r
9 hoogspanning
Een bron van ergernis
Waar in Alkmaar de historie
versteende
Van Alles \A/at
DE PAMPIIS-PIRAAT
Spiegels
Een oud straatje mei oude beroepen
Mooi glanzend haar
Amerika verbrandt aardappeloogsten
De vraag naar vrouwelijke
arbeidskrachten
Om in conditie te blijven
Geen Nederlanders bij
T.T.-races
door J. D. VAN EXTER
Feuilleton
C maanden
Wij luisteren morgen
naar
I
Er zijn ia een oude stad van die
typische buurtjes en straatjes, waar
men onwillekeurig onder de indruk
komt van het historisch verleden.
Van Alkmaar begon eens de victo
rie en al onze landgenoten weten hoe
zij in die dagen hebben gestreden op
de plek, waar nu nog de vredesengel
806 dagen in een jaar haar hand om
hoog houdt met de schrale voldoe
ning, dat er op de achtste October een
krans aan wordt gehangen.
Z]| heeft trouwens
in de bezettingstijd
jarenlang op die
bloemenhulde moe
ten wachten, want
de Duitsers hadden
geen gevoel en
geen begrip voor
Alkmaar's strijd te
gen de Spaanse
overheersing. Die
hadden met hun
eigen strijd de han
den en hoofden vol
en zij zijn mis
schien nog in de
veronderstelling
geweest, dat Vrou
we Alcmaria hen
met haar opgehe
ven arm de Hitler
groet bracht, maar
dan hebben zij zich
lelijk in haar men
taliteit verkeken,
want als er één is
die als symbool
van onze vrijheid
en onafhankelijk
heid kan gelden,
dan is het de ste
nen stadsengel, die
telkenjare weer in
de bloemetjes ge
zet wordt en om
ringd door de na
tionale driekleur en
de stedelijke tweekleur met ondoor
grondelijk gelaat het door kinderen
gezongen Alkmaarse volkslied aan
hoort, waarin onze vrijheidsstrijd tot
in alle bloedige finesses wordt bezon
gen en waaruit afdoende blijkt, dat
onze moedige voorvaderen voor een in
alle opzichten dankbaar nageslacht
hebben gezorgd.
In het Victorie-park was het
keerpunt van 't verzet, daar staan zij
op gewijde grond en hier is het cen
trum van oud-Alkmaar, het kleine,
nrjvere stadje, dat grotendeels leefde
van de omtrek, van al die boeren uit
West-Friesland, die hier ter markt
kwamen en van hun vrouwen en doch
ters, die mee naar stad reden om er
hun huishoudelijke inkopen te doen.
Het is geen wonder, dat tussen het
Victoriepark en het historische Waag-
plein die kleine oude straatjes liggen,
waaraan de tijd met zijn moderne be
grippen wel geknaagd heeft, maar
waarvan het karakter grotendeels be
houden is gebleven.
Hier vindt men niet alleen de archi
tectonisch mooie oude panden, maar
ook nég de kleine huisjes der nijvere
ambachtslieden, die zich grotendeels
hadden ingesteld op de klandizie van
hen, die wekelijks het oude stadje
kwamen bezoeken.
Op de Dijk treft men nog de oude
uitspanningen aan, waar de boeren hun
paarden stalden. Het zijn grote, oude
gebouwen met zware en diepe kel
ders, die in alle opzichten nog aan de
degelijke bouw van vroeger eeuwen
herinneren. Hier vindt men ook de
zadelmakers in de Heerenstraat en de
Achterdam, de mandenmakers, de
bezemmakers en last but not least de
kuiperijen.
