r 9 hoogspanning Een bron van ergernis Waar in Alkmaar de historie versteende Van Alles \A/at DE PAMPIIS-PIRAAT Spiegels Een oud straatje mei oude beroepen Mooi glanzend haar Amerika verbrandt aardappeloogsten De vraag naar vrouwelijke arbeidskrachten Om in conditie te blijven Geen Nederlanders bij T.T.-races door J. D. VAN EXTER Feuilleton C maanden Wij luisteren morgen naar I Er zijn ia een oude stad van die typische buurtjes en straatjes, waar men onwillekeurig onder de indruk komt van het historisch verleden. Van Alkmaar begon eens de victo rie en al onze landgenoten weten hoe zij in die dagen hebben gestreden op de plek, waar nu nog de vredesengel 806 dagen in een jaar haar hand om hoog houdt met de schrale voldoe ning, dat er op de achtste October een krans aan wordt gehangen. Z]| heeft trouwens in de bezettingstijd jarenlang op die bloemenhulde moe ten wachten, want de Duitsers hadden geen gevoel en geen begrip voor Alkmaar's strijd te gen de Spaanse overheersing. Die hadden met hun eigen strijd de han den en hoofden vol en zij zijn mis schien nog in de veronderstelling geweest, dat Vrou we Alcmaria hen met haar opgehe ven arm de Hitler groet bracht, maar dan hebben zij zich lelijk in haar men taliteit verkeken, want als er één is die als symbool van onze vrijheid en onafhankelijk heid kan gelden, dan is het de ste nen stadsengel, die telkenjare weer in de bloemetjes ge zet wordt en om ringd door de na tionale driekleur en de stedelijke tweekleur met ondoor grondelijk gelaat het door kinderen gezongen Alkmaarse volkslied aan hoort, waarin onze vrijheidsstrijd tot in alle bloedige finesses wordt bezon gen en waaruit afdoende blijkt, dat onze moedige voorvaderen voor een in alle opzichten dankbaar nageslacht hebben gezorgd. In het Victorie-park was het keerpunt van 't verzet, daar staan zij op gewijde grond en hier is het cen trum van oud-Alkmaar, het kleine, nrjvere stadje, dat grotendeels leefde van de omtrek, van al die boeren uit West-Friesland, die hier ter markt kwamen en van hun vrouwen en doch ters, die mee naar stad reden om er hun huishoudelijke inkopen te doen. Het is geen wonder, dat tussen het Victoriepark en het historische Waag- plein die kleine oude straatjes liggen, waaraan de tijd met zijn moderne be grippen wel geknaagd heeft, maar waarvan het karakter grotendeels be houden is gebleven. Hier vindt men niet alleen de archi tectonisch mooie oude panden, maar ook nég de kleine huisjes der nijvere ambachtslieden, die zich grotendeels hadden ingesteld op de klandizie van hen, die wekelijks het oude stadje kwamen bezoeken. Op de Dijk treft men nog de oude uitspanningen aan, waar de boeren hun paarden stalden. Het zijn grote, oude gebouwen met zware en diepe kel ders, die in alle opzichten nog aan de degelijke bouw van vroeger eeuwen herinneren. Hier vindt men ook de zadelmakers in de Heerenstraat en de Achterdam, de mandenmakers, de bezemmakers en last but not least de kuiperijen. Men bouwt hier geen nieuwe pan den, het is of men het oude wil spa ren, of men de vaak scheefgezakte huisjes respecteert als monumenten uit Alkmaar's groot verleden. De kui pers in de Achterdam voeren hun handwerk ook nu nog uit, zij kloppen en hameren en hun oude panden en stoepen zijn ook nu nog omringd met de producten van hun arbeid, welke nog ten dele voor de werkplaats op straat wordt uitgevoerd. Bij de bezemmaker ziet men nog de grote hakblokken en de bijlen en het is nog niet zo lang geleden, dat de oude Bakker daar diep in zijn negentigste jaar nog dagelijks met zijn boenders aan de arbeid was. En op de daarnaast liggende Kool tuin waarvan men helaas de bo men heeft laten verdwijnen ziet men de achterkanten der huizen in het