MONICA Art. 461 W. V. S. Onwillige minnaar in een varkenshok Spoo Een volksgericht ie Balkbrug Vis met een luchtje DE PAMPUS-PIRAAT door J. D. VAN EXTER Nachtmerrie van elke vacantieganger: r en bus Wij luisteren naar FEUILLETON Verloofd Cor Wals wederom voor yAN NABIJ EN VERRE EU stevige knapen uit Balkbrug, Dedemsvaart en Zuidwolde werden netjes in gelid gezet door de Zwol se politierechter, die met eén volle dig begrip vOor de grote waarde en betekenis van oude zeden en ge bruiken in plattelands gemeen schappen een volksgericht te be oordelen kreeg. Veertien stoere jonge kerels, aldus 't Dagblad v. h. Oosten, waren gedag vaard, drie hadden verstek laten gaan. Dat was niét uit vrees voor de rechter lijke macht gebeurd, want dc een na de ander was er fier op gegaan te kun nen verklaren, dat zij aan het volks gericht hadden deelgenomen en waar om zij dat gedaan hadden. En zodra de kans daartoe werd geboden zouden zij dit herhalen, opdat hun gemeenschap gevrijwaard zou blijven van zeden bedervende verhoudingen. A. E. S. had Verkering met een méis je gehad. Tóen later de gevolgen niet uitbleven, had Albert er voor gepast te huwen. Opa 't meisje niet aan de publieke schande ten pröoi zou vallen, besloot de gemeenschap (in dit geval de jóngens) hem daartoe te dwingen. De jongelui van Dedemsvaart, Zuid wolde en Balkbrug zouden hem op halen en hem in optocht naar de wo ning van het meisje vóeren, waar hij gedwongen zou worden tot een trouw belofte. Zover is het niet gekomen, want vóór het volksgericht was voltrokken, had de politie ingegrepen. Op 20 Februari was een grote troep jonge kerels van 1823 jaar naar de woning van Albert g gaan. Nadat het huis was omsingeld, werd aan de vader gevraagd waar Albert was. Hij is niet thuis had de vader geantwoord. De jongens wisten beter. De vader wilde twee hunner in zijn Woning ontvangen, maar meerderen drongen naar binnen. Enkelen hunner waren langs de achter zijde naar boven gegaan waar zij de minnaar aantroffen. Hij was niet bereid zich aan het volksgericht te onderwer pen, Maar tóen hij iemand hoorde zeg gen; Gooi hem naar benedenl, was hij tenslotte meegegaan. De onwillige minnaar werd in een varkenshok gezet, waarin hij op de knieën moest zitten. Het hok werd op een wagen gehesen en de openbare schandetocht kon beginnen. De jongens liepen voor de wagen uit of hadden op de wagen plaats genomen. Een eind op weg begrepen zij, dat Albert uit z'n ongemakkelijke houding verlost moest worden en toen mocht hij boven op het varkenshok plaats nemen. Halverwege de tocht kwam de wacht meester B. Werner tussenbeide. Zonder veel moeite verloste hij Albert, die naar huis kon terugkeren. Enige tijd later ontmoette de wachtmeester op nieuw de luidruchtige troep. Uit vrees, dat de jongens andermaal Albert zou den opzoeken, sommeerde hij hen uit een te gaan. Toen dit niet vlug genoeg gebeurde, had hij z'n gummistok ge bruikt, tegen welk optreden bij de bur gemeester een klacht werd ingediend. Alle volksriGhters bekenden ruiterlijk de minnaar van z'n vrijheid beroofd te hebben. De rechter aan 't woord. De politierechter zeide dit gebruik dat Balkbrug nooit gekend had, wel Staphorst en Rouveen volkomen te kunnen begrijpen, wanneer inderdaad vast staat, dat een dorpsgenoot schuldig is en zich aan de verplichtingen van de ongeschreven zedenwet wil onttrekken. Maar wanneer er twijfel bestaat, zoals ir. dit geval tenminste volgens de verklaringen van Albert blijft dan het volksgericht uit? Zonder aarzeling antwoorden de jon gens bevestigend. In dit geval bestond evenwel geen twijfel, omdat iedereen in het dorp ervan overtuigd was, dat geen ander dan Albert ervoor aanspra kelijk gestéld moest worden. Kijk eens