JAAP EDEN Niets nieuws onder de Zon... in de Kiosk J Nero.... P„CHANTAGE"i] Bergen, Reizigers en hun lectuur 2300 jaar geleden de eerste inflatie Dobbelen is niets moderns FEUILLETON na Arbeid" id" trad voor de eerst« en op met een toneel leven van Bob Bertina. land". Dank zij het uit- in deze dilettantenver- opvoering een groot belangstelling volgden ;en, wat zich afspeelde nd. 't zijn kruisje. Ook het vuurtorenwachter Gijs n leed: twee zoons had lomen en wat zou er enig overgebleven zoon od van zijn Annelies In zich zelf gekeerd, pad kruist, wordt het oeilijker: hij voelt zirh dit meisje, maar op haar sterfbed be- andere vrouw te zullen er geen reddingboot op stationneerd en.... de eren hun toestemming, ït begrijpen, dat deze iet haten zoals Arie de >k niets voelt voor de ouders heeft ontnomen, er worden, wat aanlei- rwij dering tussen beide n smaalt op het beroep at zijn lafaards. Als hij aloezie te hebben, volgt idigt met het heengaan ran Kristien. drijf stijgt de spanning, elijk te keer, de storm ichten doorklieven de den S.O.S.seinen ge. kse stomer is uit de en gestrand op e©re ïddingboot, die er >-1- ekomen, wordt in ge- t, Kristien bidt en uit te varen, maar "t is :s er mensen in nood laar één plicht. De boot kan het schip, dat in en, niet bereiken. Zul. omkomen in de koken- wordt geseind, dat een :stegen ter assistentie, een lijn over het wrak ïadert, driemaal cirke't (wat voor Hanneke een s het vliegtuig bestuurt) aftige pogingen de ver. te brengen. Allen wor. aar dan volgt een blik- aude vuurtoren op zijn trillen enhet vlieg- Zal deze luchtheld nu an de woedende zee anning van de Annelies 1 van Jan ontrukt de ris de helden, de beide nnen komen, heerst ec baarheid in de woning r, en in de zaal. De aide toegejuicht na de* tvoering, I nnestreelen" jen zeer groot programs ons met z'n koor ooi gedaan werd en a ai aan hoge eisen werd tevoren weten ;hter de indruk van een rmigheid niet ongedaan t aantal volksliedern en we reeds eerder Ze hebben eenzelfde ro- gemeen, het is alles soms wat zoetelijk constant het program- in uitzondering vormde van „Hodie t" van Luc Marenzio, en bewerkte vijf-stemmige wam er wat meer af- onder andere on humoristisch ge- te werkje Hé's College» de vrolijke stemming r vi^l voor een serieus wel wat uit de toon van vorige uitvoe- in artistiek opzicht niet te vermelden eff elijk ensemble zoals toch blijken te zijn, teleurstellend wat al te e worden Op gebied vooral gemengd koor artistiek opzicht meer veel goedkoop effect uitgevoerd, gegaran- bij het publiek is ze» s waren dan ook zeer visten de Minnestrelen tweetal toegiften te be- cende Wiegelied van Nacht" hadden de koude Jlden de zaal van 't ar ze dan ook volop rlangden Mogen de Min ts het besluit nemen, rken op het programma zal het muzikaal-inzicht verrijken, en de alge- smaak van velen ten Musicus postzegels ten bate van, ad heeft f 700,76 opge- de volgende dag naar nen en zich tegen elf zou vervoegen, gal van gewicht," over- stak het telegram in kwam die vent niet Maar waar is Parra- s zijn bezoeker den vol- net ongeduld. Kort na flinke, goed geklede en jongeman bij hem bin- zich voorstelde als Ge- middellijk stak hij van Dver Simon Parrawhite, begon hij. „Wij zui iets te horen. We rechts geadverteerd, dat onze advertentie gezien." dergelijke advertenties," ick. ,,Het was bloot toe ede-firmant ze gisteren Maar mag ik u eerst is uw firma? Informa tie vervolg pagina 3) De man -j— WAAI* het 'm nu precies In zit, mag JU ést weten, maar het feit ligt er zonni^kiaar. De lees woede van