grachtwater spiegelen. Het zou den ideaal-huisjes voor vissers zrin, omdat men vanuit de woonkamer hot hengelsnoer in het water kan gooien, maar helaas is de Kooltuin een weinig visrijk water en zou de oogst van de dag hoogstens wat stekeltjes en sala mandertjes bedragen. Maar mooi althans pittoresk zijn al die oude huisjes en ook het stenen bruggetje, dat het hele door kijkje op zo schilderachtige wijze af sluit. Hoe interessant is het oude pothuisje op de hoek en hoe antiek zijn al die winkeltjes en bedrijfjes. Een enkel verbouwd pand, met mo derne glas in lood vensters, „vloekt" tegen deze oude omgeving en moge tot waarschuwing dienen aan allen, die bier willen moderniseren om deze hei ligschennis zoveel mogelijk achter wege te laten. Hier worden geen verkeerseisen ge steld, dit hoekje Alkmaar is een rus tig en uniek brokje versteende histo- die en wij hopen, dat het nog lang ongeschonden mag blijven, opdat zij, die Alkmaar om de schoonheid bezoe ken de indruk van een oud, historisch stadje zullen krijgen. Tj. Ad. Aan welke kant van de balie horen wij eigenlijk thuis? Dat is een vraag, die ons soms op zijn onverwachtst kan overvallen, en het is geen pleizierig soort vraag. Het is een benauwende, beklemmende, misschien wel een vernietigende vraag In den regel lopen wij rond met ge zichten, alsof er geen twijfel bestond over het antwoord. Meestal denken we er zelfs in het geheel niet over, zo vanzelfsprekend rekenen wij ons zelf bij de „fatsoenlijke" mensen, dus bij degenen die „de Maatschappij" vormen en bijgevolg het recht hebben namens haar te oordelen en te ver oordelen. Weliswaar is er in deze dingen het een en ander gewijzigd en gegroeid sinds Tolstoï zijn „Opstanding" schreef en daarmee de verzekerdheid der fat soenlijken en speciaal der rechters tot op hun grondvesten deed schudden; het is zelfs een tijdlang mode geweest om de misdadigers en de verloren vrouwen te verheerlijken. Dit laatste kunnen we nu niet anders zien dan als een sentimentele overdrijving, een al te ver doorgevoerde reactie op de schijnheilige en liefdeloze zelfverze kerdheid van vroeger. Maar we hoeven de mensen van wat wij noemen de zelfkant der maat schappij nog geenszins te idealiseren om ons aan hun levens te spiegelen. Goed is goed en kwaad is kwaad dat blijft voor ieder te allen tijde rots vast waar. Dit betekent echter nog niet, dat alle „slechte" mensen wer kelijk en alleen maar slecht zijn, en alle „goeden" werkelijk en alleen maar goed. Wij vinden misschien ons zelf zo kwaad nog niet, maar het zou kunnen zijn, dat die moordenaar of die dievegge, die N.S.B.-er of die licht zinnige vrouw nog dichter bij God staan dan wij, omdat zij zich althans bewust zijn van hun zonde, terwijl wij plegen te zeggen of op zijn minst te denken: Heer, ik dank U dat ik niet ben als dezen! Doch plotseling kan het gebeuren, dat wij zo iemand van „dezen" in het gezicht zien, een van de verachten, of van de allerarmsten, of van de zeer eenzamen, Een brief van een veroor deelde, het masker van een Pierrot (zag U Barrault in de film „Les en- fants du paradis"?, 'n woord van een z.g. asociaal mens en het wordt ons alles tot spiegel. Met vurige letters staat het in die spiegel geschreven; TAT TVAM ASI Dat zijt gij! Die spiegel toont ons: Gij had dit kunnen zijn, als uw omstandigheden maar een schijntje ongunstiger waren geweest, óij zijt dit, ondanks uw zoveel betere omstandigheden! Uw fatsoen is slechts een dun vernisje, uw zogenaamd geluk is niet meer dan schijn, berustend op zelfbedrog. Wie geeft u recht te oor delen? Natuurlijk voeren de practische, de maatschappelijke mensen onmiddel lijk hiertegen aan: Maar als niemand mag oordelen, wat moet er dan van de wereld terecht