MONICA
Art. 461 W. V. S.
Onwillige minnaar in een
varkenshok
Spoo
Een volksgericht ie Balkbrug
Vis met een luchtje
DE PAMPUS-PIRAAT door J. D. VAN EXTER
Nachtmerrie van elke vacantieganger:
r en
bus
Wij luisteren naar
FEUILLETON
Verloofd
Cor Wals wederom voor
yAN NABIJ
EN VERRE
EU stevige knapen uit Balkbrug,
Dedemsvaart en Zuidwolde werden
netjes in gelid gezet door de Zwol
se politierechter, die met eén volle
dig begrip vOor de grote waarde en
betekenis van oude zeden en ge
bruiken in plattelands gemeen
schappen een volksgericht te be
oordelen kreeg.
Veertien stoere jonge kerels, aldus 't
Dagblad v. h. Oosten, waren gedag
vaard, drie hadden verstek laten gaan.
Dat was niét uit vrees voor de rechter
lijke macht gebeurd, want dc een na
de ander was er fier op gegaan te kun
nen verklaren, dat zij aan het volks
gericht hadden deelgenomen en waar
om zij dat gedaan hadden. En zodra de
kans daartoe werd geboden zouden zij
dit herhalen, opdat hun gemeenschap
gevrijwaard zou blijven van zeden
bedervende verhoudingen.
A. E. S. had Verkering met een méis
je gehad. Tóen later de gevolgen niet
uitbleven, had Albert er voor gepast
te huwen. Opa 't meisje niet aan de
publieke schande ten pröoi zou vallen,
besloot de gemeenschap (in dit geval
de jóngens) hem daartoe te dwingen.
De jongelui van Dedemsvaart, Zuid
wolde en Balkbrug zouden hem op
halen en hem in optocht naar de wo
ning van het meisje vóeren, waar hij
gedwongen zou worden tot een trouw
belofte.
Zover is het niet gekomen, want vóór
het volksgericht was voltrokken, had
de politie ingegrepen.
Op 20 Februari was een grote troep
jonge kerels van 1823 jaar naar de
woning van Albert g gaan. Nadat het
huis was omsingeld, werd aan de vader
gevraagd waar Albert was. Hij is niet
thuis had de vader geantwoord. De
jongens wisten beter. De vader wilde
twee hunner in zijn Woning ontvangen,
maar meerderen drongen naar binnen.
Enkelen hunner waren langs de achter
zijde naar boven gegaan waar zij de
minnaar aantroffen. Hij was niet bereid
zich aan het volksgericht te onderwer
pen, Maar tóen hij iemand hoorde zeg
gen; Gooi hem naar benedenl, was hij
tenslotte meegegaan.
De onwillige minnaar werd in een
varkenshok gezet, waarin hij op de
knieën moest zitten. Het hok werd op
een wagen gehesen en de openbare
schandetocht kon beginnen. De jongens
liepen voor de wagen uit of hadden op
de wagen plaats genomen. Een eind op
weg begrepen zij, dat Albert uit z'n
ongemakkelijke houding verlost moest
worden en toen mocht hij boven op het
varkenshok plaats nemen.
Halverwege de tocht kwam de wacht
meester B. Werner tussenbeide. Zonder
veel moeite verloste hij Albert, die
naar huis kon terugkeren. Enige tijd
later ontmoette de wachtmeester op
nieuw de luidruchtige troep. Uit vrees,
dat de jongens andermaal Albert zou
den opzoeken, sommeerde hij hen uit
een te gaan. Toen dit niet vlug genoeg
gebeurde, had hij z'n gummistok ge
bruikt, tegen welk optreden bij de bur
gemeester een klacht werd ingediend.
Alle volksriGhters bekenden ruiterlijk
de minnaar van z'n vrijheid beroofd te
hebben.
De rechter aan 't woord.
De politierechter zeide dit gebruik
dat Balkbrug nooit gekend had, wel
Staphorst en Rouveen volkomen te
kunnen begrijpen, wanneer inderdaad
vast staat, dat een dorpsgenoot schuldig
is en zich aan de verplichtingen van de
ongeschreven zedenwet wil onttrekken.