hier, antwoordde de rech ter, ik misprijs dit gebruik niet, maar als ér geen zekerheid bestaat, dan zijn jullie niet tot onderzoek bevoegd. Dat is de taak Van de justitie. De officier van Justitie, fflr. Brantjes, eiste in zijn requisitoir tenslotte tegen elk der heren èen tientje böétê. Het vonnis luidde conform. Dat ook vissen het warm kunnen hebben is bekend, maar dat Zij meer nog dan de „landrotten" aan deze uitzonderlijke warme zomer te gronde gaan, zal meer verwondering wekken. De laatste dagen spoelen in grote getale tegen de dijk van Volendam dode bliekvisjes, spierinkjes en an dere kleine vissen uit het ÏJselmeer aan en verspreiden een zelfs voor de burgerij van dit vissersdorpje bijzon der hinderlijke lucht. De oorzaak van deze sterfte moet gezocht Worden in dê stijging van de zeèwater-têmpêratüur door het aanhoudende warme weer. Dê palingvissers tonen zich weinig opgetogen over het fraaie weer. Dê palingvangst neemt sterk af. Dê vis sers wijten dit aan het vele aas. dat dé palingen nu overal in het water maar voor het uitkiezen hebben, zo dat hun eigen uitgeworpen aasjes niet meer in tel zijn. Copyright R.DJP. JA, DAAP HEB JE GELUK IN... MAAR WACHT EENS DE KAMER. VAN DEN DliJECTEUI?. WIET Theo Middelkamp heeft bij de wie lerwedstrijden om het wereldkam pioenschap de Nederlandse eer hoog weten te houden door het be halen van het kampioenschap op de weg. Middelkamp passeert de eindstreep. HILVERSUM I, 301 m. geelt Nieuws Om 8. 1. 7, 8 en 10,30 uur NCRV: 7 20 rraeludlum. - 9,15 Voor het werk eerst een lied 9,00 Voor jonge zieken. 9,30 uit de schatkamer der muziek, 10,30 Morgendienst - 11,00 Frans program ma. 11,45 vrolijke koorklanken - 1215 Orgelconcert - 1,35 Gemengd dubbel kwartet 2,00 Harmonie orkesten, 2 30 Bondsdag uitzending 4,15 zingende jeugd. 5,35 Violisten 5,45 Sans Sour: 7,30 Actueel geluid - 8,05 Programme proloog. 8,15 Liederen-programma 9,25 Wailana Hawaiïans, 9,50 Strijk-or kest, 10,45 Avondoverdenking 1100 Kentucky minstrels. 11,25 Avond-meln. dieën HILVERSUM II 415 m. geeft Nieuws o,n 8, 1, 6, 8 en 11 uur - VARA: 7,30 Muziek bij het ontbijt - 8,18 Lichte mo, genklanken 9,35 Gramofoonplaten VPRO: 10,00 Morgenwijding 10,20 Vool de vrouw - to.35 piano 11,00 Non Stop-programma - 12,35 VaudeviUe-orkest 1,20 Deense dansmuziek 1,45 n Kwartier met Louis Davids 3,00 Vo->, de Jeugd. 3.45 Bezoek bij zieken - 5,15 Accordeon-orkest - RVU1 6,30 D- kunstenaar en de mens - VARA 7.00 Joh. Jong, orgel VPRO 7,30 ons leVWi en ons geloof 8.15 Residentie orkes 9,15 Hoorspei - 10 00 Pianr-duo 1015 Orkest Malando 11,15 Op vleuge 'en van muziek 11,26 Rustige avond klanken. In antwoord op klachten uit vervoer derskringen deelt de Minister van Ver keer in zijn memorie van antwoord mede, dat bij de gevolgde vervoers- politiek nimmer enige opzettelijke be voordeling van de Ned. Spoorwegen heeft plaats gevonden en ook thans niet plaats vindt. Wel is het een noodzake lijk onderdeel van het te volgen ver voersbeleid er tegen te waken, dat het behoud van de in het grote vervoers- geheel spoorwegexploitatie wordt be dreigd door ontoelaatbare vervoers- aftapplng door autobusdiensten. Bij de te volgen vervoerspolitiek zal zeer ze ker het oog gericht blijven op regeling der onderlinge verhoudingen, bevorde ring van samenwerking en het stellen van die voorwaarden, welke door het algemeen belang worden geëist. De mi nister acht het uiteraard gewenst, dat ten spoedigste weer op de „Wet auto vervoer personen" gegronde en overeen komstig die wet verleende vergunnin gen bestaan. Met de mening, dat de herziening der vergunningen niet zal mogen leiden tot fustratie van 't over eenkomstig de strekking van de „Wet autovervoer personen" gevolgde beleid van