ons volk te e>Q na de jaren van bezetting Is schier ontvèmbaar geworden. Boter, kaas, taar* tifis, corsetten en theekopjes, alles was ci> de bon of in het geheel niet meer te koop. Wat je wel kon kopen en zonder bon waseen boek. De boekverkopers, die vóór de oorlog steen en been klaagden over de slechte verkoop en boekenweken met gratis lectuur organiseerden om toch maar enigszins de aandacht van het publiek te trekken, beleefden een gouden tijd. De omstandigheden deden de mens meer de waande van de huiselijke haard beseffen De bekoring van „met een boekske in een. hoekske" trof menigeen. Het boek w»»rd favoriet en wel zó, dat tegen het e'^ide der bezettingsjaren de voorraden m boekhandelaar en uitgever uitgeput "fraren. De bevrijding kwam en bracht ook oplossing voor het boekenprobleem Dang duurde het niet of tientallen nieu we boeken van goede en minder goede kwaliteit" verschenen op de markt. En toen volgde de verrassing. Men had de smaak te pakken. Het lezen vermin derde niet. Integendeel, de vraag naar lectuur steeg tot niet gekende hoogte. We spraken boekverkopers, die op ge wone dagen meer klanten in hun winkel zagen dan vroeger zelfs voor hoogtij dager als Sinterklaas of Kerst het geval was. Maar niet alleen de belangstelling voor liet boek nam geweldig toe, die voor weekbladen, tijdschriften, illustraties enz. nam nog groter vormen aan. Dat werd ons duidelijk in een praatje, dat we maakten met den man in de stations kiosk, den man, die de géhele dag leeft tussen de Linie en de Lach, Parool en Libelle, Elsevier en het Panorama, den man, die behalve voor de lectuurver zorging ook nog fungeert als vraagbaak voor het reizende publiek. In de kiosk VJ& kochten in het Alkmaarse station een perronkaartje en stapten op de kiosk af, die jnidden op he^ koude per ron als lichtpunt en bron van geestelijk voedsel staat neeijgeplant. We wilden eea praatje maken en zei den dat tot d/en man in de kiosk. De haak ging va^ de deur aan de achterzijde en wij bevonden ons in het kleine houten kamertje, waarin de man elke dag twaalf uur doortirengt om het publiek te die nen. Een straalkacheltje zorgde voor wat warmte^ Door 4iet loket bekeken we het perron hu eevis van een andere kant dan meest al iLêt geval is en het v*el ons op hoe psychologisch juist deze kiosk is ge plaatst. Met de voorzijde op ongeveer 20 mfeter van de trapopening naar het per ron. Ja, zegt de man naast mij als wij die gedachte uitspreken, de mensen hebben •dan juist tijd genoeg om na te denken •of ze wat zullen kopen of niet en dat is belangrijk. Soms lost mijn vrouw mij af en dan proberen We samen wel eens te raden, wat de persoon, die op de kiosk afstevent, zal gaan kopen. In acht van de tien gevallen raad je het goed. We begrijpen dat. Als u al vijftien jaar ln de kiosk werkt, dan hebt U zeker een stapel mensenkennis opgedaan. Ja, dat Jh'-eb ik zeker. Slordige mensen bv. her ken je direct. Als ze bij de naast elkaar 'geschikte stapeltjes kranten en bladen Iets zoeken, laten ze het altijd zo door elkaar liggen Het opvallendste daarbij is, dat het dan meestal nog vrouwen zijn Natuurlijk gaat het hier heel anders dan in een winkel. De mensen hebben al tijd haast Soms moet je er drie of vier tegelijk helpen. Pakken ze een blad, dan heb ik al direct de prijs in mijn hoofd. Kopen ze er drie of vier dan weet Ik ook direct de optelsom en staan ze soms verbaasd, dat ik al tegelijk de prijs noem Vanzelfsprekend kom je ook met oneer lijke mensen in aanraking Soms gappen ze wel eens een blad. Geef je ze per abuis