JAAP EDEN
Niets nieuws onder de Zon...
in de Kiosk
J
Nero....
P„CHANTAGE"i]
Bergen,
Reizigers en hun lectuur
2300 jaar geleden de eerste inflatie
Dobbelen is niets
moderns
FEUILLETON
na Arbeid"
id" trad voor de eerst«
en op met een toneel
leven van Bob Bertina.
land". Dank zij het uit-
in deze dilettantenver-
opvoering een groot
belangstelling volgden
;en, wat zich afspeelde
nd.
't zijn kruisje. Ook het
vuurtorenwachter Gijs
n leed: twee zoons had
lomen en wat zou er
enig overgebleven zoon
od van zijn Annelies
In zich zelf gekeerd,
pad kruist, wordt het
oeilijker: hij voelt zirh
dit meisje, maar
op haar sterfbed be-
andere vrouw te zullen
er geen reddingboot op
stationneerd en.... de
eren hun toestemming,
ït begrijpen, dat deze
iet haten zoals Arie de
>k niets voelt voor de
ouders heeft ontnomen,
er worden, wat aanlei-
rwij dering tussen beide
n smaalt op het beroep
at zijn lafaards. Als hij
aloezie te hebben, volgt
idigt met het heengaan
ran Kristien.
drijf stijgt de spanning,
elijk te keer, de storm
ichten doorklieven de
den S.O.S.seinen ge.
kse stomer is uit de
en gestrand op e©re
ïddingboot, die er >-1-
ekomen, wordt in ge-
t, Kristien bidt en
uit te varen, maar "t is
:s er mensen in nood
laar één plicht. De boot
kan het schip, dat in
en, niet bereiken. Zul.
omkomen in de koken-
wordt geseind, dat een
:stegen ter assistentie,
een lijn over het wrak
ïadert, driemaal cirke't
(wat voor Hanneke een
s het vliegtuig bestuurt)
aftige pogingen de ver.
te brengen. Allen wor.
aar dan volgt een blik-
aude vuurtoren op zijn
trillen enhet vlieg-
Zal deze luchtheld nu
an de woedende zee
anning van de Annelies
1 van Jan ontrukt de
ris de helden, de beide
nnen komen, heerst ec
baarheid in de woning
r, en in de zaal. De
aide toegejuicht na de*
tvoering,
I
nnestreelen"
jen zeer groot programs
ons met z'n koor
ooi gedaan werd en a ai
aan hoge eisen werd
tevoren weten
;hter de indruk van een
rmigheid niet ongedaan
t aantal volksliedern en
we reeds eerder
Ze hebben eenzelfde ro-
gemeen, het is alles
soms wat zoetelijk
constant het program-
in uitzondering vormde
van „Hodie
t" van Luc Marenzio, en
bewerkte vijf-stemmige
wam er wat meer af-
onder andere
on humoristisch ge-
te werkje Hé's College»
de vrolijke stemming
r vi^l voor een serieus
wel wat uit de toon
van vorige uitvoe-
in artistiek opzicht niet
te vermelden
eff elijk ensemble zoals
toch blijken te zijn,
teleurstellend
wat al te
e worden Op gebied
vooral gemengd koor
artistiek opzicht meer
veel goedkoop effect
uitgevoerd, gegaran-
bij het publiek is ze»
s waren dan ook zeer
visten de Minnestrelen
tweetal toegiften te be-
cende Wiegelied van
Nacht"
hadden de koude
Jlden de zaal van 't
ar ze dan ook volop
rlangden Mogen de Min
ts het besluit nemen,
rken op het programma
zal het muzikaal-inzicht
verrijken, en de alge-
smaak van velen ten
Musicus
postzegels ten bate van,
ad heeft f 700,76 opge-
de volgende dag naar
nen en zich tegen elf
zou vervoegen,
gal van gewicht," over-
stak het telegram in
kwam die vent niet
Maar waar is Parra-
s zijn bezoeker den vol-
net ongeduld. Kort na
flinke, goed geklede en
jongeman bij hem bin-
zich voorstelde als Ge-
middellijk stak hij van
Dver Simon Parrawhite,
begon hij. „Wij zui
iets te horen. We
rechts geadverteerd,
dat onze advertentie
gezien."
dergelijke advertenties,"
ick. ,,Het was bloot toe
ede-firmant ze gisteren
Maar mag ik u eerst
is uw firma? Informa
tie vervolg pagina 3)
De man
-j—
WAAI* het 'm nu precies In zit, mag
JU ést weten, maar het feit ligt er
zonni^kiaar. De lees woede van ons volk
te e>Q na de jaren van bezetting Is schier
ontvèmbaar geworden. Boter, kaas, taar*
tifis, corsetten en theekopjes, alles was
ci> de bon of in het geheel niet meer te
koop. Wat je wel kon kopen en zonder
bon waseen boek.