Men bouwt hier geen nieuwe pan
den, het is of men het oude wil spa
ren, of men de vaak scheefgezakte
huisjes respecteert als monumenten
uit Alkmaar's groot verleden. De kui
pers in de Achterdam voeren hun
handwerk ook nu nog uit, zij kloppen
en hameren en hun oude panden en
stoepen zijn ook nu nog omringd met
de producten van hun arbeid, welke nog
ten dele voor de werkplaats op straat
wordt uitgevoerd. Bij de bezemmaker
ziet men nog de grote hakblokken en
de bijlen en het is nog niet zo lang
geleden, dat de oude Bakker daar diep
in zijn negentigste jaar nog dagelijks
met zijn boenders aan de arbeid was.
En op de daarnaast liggende Kool
tuin waarvan men helaas de bo
men heeft laten verdwijnen ziet
men de achterkanten der huizen in
het grachtwater spiegelen. Het zou
den ideaal-huisjes voor vissers zrin,
omdat men vanuit de woonkamer hot
hengelsnoer in het water kan gooien,
maar helaas is de Kooltuin een weinig
visrijk water en zou de oogst van de
dag hoogstens wat stekeltjes en sala
mandertjes bedragen.
Maar mooi althans pittoresk
zijn al die oude huisjes en ook het
stenen bruggetje, dat het hele door
kijkje op zo schilderachtige wijze af
sluit. Hoe interessant is het oude
pothuisje op de hoek en hoe antiek
zijn al die winkeltjes en bedrijfjes.
Een enkel verbouwd pand, met mo
derne glas in lood vensters, „vloekt"
tegen deze oude omgeving en moge
tot waarschuwing dienen aan allen, die
bier willen moderniseren om deze hei
ligschennis zoveel mogelijk achter
wege te laten.
Hier worden geen verkeerseisen ge
steld, dit hoekje Alkmaar is een rus
tig en uniek brokje versteende histo-
die en wij hopen, dat het nog lang
ongeschonden mag blijven, opdat zij,
die Alkmaar om de schoonheid bezoe
ken de indruk van een oud, historisch
stadje zullen krijgen.
Tj. Ad.
Aan welke kant van de balie horen
wij eigenlijk thuis?
Dat is een vraag, die ons soms op
zijn onverwachtst kan overvallen, en
het is geen pleizierig soort vraag. Het
is een benauwende, beklemmende,
misschien wel een vernietigende vraag
In den regel lopen wij rond met ge
zichten, alsof er geen twijfel bestond
over het antwoord. Meestal denken
we er zelfs in het geheel niet over,
zo vanzelfsprekend rekenen wij ons
zelf bij de „fatsoenlijke" mensen, dus
bij degenen die „de Maatschappij"
vormen en bijgevolg het recht hebben
namens haar te oordelen en te ver
oordelen.
Weliswaar is er in deze dingen het
een en ander gewijzigd en gegroeid
sinds Tolstoï zijn „Opstanding" schreef
en daarmee de verzekerdheid der fat
soenlijken en speciaal der rechters tot
op hun grondvesten deed schudden;
het is zelfs een tijdlang mode geweest
om de misdadigers en de verloren
vrouwen te verheerlijken. Dit laatste
kunnen we nu niet anders zien dan
als een sentimentele overdrijving, een
al te ver doorgevoerde reactie op de
schijnheilige en liefdeloze zelfverze
kerdheid van vroeger.
Maar we hoeven de mensen van wat
wij noemen de zelfkant der maat
schappij nog geenszins te idealiseren om
ons aan hun levens te spiegelen. Goed
is goed en kwaad is kwaad dat
blijft voor ieder te allen tijde rots
vast waar. Dit betekent echter nog
niet, dat alle „slechte" mensen wer
kelijk en alleen maar slecht zijn, en
alle „goeden" werkelijk en alleen
maar goed. Wij vinden misschien ons
zelf zo kwaad nog niet, maar het zou
kunnen zijn, dat die moordenaar of
die dievegge, die N.S.B.-er of die licht
zinnige vrouw nog dichter bij God
staan dan wij, omdat zij zich althans
bewust zijn van hun zonde, terwijl
wij plegen te zeggen of op zijn minst
te denken: Heer, ik dank U dat ik
niet ben als dezen!