coördinatie en concentratie van autobusondernemingen in grote gewes telijke eenheden, kan de minister zich geheel verenigen. Met hekken en hagen, met prik keldraadversperringen, die sterk genoeg ztyn om een tank tegen te houden, met muren die van inge metselde glasscherven zjjn voor- Zien, met bodemloze sloten, met voetangels en klemmenzo sluit men in ons goede land de mooiste plekjes der „vrije" natuur af. En dan niet te vergeten de bordjes met „Verboden Toegang", die men b(jna bij elk mooi plekje ziet en zo men ze niet ziet, zal de een of andere veldwachter u wel vertellen, dat het bordje er toch heus was. Zou het nu eindelijk niet eens tjjd worden, dat die mooie plekjes van ons mooie land toegankelijk worden gesteld voor ledereen, die zich goed gedraagt? Eén van onze medewerkers schreef een aanklacht in de vorm van een droom. Mijnheer zuchtte melancholiek en keek uit het raam van zijn huis in een straat, zoals de grote stad er vele telt, lang, vervelend, met aan beide kanten huizen, huizen....... Hij zuchtte nog maals. „Vrouw," sprak hij daarop nadruk kelijk, „Ik moet 'r es uit. Dat houd ik niet langer vol. Een heel jaar zit je op jé werk tussen vier muren, een heel jaar leef je in de grote stad tus sen de huizen, ong benauwd, altijd 't zelfde. Je gaat jezelf bijna als een baksteen voelen! Zodra 't een dag mooi weer is, gaan we er tussen uit, de vrije natuur in. Heerlijk ongebonden gaan en staan waar je wilt, zie je een mooi plekje, dan stap je er naar toe. Ach, er gaat niets boven onze onvolprezen vrije natuur." Publiek geen toegang. Mevrouw fronste het voorhoofd en trok een gezicht. „Je overdrijft, man. Herinner je es verleden jaar, dat prachtige bos. „Verboden toegang" Stond er. En dan dat landelijke wegje: „Eigen weg. Streng verboden". En toen we bij de duinen kwamen: prik keldraad en overal bordjes: „Publiek geen toegang". Noem je dat vrij?" „Nou, nou, je wilt toch niet zeggen, dat er nergens mooie en vrije plekjes z'jn in Nederland?" „Mooie, zeker, maar je valt bij wij ze van spreken over de verbods bordjes......" „In ieder geval gaan we morgen naar bulten. Ha, ik verheug me al op zo'n vrije dag in de natuur." „Zeg vooral vrijmevrouw had hét laatste wóórd. Enthousiast maakte mijnheer des avonis de nodige voorbereidingen. Toch gonsde het door zijn hoofd: „Zeg vooral vrij". „Je valt over de vèrbodsbordjes" en toen hij zich 's avonds ter ruste legde, dreunde 't immer door: „Geen toegang". „Ver boden". „Artikel 461 W. v. S." Zo viel hij in een onrustige slaap De tocht scheen mooi te beginnen. Daar fietsten zij reeds over de heide. Met volle teugen ademde hij de ge zonde buitenlucht in. „Daar vrienden, dat mooie bos, daar gaan we in." Toen hij echter aan de rand van 't bos stond zag hij een bordje; Streng verboden. Snel gingen zij verder. „Ach, wat hindert 't, hier is 't nog veel mooier," lachte mijnheer al weer. Hij sprong van z{jn fiets en wenkte de anderen. Doch zijn vrouw tikte hem op de schouders en wees: Pu bliek geen toegang. Natuurminnaars Verder ging het, totdat zij aan een lieflijk watertje kwamen. Mijnhëera gezicht klaarde op. „Als jullie een ogenblik rusten, leg ik éven een hen geltje in. Je weet, ik ben dol op vis sen." Nog had hij de woorden niet uit gesproken of hij viel bijna over éen bordje: Verboden viswater. Eerder nog dan de anderen zat mijnheer op de fiets, doch even later moest het gezelschap terugkeren, want de zonbeschenen velden, die hen lókten, bleken afgezet te zijn met prikkeldraadHet Werd steeds ér ger: Verboden. Geen toegang. Streng verboden. En daartussen stonden en zaten zij, de natuurminnaars, wan hopig, verslagen, Nederlands vrije na tuurBordjes, bordjes, bordjes. Ineens stonden zij dan weer op de