De boekverkopers, die vóór de oorlog
steen en been klaagden over de slechte
verkoop en boekenweken met gratis
lectuur organiseerden om toch maar
enigszins de aandacht van het publiek te
trekken, beleefden een gouden tijd. De
omstandigheden deden de mens meer de
waande van de huiselijke haard beseffen
De bekoring van „met een boekske in
een. hoekske" trof menigeen. Het boek
w»»rd favoriet en wel zó, dat tegen het
e'^ide der bezettingsjaren de voorraden
m boekhandelaar en uitgever uitgeput
"fraren. De bevrijding kwam en bracht
ook oplossing voor het boekenprobleem
Dang duurde het niet of tientallen nieu
we boeken van goede en minder goede
kwaliteit" verschenen op de markt.
En toen volgde de verrassing. Men had
de smaak te pakken. Het lezen vermin
derde niet. Integendeel, de vraag naar
lectuur steeg tot niet gekende hoogte.
We spraken boekverkopers, die op ge
wone dagen meer klanten in hun winkel
zagen dan vroeger zelfs voor hoogtij dager
als Sinterklaas of Kerst het geval was.
Maar niet alleen de belangstelling voor
liet boek nam geweldig toe, die voor
weekbladen, tijdschriften, illustraties enz.
nam nog groter vormen aan. Dat werd
ons duidelijk in een praatje, dat we
maakten met den man in de stations
kiosk, den man, die de géhele dag leeft
tussen de Linie en de Lach, Parool en
Libelle, Elsevier en het Panorama, den
man, die behalve voor de lectuurver
zorging ook nog fungeert als vraagbaak
voor het reizende publiek.
In de kiosk
VJ& kochten in het Alkmaarse station
een perronkaartje en stapten op de
kiosk af, die jnidden op he^ koude per
ron als lichtpunt en bron van geestelijk
voedsel staat neeijgeplant.
We wilden eea praatje maken en zei
den dat tot d/en man in de kiosk. De
haak ging va^ de deur aan de achterzijde
en wij bevonden ons in het kleine houten
kamertje, waarin de man elke dag twaalf
uur doortirengt om het publiek te die
nen. Een straalkacheltje zorgde voor wat
warmte^
Door 4iet loket bekeken we het perron
hu eevis van een andere kant dan meest
al iLêt geval is en het v*el ons op hoe
psychologisch juist deze kiosk is ge
plaatst. Met de voorzijde op ongeveer 20
mfeter van de trapopening naar het per
ron.
Ja, zegt de man naast mij als wij die
gedachte uitspreken, de mensen hebben
•dan juist tijd genoeg om na te denken
•of ze wat zullen kopen of niet en dat is
belangrijk. Soms lost mijn vrouw mij af
en dan proberen We samen wel eens te
raden, wat de persoon, die op de kiosk
afstevent, zal gaan kopen. In acht van
de tien gevallen raad je het goed.
We begrijpen dat. Als u al vijftien jaar
ln de kiosk werkt, dan hebt U zeker een
stapel mensenkennis opgedaan. Ja, dat
Jh'-eb ik zeker. Slordige mensen bv. her
ken je direct. Als ze bij de naast elkaar
'geschikte stapeltjes kranten en bladen
Iets zoeken, laten ze het altijd zo door
elkaar liggen Het opvallendste daarbij
is, dat het dan meestal nog vrouwen
zijn
Natuurlijk gaat het hier heel anders
dan in een winkel. De mensen hebben al
tijd haast Soms moet je er drie of vier
tegelijk helpen. Pakken ze een blad, dan
heb ik al direct de prijs in mijn hoofd.
Kopen ze er drie of vier dan weet Ik
ook direct de optelsom en staan ze soms
verbaasd, dat ik al tegelijk de prijs noem
Vanzelfsprekend kom je ook met oneer
lijke mensen in aanraking Soms gappen
ze wel eens een blad. Geef je ze per abuis
twee nummers in plaats van één, dan
zullen ze dat nooit terug brengen. Geef
je ze teveel geld terug dan wordt er
meestal ook niet over gepraat, maar o
wee, als je een cent te weinig terug
geeft. Wat dat betreft denkt de mens
dikwijls weinig aan den ander....
