ZWAKTE SCHADUW
n
van Anton van der Waals
II
im
i
3
VAN NELLE
Politieman Van den Ende bewijst in
Juli 1941 dat Anton een verrader is
Driemaal ontloopt de
schurk de kogel
Achter de schermen
van de Oorlog
Eerste armbandhorloge
met wekker
DAMRUBRIEK
wè m
'?m m
Last van zenuwen t
Wij
LUISTEREN
NAAR....
ooori
toeebd adema
en nu
een kopje mr
In de Rotterdamse Cineac zou '1 lijk liggen
yAN DER WAALS heeft in de zomer
van 1941 contact met de Rotterdam
se advocaat mr. Otto Verdoorn. En hfj
is éen-en-al oor als Verdoorn hem ver
telt, dat er drie mensen naar Engeland
moeten worden geholpen. Het zijn ma
joor De Boer en twee luitenants, die er
van verdacht worden in de Meidagen
v,an 1940 de broer van Anton Mussert
bij Dordrecht te hebben geliquideerd.
Een paar dagen later komt v. d. Waals
met het plan, dat hij zelf zal meegaan
naar Engeland. Maar als de politieman
Van denEnde, dat te weten komt
zegt hij gedecideerd: Dat klopt niet!
En waarom niet? Vraagt mr. Ver
doorn.
Hj heeft tegen mij verteld dat hij
als agent uit Engeland gekomen is; hij
bedient een zender in zijn huis aan de
Franselaan. En tegen u zegt hij, dat hij
juist naar Engeland wil. En bovendien
XVII
heeft inspecteur Van der Windt voor
hem gewaarschuwd en die zal daar óók
zijn reden wel voor hebben.
Een paar ddgen later ontmoeten Van
den Ende en Van der Waals 'elkaar in
ae Franselaan en de verrader vraagt
br taal naar de namen en adressen van
de mensen der illegale politie-organi-
satie. Van den Ende zal er eens over
denken... maar hij geeft.de spion geen
naam en geen adres.
Ik wilde jou óók wat vragen, zegt
hij tegen Anton. Ik wil een persoonlijk
gesprek hebben met Jan Kwak, die je
in de Biesbos hebt laten onderduiken,
naar ik van zijn moeder gehoord heb.
En dat liefst zo gauw mogelijk, want
het is dringend.
Kun jij —ij zijn
zijn adres geven?
De verrader aar
zelt. 't Zal moei
lijk gaan. Het is
ie gevaarlijk. De
JAN KV
.bedrogen.
S.D. loert te veel
op hem. Maar hij
zal zorgen, dat er
vandaag over een
week een brief is
yan Jan. Hij zal
Van den Ende
die brief over
handigen voor de
Cineac op de
Coolsingel.
De politieman
heeft intussen reeds een' week van te
voren in het schone wasgoecj, dat naar
Wim Bakkeren in de Cellenbarakken
op Scheveningen gaat, een briefje ver
stopt met een voorzichtige vraag naar
het lot van Jan Kwak. En een paar da
gen na de ontmoeting met Van der
Waals komt er vuil wasgoed uit Sche
veningen bij de familie Öakkeren aan.
Men ipeurt naar een clandestien brief
je, tot het uit de band van een pyama
rolt. Wim Bakkeren-schrijft: Jan Kwak
zit hier óók» opgesloten; ik heb hem
gisteren nog op de gang gezien.
Dan weet Van den, Ende genoeg. Hij
waarschuwt ogenblikkel' mr. Otto
Verdoorn. Jan Kwak is nier naar de
Biesbos gebracht, maar naar de ge
vangenis. Van der Waals heeft hem
verraden; Van der Waals is éeh schoftf
En als de politieman op het afgespro
ken uur naaf de Coolsingel s'lentert,
heeft hij zijn geladen revolver niet
vergeten. Hij zal de spijn meelokken
naar het hokje, dat grenst aan de pro
jectiekamer. Daar zal hij hem neer
schieten als een dolle hond. Daar zal
het leven van de verrader een einde
nemen.
