinder, maar ook den grondbezitter,
die grond verpacht of op andere
wijze door 'andereh laat gebruiken.
Tot den landstand behooren de
zoetwater- en kustvisschers, ook alle
door J. REGIS.
25
„Monsieur Rambouillet spreekt
nóg geen Zweedsch", voegde Wal-
lion eraan toe.
„Nou, maar een heel klein béét
je", zei Rambouillet, die hem wel
verstaan had. „Ik kan me in een
kapperssalon en een schoenwinkel
verstaanbaar maken met behulp van
een gids".
„Prachtig", lachte de journalist.
„Maar daar ik niet van plan ben,
met u over schoenen te spreken,
kunnen we misschien beter in het
Fransch verder gaan?"
Hij keek op zijn horloge.
„Ik heb ergens even nog iets te
doen. Nog één vraag, mevrouw
Chrisman, heeft u ooit van Walter
Cray hoorèn spreken of iets met
hem te maken gehad?"
landarbeiders zijn lid van den land
stand en eveneens leden van het
landelijke gezin, dus de vrouwen
van boeren en landarbeiders, de
jonge en de oude boer.
De voornaamste taak van den
landstand is de zorg voor al de zij
nen en de bescherming van hun
standseer. De landstand moet dus
den flinken landman, die zijn naam
eer aandoet, steunen. Hij moet er
derhalve invloed-op hebben, dat de
landelijke bodem in handen komt
van den besten bewerker. Hij moet
den ongeschikten gegadigde 'voor
koop, pacht of vestiging kunnen
uitschakelen. De landstand zal ook
het recht krijgen voorstellen te doen
betreffende vertegenwoordigers van
den landbouw in alle belangrijke
corporaties, die beslisen over land
bouwbelangen.
Niet alleen bij de keuze van men-
schen, maar ook bij alle groote pro
blemen, die den landbouw betref
fen, zal de landstand reeds om zijn
deskundigheid betrokken moeten
worden, zooals bijvoorbeeld bij alle
plannen op het gebied van neder
zetting en landelijke cultuur.
De zorg voor vrouw en jeugd ten
plattelande biedt een breed terrein
van actie. Achting en begrip voor
arbeid en leven op het land moeten
behouden en gewekt worden. Ook
de staat zal hier met den landstand
samenwerken en bij de opstelling
van het leerplan der vakscholen
voor den landbouw meer dan tot
dusver ideëele gezichtpunten op den
voorgrond moeten stellen.
De zorg voor den landarbeider
mag niet beperkt blijven tot een
rechtvaardige regeling van de lan
delijke arbeids- en loontoestanden.
Behalve dit moet de innerlijke ver
bondenheid van den landarbeider en
zijn gezin met de plaats van arbeid
op de hoeve versterkt worden.
De opvoering der productie, het
bereiken van topprestaties in ieder
bedrijf was tot dusver reeds een der
voornaamste taken, die het staatsbe
heer en de tot dusver aanwezige
bonden en organisaties van den
landbouw tezamen hadden. Door
den landstand ontstaat thans de mo
gelijkheid om binnen het kader van
de door den staat gegeven richtlij
nen ook den laatsten boer én land
arbeider in te schakelen in de groo
te taak, die de geheele landelijke
Suzanne herhaalde den naam, ze
had hem blijkbaar nog nooit eerder
gehoord. Ze schudde het hoofd.
„Wie is dat?" vroeg ze.
„Ik zie me genoodzaakt, monsieur
Rambouillet-te vragen, u dat te ver
tellen. U zult zijn geschiedenis heel
belangrijk vinden. Waar kan ik u
over ongeveer twee uur treffen,
monsieur Rambouillet?"
„Waarom niet hier?" viel Suzanne
hem in de rede. „Hier is toch het
hoofdkwartier?" Ze trachtte te
schertsen, ofschoon ze bleek was
van spanning.
De heeren verklaarden zich door
een buiging met dit voorstel ac-
coord. Daarop wendde de Fnansch-
man zich plotseling tot den journa
list.
„Waar wilt u heen, monsieur?"
„Naar Walter Cray!" antwoordde
Wallion.
HOOFDSTUK IX.
Een volkomen nederlaag.
Maurice Wallion bleef op den
hoek van de Parklaan en den Kar-
iaweg staan. Aan den overkant van
de straat zag hij het gezochte huis.