Klanten
IJET was een ogenblikje stu, ook op ie
perrons. Nu wordt het echter druk
aan de kiosk met reizigers voor de Am-
sterdamse trein. Mannen, vrouwen en
jonge mensen komen zich van lectuur
voorzien Velen Wisten wat zij wilden
hebben, maar de keus van sommigen was
merkwaardig.
Een man vroeg naar een neutrale krant
Heb ik niet, meneer. De meeste kranten
zijn immers partij- of opiniebladen. Geef
mij dan maar.... Kikeboe. De man had
dus toch zijn „neutrale" lectuur.... Er
v/as er ook een, die vroeg of de man
ln de kiosk nog wat voor hem te lezeti
hadHet valt op hoe dikwijls de mens
een onnodige vraag stelt. Zo zijn er vaste
afnemers van de Haagse Post, die telkens
trouw vragen hoeveel het ding kost
Een nieuwe klant. Heeft U een Else
vier voor mij? Spijt me, meneer, uitver
kocht. Wel een Linie Kennelijk ziende
dat het blad katholiek is, wilde hij lie
ver de „Tijd" (let wel ook een katholle*
blad).
Behalve de levering van lectuur heeft
de man in de kiosk nog vele andere ta-
ken^ Duizend en één vragen worden op
herri afgevuurd en ook brieven „kiosk
restante" vinden bij hem een veilige be
waring.
Eens overkwam mij nog iets vreemds
Er verscheen een man voor de kiosk, die
steunend en klagend zei: „Meneer ik
breek zo juist een been." Ik vond het dl
reet erg vreemd, want in die toestand
pleeg Je niet meer te wandelen Ik dacht
met iemand te doen te hebben, die op
de een of andere manier in de war was.
Ja, zei hij. Het is zo Juist bij de bo
venste trede van de trap. Ik mis nu mijn
trein naar Hoorn, maar dat is niet zo
erg Dan neem ik de volgende en als ik
eenmaal thuis ben, neem ik mijn reserve-
been. Ik wist gewoon niet wat ik er mee
aan moest en zei, dat hij dan maar rus
tig in de wachtkamer moest gaan zitten.
Toen haalde de man zijn broekspijp op
enbleek hij een kunstvoet te heb
ben, die het begeven had.
Papierschaarste?
ANS gesprek kwam weer op de tijd
schriften. Op het ogenblik verschijnen
er in ons land ongeveer 1250 dagbladen
en periodieken. Vóór de oorlog kreeg ik
steeds een titellijst, van de bladen, die
we verkochten. Deze is nu ruim drie
maal zo lang En nog verschijnen er
steeds meer. De prijs der bladen, die
soms wel verdubbeld is, schijnt geen ge
wicht in de schaal te werpen.
VUP SECONDEN MA HET EHT^UE VAM
DEN WATEft: DEMON, IE HET CAFÉ ALS
UITGESTORVENALLEEN DE KAS
TELEIN WIENS BENEN DE DIENST WEI
GERDEN, is achtergebleven
HAAft. ZÓ GAUW
LAAT DE KASTELEIN
ZICH NIET BANG
MAKEN
kijk je wel uit aan wie je ze verkoopt.
Ook daarin moet de man in de kiosk zijn
verantwoordelijkheid kennen.
Voor dat U weggaat, meneer, moet ik U
nog op een grief wijzen. Die betreft het
Spoorboekje. Daarvan krijgen we er veel
en veel te weinig^ Niet, dat ik er eeil
goed zaakje in zié, want we verdienen
er niets aan. Maar komt het uit, dan is
het binnen een paar uur uitverkocht en
moet je soms weken lang duizenden men
sen teleur stellen. Boven alle andere
bladen toch is het bezit van een spoor-
gids van primair belang en de meeste
mensen grijpen er naast
De hiervoor verantwoordelijke Instan
ties dienen dit euvel serieus onder ogen
te zien en afdoende te herstellen. Des
noods maar een paar andere bladen min
derMaar aan papierschaarste in dit
geval kan ik bijna niet geloven-
Do avond begon te vallen. Het groene
en rode licht in de seinhuisjes flikkerde
aan. Schaduwen en lichtplekken vielen
over de ijzeren banen. Het werd onze
tijd en we namen afscheid. De man in
de kiosk bleef achter temidden van de
De oude bladen van vroeger doen het
het beste De klank van een bekende
naam doet veel
Sprekende over ontspanningslectuur, zo
als b.v. de Lach, vertelde de man mij,
dat er daarvan vijf maal meer wordt
verkocht dan van de z.g. culturele- en
opiniebladen, zoals Elsevier en de Nieuwe
Eeuw.