twee nummers in plaats van één, dan zullen ze dat nooit terug brengen. Geef je ze teveel geld terug dan wordt er meestal ook niet over gepraat, maar o wee, als je een cent te weinig terug geeft. Wat dat betreft denkt de mens dikwijls weinig aan den ander.... Klanten IJET was een ogenblikje stu, ook op ie perrons. Nu wordt het echter druk aan de kiosk met reizigers voor de Am- sterdamse trein. Mannen, vrouwen en jonge mensen komen zich van lectuur voorzien Velen Wisten wat zij wilden hebben, maar de keus van sommigen was merkwaardig. Een man vroeg naar een neutrale krant Heb ik niet, meneer. De meeste kranten zijn immers partij- of opiniebladen. Geef mij dan maar.... Kikeboe. De man had dus toch zijn „neutrale" lectuur.... Er v/as er ook een, die vroeg of de man ln de kiosk nog wat voor hem te lezeti hadHet valt op hoe dikwijls de mens een onnodige vraag stelt. Zo zijn er vaste afnemers van de Haagse Post, die telkens trouw vragen hoeveel het ding kost Een nieuwe klant. Heeft U een Else vier voor mij? Spijt me, meneer, uitver kocht. Wel een Linie Kennelijk ziende dat het blad katholiek is, wilde hij lie ver de „Tijd" (let wel ook een katholle* blad). Behalve de levering van lectuur heeft de man in de kiosk nog vele andere ta- ken^ Duizend en één vragen worden op herri afgevuurd en ook brieven „kiosk restante" vinden bij hem een veilige be waring. Eens overkwam mij nog iets vreemds Er verscheen een man voor de kiosk, die steunend en klagend zei: „Meneer ik breek zo juist een been." Ik vond het dl reet erg vreemd, want in die toestand pleeg Je niet meer te wandelen Ik dacht met iemand te doen te hebben, die op de een of andere manier in de war was. Ja, zei hij. Het is zo Juist bij de bo venste trede van de trap. Ik mis nu mijn trein naar Hoorn, maar dat is niet zo erg Dan neem ik de volgende en als ik eenmaal thuis ben, neem ik mijn reserve- been. Ik wist gewoon niet wat ik er mee aan moest en zei, dat hij dan maar rus tig in de wachtkamer moest gaan zitten. Toen haalde de man zijn broekspijp op enbleek hij een kunstvoet te heb ben, die het begeven had. Papierschaarste? ANS gesprek kwam weer op de tijd schriften. Op het ogenblik verschijnen er in ons land ongeveer 1250 dagbladen en periodieken. Vóór de oorlog kreeg ik steeds een titellijst, van de bladen, die we verkochten. Deze is nu ruim drie maal zo lang En nog verschijnen er steeds meer. De prijs der bladen, die soms wel verdubbeld is, schijnt geen ge wicht in de schaal te werpen. VUP SECONDEN MA HET EHT^UE VAM DEN WATEft: DEMON, IE HET CAFÉ ALS UITGESTORVENALLEEN DE KAS TELEIN WIENS BENEN DE DIENST WEI GERDEN, is achtergebleven HAAft. ZÓ GAUW LAAT DE KASTELEIN ZICH NIET BANG MAKEN kijk je wel uit aan wie je ze verkoopt. Ook daarin moet de man in de kiosk zijn verantwoordelijkheid kennen. Voor dat U weggaat, meneer, moet ik U nog op een grief wijzen. Die betreft het Spoorboekje. Daarvan krijgen we er veel en veel te weinig^ Niet, dat ik er eeil goed zaakje in zié, want we verdienen er niets aan. Maar komt het uit, dan is het binnen een paar uur uitverkocht en moet je soms weken lang duizenden men sen teleur stellen. Boven alle andere bladen toch is het bezit van een spoor- gids van primair belang en de meeste mensen grijpen er naast De hiervoor verantwoordelijke Instan ties dienen dit euvel serieus onder ogen te zien en afdoende te herstellen. Des noods maar een paar andere bladen min derMaar aan papierschaarste in dit geval kan ik bijna niet geloven- Do avond begon te vallen. Het groene en rode licht in de seinhuisjes