RONDLEIDINGEN TENTOON
STELLING „EEUWIG LEVENDE
TEEKENS."
's-Gravenhage, 24 October. Uit
de cijfers van. het bezoek aan de
tentoonstelling „Eeuwig levende
teekens" te 's-Gravenhage blijkt,
dat de belangstelling voor deze
expositie, welke eenig is in Europa,
nog steeds stijgende is. Voor groepen
personen,, vereehigingen en derge
lijke bestaat de mogelijkheid tot het
maken van rondgangen over de
tentoonstelling onder deskundige
leiding. Men wende zich hiertoe tot
den heer Bierman van de Volksche
werkgemeenschap, R. J. Schim-
melpeimincklaan 12 te 's-Graven
hage, tel. 334383 en-335232.
EEN SLUIKHANDEL
IN „SAOLIE".
De Utrechtsche politie heeft de
hand gelegd op twee kooplieden,
die 29 flesschen slaolie leverden
zonder bon, tegen den prijs van
5.25 per flesch. De „slaolie" bleek
voor 95 te bestaan uit water en
voor de rest uit azijnzuur, een
kleurstpf en een bindmiddel. -
HOTELS EN CAFE'S MOETEN
TARIEVEN DUIDELIJK
AANGEVEN.
De gemachtigde voor de
prijzen heeft twee beschikkin
gen uitgevaardigd, waarbij de
prijsaanduidingsplicht voor
spijzen en dranken verstrék-
kende inrichtingen en voor
logies-bedrijven wordt geregeld.
In de eerstgenoemde beschikking
worden ondernemers van inrichtin
gen waar voor het publiek gereed
gemaakte spijzen of dranken ver
krijgbaar, worden gesteld, tot prijs
aanduiding verplicht. Dit moet bij
spijzen geschieden door middel van
menu's of dagkaarten en bij' dran
ken door middel van tarief- of
wijnkaarten. Deze kaarten moeten
gedagteekend' zijn of wel den datum
vermelden, waarop zij voor het
eerst golden, terwijl zij verder in
voldoend aantal in de inrichting ter
inzage moeten worden gelegd.
De tweede beschikking bevat de
verplichting tot prijsaanduiding
voor ondernemers van inrichtingen,
waar aan hét publiek logies wordt
verleend. Hieronder vallen niet de
pensions.
Beide beschikkingen treden op 8
November 1941 in werking.
bevolking in den huidigen tijd moet
vervullen. De landstand zelf zal uit
eigen recht, eigen aandrift en ook
met eigen middelen opbouwwerk
leveren en door onderwijs- en proef
bedrijven het functioneeren van de
staatsinstituten en van de ambtena
ren steunen.
Een deel der tot dusver omscljre-
ve werkzaamheden stond ook reeds
op het werkplan van bestaande or
ganisaties van den landbouw. Alles,
wat tot dusver aan voorbereidend
werk is geschied, Wordt definitief
gestaafd door de samenvatting in
den landstand. De tot dusver aanwe
zige stands- en beroepsorganisaties
zullen met haar werk niet vernie
tigd maar opgenomen worden in een
grooter geheel, waar haar arbeid,
vrij van alle tot dusver aanwezige
juridische of politieke beperkingen,
voortgezet zal worden. De tn de ver
ordening opgenomen mogelijkheid
tot inschakeling baant voor deze
bonden den geschikten weg. Ver
wacht kan worden, dat de meerder
heid der bestaande organisaties de
ze mogelijkheid niet zal laten voor
bijgaan. De door de inschakeling
ontstaande juridische consequenties
zullen door een spoedig te verwach
ten uitvoeringsverordening geregeld
worden.
Terwijl de inschakeling het mid
del is om de beroeps- en stands
organisaties definitief te verbinden
met den landstand, geeft de ver
ordening door de aanhechting van
organisaties en bonden de mogelijk
heid een verband tot stand te bren
gen met die privaatrechtelijke cor
poraties, die zich bezig houden met
de opvoering der productie en met
andere bedrijfshuishoudelijke taken,
dus bijvoorbeeld veefokvereenigin-
gen, vereenigingen voor het fokken
van hengsten enz. Deze organisaties
behouden daarmede haar juridische
zelfstandigheid, doch moeten zich
met haar werk voegen in de alge-
meene plannen van den landstand en
in zooverre ook instructies aanvaar
den en een opgedragen taak ten
uitvoer leggen, waarvoor eventueel
ook de landstand subsidies kan ver-
leenen.