Doch plotseling kan het gebeuren,
dat wij zo iemand van „dezen" in het
gezicht zien, een van de verachten, of
van de allerarmsten, of van de zeer
eenzamen, Een brief van een veroor
deelde, het masker van een Pierrot
(zag U Barrault in de film „Les en-
fants du paradis"?, 'n woord van een
z.g. asociaal mens en het wordt ons
alles tot spiegel. Met vurige letters
staat het in die spiegel geschreven;
TAT TVAM ASI Dat zijt gij! Die
spiegel toont ons: Gij had dit kunnen
zijn, als uw omstandigheden maar een
schijntje ongunstiger waren geweest,
óij zijt dit, ondanks uw zoveel betere
omstandigheden! Uw fatsoen is slechts
een dun vernisje, uw zogenaamd geluk
is niet meer dan schijn, berustend op
zelfbedrog. Wie geeft u recht te oor
delen?
Natuurlijk voeren de practische, de
maatschappelijke mensen onmiddel
lijk hiertegen aan: Maar als niemand
mag oordelen, wat moet er dan van
de wereld terecht komen? Moeten we
dan alle rechtspraak en alle gevange
nissen maar opheffen en het kwaad
vrij spel laten?
Misschien is dat inderdaad mogelijk
misschien zou het bitter weinig
verschil maken, wie zal dat zeggen. In
elk geval tonen die spiegels ons, dat,
aangenomen dat de. maatschappij beslist
niet zonder gevangenissen kan, dit iets
is wat wij moeten aanvaarden als een
is een sieraad voor elke vronw.
Verdrijft den grauwen neerslag,
geeft Uw haar nieuw leven door
regelmatige wassehing met de zeep.
en alkalivrije
BLOND I DONKER KINDER - SHAMPOON
schuld, iets waar wij stuk voor stuk
verantwoordelijk voor zijn, dèt het zo
zijn moest. De spiegels maken ons
voorzichtig, zodat wij beginnen met
ons af te vragen: Hoe zou ik hebben
gehandeld in zijn toestand, en hoe zou
ik er het best uit gered kunnen wor
den? Wie ben ik, dat ik deze mens
van zijn vrijheid zou beroven?Moet
ik hem niet veeleer helpen zijn vrij
heid te leren gebruiken beter, ja,
beter dan ikzelf dat doe?
De spiegels dringen ons ertoe, ons
met degenen aan de andere kant van
de balie te vereenzelvigen, zodat wij
tenslotte éllen aan die overzijde ko
men te staan, en aan de rechtertafel
niemand overblijft dan Jezus alleen,
de volstrekt Enige, Die het recht
heeft daar te blijven zitten.
Maar Hij stond als eerste op, kwam
over en hielp ons aan het Kruis.
De oogsttijd in de Ver. Staten na
dert en daarmede weer het probleem
van de prijzen der landbouwproducten.
De eerste crisis is reeds aangebroken
op de aardappelmarkt. Terwijl In de
staat Alabama de aardappelen in gro
te hoeveelheden worden verbrand,
moeten de Amerikaanse huisvrouwen
in het Oosten van het lage land hoge
prijzen betalen voor Canadese aard
appelen. Een hevige opwinding is ont
staan door de berichten over het ver
nietigen op grote schaal van tonnen
aardappelen in Alabama en over fo
to's van grote aardappelhopen, die
voor de verbranding gereed liggen, in
een tfld, dat er in andere streken en
landen schaarste heerst en hoge prij
zen betaald moeten worden.
De oorzaak van dit alles is het
uit de oorlog stammende program
ma der regering om een grote pro
ductie van alle soorten levensmid
delen te stimuleren, een program
ma, dat nog tot einde 1948 van
kracht blijft. Door regeringsaan
kopen ln geval van grote aanvoer
worden de prijzen voor de boeren op
JJE positie van de
vrouw in de samen
leving is reeds talrijke
malen een onderwerp
van discussie geweest.