Een jongen vraagt naar „De geheim
zinnige reis van Bing Carter''. Toch zijn
het ook en vooral de ouderen, die dit
soort lectuur lezen Wat deze boekjes, de
z.g. Listers en nog ander soorten betreft,
mooie vrouwen op de voorkanten der
modebladen en de vette koppen der dag
bladen, die vertelden van Duitsland, de
Grote Vier, Linggadjati en een vliegramp
in Texas.
Langs het perron klonk de gerekte roep
van zijn helper, den A.K.O.-jongen:
„Trouw, Parool, de Prins, Anova, dc
Lach, Ruim Baaneen roep, die
weggalmde onder de stationsoverkapping
en oploste in de vele geluiden rondom
een vertrekkende trein....
W KOK.
de grootste schaatsenrijder, die
Nederland ooit gekend heeft
Hij werd driemaal were'dkampioen en verbeterde
tal van wereldiecords
^ANNEER wjj in de lift stappen, onze nagels verzorgen of op de
onbreekbare ruiten van onze two-seater kloppen, dan moeten wy
ons vooral niet verbeelden, dat wjj met moderne uitvindingen te doen
hebben. Wilfred J. Funk, een Amerikaans historicus, trekt zyn wenk
brauwen op en zegt: „Dacht u, dat het iets nieuws was?" waarop
hy door zyn papyrusrollen en steenen tafeltjes bladert en onze aardig,
beid in de twintigste eeuw verstoort door te vertellen, dat Nero al
een lift bad en dat een glasblazer in de tyd van Tiberius een proces
had bedacht, waardoor hy glas op tegels kon aanbrengen met het
onschuldige resultaat van eeh builtje hier en een kuiltje daar, dat hy
dan weer met een hamertje recht sloeg. Tiberius liet den man
echter onthoofden en het fabricatiegeheim verdween met zyn leven*
J^ERO had behalve zijn lift een
champagnekoeler met sneeuw
en een orgel, dat door samengeperste
lucht te bespelen was. En de schone
Poppea, zijn favoriete, onduleerde haar
krullen met dezelfde tangen, die de
kappers n.u gebruiken. Zij had kam
men, borstels en spiegels en was de
schoonheidsspecialisten van onze tijd
jaren vooruit, die nu melkbaden pro
pageren als schoonheidsmiddel. Poppea
trok langs de wegen van het keizerrijk
met een kudde ezelinnen, in welker
melk zij het reisstof van zich wiste. Zo
is alles betrekkelijk, en Salomo's: „Er
is niets nieuws onder de zon" blijkt
steeds weer waar te zijn.
Ons voetbalspel dateert van een klei
ne honderd jaar vóór Christus. Toen
Julius Caesar Brittannië kwam verove
ren, bracht hij ook een slordig dozijn
voetballen mee, waarmee de „boys" zich
konden vermaken als het vechten hun
de keel uithing.
De Nederlandse sport heeft vele
grote schaatsenrijders voortgebracht.
Kampioenen en recordhouders wa
ren het, die veel roem vergaarden.
Doch aller glorie verflauwt bij die
van Neerlands grootste schaatsen
rijder: Jaap Eden. Een fenomeen zo
als er slechts zelden een geboren
wordt, één, die bewierook werd door
het Nederlandse volk als geen an
der. Jaap Eden. Iedereen kent hem
nu nog, zelfs de jongeren, die naar
het verhaal van zijn prestaties luis
teren als naar een schone legende.
Ook een groot wielrenner-
Behalve in het schaatsen was hij ook
nog een groot man in het wielrennen
Driemaal werd hij wereldkampioen op
de schaats en tweemaal wereldkampioen
op de fiets. Zijn eerste grote wedstrijd
op de schaats reed hij te Groningen,
waar hij op de 5000 meter tegen den
bekenden Noor Ericsson startte. Dit
werd Jaap's eerste grote overwinning.
Hij won in 9 min. 16.8 sec. Kort daarop
won hij in het kampioenschap van Ne
derland de 1500 meter in 2 mir». 35 sec.,
hetgeen een wereldrecord betekende.