Maar Jan van den Ende weet niet,
dat tegenover da Cineac de S.D.-lieden
Houbrock en Bauer staan, die óók een
geladen revolver bij zich dragen. Hij
weet niet, dat Van der Waals in doods-,
r t verkeert, omdat hij het wantrou
wen heeft gelezen in de ogen van de
politieman. Hij weet niet, dat de ver
rader zijn Duitse meesters gesmeekt
heeft hem op straat te beschermen. Hij
staat daar maar zo'n beetje in het zo
merzonnetje op de gehavende Cool
singel, die J an van den Ende en hij
heeft zo z'n vreemde gedachten, die
alle draaien om de schurk Van der
Waals, die over een kwartier als een
lijk in het kamertje van de Cineac zal
liggen.
En daér komt Van der Waals!
Bonjour, zegt de politieman. Laten
we hier niet blijven staan, dat is ge
vaarlijk. Loop even mee in de Cineac.
Nee, zegt V-n der Waals, dat doe
ik beslist niet, want ik heb grote haast.
Ik heb een afspraak en ik moet ifog
seinen naar Engeland. Hier is de brief
van Jan Kwak en de hartelijke groe
ten. Hij maakt het best en zit daar
veilig.
En eer Van den Ende het beseft is
de spion verdwenen. In de hall van de
Cineac leest de agent het briefje van
zijn gevangen vriend. Het is onmisken
baar zijn handschrift, maar er staat
niets bijzonders in. „Lieve Moeder, ik
maak het best, maakt u zich niet on
gerust". Een afgeperst briefje! En om
de zekerheid van het verraad volko
men te maken, krijgt. Van den Ende
een paar dagen later het bewijs in
handen dat Van der Waals met vrouw
een kind zijn woning heeft verlaten,
maar 's nachts rondrijdt in een S.D.-
auto en daar soms mee thuis komt.
jy|r OTTO VERDOORN weifelt geen
ogenblik, als hem wordt voorgesteld
mee te werken aan de liquidatie van
de verrader, 's Avonds zitten hij en
Jan van den Ende in de schujfkelder
aan de Franselaan en wachten op Van
der Waals. Ze wachten tot half twaalf,
maar 'de rat heeft gevaar geroken en
blijft weg.
Verdoorn slaagt erin een valse huis
sleutel van het pand Franselaan 186 te
laten maken. Van den Ende zal zich in
het huis insluiten, zal wachten tot de
boef thuis komt en hem neerknallen in
zijn eigen gang. Hij vraagt op het
hoofdbureau tien dagen verlof aan om
met zijn vrouw op reis te gaan. De
koffers staan klaar; zodra de spion is
neergeschoten gaat het echtpaar de
stad uit.
VERDOORN
....terechtgesteld....
Op de avond van
7 Augustus 1941
zal Jan van den
Ende naar hét
het huis aan de
Franselaan gaan.
En als Van der
Waals die
nacht thuis komt,
zal er morgen 'n
verrader minder
l?ven in bezet
Nederland en dan
gaat een Rotter
dams politieman
met vacantie, om
dat" het na' geda
ne arbeid goed
rusten is. Maar zover komt het niet
Niet Vyin der Waals zal sterven, maar
Otto Verdoorn en Jan Kwak"en Wim
Bakkeren en professor Schoemakerg en
vele, vele anderen. En Jan van den
Ende gn Pidderikhof zullen vier jaren
lang yan gevangenis naar kamp en van
kamp naar tuchthuis worden gesleept,
ze zullen werken tot ze er bij neer
vallen, ze zullen worden ingedeeld bij
ten dode gedoemde commando's, ze zul
len ziekten en verwondingen en mis
handelingen en de gruwelijkste ellende
doorleven en als ze eindelijk, eindelijk
'en ten leste naar het bevrijde Neder
land terugkeren, zal er in ambtelijke
kringen maar bitter weinig waardering
zijn voor deze kerels van staal.
Maar wat weten idealisten als Jan
van den Ende en Leen Pidderikhof,
Jan Kwak en Otto Verdoorn van dit
alles in de zomer van 1941? Blind in de
toekomst hebben' ze gehoorzaamd aen
het gebod van het ogenblik: de vijand
te' wederstaan. En het is een 'armzalig
land laten we het ronduit en met
alle scherpte zeggen dat deze fier
heid met zoveel naargeestige klein
heid beloont.