flikkerde aan. Schaduwen en lichtplekken vielen over de ijzeren banen. Het werd onze tijd en we namen afscheid. De man in de kiosk bleef achter temidden van de De oude bladen van vroeger doen het het beste De klank van een bekende naam doet veel Sprekende over ontspanningslectuur, zo als b.v. de Lach, vertelde de man mij, dat er daarvan vijf maal meer wordt verkocht dan van de z.g. culturele- en opiniebladen, zoals Elsevier en de Nieuwe Eeuw. Een jongen vraagt naar „De geheim zinnige reis van Bing Carter''. Toch zijn het ook en vooral de ouderen, die dit soort lectuur lezen Wat deze boekjes, de z.g. Listers en nog ander soorten betreft, mooie vrouwen op de voorkanten der modebladen en de vette koppen der dag bladen, die vertelden van Duitsland, de Grote Vier, Linggadjati en een vliegramp in Texas. Langs het perron klonk de gerekte roep van zijn helper, den A.K.O.-jongen: „Trouw, Parool, de Prins, Anova, dc Lach, Ruim Baaneen roep, die weggalmde onder de stationsoverkapping en oploste in de vele geluiden rondom een vertrekkende trein.... W KOK. de grootste schaatsenrijder, die Nederland ooit gekend heeft Hij werd driemaal were'dkampioen en verbeterde tal van wereldiecords ^ANNEER wjj in de lift stappen, onze nagels verzorgen of op de onbreekbare ruiten van onze two-seater kloppen, dan moeten wy ons vooral niet verbeelden, dat wjj met moderne uitvindingen te doen hebben. Wilfred J. Funk, een Amerikaans historicus, trekt zyn wenk brauwen op en zegt: „Dacht u, dat het iets nieuws was?" waarop hy door zyn papyrusrollen en steenen tafeltjes bladert en onze aardig, beid in de twintigste eeuw verstoort door te vertellen, dat Nero al een lift bad en dat een glasblazer in de tyd van Tiberius een proces had bedacht, waardoor hy glas op tegels kon aanbrengen met het onschuldige resultaat van eeh builtje hier en een kuiltje daar, dat hy dan weer met een hamertje recht sloeg. Tiberius liet den man echter onthoofden en het fabricatiegeheim verdween met zyn leven* J^ERO had behalve zijn lift een champagnekoeler met sneeuw en een orgel, dat door samengeperste lucht te bespelen was. En de schone Poppea, zijn favoriete, onduleerde haar krullen met dezelfde tangen, die de kappers n.u gebruiken. Zij had kam men, borstels en spiegels en was de schoonheidsspecialisten van onze tijd jaren vooruit, die nu melkbaden pro pageren als schoonheidsmiddel. Poppea trok langs de wegen van het keizerrijk met een kudde ezelinnen, in welker melk zij het reisstof van zich wiste. Zo is alles betrekkelijk, en Salomo's: „Er is niets nieuws onder de zon" blijkt steeds weer waar te zijn. Ons voetbalspel dateert van een klei ne honderd jaar vóór Christus. Toen Julius Caesar Brittannië kwam verove ren, bracht hij ook een slordig dozijn voetballen mee, waarmee de „boys" zich konden vermaken als het vechten hun de keel uithing. De Nederlandse sport heeft vele grote schaatsenrijders voortgebracht. Kampioenen en recordhouders wa ren het, die veel roem vergaarden. Doch aller glorie verflauwt bij die van Neerlands grootste schaatsen rijder: Jaap Eden. Een fenomeen zo als er slechts zelden een geboren wordt, één, die bewierook werd door het Nederlandse volk als geen an der. Jaap Eden. Iedereen kent hem nu nog, zelfs de jongeren, die naar het verhaal van zijn prestaties luis teren als naar een schone legende. Ook een groot wielrenner- Behalve in het schaatsen was hij ook nog een groot man in het wielrennen Driemaal werd hij wereldkampioen op de schaats en tweemaal wereldkampioen op de fiets. Zijn eerste grote wedstrijd op de schaats reed hij te Groningen, waar hij op de 5000 meter tegen den bekenden Noor Ericsson startte. Dit werd Jaap's eerste grote overwinning. Hij won in 9 min. 16.8 sec. Kort daarop won hij in het kampioenschap van Ne derland de 1500 meter in 2 mir». 