Het eerste officiële wereldkampioen
schap in het hardrijden op de schaats
werd gehouden op de baan van de Am
sterdamse IJsclub en wel op 13 en 14
Januari 1893. Heel Nederland interes
seerde zich er voor. Wat zou Jaap, die
toen twintig was, doen? De eerste dag
g'n,» het best. Vrij gemakkelijk won hij
de 1500 en 5000 meter. Met vertrouwen
ging Nederland de volgende dag, waar
op de 500 m. verreden zou worden, te
gemoet. Er moest een beslissingsrit ge
reden worden tussen den Noor Hal vorsen
en Jaap. Een ademloze stilte. Een schot
valt. Daar gaat Jaap Het kan niet har
der. Halvorsen kan hem niet houden en
Jaap wint ir» 51.2 sec. met circa 5 6
meter voorsprong. Toen het aan de tri
bune bekend werd, steeg er een oor
verdovend applaus op. Heel Nederland
was trots op zijn Jaap.
Het volgende seizoen (18931894) wist
hij zijn wereldtitel niet te behouden.
Drie Noren wonnen de 500, de 1500 en
de 5000 m., terwijl Jaap Eden eerste
werd op de 10 000 meter, zodat volgens
het toenmalige reglement de titel van
wereldkampioen niet werd toegekend.
Wereldrecord, dat twintig jaar
stand hield-
Won Jaap Eden dat jaar dus geen
wereldtitel, wel verbeterde hij enige
wereldrecords en wel op de 10.000
m., die hij aflegde in 19 min. 12.4
sec. en de 5000 m., die hij reed in
8 min. 37 6 sec. Dit was zijn, beroemd
ste record. Het hield maar even
twintig jaar stand
In de winter van 1894 en 1895 werd
Jaop Eden wederom wereldkampioen in
Hamar in Noorwegen. Weliswaar ver
loor hij de 500 m„ doch op de 1500 m.
en de 10.000 m. triomfeerde hij. Op de
10.000 m zelfs in wereldrecordtijd, n.l.
17 min. 56 sec., een prestatie, die de
sportwereld versteld deed staan. Als
een vorst werd de weie'dkampioen in
gehaald in Arnhem en Haarlem. Men
lauwerde hem op grootse wijze. In toe
spraken werd hij door velerlei autori
teiten hemelhoog geprezen. Men verloor
echter de maat uit het oog bij deze hul-
digirgen, welke ontaardden in een over
dreven sportverafgoding, aldus de heer
I.oomen, aan wiens boek we een en an
der ontlenen.
Wij luisteren morgen naar.
Hilversum I. 301 m 7, 8,13,19, 20, 22
Nieuws 7 45 KRO Lichte ochtend
klanken 9,05 Pluk de dag 9,45 Het
eeuwige masker 11,- De Zonne
bloem 11,30 A's de ziele luistert
12,03 Viool recital 13 15 Luncheon
cert 14,30 Uit het boek der boeken
15,00Voor de vrouw 16,30 Na school
tijd 17,00 De jeugd presenteert zich
17,45 Wat het buitenland leest
19,15 Muzikale tombola 20,55 Nacht
ha-d een lift en droeg een mo
nocle, Julius Caesar voetbalde met
zyn soldaten, de oude Grieken gingen
naar de film, in de Romeinse winkel
ramen lagen veiligheidsspelden en
tandpasta, en centrale verwarming
was in het klassieke Rome zéér alle
daags
x In Ur, de hoofdstad van Babylonië,
damde koningin Sud-Ab-Dam; haar
dambord is in haar graf gevonden en
l gt in het museum van de undversi-
tfcit van Pennsylvania. Schaken is bijna
zo oud als de mens en ook dobbelen
is niets moderns; de aanbidders van
Penelope, de innige trouwe gade, die
haar aanbidders met haar uitgerafelde
bruidssluier aan het lijntje hield, brach
ten al dobbelend en wachtend hun
avonden door in haar somber paleis.
STOOM EN VILTHOEDEN.