komen? Moeten we dan alle rechtspraak en alle gevange nissen maar opheffen en het kwaad vrij spel laten? Misschien is dat inderdaad mogelijk misschien zou het bitter weinig verschil maken, wie zal dat zeggen. In elk geval tonen die spiegels ons, dat, aangenomen dat de. maatschappij beslist niet zonder gevangenissen kan, dit iets is wat wij moeten aanvaarden als een is een sieraad voor elke vronw. Verdrijft den grauwen neerslag, geeft Uw haar nieuw leven door regelmatige wassehing met de zeep. en alkalivrije BLOND I DONKER KINDER - SHAMPOON schuld, iets waar wij stuk voor stuk verantwoordelijk voor zijn, dèt het zo zijn moest. De spiegels maken ons voorzichtig, zodat wij beginnen met ons af te vragen: Hoe zou ik hebben gehandeld in zijn toestand, en hoe zou ik er het best uit gered kunnen wor den? Wie ben ik, dat ik deze mens van zijn vrijheid zou beroven?Moet ik hem niet veeleer helpen zijn vrij heid te leren gebruiken beter, ja, beter dan ikzelf dat doe? De spiegels dringen ons ertoe, ons met degenen aan de andere kant van de balie te vereenzelvigen, zodat wij tenslotte éllen aan die overzijde ko men te staan, en aan de rechtertafel niemand overblijft dan Jezus alleen, de volstrekt Enige, Die het recht heeft daar te blijven zitten. Maar Hij stond als eerste op, kwam over en hielp ons aan het Kruis. De oogsttijd in de Ver. Staten na dert en daarmede weer het probleem van de prijzen der landbouwproducten. De eerste crisis is reeds aangebroken op de aardappelmarkt. Terwijl In de staat Alabama de aardappelen in gro te hoeveelheden worden verbrand, moeten de Amerikaanse huisvrouwen in het Oosten van het lage land hoge prijzen betalen voor Canadese aard appelen. Een hevige opwinding is ont staan door de berichten over het ver nietigen op grote schaal van tonnen aardappelen in Alabama en over fo to's van grote aardappelhopen, die voor de verbranding gereed liggen, in een tfld, dat er in andere streken en landen schaarste heerst en hoge prij zen betaald moeten worden. De oorzaak van dit alles is het uit de oorlog stammende program ma der regering om een grote pro ductie van alle soorten levensmid delen te stimuleren, een program ma, dat nog tot einde 1948 van kracht blijft. Door regeringsaan kopen ln geval van grote aanvoer worden de prijzen voor de boeren op JJE positie van de vrouw in de samen leving is reeds talrijke malen een onderwerp van discussie geweest. De medewerking en de belangstelling van de vrouw voor de opbouw van een gezonde ge meenschap zijn onmis baar. Het probleem van de „werkende" vrouw en het „werkende" meisje komt bij de huidige schaarste aan arbeids krachten weer meer en meer op de voorgrond. Met grote belangstelling nebben wij daarom on langs een rede gevolgd, die Mevr. Mr. A. E. Rlb- bius Peletier hield voor de gewestelijke vergade ring van de Vrouwen bond van de Partij v. d. Arbeid. Sprekende over de sterke vraag naar vrouwelijke arbeids krachten en alles wat zich daarom heen be weegt, maakte zij enkele opmerkingen, die wij hier in het kort nog eens willen weergeven. De gehuwde vrouw werd voor de oorlog uit openbare diensten ge weerd. Zij hielden z.g. de mannen het brood uit de mond. Nu zijn de bord jes verhangen. Telkens hoort men de klacht uiten, dat de meisjes zo weinig op de arbeids markt verschijnen. Daar-- bij ziet men over het hoofd, dat er in en door de oorlog veel meer be trekkingen voor meisjes zijn gekomen. Bovendien zijn er veel meer meis- >es, die gaan „door- 1 leren", terwijl ook in ogenschouw moet wor den genomen dat talrijke meisjes weer in het ge zin een taak vinden. Er worden thans enke le plannen opgesteld en als basis voor een wets ontwerp aan minister Drees aangeboden om het meisje te gaan dwingen