heide en iemand sprak: Zie daar de dennebomen. Daarvan hebt ge den- neappels getrokken. Takken hebt ge afgerukt, jonge naalduitlopers hebt ge geknakt. Geen respect hebt ge voor de natuur en dat maak te haar zo onvrij. Dat is oorzaak van al die bordjes. Mijnheer stak een sigaret aan, deed zenuwachtig een paar halen en wilde haar wegwerpen. Halt, riep de stem. Voorzichtig. Geen brandende sigaren of sigaretten in de hei. De gevolgen zijn niet te overzien. Ook dat kan in 't vervolg veroorzaken: Publiek geen toegang. De stem— v/as het de stem van het geweten en was mijnheer op dat moment het symbool van vele natuurbezóekende Nederlanders de Stem werd krachtiger en vervólgde: Kijk es, daar zaten enkele uren geleden natuurgeniê- ters, oei. De volgenden morgen ge nieten van flessen, dozen, bussen, papieren. Ook hier in het vervolg: Verboden toegang. Rusteloos draaide mijnheer zich heen en weer. Links, rechts, vóór, achter, overal grijnsden bordjes hem aan. Verboden. Verboden. Verboden toegang. Maar waarom lezers, deze trieste nachtmerrie voort te zetten? Gij weet, 't is maar 'n droom. En bovendien: mijnheer en mevrouw zijn de vólgende dag niet de „vrije" natuur ingegaan, want het regende Om de droom zouden zij vanzelf sprekend niet thuisgebleven zijn. Dro men zijn immers bedrog, ofis er ook op deze regel een uitzondering? N. P. C. -7 Tijdens de Nederlandse athletiekkampioenschappen te Amsterdam werd de 80 meter horden dames gewonnen door mevr. Fanny Blankere—Koen, die gedurende deze wedstrijden beslag wist te leggen Op 6 titels. IS NAAR HET ENGELS VAN BERTA RUCK L)OORi J. JORISSEN '44 Het doet er niets toe, of hij geên enkel haar meer op zijn hoofd heeft en een vals gebit, zo denkt hij zelf er tenminste over. Gelukkig, dat hij niet hoort, wat de uitverkorene over hem zegt! Majoor Montrésor, die niets ver moedde, sloeg mij dan Ook met wel gevallen gade, en verzekerde minstens driemaal, dat het een grote verrassing was, op zijn woord. Hij scheen bijna zijn gastheer ver geten te zijn, die ons van terzijde wei wat ontsteld gade sloeg, zover ik zien kon. op het horen van de familiare toon van zijn kennis, die zijn officiële verloofde beter kende dan hij zelf ooit doen zou. „Monica! Lieve tijd, wat hebben we Dat wat had zich tussen de glazen deuren die aanstonden, doorgewerkt Het was de kleine witte hond, die een vuil been in zijn bek had, dat hij op gegraven had en nu op de gelakte schoen van de Majoor deponeerde „Cariad"! brulde de BaaB, woeden -Ier dan !k hem ooit gehoord had. be Halve toen hij mij onder handen had die morgen „wat beduidt dat! Hier zeg ik je" Hij pakte het diertje bij de hals band, schopte het been naar buiten en bracht Caliad daarop weg, terwijl hij nog even zijn excuses tegen de Ma joor maakte. „Een geschikte man, die Waters; knap zakenman; ik ben blij, dat ik hem heb leren kennen; een aardige ven ook", vervolgde de kleine Majoor en liet zijn stem wat dalen. „Maar, mijn lieve kind" hij ge bruikte inderdaad ook altijd 't woord je „kind" als excuus, als hij mij opd schouder klopte, of mijn kanten kraag glad streek, of met mijn zilveren ket tinkje speelde, „mijn lieve kind, hoe kom je zo hier?" „Ik logeer bij mevrouw Waters" zei ik stemmig. „Zo, zo! Je kende hem dus? Je if- me vader toch niet, is 't wel? Ben jê misschien op school geweest met de meisjes?" „Neen. Ik heb meneer Waters in za ken ontmoet", zei ik nog bedeesder. „In zaken? Wei heb ik ooit! Ik ben blij, dat je zo'n goede raadgever ge vonden hebt en dat je hem daarenbo ven nodig had, Monica, want ik had gehoord, dat je arme vader je niet al te veel had nagelaten. Wonderlijk, dat zulke onjuiste verhalen de ronde kun nen doen!" met een blik op mijn nieuwe middagjapon. „Je