Maar wanneer er twijfel bestaat, zoals
ir. dit geval tenminste volgens de
verklaringen van Albert blijft dan
het volksgericht uit?
Zonder aarzeling antwoorden de jon
gens bevestigend. In dit geval bestond
evenwel geen twijfel, omdat iedereen
in het dorp ervan overtuigd was, dat
geen ander dan Albert ervoor aanspra
kelijk gestéld moest worden.
Kijk eens hier, antwoordde de rech
ter, ik misprijs dit gebruik niet, maar
als ér geen zekerheid bestaat, dan zijn
jullie niet tot onderzoek bevoegd. Dat
is de taak Van de justitie.
De officier van Justitie, fflr. Brantjes,
eiste in zijn requisitoir tenslotte tegen
elk der heren èen tientje böétê. Het
vonnis luidde conform.
Dat ook vissen het warm kunnen
hebben is bekend, maar dat Zij
meer nog dan de „landrotten" aan
deze uitzonderlijke warme zomer te
gronde gaan, zal meer verwondering
wekken.
De laatste dagen spoelen in grote
getale tegen de dijk van Volendam
dode bliekvisjes, spierinkjes en an
dere kleine vissen uit het ÏJselmeer
aan en verspreiden een zelfs voor de
burgerij van dit vissersdorpje bijzon
der hinderlijke lucht. De oorzaak van
deze sterfte moet gezocht Worden in dê
stijging van de zeèwater-têmpêratüur
door het aanhoudende warme weer.
Dê palingvissers tonen zich weinig
opgetogen over het fraaie weer. Dê
palingvangst neemt sterk af. Dê vis
sers wijten dit aan het vele aas. dat
dé palingen nu overal in het water
maar voor het uitkiezen hebben, zo
dat hun eigen uitgeworpen aasjes niet
meer in tel zijn.
Copyright R.DJP.
JA, DAAP HEB JE
GELUK IN... MAAR
WACHT EENS
DE KAMER. VAN
DEN DliJECTEUI?.
WIET
Theo Middelkamp heeft bij de wie
lerwedstrijden om het wereldkam
pioenschap de Nederlandse eer
hoog weten te houden door het be
halen van het kampioenschap op
de weg. Middelkamp passeert de
eindstreep.
HILVERSUM I, 301 m. geelt Nieuws Om
8. 1. 7, 8 en 10,30 uur NCRV: 7 20
rraeludlum. - 9,15 Voor het werk eerst
een lied 9,00 Voor jonge zieken.
9,30 uit de schatkamer der muziek,
10,30 Morgendienst - 11,00 Frans program
ma. 11,45 vrolijke koorklanken - 1215
Orgelconcert - 1,35 Gemengd dubbel
kwartet 2,00 Harmonie orkesten, 2 30
Bondsdag uitzending 4,15 zingende
jeugd. 5,35 Violisten 5,45 Sans Sour:
7,30 Actueel geluid - 8,05 Programme
proloog. 8,15 Liederen-programma
9,25 Wailana Hawaiïans, 9,50 Strijk-or
kest, 10,45 Avondoverdenking 1100
Kentucky minstrels. 11,25 Avond-meln.
dieën
HILVERSUM II 415 m. geeft Nieuws o,n
8, 1, 6, 8 en 11 uur - VARA: 7,30
Muziek bij het ontbijt - 8,18 Lichte mo,
genklanken 9,35 Gramofoonplaten
VPRO: 10,00 Morgenwijding 10,20 Vool
de vrouw - to.35 piano 11,00 Non
Stop-programma - 12,35 VaudeviUe-orkest
1,20 Deense dansmuziek 1,45 n
Kwartier met Louis Davids 3,00 Vo->,
de Jeugd. 3.45 Bezoek bij zieken -
5,15 Accordeon-orkest - RVU1 6,30 D-
kunstenaar en de mens - VARA 7.00
Joh. Jong, orgel VPRO 7,30 ons leVWi
en ons geloof 8.15 Residentie orkes
9,15 Hoorspei - 10 00 Pianr-duo
1015 Orkest Malando 11,15 Op vleuge
'en van muziek 11,26 Rustige avond
klanken.