In de middag van de zevende Augus
tus 1941 belt er een Nederlander aan
dg woning van de politieman aan en
vraagt of hij Van den Ende is.
Ja, zegt Jan en hij kijkt op het
zelfde ogenblik in de loop van een re
volver.
Hande hoch, commandeert Hou
brock. Vijf S.D.-ers grijpen Van den
Ende beet en duwen hem in een auto.
Terwijl hij instapt ziet hij aan de over
kant van óf straat Van der Waals
staan, die breed grijnst.
In ons nummer
van Donderdag;
Secr.-Generaal Reijdon
wordt neergeschoten
met een S.D.-revolver,
De Zwitserse firma Vulcain is er in
geslaagd aan de rij van steeds inge
nieuzer uitgedachte uurwerken het
eerste elegante en nauwkeurige arm
band-horloge met wekker, Vulcain-
cricket genaamd toe te voegen. Het
horloge heeft de afmetingen en het
uiterlijk van het traditionele armband
horloge. Het is, wat de uitvoering be
treft, beschermd door talrijke paten
ten en het heeft alle hoedanigheden
van een preéisie-uurwerk. Voorts is het
stofdicht. De Vulcain-cricket is voor
zien van een opwindkroon en een
drukknop die, wat hun functies be
treft, nauw met elkaar in verband
staan.
Om de wijzer van het wekkerwerk
te verzetten, begint men met het ge
heel indrukken van de drukknop., het
geen tengevolge heeft, dat de opwind
kroon uitspringt. s
Vervolgens draait men de opwind
kroon in de richting van 12 uur tot de
wijzer voor het wekkerwerk op het
gewenste tijdstip staat. Wanneer men
daarna dé opwindkroon geheel in
drukt, laat deze het 'wekkerwerk los
en de wekker zal op het, aangegeven
tijdstip aflopen. De wijzers van het
uurwerk worden op dezelfde wijze als
bij een gewoon horloge geplaatst. Het
opwinden is "al even gemakkelijk.
Voor bezitters van horloges is het
een gewoonte geworden de opwind
kroon heen en weer te draaien. Door
deze beweging wordt bij de Vulcain-
cricket. zowel de veer van het wek
kerwerk als die van het uurwerk op
gewonden.
door J. D. v„ Exter
19. „Waarom moeten we naar de
artisten-ingang?" vraagt Pam. „Wat is
een artist?"
„Hè, jij weet ook niets. Een artist is
iemand, die kunstgn maakt!" roept
Pim.
„Ja,'maar dat kunnen wij toch niet".
„Nee, dat weet ik wel, maar als we
eerst de directeur maar te pakken
hebben. Laat dat maar aan mij ovér!"
Ja, Pim heeft altijd van die aardige
ideetjes.
Maar bij de artisten-ingang horen
ze, dat de directeur in zijn wagen is
en dus besluiten ze daar heen te gaan.
20. Even later hebben ze de woon
wagen van de directeur al gevonden.
Met grote letters staat Het buiten pp
de deur geschilderd.
„Hier is het", fluistert Pim, want
hij gevoelt zich nu toch niet zo erg pp
zijp gemak.
Hij klopt beleefd aan en ze horen 'n
zware basstem: „Binnen" roepen.
Maar de directeur is in gesprek met
zijn assistent en ziet niet op of om.
Pim; Pam en Pom wachten bedeesd
hun beurt af.
„Ja", horen zjj de directeur zeggen.
„Het programma is goed. Maar wat
me ontbreekt zijn de tijgers! Het pu
bliek wil tijgers zien!'"
Oplossing probleem 26.
Stand: Zw. 8 sch. op: 5, 9, 12, 13, 14,
19, 25, 28.
Wit 8 sch. op: 20, 21, 22, 30, 33, 34,
37,'43.
Oplossing 1. 3024 (19x48), 2.ff21
17 (48x18). '3. 17X10 (zw.. 28x39 of 5
X14 of 25x14. Op 28x39 volgt 10-^-4
en 4X44. Op 5x14 of 25x14 volgt
33X4.
En nu nog even het voigende standje.