bent het toonbeeld van voorspoed en gezord heid en je bent zo knap geworden, als ik dat zo maar zeggen mag in mijn functie van dè oude vriend" Men moet mensen, die zich „oud" noemen wel iets toelaten. Ik wilde juist mijn hand wegtrekken, die hi) nog weer eens lang en teder in de zijne gedrukt had. toen zijn gastheer terug kwam.. Hij kwam door de gla zen deuren naar binnen en daardoor viel een zonnestraal op de oracb''ge diamanten van de ring. dia voor mij 'uj Gemrrar gekocht wa< Dadelijk a-een Majoor Montrésot mijn andere hand. „Zog! Wat is dat? Je bent toch niet?" „Ja", zei ik bedaard. „Kleine Monica geëngageerd?" „Ja". „Kom, je meent het toch niet is 't wel?" „Ik vrees van ja, Majoor Montré sor" „Wel, heb ik ooit! En dat ik het niet wist! Ik ben verslagen!" Hij zuchtte onstuimig. „Gelukkige jongeling!" ging hij aan één stuk door. „Hij was vroeger ook altijd in je buurt te vinden, herinner ik mij. Ja, zo iets van een artist met een baard. Hoe heette hij ook weer? O, ik weet het al. Vandeleur, natuurlijk, Sydney Vandeleur". Prettig voor mij, niet waar, om deze stem uit 't verleden, nog tactlozer dan Cicely, de naam te horen noemen van de vriend, die ik verloren had? Ik zag aan de blik, die over het ge laat van de Baas gleed, dat hij de naam Vandeleur dadelijk in verband bracht met de mensen in „Carlton" aan wie ik het eerst mijn aanstaande had voorgesteld. Wat moest hij wel denken? Daar kwam het echter niet het meest op aan. De zaak was, dat hij ten spoedigste aan de Oude babbel kous moest uitleggen, hoe de zaken stonden ik bedoel officieel stonden. Tot mijn ontzetting zei hij niets. Er volgde een benauwende stilte. Ik wierp een snelle blik op de Baas Hij scheen niet te weten, wat hij zeg gen moest hij leek net een school- iongen, zo stond hij te draaien: hij die zonder aarzelen zijn engagement had verkondigd aan de lui op kan- foor. liet het hier schijnbaar aan mij "ver. Nu. vooruit dan maar! Haastig begon ik: „Maar, Majoor Montrésor toen de deur van het salon openging, en mevrouw Waters in grijs satijn en met 'n zwarte hoed op, binnen kwam! Ca riad, die weer uit zijn gevangenis ver lost was kwam kwispelstaartend ach ter haar aan. Er werden groeten gewisseld wat er gesproken werd, hoorde ik nauwelijks, totdat mevrouw Waters uitriep; „O, u kende het meisje van mijn zoon dus?" „Zijn meisje?" herhaalde Majoor Montrésor. Hij liet zijn monocle weer vallen en staarde haar met open mond aan Ik heb nog nooit een man gezien, die zo geheel en zo kluchtig van zijn stuk gebracht was. Hij draaide zich plotse ling om, om van mij naar de Baas te staren én daarop weer naar zijn gast vrouw. „Van uw zoon? Is hij het, die met juffrouw Trant geëngageerd is?" Eindelijk vond de Baas zijn stem te rug. „Ja, ik heb die eer", zei hij, schraap te zijn keel eens en trad een paai stappen naar voren. Hij keek op de kleine Majoor neer, zoals een grote, geelharige Deen naar Cariad gekeken zou hebben maar neen. Geen grote bond zou zo onnozel gekeken hebben een ander woord is er niet voor als een man, die niet weet, wat hij verder zeggen moet. En hij, die nog wel. naar het scheen, zo in het bij zonder gewenst had. bij deze gelegen heid geen idioot te lijken. Nu. hij zou toch moeten toegeven, dat ik er geen schuld aan had. dat hil daar zo stond „Wel wel! Wie had dat gedacht' Ik zal het. met een glimlach moeten dra den. Waters en je aehik-wensen denk ratelde Matoor Montrésor in één a<trm door „Ik feliciteer je Inder daad". (Wordt vervolgd) Nieuwe verklaring van Jan Pijnenburg Cor Wals uit Tilburg, eens door duizenden op de wielerbaan toege juicht, stond giBteren wegens dienst neming bfl de Waffen SS terecht voor de Bijzondere Raad van Cassatie. Het Bijzonder Gerechtshof