In antwoord op klachten uit vervoer
derskringen deelt de Minister van Ver
keer in zijn memorie van antwoord
mede, dat bij de gevolgde vervoers-
politiek nimmer enige opzettelijke be
voordeling van de Ned. Spoorwegen
heeft plaats gevonden en ook thans niet
plaats vindt. Wel is het een noodzake
lijk onderdeel van het te volgen ver
voersbeleid er tegen te waken, dat het
behoud van de in het grote vervoers-
geheel spoorwegexploitatie wordt be
dreigd door ontoelaatbare vervoers-
aftapplng door autobusdiensten. Bij de
te volgen vervoerspolitiek zal zeer ze
ker het oog gericht blijven op regeling
der onderlinge verhoudingen, bevorde
ring van samenwerking en het stellen
van die voorwaarden, welke door het
algemeen belang worden geëist. De mi
nister acht het uiteraard gewenst, dat
ten spoedigste weer op de „Wet auto
vervoer personen" gegronde en overeen
komstig die wet verleende vergunnin
gen bestaan. Met de mening, dat de
herziening der vergunningen niet zal
mogen leiden tot fustratie van 't over
eenkomstig de strekking van de „Wet
autovervoer personen" gevolgde beleid
van coördinatie en concentratie van
autobusondernemingen in grote gewes
telijke eenheden, kan de minister zich
geheel verenigen.
Met hekken en hagen, met prik
keldraadversperringen, die sterk
genoeg ztyn om een tank tegen te
houden, met muren die van inge
metselde glasscherven zjjn voor-
Zien, met bodemloze sloten, met
voetangels en klemmenzo
sluit men in ons goede land de
mooiste plekjes der „vrije" natuur
af. En dan niet te vergeten de
bordjes met „Verboden Toegang",
die men b(jna bij elk mooi plekje
ziet en zo men ze niet ziet, zal de
een of andere veldwachter u wel
vertellen, dat het bordje er toch
heus was.
Zou het nu eindelijk niet eens
tjjd worden, dat die mooie plekjes
van ons mooie land toegankelijk
worden gesteld voor ledereen, die
zich goed gedraagt?
Eén van onze medewerkers
schreef een aanklacht in de vorm
van een droom.
Mijnheer zuchtte melancholiek en
keek uit het raam van zijn huis in een
straat, zoals de grote stad er vele telt,
lang, vervelend, met aan beide kanten
huizen, huizen....... Hij zuchtte nog
maals.
„Vrouw," sprak hij daarop nadruk
kelijk, „Ik moet 'r es uit. Dat houd
ik niet langer vol. Een heel jaar zit
je op jé werk tussen vier muren, een
heel jaar leef je in de grote stad tus
sen de huizen, ong benauwd, altijd 't
zelfde. Je gaat jezelf bijna als een
baksteen voelen! Zodra 't een dag mooi
weer is, gaan we er tussen uit, de
vrije natuur in. Heerlijk ongebonden
gaan en staan waar je wilt, zie je
een mooi plekje, dan stap je er naar
toe. Ach, er gaat niets boven onze
onvolprezen vrije natuur."
Publiek geen toegang.
Mevrouw fronste het voorhoofd en
trok een gezicht. „Je overdrijft, man.
Herinner je es verleden jaar, dat
prachtige bos. „Verboden toegang"
Stond er. En dan dat landelijke wegje:
„Eigen weg. Streng verboden". En
toen we bij de duinen kwamen: prik
keldraad en overal bordjes: „Publiek
geen toegang". Noem je dat vrij?"
„Nou, nou, je wilt toch niet zeggen,
dat er nergens mooie en vrije plekjes
z'jn in Nederland?"
„Mooie, zeker, maar je valt bij wij
ze van spreken over de verbods
bordjes......"