Zw. 3 sch. op: 7, 17, 18. Wit 3 sch. op
19, 27, 47. Zwart aan zet speelde 17
22, waarop wit 1913. Onderzoekt gij
nu even dat zwart in alle varianten
verloren is.
yv/////s jy//.
Ter oplossing van deze week:
Probleem 27 van J. Wagter
(zie diagram)
Zwart 8 sch. op: 7, 8, 9, 19,
23, 24, 28, 29.
Wit 8 sch. op: 27
37, 39, 40. 43.
30, 31, 34,
Wit speelt en wint.
döor Jan Dirk van Extar
CoDrncht ft.D.P.
Inspecteur Barendse, die van zijn
superieuren de opdracht heeft ge
kregen om de smokkelaarsbenden
aan de grens op te rollen, zit intus
sen zwaar met dit karwei in de
maag.
De zaak is dan ook ingewikkeld
genoeg!
Heeft men nu te doen met een
concurrerende bende of zit er iets
anders achter?
De politie staat hier, zoals men dat
noemt voor een raadsel. Terwijl de
wee
keke
wordt bekeken, rinkelde de telefoon.
„Ze hebben de smokkelautto ge
vonden Rikki", schreeuwt de inspec
teur.
„De schurken hebben het goed, dat
zich in de wagen bevond, gewoon
verkocht. Zoiets brutaals heb ik van
mijn leven nog niet meegemaakt".
„Zijn ze gepakt?"
„Nee, dat is het juistL Toen de po
litie bij de wagen kwam, was er nie
mand meer in. Ik moet er dadelijk
heen".
En enige minuten later is de in
specteur gereed om in zijn wagen te
stappen.
„Hebt U Uw eigen wagen alweer la
ter overkomen?" zegt Rikki.
„Was mijn jeep niet goed genoeg?"
„Nou kind, met alle respect voor
je karretje, ik rijd toch liever in mijn
eigen geriefelijke wagen. Zo jong ben
ik ook niet meer".
Ach, als dè inspecteur geweten
had, wat hem te wachten stond, was
hijr toch liever in de jeep van Rikki
gekropen.
De inspecteur is nog nauwelijks
weg als Rikki een bericht doorkrijgt,
dat de bandieten, die op de markt
gestaan hébben, hoogstwaarschijnlijk
de overweg gepasseerd zijn.
Mijnhardt's Zenuwtabletten
helpen U er overheen.
RASKAMP N.V.FABRI KANTE VAN
ja EN EE SHIP PELEN
Een ware uitkomst bij periodiek*
pgKen^if de uitstekende jerking
onze van ouds bekende
KOORTSPOEDERS
7<h (•••J*r. I 1.»» p. 2»
HILVERSUM I, 301
m Nieuwsbericnteri
om 7, 8, 1, 8 en 11
uur VARA: 7,30
Gramofoonplaten
8.15 Filmselecties
8,50 Voor de huis
vrouw '9,00 Gfamo-
foonplaten VPRO: 10,00 Morgenwijding
VARA: 10,20 Onze jeuken -—10,30 Als
de stofzuiger zwijgt U,00 Non-stop-pro
gramma (grpl) 12,00 Meesertrio
12,30 Wéerpraatje 12,33 Voor het platte
land 12,38 Orgel 1,20 The Ramblers
1,50 Gramofoonplaten 2,00 Gesproken
portretten 2,15 Jeugdconcert 8,00 Da
scheepsjongens van Bontekoe 3,20 Gra
mofoonplaten 3,30 De Roodborstjes
3 45 De Regenboog 4,15 Vragen staat vrij
4,4S Het stond in de krant —.5,15 Gra
mofoonplaten 5,30 Maatschappelijk werk
6,35 Ensemble Jean 5?resto 6,30 Ne
derlandse Strijdkrachten 7,00 Geleide
economie 7,15 Gramofoonplaten VP
ROÏ 7,30 Hoe het groeide 7,40 Jeugd-
nieuws 7,45 Lezen in de Bijbel va
RA: '8,15 Dolf van der Linden (Metropole
orkest) 9,18 Schuldig of onschuldig
9,25 In een spiegel een raadselachtig beeld
10,15 Tango-Rumba-orkest 10,45 Van
boek tot boek 11,15 Gramofoonplaten