te 's Hertogen bosch had hem indertijd voor dit feit veroordeeld tot 15 jaar gevangenis straf. Na zijn ontslag btj de SS, waar mee hij in Rusland had gestreden, was hij in Polen opgetreden als voorman bij de aldaar werkzame frontarbel- ders. Hoewel er in het dossier ver schillende bezwarende feiten vermeld stonden, ontkende Wals, tegenover de arbeiders onmenselijk te zijn opgetre den. Voorts beweerde hij uit anti- communisme tot de SS. te zijn toege treden. Een der raadsheren merkte naar aanleiding hiervan op: „U was niet alleen anti-communist, U was ook pro- Duits, anders had U zich niet op de wielerbaan vertoond met het SS-teken op uw trui." Mr. Nijst uit Eindhoven, die als ver dediger optrad, achtte de opgelegde straf van 15 jaar bijzonder hoog. WalB is bij dê SS gekomen, zo betoogde hij, uit idealistische motieven, hetgeen wel blijkt uit de brieven, die hij indertijd aan zijn vrouw schreef. Eind 1943 was hij volkomen ontgoocheld door hetgeen hij aan het front gezien had. Op dit tijdstip was het reeds zeer moeilijk uit de S.S. te komen. Dit is hem toen toch gelukt. De raadsman ging vervolgens uitvoerig in op het optreden van zijn cliënt in deze func tie. Daarbij richtte hij zich tegen de lichtvaardigheid, waarmee dikwijls Verklaringen werden afgelegd. De vroegere koppelgenoot van Wals, Jan Pijnenburg, had volgens de politie Verklaringen Van zeer ongunstige aard over de requirant afgelegd. Uit een schrijven, dat de raadsman van Pij nenburg had ontvangen, bleek, dat deze van Wals als mens een zeer góe de indruk heeft, in tegenstelling tot de verklaring, die hij vroeger zou heb ben afgelegd en waarin gezegd wérd, dat Wals een gemeen karakter had en onder zijn vroegere collega's als onbe trouwbaar bekend stond. Het rijden van Wals In de SS-trui was volgens de raadsman het gevolg van een in Zürich gesloten wedden schap. Spr. drong aan op eên lagere straf. Prof. Langemeijer was van oordeel, dat in de strafmaat van Wals diens maatschappelijke verantwoordelijkheid te hóóg was aangeslagen. Toch kon hij niet tot een belangrijke verlaging komen, al wilde hij met de bovengenoemde omstandigheden reke ning houden. Spr. concludeerde tot 14 jaar met aftrek. Uitspraak 8 September. Op 17 Augustus begint het vertrek van de Britse troepen uit Voor-Inlië. De C.G.T. heeft met de Franse werkgevers een overeenkomst gete kend, waarbij de lonen met 11 pet. worden verhoogd. Het minimum-uur loon is nu 42 y2 francs. De rege ring van Saksen-Anhalt heeft bekend gemaakt, dat de zwarthandelaren, die voor de tweede maal gearresteerd wor den, tewerkgesteld zullen worden in de kolenmijnen. Het contingent van duizend Amerikaanse padvinders, dat zal deelnemen aan de wereldjam boree, zal in groepen van 200 ons land aandoen. Te Belgrado is een Nederlandse delegatie aangekomen voor onderhandelingen over een han delsovereenkomst met Joego-Slavië. -De prijs van bessensap is ver laagd, voor drie achtste liter flessen van f 0.85 tot f 0.64 en voor driekwart liter flessen van f 1,65 tot f 1,23. Een hóeveelheid van 15.000 kg peren, door Belgische handelaren voor de En gelse markt bestemd, heeft een treurig einde gevonden op de groente-mest vaalt te 'Venlo, omdat ze, wegens overrijpheid, voor export moesten worden afgekeurd. Reeds enige weken heeft de gemeente Loon op Zand te kampen met een nijpend te kort aan water, daar de Waterleiding Maatschappij te Breda niet voor vol doend. toevoer kan zorgen. In het hotel Sachers te Wenen, dat uitsluitend door Britse officieren wordt bewoond, zijn gisteren twee bommen ontploft. Er werd brand veroorzaakt en enige scha de aangericht. Er werd niemand ge dood of gewond.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1947 | | pagina 3