35 sec., hetgeen een wereldrecord betekende. Het eerste officiële wereldkampioen schap in het hardrijden op de schaats werd gehouden op de baan van de Am sterdamse IJsclub en wel op 13 en 14 Januari 1893. Heel Nederland interes seerde zich er voor. Wat zou Jaap, die toen twintig was, doen? De eerste dag g'n,» het best. Vrij gemakkelijk won hij de 1500 en 5000 meter. Met vertrouwen ging Nederland de volgende dag, waar op de 500 m. verreden zou worden, te gemoet. Er moest een beslissingsrit ge reden worden tussen den Noor Hal vorsen en Jaap. Een ademloze stilte. Een schot valt. Daar gaat Jaap Het kan niet har der. Halvorsen kan hem niet houden en Jaap wint ir» 51.2 sec. met circa 5 6 meter voorsprong. Toen het aan de tri bune bekend werd, steeg er een oor verdovend applaus op. Heel Nederland was trots op zijn Jaap. Het volgende seizoen (18931894) wist hij zijn wereldtitel niet te behouden. Drie Noren wonnen de 500, de 1500 en de 5000 m., terwijl Jaap Eden eerste werd op de 10 000 meter, zodat volgens het toenmalige reglement de titel van wereldkampioen niet werd toegekend. Wereldrecord, dat twintig jaar stand hield- Won Jaap Eden dat jaar dus geen wereldtitel, wel verbeterde hij enige wereldrecords en wel op de 10.000 m., die hij aflegde in 19 min. 12.4 sec. en de 5000 m., die hij reed in 8 min. 37 6 sec. Dit was zijn, beroemd ste record. Het hield maar even twintig jaar stand In de winter van 1894 en 1895 werd Jaop Eden wederom wereldkampioen in Hamar in Noorwegen. Weliswaar ver loor hij de 500 m„ doch op de 1500 m. en de 10.000 m. triomfeerde hij. Op de 10.000 m zelfs in wereldrecordtijd, n.l. 17 min. 56 sec., een prestatie, die de sportwereld versteld deed staan. Als een vorst werd de weie'dkampioen in gehaald in Arnhem en Haarlem. Men lauwerde hem op grootse wijze. In toe spraken werd hij door velerlei autori teiten hemelhoog geprezen. Men verloor echter de maat uit het oog bij deze hul- digirgen, welke ontaardden in een over dreven sportverafgoding, aldus de heer I.oomen, aan wiens boek we een en an der ontlenen. Wij luisteren morgen naar. Hilversum I. 301 m 7, 8,13,19, 20, 22 Nieuws 7 45 KRO Lichte ochtend klanken 9,05 Pluk de dag 9,45 Het eeuwige masker 11,- De Zonne bloem 11,30 A's de ziele luistert 12,03 Viool recital 13 15 Luncheon cert 14,30 Uit het boek der boeken 15,00Voor de vrouw 16,30 Na school tijd 17,00 De jeugd presenteert zich 17,45 Wat het buitenland leest 19,15 Muzikale tombola 20,55 Nacht ha-d een lift en droeg een mo nocle, Julius Caesar voetbalde met zyn soldaten, de oude Grieken gingen naar de film, in de Romeinse winkel ramen lagen veiligheidsspelden en tandpasta, en centrale verwarming was in het klassieke Rome zéér alle daags x In Ur, de hoofdstad van Babylonië, damde koningin Sud-Ab-Dam; haar dambord is in haar graf gevonden en l gt in het museum van de undversi- tfcit van Pennsylvania. Schaken is bijna zo oud als de mens en ook dobbelen is niets moderns; de aanbidders van Penelope, de innige trouwe gade, die haar aanbidders met haar uitgerafelde bruidssluier aan het lijntje hield, brach ten al dobbelend en wachtend hun avonden door in haar somber paleis. STOOM EN VILTHOEDEN. TWEE duizend en driehonderd jaar geleden vond de eerste inflatie plaats; vijfduizend jaar vóór Christus