Als derde arbeidsgebied naast de
zorg voor en de regeling van de
bedrijfshuishoudelijke toestanden
heeft de landstand ook tot taak mede
te werken aan de voedselvoorzie-
Het was een massief gebouw van
twee verdiepingen, bijna blokvor
mig, met baksteenroode muren en
zuilen van zandsteen. Het groote
hek lag juist voor den tamelijk on-
aanzienlijken ingang van het. huis;
aan de rechterhand was echter nog
een traliedeur aanwezig en een ge-
aspbalteerde weg leidde van* daar
achter het huis om naar een vrij
staande lage garage. De journalist
opende de traliedeur en ging den met
sneeuw bedekten weg voor de auto
op. De eiken huisdeur droeg geen
naambordje, maar Wallion drukte
op de bel en wachtte.
Hij moest geruimen tijd wachten.
Tenslotte ging de deur zacht en on
verwacht open en in de opening
vertoonde zich een man. Zijn ge
zicht maakte den indruk, zich naar
beneden geconcentreerd te hebben:
een onbeteekenend voorhoofd, klei
ne onbewegelijke oogen, een korte
breede neus, maar een kingedeelte
als dat van een bulldog. Hij had een
gedrongen en breede gestalte en de
manier, waarop hij den journalist
bekeek, herinnerde eveneens aan 'n
kettinghond.
LEVENSLOOP E. 3. ROSKAM.
De persdienst van de NSB meldt,
dat Evert Jan Roskam die door den
rijkscommissaris werd benoemd tot
Nederlandsch boerenleider en den
landstand, werd den 22en Januari
1892 te Barneveld geboren uit een
geslacht van Saksische vrije boeren.
Tijdens de revolutiestormen dien in
1918 over ons land trokken, was hij
in Amsterdam ter verdediging van
het gezag op zijn post.
De verwerping der vlootwet in
1923 bracht hem in botsing met de
in dien tijd heerschende reaction-
naire democratische stroomingen,
door welke de regeering zich liet
beïnvloeden. Met enkele getrouwen
werkte hij in 1923 aan de eerste po
gingen in nat. soc. zin. Kort na de
oprichting der NSB schaarde hij'zich
achter Mussert. Tn de NSB bekleed
de de heer Roskam diverse functies.
Hij is o.m. hoofd van de afd. agra
rische zaken van de NSB en leider
van het Ned. agrarisch front. Van
zijn hand verschenen vele boeken,
brochures en artikelen.
Aanmelding bij N.V.V. - De
Persdienst van het N.V.V. meldt,
dat het is gebleken, dat velen, die
zich naar aanleiding van het door
den commissaris van het N.V.V.
aangekondigde „Generaal Pardon"
tot 1 Nov. a.s. voor het lidmaat
schap van het. N.V.V. willen op
geven, niet bekend zijn jnet het
adres, waaraan zulks dient te ge
schieden. Men wende zich tot het
Ned. Verbond van Vakvereenigin-
gen, P. C. Hooftstraat 178-180, Am
sterdam (afd. Organisatie).
ning. Het werk en de opofferingen,
die het landvolk thans brengt voor
de voeding van het algemeen, ver
dienen de inschakeling van zijn be
roepsstand in de plannen en het be
heer en in het bijzonder- in de uit
voering van de voedingshuishouding,
voor zoover zij den boeren betreft.
Met behoud van de uitsluitende ver
antwoordelijkheid van den staat in
de leiding van de voedingshuishou
ding juist in oorlogstijden bestaat
hier de weg om vooral bij de pro
vinciale en plaatselijke instanties een
samenwerking vol vertrouwen tot
stand te brengen tusschen het
staatsbestuur en de vertegenwoordi
gers van den landstand. Voor de
staatsorganen zal deze samenwer
king een vergemakkelijking brengen
van hun moeilijke taak, voor den-
landstand echter de mogelijkheid om
zorg te dragen voor een rechtvaar
dige uitvoering, daarnaast echter ook
de verplichting om zijn leden te over
tuigen van de noodzakelijkheid ook
van harde maatregelen. Zodra deze
wisselwerking tusschen staat en
landstand tot stand is gebracht, is
het tijdperk van de crisisorganisatie
definitief overwonnen.