De medewerking en de
belangstelling van de
vrouw voor de opbouw
van een gezonde ge
meenschap zijn onmis
baar.
Het probleem van de
„werkende" vrouw en
het „werkende" meisje
komt bij de huidige
schaarste aan arbeids
krachten weer meer en
meer op de voorgrond.
Met grote belangstelling
nebben wij daarom on
langs een rede gevolgd,
die Mevr. Mr. A. E. Rlb-
bius Peletier hield voor
de gewestelijke vergade
ring van de Vrouwen
bond van de Partij v. d.
Arbeid. Sprekende over
de sterke vraag naar
vrouwelijke arbeids
krachten en alles wat
zich daarom heen be
weegt, maakte zij enkele
opmerkingen, die wij
hier in het kort nog eens
willen weergeven.
De gehuwde vrouw
werd voor de oorlog uit
openbare diensten ge
weerd. Zij hielden z.g. de
mannen het brood uit de
mond. Nu zijn de bord
jes verhangen. Telkens
hoort men de klacht
uiten, dat de meisjes zo
weinig op de arbeids
markt verschijnen. Daar--
bij ziet men over het
hoofd, dat er in en door
de oorlog veel meer be
trekkingen voor meisjes
zijn gekomen. Bovendien
zijn er veel meer meis-
>es, die gaan „door-
1 leren", terwijl ook
in ogenschouw moet wor
den genomen dat talrijke
meisjes weer in het ge
zin een taak vinden.
Er worden thans enke
le plannen opgesteld en
als basis voor een wets
ontwerp aan minister
Drees aangeboden om
het meisje te gaan
dwingen bepaalde
werkzaamheden, v.n.l. als
dienstmeisje te gaan ver
richten.
Het eerste plan in die
geest is afkomstig uit
het Zuiden en zegt: Laat
het meisje eerst ver
plicht een jaar lang voor
half geld in een huis
houding werken, alvo
rens haar zal worden
toegestaan een andere
baan te kiezen.
Een ander plan wenst
ieder meisje te ver
plichten in de maat
schappij arbeid te ver
richten.
Tegen het eerste plan
kunnen we opmerken,
dat een verplichting om
in een huishouding te
gaan werken, deze ar
beid zeker niet populair
zal maken en ook voor
de toekomstige taak van
het meisje als moeder
niet geschikt is. Dit zou
slechts het paard achter
de wagen spannen zijn.
Is een verplichting tot
arbeid noodzakelijk, dan
is het afkeurenswaardig
juist de meest weerloze
categorie n.l. het jonge
meisje te gaan dwingen
en haar bovendien nog te
decreteren welk soort
werk het zal moeten
doen. In dat geval dient
men een arbeidsverplich-
ting in het leven te roe
pen zowel voor vrouwen
als voor mannen (b.v.
zwarte handelaars).
Iets anders zou het zijn
als men de jonge vrou
wen met het oog op hun
medeverantwoordelijk
heid aan het welzijn van
de maatschappij en hun
wachtende plaats als
moeder een cursus van
ongeveer drie maanden
zou laten volgen. Dat kan
niet anders dan in het
belang zijn van het
meisje en de jonge vrouw
zelf en dat zullen zij wel
inzien ook. Op deze wijze
wordt de innerlijke uit
groei van het jonge
meisje gestimuleerd en
kan het zich ontwikkelen
tot een eigen persoon
lijkheid.
Tot zover de opmer
kingen van bovenge
noemde deskundige
spreekster.
De actualiteit en de
belangrijkheid van dit
onderwerp vonden wij
sterk genoeg om een en
ander hier nog eens naar
voren te brengen. De
door mevr. Ribbius Pe
letier geuite bezwaren
zijn uitermate duidelijk.
Van dwang mag vooral
hier nooit sprake zijn.
Afgezien van het feit,
dat ons volk geen dwang
„lust", zou ten aanzien
van het jonge meisje het
gezinsleven geschaad
kunnen worden en
wèl aanwezige spontani
teit zou een ontijdig ein
de vinden.