had het eiland Thora marmeren was tafels en stromend water. In Abusir, dat 2500 jaar geleden zijn bloeitijd door leefde, had men stenen keukengoot- stenen; de toiletten in het paleis van koning Midas had men naar „Ritz" in Vilthoeden zyn ongeloofiyk oud| Nero droeg een monocle; Julius Cae.ar werd gekidnapped op zyn vyfentwintigste jaar; in Griekenland was een film op zyn primitiefst; er werden voorstellingen in volgorde op een pilaar geschilderd en de toeschouwers moesten daar op hun paarden langs rennen, waardoor tij het idee van een movie kregen. Maar weldra ontdekte een knappe Griek een betere methode. Hy schilderde een serie plaatjes in spi raalvorm op een pilaar, die aan een touw werd rondgetrokken- Zo ont stond de eerste bioscoop. Haarnetjes en regenjassen. De goed gesitueerde burger uit da tweede eeuw, de bewoner van Hadria* nus' Rijk, zou het bij ons, vertelt mr. Funk, waarschijnlijk saai en vervelend!, vinden. Het verkeer op de Via Lata (brede weg, Broadway) was zó onge looflijk druk, dat de vrachtwagens al leen 's nachts mochten passeren en de Romeinse dichter Juvenalis klaagde, dat hij 's nachts niet kon slapen van het lawaai der vuilniskarren. De wolkenkrabbers zijn geen New- Yorkse vinding. Op de Via Lata had je ze van tien en twaalf verdiepingen en in de winkels lagen imitatie-edel stenen, toiletartikelen, veiligheids spelden, regenjassen, haarnetjes en avondschoenen. Er waren kleine dic- tionnairetjes zoals: „De Griek in Rome" en „De Romein in Carthago". De Romein had centrale verwarming, tandpasta en zeep. Hij las de nieuws berichten van een zuil op het Forum. Hij had zijn zwembad en zijn balzaal. Wat zou die goede man bij ons in Parijs of Nëw-York moeten doen? En wat wij bij hem? Ook bij de Romeinen waren poli tieke schandalen, echtbreuken, oorlogen, economische misstanden. Ook in de Oudheid had men stakingen en files voor winkels. Er waren verontwaar digde pamfletten van ouderen, die de jongere generatie van lichtzinnigheid en immoraliteit beschuldigden. Er waren geleerden, die schamperden over de sportprestaties van hersenloze jonge lingen, er waren vrouwen, die jong wilden blijven en mannen, die macht wilden bezitten. Goed beschouwd zag het er op de Diesel en de tomaten na, precies zo uit als nu. Als mijnheer Funk gelijk heeft (en de Parijs kunnen overbrengen. In de eerste en tweede eeuw was het nut van stoom van geraadpleegde bronnen doet al bekend. Hero van Alexandrië vond de eerste stoomturbine uit, vijftien honderd jaar voordat James Watt de boot DoverCa1 ais (hoorspel) 21,45 £H-oom uit zijn» moeders ketel zag op- 15 minuten met Louis Davids 23,30 torrelen. Slotaccoord'. Hilversum II, 415 m 7, 8, 13, 18, 20, 23 Nieuws 7,30 VAR/ Muziek bij het ontbijt 8,18 Opera programma 10,00 VPRO morgenwijding 10.20 VARA De Regenboog 11.15 Voor de vrouw 12,00 Spaans programma 13,15 Vaudeville orkest 14,20 De kwintetspelers 15,20 Hoorspel (herh) 16,30 Tussen 12 en 16 17,30 Muzi kaal babbeltje 18,20 „The Ramblers" 19,30 VPRO 21 00 vraagt en wij draaien 21,45 Omroep kamerkoor 22,40 VPRO Avondwijding 23,15 Sym phonie concert Jaap Eden's laatste wereldkampioen- fchap op de schaats was ook zijn vol maaktste. Het was op 7 en 8 Febr. 1896 te St. Petersburg. Hij reed er tegen vier Pussen en twee Finnen. De Noren waren niet van de paitij. Op alle vier afstan den won Jaap. Een onbekende presta tie, die opnieuw in het vaderland de geestdrift opjoeg tot kookhitte. Dit prachige kampioenschap betekende ech ter ook Jaap's afscheid van de schaat- sensport. Met roem beladen