TWEE duizend en driehonderd jaar
geleden vond de eerste inflatie
plaats; vijfduizend jaar vóór Christus
had het eiland Thora marmeren was
tafels en stromend water. In Abusir,
dat 2500 jaar geleden zijn bloeitijd door
leefde, had men stenen keukengoot-
stenen; de toiletten in het paleis van
koning Midas had men naar „Ritz" in
Vilthoeden zyn ongeloofiyk oud|
Nero droeg een monocle; Julius
Cae.ar werd gekidnapped op zyn
vyfentwintigste jaar; in Griekenland
was een film op zyn primitiefst; er
werden voorstellingen in volgorde
op een pilaar geschilderd en de
toeschouwers moesten daar op hun
paarden langs rennen, waardoor tij
het idee van een movie kregen.
Maar weldra ontdekte een knappe
Griek een betere methode. Hy
schilderde een serie plaatjes in spi
raalvorm op een pilaar, die aan een
touw werd rondgetrokken- Zo ont
stond de eerste bioscoop.
Haarnetjes en regenjassen.
De goed gesitueerde burger uit da
tweede eeuw, de bewoner van Hadria*
nus' Rijk, zou het bij ons, vertelt mr.
Funk, waarschijnlijk saai en vervelend!,
vinden. Het verkeer op de Via Lata
(brede weg, Broadway) was zó onge
looflijk druk, dat de vrachtwagens al
leen 's nachts mochten passeren en de
Romeinse dichter Juvenalis klaagde,
dat hij 's nachts niet kon slapen van
het lawaai der vuilniskarren.
De wolkenkrabbers zijn geen New-
Yorkse vinding. Op de Via Lata had
je ze van tien en twaalf verdiepingen
en in de winkels lagen imitatie-edel
stenen, toiletartikelen, veiligheids
spelden, regenjassen, haarnetjes en
avondschoenen. Er waren kleine dic-
tionnairetjes zoals: „De Griek in
Rome" en „De Romein in Carthago".
De Romein had centrale verwarming,
tandpasta en zeep. Hij las de nieuws
berichten van een zuil op het Forum. Hij
had zijn zwembad en zijn balzaal. Wat
zou die goede man bij ons in Parijs of
Nëw-York moeten doen? En wat wij bij
hem? Ook bij de Romeinen waren poli
tieke schandalen, echtbreuken, oorlogen,
economische misstanden. Ook in de
Oudheid had men stakingen en files
voor winkels. Er waren verontwaar
digde pamfletten van ouderen, die de
jongere generatie van lichtzinnigheid en
immoraliteit beschuldigden. Er waren
geleerden, die schamperden over de
sportprestaties van hersenloze jonge
lingen, er waren vrouwen, die jong
wilden blijven en mannen, die macht
wilden bezitten. Goed beschouwd zag
het er op de Diesel en de tomaten na,
precies zo uit als nu.
Als mijnheer Funk gelijk heeft (en de
Parijs kunnen overbrengen. In de eerste
en tweede eeuw was het nut van stoom van geraadpleegde bronnen doet
al bekend. Hero van Alexandrië vond
de eerste stoomturbine uit, vijftien
honderd jaar voordat James Watt de
boot DoverCa1 ais (hoorspel) 21,45 £H-oom uit zijn» moeders ketel zag op-
15 minuten met Louis Davids 23,30 torrelen.
Slotaccoord'.
Hilversum II, 415 m 7, 8, 13, 18, 20,
23 Nieuws 7,30 VAR/ Muziek bij
het ontbijt 8,18 Opera programma
10,00 VPRO morgenwijding 10.20
VARA De Regenboog 11.15 Voor de
vrouw 12,00 Spaans programma
13,15 Vaudeville orkest 14,20 De
kwintetspelers 15,20 Hoorspel (herh)
16,30 Tussen 12 en 16 17,30 Muzi
kaal babbeltje 18,20 „The Ramblers"
19,30 VPRO 21 00 vraagt en wij
draaien 21,45 Omroep kamerkoor
22,40 VPRO Avondwijding 23,15 Sym
phonie concert
Jaap Eden's laatste wereldkampioen-
fchap op de schaats was ook zijn vol
maaktste. Het was op 7 en 8 Febr. 1896
te St. Petersburg. Hij reed er tegen vier
Pussen en twee Finnen. De Noren waren
niet van de paitij. Op alle vier afstan
den won Jaap. Een onbekende presta
tie, die opnieuw in het vaderland de
geestdrift opjoeg tot kookhitte. Dit
prachige kampioenschap betekende ech
ter ook Jaap's afscheid van de schaat-
sensport. Met roem beladen verliet hij
het ijs om als prof-wielrenner zijn
loopbaan voort te zetten en te beëindi
gen.
Een triest einde.