HILVERSUM n, 415 m Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, '7, 8 en 11 uur NCRV: 7,15
Reveille 7,45 Een woord voor de dag
8,15 Gewijde muziek 8,30 Gramofoon
platen 9,00 Ochtendbezoek bij jonge
zieken 9,30 Waterstanden 9,30 Sym-
phonisch morgenconcert 10,30 Morgen
dienst 11,00 Piano-recital 11,35 Gra
mofoonplaten 12,05 Londens Palladium-
orkest 12,15 Sangh en spel 12,30
Weeroverzicht 12,55 Het Protestants In
terkerkelijk Thuisfront 1,15 Van Ra-
m&m tot Ravel 1,55 Stafmuziekkorps
Amsterdamse politie 2,30 Caleolaria en
Cineraria 3,Q0 Kamer-orkest 3,45
Glaconda Ensemble 4,15 Voor onze jon
gens en meisjes 5,30 Radio Koperkwar
tet 5,45 Onder de tropenzon 6,00 Ne
derlandse koren en korpsen 6,30 Viool
en piano 7,15 Het nieuws uit Indië
7.30 Het actueel geluid 7,45 Engelse les
8,15 Opwekkingssamenkomst 9,30 Ra
dio Philharmonisch orkest 10,45 Avond-
overdenking 11,15 Gramofoonplaten
11,45 Slotaccoord
HERDENKINGSSAMENKOMST OP
GREBBE-KERKHOF
Evenals vorige jaaen organiseert het
Hoofdbestuur van de Bond van Oud-
Strijders ook dit jaar op Tw.eede Pink
sterdag, 17 Mei a.s., een herdenkings
samenkomst op het Grebbe-kerkhof.
De plechtigheden beginnen om 11 uur
des ochtends,* o.a. zullen kransen ge-
legw worden 'óp de graven der ge
sneuvelden
„Komt U binnen, meyrouw," zei de rechter-commissaris vriendelijk.
Hij staarde verbaasd naar de zwarte, magere verschijning.
„Wie is U, mevrouw?"
„Ik ben mevrouw Jaftrsma."
„O, juist. Wij behoeven U niet langer op te houden, mevrouw."
„Dit is de dame, dieehbewijzen kan, dat die mevrouw Bassing
en haar man in een van de bovenkamers zaten," waarschuwde commissaris
Vonkenberg.
„Wilde U dat bevestigd zien, cohimissaris vroeg mr. Feenstra
„Och ja, nü zjj toch hier ts."
„Wilt U zo vriendelijk zijn even plaats te nemen, mevrouw7" vroex de
rechter-commissaris naar de fauteuil wijzend.
„Gunst ja," zei mevrouw Jaarsma, de deur achter zich sluitend.
„Mijn naam is Feenstra," deelde de rechter-commissaris mee. Hij stond-, op
het punt de andere heren voor te stellen, maar mevrouw Jaarsma, die in de
fauteuil had plaats genomen, maakte een afwerend gebaar.
„Och neen, laat U dat maar. U is zeker van de politie?"
„Van de justiti^ mevrouw."
„Nou ja, dat is hetzelfde. Vind U 't niet vreselijk?"
„Afschuwelijk, mevrouw."
.Maar waarom heeft U 't dan gedaan?"
„Wat bedoelt U?" vroeg de rechter-commissaris.
„Wel, dat U bij de politie is gegaan."
„Pardon, mevrouw, ik dacht, dat U het over die moord had."
„Och gunst ja," zei mevrouw Jaarsma. ,„Die afschuwelijke moord. Ik
weet zeker, dat ik er van dromen zal. En al die vreselijke ratten
„Ratten?"
„Bent U dan niet in dat pakhuis geweest? Ik heb daar boven op een
stapel kisten gezeten. Ik be£rqp nog niet hoe ik er op. gekomen ben. Ik
voelde, dat er een op mijn schoen zat."
„Een kist?"
„Een rat natuurlijk," zei mevrouw Jaarsma niet een vernietigende blik
naar de rechter-commisStins.* ,,'t Was afschuwelijk. En die arme man, die
ze daar werkelijk Vermoord hebben. Ik begrijp niet, hoe U daar pleizier in
kunt hebben."