bepaalde werkzaamheden, v.n.l. als dienstmeisje te gaan ver richten. Het eerste plan in die geest is afkomstig uit het Zuiden en zegt: Laat het meisje eerst ver plicht een jaar lang voor half geld in een huis houding werken, alvo rens haar zal worden toegestaan een andere baan te kiezen. Een ander plan wenst ieder meisje te ver plichten in de maat schappij arbeid te ver richten. Tegen het eerste plan kunnen we opmerken, dat een verplichting om in een huishouding te gaan werken, deze ar beid zeker niet populair zal maken en ook voor de toekomstige taak van het meisje als moeder niet geschikt is. Dit zou slechts het paard achter de wagen spannen zijn. Is een verplichting tot arbeid noodzakelijk, dan is het afkeurenswaardig juist de meest weerloze categorie n.l. het jonge meisje te gaan dwingen en haar bovendien nog te decreteren welk soort werk het zal moeten doen. In dat geval dient men een arbeidsverplich- ting in het leven te roe pen zowel voor vrouwen als voor mannen (b.v. zwarte handelaars). Iets anders zou het zijn als men de jonge vrou wen met het oog op hun medeverantwoordelijk heid aan het welzijn van de maatschappij en hun wachtende plaats als moeder een cursus van ongeveer drie maanden zou laten volgen. Dat kan niet anders dan in het belang zijn van het meisje en de jonge vrouw zelf en dat zullen zij wel inzien ook. Op deze wijze wordt de innerlijke uit groei van het jonge meisje gestimuleerd en kan het zich ontwikkelen tot een eigen persoon lijkheid. Tot zover de opmer kingen van bovenge noemde deskundige spreekster. De actualiteit en de belangrijkheid van dit onderwerp vonden wij sterk genoeg om een en ander hier nog eens naar voren te brengen. De door mevr. Ribbius Pe letier geuite bezwaren zijn uitermate duidelijk. Van dwang mag vooral hier nooit sprake zijn. Afgezien van het feit, dat ons volk geen dwang „lust", zou ten aanzien van het jonge meisje het gezinsleven geschaad kunnen worden en wèl aanwezige spontani teit zou een ontijdig ein de vinden. Deze zaak is een so ciaal probleem van de eerste orde en zou men zich aan een oplossing willen wagen, dan kan en moet deze worden op gedragen aan louter des kundige en vooral sociaal juist voelende mensen. W. K. peil gehouden. De Amerikaanse boe ren vormen op het ogenblik dan ook waarschijnlijk de voordeligst produ cerende groep in de Ver. Staten. Het departement van landbouw geeft zijn uitleg aan het verschijnsel: de aardappeloogst in Alabama neigde een overvoering van de markt te ver oorzaken. De regering ging daarom tot aankoop van tweede soort over. Maar zij wist niet wat met deze aard appelen te beginnen. De boeren in de Zuidelijke staten willen deze niet als veevoer hebben, daar de weiden in deze tijd van het jaar genoeg voer op leveren. De aardappelen kunnen in Alabama door het ontbreken van de nodige fabrieken niet verwerkt of ge conserveerd worden. Ztj kunnen even min naar daartoe geschikte fabrieken in het Noorden worden overgebracht, omdat de vrachtprijzen te hoog zijn. Ook voor de uitvoer zijn ze niet ge schikt, omdat zij te veel aan bederf onderhevig zijn- Het vorig jaar kocht de Amerikaan se regering meer dan 90 millioen schepel aardappelen op voor 80 mil lioen dollar. 