„In ieder geval gaan we morgen
naar bulten. Ha, ik verheug me al op
zo'n vrije dag in de natuur."
„Zeg vooral vrijmevrouw had
hét laatste wóórd.
Enthousiast maakte mijnheer des
avonis de nodige voorbereidingen.
Toch gonsde het door zijn hoofd:
„Zeg vooral vrij". „Je valt over de
vèrbodsbordjes" en toen hij zich
's avonds ter ruste legde, dreunde 't
immer door: „Geen toegang". „Ver
boden". „Artikel 461 W. v. S."
Zo viel hij in een onrustige slaap
De tocht scheen mooi te beginnen.
Daar fietsten zij reeds over de heide.
Met volle teugen ademde hij de ge
zonde buitenlucht in. „Daar vrienden,
dat mooie bos, daar gaan we in."
Toen hij echter aan de rand van 't
bos stond zag hij een bordje; Streng
verboden.
Snel gingen zij verder.
„Ach, wat hindert 't, hier is 't nog
veel mooier," lachte mijnheer al weer.
Hij sprong van z{jn fiets en wenkte
de anderen. Doch zijn vrouw tikte
hem op de schouders en wees: Pu
bliek geen toegang.
Natuurminnaars
Verder ging het, totdat zij aan een
lieflijk watertje kwamen. Mijnhëera
gezicht klaarde op. „Als jullie een
ogenblik rusten, leg ik éven een hen
geltje in. Je weet, ik ben dol op vis
sen."
Nog had hij de woorden niet uit
gesproken of hij viel bijna over éen
bordje: Verboden viswater.
Eerder nog dan de anderen zat
mijnheer op de fiets, doch even later
moest het gezelschap terugkeren,
want de zonbeschenen velden, die hen
lókten, bleken afgezet te zijn met
prikkeldraadHet Werd steeds ér
ger: Verboden. Geen toegang. Streng
verboden. En daartussen stonden en
zaten zij, de natuurminnaars, wan
hopig, verslagen, Nederlands vrije na
tuurBordjes, bordjes, bordjes.
Ineens stonden zij dan weer op de
heide en iemand sprak: Zie daar de
dennebomen. Daarvan hebt ge den-
neappels getrokken. Takken hebt
ge afgerukt, jonge naalduitlopers
hebt ge geknakt. Geen respect
hebt ge voor de natuur en dat maak
te haar zo onvrij. Dat is oorzaak van
al die bordjes.
Mijnheer stak een sigaret aan, deed
zenuwachtig een paar halen en wilde
haar wegwerpen.
Halt, riep de stem. Voorzichtig.
Geen brandende sigaren of sigaretten
in de hei. De gevolgen zijn niet te
overzien. Ook dat kan in 't vervolg
veroorzaken: Publiek geen toegang.
De stem— v/as het de stem van
het geweten en was mijnheer op
dat moment het symbool van vele
natuurbezóekende Nederlanders
de Stem werd krachtiger en
vervólgde: Kijk es, daar zaten
enkele uren geleden natuurgeniê-
ters, oei. De volgenden morgen ge
nieten van flessen, dozen, bussen,
papieren. Ook hier in het vervolg:
Verboden toegang.
Rusteloos draaide mijnheer zich
heen en weer. Links, rechts, vóór,
achter, overal grijnsden bordjes hem
aan. Verboden. Verboden. Verboden
toegang.
Maar waarom lezers, deze trieste
nachtmerrie voort te zetten? Gij weet,
't is maar 'n droom. En bovendien:
mijnheer en mevrouw zijn de vólgende
dag niet de „vrije" natuur ingegaan,
want het regende
Om de droom zouden zij vanzelf
sprekend niet thuisgebleven zijn. Dro
men zijn immers bedrog, ofis er
ook op deze regel een uitzondering?
N. P. C.
-7
Tijdens de Nederlandse athletiekkampioenschappen te Amsterdam werd de
80 meter horden dames gewonnen door mevr. Fanny Blankere—Koen, die
gedurende deze wedstrijden beslag wist te leggen Op 6 titels.