Deze zaak is een so
ciaal probleem van de
eerste orde en zou men
zich aan een oplossing
willen wagen, dan kan
en moet deze worden op
gedragen aan louter des
kundige en vooral sociaal
juist voelende mensen.
W. K.
peil gehouden. De Amerikaanse boe
ren vormen op het ogenblik dan ook
waarschijnlijk de voordeligst produ
cerende groep in de Ver. Staten.
Het departement van landbouw
geeft zijn uitleg aan het verschijnsel:
de aardappeloogst in Alabama neigde
een overvoering van de markt te ver
oorzaken. De regering ging daarom
tot aankoop van tweede soort over.
Maar zij wist niet wat met deze aard
appelen te beginnen. De boeren in de
Zuidelijke staten willen deze niet als
veevoer hebben, daar de weiden in
deze tijd van het jaar genoeg voer op
leveren. De aardappelen kunnen in
Alabama door het ontbreken van de
nodige fabrieken niet verwerkt of ge
conserveerd worden. Ztj kunnen even
min naar daartoe geschikte fabrieken
in het Noorden worden overgebracht,
omdat de vrachtprijzen te hoog zijn.
Ook voor de uitvoer zijn ze niet ge
schikt, omdat zij te veel aan bederf
onderhevig zijn-
Het vorig jaar kocht de Amerikaan
se regering meer dan 90 millioen
schepel aardappelen op voor 80 mil
lioen dollar. 22 millioen schepel wer
den verbrand, 30 millioen verkocht
met verlies, aan de alcoholindustrie,
10.5 millioen voor veevoer gebruikt en
3 millioen ging "naar de scholen voor
vrije middagmalen. Hetzelfde probleem
doet zich thans opnieuw voor. De fe
derale regering koopt in Alabama
aardappelen op tegen een prijs van
2.70 per schepel. De aardappelen
gaan op 't ogenblik rechtstreeks naar
de brandstapel. Maar een andere mo
gelijkheid is er niet, hoewel de grote
steden in het dichtbevolkte Oosten
lang niet overvloedig in de aardappe
len zitten. Het is begrijpelijk, dat een
en ander een bron van veel ergernis
is in Amerika.
De Amerikaanse kampioen Jack
Kramer, de grote favoriet voor het
enkelspel kampioenschap te Wim
bledon, is te Londen gearriveerd
met een half dozijn tennis-rackets
plus 65 pond rundvlees van het
haasje. Hij verklaarde dat de run
derlapjes niet allemaal voor eigen
gebruik bestemd waren: de andere
boys zouden hem wel een handje
helpen
De Nederlandse Motorrennersbond
heeft besloten, zijn leden niet aan de
T.T.-races te Assen te laten deelne
men. Voorts wil men trachten ook
buitenlandse renners te bewegen, zich
afzijdig te houden van deze wedstrij
den.
Bovenstaand besluit werd door de
Motorrennersbond genomen, daar de
organisatoren van Assen geen rege
ling wefisteii te treffen in zake ver
goeding voor de renners. De Bond
wijst er op, dat vorig jaar 150 Neder
landse renners belangeloos hun mede
werking verleenden, waardoor de or
ganisatoren een winst van 80.000
konden boeken. De motorrennersbond
protesteert tegen het feit, dat de or
ganisatoren ditmaal talloze Neder
landse renners passeren en bijna uit
sluitend buitenlanders willen engage
ren.
-L.
Copyright R D P
JE KUNT HEM
JUIST HERKEN
NEN DOOR DAT
HORLOGE MAN?
ALS ER. GEEN
UURWERK INZIT
STAAT'T TOCH SIU?
HET ENIGE, WAT JU
TE DOEN HEBT, IS.
ALLE HORLOGES NA
V^TE K'JKEN...
IK HEB EEN TIP GEKREGEN?
