i 3 3 s 0 Spaander Co. N.V. DE TIJGER Lekker Tarwekml d s u z OUWEHAND'S BAKKERIJ OPMAKEN VAN OVERGANGS-BALANSEN m m r" to Albert Heijn als leverancier. N fr 3 e* 3 ft 00 O Z O On O m o CD 2 s Z 156 162 163 HET ACCOUNTANTSKANTOOR S. J. A. KEESOM Heeren, kijkt in den winter uw voorjaarsgarderoke reeds na. Het wordt voorjaar, eer dat de kleermaker het gereed heeft. 164 Bon E fc ALBERT HE UN'S KOFF1ESURROGAAT Vraagt Onze Echte Geldersche Rookworst 0 8 S3 3 a a 5 to O a* A S a a e a a N a ia A A A A '"i S-sgg ■»°8 1 OTQ R CL t-i <T> g S S-H s ■tra g 8 o &ft3 rt-ora A a - A 8* i—P W i-J fD a<g 3 A TO a a ft& a Sg« £L HJ «-*■ fD Pu P CD ?a 2. o 5 5?» ft a' o ml. Q U\ r~ O Q rn m Z <m o a m 4» o n m O ca m - ALKMAARSCHE COURANT VAN ZATERDAG 6 DECEMBER 1941. Pagina 5. En... gesprongen waterleidingen kunnen moeilijk aerepareerd worden! Controleer de hoofdkraan I Draai daartoe de hoofdkraan (meestal in meterput, kelder, kelderkast of trapportaal) dicht en probeer dan een tapkraan in Uw woning. Blijft deze doorloopen, dan sluit de hoofd kraan niet goed af en moet dus gerepareerd worden. In dit geval moet U onmiddellijk het Waterleidingbedrijf daarvan in kennis stel len, hetwelk gratis de noodige reparatie verricht, voor zoover Uzelf niet voor het onderhoud moet zorgen. jÊf Leiding gedeelten, die V voorloopig niet noodig hebt (tuin, garage, enz.) nü al- tappen, dan vergeet U het later niet HERPLAATSING WEGENS MISVATTING Isoleer de hoofdkraan, den watermeter en in koude ruimten gelegen leidingen met luchtige proppen droog krantenpapier of zakken. Dan zijt ge van bevriezen gevrijwaard. Stop alles goed dichtl Kelderramen, kelderluiken, kieren of ven- tilatieroosters in Uw trapportaal, 't Best kan dit geschieden met stroo, droge kran ten, zakken, zaagsel, enz. OpgeletNatte of vochtige isolatie-materialen direct door droge vervangen. VERDERE WENKEN VOLGEN v20*w<y PUBLICATIE VAN HET DEPARTEMENT VAN HANDEL, NIJVERHEID EN SCHEEPVAART niet klef. Smaakt als voor den oorlog. 19 cent 800 gram. duizenden huisvrouwen de absolute zekerheid, de best tegen de laagste prijzen te ontvangen. Voor mogelijke artikelen BON 151-152» 153-154 BROODBON 4b Bon F en G Papkaart Rijst 161-162 MIENT 4. TELEF. 2569. bij overdracht van de N.V. naar de vennootschap onder firma, commanditaire ven nootschap enz. of bij liquidatie van Leeraar M.O. Boekhouden MIENT 25. ALKMAAR. Zeepkaari P en O per Yz kilo 38 et. HUISHOUDSTEOOP i kilo bns 40 KUNSTHONING pot (425 gj 51 ZAANSCHE BESCHUIT per rol 8 ct. ZELFRIJZEND BAKMEEL kilopak 14%,, KINDERMEEL per pak 15 et. GEMENGD MEEI per Y2 kilo 10 ct. ECHTE ALKMAARSCHE GORT. per Y2 kilopak 20 ct. GORTMOUT J s V2 kilo 17 GORTMOUT, vlngkokend Yz kilo 18 GORTGRUTTEN 8 jf 'V2 kilo 15 MACARONI S per Yz kilo 22I/2 ct. 73 Pak 14% kilo 24%,, ff O O O O Ik pak 15% A. H. MAÏZENA pak 8 A. H. CUSTARD pak 18y2, 30 A. H. PUDDING, de fijnste pakje 10 UECLAMEPUDDING pakje 6%„ ZACHTE ZEEP per Yz kilc 18 ct. HUISHOUDZEEP stuk 6 A. H. ZEEPPOEDER pak 7 A. H. LUCIFERS per pak 11 ct. Vz kilo 8% BRAADJXJS pakje 10, 12 VOOKDEELIG! KRACHTIG VAN SMAAKI BON 155. Per pak a 250 Gram 36 cent R. 159 99 Dr. X" H5L üeuitteton 61 door J. REGIS. Plotseling zei de Franschman heel zacht: „Maar wanneer ze niet In de auto is?" De journalist antwoordde: „De politie is