22 millioen schepel wer den verbrand, 30 millioen verkocht met verlies, aan de alcoholindustrie, 10.5 millioen voor veevoer gebruikt en 3 millioen ging "naar de scholen voor vrije middagmalen. Hetzelfde probleem doet zich thans opnieuw voor. De fe derale regering koopt in Alabama aardappelen op tegen een prijs van 2.70 per schepel. De aardappelen gaan op 't ogenblik rechtstreeks naar de brandstapel. Maar een andere mo gelijkheid is er niet, hoewel de grote steden in het dichtbevolkte Oosten lang niet overvloedig in de aardappe len zitten. Het is begrijpelijk, dat een en ander een bron van veel ergernis is in Amerika. De Amerikaanse kampioen Jack Kramer, de grote favoriet voor het enkelspel kampioenschap te Wim bledon, is te Londen gearriveerd met een half dozijn tennis-rackets plus 65 pond rundvlees van het haasje. Hij verklaarde dat de run derlapjes niet allemaal voor eigen gebruik bestemd waren: de andere boys zouden hem wel een handje helpen De Nederlandse Motorrennersbond heeft besloten, zijn leden niet aan de T.T.-races te Assen te laten deelne men. Voorts wil men trachten ook buitenlandse renners te bewegen, zich afzijdig te houden van deze wedstrij den. Bovenstaand besluit werd door de Motorrennersbond genomen, daar de organisatoren van Assen geen rege ling wefisteii te treffen in zake ver goeding voor de renners. De Bond wijst er op, dat vorig jaar 150 Neder landse renners belangeloos hun mede werking verleenden, waardoor de or ganisatoren een winst van 80.000 konden boeken. De motorrennersbond protesteert tegen het feit, dat de or ganisatoren ditmaal talloze Neder landse renners passeren en bijna uit sluitend buitenlanders willen engage ren. -L. Copyright R D P JE KUNT HEM JUIST HERKEN NEN DOOR DAT HORLOGE MAN? ALS ER. GEEN UURWERK INZIT STAAT'T TOCH SIU? HET ENIGE, WAT JU TE DOEN HEBT, IS. ALLE HORLOGES NA V^TE K'JKEN... IK HEB EEN TIP GEKREGEN? ONZE MAN MOET VANAVOND AANWEZIG Z'JN. ALLE GASTEN ZIJN NU BUEEN DUSSUCCES door Tjeerd Adema „Meneer..." zei de jongen onthutst „Neem 't gerust," zei Hans, „en denk maar, dat ik je wat schuldig ben om dat ik je heel wat moeilijkheden be zorgd heb. 't Is niet gemakkelijk om den baas te voldoen na zo'n onverbe- terlijken ober als ik geweest ben." Hij keek op zijn polshorloge en zag, dat het tijd werd. „Kom, Irma," zei hij. „we moeten weer weg." Zij schudden langdurig de handen van den baas en van juffrouw Ma rie, hoorden ontelbare dankbetuigin gen en zegewensen aan en het kell- nertje schoof gewichtig de grendel van de deur. Baas Govers zorgde voor een glo rieuze uittocht. Hij zette opnieuw de Hochzeitmars op, wierp de deur wijd open en, on der de klanken van Mendelsohn's schepping, schreed Hans met zijn meisje gearmd, over de drempel van „De Grote Slok", om zich naar de au to te begeven. Het publiek maakte ruim baan en het was of zij zo juist in den echt waren verbonden en onder de tonen \an het kerkorgel in het trouwrijtuig stapten. Slager Dirksen, van de hoek, hief een „Lang zullen ze leven!" aan, waarmee de straatbewoners geestdrif tig instemden. De vrouwen verdron gen elkaar voor de ruitjes van de au to om de blozende Irma te bekijken en baas Govers overdacht, dat zijn ca- fétje die avond te klein zou zijn om alle nieuwsgierigen te kunnen bevat ten. Handen werden omhoog gestoken, er werd gewuifd, nog een laatste groet naar den baas en juffrouw Ma rie, die als peet en petemoei op de drempel stonden, en dan schoot de grijze wagen het straatje uit om in het stadsgewoel te verdwijnen. „Hans." zei Irma zuchtend. „Ik begrijp het," zei Hans. „nou nog de ouwe Dirk en dan zijn we er door." Toen Hans Dirk ging halen zat die op zijn bankje. Van der Kop had hem netjes ge schoren en naast hem stond een ka potte ouwe doos, waaruit Dirk trots een koetsiershoed te voorschijn haal de. Het was een model van een kwart eeuw geleden, van onder smal, met een bocht naar boven breed uitlopend en op de zijkant tekende zich duide lijk de plaats af waar een grote koet sierskokarde had gezeten. „Ik heb 'm goed bewaard." zei Dirk, „en nou zal ie me nog te pas komme." „Weet je wat we doen?" zei Hans, toen ze in de auto zaten. „We rijden iangs een verhuurkantoor en we la ten je netjes in een jacquet