„Maar ik heb er helemaal geen pleizier in."
Mevrouw Jaarsma keek als een ekster met wat scheef gehouden hoofd,
de kleine kring rond.
„Maar ondertussen heeft U 't dan toch maar vrjjwiUig gedaan!"
„Zoudt U niet wat duidelijker willen zijn, mevrouw?"
„Wel, dat zeg ik toch al. Dat U toch maar zo'n baantje bij de politie
heeft gekozen. Ik kan me niet voorstellen, dat iemand eenhmeen
betrekking kiest waardoor hij vrijwillig in al die griezelige dingen wordt be
trokken. Ais ik een zoon had
„Mevrouw," zei de rechter-commissaris haastig, „we zouden U graag een
enkele vraag willen stellen."
„Och," zei mevrouw Jaarsma verbluft. „Maar U denkt toch zeker niet,
dat ik er wat mee te maken heb? Wat een verschrikkelijk beroep heeft U
toch. Moet U nu aan iedereen wat vragen?"
„Pardon, mevrouw," zei dè rechter-commissaris ongeduldig. „Ik geloof
niet, dat U de situatie helemaal begrijpt. De kwestie is, dat U niet hier ge-
komen is om ons te ondervragen, maar dat wjj
„Ja, daar he^ft U^gelljk in," zei mevrouw Jaarsma
moeten zijn, ,maar dV was zo'n boswachter en die v
Die begreep er niets van, dat ik naar huis wilde,
politie niet wat intelligenter mensen......?"
„Ja, ja, vertelt U ons eens, njevrouw
'k had al lang weg
niet laten gaan.
voortaan br) de
„Gunst, ik kan er niets van vertellen," zei mevrouw Jaarsma. „Ik ben er
gelukkig helemaal niet bij geweest, maar ik had wel zo'n ongerust gevoel.
•Net of ik wist, dat er wat gebeuren zou. Ik wilde eerst helemaal niet mee
doen, maar ze hebben me overgehaald. Meneer Van den Brink zou op me
passen, maar ik ben hem in 't donker kwijt geraakt. Enodie ver
schrikkelijke ratten. Ik Was al zo vreselijk nerveus, toen ze die arme vrouw
vermoord hebben!"
„Een moment, mevrouw!" riep de rechter-commissaris haastig. „Ik ver
onderstel, dat U 't over mevrouw Bassing heeft."
„Neen, neen, ik vertelde U over die ratten. En meneer De Wit zei...,.."
„Luistert U nu eens even," zei de rechter-commissaris met een wanhopigs
blik naar de glimlachende officier. „Op het ogenblik, dat de moord ge
beurde......"
„Afschuwelijk!" riep mevrouw Jaarsma. „En meneer Van den Brink
„Was U in één van de bovenkamers," vervolgde de rechter-commissaris.
„Daar was U nietwaar, mevrouw? Ik bedoel op het tijdstip, dat de heer De
Vries vermoord is."
„Ja, wat vréselijk," zei mevrouw Jaarsma. ,,'t Was nog zo'n jonge man."
„Luistert U nu eens.' Was U toen op één Van de bovenkamers?"
„Ja, dat geloof ik wel. Waarom wilt U dat zo precies weten?"
„Wie was er tosn bjj U?"
„O, dat weet ik niet meer."
„Was mevrouw Bassing bij U?"
„Ja, dat geloof ik wel, maar het kan ook wel iemand anders geweest zijn.
't Was daar zo affreus-donker. U wilt toch niet zeggen, dat meneer Bas-
-éing...... Gunst, ik vind het een vreselijke man, ik bedoel om er getrouwd
mee te zijn, maardenkt U werkelijk, dat meneer Bassing het gedaan
heeft?"
„Wij denken helemaal /niets, me
vrouw"; zei de rechter-commissaris
geprikkeld.
„O, juist", zei mevrouw Jaarsma
langzaam. „Daarom bent U natuurlijk
bij de politie gegaan. U heeft mij niet
meer nodig, is 't wel?" (Wordt vervolgd)