De inwendige organisatie van den
landstand zal voor het geheele
staatsgebied uniform zijn. Zij berust
op de door den boerenleider op te
stellen statuten. Ook zijn financieele
aangelegenheden regelt de landstand
zelf op grond van de bijdragen van
zijn leden.
De staatscontrole, die is opge
dragen aan het ministerie voor Land
bouw en Visscherij, omvat het recht
om de statuten goed te keuren en
het financieele beheer -te contro
leeren. Binnen het bestek van de
staatscontrole zal er voorts voor ge
zorgd moeten worden, dat het op
treden van den staat en dat van den
landstand niet met elkander in strijd
komen.
De hoofdzaak van den landstand is
en blijft de van alle politieke en
overige beperkingen vrije samen
vatting van het geheele landvolk,
teneinde de zware taken van den
tegenwoordigen tijd ten uitvoer te
leggen en om aan den anderen kant
het landvolk de grootst mogelijke
rechten te geven. Om die reden
heeft de bezettende mogendheid de
vorming van den landstand ter hand
genomen.
„Ik zou graag monsieur Cray spre
ken", zei Wallion kort
De man deed een stap terug, zon
der een woord te spreken, en Wal
lion ging hem voorbij. Hij stond in
een diepe hal, die in het halfduister
verzonken lag, alleen recht voor
hem was een belooperde trap door
een kroontje van electrische lampen
in roode kelken verlicht. Wallion
deed zijn overjas uit, die de man
zwijgend in ontvangst nam, waaróp
hij een teeken maakte in de richting
van de trap en voor hem uit ging.
De journalist volgde hem en kwam
op een portaal, waar zijn stomme
gids opnieuw een gebaar maakte,
ditmaal naar een paar openstaande
vleugeldeuren op den achtergrond,
om daarna zelf door een deur aan
den linkerkant te verwijnen.
Wallion, die een grobte verlichte
kamer met een dik rood tapijt voor
zich zag, trad, na eenige seconden
gewacht te hebben-, binnen. Er was
geen mensch.
Rechts en links bevond zich een
gesloten deur. Tegen den linker
wand stond bovendien een onge
woon groot en fraai kamerorgel en
een omvangrijke muziekstandaard,
tegen den rechter een groote spie
gel, die van den vloer tot de zolde
ring reikte. In den hoek bij het ven
ster, naast het orgel, stond een
bronzen buste van "Voltaire op een
voetstuk van massief eikenhout.
Het overige was een tamelijk prot
serige, smakelooze salon-inrichting.
De journalist zag dit alles met een
enkelen blik, terwijl hij dwars door
de kamer liep en met den rug tegen
het middelste venster ging staan.
Hij bekeek in afwachting de geslo
ten deur naast het orgel en hij glim
lachte, toen hij het geluid van nade
rende voetstappen vernam lang
zame, vermoeide schreden en een
stok, die even langzaam en ver
moeid op den vloer stampje.
De deur ging open en Wallion
maakte- een onwillekeurige bewe
ging. De man, die langzaam, op zijn
stok gesteund, in het licht te voor
schijn kwam, was langer dan hij
zelf en belangrijk breeder geschou
derd. maar zijn houding was gebo
gen en als gebroken. Zijn hoofd was
bijna kaal met een .krans van spaar-
aaine peper-eq-zout-kleurige haren
boven de slapen, en zijn gezicht was
glad geschoren en bleek, maar
krachtig van lijn en onbewegelijk
als een gipsmasker. Zijn bril schit
terde als twee blanke doode vlek
ken, toen hij zich tot den journalist
wendde.
„Neemt u me niet kwalijk, wan
neer ik u gestoord heb, monsieur
Cray", zei de journalist in het
Fransch. „Mijn naam is Wallion, me
dewerker van De Koerier, en ik
kom u een paar inlichtingen vra
gen",
Cray nam zijn stok in zijn linker
hand en wees naar een stoel. Wal
lion ging zitten en de heer des hui
zes volgde zijn voorbeeld, waarbij
hij met klaarblijkelijke moeite zijn
rechter voet, waaraan hij een pan
toffel droeg, op een tabouret zette.
Hij zonk geheel in elkaar en zucht
te zacht.
„Uw bezoek verheugt me zeer,
monsieur Wallion", zei hij. „Voor
zoover me dat mogelijk is, sta ik ge
heel tot uw beschikking,.."
(Wordt vervolgd).