Dit einde kwam veel te snel en was
helaas in mineur. Van verafgood sport
held, van kampioen, die per jaar een
burgermans vermogen verdiende, zonk
Jaap, die in deze zulk een zwak mens
was, weg in het maatschappelijk moe
ras Hij stierf op 3 Februari 1925, ruim
51 jaar oud te Haarlem. Een man ging
heen, die »in zijn jeugd de grootste glo
rie oogstte, die voor een sportman kan
weggelegd zijn.
dat wel vermoeden) weten wij, behalve
ons pakje sigaretten, ons fototoestel, en
onze gebakken aardappelen, weinig ori
ginaliteit aan de dag te leggen, en zag
de goede oude tijd er niet zo ruig na
tuurlijk uit als wij ons vaak dromen.
In samenwerking met de weerdienst van het K N.M I. hebben wy een weer
kaart vervaardigd, welke betrekking heeft op d© huidige weersomstandig
heden. Uitgaande van het koude-centrum by de Karpathen stroomt een hoeveel
heid koude lucht over Europa. Deze stroom wordt veroorzaakt door het hoge
drukgebied, dat zich thans in Rusland bevindt. Op de kaart is aangegeven hoe
d© temperatuur over Europa verloopt.
De nuliyn geeft de grens van het vorstgebled aan. Voorby deze nuliyn Is
de invloed merkbaar van de warme luchtstroom uit de Oceaan. Vanuit Ca
nada nadert eveneens een stroom koude lucht.
door J. S FLETCHER.
(00
„Zo iets," antwoordde Byner. „Infor
matiebureau en zo'n beetje detective
zaak. Wij zoeken lui op, vinden verlo
ren voorwerpen, gaan personen na. In
dit geval werken wij in opdracht van de
beren Vickers Marshall, Cannonstraat.
Zij hebben Simon Parrawhite hard no
dig."
„Waarvoor," vroeg Eldrick
„Waarvoor," lachte Byner droogjes.
„Omdat er vijftigduizend gulden op hem
ligt te wachten."
Eldrick floot van verbazing. „Een
halve ton voor Simon Parrawhite. Als
dat zo is en u heeft al veel geadver
teerd
„Geadverteerd in alle soorten bladen,
dag-, week- en maandbladen Stad en
kwam' W°°rd' t0t UW teIegram
„Dan moet hij dood zijn," zei Eldrick
»Of in de gevangenis onder een valsen
naam. Vijftigduizend gulden voor Pari
rawith. Goede man', als Parawhite nog
leefde, zou hij vijftigduizend centen geen
vijf minuten laten wachten."
„Wat weet u allemaal, mijnheer El
drick", vroeg de detective.
Eldrick dead het hele verhaal zon
der iets te verzwijgen. Byrner luisterde
gespannen.
„Er valt mij dadelijk iets op," zei hij
,.U zegt dat tegelijk met hem drie tot
vierhonderd gulden verdwenen. Heeft u
de nummers van die bankbiljetten?"
„Daar ben ik niet zeker van," twijfelde
Eldrick, „Ze zijn uitbetaald aan mijn
eersten bediende Pratt en ik meen, dat
het zijn gewoonte was, de nummers in
een dagboek te noteren."
Hij ging naar het klerkenkantoor en
kwam terug met een smal, langwerpig
boek, waarin hij begon te bladeren.
„Dit is misschien, waarnaar u vraagt,"
zei hij na enige tijd. „Hier onder 23
November staan een paar cijfers, die
mij de nummers van bankbiljetten toe
schijnen. U kunt ze wel overschrijven
als u wilt."
„Nog Iets, mijnheer Eldrick," zeide de
jonge man, terwijl bjj de cijfers oyer-
nam. „U zegt, dat er ook blanco chêques
verdwenen, tegelijk met dat geld. Zijn
cue formulieren ooit gebruikt?"
„Neen, nooit, antwoordde Eldrick.
„Dus geen valse handtekening of zo
iets," vroeg de bezoeker.
„Niets daarvan" zeide Eldrick.
„Ik kan er heel spoedig achter komen
of deze biljetten de Bank van Enge
land weer hebben bereikt. Dat is een
simpel werkje. Nu, laten wij eens ver
onderstellen, dat ze er niet terug ge
komen zijn."
„Zo, en dan?" zei Eldrick.