ervan overtuigd!" „Waarom?" ging Rambouillet nog zachter voort. „Omdat alles erop duidt! Dat is juist het verdachte! Ah, monsieur Wallion, deze vijand! Ik zeg u, we moeten hem doorzien, nu, binnen een paar uren, anders is Suzanne Chrisman verloren!" Ze bleven in het donker-staan en keken elkaar over en weer in de oogen. „Ik geloof", mompelde Wal lion, „dat u van dezelfde meening bent als ik. En als ik Leadbitter aan het spreken kon brengen?" De sigaret van den Franschman zond een flikkerend rood vuurwerk over de sneeuw. „Waarom laat u Cray niet liever gevangen nemen?" vroeg hij op bit teren toon. „Hoe zou ik dat kunnen doen? Oray heeft al onze wegen versperd. Cray heeft alles vooruitgezien „En Cray zit als een vette spin midden in zijn net!" viel Rambouil let hem in de rede. „Hij weet alles. Hij weet, waar Henriques is. Hij weet, waar Suzanne is. Monsieur Wallion, laten wij beiden alleen wij beiden naar den philanthroop gaan, laten we hem het pistool tegen zijn voorhoofd zetten en tegen hem zeggen: Cray, beste-jongen, je hebt nog maar eeii minuut te leven,." De journalist trad bliksemsnel tot vlak bij den Franschman en gedu rende een seconde blonk een wilde vastberadenheid in zijn oogen. „Ja, ja!" fluisterde hij heesch. „Wat kunnen ons de wetten sche len? Om het leven van Suzanne!" Maar het volgende oogenblik had hij zijn zelfbeheersching weergekre gen. „Nee", zei hij kort. En met lange passen liep hij naar de auto's toe. De Franschman wierp zijn sigaret weg, glimlachte, haalde zijn schouders op en volgde hem. „Meneer", hoorde hij den journa list met een koude, afgemeten stem zeggen o den chef der recherche, „is u het eigenaardige feit opgeval len, dat, ofschoon mevrouw Chris man al tegen zes uur verdwenen is, de roode auto nog nergens met ze kerheid gezien is?" „Nou, en de auto in Danderyd?" antwoordde de chef eenigszins krib big. „Des te merkwaardiger, als dat dezelfde is! Hij moet namelijk om dezen tijd al yeel verder zijn geko men dan Danderyd!" „Wat wilt u daarmee zeggen?" „Ik zou graag willen weten wat uw plannen zijn!" „Mijn plannen? Die auto te pak ken, waarin Henriques en Leadbit ter mevrouw Chrisman meenemen! Dat is toch wel genoeg, zou ik mee- nen!" Rambouillet was nu ook bij hem gekomen en zei op zachten toon iets tot den journalist. Maurice Wallion liet zijn hoofd hangen en bleef zonder iets te zeg gen staan. De barsche bevelen van den chef klonken nu eens buiten op den weg, dan weer in de villa. De telefoon rinkelde onophoudelijk. Plotseling kwamen vier recher cheurs en de plaatselijke politie- inspecteur aangeloopen en sprongen in een van de auto's. Met groote snelheid vloog de wagen weg. Een tweede auto vulde zich en begaf zich in de tegenovergestelde richting op weg. Men hoorde de claxons toeteren en het dwalende schijnsel van de lantaarns verdween tusschen de boomen. Maurice Wal lion stond nog steeds onbewegelijk stil. Nu hief hij het hoofd op en keek met knipperende oogen naar den chef, die naar hem toe kwam. „Meneer, ik heb een verzoek aan u!" En dat is?" „Geeft u mij een auto ter beschik king!" De chef toonde verbazing en eenige gek westheid.. Hij speurde een bedekte .critiek in 't werk van den journalist. „En waarom?" „Wanneer ik u goed begrijp, moe ten alle krachten worden ingespan nen- om de