ONZE MAN MOET VANAVOND
AANWEZIG Z'JN.
ALLE GASTEN ZIJN NU BUEEN
DUSSUCCES
door Tjeerd Adema
„Meneer..." zei de jongen onthutst
„Neem 't gerust," zei Hans, „en denk
maar, dat ik je wat schuldig ben om
dat ik je heel wat moeilijkheden be
zorgd heb. 't Is niet gemakkelijk om
den baas te voldoen na zo'n onverbe-
terlijken ober als ik geweest ben."
Hij keek op zijn polshorloge en zag,
dat het tijd werd.
„Kom, Irma," zei hij. „we moeten
weer weg."
Zij schudden langdurig de handen
van den baas en van juffrouw Ma
rie, hoorden ontelbare dankbetuigin
gen en zegewensen aan en het kell-
nertje schoof gewichtig de grendel
van de deur.
Baas Govers zorgde voor een glo
rieuze uittocht.
Hij zette opnieuw de Hochzeitmars
op, wierp de deur wijd open en, on
der de klanken van Mendelsohn's
schepping, schreed Hans met zijn
meisje gearmd, over de drempel van
„De Grote Slok", om zich naar de au
to te begeven.
Het publiek maakte ruim baan en
het was of zij zo juist in den echt
waren verbonden en onder de tonen
\an het kerkorgel in het trouwrijtuig
stapten.
Slager Dirksen, van de hoek, hief
een „Lang zullen ze leven!" aan,
waarmee de straatbewoners geestdrif
tig instemden. De vrouwen verdron
gen elkaar voor de ruitjes van de au
to om de blozende Irma te bekijken
en baas Govers overdacht, dat zijn ca-
fétje die avond te klein zou zijn om
alle nieuwsgierigen te kunnen bevat
ten.
Handen werden omhoog gestoken,
er werd gewuifd, nog een laatste
groet naar den baas en juffrouw Ma
rie, die als peet en petemoei op de
drempel stonden, en dan schoot de
grijze wagen het straatje uit om in
het stadsgewoel te verdwijnen.
„Hans." zei Irma zuchtend.
„Ik begrijp het," zei Hans. „nou
nog de ouwe Dirk en dan zijn we er
door."
Toen Hans Dirk ging halen zat die
op zijn bankje.
Van der Kop had hem netjes ge
schoren en naast hem stond een ka
potte ouwe doos, waaruit Dirk trots
een koetsiershoed te voorschijn haal
de.
Het was een model van een kwart
eeuw geleden, van onder smal, met
een bocht naar boven breed uitlopend
en op de zijkant tekende zich duide
lijk de plaats af waar een grote koet
sierskokarde had gezeten.
„Ik heb 'm goed bewaard." zei Dirk,
„en nou zal ie me nog te pas komme."
„Weet je wat we doen?" zei Hans,
toen ze in de auto zaten. „We rijden
iangs een verhuurkantoor en we la
ten je netjes in een jacquet steken."
„Da's 'n idee," zei Dirk, die al eens
hoofdschuddend naar zijn haveloze
plunje had gekeken. „Dan gane we
naar Van der Plank, da's een goed
adres, daar heb de portier van 't Te
huis wellerus een hoge zijje gehuurd."
Voor de winkel van Van der Plank
bleef Irma in de auto, terwijl Hans
den patiënt binnen bracht en den
chef van het verhuurkantoor uitleg
de. dat deze meneer... eh... in een pas
send jacquetcostuuip moest worden
gestoken.
Hij ging naar de auto terug, maar
een half uurtje later stuurde 'una
hem wee-' naar hippen, omdat het
leek of nu"'e TV-v van de
aardbodem verdwenen was.
Hans vond in het magazijn den heer
Van der Plank, die zich met een bon
te zakdoekrhet voorhoofd afdroogde
en voor een grote staande spiegel
een deftig gekleed heer, die voor zijn
eigen beeltenis een buiging stond te
maken. „Excellentie," mompelde Dirk.