IS
NAAR HET ENGELS
VAN BERTA RUCK
L)OORi J. JORISSEN
'44
Het doet er niets toe, of hij geên
enkel haar meer op zijn hoofd heeft
en een vals gebit, zo denkt hij zelf er
tenminste over. Gelukkig, dat hij niet
hoort, wat de uitverkorene over hem
zegt!
Majoor Montrésor, die niets ver
moedde, sloeg mij dan Ook met wel
gevallen gade, en verzekerde minstens
driemaal, dat het een grote verrassing
was, op zijn woord.
Hij scheen bijna zijn gastheer ver
geten te zijn, die ons van terzijde wei
wat ontsteld gade sloeg, zover ik zien
kon. op het horen van de familiare
toon van zijn kennis, die zijn officiële
verloofde beter kende dan hij zelf
ooit doen zou.
„Monica! Lieve tijd, wat hebben we
Dat wat had zich tussen de glazen
deuren die aanstonden, doorgewerkt
Het was de kleine witte hond, die een
vuil been in zijn bek had, dat hij op
gegraven had en nu op de gelakte
schoen van de Majoor deponeerde
„Cariad"! brulde de BaaB, woeden
-Ier dan !k hem ooit gehoord had. be
Halve toen hij mij onder handen had
die morgen „wat beduidt dat! Hier
zeg ik je"
Hij pakte het diertje bij de hals
band, schopte het been naar buiten en
bracht Caliad daarop weg, terwijl hij
nog even zijn excuses tegen de Ma
joor maakte.
„Een geschikte man, die Waters;
knap zakenman; ik ben blij, dat ik hem
heb leren kennen; een aardige ven
ook", vervolgde de kleine Majoor en
liet zijn stem wat dalen.
„Maar, mijn lieve kind" hij ge
bruikte inderdaad ook altijd 't woord
je „kind" als excuus, als hij mij opd
schouder klopte, of mijn kanten kraag
glad streek, of met mijn zilveren ket
tinkje speelde, „mijn lieve kind, hoe
kom je zo hier?"
„Ik logeer bij mevrouw Waters"
zei ik stemmig.
„Zo, zo! Je kende hem dus? Je if-
me vader toch niet, is 't wel? Ben jê
misschien op school geweest met de
meisjes?"
„Neen. Ik heb meneer Waters in za
ken ontmoet", zei ik nog bedeesder.
„In zaken? Wei heb ik ooit! Ik ben
blij, dat je zo'n goede raadgever ge
vonden hebt en dat je hem daarenbo
ven nodig had, Monica, want ik had
gehoord, dat je arme vader je niet al
te veel had nagelaten. Wonderlijk, dat
zulke onjuiste verhalen de ronde kun
nen doen!" met een blik op mijn
nieuwe middagjapon. „Je bent het
toonbeeld van voorspoed en gezord
heid en je bent zo knap geworden, als
ik dat zo maar zeggen mag in mijn
functie van dè oude vriend"
Men moet mensen, die zich „oud"
noemen wel iets toelaten. Ik wilde
juist mijn hand wegtrekken, die hi)
nog weer eens lang en teder in de
zijne gedrukt had. toen zijn gastheer
terug kwam.. Hij kwam door de gla
zen deuren naar binnen en daardoor
viel een zonnestraal op de oracb''ge
diamanten van de ring. dia voor mij
'uj Gemrrar gekocht wa<
Dadelijk a-een Majoor Montrésot
mijn andere hand.
„Zog! Wat is dat? Je bent toch
niet?"
„Ja", zei ik bedaard.
„Kleine Monica geëngageerd?"
„Ja".
„Kom, je meent het toch niet is 't
wel?"
„Ik vrees van ja, Majoor Montré
sor"
„Wel, heb ik ooit! En dat ik het
niet wist! Ik ben verslagen!"
Hij zuchtte onstuimig. „Gelukkige
jongeling!" ging hij aan één stuk door.