verliet hij het ijs om als prof-wielrenner zijn loopbaan voort te zetten en te beëindi gen. Een triest einde. Dit einde kwam veel te snel en was helaas in mineur. Van verafgood sport held, van kampioen, die per jaar een burgermans vermogen verdiende, zonk Jaap, die in deze zulk een zwak mens was, weg in het maatschappelijk moe ras Hij stierf op 3 Februari 1925, ruim 51 jaar oud te Haarlem. Een man ging heen, die »in zijn jeugd de grootste glo rie oogstte, die voor een sportman kan weggelegd zijn. dat wel vermoeden) weten wij, behalve ons pakje sigaretten, ons fototoestel, en onze gebakken aardappelen, weinig ori ginaliteit aan de dag te leggen, en zag de goede oude tijd er niet zo ruig na tuurlijk uit als wij ons vaak dromen. In samenwerking met de weerdienst van het K N.M I. hebben wy een weer kaart vervaardigd, welke betrekking heeft op d© huidige weersomstandig heden. Uitgaande van het koude-centrum by de Karpathen stroomt een hoeveel heid koude lucht over Europa. Deze stroom wordt veroorzaakt door het hoge drukgebied, dat zich thans in Rusland bevindt. Op de kaart is aangegeven hoe d© temperatuur over Europa verloopt. De nuliyn geeft de grens van het vorstgebled aan. Voorby deze nuliyn Is de invloed merkbaar van de warme luchtstroom uit de Oceaan. Vanuit Ca nada nadert eveneens een stroom koude lucht. door J. S FLETCHER. (00 „Zo iets," antwoordde Byner. „Infor matiebureau en zo'n beetje detective zaak. Wij zoeken lui op, vinden verlo ren voorwerpen, gaan personen na. In dit geval werken wij in opdracht van de beren Vickers Marshall, Cannonstraat. Zij hebben Simon Parrawhite hard no dig." „Waarvoor," vroeg Eldrick „Waarvoor," lachte Byner droogjes. „Omdat er vijftigduizend gulden op hem ligt te wachten." Eldrick floot van verbazing. „Een halve ton voor Simon Parrawhite. Als dat zo is en u heeft al veel geadver teerd „Geadverteerd in alle soorten bladen, dag-, week- en maandbladen Stad en kwam' W°°rd' t0t UW teIegram „Dan moet hij dood zijn," zei Eldrick »Of in de gevangenis onder een valsen naam. Vijftigduizend gulden voor Pari rawith. Goede man', als Parawhite nog leefde, zou hij vijftigduizend centen geen vijf minuten laten wachten." „Wat weet u allemaal, mijnheer El drick", vroeg de detective. Eldrick dead het hele verhaal zon der iets te verzwijgen. Byrner luisterde gespannen. „Er valt mij dadelijk iets op," zei hij ,.U zegt dat tegelijk met hem drie tot vierhonderd gulden verdwenen. Heeft u de nummers van die bankbiljetten?" „Daar ben ik niet zeker van," twijfelde Eldrick, „Ze zijn uitbetaald aan mijn eersten bediende Pratt en ik meen, dat het zijn gewoonte was, de nummers in een dagboek te noteren." Hij ging naar het klerkenkantoor en kwam terug met een smal, langwerpig boek, waarin hij begon te bladeren. „Dit is misschien, waarnaar u vraagt," zei hij na enige tijd. „Hier onder 23 November staan een paar cijfers, die mij de nummers van bankbiljetten toe schijnen. U kunt ze wel overschrijven als u wilt." „Nog Iets, mijnheer Eldrick," zeide de jonge man, terwijl bjj de cijfers oyer- nam. „U zegt, dat er ook blanco chêques verdwenen, tegelijk met dat geld. Zijn cue formulieren ooit gebruikt?" „Neen, nooit, antwoordde Eldrick. „Dus geen valse handtekening of zo iets," vroeg de bezoeker. „Niets daarvan" zeide Eldrick. „Ik kan er heel spoedig achter komen of deze biljetten de Bank van Enge land weer hebben bereikt. Dat is een simpel werkje. Nu, laten wij eens ver onderstellen, dat ze er niet terug ge komen zijn." „Zo, en dan?" zei Eldrick. „U weet natuurlijk, dat