„hoe vaart u?"
„Wel heb ik van m'n leven!" riep
Hans, verrast, „zeg, excellentie, schiet
een beetje op, anders - gaan we d'r
zonder u van door."
Ouwe Dirk schrok op en liep zo
trots als een pauw naar de auto om
zich door Irma te laten bewonderen.
Hans gaf zijn kaartje aan het ma
gazijn af, beloofde, dat hij den klant
in zijn jacquet nog dezelfde
week zou terug bezorgen en liep haas
tig naar de wagen omdat het meer
dan tijd werd, Irma's moeder op te
halen.
Eerst toen ze drie straten verder
waren, miste Dirk zijn hoge hoed.
die in het magazijn was gebleven,
maar hij troostte zich met de gedach
te, dat er bij Hans' oom natuurlijk
massa's hoge hoeden waren en dat er
allicht een bij zou zijn, die hem paste
Even later waren zij op de Ach-
terc-acht, waar Trma's moeder reeds
nwt^haar koffers gereed stond.
De begroeting was allerhartelijkst
en mevrouw Hoogvorst stelde haar
kinderen aan een vriendelijke grijze
dame voor, mevrouw Dekema, die
het pension van haar had overgeno
men.
„We moeten vertrekken," zei Hans,
op zijn horloge kijkend en hij maak
te het portier van de wagen open om
zijn aanstaande schoonmoeder te hel
pen instappen.
Mevrouw Hoogvorst schrok even
toen zij ouwen Dirk achter in de au
to zag zitten.
„U dacht," zei Dirk, grinnekend,
„aan mijn deftige verschijning te zien.
dat meneer z'n oom meegekomme
was, maar dat is 't niet, ziet u, want
ik ben Dirk, daar hebbu meschien
wellerus van hore spreke."
„Natuurlijk", zei mevrouw Hoog
vorst. „Ik ben blij u eens te ontmoe
ten. Is er nog plaats achterin?"
„Meer dan zat", zei Dirk „d'r gane
veel makke schape in een hok, moet
u maar rekene, kruip d'r maar in,
dan zette we de koffer tussen ons in,
dan kenne we mekaar meteen niet
bijte."
„O, maar dat was ik ook helemaal
niet van plan," zei mevrouw Hoog
vorst lachend.
(wordt vervolgd)
HILVERSUM I. Nieuwsberichten om 7,
3, 13, 18, 20 en 23 uur. VARA: 7,30 Gra-
mofoonmuziek 8,5o Voor de huisvrouw
VPRO: 10,00 Morgenwijding VARA:
10,20 Onze keuken 11,00 Gramofoon-
muziek 11,45 Familieberichten 12,35
Johan Jong, orgel 13,15 Voor het plat
teland 14,15 Piano, fluit en tenor
16.15 Voor de jeugd 17,17 Operettekoor
17,35 Accordeonorkest Jan Vogel
13,30 Strijdkrachtenprogramma 19,15 Jan
Corduwener VPRO: 19,30 Ons leven
en ons geloof VARA: 20,15 Residentie
orkest 21,15 Hoorspel De Vreemdeling
23,15 Gramofoonmuziek 23,45 Gramo-
foonmuziek.
HILVERSUM II. Nieuwsberichten om 7,
8, 13, 19, 20 en 22 uur NCRV: 7,30 Bach-
koralen 8,15 Orgelconcert 9,oo Zie-
kenhalfuur 10,20 Ravel-programma
10,45 Bondsdag Ned Chr Vrouwenbond
12,00 Hèlndel-programma 13,15 Mando-
linata 14,00 Vervolg Bondsdag 15,15
Kamerorkest 16,45 Voor jongens en
meisjes 18,00 Sangh en Spel 20,05
NCRV: Vocaal kwartet 20,45 Orgelcon
cert 21,15 Omroeporkest 22,15 Cello
concert 23,00 Lichte avondklanken.