„Hij was vroeger ook altijd in je
buurt te vinden, herinner ik mij. Ja,
zo iets van een artist met een baard.
Hoe heette hij ook weer? O, ik weet
het al. Vandeleur, natuurlijk, Sydney
Vandeleur".
Prettig voor mij, niet waar, om deze
stem uit 't verleden, nog tactlozer dan
Cicely, de naam te horen noemen van
de vriend, die ik verloren had?
Ik zag aan de blik, die over het ge
laat van de Baas gleed, dat hij de
naam Vandeleur dadelijk in verband
bracht met de mensen in „Carlton"
aan wie ik het eerst mijn aanstaande
had voorgesteld.
Wat moest hij wel denken?
Daar kwam het echter niet het
meest op aan. De zaak was, dat hij
ten spoedigste aan de Oude babbel
kous moest uitleggen, hoe de zaken
stonden ik bedoel officieel stonden.
Tot mijn ontzetting zei hij niets.
Er volgde een benauwende stilte.
Ik wierp een snelle blik op de Baas
Hij scheen niet te weten, wat hij zeg
gen moest hij leek net een school-
iongen, zo stond hij te draaien: hij
die zonder aarzelen zijn engagement
had verkondigd aan de lui op kan-
foor. liet het hier schijnbaar aan mij
"ver.
Nu. vooruit dan maar!
Haastig begon ik:
„Maar, Majoor Montrésor toen
de deur van het salon openging, en
mevrouw Waters in grijs satijn en met
'n zwarte hoed op, binnen kwam! Ca
riad, die weer uit zijn gevangenis ver
lost was kwam kwispelstaartend ach
ter haar aan.
Er werden groeten gewisseld
wat er gesproken werd, hoorde ik
nauwelijks, totdat mevrouw Waters
uitriep; „O, u kende het meisje van
mijn zoon dus?"
„Zijn meisje?" herhaalde Majoor
Montrésor.
Hij liet zijn monocle weer vallen
en staarde haar met open mond aan
Ik heb nog nooit een man gezien, die
zo geheel en zo kluchtig van zijn stuk
gebracht was. Hij draaide zich plotse
ling om, om van mij naar de Baas te
staren én daarop weer naar zijn gast
vrouw.
„Van uw zoon? Is hij het, die met
juffrouw Trant geëngageerd is?"
Eindelijk vond de Baas zijn stem te
rug.
„Ja, ik heb die eer", zei hij, schraap
te zijn keel eens en trad een paai
stappen naar voren. Hij keek op de
kleine Majoor neer, zoals een grote,
geelharige Deen naar Cariad gekeken
zou hebben maar neen. Geen grote
bond zou zo onnozel gekeken hebben
een ander woord is er niet voor
als een man, die niet weet, wat hij
verder zeggen moet. En hij, die nog
wel. naar het scheen, zo in het bij
zonder gewenst had. bij deze gelegen
heid geen idioot te lijken. Nu. hij zou
toch moeten toegeven, dat ik er geen
schuld aan had. dat hil daar zo stond
„Wel wel! Wie had dat gedacht' Ik
zal het. met een glimlach moeten dra
den. Waters en je aehik-wensen denk
ratelde Matoor Montrésor in één
a<trm door „Ik feliciteer je Inder
daad".
(Wordt vervolgd)
Nieuwe verklaring van
Jan Pijnenburg
Cor Wals uit Tilburg, eens door
duizenden op de wielerbaan toege
juicht, stond giBteren wegens dienst
neming bfl de Waffen SS terecht voor
de Bijzondere Raad van Cassatie. Het
Bijzonder Gerechtshof te 's Hertogen
bosch had hem indertijd voor dit feit
veroordeeld tot 15 jaar gevangenis
straf. Na zijn ontslag btj de SS, waar
mee hij in Rusland had gestreden, was
hij in Polen opgetreden als voorman
bij de aldaar werkzame frontarbel-
ders. Hoewel er in het dossier ver
schillende bezwarende feiten vermeld
stonden, ontkende Wals, tegenover de
arbeiders onmenselijk te zijn opgetre
den. Voorts beweerde hij uit anti-
communisme tot de SS. te zijn toege
treden.