roode auto op te vangen?" „Ja". „En pas wanneer deze vangst ge daan is, zult u andere maatregelen willen nemen?" „Andere maatregelen?" „Ja, andere maatregelen". „Nu begrijp ik u niet De journalist antwoordde niet da delijk. Hij wierp een blik op Ram bouillet en zei: „Niets is erger dan wachten. Mijn vriend Rambouillet en ik zouden graag bij de jacht van de partij zijn. daarom verzoek ik u om een auto!" De chef streek langs zijn snor. „Natuurlijk kunt u een auto krij gen", zei hij. „Ik heb al om andere wagens getelefoneerd. Neemt u er een die daar!" Wallion hief zijn hand naar zijn sportpet, als om te bedanken. „Gaat u mee, monsieur Rambouil let?" En ze stapten in een wagen, een kleine, open auto met een sterken motor, die met zijn ongeduldig ge roffel de carosserie deed sidderen. Wallion ging achter het stuur zit ten, trok zijn pet over zijn ooren en met een ruk a-n de handle bracht hij den wagen in beweging. „Wilt u geen menschen mee heb ben?" riep de chef. „Nee, dank u!" riep de journalist hem over zijn schouder toe. De chef keek de snel verdwijnende auto na en streek over zijn snor. „Andere maatregelen?" mompelde hij. „Wat bedoelde die kerel toch?" HOOFDSTUK XXI. Een wilde achtervolging. De kleine grijze uto vloog als de wind over den weg en liet Stoksund achter zich. Vijf minuten later suisde de grij ze auto door ;Nasby, zonder zijn vreeselijke vaart te verminderen. Bij iedere oneffenheid in den weg maakte de wagen 'n kleinen lucht sprong en de koude witte lichtke- gels van de lantaarns vertoonden wegschietende bioscopische flitsen van boomen. struiken en steenen langs den wegrand. Dit witte, vlam mende schijnsel maakte het duister van de omgeving nog dichter, nog ondoordringbaarder. Het had sedert een paar weken niet gesneeuwd en de wegen waren goed berijdbaar. Er heerschte een koude van eenige graden vorst, en Rambouillet, die bij deze snelle vaart van koude rilde, kroop in zijn dikke ulster in een hoekje ineen. „Natuurlijk zit Leadbitter achter het stuur van de roode auto", riep de Franschman. „En daarbinnen, achter de spiegelruiten, achter de zware zijden gordijntjes? Henriques? Suzanne?" Maurice Wallion antwoordde niet, maar een flikkering in zijn oogen deed zien, dat hij ieder woord ge hoord had. Telkens drukte hij tegen de versnellingshandje, alsof hij ver geten had, dat hij al op de grootste versnelling stond. In de bochten raakten de wielen aan de binnen zijde los van den weg en eens zweefde'n zij een paar momenten bo ven den rand van een greppel, voordat de wagen weer met een ruk op den weg terugkwam. Wallion reed met wilde vastbera denheid. Eenige këeren boog hij zonder aarzelen een zijweg in, waar de kale boomtakken hun armen op de auto neerbogen. „Waarheen?" schreeuwde Ram bouillet. „Naar Noorwegen of naar de zee!" antwoordde Wallion. „Een van bei den. Gelooft u, dat ik weet, waar we heen gaan? De roode auto achter na!" „De roode auto na!" Bezeten door de gejaagde span ning van den rit en den huiver van de duisternis, begonnen hun zenu wen te groeien, totdat het hun voor kwam, alsof ze niet in een kleine auto opgesloten zaten, doch zich vrij in de ruimte bewogen, alles in de duisternis om hen heen onderzoe kend. Plotseling stond de auto stil. .(Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 7