het gewoonlijk niet lang duurt, of een biljet komt weer terug bij de bank. U weet ook. dat het dan niet meer uitgegeven wordt, maar vernietigd? Nu, als deze bankbil- jetten niet meer aangekomen zijn bij de Bank, waar zijn ze dan' En als uw gestolen cheques niet gebruikt zijn, waar zijn die? „Goed, best," zei Eldrick. „Ik zou zo zeggen, u zult vooruit komen in uw vak. Wilt u nu verder hier in Barford een onderzoek naar Parrawhite instel len of elders?" „Zeker," bevestigde de ander. „Ik bljji hier een tijdje. Het is van groot belang dat Parrawhite gevonden wordt, van groot belang," voegde bij er glimlachend aan toe, „voor anderen meer dan voor I arrawhite zelf." „Hoe dat," vroeg Eldrick. „Kijk eens hier," zei Byner. „Als hij dood is, vervalt dat geld aan een ander, een familielid. Dat familielid zou dol graag zeker weten of hij dood is of niet. Nu ik hier eenmaal ben, zal ik n.ljn uiterste best doen om hem op te sporen. U heeft het adres van zijn hos pita? Daar ga ik natuurlijk het eerst heen Ik wil weten, hoe hij zijn vrijen tijd besteedde. Van hetgeen u mij ver telde, krijg Ik de indruk, dat hij dood is tenzij hij weer in de gevangenis zit Het lijkt mij hoogst onwaarschijnlijk, dat hij onze advertentie niet gezien zou hebben". „Maar u adverteerde nooit in ons pro vinciaal blad zei Eldrick. „Dat niet," gaf Byner toe. „Omdat we geen idee hadden, dat hij zó ver weg getrokken zou zijn." „Parrawhite," bedacht Eldrick, „las veel kranten. Hij ging er expres voor paar de Openbare Leeszaal, Ik begin ook te denken, dat hij dood Is. Evenwel om u te kunnen helpen, heb ik gister avond ook wat gedaan." Hij nam een van de plaatselijke bla den op en gaf ze aan zijn bezoeker. „Ik heb dit erin. laten zetten, we zul len zien of er antwoord op komt. En nu nog wat, mijnheer Byner, nu u er toch zijt. U hebt mij den naam Pratt horen noemen?" „Ja," antwoordde Byner. „Pratt is hier vandaan gegaan", zeide E'drick, „en heeft een kantoor geopend in de volgende straat. Nu zou het mij buitengewoon aangenaam zijn, als Pratt niet zou te weten komen, dat u in de stad is U. kunt hem eens ontmoeten, 't is mogelijk, dit is een dorp bij Londen vergeleken, zeg hem dan niet, waarom u hier gekomen zijt." „Daar is niet veel kans op, mijnheer Eldrick," zei Byner rustig. „Jawel, maar u begrijpt mij nog niet goed," zeide Eldrick haastig. „Wellicht ziet Pratt uw adverentie, misschien schrijft hij er op aan uw firma en uw compagnon kon de brief wel eens op sturen, Behandel hem dan niet.... hier Laat Pratt zeil® uw naam niet weten, mocht u hem ontmoetten." „Als ik zo'n zaakje onder handen heb," hernam Byner, „weet niemand mijn naam, behalve lui zoals u. Ik ben in mijn hotel ingeschreven als mijnheer Black uit Londen. Maar als Pratt Inlich tingen zou willen geven, waarom zou hij ze u dan niet geven, nu u geadver teerd hebt?" „Neen, dat zou hij niet," zeide E'drick, „Waarom niet? Omdat hij me alles ver teld heeft wat hij weet of zegt te weten over Parrafhite". De detective keek Eldrick scherp aan en even zwegen beide mannen. Dan glim lachte de jongere. „U spreekt daar van zegt te weten. Denkt u dan, dat hij niet de waarheid sprak?" „Ik zou nu zeggen, dat hij het waar schijnlijk niet deed," zei Eldrick. .Eigenlijk doe ik zelf ook een onder zoek naar Pratt en ik zou niet graag hebben, dat dit er tussen kwam, Als u mij op dc hoogte houdt van hetgeen u weet, zal ik u zoveel mogelijk helpen." Een klerk kwam binnen en keek El drick vragend aan. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1947 | | pagina 3