Een der raadsheren merkte naar
aanleiding hiervan op: „U was niet
alleen anti-communist, U was ook pro-
Duits, anders had U zich niet op de
wielerbaan vertoond met het SS-teken
op uw trui."
Mr. Nijst uit Eindhoven, die als ver
dediger optrad, achtte de opgelegde
straf van 15 jaar bijzonder hoog. WalB
is bij dê SS gekomen, zo betoogde hij,
uit idealistische motieven, hetgeen wel
blijkt uit de brieven, die hij indertijd
aan zijn vrouw schreef. Eind 1943 was
hij volkomen ontgoocheld door hetgeen
hij aan het front gezien had.
Op dit tijdstip was het reeds zeer
moeilijk uit de S.S. te komen. Dit is
hem toen toch gelukt. De raadsman
ging vervolgens uitvoerig in op het
optreden van zijn cliënt in deze func
tie. Daarbij richtte hij zich tegen de
lichtvaardigheid, waarmee dikwijls
Verklaringen werden afgelegd. De
vroegere koppelgenoot van Wals, Jan
Pijnenburg, had volgens de politie
Verklaringen Van zeer ongunstige aard
over de requirant afgelegd. Uit een
schrijven, dat de raadsman van Pij
nenburg had ontvangen, bleek, dat
deze van Wals als mens een zeer góe
de indruk heeft, in tegenstelling tot
de verklaring, die hij vroeger zou heb
ben afgelegd en waarin gezegd wérd,
dat Wals een gemeen karakter had en
onder zijn vroegere collega's als onbe
trouwbaar bekend stond.
Het rijden van Wals In de SS-trui
was volgens de raadsman het gevolg
van een in Zürich gesloten wedden
schap. Spr. drong aan op eên lagere
straf.
Prof. Langemeijer was van oordeel,
dat in de strafmaat van Wals diens
maatschappelijke verantwoordelijkheid
te hóóg was aangeslagen.
Toch kon hij niet tot een belangrijke
verlaging komen, al wilde hij met de
bovengenoemde omstandigheden reke
ning houden. Spr. concludeerde tot 14
jaar met aftrek.
Uitspraak 8 September.
Op 17 Augustus begint het vertrek
van de Britse troepen uit Voor-Inlië.
De C.G.T. heeft met de Franse
werkgevers een overeenkomst gete
kend, waarbij de lonen met 11 pet.
worden verhoogd. Het minimum-uur
loon is nu 42 y2 francs. De rege
ring van Saksen-Anhalt heeft bekend
gemaakt, dat de zwarthandelaren, die
voor de tweede maal gearresteerd wor
den, tewerkgesteld zullen worden in
de kolenmijnen. Het contingent
van duizend Amerikaanse padvinders,
dat zal deelnemen aan de wereldjam
boree, zal in groepen van 200 ons land
aandoen. Te Belgrado is een
Nederlandse delegatie aangekomen
voor onderhandelingen over een han
delsovereenkomst met Joego-Slavië.
-De prijs van bessensap is ver
laagd, voor drie achtste liter flessen
van f 0.85 tot f 0.64 en voor driekwart
liter flessen van f 1,65 tot f 1,23.
Een hóeveelheid van 15.000 kg peren,
door Belgische handelaren voor de En
gelse markt bestemd, heeft een treurig
einde gevonden op de groente-mest
vaalt te 'Venlo, omdat ze, wegens
overrijpheid, voor export moesten
worden afgekeurd. Reeds enige
weken heeft de gemeente Loon op
Zand te kampen met een nijpend te
kort aan water, daar de Waterleiding
Maatschappij te Breda niet voor vol
doend. toevoer kan zorgen. In het
hotel Sachers te Wenen, dat uitsluitend
door Britse officieren wordt bewoond,
zijn gisteren twee bommen ontploft. Er
werd brand veroorzaakt en enige scha
de aangericht. Er werd niemand ge
dood of gewond.