steken." „Da's 'n idee," zei Dirk, die al eens hoofdschuddend naar zijn haveloze plunje had gekeken. „Dan gane we naar Van der Plank, da's een goed adres, daar heb de portier van 't Te huis wellerus een hoge zijje gehuurd." Voor de winkel van Van der Plank bleef Irma in de auto, terwijl Hans den patiënt binnen bracht en den chef van het verhuurkantoor uitleg de. dat deze meneer... eh... in een pas send jacquetcostuuip moest worden gestoken. Hij ging naar de auto terug, maar een half uurtje later stuurde 'una hem wee-' naar hippen, omdat het leek of nu"'e TV-v van de aardbodem verdwenen was. Hans vond in het magazijn den heer Van der Plank, die zich met een bon te zakdoekrhet voorhoofd afdroogde en voor een grote staande spiegel een deftig gekleed heer, die voor zijn eigen beeltenis een buiging stond te maken. „Excellentie," mompelde Dirk. „hoe vaart u?" „Wel heb ik van m'n leven!" riep Hans, verrast, „zeg, excellentie, schiet een beetje op, anders - gaan we d'r zonder u van door." Ouwe Dirk schrok op en liep zo trots als een pauw naar de auto om zich door Irma te laten bewonderen. Hans gaf zijn kaartje aan het ma gazijn af, beloofde, dat hij den klant in zijn jacquet nog dezelfde week zou terug bezorgen en liep haas tig naar de wagen omdat het meer dan tijd werd, Irma's moeder op te halen. Eerst toen ze drie straten verder waren, miste Dirk zijn hoge hoed. die in het magazijn was gebleven, maar hij troostte zich met de gedach te, dat er bij Hans' oom natuurlijk massa's hoge hoeden waren en dat er allicht een bij zou zijn, die hem paste Even later waren zij op de Ach- terc-acht, waar Trma's moeder reeds nwt^haar koffers gereed stond. De begroeting was allerhartelijkst en mevrouw Hoogvorst stelde haar kinderen aan een vriendelijke grijze dame voor, mevrouw Dekema, die het pension van haar had overgeno men. „We moeten vertrekken," zei Hans, op zijn horloge kijkend en hij maak te het portier van de wagen open om zijn aanstaande schoonmoeder te hel pen instappen. Mevrouw Hoogvorst schrok even toen zij ouwen Dirk achter in de au to zag zitten. „U dacht," zei Dirk, grinnekend, „aan mijn deftige verschijning te zien. dat meneer z'n oom meegekomme was, maar dat is 't niet, ziet u, want ik ben Dirk, daar hebbu meschien wellerus van hore spreke." „Natuurlijk", zei mevrouw Hoog vorst. „Ik ben blij u eens te ontmoe ten. Is er nog plaats achterin?" „Meer dan zat", zei Dirk „d'r gane veel makke schape in een hok, moet u maar rekene, kruip d'r maar in, dan zette we de koffer tussen ons in, dan kenne we mekaar meteen niet bijte." „O, maar dat was ik ook helemaal niet van plan," zei mevrouw Hoog vorst lachend. (wordt vervolgd) HILVERSUM I. Nieuwsberichten om 7, 3, 13, 18, 20 en 23 uur. VARA: 7,30 Gra- mofoonmuziek 8,5o Voor de huisvrouw VPRO: 10,00 Morgenwijding VARA: 10,20 Onze keuken 11,00 Gramofoon- muziek 11,45 Familieberichten 12,35 Johan Jong, orgel 13,15 Voor het plat teland 14,15 Piano, fluit en tenor 16.15 Voor de jeugd 17,17 Operettekoor 17,35 Accordeonorkest Jan Vogel 13,30 Strijdkrachtenprogramma 19,15 Jan Corduwener VPRO: 19,30 Ons leven en ons geloof VARA: 20,15 Residentie orkest 21,15 Hoorspel De Vreemdeling 23,15 Gramofoonmuziek 23,45 Gramo- foonmuziek. HILVERSUM II. Nieuwsberichten om 7, 8, 13, 19, 20 en 22 uur NCRV: 7,30 Bach- koralen 8,15 Orgelconcert 9,oo Zie- kenhalfuur 10,20 Ravel-programma 10,45 Bondsdag Ned Chr Vrouwenbond 12,00 Hèlndel-programma 13,15 Mando- linata 14,00 Vervolg Bondsdag 15,15 Kamerorkest 16,45 Voor jongens en meisjes 18,00 Sangh en Spel 20,05 NCRV: Vocaal kwartet 20,45 Orgelcon cert 21,15 Omroeporkest 22,15 Cello concert 23,00 Lichte avondklanken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1947 | | pagina 3