„U weet natuurlijk, dat het gewoonlijk
niet lang duurt, of een biljet komt
weer terug bij de bank. U weet ook.
dat het dan niet meer uitgegeven wordt,
maar vernietigd? Nu, als deze bankbil-
jetten niet meer aangekomen zijn bij
de Bank, waar zijn ze dan' En als uw
gestolen cheques niet gebruikt zijn,
waar zijn die?
„Goed, best," zei Eldrick. „Ik zou zo
zeggen, u zult vooruit komen in uw
vak. Wilt u nu verder hier in Barford
een onderzoek naar Parrawhite instel
len of elders?"
„Zeker," bevestigde de ander. „Ik bljji
hier een tijdje. Het is van groot belang
dat Parrawhite gevonden wordt, van
groot belang," voegde bij er glimlachend
aan toe, „voor anderen meer dan voor
I arrawhite zelf."
„Hoe dat," vroeg Eldrick.
„Kijk eens hier," zei Byner. „Als hij
dood is, vervalt dat geld aan een ander,
een familielid. Dat familielid zou dol
graag zeker weten of hij dood is of
niet. Nu ik hier eenmaal ben, zal ik
n.ljn uiterste best doen om hem op te
sporen. U heeft het adres van zijn hos
pita? Daar ga ik natuurlijk het eerst
heen Ik wil weten, hoe hij zijn vrijen
tijd besteedde. Van hetgeen u mij ver
telde, krijg Ik de indruk, dat hij dood
is tenzij hij weer in de gevangenis zit
Het lijkt mij hoogst onwaarschijnlijk,
dat hij onze advertentie niet gezien
zou hebben".
„Maar u adverteerde nooit in ons pro
vinciaal blad zei Eldrick.
„Dat niet," gaf Byner toe. „Omdat we
geen idee hadden, dat hij zó ver weg
getrokken zou zijn."
„Parrawhite," bedacht Eldrick, „las
veel kranten. Hij ging er expres voor
paar de Openbare Leeszaal, Ik begin
ook te denken, dat hij dood Is. Evenwel
om u te kunnen helpen, heb ik gister
avond ook wat gedaan."
Hij nam een van de plaatselijke bla
den op en gaf ze aan zijn bezoeker.
„Ik heb dit erin. laten zetten, we zul
len zien of er antwoord op komt. En
nu nog wat, mijnheer Byner, nu u er
toch zijt. U hebt mij den naam Pratt
horen noemen?"
„Ja," antwoordde Byner.
„Pratt is hier vandaan gegaan", zeide
E'drick, „en heeft een kantoor geopend
in de volgende straat. Nu zou het mij
buitengewoon aangenaam zijn, als Pratt
niet zou te weten komen, dat u in de
stad is U. kunt hem eens ontmoeten, 't
is mogelijk, dit is een dorp bij Londen
vergeleken, zeg hem dan niet, waarom
u hier gekomen zijt."
„Daar is niet veel kans op, mijnheer
Eldrick," zei Byner rustig.
„Jawel, maar u begrijpt mij nog niet
goed," zeide Eldrick haastig. „Wellicht
ziet Pratt uw adverentie, misschien
schrijft hij er op aan uw firma en uw
compagnon kon de brief wel eens op
sturen, Behandel hem dan niet.... hier
Laat Pratt zeil® uw naam niet weten,
mocht u hem ontmoetten."
„Als ik zo'n zaakje onder handen
heb," hernam Byner, „weet niemand
mijn naam, behalve lui zoals u. Ik ben
in mijn hotel ingeschreven als mijnheer
Black uit Londen. Maar als Pratt Inlich
tingen zou willen geven, waarom zou
hij ze u dan niet geven, nu u geadver
teerd hebt?"
„Neen, dat zou hij niet," zeide E'drick,
„Waarom niet? Omdat hij me alles ver
teld heeft wat hij weet of zegt te weten
over Parrafhite".
De detective keek Eldrick scherp aan
en even zwegen beide mannen. Dan glim
lachte de jongere. „U spreekt daar van
zegt te weten. Denkt u dan, dat hij niet
de waarheid sprak?"
„Ik zou nu zeggen, dat hij het waar
schijnlijk niet deed," zei Eldrick.
.Eigenlijk doe ik zelf ook een onder
zoek naar Pratt en ik zou niet graag
hebben, dat dit er tussen kwam, Als u
mij op dc hoogte houdt van hetgeen u
weet, zal ik u zoveel mogelijk helpen."
Een klerk kwam binnen en keek El
drick vragend aan.
(Wordt vervolgd.)